Alle Katholieke Kiesgerech
tigden stemmen op 1'JllLla.s.
no. 1 van Lijst 23.
gOOLEH. I). 1 P. M.
Staatspensioen en
Ontwapening.
DAGBLMDVOOR SGHÊEOMM Et3
Verborgen Heldenmoed.
Jdm'lsffiitë^anêrwUtowl IsZ"t" inïa!idi,ÏBM'm m"fs vaa een K5dT?0iTiriiflTil«» bij dood1100 btf viflteTïiSTM
*"m'180 bB VCTUe8 g '°ger'15 blJ verlles ""to»" i> verzekering wordt ;,;ew..rborgd door de N.MoJl.Algam.Vera. bank Schisd.,
FEUILLETON.
In onzen kieskring begint
LIJST 23 met den naam
48g|» Jaargang.
Woensdag 24 Jutii 1925.
1U. 14283
post/3.- per kwartaal. Afzonderlijke nummers 4 cent ZaterdaKav^dnummer ®5I® stSl?» mM ."«"ït ï^e"onden m.dedaeling.n 76 cl. p« regel,
met Officieel Kerkbeiicht 10 ets. Aatenlagavondimmmcr Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteert. Taneven worden op «anvmg
toegezonden. Incassokosten worden berekend,
Met het oog op de vrijgevige verkiezings
leuzen der Nederlandsche sociaaldemocra
ten, is het d'e moeite waard, de aandacht te
vestigen op hetgeen thans in België voorvalt.
Bij onze Zuiderburen hebben de sociaal
democraten namelijk met een overwegfWe
meerderheid van vijf-zesde besloten aan de
regeering des lands te gaan d'eelnéincn.
En het ligt voor de hand, dat men er daar
in België ook socialistische verkiezingsleuzen
op na houdt, en de heeren nu komen te staan
voor de realiseering daarvan.
Op twee daarvan moet de aandacht worden
gevestigd, n.l. op het staatspensioen en op he-
geen de Belgische sociaal-democraten inzake
ontwapening voorstaan.
Het reeds publiek geworden regeerings-
program gewaagt van het voornemen om een
staatspensioen in te voeren van 720 francs per
jaar.
Dat klinkt iiogal gewichtig, doch in Neder
landsche waarde omgeregekend beteekent het
een pensioen van 86.69 gulden per jaar^of 1.67
per week.
Op den keeper beschouwd is het dus heel en
heel erg sobertjes.
Kan dat eigenlijk nog wel pensioen genoemd
Worden Een burgerlijk armbestuur, dat hier
niet fc'oo'n looi dorst komen, zou. voor alles en
nog' wat worden uitgemaakt
Neen, dan hebben de ouden van dagen hier
iii Nederland heel wat meer aan de daden
van het Christelijk Bewind.
Wijlen minister Talma bracht in 1912 de
prennevrije ouderdomsrente van 2 gulden en
van 3 gulden voor den gehuwden man en vrouw
welke bédragen in 1919 door minister Aalberse
tot 3 en 5 gulden per week werden verhoogd.
Wij zijn hier al jaren lang veel verder dan
de Belgische socialisten nu pas willen gaan.
Dan de ontwapeningskwestib, waarover de
Sociaal-democraten hier in Nederland den mond
zoo vol hebben.
In België hebben de socialisten op dit punt
ook hun verlangens, maar die bepalen zich tot
verkorting van den diensttijd van 13 op 6 maan
den. Een nict-onbelangrijke verkorting wel-is-
vvaar, doch wij hebben hier in Nederland se
dert 1921 reeds een diensttijd van 578 maand.
Maar nog frappanter is, dat de Belgische
socialisten de enorm groote militieliclding willen
handhaven, die volgens de wet minstens 55.000
man bedraagt, maar in den regel veel honger is,
'lil jaamzelfs 82.300 man.
Stel daartegenover onze jaarlijkse,he lichting
van 19.500 man, die, aangevuld' met het verlies
T~ wegens afkeuring, sterfgevallen enz. der
vorige lichting, omstreeks 23.000 man bedraagt
En die groote logerformatie blijven de Belgi
sche socialisten handhaven terwijl hun partijgc-
nooten hier op Imogen toon ontwapening eischen.
Over zulke enorme inconsequent ies stappen
de sociaal-democraten eenvoudig heen.
Maar een andere vraag is, of de Nederlandsche
kiezers daarvan gediend zullen zijn
Vast staat wel, dat onze katholieke kiezers,
en speciaal onze Roomsche arbeiders, deze on
waarachtigheid met een minachtend schouder
ophalen zullen voorbij gaan.
Vergeleken met de voor België enorm groote
legermacht, diensttijd enz., zijn we luer m
Nederland al een stevig,eind naar deontwapening
op weg.
Als de Nederlandsche sociaal-democraten hun
Belgische partijgeiiooten er toe kunnen brengen,
ons te volgen, zullen wij wel zorgen, dat we ten
goed eind vóór blijven.
Wij katholieken zuilen inzake vermindering
van bewapening een goed voorbeeld b I ij v e n
geven daar kan men op aan
C. J. KUIPER.
HuiieuiciiuasttJi Meuwtt,
DE VEILIGHEID.
De besprekingen te Bernjn over de kwestie
van het veiligkeidspact zuilen dezó week nog
aanvangen, legen Zaterdagavond zijn de pre
miers der Duitsche landen uitgenooaigd, naar
Berlijn te komen. Voordien zal de Kyksdag-
comrmssie voor de BuiLenlandsche Aangelegen
heden bijeenkomen, ten einde zich diepgaand
met de kwestie bezig te houden.
17)
Spoedig had hij Morrishouse bereikt en werd
hartelijk door den lord en zijn vrouw ontvangen.
nik zal u alleen laten", zeide de lord na een
tijdje,^ „ik weet dat gij elkaar veel te vertellen
hebt. En lachend verliet bij de kamer.
Geen spoor van vroegere schoonheid was op
het door kommer en ontbering verouderde gelaat
van de barones nog te vinden. Slechts over
geving aan de beproevingen en onderwerping
aan Gods Wil straalden uit haar vriendelijke
oogen.
Van Walters collegevrienden vertoefde thans
niemand thuis. Basil studeerde in Home omhet
heilig priesterschap te ontvangen en William
verbleef op het gewone familiegoed.
„Wij zijn genoodzaakt van verblijfplaats te
verwisselen", zuchtte de barones. „Waarlijk,
onze bezittingen zijn ons eigendom niet meer en
bovendien zijn wij door geldboeten verarmd. Wij
zagen ons genoodzaakt vele bedienden te ont
slaan en William heeft al zijn tijd noodig om
de gpederen te beheeren."
„Wat voor geldboeten zijn dat dan", vroeg
Walter, „het schijnt dat ik onbekend ben met
alles wat er op 't oogenblik gebeurt."
BELGIE.
De regeeringsv er klaring.
De aangekondigde regeeringvcrklaring, die
Poullet gisteren in de Belgische Kamer heeft
voorgelezen, omvat o.m. 't volgende
De regeering is er vast van overtuigd, dat
de ontwikkeling van onze sociale wetgeving een
lactor is van vrede en van nationalen voorspoed,
evenals zij doordrongen is van de meening dat
het dringend noodzakelijk is, het evenwipht der
begrooting te garandeeren en een financieele
politiek te volgen, die zoowel in het buiten- als
in het binnenland het volste vertrouwen schenkt.
Over de buitenlandsche politiek zegt de
verklaring o.a. de richting van onze buiten
landsche politiek heeft altijd haar sterksten
steun gevonden in het gemeenschappelijk gevoel
van het Belgische volk.
België, dat uit traditie vredelievend is, heeft
na den oorlog nooit ander doel gehad, dan het
bekomen van het wettig herstel, waarop het
recht heeft en het verkrijgen van de waarborgen,
die van belang zijn en voor zijn eigen veiligheid
en Voor den algemeenen vrede.
In dezen geest wil de regeering, overtuigd
zijnde, dat de veiligheid van België een der waar-
boigen is voor den vrede en voor de algemeene
veiligheid voortgaan met liet nastreven der ver
wezenlijking van de internationale overeenkom
sten, die het verdrag van den Volkenbond be
vestigen en uitbreiden.
Naar het voorbeeld van andere nijverheids-
landen heeft de regeering zich voorgenomen,
de conventie van Washington over den aclit-
urendag goed te keuren. Zij zal u eveneens vra
gen, Uw goedkeuring te geven aan de interna
tionale arbeidsovereenkomsten betreffende de
Zondagsrust.
Zij zal bovendien twee belangrijke verdragen
aan het parlement onderwerpen, het eene tus-
schen Nederland en België over de herziening
van zekere bepalingen van bet verdrag van 18
April 1839 het andere tusschen Zwitserland en
België betreffende de rechterlijke verordeningen.
Op financieel gebied is de voltooiing van het
herstel van onze door den oorlog zoo zeer ge
schokte financiën een allereerste en onvermijde
lijke Voorwaarde, zonder dewelke de democrati
sche rechten van onze maatschappelijke wet
geving tot zekere mislukking zouden zijn ge
doemd
PouJlet herinnerde er voorts aan, dat de Ver.
Staten gevraagd hebben de schulden uit en
van na den oorlog te consoJideeren. Hij zeide,
dat het aangenomen is, dat bij de onderhande
lingen rekening gehouden zal worden met den
fiscalen en economischen toestand van België
dat binnenkort een ofl'icieele missie zal zenden
naar de Verecnigde Staten.
De verklaring verwerpt volstrekt de moge
lijkheid van inflatie of depreciatie van het geld.
Wat de taalkwestie aangaat zal de regeering
de rol waarnemen van verzoener en scheids
rechter
Wat de militaire kwestie betreft, zal de re
geering onmiddellijk in overweging nemen de
verplichtingen, waarin het land kan toestemmen,
zonder zijn veiligheid in gevaar te brengen. De
verwezénlyking van een oplossing van bet pro
bleem, uitgaande van een uitbreiding van het
vnjwilligcrsstelsei, zal een aanzienlijke vermin
dering der personecle prestaties meebrengen,
Voorioopig zal de regeering voorsteilen uit de
wet de tijdelijke bepaling te schrappen betref-
gende de 13e en 14e maand van den diensttijd.
De regeering wil den godsdienst- en den school-
vrede handhaven.
De regeringsverklaring werd toegejuicht door
het grootste gedeelte van de rechterzijde en
door bijna geheel de uiterste linkerzijde.
„lederen Zondag, dat wij niet naar de Angli
caansce kerk gaan, worden wij bestraft met een
boete van twaalf pond per hoofd, door een ande
re wet weer tot twintig pond in de maand, en
wanneer het bewezen kan worden dat wij ons
een jaar van alles teruggetrokken hebben, een
boete van honderd pond. Je kunt het nauwelijks
gelooven. Walter, maar in dien tijd toen ik dood
ziek tc bed lag en niet in staat was mijn kamer
te verlaten, moesten wij de boete toch betalen.
Toen mijn echtgenoot daarop wees, verklaarde
de.rechtbank dat ik den eed had geweigerd, en
dat de wet zulke zieken ook tot rebellen en
verraders van hare majesteit de koningin re
kende."
De barones sprak deze laatste woorden op zulk
een kluehtigen toon, dat Walter zijn lachen niet
bedwingen kon, ofschoon dat anders niet in zijn
aard lag.
Zij bleven doorpraten over het afsterven van
barones de Lisle, over de opwindende gebeurte
nissen van d.en tijd, over Isabel, over Beauvdle.
De liefderijke ontvangst van de vriendin zijner
moeder hadden hem diep geroerd en hij wilde
z n hart geheel voor haar uitstorten, maar
verwarring maakte zich van hem meester. De
barones, die zijn verlegenheid bemerkte begon
ovei ferms te praten en bezorgde hem zoo goed
zij kon door haar g sprek wat afleiding. Op dat
oogenblik werd de deur geopend en haa gemaal
trad binnen met een edelman in rijcostuum
gestoken en geheel bespat met modder en slijk.
FRANKRIJK.
Painlevé over Marokk o.
Painlevé heeft gister in de Kamer verklaard,
dat de regeering, toen zij aan het bewind kwam
de Fransche grens aan de Werga op verschil
lende plaatsen door de Riffijnen doorbroken
vond. Thans bezetten wij de Werga, die wij
zullen overschrijden. Wij zullen de Fransche
linie verdedigen. Ontruiming zou de ontruiming
van geheel Noord-Afrika beteekend hebben en
de uitvoering van alle Franschen in Marokko.
Wij hebben geen officieele betrekkingen met
Abd el Krim "onderhouden, maar onze afgezanten
deelden hem mee, dat wij slechts wenschten in
goede verstandhouding met de Rifs te leven,
hen loyaal te helpen en hun handelsbetrekkingen
te bevorderen, Wij hebben nooit iets voorgesteld
dat op de rechten van Spanje inbreuk zou kun
nen maken,
Na een document van dezen inhoud, dat aan
Abd el Krim werd gezonden, te hebben voor
gelezen, betoogde Painlevé; De regeering wenscht
dat onze vredesvoorwaarden binnenkort in
overeenstemming met Spanje gepubliceerd zul
len kunnen worden. Abd el Krim heeft nog niet
afgezien van zijn voornemen om den heiligen
Bij zijn binnenkomen nam hij zijn hoed af en
«Walter kon nu zijn gezicht zien. Een gebogen
neus sierde het langwerpig-ronde gezicht, het
hoogc voorhoofd verried den grooten geest, het
bruine hoofdhaar liet de slapen vrij, een korte
haard bedekte zijn spitse kin. Zijn gezin drukte
groote zachtheid en goedheid uit. Zijn oogen
glinsterden vol vuur en een vastberaden trek lag
om z'n lippen. De barones stiet een kreet van
vreugde uit en wierp zich op de knieën om
zijn zegen te ontvangen. Walter, die zich eenige
passen teruggetrokken had, kon zijn oogen niet
van den vreemdeling afwenden.
Toen deze met den lord en zijn gemalin sprak,
viel zijn oog op den jongen man en liij be
schouwde hem met vorschenden blik.
Aanstonds draaide de barones zich om en riep:
„Walter, kom naderbij, wanneer je een genoegen
wilt smaken dat wij niet durfden verwachten,
Eerwaarde pater", sprak ze tot den vreemde,
„dat is baron de Lisle. Walter, je ziet pater
Edmund Campian voor je."
Walter gevoelde zich overweldigd door het be
wustzijn voor dien beroemden man tc staan,
wiens naam wijd en zijd bekend was en che door
de studenten te Reims als een held vereerd werd
Ja, hij zag werkelijk voor zich „de bloem van
Oxford" en de „edelsteen der Christenheid.
Hij zag den man die nadat hij z'n schitterende
studiën voltooid had en in de Engelsche kerk
zijn diakonaatswijding had ontvangen, van alle
aardsche eer en roem afzag om in de Kerk van
oorlog af te kondigen. Toegeven zou niet tot. den
vrede leiden, maar^het tooneel^der_operaties
zonderling vergrootên.
Painlevé herinnerde dan aan de .woorden van
Sinövjef, ,dat de heilige ooriog in Marokko
de actie der Sovjets zal bevorderen, aan het
optreden van Doriot, de '.boodschap der commu
nisten aan Abd el Krim, de propaganda der com
munisten in Frankrijk.Painlevé deelde bijzonder
heden mee over de misdadige propaganua der
communisten bij de marine in de havens opdat
zij de transporten van troepen, munitie en
materiaal zou vertragen, over de uitdechng
van propagandageschriften in het Arabisch,
dit alles maatregelen geschikt om Abd el Krim's
oorlogszuchtigheid te versterken.
De Fransche regeering heeft haar plicht ge
daan en zai haar plicht doen. Frankrijk, als be
schaafde natie, eerbiedigt de onafhankelijkheid
der rechterlijke macht.
Zich richtend tot de socialisten verklaarde
Painlevé, dat vertegenwoordigers der arbeiders
klasse niet het recht hebben om onder deze
omstandigheden de regeering in den steek te
laten, „in een nationale kwestie tracht ik een
nationale stemming te verkrijgen. Het gaat oru
.een groote zaak, die de moeite waard is, dat men
er voor vecht en voor haar sterft. Frankrijk
moet eensgezind blijven in dit beschavings
werk. Ik doe een laatste beroep op allen zonder
onderscheid."
Zich opnieuw tot de socialisten richtend be
sloot Painlevé als volgt„In een nationale
zaak, waar de Westersclie beschaving en bij
zonder de Fransche beschaving op het spel staat,
hebt gy niet het recht u van de natie af te schei
den."
De rechterzijde, het centrum, de linkerzijde
en een gedeelte der uiterste linkerzijde juichte
Painlevé toe.
Het grootste deel der socialisten bleef evenwel
onbewogen.
Bij de hervatting van de zitting, na een
korte pauze, deelde Herriot, mede, dat hij twee
verzoeken tot interpellaties had ontvangen en
wel van Doriot on van Bcrthon, beiden commu
nisten.
Picot. riep daarop „Dat is dus van twee
verraders
Doriot begon Painlevé te bestrijden met aan-
lalingen van Jaurés en Guesdc, waarin deze
zich tegen den kolonialen oorlog uitspreken.
Op dit oogenblik heerschte in de Kamer een
groote kalmte, maar plotseling zag men Picot
die reeds eenigen tijd teekenen van groote op
winding had gegeven, op de spreektribune toe
snellen en Doriot bij den kraag pakken,
Deze beweging was zoo snel gegaan, dat ieder
verrast -was. Er ontstond bij de tribune een
waar gevecht, en slechts met, moeite kon men
Doriot en Picot van elkaar scheiden. Het ge
veeld, zette zich in do Kamer voort, tusschen
de communisten, die hun spreker te hulp lava-
en gekomen, en leden van de rechterzijde.
"Voorzitter Herriot had ondcrtuggchen zijn
hoeil opgezet en den voorzitterszetel verlaten.
Painlevé, Briand en de andere ministers zaten
bedaard in hun bank toe te zien naar de Kamer,
waar de strijd met hevigheid werd gevoerd.
Deze uitbarsting had zoo plotseling plaats ge
had, dat het eenigen tijd duurde voor men zich
goed rekenschap had gegeven van wat er ge
schiedde, en de publieke tribune werd ontruimd.
Na een half uur werd de zitting hervat.
Herriot verklaarde, dal Picot zijn excuses had
Christus zijn intrede te kunnen doen den man
met zijn uitstekende bekwaamheden, die als
novice in het Jezuïetencollege zich zelf leerde
verloochenen. Tot priester gewijd had hij in
Bohemen gewerkt en was toen teruggekeerd om.
in zijn land den palm van het martelaarschap
Ie gaan verwerven; Bij vriend en vijand was
pater Gamp'an bekend en de koningin stelde
alles in 't werk om den „gevaarlijken" man in
handen te krijgen.
Pater Campian was verrast Walter te zien en
crwij 1 hij zijn hand deelnemend op zijn schou
der legde, sprak hij „Hoe verheug het mij, u
hier te kunnen begroeten Toen ik mij op mijn
terugkeer naar Engeland eenigen nijd le Reims
ophield, sprak pater Mordaunt mij over u en
beval u in mijn zorg aan ingeval ik u mocht om-
moe.en. Noor.," zoo wendde pater Campian
zich tot lord Travers, „zou ik hierheen gekomen
zijn als ik niet in Reims was geweest."
„Waarom niet. eerwaarde", lachte de lorei,,, ik
(lachniet aat u zich nog moest laten overhalen."
„En toch", antwoorcide de pater, „heb ik Bo
hemen ongaarne verlaten, maar de goede pater
Mordaunt wist overal een overtuigend antwoord
op te vinden. Het meest wees hij erop dat in
Engeland do vruchten van mijn werk grooter
zouden zijn en dut hier het martelaarschap
eerder verworven wordt dan in die landstreken."
(Wordt vervolgd)
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT