DAGBLAD WB&M WfÊMM EN OmSr^Et€EM. WEEK-REVUE. 49ste Jaargang. Zaterdag 31 Juli 1926 No. 14610 Telefoon InteïCoramiiHBftS 68085 Fosibus s 39. AdvsrtsntïSm 15 regel* 1.75, 'tlka rsgsl dwrboven 85 o ut, 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden msd«dsèling«n 75 e psr regel. Speciale conditiün voor herhaaldelijk adveriesren. Tarieven worden op aanvraag toegezonden. Incassokosten worden berekend. Bnreau» SOEMARXT L Abonnementen per 3 maasden f 2.70, per week 20 cent, franco per post 3.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 4 cent. Zaterdagavondnummer met Officieel Kerkbericht 10 ets. Gratis-Ongevallenverzekering S 500 lïij levenslange geheeie invaliditeit i 20Ü Mj verlies van een hand, voel of oog 2©6 hij iood1190 verlies van een duim; f 60 bij verlies van een wijsvinger; f 15 Mj verlies van eiken_anderenjvlnger. De verzekering wordt. gewaarborgd_dgoiHit®_rO^ TWEEDE BLAD. Binnenland. „We", d.w.z. wij, Hollanders, hebben deze week een wereld-kampioenschap verspeeld, maar een ander heroverd. Het verloren wereldkampi oenschap is dat van 't midden-zwaar of zwaar- midden of midden-zwaar-midden-gewicht met de juiste klasse-indeeling van de edele bokssport zijn we niet bekend verdedigd door den titelhouder van 't Hoff tegenover een Bel gischen meneer Delgne, die, naar we in de ver slagen lazen, gedurende 14 ronden ongenadige opmeppers kreeg, maar in de 15e ronde er in slaagde om zijn tegenstander voor 8 tëllen be wusteloos te slaan en hem, bij zijn eerste pogin gen om overeind te krabbelen, nog op een paar kaakslagen tracteerde, dat-ie als een gekeeld varken tusschen de touwen hing. We zijn er niet bij tegenwoordig geweest, maar we veronderstellen, dat 't vermelde schit terende einde gevolgd werd door het spelen der nationale hymne's, want 't schijnt, dat met zulke vechtpartijen nog nationale eer gemoeid is we zagen b.v. ook al levensgroote afbeeldingen van de koppen dezer vechters, gedrukt op ieders nationale kleuren. We moesten nu ons mond maar eens 'n beetje gaan houden over onze afkeer van de Spaansche stierengevechten. In de pers laten we nooit eene gelegenheid voorbijgaan om met een gepast ge voel van trots op onze moreele meerwaardigheid het bestiale van dat Spaansche genoegen te mis prijzen Maar een stierengevecht of een boksmatch, we zien niet zooveel onderscheid tusschen deze twee. Trouwens, voor die internationale kampioen schappen op sportgebied worden dikwijls men- schen afgevaardigd, die misschien geweldige pootelingen zijn, maar die vaak zooveel gemis aan geest, karakter en beschaving demonstree- ren, dat men zich schaamt te moeten lezen, dat „we" gewonnen hebben en „onze" vertegen woordigers het kampioenschap behaalden. Daar hebben we „onzen" grooten Piet Moes kops, die deze week op de banen te Milaan voor de vijfde maal het wereldkampioenschap in dé sprintwedstrijden behaalde „Onze" Piet zooals deze groote vaderlander populair genoemd wordt schijnt een geweldige kracht in zijn voeten te hebben en daarom de natuur zorgt altijd voor het herstel van het evenwicht mag men niet verlangen, dat het andere einde van zijn lichaam een zelfde overwicht bezit, maar daarmee is zijn ergerlijk en kwajongensachtig optreden te Milaan toch niet geheel te veront schuldigen. Misschien hecht de heer Moeskops geen be- teekenis aan ons nationaal embleem en heeft hij willen demonstreeren, dat voor hem de natio nale vlag gelijk is aanMisschien, zooals hij zelf schrijft, heeft hij het geheeie geval als een grap bedoeld, daar hij gewond was en om die rede de witte noodvlag heeft geheschen. We weten het niet. Wij, Hollanders hebben over het algemeen geen bijzonder gunstig oordeel over het door ons niet begrepen Italiaansch fascisme. Maar wat na het gebeurde te Milaan, de Italianen, in