BIJBLAD VAN DE NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT VAN 13 APRIL 193C.
„De wonderbare Hostie",
>,De reizen der H. Liduina naar liet H. Land"
N
ontwerp op triplex, van J. SCHMlJSRMANN.
spannen op het kostelijk bezit, wal bijna geen
plaals ter wereld ons kan nadoen, tengevolge
daarvan de devotie tot onze Stadsheilige doen
Herleven en hoogcr opbloeien", dat doel, we
zeggen het zonder vrees voor tegenspraak, is
ten volle bereikt. Wie gecontroleerd heelt dit
afgelooperi jaar het St. Liduinaloi' op Dinsdag
avond, wie mee heelt gemaakt de II. Mis Dins
dags te y uur in 't kapelletje, wie vooral gezien
heeft het bezoek der geloovigen bij de H. H.
Relikwieën bij het begin of hel. beëindigen van
alle godsdienstoefeningen, ook tijdens de stille
uren van den loopenden dag, zal niet meer
durven zeggen, dal. St. Liduina als een ..profeet
ui eigen land" niet. geëerd wordt 'L Verwondert
dan ook niet, dat de devotie der vereerders ons
in staat stelde te zorgen, dat onafgebroken
Waslicht branden kan bij het kostbaar gebeente
het verwonderde niet meer, dat in heiligen
uaijver de verschillende organisaties op St.
Liduina's vierdag, den Dinsdag, zich daar
vertegenwoordigd wilden zien door een bianden-
de votief-kaars 1 Wat zouden we gaarne onze
kapel nu eens laten zien aan dien Belgischen
capucijner-monnik, die verleden jaar ons troostte
door het feit, dat hij St. Liduina kende en ze
daarom kwam vereeren, maar die ons zoo zeer
deed met zijn toch niet te ontkennen opmerking
i,een pracht-kapelleke, voorwaar, maar de Hei-
Hge wordt hier niet vereerd". Wat zou hij nu
°pzien en gedwongen worden tot andere waar
deering I
St. Liduina-kapel aan de buitenzijde op waar
dige wijze te vullen. Ook aan ons toekomst-
ideaal wordt gewerkt het stichten van een
St. Liduina-museum 'I, Spreekt vanzelf, dat
dil tijd vordert, maar we verzekerden ons
„het bruikleen-recht," van verschillende artike
len, die ofi de tentoonstelling aanwezig waren
wat we misschien wel'nooit in eigendom zouden
kunnen krijgen, werd, met goedkeuring, voor
de lens geplaatst, zoodat fotografische reproduc
ties daarvan aanwezig zijn. Bovendien werden
we eigenaars van de volgende boeken en boekjes,
welke, de meeste met illustraties, over onze
Heilige handelen
Veldenkr, Levens der Heiligen en
Martelaren.
Bethanic, Verhalen v. d. levens
van Gods lieve Heili
gen. 1925.
Thomas a Kempis, Opera omnia. 1660.
B. Haeften, Regia via Crucis.1635.
Wic.hMANS, Brabantia Mariana.
1632.
P. M. A. Hugues, Levens en daden van
Gods lieve Heiligen.
1841.
Butler, Levens der H. Vaders
en Martelaren. 1793.
Rosweydis, Levens der H. Maegh-
den. 1626.
A. de Balinghem, Kalendarium S. Virgi-
nis. 1633.
Boven ziet men den olijfberg, den kruisweg Calvaiië.
Ontwerp J. SCHM1LRMANN (op triplex).
Van deze voorstelling hangt het origineel met nog andere
ontwerpen op de Leeszaal. (De ontwerper' zal gaarne
bestellingen en opdrachten aanvaarden).
Zelden zal een tentoonstellings-comité met
zooveel voldoening terugzien op moeizaam
verrichten, door buitenstaanders moeilijk te
schatten, arbeid, als het St. Liduina-Comité,
wat met zoo'n schitterend succes verleden jaar
debuteerde 't Is nu een jaar geleden, dat we
stonden voor de opening dier St. Liduina-
tentoonstelling en 'L lijkt nuttig, nu eens een
terugblik te werpen en resultaten vast te leggen,
die verkregen werden, om daaruit te motiveeren
een blijvende actie voor de toekomst. Terloops
vermelden we even het toch ook wel verblijdend
feit, dat deze tentoonstelling niet sloot met een
finantieel tekort, maar dat alle uitgaven prompt
zijn gedekt door de tentoonstellingsactie zelve
Veel verblijdender echter is het geestelijk
resultaat geweestHet doel,,de volle aandacht,
vooral van de Schiedammers, weer eens te
Dahmer,
W. K.
Crosez,
P. D. G.
Br. H. M.
Andreas Rasz,
P. Dr. Joh. Schultf.,
Hubert Meuffels,
F. VAN Campenholt,
Valentines v. Fai.cken
berg,
Opmeer,
P. Wilh. Auer O. M. C.
Daniël Papëbrociuus
S.J.,
E. S. v.d. IIaegen,
Vil ae Sanctorum. 1697.
Kort begrip van het
gedrag der Heiligen.
1717.
Annus Marianus. 1841.
Diaiium Sanctorum.
Fasti Mariani. 1646.
Le jardin mystique des
Saints. 1660.
liet dubbel boek der
Heiligen. 1909.
Leben der Heiligen
Gottes. 1879.
Legendenperlen. 1114.
Sainte Lydwine de
Schiedam. 1925.
Drie Mystieken. 1925.
Vilae Sanctorum 1593.
Jesuiten-kost 1726.
M artelaarsboek 4 700.
Den Singende Swaen.
Séraphische, illustrirte
Ordéns-Legende.
Acta Sanctorum 1694.
Levens der Heiligen.
1838.
comité niet ontging en wat. velen zich misschien
zullen herinneren als wij er hier de aandacht op
vestigen Reeds den eersten avond van de nu
Ioopende novene en verschillende andere avonden
viel het op, hoe vele malen we te hooren kregen
dankbetuiging voor verkregen gunst" En
niet alleen tijdens de novene, maar heel liet jaar
door zijn er van die dankbetuigingen gekomen,
zoodat zcei vele Dinsdagen de II. Mis om 9 uur
in 't. kapelletje tot, intentie droeg uit dankbaar
heid ter eere der II. Liduina".
Nog eens, mogen we niet niet dankbaar hart
verklaren, dat we met schitterend succl hebben
gewerkt. En vooral wat het la«.tst vermelde
betreft, mogen we niet c.on sta toeren, dat de
dikwijls herhaalde verzuchting„gebeurde er
maar eens iets bijzonders" niet meer op zijn
plaats is We behoeven niet terstond le roepen
„wonder", maar in het afgeloopen ja&i kunnen
we spiefcen van zeer iref jende gebedsverhooringen,
waarvan een overtuigend sprak „mei mij is een
wonder gebeurd door de voorspraak der H.
Liduina". Heusch, die vide „dankbetuigingen"
zeggen ons, dat St. Liduina, als hel moei, ook
door een wonderzal laten zien, dat zij Sehiedam-
sche blijft, ook in den Hemel, en dat ze dus
speciaal het vertrouwen der Schiedammers nooit,
zal beschamen. Èii hierin vinden wc gereeden
A. B. Koster Het kerkelijk jaar,
Malmberg 1911.
Roomsch kinderleven,
Malmberg 1924.
J. K. Huysmans, Vie de St. Lidwina,
Parijs 1901.
(Dit laatste draagt het stempel van Deken
Coppens en het autografiscli schrift van Huys
mans zeiven).
Mogen we nu nog even wijzen op een succes,
wat velen misschien ontgaan is, maar wat het
overgang om te komen tot een volgende be
schouwing, die we zullen noemen
Toekomstplannen.
Alvorens deze plannen afzonderlijk m l.e
leiden, willen we een moeilijkheid onder het oog
zien en beantwoorden. Allicht denkt iemand
alles goed en wel, maar wie zijn die mensclien,
die zich ,,SL Liduina-comité" noemen en waarom
moeten juist zij dat werk doen Ik voel daar ook
wel voor Hel, tentoonstellings-comité, waarvan
wij de voortzetters zijn, is gevormd uit mensclien
Is liet wonder, dat het tentoonstellings
comité van verleden jaar, na de volle waardee
ring van haur werk, zich stelde op het standpunt
„dankbaar, maar niet voldaan" Zij begrepen,
dat nog veel meer zou gedaan kunnen worden,
veel meer ook bereikt. En aangemoedigd door
bet, zeer waardeerend schrijven van Mgr. A. J.
Gallier, die „hoopte, dat het comité in de toe
komst ook zou blijven werken voor de eer en de
vereering der 14. Liduina", werd onder hooge
goedkeuring van den HoogEerw. Deken besloten,
dat dit comité permanent zou blijven als St.
Liduina-eomilé. In het eerste jaar van zijn
bestaan heeft „de buitenwacht" niet veel van
zijn arbeid gemerkt 1 Tocli hebben we niet
stil gezeten. In dit eene jaar zijn niet minder
dan tienduizend afbeeldingen der Heilige van
verschillende soort door ons verspreid. Onder
handelingen zijn aangeknoopt om te komen tot
een mooie St. Liduina-medaille de teekening
i is aangevraagd om de nis boven de deuren der