Ha ieuw jaars wenschen
DAGBLAD WQOR SGHÊEDAÊM EN OmSTMEf€EAË>
FEIMLLETOWL
Het geheim van het moeras.
■47stff Jaargang»
Dinsdag 30 December 1924.
Na- 14136
Bureau: KOEMARKT 4. Telefoon Intercommunaal 85. Postbus 33.
Abonnementen, per 3 maanden 2.70, per week 20 cent, franco per
post 3.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 4 cent. Zaterdagavond nummer
met Officieel Kerkbericht 10 ets.
Advertent iën: 1—5 regels 1.75, elke regel daarboven 35 cent, 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag
toegezonden. Incassokosten worden berekend.
Gratis-Ongevallenverzekering f 500 bij levenslange geheele invaliditeitf 200 bij verlies van een hand, voet of oog f 200 bij dood f 100 bij verlies van een
duim; f 60 bij verlies van een wijsvinger; f 15 bij verlies van eiken anderen vinger. De verzekering wordt gewaarborgd door de N.HolL Algem. Verz. bank Schiedam
In het nummer dat Woensdag 31 De
cember verschijnt, zal wederom gelegen
heid bestaan tot het plaatsen van
a f 1.per annonce.
Bij of krachtens wetten of verordeningen voor
geschreven en andere offlcieele af~ en aan
kondigingen van het Gemeentebestuur.
De Burgemeester van Schiedam
Gelet op de bepalingen van de Verordening
op de tapperijen, logementen, openbare verma
kelijkheden en den handel in gebruikte roerende
goederen te Schiedam
Beveelt dat op WOENSDAG 31 DECEMBER
a.s. de tapperijen en slijterijen des avonds 1 l
uur moeten worden gesloten.
S c li i e d a m, 29 December 1924.
Bnltenlnndseh Meuws,
DE KEULSCHE ZONE.
Men weet dat de ïaad van ambassadeurs in
zijn vergadering van Woensdag a.s. de bewoor
dingen van het schrijven zal vaststellen, dat tot
de Duitsche regeering zal gelicht, woeden, ten
einde haar bekend te maken met de beslissing
welke door de gea'lieerde legeeringen is ge
nomen betreffende de niet-ontruiming van de
Keulsche zone op 10 Januari a.s., daar Duitseh-
land niet, zooals artikel 429 van het Verdrag van
Versailles voorschrijft, de voorwaarden van het
verdrag getrouwelijk in acht genomen heeft.
De cöpie van dezen brief, die ontworpen is
door het secretariaat van de conferentie, is
thans in handen der vijf geallieerde regcerngen
n.l. België, Frankrijk, Engeland, Italië en Japan,
die hunne instructies aan hun vertegenwoor
digers in den gezantenraad zullen geven.
In Fransehe regeeringskringen ontkent men
uitdrukkelijk, dat het voortduren van de bezet
ting der Keulsche zone de goede uitvoering van
het Dawesplan in gevaar zal brengen. De des-
kunstigen hebben aangedrongenopde ontruiming
van liet Roergebied, doch zij hebben den Imker-
Rijnoever' niet genoemd.
De Fransehe regeering protesteert tegen de
Duitsche bewering, als zou voortzetting van
de bezetting van de Keulsche zone, „een sanctie"
zijn. Zij verklaart dat dit geen sanctie is, doch
eenvoudig de uitvoering van de bepalingen van
het vredesverdrag.
Van oi'ficiéele zijde te Berlijn verluidt, dat
tot lieden geen ambtelijke of niet-ambtelijke
mededeeling is ontvangen, dat de ontruiming
der Keulsche zone op 10 Januari niet zal ge
schieden.
Uit het rapport dat generaal Focli als voor
zitter van de intergeallieerde militaire con
trole-commissie heeft opgesteld over den stand
der Duitsche ontwapening, meent de Parijsche
correspondènt van de United Press de volgdnde
punten te kunnen mededeelen
Het militair prestatievermogen van Duitsch-
land zou volgens het rapport versterkt zijn
door de. volgende factoren,: le.
reorganisatie
13)
En juist dezen avond wérd zij sterker en te
voren aan hem herinnerd.
