BMGBLMB WB&H Bet Gommanisme in Indië. W EEK-REVUE. DITJES EN DATJES. MZew bMemM 0ff MÊSmm&Ê-mb 49ste Jaargang. Zaterdag 20 November 1926. No. 14714 Bureau KOEMARKT 4. Telefoon Intercommunaal G8085 Pnstbus 39. Abonnementen per 3 maanden 2.70, per week 20 cent, franco per post ƒ3.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 4 cent. Zaterdagavondnummer met Officieel Kerkbericht 10 ets. Posi cheque- en girodienst No. 81440. levenslange geheele invaliditeitf 200 f 15 bij verlies van eiken anderen vinger Advertentiën: 15 regels 1.75 elke regel daarboven 35 cent, 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag toegezonden. Incassokosten worden berekend. Gratis-Ongevallenverzekering f 500 bij duim; f 60 bij verlies van een wijsvinger; bij verlies van een hand, voet of oog f De verzekeringwordt gewaarborgd door TWEEDE BLAD. Blank en bruin. De communisten der Indische regeering leek den meesten onzer toch wel een beetje overdre ven toe zooveel bolsjewieken zou ons Insulinde wel niet bergen, meenden ze, en inderdaadwe geven het graag toe ook wij hadden wel eens den indruk, dat men onder het voorgeven het bolsjewisme te willen bestrijden, zich ontdeed van lastige en onbetrouwbare elementen. Maar ziet, ondanks al haar activiteit, blijkt de Indische regeering nog niet waakzaam genoeg te zijn geweest en hebben de z.g. communisten een massaal en georganiseerd verzet weten te ontwikkelen, dat alle kenmerken van een op stand tegen ons gezag draagt en in heel de be schaafde wereld de aandacht trekt. We spreken van z.g. communisten, omdat de beweging wel communistisch wordt geheeten, zoo goed als zeker geheel, door communisten is opgezet, doch niettemin wordt gedragen door massa's misleide inboorlingen, die van staat kundige hervormingen in het geheel geen be grip hebben, maar bij wie een duivelsche spe culatie op de, door grieven en griefjes verbitterde gemoederen de geest van verzet is opgezet en overgeslagen tot een nationalistisch of reli gieus fanatisme. Juist gelijk in China, waar een generaal Feng een troepje Cantonneezen hun eenvoudige landgenooten, die van alle bolsje wistische sympathiën volstrekt gespeend zijn, tot een vreemdelingenhaat hebben weten op te ruien en die onbewuste massa thans voor het nastreven van bolsjewistische oogmerken mis bruiken. Dagelijks wordt, middels telegrammen van den Gouverneur-Generaal, verzekerd, dat de regeering den toestand meester is, en we ons niet ongerust behoeven te maken. Voor het laatste bestaat inderdaad geen reden de re geering zal weinig moeite hebben om dit verzet nog te smoren. Maar wat dan Hoe is het mogelijk geweest, dat zoovele inlanders in het meest geciviliseerde deel van ons Indië door een paar raddraaiers tot zulk verzet konden worden opgewekt Hoe zal de regeering eene herhaling trachten te voorkomen en zal de wijze waarop het huidige vprzet gesmoord wordt, niet de basis leggen voor een nieuw verweer In een Engelsch blad lazen we eene verkla ring van het gebeurde. Het heet dan, dat de Hollanders in Indië er slechts op uit zijn om er te verdienen en dat ze niet denken om de in landers tot zelfbestuur op te voeden. Engelschen zijn beminnelijke menschen. Zij kunnen ons op deze manier de les lezen, omdat ze zelf, heel de geschiedenis door, steeds levende voorbeelden van volstrekte onbaatzuchtigheid geweest zijn. Zij hebben den Hollandschen boeren in Zuid- Afrika met hun arbeid en bloed gekocht bezit alleen ontroofd, niet wijl er goud en ander edel metaal in hun gebied verborgen lag, maar uit pure menschenliefde, vermoedelijk om de Afri- kaansche kaffers te beschermen Neen, om die Engelsche onbaatzuchtigheid moeten we lachen, maar toch in zake kolo nisatie kunnen