-»•••• "«."r,k
Kasteel „Bet Onweersnest."
DAGBLAD MOOR SCHIEDAM CM O MSTREKEM
FEUILLETON,
49ste Jaargang.
Donderdag 18 Maart 1926
No. 14507
Bureau KOEMARKT 4. Telefoon Intercommunaal 68085 Postbus 39. ^ÏÈf" Advertentiën: 1—5 regels 1.75 elke regel daarboven 35 cent, 3 maal
plaatsen Afwordt 2| maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag
toegezonden. Incassokosten worden berekend.
Postbus 39.
A b o n n e m en ten per 3 maanden f 2. /O, per week 20 cent, franco per
post ƒ3— per kwartaal. Afzonderlijke nummers 4 cent. Zaterdagavondnummer
met Officieel Kerkbericht 10 ets
•Gratis-Ongevallenverzekering 500 bij levenslange gehecle invaliditeitt 2UÜ bij verlies van een hand, voet of oogf 200 bij dood f 200 bij verlies van een
duim; f 60 bij verlies van een wijsvinger; f 15 bij verlies van eiken anderen vinger. De verzekeringwordt gewaarborgd door deN.HolI.Algem.Verz.bankSchiedam
Buitenlandseh Nieuws.
DE MISLUKTE
VOLKENBONDSVERGADERING.
Een samenvatting van den
toestand.
Te Genéve is besloten, dat de toelating van
Duitschland tot het lidmaatschap van den
Volkenbondsraad, het voornaamste doel van
de geheele Maart-bijeenkomst, zal worden uit
gesteld tot de volgende Volkenbondsvergadering,
in September.
De reden van dit besluit is, dat Brazilië, welk
land een niet-permanenten zetel in den Raad
heeft, bij zijn plan blijft, zich te verzetten tegen
de verkiezing van Duitschland in den Raad,
tenzij het zelf eveneens een permanenten zetel
krijgt. Het is daarom voor den Raad, die het
overigens eens is, onmogelijk tot een besluit
te komen, aangezien zulk een besluit vol
gens het Bondsstatuut met algemeene stem
men moet worden genomen.
Het doel van alle particuliere besprekingen
en onderhandelingen, welke de jongste dagen
te Genéve zijn gevoerd, is geweest die ver-
eischte eenstemmigheid te verkrijgen alle
andere moeilijkheden waren op een of andere
wijze overwonnen, met uitzondering van het
veto van Brazilië.
Daar de overeenkomsten van Locarno niet
in werking treden zoolang Duitschland geen
lid is van den Bond, wordt dus het in-werking-
treden van die verdragen, uitgesteld ten gevolge
van de houding, aangenomen door een mogend
heid, die bij deze verdragen niet betrokken is,
en die zelfs geen Europeesche mogendheid is.
De meest bevredigende kant van den ove
rigens betreurenswaardigen toestand is, dat,
hoewel de Verdragen van Locarno tijdelijk
zijn uitgesteld, de eenheid van bedoeling tus-
schen de Locarno-landen gehandhaafd bleef.
De begane dwaling.
Niemand verwijt te Parijs, Brazilië, dat deze
staat door zijn veto tot verdaging van Duitsch-
lands toetreding tot den Volkenbond heeft doen
besluiten. De opgestelde compromis-formule
voldeed in werkelijkheid niemand en dreigde
den Volkenbond te verzwakken door het uit
treden van een of meer zijner leden, schrijft de
Temps". In deze omstandigheden, oordeelt
men hier, is de verdaging te verkiezen, daar
deze ten minste, aldus het groote avondblad,
de toekomst reserveert.
Vóór September zal de oplossing van het
vraagstuk van de uitbreiding van den Raad
langs diploinatieken weg beter voorbereid moe
ten worden dan voor deze bijeenkomst te Genéve
het geval geweest is. De dwaling, die begaan
werd, is, dat de mogendheden onderteekenaars
van de Verdragen van Locarno verbintenissen
aangegaan hebben, door welke de andere in den
Raad vertegenwoordigde mogendheden geens
zins gebonden waren, zoodat de vereischte
eenstemmigheid niet bij voorbaat verzekerd
was en de oppositie van één enkelen staat alles
kon doen mislukken.
Een bond met afdeelingen?
De „Information" meent uit het gebeurde
tot de wenschelijkheid van een statuten-wijzi
ging van den Volkenbond te mogen besluiten.
Het denkbeeld, schrijft de correspondent van
dat blad, drie afdeelingen van den Bond te
scheppen, nl. een Europeesche, een Amerikaan-
sche en een Aziatische, is weer op het tapijt
gekomen. Deze drie afdeelingen zouden elk
jeder jaar samenkomen, en elke twee jaar zou
er een algemeene vergadering van de drie groepen
plaats vinden. Uit de redevoering, die Briand
heden in de vergadering te Genéve gehouden
heeft, zou men eveneens kunnen lezen, dat hij
een hervorming van den Bond op het oog heeft.
Luther en Stresemann hebben zich te Genéve
geruststellend uitgelaten. Luther legde er den
nadruk op, dat de onderteekenaars van Locarno
zijn overeengekomen, gezamenlijk te trachten
de daar gesloten verdragen in stand te houden,
Stresemann deelde mede, dat over de z.g. „uit
vloeiselen" van het Rijnpakt (de Duitschland
beloofde concessies) bevredigende verzekeringen
van Briand en Chamberlain zijn ontvangen.
De Zuid-Amerikaansche delegaties te Genéve
keuren de houding van Brazilië af.
CECHO-SLOVAKIJE.
Het kabinet afgetreden.
Het Cecho-slovaaksche kabinet Svehla
afgetreden en heeft plaats gemaakt voor een
ambtenarenkabinet, onder voorzitterschap van
den landsbestuurder van Moravië, dr. Czerby,
die reeds in 1920 aan het hoofd van een ambtena
renkabinet heeft gestaan.
De val van het kabinet is veroorzaakt door
de onoverbrugbare tegenstellingen tusschen de
Cechische soc.-democraten en de agrariërs in
de kwestie der bodemrechten, door de wet in
zake de regeling er ambtenaarssalarissen, die
samengekoppeld was met een verhooging der
invoerrechten op de voornaamste levensmid
delen, o.a. op meel, suiker, koffie en tabak, en
door de kwestie der verhooging van de salaris
sen der geestelijken.
ALLERLEI.
Uit Parijs. De Fransche minister van Fi
nanciën Péret, heeft bij zijn collega's een beroep
op hun algeheele medewerking gedaan om een
meer rigoureuse inkrimping der staatsuitgaven
te verkrijgen, ten einde op deze wijze zooveel
mogelijk de financieele offers die van het land
gevraagd moeten worden, te verkleinen.
Uit Hongkong. Er heerscht hier nog steeds
eenige onrust, hetgeen zijn oorzaak schijnt te
vinden in het wijdvertakte militaire complot,
dat hier tegen de regeering van Kanton moet
hebben bestaan. Zoo werd in de omgeving van
Kanton een bom tusschen een troep kadetten
geworpen, waarvan zeven om het leven kwamen
en vier ernstig jwerden gewond.
Uit Washington. President Coolidge zal
naar verwacht wordt, op een conferentie in het
Witte Huis aandringen op ratificatie der rege-
lingen van de buitenlandsche schulden voorna
melijk de regeling van de Belgische schuld. Men
verwacht hiervan een gunstigen invloed op den
Belgischen wisselkoers.
Stelen-Generaal.
30)
Neen, neen, kinderen, ik ben nog bij mijn volle
verstand en weet, wat ik zeg. Maar gij begrijpt
mij niet, gij kunt u mijne blijdschap niet ver
klaren. Maar gij zult alles ja, alles weten.
Doch eerst nog ééne vraag, Herbert, ben je er
wel zeker van, dat majoor Warfield weet, wie
wij zijn
Wel, natuurlijk Heb ik hem dan met heel
uwe geschiedenis verteld, uwen ongelukkigen,
behoeftigen toestand, uw voortdurend strijden
tegen gebrek en armoede, in een woord, al wat
ik zelf omtrent u weet.
Herbert herinnerde zich niet, dat hij den
majoor toevallig over eén zeer belangrijk punt
onkundig had gelaten, namelijk over den naam
zijner verpleegster, die hij steeds zijn tweede
moeder, de brave vrouw, de voortreffelijke wedu
we had geheeten.
Hij wist dus nauwkeurig, van wie er sprake
was? vroeg miss Rocke nog eens, als was zij
niet genoeg overtuigd.
Stellig.
Maar zeg mij eens, Herbert, roerde hij geen
gewichtige omstandigheid aan, die jij wellicht
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Woensdag 17 Maari 1926.
De Tweede Kamer heeft vanmiddag de be
raadslagingen over de regeeringsverklaring en
over den staatkundigen toestand voortgezet.
De heer Nolens (R. K.) voerde allereerst
het woord over oorzaak, verloop, en oplossing
van de crisis. Het punt in kwestie, waarom
alles heeft gedraaid, de kwestie van het gezant
schap bij den Paus, zal naar haar waarde worden
beoordeeld om misverstanden weg te nemen.
Wat is de beteekenis van het bekende amende
ment-Kersten, aldus spreker, die allereerst er
op wees, hoe het gezantschap tot stand kwam.
Het werd in 1915 onder het ministerie-Cort van
der Linden in 's lands belang als tijdelijk ge
zantschap ingesteld. Bij het eindigen van den
oorlog werd eveneens in 's lands belang van de
opheffing afgezien, omdat het noodig geoordeeld
werd, in het diplomatiek centrum, dat het
Vaticaan is, het gezantschap te handhaven.
Z.i. is het een unicum om het gezantschap
te doen opheffen, omdat het parlement de
gelden daarvoor weigert. De heer Snoeck Hen-
kemans heeft tegen het gezantschap geijverd,
doch er zijn wellicht personen in de C.-H. Unie,
die uit een oogpunt van buitenlandsche be
trekkingen deze kwestie van het gezantschap
beter kunnen beoordeelen dan de heer Snoeck
Henkemans.
Spr. zei, dat het gezantschap niet is een
kwestie van geloof of een kwestie van R.-K.
belang, maar zoolang er geen geschillen bestaan
tusschen Nederland en den Heiligen Stoel, zou
de opheffing, als zijnde in strijd met 's lands
belang, niet zijn te aanvaarden. Onder deze
omstandigheden zou de opheffing van het
gezantschap grievend geacht moeten worden.
Het is derhalve een eerezaak om dit gezantschap
te continueeren. Aldus hebben de R.-K. steeds
deze aangelegenheid beschouwd. Spr.'s verkla
ring in den nacht van 10 op 11 November af
gelegd, heeft men, naar de heer Nolens uiteen
zette, te beschouwen in verband met de voor
genomen gedragslijn van de vier R.-K. ministers.
Als spr. niet duidelijk was geweest met zijn
verklaring, had men allicht kunnen zeggen,
dat men niet had geweten, welke politieke ge
volgen aan een aanneming van het amendement-
Kersten waren verbonden.
De heer Nolens besprak verder de pogingen
tot kabinetsformatie. Allereerst die van mr.
Marchant, die spr. als kabinetsformateur zou
hebben genoemd.
Mr. Marchant: Ik heb gezegd, dat ik
dit uit de bladen had vernomen.
De heer Nolens: Ik hoor met genoegen,
dat de heer Marchant dit uit de pers heeft ver
nomen (gelach).
Toen de heer Colijn als minister-president
optrad, was dat voor velen., iets, geweldigs.
Er was geen keuze. Deze formateur of de coalitie
weg, zegt de heer Marchant.. Dat is fantasie.
Noch spreker zelf, noch zijn Kamerfractie, weten
iets van het stellen van een eisch of voorwaarden
van de zijde van den heer Colijn, om het kabinet
te formeeren.
Duidelijker kan spreker het niet zeggen. Van
een dictatoriaal optreden is dus geen sprake.
De heer Marchant heeft gezegd er moet zijn
een parlementair kabinet, maar niet Colijn.
Daarom moet het kabinet-Colijn weg en er moet
een ander voor in de plaats komen, een demo
cratisch kabinet.
En ziet, ineens promoveert hij alle Roomsch-
Katholieken tot democraat. Willen zij dat niet,
dan zegt de heer Marchant, dat zij het parle
mentair stelsel saboteeren en dan zijn ze weer
ineens geen democraten maar reactionnairen
Spreker vindt dat best, maar wij blijven
Roomsch-Katholieken. Als de heer Marchant
toch blijft doorgaan met deze promotie, dan
noemt spr. dat hinderlijk volgen (onbedaarlijk
gelach).
Maar spr. heeft niet alles te zeggen. Daarom
begrijpt hij ook niet, dat men zooveel hecht
aan zijn woorden.
Spr. gaat dan nog eens na, wat door hem
in de léatste jaren is gezegd over een andere
groepeering in het parlement en citeert daarbij
zijn uitlatingen in 1922. Door de noodzakelijk
heid van een samenwerking met de S. D. A. P.
voor mij verzwijgt?
Neen, moeder.
Sprak hij niet van een vroegere betrekking,
die er tusschen ons heeft bestaan
Ik kan mij er niets van herinneren. Hij heeft
mij enkel verzocht, u, lieve moeder, deze tijding
over te brengen en dan zoo spoedig mogelijk
naar hem toe te komen, om hem te zeggen, of
gij zijn aanbod aanneemt.
Of ik het aanneem O ja, ja, -zonder aar
zelen, want sedert vele jaren wacht ik er op.
Mijne kinderen, gij ziet mij aan, alsof ik mijn
verstand verloren heb Neen, neen Traverse
neen, Herbert, Ik ben bij mijn volle kennis,
maar ik mag mij voorshands nog niet duidelijker
uitdrukken Aangezien uw oom het niet dienstig
achtte, Herbert, jou, geheel zijn vertrouwen te
schenken en je alles te zeggen, mag ik hem niet
vooruitsnellen. Gij zult alles verneipen, als jij,
Herbert, den majoor mijn antwoord hebt over
gebracht.
Zonder dat mistress Rocke de eigenlijke
oorzaak van hare opgeruimde stemming nader
deed kennen, deelden Traverse en Herbert
in 't diepst huns harten daarin en de avond
verliep in het volle genot eener blijdschap,
zooals nog nooit in deze nederige woning was
beleefd. Nadat Traverse en Herbert zich naar
hunne kamer hadden begeven, verdiepten zij
zich in gissingen over het onverwacht geluk
moet het landsbelang gediend worden, maar
zoover zijn wij nog lang niet. Deze samenwerking
is alleen mogelijk voor de Roomsch-Katholieken
in uiterste noodzakelijkheid.
De volkswil wordt er steeds bijgehaald. Bij
den leider der V.D. klopt de meening van het
Volk steeds met die van zijn orgaan, want hij
is er zelf de leider van Bij andere groepen is
dat niet altijd het geval.
Een zóó groote verandering in het politieke
leven als het samengaan der R. K. met de S.D.
A.P. moet zorgvuldig worden voorbereid. Wij
danken er voor mede te helpen om de Soc. Dem.
idealen te verwezenlijken.
Intusschen mag de heer Marchant de R. K.
Kamerfractie wel dankbaar zijn, dat hij niet is
geslaagd, want nu is hij niet verplicht zijn
chéque van het gezantschap te honoreeren.
Hiermede stapt spreker af \an de pogingen
in November en komt tot de formatie-pogingen
van dr. De Visser.
Dat deze mislukten, vindt alleen zijn oorzaak
in het gezantschap, omdat deze formateur het
den een of anderen vorm wilde herstellen
(de combinatie Rome—Bern of RomeWeenen).
In dit verband leest spr. nog eens voor den brief,
door de R. K. Kamerfractie gezonden aan den
heer Colijn, welke reeds in de pers is gepubliceerd.
Daarin wordt nogmaals sterk belicht dat
het een compromis was en overigens geenszins
de volle instemming had der R. K. fractie.
De pogingen van mr. Limburg zijn niet door
spr. in eenig opzicht bemoeilijkt.
Het eindresultaat is dan dat het kabinet-
Colijn is verdwenen. Dat kabinet bevatte per
sonen die er moeten zijn en Nederland mag wel
eens wat zuiniger zijn en niet zoo morsen met
personen Hoe het kabinet-de Geer gekomen
is zullen wij wellicht nog vernemen. Het kabinet
is er en spr. zal niet het woord van Kolkman
herhalen wij zitten met de menschen.
Het optreden was een volslagen verrassing.
Spr. begroet het met al de welwillendheid die
de omstandigheden op dit oogenblik toelaten.
(Groot gelach.) Hij zal zijn voorstellen toetsen
aan het algemeen belang en maakt nu slechts
eenige opmerkingen. Hij waarschuwt om voor
zichtig te zijn en het herstelde evenwicht niet
te verstoren. De belastingherziening heeft spr.'s
sympathie de unificatie der verzekerings
wetgeving is een mooi woord, dat niet gemakke
lijk te vervullen is. De Arbeidswet zal uitgebreid
worden van ratificatie is gesproken hoe staat
de regeering daartegenover
Vervolgens informeert spr. naar de opvatting
van het kabinet omtrent het 7e leerjaar.
Ten slotte spreekt spr. het vertrouwen uit,
dat een beslissing over het gezantschap in za
kelijke sfeer zal genomen worden en dat alleen
het landsbelang de maatstaf zal zijn bij de be
oordeeling. Het gesol met het gezantschap is
onwaardig en spr. hoopt dat de Kamer daaraan
een einde zal maken.
In het geval de Kamer spr.'s verlangen niet
vervult, zal spr. daarin moeten berusten.
Vervolgens waren de heeren Beumer en
Arts aan 't woord.
De Minister van Financiën, de heer De Geer
antwoordt. Hij zegt dank voor de welwillende
wijze waarop het Kabinet is ontvangen.
Spr. erkent dat niemand weet hoe lang het
intermezzo kan zijn maar hij wil de Kamer niet
in het onzekere laten wat hij aan het Kabinet
heeft. Had spr. minder gegeven dan was stellig
gevraagd wat men zou doen als hetintermezzo
langer duurde. Spr. breidt op dit oogenblik
het program niet uitde geuite desiderata zullen
worden overwogen te meer waar sommige daar-
hunner moeder. Deze bevond zich echter in
een te vroolijke opgewondenheid om te kun
nen slapen, en nog lang kon men haar op en
neer hooren loopen, alvorens zij zich ter ruste
begaf.
Inmiddels zullen de oude majoor en zijne
nicht ongetwijfeld den tijd gehad hebben,
hunne reis te voleinden, en daarom willen wij,
als dit onze lezers aangenaam is, ons weder
bij hen vervoegen.
VII.
De kamer met den valkuil.
Capitola had, tot groote ontsteltenis van
de goede miss Codiment, die alles behalve
eene jonge dame verwacht had, aan de zijde
van den majoor hare intrede in het kasteel
gedaan.
Nog onaangenamer deed het de huishoud
ster aan, toen de slotheer tot haar zegde,
mistress' Codiment, hier is uwe meesteresse,
geleid haar naar het béste vertrek, waar zij
haar hoed en shawl kan afleggen, en eens op
haar gemak kan zitten.
Zoo'n oude gek dacht de huishoudster.
Dus heeft hij de reis naar het Noorden on
dernomen, alleen om'te trouwen. En dan nog-
wel zoo'n piepjong ding. Eoo ziet men het al
weder hoe ouder, hoe gekker
Terwijl miss Codiment in stilte deze niet
bijzonder vleiende opmerking maakte, boog
zij desniettemin zeer diep voor de jonge dame
en betuigde haar leedwezen, dat zij niet vooraf
van hare komst onderricht en derhalve voor
bereid was.
Flet doet mij ontzaggelijk, leed, zeide zij,
dat ik niet de noodige toebereidselen tot uwe
ontvangst kon maken, maar men vei oos
uit de komst van mylady zulk een ge eim
te maken, dat ik er geen vermoeden van had.
Mvlady gelieve dus niet kwalijk te nemen,
dat er voor mylady geen kamer m gereec
^Mylady Is die oude totebel niet goed
bij haar verstand bromde de majoorDit
kind voor een getrouwde vrouw aan te s
Zee ereis, miss Codiment, u heeft hier
Black voor u miss Capitola Black, mijni pupi^,
de weesgeworden dochter van een overleden
natuurlijk niet weten, antwoordde juffrouw
Codiment- (Wordi vervolgd).
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
is