Op haar drukke manier, die soms sterk naar
een niets ontzien zweemde, kwam Hertha bij
het invallen der schemering het kleine vertrek
binnen, dat zij in tweemaal vier en twintig uren
niet betreden" had. Zij keerde van een langen
wandelrit terug en had zich nog niet Verkleed.
„Goeden avond, mijn arm, gevangen vogeltje,'
sprak zij vroolijk, terwijl zij met de gehand-
schoende hand Helene's bleeke wangen strecid.
„Het is jammer dat je door mijn schuld eenige
der heerlijkste zomerdagen hebt moeten missen.
Ik zelf ben in dezen korten tijd bijna geheel met
onze verhuizing naar deze eenzame landstreek
verzoend. Al zijn Hier ook geen bergen, er zijn
zooveel te heerlijker wegen om te rijden enpapa's
huzaren, van wie ik er intusschen een kwart do
zijn heb leeren kennen, zijn inderdaad nog zoo
kwaad niet."
Zij zette zich op haar gemak in een lagen stoel
neer en babbelde verder, zonder Helene's ant
woord af te wachten.
„Maar de interessantste van al mijn tot nog
toe gemaakte kennissen blijft toch nog altijd je
geciviliseerde boer van den Moorhof. In mijn
bakvischjaren zou ik ontwijfelbaar van hem zij
van het opperbevel2o. vorming van een twee
den Generalen Staf 3o. invoering en oplei
ding der volks vrijwilligers, en 4o. toegeno
men werfkracht der geheime bonden. Voorts
zegt het rapport, dat Duitschland geen voo"t-
gang heeft gemaakt met de doorvoering der
ontwapening, hoewel het waar is, dat de be
wapening, naar het schijnt, niet vermeerderd
is. De militaire opleiding dér Duitsche jeugd
moet échter, zoowel in het leger als in de. ge
heime bonden, een grooten omvang hebben aan
genomen.
Over de vijf punten, welker uitvoering de
gezantenraad van Duitschland eischte, zou
het rapport het volgende melden
lo. De reorganisatie van de staatspolitie is
nog lang niet doorgevoerd. Deze politie heeft
haar militair karakter gehandhaafd, want niet
slechts is het aantal manschappen toegenomen,
er zijn ook reseives gevormd.
2o. De verandering van munitiefabrieken in
fabrieken voor vredes-doeleinden is nog niet
algemeen doorgevoerd. In de militaire con-
stnictiewerkplaatsen is men nog niet tot in
grijpende beperkingen of nieuwen afbraak ge
komen.
3o. De commissie heeft geen lijst van de
verboden brochures kunnen krijgen.
4o. Zij heeft eveneens niet kunnen bereiken,
dat men haar de documenten over den stand van
het oorlogsmateriaal op het oogenblik van den
wapenstilstand deed toekomen.
5o. Duitschland heeft sinds 1922 geen maat
regelen genomen, om de Rijkswetten in over
eenstemming te brengen met de militaire clau
sules van het Verdrag van Versailles.
Ten slotte wordt dan volgens de United Press
in het rapport medegedeeld, dat Duitschland
ook in gebreke is gebleven, waar het de vermin
dering der kustverdediging betreft. De inspec
teurs der controle-commissie zouden in Septem
ber j.l. op verscheidene punten op tegenstand
zijn gestuit, maar ondanks dat loch hebben
kunnen constateeren, dat verscheidene belang
rijke bepalingen niet zijn uitgevoerd, om van
kleine vergrijpen te zwijgen.
den kiezers de vrije uitdrukking van, hun ge
voelens te waarborgen.
Uit Rome aan de „Msb." De kardinaal-
groot-poenitentiarius, Zijn Eminentie Giorgi,
is ernstig ziek. Hij is n.l. lijdende aan longont
steking. De H. Vader laat zich voortdurend van
den toestand van den zieke op de hoogte houden.
Uit Londen: Uit Tientsin wordt gemeld,
dat 800 soldaten te Kalgan zijn terechtgesteld,
wegens hét plunderen in de stad, toen zij hun
soldij niet hadden ontvangen.
De Amerikaarische regeering heeft den ge
allieerden laten weten, dat zij de ontruiming
van de Keulsche zone en van de Roer in April
als een door alle partijen aannemelijk compromis
beschouwt.