we van de zonen Albinons wel wat leeren. Ze hebben de kunst steeds verstaan hun koloniën aan eigen profijt dienstbaar te maken, maar daarnaast hebben ze ook steeds begrepen, dat ze de onderworpen volkeren tot een groote mate van zelfbestuur moeten opvoeden, dat ze bij stukjes en beetjes de ge roofde vrijheid moeten hergeven, om uit de aldus verworven erkentelijkheid eene samenwer king op te bouwen. Zoo hebben ze zelfs de Afri- kaansche boeren tam gekregen die, in groote meerderheid, de ook hen voordeelige vriendschap met Albinon thans niet meer zouden willen ver storen. Hebben ook de Hollanders in Indië hun taak steeds zoo verstaan? laten we eerlijk erkennen dat daaraan wel wat mankeert. Uit alles is in de laatste jaren duidelijk gebleken, dat de inlanders, in het bijzonder die van Java, intel ligent genoeg zijn en ook de lust er in hebben, om zich te ontwikkelen. Wat we hier aan de hoogescholen e.d. van inlanders leeren kunnen, geeft ons 't voorbeeld van een goedig volk, met vlotte verstandelijke vermogens en innemende manieren. Welk beeld heeft echter de groote meerderheid Hollanders, ook die in Indië ver toeven of er geweest zijn, van de inlanders Ze heeten allen even onbetrouwbaar, Inlandsche bedienden zien bruin van het liegen en ze stelen als raven. De halfbloed, ook als hij in Holland verzeild raakt, wordt als „katjang" een minder waardig wezen geacht en de inlandsche vrouwen zijn net goed genoeg om als concubine eenige levensjaren van den Europeaan te veraangena men en dan met haar broed den kampong in gejaagd te worden. Natuurlijk er zijn uitzon deringen. Verbeeld u eens van niet Met een contract worden koelies tot een soort slaven gemaakt en als ze drossen om hun juk ff te schudden, dan worden ze - dat zal ge lukkig wel geen regel zijn, maar toch komt heel dikwijls voor met rotanslagen gegeeseld zelfs op gouvernementsbedrijven, zooals nog pas uit een proces gebleken is. Een Japansche ondernemer maakte het nog veel erger, zooals men dezer dagen in de bladen kon lezen. Dcge m 200 bij dood f 200 bij verlies van een deN.HoIl.Algem.Verz. bank Schiedam Een groote naam. Met een gezicht van ouwe lappen, waarover tranen met tuiten biggelden, sniksnokte de groote „Nieuwe Rotterdammer" de vorige week het volgende schokkende bericht „Een groote naam wordt door het slijk ge sleurd. Ricciotti Garibaldi, kleinzoon van den nobelen Italiaan, die voor de vrijheid en de eenheid van Italië heeft geijverd, blijkt niet anders te zijn dan een spion en aanbrenger van de fascistische politie." „Een groote naam wordt door het slijk ge sleurd." Maar waarin bestaat dan de grootheid van dien naam Garibaldi Een puzzle zonder prijzen Bedoelt men het aantal letters Dat is kwalijk aan te nemen, want toen on langs Lysbeth Bordenwaterputje, de stoven- zetster van Elfhuizen, wegens burengerucht gevonnist werd, slaakte de „N. Rott." geen zucht over de krenking van een grooten naam. Mogelijk bedoelt zij zedelijke grootheid voor welke opvatting ook pleit het bijvoegelijk naam woord „nobel" geplaatst nevens den Italiaan, „die voor de vrijheid en eenheid van Italië heeft geijverd." Ook die grootheid nemen we echter niet op gezag aan, zoolang er nog historie geschreven wordt. Voor ieder onbevangen mensch is Guiseppe Garibaldi nietê anders dan een avonturier, omdat hij behalve voor „de vrijheid en de eenheid van Italië" overal vocht waar er te vechten was. Het kan zijn, dat de strijd op Italiaanschen bodem voor hem bijzonder aantrekkelijk was, doch zijn levensgeschiedenis wijst uit, dat hij te koop was voor iedereen. Wanneer Garibaldi werkelijk een nobele Italiaan was geweest, dan had hij er beginselen op na moeten houden. Dat deed hij niet Toen Garibaldi de kans schoon kreeg, ver huurde hij zich als zee-kapitein bij den bey van Tunis en joeg als trouw dienaar van de „halve Maan", met een onbetrokken gezicht, de chris tenen over de kromme kling van zijn Turksche sabel. nen, die weggeloopen waren, maar weer opge vangen, moestea ontkleed arbeiden, werden soms een maand of lunger in een cel opgesloten, hun lichamen werden geteerd en velen moesten menschelijke uitwerpselen opeten. Zulke vree- selijke dingen zullen wel uitzonderingen zijn,maar dat die toestanden hebben kunnen duren en de ongelukkige slachtoffers al dien tijd niet hebben durven spreken, wijst op een knechtschap, die niet meer van dezen tijd mag zijn- Zulke toestanden wekken een verbittering, die de menschen toegangelijk maakt voor alle agita tie, al kwam ze van den duivel in persoon. Er zijn in Indië nog veel Hollanders met den ouden „kompenie" geest: „wij" zijn de baas en als 'n inlander iets te vertellen wil hebben, dan moet men den mond desnoods maar dichtge slagen worden. De nieuwe Gouverneur-Generaal eerst een paar maanden in dienst, heeft begre pen, dat communist en alle gedachten aan verzet gesmoord moeten worden, door samenwerking te zoeken met de inlanders, meer gelijkheid te brengen in de rechten en Indië tot een mate van zelfbestuur op te voeden. Het huidige verzet wordt nu al geweten aan de „slappe" houding van den gouverneur. Alsof de geest, die voor zulk een massaal optreden bcnoodigd is, in twee maanden geboren en gegroeid kan zijn. Die geest is ontsproten uit een wrok en wrevel van jaren. Zelfs in Katholieke bladen lazen we deze week van een kolonialen medewerker, dat tegenover deze woelingen „natuurlijk" weer te slap was op getreden Zonder weifelen moet van de wapens gebruik gemaakt worden, meent hij, en tegen over de leer van Christus, dat de liefde het eer ste en hoogste gebod is. leeraart deze profeet „In Indië "rrfoet vreezen voor liefhebben gaan." Als naar dit recept het huidige ver zet ge smoord wordt en indien de nieuwè Gouverneur- Generaal niet gesteund wordt in zijn pogen om voor het bestuur van Indië hulp van en samenwerking met de inlanders te zoeken, dan beteekent de huidige opstand voor de Holland- sche kolonisatie in Indië het begin van heteinde. Weer wat later verrichtte hij het zeer lugubere kaapvaardersbaantje voor de Zuid-Amerikaan sche republieken Rio Grande do Sul en Monte video. Waarlijk, zijn kleinzoon Ricciotti heeft niets gedaan, dat grond geeft voor de beschuldiging, een grooten naam door liet slijk gesleurd te hebben. Hij handelde juist in de lijn van zijn befaamden opa. Pe Prins van Wales valt nu eenmaal niet vér van zijn paard, nietwaar De „Nieuwe Rotterdammer" zal 't in haar hart wel geheel eens zijn met bovenstaande conclusie, maar de oude Garibaldi heeft den Kerkdijken Staat bestreden van daar, dat zij hem een plasdankje toedacht. 1913. Trotzki spreekt. Hij spreekt in een geheim vergaderzaaltje te Moskou tegen een handvol partijgangers. Met zijn klauw-achtige vingers en zijn krommen neus maakte -hij bewegingen, alsof hij de aan dacht van zijn gehoor tot zich halen wil. Hij spreekt schor en woest over regeeringswille- kcur die de propaganda der communistischen onderdrukthij schimpt op het volk, dat niet voldoende luisteren wil naar het evangelie van den haato als dat eens anders was 1 (Men ap- plaudiseert). 1916. Trotzki heeft meer vrijheid van spre ken gekregen 't volk luistert gewilliger dan voorheen. Trotzki tiert„Rusland is uitgemer geld 't volk wordt vermoord voor imperialis tische en kapitalistische dwaasheden. Een nieu wen tijd zonder tyrannen, een toekomst, open- bloeiend in vrede en welvaart, wacht ons eerst als wij communisten regeeren. (Stormachtige toejuichingen). 1917. De revolutie is geslaagd; de tsaar vermoord en de bloedvlag wappert van het Kremlin. Trotzki kraait victorie, hij schreeuwt neen, hij brult victorie. Zeker, de heilstaat is er nog niet, maar dat is een kwestie van tijd. Als eerst de Augiasstal maar gereinigd isals eerst de buitenlandsche bloedzuigers van 't arme lichaam der Russchischen Staat zijn ge schud als eerst Europa uit zijn oorlogsroes ontwaakt is, dan zal het aardsche paradijs in Rusland weer ontsloten worden. (Losbar stende bijval). Binnenland. De beslissing door de Tweede Kamer omtrent het Nederlandsch-Belgische Verdrag genomen, heeft de verzetsbeweging allerminst tot rust gebracht. Integendeel, alle krachten worden geconcen treerd om door middel van de publieke opinie de Eerste Kamer te bewerken, die het Verdrag 1919. De Augiasstal heet gereinigd de staatsschuld is geannuleerd, de vrede zweeft over Europa en Trotzki spreekt weer tot de Russen, die half verhongerd zijn.. Heftig beukt zijn vuist den katheder, heet gaat zijn adem in gloeiende woorden „Als eerst de reactie maar is neergeslagen, als eerst iedere Rus ons onderworpen is, dan zal het voorspoed geven. (Applaus). 1922. De reactie is neergeslagen, iedere Rus volgt uit vrees voor de Tsjeka de sovjetmannen de hongerenden zijn gestorven, maar geen schijn van voorspoed is gekomen. Trotzki beklimt zijn zwetsgestoelte weer en raastAls eerst het buitenland ons niet meer tegenwerkt als eerstmaar hij kan zwijgen, want 't volk klapt reeds in de handen. 1926. Het buitenland werkt niet meer tegen maar het blijft ellende. Trotzki wordt balsturig Eerst wil hij het hoofd in den wind gooien maar keert dan berouwvol tot den vader terug en spreekt weer. Verleden week Zaderdag speechte hij voor het Sovjet-congres en verdedigde zijn stelling „dat een werkelijke opleving van het socialistisch-economisch beheer in Rusland mo gelijk is als de overwinning van het proletari aat in de belangrijkste landen van Europa feit wordt." (De vergadering trappelde met de voeten lang zal-ie leven). We weten niet of deze voorwaarde door Trotzki gesteld, om 't hof van Eden binnen te gaan, vervuld zal worden, maar wel weten wij, dat de hoop op-een Eldorado even ij del zal blij ken dan ooit. De „als" van Trotzki vormen slechts het zand dat volksmenners de misleide menigte in het oog strooien om haar blind te maken voor het feit, dat het kwaad niet uitsluitend in een stelsel zit, doch hoofdzakelijk in den mensch zelf. Van die waarheid houdt Trotzki nietwant ze is moordend voor het applsus aan Sovjetmannen. De „arme" waarheid. „De waarheid vindt geen huisvesting." hoor den wij onlangs iemand klagen, en daar de geachte spreker aan het komende jaargetijde dacht, liep er een rilling langs zijn rug. Een rilling van medelijden met die arme verstooten waarheid. vermoedelijk in Januari a. s. te behandelen krijgt. We meenen, dat er weinig reden is om van onzen Senaat een andere beslissing te ver wachten dan van de Tweede Kamer, in welk laatste bestuurscollege vrij veel afgevaardigden huizen, die meer koopman dan politicus zijn, terwijl de Senaat vooreen groot deel bevolkt is met oude politieke rotten, die in een langdurige carriere geleerd hebben, hun blik een weinig verder te werpen dan tot aan de enge grenzen van het plaatselijke of nationale eigenbelang. De meening, meermalen geuit, dat eene aan vaarding van het Verdrag met een slechts ge ringe meerderheid, een noodlottigen indruk op de openbare meening in België en de vroegere geallieerde landen zou teweeg brengen, is niet bewaarheid geworden. Men is daar overal bij zonder ingenomen met het bereikte resultaat, roemt het ijveren van Minister van Karaebeek en geeft blijk zeer goed te begrijpen dat het voor een groot deel van ons volk moeilijk was om over de bezwaren heen te stappen, die het Verdrag ongetwijfeld aankleven. Overigens zullen we goed doen om de gevol gen van de beslissing der Kamer niet al te zwaar te tillen. Het Kanaal Antwerpen-Moerdijk, waar tegen de bezwaren in 't bijzonder geopperd zijn. zal er in afzienbaren tijd niet komen, over en weer wordt erkend, dat bij de huidige Eu- ropeesche verhoudingen de ontzaglijke sommen die er voor benoodigd zouden zijn, niet gevonden kunnen worden. Als het plan ooit tot uitvoering komt, dan zal Europa zich ook hersteld moeten hebben en zoowel handel als verkeer zich zoo hebben ontwikkeld, dat Antwerpen en Rotter dam naast elkaar en in vriendschappelijke con- curentie kuunen bloeifcn. Als het van de Volksvertegenwoordiging had afgehangen, zou ook het Noordzeekanaal er nooit gekomen zijn- Een uitvoering van dat plan zou tot gevolg hebben, zoo werd voorspeld dat m de Boompjes( een havenstraat) te Rot terdam het gras tusschen de steenen zou groeien. Koning Willem III heeft bij de uitvoering van het plan toch bewerkt en 't gevolg is, dat Rotterdam bij het gouden bestaansfeest van het Noord-zeekanaal, braaf heeft meegefuifd. Wel grazen er koeien in de Boompjes, maar 'tzijn slechts de finaneieele melkkoetjes van den Nederlandschen handel. „Goed voorgaan, doet goed volgen" heeft blijkbaar het jougmensch gedacht, dat op het stichtelijke Bussuinsche voorbeeld ook eens 'n kas berooven wilde. Hij koos daarvoor Drunen uit, maar, hoewel zijn opzet slaagde, had hij toch geen pleizier van zijn onderneming, daar de politie hem al gauw in den kraag had. Misplaatst medelijden in ieder geval Wij beklagen de waarheid niet op grond van het spreekwoord. Want dat spreekwoord is zeer onvolledig. 't Moest eigenlijk luiden De waarheid vindt geen huisvesting, bij hen die een kwaad geweten hebben. Die ongastvrijheid deert den bul leb ak- schen afwijzer meer dan de gestrenge aanklop- ster, want wie haar zijn huis ontzegt, brandmerkt zichzelf. Neen de waarheid is niet te beklagen Daar vliegen nog genoeg deuren voor haar open, daar kloppen nog harten genoeg voor haar wat goed en eerlijk is, sluit zich automatisch bij haar aan daar is zoowaar geen beter lot denkbaar De telegraaf bracht deze week het volgende bericht uit Andermatt,",De Fransche regee ring heeft het vertoonen van de film „Het moe derhart," die het lijden der moeders tijdens den wereldoorlog schildert, verboden." Ziedaar De waarheid vindt geen huisvesting bij hen die een kwaad geweten hebben. Wanner het een film was geweest, die het afschuwelijk krijgsbedrijf met een waas van valsche romantiek omsluierd had, dan zou de Fransche overheid, door het dolle heen zijn ge raakt van enthousiasme wanneer de verschrik kingen van den oorlog der moderne barbaren bedekt waren geworden door snorkende frazen over schitterende successsen, heldenmoed en velden-van-eerministers en gegalonneerden hadden een officieele eerste voorstelling gefa briceerd. Nu echter de keerzijde der medalje werd vertoond, een keerzijde, die sprak van bloed en tranen, zinneloosheid, duivelsche, wreedheden en moederlijden, nu moest de film verboden worden. De waarheid vindt De waarheid lacht om die grofheid zij Jacht ook om het gedoe van de autocraatjes, die op den ouden voet voortgaan, met het trek ken aan de touwtjes van de marionetten die hansworsterijen om het graf van den „onbe kenden soldaat" bedrijven zij lacht om de sprekers die op hun verkochte tongen, dikke woorden jonassen, want haar zal de victorie zijn de victorie ondanks alles „Als MAASLANDU3.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1926 | | pagina 5