hun krankzinnige opwinding van nationalisme, denken moeten \an de Hollanders, die een ver tegenwoordiger naar hun land zenden om dèar hun vlag te bezoedelen, dat laten we aan de verbeelding onzer lezers over. De heer Moeskops heeft intusschen openlijk excuses aangeboden, nadat hem om het be schreven incident de kampioensshirt onthouden dreigde te worden. Zijn „nationale" gevoelens waren plotseling fel opgelaaid en 't was dan ook niet zonder de diepste ontroering van ons vader- landsche hart, dat we in de deftige „N. Ft. C." lazen „Vandaag was het Moeskops kwam, zag en overwon. Hij was ongenaakbaar. Hij vocht als een leeuw en gaf prachtig werk te zien. Zijn naam is wederom over de geheeie wereld gedragen en Holland, ons kleine mooie landje, waarvan hij op zijn eereronde de vlag triomphantelijk boven zijn hoofd zwaaide, donderend toegejuicht door 15.000 Italianen en nog tal van vertegenwoor digers van andere landen, de naam en de faam van Holland zijn over de geheeie wereld ge- kabeld." De „geneugten van het buiten-leven" zouden wel erg illusoir worden, als het voorbeeld van den Bussumschen roover navolging mocht vin den in dit liefelijke Gooische stadje schijnen de menschen geen rustig uur meer te beleven en we kunnen het ons begrijpen, dat ze aan de politie toestemming verzoeken om zich vuurwapens te mogen aanschaffen. De politie zelve schijnt niet bijzonder in staat te zijn om voor de veilig heid der inwoners te zorgen. Na den brutalen stationsoverval thans een bank-roof op klaar lichten dag, waarbij de dader geen motor, auto- of vliegmachine ter beschikking had, waarmede Amerikaahsche bankroovers plegen te ver dwijnen, maar een doodgewone fiets Erg ingewikkeld lijkt zoo'n geval voor een pientere politie toch niet. Intusschen, na eenige dagen heeft men in Amsterdam een verdachte gearres teerd. 't Is te hopen, dat 't dezen keer een goede greep geweest is en terwille van de rust der Gooi sche bevolking én om de reputatie der Bussum- sche politie. Na den stations-o vei val immers bleek deze ook al gauw met den „dader" bekend van de man werden "in de pers alle intimiteiten uit 's mans leven uitgesponnen en toen hij te Brussel gezocht en gevonden was, bleek, dat hij met de heele affaire niets, absoluut niels had uit te staan. Buitenland. Een dictatuur, óf een nationaal kabinet, zoo zeiden we in een vorig overzicht was nog de eerige uitkomst voor Frankrijk. Voorloopig is het met een nationaal kabinet geprobeerd, onder leiding van Poincaré. Zijn naam heeft een sug gestieven invloed en daaraan is het wel toe te schrijven, dat de franc na zijn optreden eenig herstel aanwees. Of de verbetering blijvend zal zijn, kan natuurlijk alleen de toekomst leeren. Een nationaal kabinet bevordert ongetwijfeld de eendracht in de Kamer en schept, zij het op kunstmatige wijze, eene meerderheid, waarmee voorloopig te regeeren valt, maar toch blijft 't. de vraag, of de zeer heterogene samenstelling van het kabinet -Poincaré en Plerriot zijn wel twee tegengestelde polen tot het nemen van krachtige maatregelen kan leiden, waarover allen het eens zijn. De naam Poincaré heeft een goede klank in Frankrijk, hij was de man, die in politicus den oorlog heeft weten te winnen. Of hij echte; ook den vrede aan kan Feit is, dat hij na den oorlog, als minister-president, geen gelukkige financieele politiek gevoerd heeft en ook het Roer-avontuur, door hem begonnen, Frankrijks aanzien niet bijzonder bevoordeeld heeft. Hopen we intusschen 't beste, voor Frank rijk en ook voor ons. Heel de Fransche (en Bel gische) handel is gedesorganiseerd de valuta koopjes zijn niet altijd voordeelig en ze fnuiken onzen reëelen binnenlandschen handel en onze industrie. In Rusland is ook niet alles botertje tot den bodem. Gelijk onder het Czarisme, vallen ook nu weer telkens regeeringsleiders „in ongenade." Zinowjef, wiens actie zoo vaak de buitenlandsche verhoudingen vergiftigde is uit hoofde van zijn oppositioneelen geest van al zijn functies ont heven. In Rusland is het nog steeds „opzitten en pootjes geven." Dat volk der Slaven met haar slaafschen geest schijnt nu eenmaal voorbestemd om autocratisch bestuurd te worden. De knoet regeert nog, zij het door anderen gehanteerd. Alle wegen der politiek zijn trouwens ondoor grondelijk. Het Bestuur der Duitsche Soc.-Dem. partij deelt officieel mee, voor de actie van het referendum, over onteigening van het vorsten- bezit ten behoeve der oorlogsslachtoffers, te hebben uitgegeven 2.042.055,91 Mark, ruim 2 millioen dus. Van de zijde van alle partijen, in het bijzonder der Nationalistische, is in die dagen met geld gesmeten en veilig mag het totaal der uitgaven voor de actie ten bate der oorlogs slachtoffers op 10-15 millioen Mark gesteld wor den. De actie heeft tot niets geleid, maar hoevele oorlogsslachtoffers zou men met die 10-15 mi'- lioen goudmark al vast geholpen kunnen hebben Amundsen, Nobile, Elsworth en hun aanhang sel hebben per „Norge" de Noordpool ontdekt Deze grpote mannen voeren nu een onverkwikke lijke publieke twist met elkaar, aan wien in de eerste plaats de eer toekomt. Eerst hebben ze de NoordpoM ontdekt nu geven ze aan het publiek de gelegenheid om de Noordpool-vaarders te ontdekken. Deze laatste ontdekking is weinig grootsch ROMEINSCHE KRONIEK. Rome, 17 Juli 1926. Een groot vriend der arbeiders. In een der grootste industriesteden van Frankrijk, in St. Etienne, vindt men heden een zeer bekend geworden en sociaal ongemeen nuttige inrichting, een plantagedorp voor ar beiders. Duizenden mijnarbeiders vinden hier een liefelijk, het familieleven en den bodem cultuur bevorderlijk onderkomen. De verdienste echter van den geheelen opzet en inrichting dezer tuinstad komt een katholieken priester toe, den Jezuitenpater Volpette. Zijn werkzaam heid van een baanbreker op sociaal gebied verdient in breederen kring bekend te worden gemaakt. Tot in het jaar 1894 heerschte onder de 90.000 arbeiders der stad slechts het roode vaan van het socialisme. Juist in dit jaar echter ontsloeg de staatswapenfabriek een groot aantal arbeiders en met de werkloosheid dientengevolge steeg de ellende. In dezen algemeenen nood kwam genoemde priester, die tot dan toe leeraar aan het Jezuitencollege in St. Etienne was, op den inval den arbeiders op een zeer praktische wijze te helpen. De rondom de stad gelegen mijnwerken beschikten over uitgestrekte landerijen, die niet bebouwd werden, omdat de maatschappij slechts aan de bergwerken dacht. Pater Volpette zamel de onder zijn kennissen de som van 200 francs en pachtte van de maatschappij een groot stuk land. Het was 400 vierkanten meter groot en bestemd voor 50 arbeidersfamilies. De afbake ning der verschillende stukken werd volvoerd en op een goeden Zondag trok de pater er met 50 gelukkige arbeiders naar toe. Deze eerste tuinstad werd Mariastad gedoopt. Door nieuwe collecten werd het noodige geld voor het on ontbeerlijke gereedschap, alsook voor het zaad opgebracht.50 Arbeidersfamilies hadden spoedig een kleinen, welbebouwden moestuin. En er volgde zoo een tweede, een derde en een vierde stad Doch al spoedig verhieven zich moeilijkheden, zelfs van katholieke zijde. Sommige enghartigen wilden de sociale leer der juist kort tevoren verschenen Pauselijke Encycliek „Rerum No varum" in het geheel niet begrijpen en beschul digden Volpette ervan, dat hij het communisme predikte en de menschen met gevaarlijke pro beersels land-gierig maakte. Spoedig bloeiden de tninhuisdorpen rondom de stad op „St. Jozef", „St. Stephen", „St. Michaël", „Sainte Croix", „St. Camille". Na tuurlijk was dat alles de vrucht van ontzaglijke moeiten en offers. „Wanneer zult u toch eens eenmaal met die stichtingen uitscheiden?" vroeg men vaak schertsenderwijze aan den pater. Wanneer ik duizend tuinen gesticht heb, gaf hij gaarne ten antwoord. Hij ging echter verder en bij zijn dood had hij er 1500 ingericht met even zooveel arbeidersfamilies, in het geheel 9000 zielen. Allen beschouwden hem als hun grpotsten weldoener en noemden hem een heilige. Voor de toelating tot een tuin stelde Pater Volpette de volgende voorwaarden 1. Men mag niet reeds ergens anders een huis en een tuin bezitten, die voor de eigen behoeften toereikend is. 2. Men moet. als een net- en zedelijk mensch bekend staan. 3. Men mag op Zondagen in de tuinen én huizen niet werken. 4. Men mag zijn tuin niet aan anderen verhuren. 5. De tuin moet zoo goed mogelijk bebouwd worden. Elkeen is echter vrij wat hij op zijn deel ver bouwen wil. Men heeft Pater Volpette voor de voeten geworpen, dat hij geenerlei voorwaarde, het godsdienstig leven betreffende, bedongen had voor de toelating tot zijn tuinsteden. Ja, hij verlangde zelfs niet eens een onderzoek of men kerkelijk getrouwd was en of de kinderen gedoopt waren. Ook uitgesproken socialistc-n en vijanden van de kerk werden zonder meer toegelaten. Aan één, die hem dit als onjuist voorwierp, antwoordde hij „U begrijpt niets van mijn idee, noch iets van de Pauselijke Encycliek over het, arbeidersvraagstuk. Ik wil, dat de menschen 's avonds een warme soep en een gezellig tehuis vinden. Want' hoe kunnen wij anders aan hen, die honger hebben, het Evangelie der liefde prediken, wanneer wij verzuimen hen werkelijk te helpen. En juist deze behandeling voerde dc menschen naar de kerk terug. Vele arbeiders zijn daarop kerkelijk getrouwd en hebben hun kinderen laten doopen, zonder dat men dit van hen ook maar het minst gecischt had. Elke, maar eenigszins opdringende wijze om te doen bekeeren ging hij ver uit den weg. Daarvoor vond hij een veel betere manier om zijn men schen tot een andere denkwijze te brengen. Zoo trof hij eens een uitgesproken communist, dien hij eveneens een tuintje verschaft had, juist bezig met zijn arbeid, Toen deze hem zoo (vol vreugde vertelde, hoe heerlijk zijn groenten opschoten, zeide de pater hem plotseling „Dat is schitterend, ja, dat zullen de buren ook heerlijk vinden". „Hoezoo vroeg de man. Wat gaat dat mijn biiren aan „Dat moet je niet zeggenwij zullen de vruchten van je arbeid onder allen gelijkmatig verdeelen". De man begon te protesteeren „Wat ik geplant heb, dat behoort aan mij „Dat is allemaal goed en wel", zei de pater, „maar we zijn toch allen broeders en derhalve moet het aap allen te zamen behooren". „Och neen, pater, kijk nou eens, mijn aard appelen zijn toch veel mooier als die van de anderen. Ieder arbeidt voor zichzelf". „Ieder voor zich en ieder voor allen. Alles moet gemeenschappelijk zijn. Dat is toch de socialistische leer". Toen sprong de man op „Pater, wanneer dat de socialistische leer is, dan ben ik van heden af aan geen socialist meer Aan mijn aardappelen zal niemand raken". Een anarchist, die men eveneens een tuin aangeboden had, wilde zich eerst vergewissen, of men hem hierom geen geloof aan God wilde opdringen. Hij kon het nauwelijks gelooven, dat men hem de algeheele vrijheid van levens beschouwing liet. „Waarom wilt u juist mij dien tuin geven", vroeg hij den pater. „U weet toch ,dat ik een anarchist ben". „Ongetwijfeld", zei de pater, „maar ik weet ook, dat ge een brave kerel zijt met een goede vrouw en zes kinderen, die honger hebben". „Maar dan bent u een grooter socialist dan ikzelf", meende de man. „Dat zou ik meenen Maar socialist naar mijn geestDe man 'kwam en werd spoedig een braaf katholiek. Zulke gevallen gaf het vele. Een bijzondere trots der tuinsteden was het zangkoor der knapen. Voor de nieuwe kerk der tuinstad gaf hun fijne gezang een bijzondere aantrekkingskracht. Het koor gaf ook in de stad St. Etienne zelf concerten, en wierp dan dikwijls een flinke winst af voor een liefdadig doel. Toen Volpette stierf, waren de arbeiders ontroostbaar. „Hij was onze grootste weldoener", zeiden ze en praten heden nog van hem als den edelsten volksvriend, dien zij hebben leeren kennen. Gemengd Nieuws, Brave kerels! Als volstrekt historsch vertelt mevr. Wynaendls Francken in de Vrij heid het volgende feit, vernomen van een rech terlijk ambtenaar, voor wien de zoogenaamde „scheepsverklaring" dezer dagen werd afge legd: „X zou met zijn motorschip het zeilschip van IJ van A. naar L. sleepen. Alles ging goed tot de beide schepen tusschen Marken en Urk ge komen waren. Toen werd het ineens zwaar weer en na eenigen tijd begon het gesleept wordende van TJ, dat veel water overkreeg, te zinken. X. moest de sleeptros kappen en diens stuur man haalde de boot met, zeer veel moeite. TJ, diens vrouw en twee jeugdige kinderen van boord en bracht ze bij X aan boord. Nog moet ik opmerken, dat X en IJ twee rasechten Gro ningers zijn. Nauwelijks was X hij IJ aan boord, of de laatste vroeg: waar is dien hond (dien, Duitsch dein -uw), Het bleek toen, dat IJ zijn hond, wélke met een ketting aan het hok vastlag, aan boord van het zinkende schip had gelaten. Het beest was klaarblijkelijk door X in zijn bezorgd heid voor vrouw en kinderen vergeten. Beide schippers kwamen tot de conclusie, dat het niet. aanging „het arme dier verzoepen te laoten", waarop X door de hooggaande golven weer naar het zinkende schip terugging. 'Hoewel de golven reeds over het dek spoelden, maakte hij den hond van de ketting los en bracht, hém in de boot bij X aan boord. Kort daarna verdween het schip in de .golven. Zou je die twee flinke Groningers niet dolgraag allebei hun handen schudden Door een kar doodgereden. Op de Roosendaalschelaan onder Bosschenhoofd had gisteren een droevig ongeluk plaats. De 17- jarige P. J„ aldaar woonachtig, reed met den melkwagen naar huis. Een jongen uit de buurt reed met hem mee. Volgens het ventje schrok livt. paard van een passeerenden auto cn sloeg op hol. De leidsels vielen van den wagen en P. J. trachtte ze vanaf de kar vooroverhangende over her paard, te grijpen. Hij viel en kreeg een der wielen over het hoofd. Vreeselijk verminkt werd de ongelukkige naar het „D. v. N.B." meldt, opgenomen. Eenige oogenblikken later was hij overleden. B a r t, 's o'nbluschbare liefde. Nu reeds langer dan 10 jaar wordt in Barneveld, zoo lezen wij in het U. D„ een 'geschiedenis af gespeeld, waarvan het einde helaas nog niet is te voorzien, en die voor de toeschouwers wel licht haar tragi-comische zijde niet mist, doch welke voor ten hoogst nette landbouwersfami lie uit de buurtschap Kallenbroek een totaal onlioudbaren toestand in het leven heeft geroe pen. Ongeveer 12 jaar geleden diende bij de fa milie v. d. P. een destijds 23-jarige boerenknecht zekere A. B. Van lieverlede bleek echter meer en meer, dat Bart, zooals hij algemeen genocnin wordt, een oogje op de eenige dochter des lan - bouwers, een 16-jarig meisje, geslagen had, naar aanleiding waarvan Bart de dienst wen opge zegd. En vanaf het ©ogenblik, dat Bar oe de boerderij verlaten heeft, meisje nooit met rust- gelaten. - ci u on ge dingen haalde Bart sedert uit. Telkens werd van dezen overlast aangifte gedaan [lc tie. doch geen proces-verbaal konl Bart weer houden om de inspraak van zijn hart te vol en En toen Maartje's leeftijd zachtjesaan meehradi dat ook het oog van andere jongelui met. welge- NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1926 | | pagina 5