Gemeld wordL dat te Koersk bloedige demon
straties ten gunste van Trotski hebben plaats
gevonden. De infanterie vuurde op de demon
stranten, van wie vijf werden gedood en ver
scheidene gewond.
Staten-GeueraaL
ITALIË EN ALBANIË.
Van gezaghebbende zijde wordt ontkend, dat
Italië de nieuwe Albaneesche regeering erkend
heeft of met haar relaties heeft aangeknoopt.
Daarentegen meldt het persagentschap, dat hei
Italiaansche gezantschap te Durazzo kennis
nam van de ambtelijke gevoelens die Achmed
Zogoe jegens Italië uitdrukte. Geen verder
nieuws uit Albanië wordt, gemeld, waar rust heet
ie heerschen.
JAPAN EN AMERIKA.
De Japansche premier heeft verklaard, cltt
tusschen Japan en Amerika geen enkele kwestie
bestaat, welke niet in der minne kan worden
geregeld
ALLERLEI.
Het parket ie Kairo heeft opnieuw 10 lieden
in, vrijheid gesteld, die in hechtenis genomen
waren in verband met den moord op sir Lee
Stack.
De Egyptische regeering heeft besloten aan
de studenten, die geen stemrecht, hebben, te
verbieden op eenigerlei wijze deel te nemen aan
den aanstaanden verkiezingsveldtocht, teneinde
EERSTE KAMER.
Vergadering van Maandag29 December.
De v o o r z i L t e r brengt hulde aan den
giiffier, mr. Zillesen, die 25 jaar geleden zijn
ambt bij de Kamer aanvaardde. De Kamer zal
den jubilaris een tastbaar bewijs van hulde ver-
eeren.
Namens de regeering sluit de minister van
oorlog zich hij deze hulde aan.
De voorzitter huldigt voorts den heer
Goedhart, directeur van den stenografisehen
dienst, bij zijn 50-jarig jubileum.
Bij het wetsontwerp tot wijziging van hoofd
stuk 8 der staatsbegrooting 1924 (wijziging in
de officiersopleiding) zegt de heer D e M u r a 1 t,
(V. B.), dat deze zaak te ingrijpend is voo.
incidentieele behandeling. Wie voor het ont
werp stemt, is voor legeruitbreiding.
L»e heer D e M u rail (V. B.) is. niet/ tevre
den gesteld en dient nu zijn motie in om uitstel
van vergrooting van het aantal op te leiden
veilofsoflicieren te verkrijgen.
De M i n i s t e r zegt dat de 24 bataljons er
al zijn en dat de reorganisatie er al is. Hij
ontraadt de motie.
De motie wordt verworpen met 24 tegen
13 stemmen, rechts tegen links.
Het wetsontwerp wordt aangenomen met
24 tegen 13 stemmen, echts Legen links.
Vergadering wordt verdaagd tot morgen.
B i m n e n I a
gaan houden.Nu ben ik natuurlijk als de dcohter
mijns vaders een beetje verstandiger geworden en
ik beloof je plechtig dat je van mijn mededinging
niets te vreezen hebt."
Helene had met een diepen blos het gelaat
afgewend.
„Maar Hertha," riep zij. „Je plagerij gaat toch
een beetje te ver."
„Oho, zit de pijl zoo diep Nu, het zou er mis
schien inderdaad zoo kwaad niet uitzien, als je in
eigen persoon de koeien van den Moorhofmelkte,
verondersteld dat men van deze nuttige dieren
daar in het meervoud spreken kon. Maar het
nieuwste heb je nog niet gehoord, ik heb mijn
heer Freising vandaag weer gezien en als ik niet
reeds het genoegen gehad had zijn huiselijk leven
te leeren kennen, zou ik hem ondanks zijn wollen
buis voor een graaf gehouden hebben."
„Heb je hem gezien, Hertha En gesproken
ook
„Natuurlijk, ofschoon hij veel lust scheen te
hebben mij uit den weg te gaan. Ik zelf moest hem
aanroepen en alle kunsten der coquetterie aan
wenden 0111 hem ruaar vijf minuten aan den praal
te houden. Het doet,mij leed, dat ik je geen groet
van hem kan overbrengen, wart hij was zoo on
beleefd mij er geen op te dragen en ik geloof, dal
als ik uit eigen beweging niet melding van je ge
maakt had, hij onbeleefd genoeg geweest zou zijn
om niet over u te spreken."
Helene werd van de pijnlijke noodzakelijkheid
ontheven op deze onbarmhartige woorden iets te
antwoorden, want een kort, hard kloppen op de
Uit tie R. K. Staatspartij.
„De Tijd" heeft een onderhoud gehad met
baron van Wijnbergen, die het blad meedeelingen
heeft gedaan naar aanleiding van zijn „Alk-
maarsche rede" in verhand met de actie van
St. Michael. Hij zeide o.m. het volgende
„lk ben begonnen met te zeggen, dat ik er
niet aan dacht, iemand zijn individueele onte
vredenheid te verwijten. Dat is zoo iets inon-
.soiielijks, dat ik de laatste zal zijn om dat te
doen. leder van ons pruttelt wel eens. jt
Het organiseeren van die ontevredenheid en
zoodoende het aankweeken van een geest van
verzet, gelijk dat het laatste anderhalf jaar naar
aanleiding van de regeeringsmaatregelen ge
schiedt, dat heb ik vervolgens misdadig genoemd,
en ik noem dat nog misdadig.
deur onderbrak Herthals verhaal.
„Dat is mijn vader,!' sprak zij. „Je moet zeer
in zijn gunst gestegen zijn, mijn schat, dat hij te
gen zijn gewoonte zoo voorkomend is, je in eigen
persoon een ziekenbezoek te komen brengen."
Het was zeer waarschijnlijk, dat de heer des
huizes het zacht gesproken „binnen" van de ver
schrikte Helene in het geheel niet boorde, toch
trad hij zonder lang aarzelen over den drempel.
Zijn gelaat betrok, toen hij Hertha gewaar werd.
„Ben je al terug," vroeg hij. „Ik dacht Helene
alleen te vinden."
„U heeft toch zeker geen geheimen met haar,"
klonk het overmoedige antwoord. „Mijn tegen
woordigheid zal dus geen beletsel voor een ge
sprek zijn."
Armbreoht antwoordde niet, maar liij trok
eveneens een stoel bij en zijn lippen klemden zich
op elkander, toen hij den dankbaren blik opving,
dien Helene haar nicht had toegeworpen.Een
kort zwijgen volgde en daarop nam Hertha in vol
le onbevangenheid haar gebabbel weer op.
„Heeft u den eigenaar van den Moorhof reeds
bedankt, papa, voor de gastvrijheid, die hij ons
bewezen heeft'f!'
„Ja, ik heb hem geschreven, ofschoon het mij
in het geheel niet aangenaam was, dat je juist
van zijn diensten gebruik moest maken. Elke
boer zou hetzelfde gedaan hebben en die kon men
dan met eenige daalders afgescheept hebben.!'
„Hebt u iets bijzonders tegen mijnheer Frei
sing, papa
„O, ik heb heel wat tegen hem. Vóór alles, dat
Ten derde heb ik er op gewezen, dat wij katho
lieken, in deze tijden van tegenslag toch naai
de volmaaktheid moeten streven, en ik heb
daartoe een citaat voorgelezen uit het Tertiaris
nummer van November j.l., dat uitstekend weer
gaf wat ik bedoelde. Dat is alles geweest, ik had
zelf niet het minste idee, dat deze rede zooveel
stof zou doen opwaaien. Hel verband tusschen
de Alkinaarsche rede en St.. Michaël wordt ook
gevormd door een leugen. En .die leugen is, dat
door mij met name St. Michaël in die bewuste
rede is genoemd. Die leugen is bedacht en per
brief aan professor Veraart overgebracht.
Baron van Wijnbergen heeft dan verder een
uiteenzetting van het conflict in de bijeenkomst
van 25 November, dat, naar men weet, den hee-
ren van St. Michaël er toe geleid heeft, weg le
loopen.
„Het was beter geweest, indien deze grove
bejegening de delegatie en het bondsbestuur
aangedaan, niet wereldkundig had gemaakt
behoeven'te worden, maar de achteraf door de
Michaëlisten aangenomen houding, dwingt mij
thans het te zeggen. Persoonlijk schuw ik in
dezen het licht niet, terwijl ik hoop, dat dit
incident ter bondsvergadering niet Ier sprake
zal worden gebracht, daar dan wellicht nog ande
re dingen zullen moeten worden gezegd, die beter
verzwegen bleven.
Hoe meer licht in deze zaak komt, des te
duidelijker zal blijken, dat noch het bondsbe
stuur, noch de delegatie, noch ik zelf, zich maar
iets te verwijten hebben, doch dal in tegendeel
de onderhandelingen met de grootste welwillend
heid en lankmoedigheid zijn gevoerd. En dit
is te meer te waardeeren, wanneer men zich ér
rekenschap van blijft geven, dat deze treurige
zaak opgezet is en nog geleid wordt door een
lid van hot bondsbestuur. Slechts leugenachtige
berichten en valsche voorstellingen konden hier
dienst doen en hebben er toe geleid, gelijk door
sommigen blijkbaar wordt gewenscht, de bonds
voorzitter persoonlijk te treffen.
Dien, dag lag er geen voor onderhandelingen
vatbaar onderwerp meer op tafel. Onze delegatie
had het laatste in ontvangst te nemen, waartoe
St. Michaël bereid was, n.l. de permanente com
missie van overleg, die echter zooals u weet
op de vorige bijeenkomst was afgewezen. Wat
ons ter hand werd gesteld, was niet meer voor
wijziging vatbaar, daar het hoofdbestuur van
St. Michaël het zoo had vastgesteld.
Aanstonds na deze bijeenkomst heeft het
bestuur van St. Michaël het overleg als beëindigd
verklaard.
Speciaal de heide bestuursleden Veraart en
Wittert van Hoogland hebben volop reden, om
te trachten mijn invloed met alle passende midde
len te verkleinen. De actie toch, die zij voeren,
is ten slotte een actie, die moet tengevolge heb
ben een scheuring in de rechterzijde, waaruit
dan m.i. noodzakelijk een scheuring moet volgen
in de R. K. Staatspartij. In zooverre stel ik mij
beslist tegenover hen. Daarom ben ik het vol
strekt oneens met degenen, die het verbond
St. Michaël als een onbeduidend relletje be
schouwen. Ik vind het een allergevaarlijkste
beweging, die haar grond allerminst vindt in de
ontevredenheid der ambtenaren, al maakt zij
daar handig gebruik van.
Ik geloof niet, dat iemand aan art. 9 van het
reglement een zoodanigen uitleg lean geven, dat
liij St. Michaël kan goedkeuren. Prof. Veraart
heeft zelf gezegd, dat het niet ging om een andere
hij daar als een groote mijnheer op zijn jammer
lijk gedoe zit en mij met zijn armzalige paar ak
kers en weiden in het stichten van een industriee-
le onderneming hindert, die tot mijn lievelings
plannen behoort.
„Koopt u dan deze armzalige akkers en wei
den, als zij in den weg zijn. Hij schijnt niet zoo
rijk te zijn dat er niet met hem te praten zou val
len."
„Juist de belachelijke hedelaarshoogmoed van
dezen man is het, die mij tegen hem inneemt. Hij
heeft mijn aanbiedingen kortweg afgewezen en
onze buurman Kruiskamp, die ook al reeds tn,iri
der aangename ervaringen met hem gehad schijnt
te hebben, heeft mij de weinig troostende verze
kering gegeven, dat er noch met goedheid, noch
met geweld iets tegen den eigenzinnigen baas te
doen is."
„Kruiskamp? Nu, dat verwondert mij niel.
Hem is de heer Freising allerminst welwillend ge
zind, naar wij uit zijn eigen mond vernamen.
Maar is er u werkelijk dan zooveel aan gelegen
den Moorhof in uw bezit te krijgen
„Dat hoor je. Het kleine goed schuift als een
wig in mijn landerijen."
„Dan geef ik u den goeden raad, papa, Helene's
bemiddeling in te roepen. Zij is met mijnheer
Freising sedert haar kindsheid bevriend en ik heb
mijn redenen om aan te nemen, dat een woord
uit haar mond bij hem een bijzonder vriendelijke
ontvangst zal vinden."
Wordl vervolgd
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT