Stads- en Geweslelqk Nieuws.
6,343,606.07
rechtstreeks uit goden- en geesten-geloof voort
vloeiende, de formeele afgodendiensten. De ge
bruiken, die bleven bestaan, werden overge
bracht op R. K. bodem.
De vraag is, of de R. K. kerk beschavend go-
werkt heeft door afschaffing van het Germaansch
volksgeloof. Dit geloof berustteop de beschouwing
van de oorzaak van het kwaad, welke hierop
neerkomt bij alle primitieve volken, dat er een
goede en een kwade geest tegenover elkaar staan.
Alleen de R. K. kerk leert, dat de kwade geest
geheel onderworpen is aan de goede, dat is het
principieele verschil, waardoor de kerk zich ver
verhief boven het Germaansche bijgeloof. Daar
bij kon zij veel laten bestaan, omdat het in oen
grond katholiek werd, terwijl hei^ Germaansche
volkskarakter behouden bleef. Het levenspess -
misme, de vrees voor kwade geesten, werd
vervangen door de roomsche blijdschap. Dat
was e.en groot beschavingswerk. Ook in haar
zorr voor het lijdende volk, de charitas, ver
richtte de kerk een beschavingswerk, waarmee
zij gemakkelijk ingang vond bij het volk.
Vooral de broederschap van den H- Geest
heeft in de middeleeuwen veel giylaan en hoe
zeer dit hoodig was blijkt uit de groote cijfers
der bedeelden in Verschillende plaatsen.
De Hervorming heeft de goederen in de doode
hand op groote schaal vervreemd, tot groote
schade van de roomsche charitas. Maar zij had
de voldoening, dat zij aan haar opvolgsters, de
protestantschc diaconieën betere hulpmiddelen
voor het beschavingswerk naliet., dan waarover
zij beschikte toen zij in deze barbaarsche landen
voor het eerst optrad.
In de vierde sectie hield dr. J. F. M. Sterck
uit Heemstede een rede over „het R. Katholi
cisme als factor van beteekenis in de Nederland-
sehe beschaving, ook in den tijd der onder
drukking."
Hij betoogde, dat in den tijd der Hervorming
het verschil in godsdienst tusschen verschillende
leden van dezelfde familie niet altijd scheiding
veoo rzaakt en dat het gezinsleven onder de tijde
lijk verborgen kracht van het R. Katholicisme
grootondeels voor de kerk behouden bleef door
den invloed der godsdienstige vrouwen. Ook op
het leven van den staat in de jonge republiek
hebben R. Katholieken een veelbeteekenendcn
invloed gehad. Oldenbarneveldt wendde zich
om fmancieelen steun tegen den koning van
Frankrijk in 1589—1596 tot den Rotterdam-
schen katholieken bankier Hans van der Veken,
dó' ook het geld verstrekte waarmee Oldenbar-,
nevrldt m 1616 de drie pandsteden Den Biiel
VlissiTigen en Rammekens van de Engelschen
loskocht.
Hugo Grotius is te Parijs financieel gesteund
door een Nederlandsch R. Katholiek en, ware
hij niet ontijdig gestorven, zijn bekeering tot de
katholieke kerk zou een feit geworden zijn.
Vervolgens behandelde spr. den invloed van
het R.-Katholicisme op wetenschap, letteren en
kunst, welke tot uiting kwam in de naar room
sehen trant gebouwde "calvinistische kerken,
zooals de Wester- enZuiderkerken te Amsterdam
in het aanwijzen van roomsche bouwmeesters en
beeldhouwers voor belangrijke werken als het
raadhuis te Amsterdam en de grafmonumenten
in de Nieuwe Kerk te Delft.
Ook woes spr, op de betrekkingen tusschen
Fredeiik Hendrik en Ama'ia van So'ms met den
Jezuieten-broeder den b'oemenschi'der Dame'
Seghers en op de werkzaamheid-van katho'ieken
voor de beroemde drukkerij van Joan B'aeu, die
ve'c katho'ieke werken uitgaf.
Ten s'otte wees spr. a's voornaam e'ement
in den roomschen inv'oed, op de ta'rijke be
keeringen onder a"e standen, waarbij hij een
opgave van bekeerlingen in de 17e eeuw deed,
o.m. in de familie van Willem van Oranje.
In de vijfde sectie sprak mevr. J. M. Sterck—
Proot over „de beteekenis der katholieke vrouw
voor de Nederlandsche beschaving." Na her
innerd te hebben aan de werkzaamheid der
vrouwen in de aposteltijden en de eerste klooster
tijden, wees zij op het aandeel, dat vrome vrou
wen in de middeleeuwen hadden. De vrouwen
kloosters waren centra van geleerdheid en vroom
heid. Ook de leniging van sociale nooden was een
belangrijk werk van de roomsche vrouwen der
middeleeuwen, vooral voor de zusters van den
derden regel en voor de klopjes en begijnen.
Het sociale werk der begijnen werd zoo algemeen
erkend, dat zelfs de hervormden haar in de steden
bijeen lieten wonen. In 't. bijzonder noemde spr.
Amsterdam met het Maagdenhuis, dat in de
16e ecu-w gesticht werd en Haarlem met de „Haar
lemsche Maagden in den Hoek" wier levens
beschrijfster Trijn Oly was. De ijver dezer Haar-
lemsche klopjes is van grooten invloed geweesc.
In de l ijden der hervorming zijn het vooral de
vrouwen geweest, die het roomsche geloot hebben
gehandhaafd en afgedwaalde streken hebben
herwonnen. Van de meeste nieuwe staties van
omstreeks 1600 en later zijn do wegbereidsters
geweest de z.g. klopjes, wier aantal in 1650door
de gereformeerde synode op 20,000 geschat werd.
Behalve werken van barmhartigheid en dienen
den arbeid voor de priesters was ook het geven
van onderwijs haar taak, waardoor zij veel in
vloed hadden.
In de zesde sectie hield mgr. J. A. S. van Schaik
president van het Klein Seminarium te Gulem-
borg een voordracht over de beteekenis van het
r. katholicisme voor de Nederlandsche muziek,
Uitgaande van de beteekenis van Karei den
Groote zoowel voor de uitbreiding der katho
lieke kerk als voor de liturgische eenheid en in
't bizonder voor de plaats van het Gregoriaan-
sche kerkgezang in kerk en school, merkte spr.
op, dat ons volk, zoolang het katholiek was,
een muziekiievónd en muziekbegaafd volk ge-
w. est moet zijn. Al vroeg begon de vrije com
positie te bloeien, die aanvankelijk nog echt
Gregoriaaüsch bleef, doch meer en meer het
karakter aannam van het eigenlijk volkslied.
Van het volkslied kan men niet zeggen dat
het aan het christendom ontsproten is, maar
de katholieke kerk heeft het middeleeuwsche
volkslied gekoesterd en veredeld en vele liederen
zijn in de kloosters ontstaan.
Ook voor de instrumentale muziek is de kerk
van groote beteekenis geweest.
Neven vergaderingen.
Gisteren zijn weer eenige nevenvergadcringcn
gehouden.
In de nevenvergadering der vereeniging aan
gesloten bij het algemeen secretariaat van
„Qeloof en Wetenschap" van den Bond van
R. K. Volksuniversiteiten in Nederland traden
als sprekers op prof. dr. Gerard Brom uit Nij
megen en prol', dr. G. A. Boon uit Leuven.
Prof. G. Brom verdedigde dc volgende stellin
gen
1. Katholieke Nederlanders hebben dubbele
Verplichtingen tegenover de Vlaamsche geloofs-
genooten.
2. Het contact tusschen Holland en Vlaan
deren zou erg kunstmatig en toevallig blijven,
wanneer het enkel aan sprekers en schrijvers
werd overgelaten.
3. Een algemeene toenadering valt te be
vorderen door eenvoudige middelen als de
volgende
Voeling met de taalbroeders op onze scholen,
vooral bij het onderwijs in de moedertaal
persoonlijke gastvrijheid voor Vlamingen eri
bepaalde uitwisseling van kinderen onder de
vacantie op Belgische reizen trouwe toepassing
van den regel om in Vlaanderen (Brussel in
begrepen) Vlaamsch te spreken, niet alleen or
namenten, maar ook levende menschen te
bezoeken en liefst in den familiekring en kennis
te maken met het volksleven door kerkdiensten,
yereenigingen en instellingen samenwerking
tusschen vakgenooten of geestverwanten in de
gewone organisatiegebedsgemeenschap.
In de nevenvergadering van „Geloof en
Wetenschap" werd een voorloopig comité samen
gesteld, dat de belangen van de Hollandsch-
Vlaamsche samenwerking zal onderzoeken. Voor
Nederland werden hiervoor aangewezen de
heeren prof. Groenen, Bernard Verhoeven, ir.
Feber, mr. V. Gorkum en mevr. Groenewegen
voor Vlaanderen de heeren prol'. Boon, patei
Glaes, pater Gallewaert, Rombouts, BernaertS,
Baars en Goosenaers.
Een andere nevenvergadering was belegd
door de Vereeniging van R. K. Uitgevers en
Boekhandelaren, die haar eerste algemeene
vergadering hield onder leiding van den heer
Paul Brand.
Prof. W. Nolet, hoogleeraar aan het groot
seminarie te Warmond, verdedigde in deze
vergadering de stelling De Katholieke boek
handel een Katholiek belang.
In de nevenvergadering van den Eucharis-
tischen Bond werd het woord gevoerd door
pater W. v. Dijk, O.G.A., die doel, wezen en
werkwijze van den bond uiteenzette'.
Voorts werden nog nevenvergaderingen ge
houden door de R. K. Reclasseeringsvereeniging
in Nederland en (huishoudelijke) door den Bond
van R. K. Volksuniversiteiten en het Algemeen
Secretariaat van „Geloof en Wetenschap."
In de R. K. Kerk aan de Prinsessegracht werd
om halfvijf een nevenvergadering gehouden
van de Derde orde der Drie Jurisdicties van de
Minderbroeders Franciscanen, Gonventueelen en
Minderbroeders Gapucijners.
Mgr. Gallier, bisschop van Haarlem, bijgestaan
door.fngr. van Rooy en pastoor Root, celebreerde
het Lof.
Pater Borromeus de Greve hield een rede
over De invloed der Derde Orde op het Katho
lieke leven. Spr. herinnerde aan het eeuwfeest
van St. Franciscus, dat binnenkort gevierd zal
worden en zette het ontstaan en ontwikkelings
geschiedenis der orde uiteen.
De kerk was tot in de uiterste hoeken met
belangstellenden gevuld.
De algemeene vergadering.
Ook de tweede zittingsdag werd gesloten
met een algemeene vergadering, welke onder
leiding stond van mgr. prof. dr. J. H. E. J.
Hoogveld uit Utrecht.
Prof. dr. J. Witlox te St.-Michielsgestel be
handelde het onderwerp „de katholieken,
verkort in hun burgerrechten, toch oprechte
vaderlanders."
Spr. betoogde, dat de vaderlandsliefde van
den Nederlandschen katholiek pas een „kwestie"
wordt bij den opstand tegen Spanje. Daarvóór
ligt de Roomsche tijd, waarin de katholieke
vorsten den grondslag legden tot den prachtig-
sten staat van Europa, door de Hervorming in
zijn ontwikkeling gestuit. Maar ook bij bet begin
van den strijd tegen Spanje wordt de vader
landsliefde der katholieken nog volstrekt geen
„probleem". Immers het karakter van den
opstand is aanvankelijk volstrekt niet gods
dienstig. Het zijn juist de katholieken, die den
strijd beginnen, en wel uit onvervalscht vader
landlievend motief, n.l. ter verdediging van de
autonomie of de zelfstandigheid, van de aloude
privileges der tot één staat uitgroeiende Neder
landsche gewesten tegen een vorst, die zonder
oog voor het eigenaardig karakter en de eigen
aardige belangen dier gewesten, ze slechts wilde
benutten als een kostbaar hulpmiddel voor het
bereiken van liet doelwit zijner algemeene Euro-
peesche politiek.
De godsdienstkwestie, die volgens I-Iugo de
Groot en Groen van Prinsterer aanvankelijk
bijzaak was, werd echter hoofdzaak. Maar ook
toen bleef Willem de Zwijger zoo lang mogelijk
de leider van een echt nationale beweging, vast
houdend aan zijn ideaal „roomsch en on-roomsch
eensgezind tegen Spanje", welke politiek haar
hoogtepunt vond in de pacificatie van Gent.
Latér kwam dc Verdeeldheid, welke zich
uitte in de Unie van Atrecht en de Unie van
Utrecht. Volgens Groen lag de fout dezer ver
deeldheid niet bij de katholieken. De aantijging
van Spaanschgezindheid der katholieken wees
spr. af, zoowel voor de 16e als voor de 17e eeuw,
tenzij men onder Spaansehgezind wil verstaan,
dat veel katholieken nog langen tijd den koning
van Spanje en de aartshertogen als wettige
landsheeren bleven erkennen. Ook de katholie
ken echter hebben op de muren van Haarlem,
Alkmaar en Leiden gestreden.
De Nederlandsche katholieken bleven ook
trouw in 1672, zelfs tegenover den inval van den
bisschop van Munster bleven zij Nederlanders,
zooals in de verdediging van Groningen bleek.
En dit terwijl juist in(Groningen de talrijke ka
tholieken aan harde verdrukking hadden bloot
gestaan en in al de veroverde plaatsen de bisschop
terstond den katholieken godsdienst had hersteld
Steeds echter bleef de toestand der katholieken
hier eenigszins hachelijk 't kan dan ook geen
verwondering wekken, dat de katholieken met
geweld uit den band springen en zich als volbloed
Jacobijnen in de patriotisehe woelingen werpen.
Spoedig wijken zij dan terug voor de ingetreden
reactie, die een oogenblik door de komst van
Lodewijk Napoleon en het Fransche regiem was
gestuit. Maar toch geven zij de voordeelen van
dit laatste weer gaarne prijs voor de nationale
onafhankelijkheid. Van Sasse Van IJsselt bijv.
vindt de Fransche overheersching onverdrage-
lijk.In 1813 is bij terstond in Den Haag en werkt
met geestdrift mee aan de bevrijding.
Helaas, Willem I begreep zijn katholieke
onderdanen en zijn eigen belangen nietde
grieven der katholieken stapelden zich op. Le
Sage, Van Sasse en Luyben stonden op de bres
voor hun belangen, maar hun liefde voor vader
land en vorstenhuis was tegen de grieven be
stand. In den opstand van 1830 bleek opnieuw
de trouw der katholieken aan de regeering.
Willem II was de eerste Oranjevorst, die
zijn katholieke onderdanen volkomen begreep
en aan hun grieven tegemoet kwam.
In 1848 gaven de katholieken met geestdrift
hun steun aan de herziening van 1848. Sindsdien
bleef de katholieke partij de Steun van een ge-
stagen, redelijken vooruitgang, wars van dwang,
zooals in November 1918 bleek.
Pater dr. Cassianus Hentzen hield vervolgens
een rede over „de vrijmaking en herleving van
het katholieke Nederlandsche volksdeel." Spr.
deelde zijn rede in drieën en behandelde achter
eenvolgens
1. hoe de toestand der roomsch-katholieken
was in de eerste helft der vorige eeuw
2. hoe katholiek Nederland ontwaakte en
de waarheid dat ook een katholiek Nederlander
is, veroverd werd
3. welke thans de resultaten dier vrijmaking
en herleving zijn.
Betreffende het eerste punt merkte spr. op
dat twee neerdrukkende krachten elke uiting
van katholiek leven verstikten de protestant
schc waan, die de katholieken als dom cn staats
gevaarlijk beschouwde, en de Jozefistische be
moeizucht cn voogdijschap der regeering. Voort
durend staan onder de regeering van Willem 1
de katholieken onder verdenking van staats
gevaarlijkheid en ondergaan zij plagerijen.
Na dezen tijd van onderdrukking kwam een
tijd van ontwaking en vrijmaking.
Ten slotte ging spi. ter beantwoording van
de derde gestelde vraag de beteekenis na van
het vrijgemaakte en herleefde katholicisme voor
de beschaving in Nederland.
Ook deze avond werd met zang opgeluisterd
en met een gezellig samenzijn besloten.
weet, dat Indië sedert decenniën leiding door
Europeanen noodig heeft.
De Preangerpost noemt den heer Weiter een
eminenten man, die de sympathie en het volste
vertrouwen van Indië heeft.
De West-Java-Editie van de Indische Cou
rant schrijft, dat, indien ooit een benoeming van
alle zijden met gejuich begroet is, het zeker wel
is die van den heer Weiter tot minister van
koloniën. Het bestuur kan, volgens het blad,
aan geen betere handen toevertrouwd worden.
(Aneta).
Het afscheid van minister Aalberse.
Naar'de Volkskrant verneemt; zullen de amb
tenaren van het Departement van Arbeid aan
den afgetreden Minister mr. Aalberse een ge
schenk aanbieden, bestaande in twee gebonden
deelen, waarin alle stukken zijn opgenomen, die
dc minister met de Kamer gewisseld heeft, met
inbegrip van de redevoeringen, die hij in de
Kamers gehouden heeft.
De deelen zijn periode 1918—1922 en 1922
1925, welk laatste deel nog niet gereed is,
omdat daarin nog dient te worden opgenomen
het proces-verbaal der overdracht van de mi
nisters-portefeuille.
Hongaarsche dankbaarheid.
Ondier grooten bijval van een talrijk publiek
hield de Holjandsche geestelijke, de lieer van
Leusden te Boedapest, een voordracht in de
Nederlandsche taal, waarin hij namens zijn
landgenooten den Hongaren dankte voor het
feit, dat zij zooveele kinderen aan Holland toe
vertrouwd hebben.
Besloten werd ter herinnering aan de Hol-
landsche gastvrijheid te Boedapest een kerk te
stichten
Het nieuwe kabinet.
De eerste ministerraad van lut nieuwe kabinet
heeft gistermiddag plaats gehad.
Minister Colijn vertrekt heden met, verlof naar
het buitenland.
God. Staten van Zuid-Holland.
De Commissaris der Koningin in Zuid-Holland
heeft aan de Koningin machtiging gevraagd
tot het bijeenroepen van de Staten dier provincie
in een buitengewone zitting op Donderdag 3
Septêmbor, 's middags 2 uur, teneinde over te
gaan Lot dc benoeming van twee ledenvan het
college van Ged. Staten, ter vervangen van de
heeren mrs. V. H. Rutgers en J. Schokking, die
tengevolge van hun benoe ming tot minister resp.
van onderwijs, kunsten en wetenschappen en
van justitie hébben opgehouden lid der staten
te zijn.
De leugen duurt voort.
Ondanks duidelijke bewijzen voor de leugen
van „Het Volk" over de wreede onbarmhartig-
heiel der Limburgsche kloosterzusters, die niet-
katholie-ke kinderen van de verpleging zouden
uitsluiten, beeft het socialistisch blad, dat zich
vejoral den jongstcn tijd door zóóveel anti-paap-
sche heftigheid heeft onderscheiden, Lot dusver
geweigerd dc leugen te herroepen en den •mis
leidenden invloed der caricatuur van Jordaan,
zooveel mogelijk ongedaan te maken.
Hetzelfde geldt voor ele „Voorwaarts".
Waarvan akte
(„Tijd.")
Dc nieuwe minister van koloniën.
Indische persstemmen.
Volgens de Preangerbode, heeft de heer Weiter
geen parlementaire ervaring, maar is hij overi
gens volkomen onderlegd. Het blad noemt dezen
bewindsman den ambtenaar, die liet meest
toegerust is. Een kind des lands, dat in het
opperbestuur niet slechts administrateur der
Nederlandsch-Indische belangen zal zijn hij
zal zich geen minister van koloniën docli mi
nister Van 'Nederl.-Indië gevoelen zijn glorie
zal zijn, als hij land en volk vooruit kan brengen
De beer Welter is geen Indisch chauvinisthij
Reclame op postwagens.
Naar de Ros. bode verneemt, is thans beslist-,
dat geen reclame meer zal komen op voertuigen
én handwagens der Posterijen.
Met de Zeepmaatschappij, die thans nog ad
verteert is thans overeengekomen, dat haar re
clameborden op de handpostwagens eveneens
zullen worden verwijderd.
Onderscheiding.
Bij Kon. besluit is benoemd tot ridder in de
Orde van Oranje Nassau pastoor H. Geurtjens,
hulppriester in het missiegebied der paters van
het H. Hart van Jezus van Tilburg in Zuid-
Nieuw Guiné.
Katholiek Streven.
liet Bestuur verwacht morgenavond (Vrijdag)
te half 8 alle leden in de gewone Vergaderzaal.
Er zullen belangrijke mededce'ingen worden ge
daan aangaande' onzén jaarlijkschen uittocht, op
Woensdag 26 Augustus.
Spaarbank Schiedam.
Aan het verslag over het jaar 1924 ontleeneri
wij
In dc bestaande vacature in het bestuur der
Spaarbank werd in den loop van het jaar voor
zien door de benoeming yan den heer dr. W.
Schut, alhieri,
De in het verslagjaar periodiek aftredende
commissarissen werden herbenoemd.
Uit de hieronder volgende cijfers blijkt, dat
het bijkantoor in de Leliestraat in een behoefte
voorziethet, aantal der behandelde posten,
alsmede het bedrag der inlagen en terugbetalin
gen is niet onaanzienlijk hooger, vergeleken bij
vorige jaren.
Blijkens de hieronder opgenomen cijfers is het
aan de inleggers verschuldigde kapitaal verge
leken met het einde van 1923 van 4,456.351.07
tot 4,566.319.46 toegenomen.
Het aantal inleggers bij de Spaarbank ging
met 894 vooruit en bedraagt nu 16716.
Kapitaal 1 Jan. 1924 4,456,351.07
Inlagen.
Hoofdkantoor 1,704,856.05
Bijk. Leliestr, - 1,20,095.97
Bijk. Kethcl - 62,302.98
1,887,225.—
Terugbet a 1 in g e n.
Hoofdkantoor f 1,825,694.69
Bijk. Leliestr. - 68,809.60
Bijk. Kethel - 58,901.17
Intrest 1,924
1,953,405.46
4,390,200.61
- 176,118.85
4,566,319.46
Spaar ban k-B urea u.
In den loop van het verslagjaar is door de
samenwerking van verreweg het grootste deel
der in Nederland gevestigde Spaarbanken een
bureau ingesteld, dat ecne voortdurende contröle
over den toestand en inrichting dier banken be
oogt,, waarbij door regelmatig onderzoek o.a.
ook de door hen gevolgde wijze van belegging
der gelden kan worden getoetst.
Dit Spaarbank-bureau is voorloopig gevestigd
te Amersfoort als eerste directeur daarvan werd
gekozen de heer G. 14. KoFf, vroeger directeur
der Nutsspaarbank te Amersfoort.
Ook onze instelling is tot dit bureau toege
treden.
B a 1 a n s.
Debet z ij de: Hypotheken f 2.669.981,36
nog te vorderen intrest hypoth. 40 280 17;
effecten 1.680.117,50 intrest effecten
24.602,05 prolongation f 338,600'; intrest prol.
1.690,23; kas 90.822; kassier 77.903,69.