e^-avss ttxcsffstasnrrsfcr
s AAA
OMSTREKEM.
FEUILLETON.
öit is het merk
WYBERT
Het geheim van het moeras.
4831e Jaargang.
Vrijdag 6 Maart 1925.
Gratis-Ongevallenverzekering f 500 hij leven^inn^ qeheelc invaliditr»t~^^^^~ng zoadep- Incass°k°^" worden berekend.
duim; 160 bij verlies van een wijsvinger; f 15 bij verlias van elke» onderen vlnml. r^^pTikeriDg
Dit nummer bestaat uit twee bladen
EERSTE BLAD.
Staten-Generaal
Binnenland.
66)
ls
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
fill V°°r ,herhaaldeliJk adverteeren. Tarieven worden op aanvraaê
Elf Tl 111V1W» K Vu 4- ui!i 4 1.1.. _1I djtffc CyKj-viDys
EERSTE KAMER.
Vergadering van Donderdag, 5 Maarl
Na beëindiging van de re- en duplieken werden
de algemeene beschouwingen over de staatsbe-
grooting gesloten.
Hoofdstuk 2 (hooge colleges van staat en kabi
net van de Koningin) wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Bij de begrooting van het departement van
financiën critiseert de lieer De Jong (R. K.)
de voorgenomen bezuiniging op de raden van
beroep in belastingzaken.
De heer H a a z e v o e t (R. K.) dringt aan op
het streven naar rentabiliteit der staatsbedrijven
en wil de controle door de Staten-Generaal ver
sterken.
De heer a 11 d er Land e (R. K.) wil hier
te lande invoering van een wet als de Duitsche
Korperschaftsgesetz. Hij verzoekt den minister
te transigeeren met wie vóór 1921 om belasting
druk ons land verlieten.
De heer De Veer (A. R.) deelt in hoofdzaak
de meening van den heer De Jong inzake de raden
Van beroep voor belastingaanslagen.
De heer W i b a u L (S. D.) betoogt, dat de
beheerders van groote gemeenten tot wanhoop
zouden worden gebracht, als het ontwerp tot
wijziging van de Gemeentewei tot wet werd
verheven.
De Minister verwijst ter zake van enkele
(juaesties naar de herziening der Gemeentewet.
-Spr. hoopt echter, dat deze herziening nooit
lot stand zal komen. Spr. spreekt de wensche-
lijkheid uit, dat de regeering zich niet zal haas
ten met een terugvragen van crisisbijdragen. Zij
make er echter nooit een tweede hypotheek
van.
De heer de Jong repliceert.
De minister antwoordt met een enkel woord
waarna de begrooting zonder hoofdelijke stem
ming wordt goedgekeurd.
Aan de orde is hoofdstuk X der Staatsbe-
grooting (Arbeid, Handel en Nijverheid).
De lieer Wibaut heeft geen lof voor wat
de regeering toezegt in zake de volkshuisves
ting. Minister Aalberse hoeft hem zelfs diep
teleurgesteld, doordat de verdere uitvoering
der Woningwet tot een minimum wordt ver
schrompeld, zoodat de wet niet, naar de minister
zelf schrijft, voorziet in de woningbehoefte.
De heer Ileerkens Thyssen meent,
dal de minister meer waardeering heeft ver
diend voor wal, hij heeft gedaan, maar hij is
met het den heer Wibaut eens, dat de regee-
ring de deur wat te snel dichtslaat voor over-
heidsbouw. De oorzaak zal wel bij den mi
nister van Financiën zijn te zoeken.'Spr. geeft
niettemin den minister in overweging niet op
zijn standpunt te blijven staan. Want inderdaad,
er is nog steeds gebrek aan werkmans woningen.
ErvraaSt welgebouwd, maar de specifieke ar
beiderswoningen blijven weg. De particuliere
bouwers durven er niet aan zonder hulp en daar
om wordt hij de belangstelling van den minister
voor deze zaak.
De vergadering wordt hierna tot heden 11 uur
verdaagd.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Donderdag, 5 Maarl.
Besloten wordt, Vrijdag de eindstemming te
doen plaats hebben over het ontwerp tot wij
ziging van het Indische Regee rings reglemen t
Na goedkeuring van een aantal kleine ondei-
werpen wordt voortgegaan met de heliandelino-
van het psyehopatenontweip.
Minister IJ e e m sker k zet het karaktervan
het ontwerp uiteen. De moderne strafrecht-
theoiieën zijn bestemd om door klassieke ver
drongen te worden. Wanneer alle psychopaten
als niet toerekeningsvatbaar worden beschouwd
zou de grondslag van het strafrecht worden aan
getast. Dwangverpleging is geen straf.Spreker
heeft een nota van wijziging ingediend naar aam
eiding van de bezwaren tegen den langen termijn
van de terbeschikkingstelling.
Een oplossing is gevonden in dezen zin, dat
ten minste om de twee jaar een nadere rechtei
ijke beslissing volgt, Spoedige invoering van de
wet kan niet gemakkelijk worden in uitzicht ge
steld. Spreker voelt nu t veel voor een staatscom
missie voor onderzoek van de behandeling van
zwakzinnigen. Een ministerieele commissie is
zijns inziens beter.
Het amendement-Kleerekoper, om mogelijk
te maken de Ier beschikking-stelling zonder
strafoplegging, wordt verworpen met 45 tegen
25 stemmen, rechts tegen links.
Zonder hoofdelijke stemming is daarna liet
Psychopathen-ontwerp goedgekeurd.
Aan de orde is het wetsontwerp tot wettelijke
regeling opnieuw van de coöperatieve vereeni
gingen.
De heer Van Rappard (V. B.) is niet
voor volledige aansprakelijkheid der leden van
coöperatieve vereenigingen.
Het tweede bezwaar van spr. geldt de regc
lang van het ledenregister.
De heer van Voorst tot Voorst
(R.K.) wil voor de kleine vereenigingen het
leden-register behouden, maar overigens aehl
hij de schriftelijke opgaven van het lidmaat
schap minder gewenscht vooral voor de boeren
Spr.vreest dar niemand secretaris eener coopera
lieve vereeniging ten plattelande zal will, n zijn
als er zooveel administratie aan vast zit.
De vergadering wordt verdaagd tof heden één
ncn dienen bij de regegeling van verschillende
ondei wijs- en onderwijzers-aangelegenheden.
Hooge Raad van Arbeid.
In het jaarverslag over 1924 van den Hoogen
Raad Van Arbeid lezen wij dat, het definitieve
advies over de reorganisatie van den raad ver
moedelijk binnenkort zal worden uitgebracht,
/ooals men weet is in afwachting' van dit advies
de raad van het tijdvak van 26 November j.l.
tot 31 December van dit jaar in zijn oude samen
stelling bestendigd.
Gemeentelijke meelaankoop.
Naar wij vernemen hebben Gedeputeerd,
Staten \an Noord-IIolland hun goedkeuring ont
houden aan het raadsbesluit van Amsterdam
tot gemeentelijken meelaankoop.
uur.
Hoe veelbelovend en aanlokkelijk deze woor
den klonken, toch was er in de vrijmoedigheid
waarmee zij en nog wel in het bijzijn van
mevrouw Armbrecht gesproken waren, iets dat,
den graaf niet zeer beviel. Hij bepaalde zich
daarom tot een zwijgende buiging en borg de
verdroogde bloem weer op haar plaats.
Zonder op de smeekende blikken van hare
moeder acht te slaan ging Hertha voort
„U weet van de ongelukkige gebeurtenis, die
ln den nacht, na ons feest heeft plaats gegrepen,
en u weet zeker ook, dat men den heer Gerhard
Freising, den eigenaar van den Moorhof, als
den vermoedelijken moordenaar van Kruiskamp
heeft gevangen genomen. Ook uw getuigenis
ls in deze zaak gevraagd en het zou mij veel
belang inboezemen, of u Freizing ook voor den
schuldige houdt."
Ramin was een goed comediant. Men zou
n|et natuurlijker een volkomen onbevangen
heid kunnen huichelen dan hij het deed. Alleen
de hand, waarin hij de portefeuille nog had,
beefde een weinig.
„Ik zou de bijzonderheden nauwkeuriger
moeten kennen om daarover een oordée! te
hunnen vormen," sprak hij ontwijkend. „De
Nederland en de Volkenbondsraad.
Het gerucht, als zou minister Van Karnebeek
BranImg m de Volkenbondsraad opvolgen, moet
als vooi bang worden beschouwd. De Verkiezing
te Geneve van de met-permanente raadsleden
wordt m den regel eerst tijdens de assemblée,
en geheel achter de coulissen voorbereid.
Voorts is het wel degelijk een feit. dat in
Volkenbondskringen de eventueele vacature in
den raad de laatste dagen besproken is en dat
Holland en de naam van Van Karnebeek' daarbij
zijn genoemd. Ook is bekend, dat Branting zelf
voorstander was van een zekere afwisseling
der niet-permanente raadsleden, zoodat het
met uitgesloten is, dat Zweden „nu het in Septem
ber aanstaande drie jaar zitting zal hebben,
zich niet meer beschikbaar zal stellen.
Rijkscommissie werkverruiming.
De Commissie vergaderde een dezer dagen
onder voorzitterschap van prof.' w. H. Nolens.
Besloten werd met het oog op de samen-
ste.ling. van de ontwer.p-begrooting 1926 aan
den Minister van Waterstaat een adres uit te
brengen, omtrent de waterstaatswerken, welke
als objecten voor werkverruiming voor de naaste
toekomst wenschelijk worden geacht.
Mededeeling werd gedaan van een belangrijk
aantal gevallen waarin de bemiddeling der
commissie werd gevraagd om te bevorderen,
dat aan Ned. fabrieken de voorkeur zal worden
gegeven boven buitenlandsche fabrieken.
Meerdere malen had de bemiddeling het. ge-
wenschte resultaat.
Kon in dit verband worden vastgesteld, dat
hef bereikte resultaat veelal te danken was een
het door de gemeentebesturen met de commissie
.gepleegd overleg, uit de mededeelingen bleek
echter ook, dat enkele orders zonder noodzaak
naar het buitenland waren gegaan, omdat de
opdrachtgevers verzuimden met de commissie
overleg Ie plegen.
De opdracht van de brug over de Konings
haven te Rotterdam aan een buitenlandsche
firma alsmede hel antwoord van den Minister
'van Waterstaat op de naar aanleiding daarvan
door een lid der Tweede Kamer gestelde vra
gen maakte een punt, van bespreking uit. Be
sloten werd met het oog op de toekomstige be
stellingen, aan den Minister van Waterstaat
een schrijven te richten waarin de beschouwin
gen, waartoe de opdracht en het antwoord van
den Minister aan de commissie aanleiding heb
ben gegeven, worden weergegeven.
Enkele bij de commissie ingekomen belang
rijke aanvragen om bemiddeling konden nog niet
worden afgedaan, omdat de commissie nog niet
over de. noodige gegevens beschikte.
Onderwijzers-aangelegenheden.
Naar de „Res. Bode" verneemt, wordt ernstig
m overweging genomen om aan het Departement
van Onderwijs te verbinden een bijzondere com
missie van overleg, gevormd uit de vertegen-
wooidigers van onderwijsvereenigingen, welke
commissie bij den Minister van advies zou kun-
Spoorwegpersonccl.
Omtrent-de houding van den vertegenwoor-
ii'iiiiiiimiiiiiMiiimiiiiiiiiitimiiiiiiimimiiiiiiiimiiiiimmlIimiiiiiiiiiliiiimliliiiiiiii
van de sinds 78 jaren als
uet beste middel tegen
hoest en verkoudheid
beproefde
TABLETTEN
In origineele doozen a 65 en 45 Cts.
788 1 2
diger der Nederlandsche Vereeniging van spoor-
wegpersoneel, den heer Moltmaker, op de con
ferentie tusschen de directie der Nederlandsche
Spoorwegen en de vertegenwoordigers der vijf
personeelorganisaties, meldt men nader
Nadat de: directie had medegedeeld, dat er
over de pensioenregeling drie verschillende
brieven waren ingekomen, zeide de heer Molt
maker, dat hij ter conferentie gekomen was om
uitstel van de bespreking te vragen, daar hij
een onderhoud met minister Colijn heeft gehad,
die zeide, niet voldoende met rife technische
zijde van de pensioenregeling op de hoogte te
zijn en na een toelichting van spreker verklaarde,
de zaak nog wel eens te willen bekijken.
De directie zeide daarop, dat de heer Molt
maker vroeger al eens eenzelfde mededeeling
had gedaan. Minister Colijn mag met de kleine
onderdeden misschien niet bekend zijn, in groote
lijnen weet hij het wel, wat in een mondeling
onderhoud tusschen minister Colijn en de directie
wel was gebleken, en wat ook bleek uit het
antwoord der regeering op het verzoek der
directie, de ongewijzigde regeling in te voeren.
Indien wij niet. zorgen, aldus de directie, dat
de regeering de opmerkingen over de wijzigingen
krijgt, dan komt er in deze wetgevende periode
zeker niets van de pensioenregeling en blijft ze
liggen tot na de verkiezingen, wat beteekent,
dat het wel 1926 of 1927 worden zal.
De heer Moltmaker was van meening, dat er
toch wel niets van zal komen in deze Wetgevende
periode, en het rijkspersoneel schade van deze
onderhandelingen zal hebben.
1 )e directie verklaarde, deze redeneering niet
e begrijpen, omdat alle organisaties al hij voor
baat aansluiting bij de wijzigingen voor het
rijkspersoneel, zooals die straks zullen komen,
hebben aanvaard. Bovendien kunnen de orga
nisaties nu volkomen alle voorbehoud maken.
De brief van den minister van October 1924
moet nu eens eindelijk beantwoord worden, en
geen enkel personeelbelang is met langer 'uit
stel gediend. Met dat praten met minister Colijn
wordt hoegenaamd niets bereikt. De directie
heeft ook opmerkingen over de wijzigingen, en
els de organisaties niets willen meedeelen, gaan
de opmerkingen van de directie natuurlijk alleen
naar den minister.
De heer Moltmaker deelde mee, dat zijn or
ganisatie thans geen opmerkingen over de wijzi
gingen wil maken, en verliet daarna dn confe
rentie.
Vervolgens werd het reeds meegedeelde voor
stel van den Bond van ambtenaren en den Neu-
ral en Bond inzake de overgangsbepalingen voor
de ontslagenen na 1 April 1919 behandeld, waar
mee de directie zich aecoord verklaarde.
autoriteiten hier in het land zullen zich toch
wel zeiden vergissen."
,,I)e autoriteiten kunnen zich even goed ver
gissen als allo andere mensehen," antwoord
de Hertha, die door zijn diplomatiek antwoord
weinig bevredigd scheen, tamelijk ongeduldig.
„En hoe duidelijker ik mij de indruk te binnen
breng, dien ik van de persoonlijkheid van mijn
heer Freising ontving, des t.e meer voel ik mij
geneigd aan zulk een vergissing der overheid tc
gelooven. Het komt echter in den grond dei-
zaak op mijne mecning evenmin aan als op de
uwe, mijnheer de graaf. Herinnert u zich mijn
nicht Helene Dorenbcrg nog
„Ik had de eer op het onvergetelijk schoont-
feest van mijnheer uw vader aanhaar te worden
voorgesteld cn, als ik mij niét vergis, werd bij
die gelegenheid hare verloving met den"een
lichte hoestbui dwong hemeen oogt nblik te
wachten rimet den ongelukkigen Kruiskamp
publiek gemaakt. Ik verzoek u de jonge dame
mijn rouwbeklag te willen overbrengen."
„Dat is helaas, onmogelijk, want die jongt
«,ame verblijft niet meer in ons huis."
„Dan heelt, zij zich vermoedelijk naar andere
bloedverwanten begeven," sprak Ramin, die
nog niet begreep waar zij heen wilde on die juist
daaiom van harte gaarne wcnschto, dal een of
andere stoornis een einde aan dit onaangename
gesprek zou maken.
„Neen. Zij heeft noch vrienden noch ver
wanten, bij wie zij een toevlucht kan gezocht
hebben. Een geschil met mijn vader was oorzaak
Diplomatieke vertegenwoordiging,
in Perzie.
Aan mr. A. v. d. Sande Bakhuyzen, laalstelijk
werkzaam aan het ministerie van buitenlandsche
zaken als consul-generaal in algemeenen dienst,
is een dienstreis öpgedragen naar Perz'ë ter
voorbereiding van een eventueel te hernieuwen
Nederlandsche diplomatieke vertegenwoordiging
in Perzië, welke sedert 1910 niet meer bestaat,
doch voor onze belangen noodzakelijk wordt
geacht. Hij reist met den titel van gezant en
zal een beleefdheidsbezoek aan de Perzische
'egeering brengen.
Leugenachtige voorstelling.
„Het Volk" wil den minister-president „Jonk
heer Janhagel" doopen.
dal zij ons vcriici. Mijn moeder cn ijj weten niet.
waarheen zij gegaan is en zijn daarover in groote
7'"v% 011 onrust. Wil u nu op u nemen, mijnheer
graaf, haar verblijf te ontdekken, haar met
ïaad en daad bij te staan en bij mijn vader met
al uw invloed haar voorspraak te zijn
Ramin draaide aan zijn sierlijken knevel,
iiE dit nu de opdracht, die u mij Iocgedacht,
nebt, juffrouw Hertha
„Ja. En ik zal de oprechtheid uwer vriendschap
meten naar den ijver, waarmee u die vervult."
„Maar Hertha, mijn kind, je weef niet wat
.1' van den graaf verlangt" kwam mevrouw
jj'nibreoht hier tusschenbeide, nadat, zij in
klimmende onrust had toegeluisterd.
"O, ik bid u, mevrouw, het vertrouw» n dat
'"''rouw Hertha mij waardig acht, maakt mij
onuitsprekelijk gelukkig. Ik weet echter wer
kelijk niet hoe het mij gelukken zal liet spoor
der verdwenen jonge dame te vinden. Misschien
is zij reeds ver weg, of op oen plaats, die vol
komen ontoegankelijk voor mij is."
Hertha maakte een beweging van ongeduld.
-Ach, als ik een man was; zou ik haar spoedig
gevonden hebben Het zal niet eens noodig zijn
groote onldekkingsreizen te maken. Volgens
haar gedrag op dien Iaatsten dag twijfel ik er
niet aan, of Helena is dicht in de nabijheid.
stelt t.e innig belang in Gerhard Freizing's lot,
dan dat,zij niel beproeven ze u voor zijn bevrij
ding te doen wat zij kan. Ik heb met verwonde
ring gezien tot welke vastberadenheid cn wils
kracht. zij in staat is."
Ramin's geelachtig gelaat was oen ccgenblik
hooger gekleurd.
„Het is-toch niet aan te nemen, juffrouw
Hertha, dat. uw nicht betrekkingen zal onder
houden mei. iemand, die verdacht wordt haar
verloofde vermoord tc hebben
„Maar ik zeg u juist dat. zij van zijn onschuld
overtuigd is en dal ik ook niel aan zijn schuld
geloof. Freising is ccn vriend uil Hele ne's jeugd
en misschien is hij zejfs mee r dan dat. Waarom
zou het de vindingrijke scherpzinnigheid der
liefde niet gelukken bewijzen voor die onschuld
te vinden of den dader te ontdekken?"
„Mij dunkt (.och dat diteondcr geen omstandig
heden de taak kan zijn eenrr jongedame, die-
geheel zonder bescherming is, cn hoe gaarne ik
bloed en leven zou wagen om u een ditnst te
doen, weinig kan ik er toe komen onder zulke
omstandigheden de raadgever en beschermer
uwer nicht le worden. Do achting, die ik uw lioog-
vereerden vader toedraag, maken mij dat, helaas
onmogelijk."
Hertha was afwisselend bleek en rood ge
worden. Mocht de hoop, die zij op do bereid
vaardigheid van den graaf gesteld had, niet
vrij geweest, zijn van allen twijfel, zij had toch
niet op zulk een beslisten, op bijna heiligen
oon geuite weigering gerekend. Zij stond juist
op het punt., terwijl zij haar hoofd tictsch achter
over wierjj, hem een zeer ontevredi n antwoord
te geven, toen hel binnentreden van een bedien
de haar het zwijgen oplegde.