OnzeVrouwenrubriek I VRIJDAG 8 JULI 1927 Schoonheids geheimen. Voor de jonge Meisjes. Toiietiafelije. Met onze baby op reis. Baby's wiegje op reis. Gebloemd japonnetje. Patronen naar Maat Kleedjes of speldenkussentje. ÜEKUË BLAi» f *mrn Wanneer je eens flink moedeloos wilt ■worden en gaan wanhopen aan al je levenskansen, dan moet je de adverten ties van toiletmiddeltjes en schoonheids- praeparaten gaan bestudeeren! Speciaal buitenlandsche, en heel in 't bijzonder Fransche mode- en vrouwenperiodieken weten je precies te vertellen, hoe schrik kelijk veel er aan je ontbreekt, en schreeuwen je als 't ware toe, hoe je 't toch waagt in Gods zonneschijn rond te wandelen, terwijl zóóveel onvergefelijke vergrijpen tegen de aesthetica op je gezicht en je heele verschijning te lezen staan! Uit de advertenties kun je leeren, dat je geen recht hebt, het hoofd fier om hoog te heffen, wanneer het niet ge kroond is door gegolfde lokjes, die metaal-achtig glanzen dat 't leven van een vrouw verwoest is, wanneer ze kleine haartjes op haar armen heeft, en dat je geen aanspraak kunt maken op de flauwste belangstelling, eer je je zomersproetjes bezworen hebt met een kuur, die ongeveer hetzelfde kost als je nieuwe zomerjurk. „De weg naar blijvend gelukl" triom feert de eene, boven een vlotten krabbel van twee stralende gelieven. Er onder vind je in wat bescheidener letter, de oplossing in een soort van tendenz-dia- loog, die niet onaardig herinnert aan de ouderwetsche „samenspraken" van broer en zus voor de koperen bruiloft van hun ouders. „Hoe toch," schuchtert „hij" met één vinger aan haar wang, „kom je aan die fluweelachtige huid, waardoor ik je heb leeren liefkrijgen?" „Door het trouw en dagelijksch ge bruik van Crème Die-en-Die!" antwoordt zij prompt. „Dan," voorspelt hij bemoedigend, „zal mijn liefde niet tanen en ons geluk niet verminderen, zoolang de firma Jan sen en Zonen de Crème Die-en-die in den handel brengt." „Welke vrouwen dragen de prijzen weg bij de levensrace?" tracht een andere je tot nadenken te stemmen. „Toch ongetwijfeld zij, die haar oogen baden in Extract X. IJ. Z.! Ontmoet ge een vrouw van ongemeene populariteit, vraag haar waaraan ze de betooverende expressie van haar blik dankt, die haar aller sympathie verzekert! Het antwoord zal zijn: aan het oogwater X. IJ. Z,! Voor haar, die deze verzorging verwaarloozen de nieten in de levens-loterijl Verkrijg baar in drie verpakkingen." Ja, wanneer we de heel speciale lek- kerbeetjes hooren opsommen, die ieder seizoen weer worden uitgevonden ter vertroeteling van allerlei onderdeeltjes van ons aangezicht, waarvoor we levens lang nooit andere égards hebben gehad dan de krachtige liefkoozingen met 'n spons vol goede, schoon niet altijd „spe- ciaal-samengestelde" zeep dan vragen we ons soms ontmoedigd af, hoe we in 's hemelsnaam tot nog toe altijd zoo te vreden met onszelf hebben kunnen zijn, enanderen met ons! Wat bezielde de naivelingen - waren ze dan steke blind voor de fatale ontstentenis van Crème Die-en-die en extract X, IJ. Z.?! Wanneer voor ons het zwaartepunt van ons vrouw-zijn niet in ons uiterlijk voorkomen ligt, kan de som van al zulke kleinigheden ons soms een blik gunnen in een heel andere wereld. Daar hebben we b.v. de Fransche vrouw. De gedachte aan haar verschijning, zooals anderen die zien, vormt de altijd-aanwezige ach tergrond van alle andere overwegingen, die haar geest kunnen bezighouden, en de bijna onwillekeurige zorg daarvoor van minuut tot minuut, is haar een twee de natuur geworden. Terwijl wij, wan neer we een geanimeerd gesprek voe ren, of in gedachten zitten of een straat oversteken, ons gewoonlijk totaal onbe wust zijn van ons uiterlijk, en tallooze mogelijkheden van gratie, pose, enne.... aanstellerij braak laten liggen, vergeet zij geen oogenblik, nut te trekken uit elke bezigheid, elk zich-verplaatsen, en deze bestudeerdheid is door de voort durende routine zóó discreet inge weven in het ongedwongen natuur-ge- baren, dat ze bijna niet te onderscheiden is van aangeboren elegance en charme. En dan haar tijdroovende behandelingen van huid, haar, silhouette en wat al niet die haar bijna tot een godsdienstigen ritus geworden zijn! Daarnaast lijken onze opvattingen over de verzorging waarmee we kunnen volstaan, werkelijk al heel primitief! Wanneer 't eens een avond niet zoo erg laat geworden is, en we niet zoo moe zijn als anders, willen we zoo wel 'ns, met 'n behagelijke gewaar wording van luxe en comfort, nog een half uurtje voor onzen toiletspiegel teu ten met 'n potje cold-cream en wat manicure-prulletjes, en als we tenslotte naar bed gaan, na een spontane neiging tot uitrekken wat kinderlijken ijver om gezet te hebben in een paar armbewe gingen, behoorende tot de kamergym nastiek voor eerstbeginnenden, voelen we ons zoo echt de veelzijdige vrouw, die naast nuttige werkzaamheden en in teressen een geregelde lichaams-cultuur niet verwaarloost! En toch komen we er zoo óók, toch zijn we gelukkig in die benijdenswaar dige onbewustheid van de jachtige worsteling om het geheim der onver- welkbare schoonheid, waaraan zooveel vrouwen dag voor dag haar levendste energie verspillen. Hebben we ons nooit eens afgevraagd, waarom mooie vrouwen, echte, erkende schoonheden, altijd zoo buitengewoon mooi zijn? ,,'n Beetje mooi" of „tamelijk mooi" komt eenvoudig niet voor de meeste vrouwen zijn heel gewoon of vrij leelijk, maar de „mooie vrouw" is zonder overgangen dadelijk betooverend. En daar zijn we ineens aan het werkelijke schoonheids-geheim. Dat is.... zelfvertrouwen! Zelfver trouwen in den goeden zin van het woord: het rustgevend geloof in eigen qualiteiten. En dat is voor een beauté natuurlijk nogal gemakkelijk: ze weet dat ze, zelfs al is ze moe, natgeregend of knorrig, er toch nog altijd veel beter uitziet dan andere vrouwen op haar best. En deze overtuiging maakt tachtig pro cent van haar schoonheid uit, en geeft haar dat beheerscht gemak-van-bewe gen, waaraan alle linkschheid of overla ding vreemd is. En toch zijn er vrouwen, die juist, wat die serene kalmte betreft, nog een belangrijken voorsprong hebben op haar beeldmooie zusters, welke die uitsluitend uit haar schoonheid putten. We vinden ze niet zoo héél vaak, maar de weinigen die we aantreffen, vertegenwoordigen alle graden van uiterlijke aantrekkelijk heid: er zijn schoonheden onder, en veel heele-gewoontjes, en ook bepaald-lee- lifke. m De vrouwen die zich diep en onveran derlijk bemind weten, en dat niet op de eerste plaats om haar uiterlijke hoeda- nigheden, maar om haar innerlijk, dat haar jeugd en schoonheid zal overleven zij zijn het, die die gelukkige, onbe zorgde tevredenheid bezitten met de gaven, die haar werden toebedeeld, en die rijpe, liefelijke waardigheid, die zach ter en bevalliger is dan de tallooze rus- telooze alluretjes, waarmee de op be hagen afgerichte belle zoekt op te val len. De vrouw, die een groote liefde de hare weet, verspilt daaraan haar vinding rijkheid niet. Zij is, ook zonder smeerseltjes en ang stig bijwerken van kleine onregelmatig heden, altijd op haar voordeeligst door haar groote rust en natuurlijkheid; ze geeft zich zooals ze is, omdat ze weet, dat ze zóó bemind en bewonderd wordt door den eenige, aan wiens hulde haar iets gelegen is. Alle anderen mogen haar gerust over het hoofd zien, en ze heeft dan ook soms tegenover vreemden die eigenaardige, bijna vluchtige vriendelijk heid, die zich niet de minste moeite geeft, een blijvenden indruk te maken, en juist daardoor dikwijls onweerstaan baar „interessant" gevonden wordt. Haar aantrekkelijkheid is niet een korte, geforceerde bloei; ze staat boven de jaren. Immers, wat het meest doet verouderen, is de vrees voor oud-wor den, voor het tanen van de algemeene belangstelling, die alleen in verganke lijkheid gold. 'n Vrouw die ons aankijkt met de benepen vraag in haar oogen: „Vind je me nflw niet te oud?" is al een aftandsche stakker! Wie iets beters heeft, vernedert zichzelf niet tot 't niveau van een verschoten wassen pop, door zelf toe te geven, dat ze heeft afgedaan wanneer rose en wit haar niet meer staat. Juist de wijde onbewustheid van 't dreigend naderen van den levensherfst en de veilige onverschilligheid daarvoor houdt haar jong en belangwekkend. De tijd is haar vijand niet; zij negeert zijn aanvallende houding, en hij heeft de pla gerige gewoonte, alleen te schaden wie hem vreest! Zou iemand willen gelooven dat wer kelijk liefhebbende echtgenooten voor hun vrouwen de beste en vertrouwdste fabrikanten van schoonheidsmiddelen zijn? Hjjn recepten zijn niet in den han del, ze blijven een zorgvuldig-bewaard familie-geheim, dat Jansen en Zonen vergeefs trachten na te bootsen in aller lei surrogaten voor hun talrijke clientèle van mindet-bedeelden! MACHTELD. len of rechten spiegel: de rand wordt in dezelfde kleur geverfd als het blad der tafel. Het blad beitsen is ook heel mooi, maar misschien wat lastiger. Het was beits moet er heel goed ingeboend wor den tot het mooi glimt. Bij een roode tafel staat parelgrijze stof heel smaakvol. De tafel en de stof kunnen echter el ke gewenschte kleur krijgen. Bij gebrek aan een houten tafeltje ne men we een hooge stevige kist, in dit geval bekleeden we ook den bovenkant. DINA. nAROuEMTE. Vorige week ontwierpen wij eenige vacantie-jurken, thans geven wij de mo dellen van drie meer gekleede jonge- meisjesjurken. No. 161, een eenvoudige jurk met glad corsage en aangerimpeld rokje, dachten wij in zwart en oranje geruite wollen mouseline. Het rechte vest lijkt ons het aardigst in zwart fluweel afgeboord met zijden tres of de stof der japon. Van een geheel ander genre is no. 162 een aardig deux-pièces costuum, bestaan de uit een geruit rokje, dat door twee uitspringende plooien wordt verwijd en v- Ieder meisje heeft wel graag zoo'n apart tafeltje, waar ze haar spulletjes op kan zetten, van die spulletjes, waar je zoo gaarne mee pronkt, die je zelf mooi ■«jindt, flacons en aardige doosjes en dan jg toiletbenoodigdheden, een toiletta feltje d u s ^eigenlijk. Hóevindenjullie zooiets als op het plaatje staat. We nemen daarvoor een gewoon wit houten tafeltje, schilderen het bovenblad mooi rood en maken er een ruime strook omheen van dunne, niet doorzichtige stof, die tot bijna op den grond hangt ,daar overheen nog een veel kortere ruime strook, een stevige kunnen maken, 't Lijkt mij Boven dit tafeltje hangen Vereen qva-y niet .ongescbiKt ook aan hoofd en yoe-ï Met baby op reis! 't Is voor de jonge Moeder een drukke tijd vol beslomme ringen, kleine zorgjes om alles keurig in orde te maken, op tijd klaar te ko men en zelf niet doodmoe te worden is de groote kunst. Vooral als er meer kleuters zijn en Vader tot 't laatste toe z'n bezigheden beeft, moet de moeder alles zelf bedisselen, en dan moet de stemming in huis een gezellige opgewek te zijn en niet bedorven worden door prikkelbaarheid ontstaan door de druk ke voorbereidingen; als alles goed voor bereid wordt behoeft 't jonge moedertje niet doodmoe te worden. Alles moet tot 't laatste toe kalm en rustig geschieden en op tijd. Een week van te voren be ginnen we aan de kleertjes. Alles wordt keurig gewasschen en gestreken in ge zellige bundeltjes saamgebonden door 'n lintje, baby heeft z'n eigen koffer waar in alles practisch wordt ingepakt. Een aparte reis nécessaire, waarin slonzen of waschhandjes, eigen stukje kinderzeep, fleschje boorwater, watten, klein fleschje sla- of olijfolie, poederstrooier, nagel schaartje en een doos grooet en kleine veiligheidsspelden worden opgeborgen. Zorg er voor, dat er een voldoend aan tal luiers, spuwlapjes, handdoeken bo ven in de koffer klaar ligt, want zenuw achtig gezoek is dan buiten gesloten, ook de toiletb.enoodigdheden moeten ^bij de hand liggen. Over t algemeen vind ik 't niet aanbevelenswaardig om met babies onder 't jaar uit te gaan. Thuis heeft 't alles en vaak is zoo'n kleintje heelemaal van de kook, een verre trein reis, veel in handen van familie en ken nissen, een ander wiegje of bedje, een geheel nieuwe omgeving. Ik geloof niet, dat ge dit een tweeden keer zult aan vangen. Maar er zijn natuurlijk gevallen, dat, wanneer alles rustig en op tijd kan ge schieden precies els in eigen huis^ dat de logeerpartij een gezellige afleiding kan zijn, voor alle huisgenooten. Vooral de „Grootmama's" kunnen 't jonge Moe dertje zoo heerlijk op haar gemak stel len en weten zoo precies, wat er alle maal noodig is. Voor de kleine zuigeling zag ik laatst 'n gezellige draagmand in den vorm van 'n ovale wieg met een bol deksel, waar van 't bovenste gedeelte van den rand open gelaten was door middel van klei ne spijltjes. De wand was gewatteerd en bekleed met cretonne met een klein bloemetje bedrukt. In 't mandje was een matrasje en kussentje en verder was dit reiswiegje opgewerkt als 't wiegehuisje thuis tot zelfs 't kruikje kon er nog in. 't Deksel met oversluitenden' rand werd met 'n flinke houten pen door de oogen gesloten en stevige handvaten aan beide zijden waren aangebracht om 't dragen tusschen moeder en vader in te vergemak kelijken. In den trein kan men 't deksel openzetten; om 't dichtvallen te voorko men, kan men een steuntje aanbrengen, zooals bij reiskolfers 't geval is. Een mandenmaker zal u er zeer zeker een casaque van toile de soie, waarvan sluitbies en zakjes met galalith-knoopen worden versierd. Bedrukte crêpe Vnaro- cain, voile, crêpe de chine en shantung zijn alle zeer geschikt om No. 163 te vervaardigen. Evenals bij No. 161 is het corsage van deze japon glad, het rokje is echter slechts aan de voorzijde inge- rimpeld. De garneering dezer jurk be staat uit: een opgenaaide rand aan den qnderkant van het rokje en verder uit manchetjes en das van effen crêpe of zijde in bijpassende of afstekende tint. MARGUERITE. teneinde een handvat aan te brengen om 't bij 't instappen in de lengte te nemen. Ook in de gevallen, dat er geen wieg of kinderbedje aanwezig is, kan dit ge- improviseerde baby-huisje goede diensten bewijzen; een stuk muskietengaas er over heen zal ook in den tuin de lastige ongenoode gasten buiten sluiten. De vacanties zijn in 't zicht, dus zult ge weldra genieten van bosch, hei of strand. Ik weet zeker, dat ge van uw baby-reismand heel, heel veel pleizier zult hebben voor weinig geld. Een prettige, rustige vacantie met heel veel mooi weer en volop zon zal uw kleuter doen terugkeeren als een djk bruin beertje! CORMA v. 'T LAM-TEEPE. Wanneer ge met baby op reis gaat, moet ge er zooveel mogelijk voor zor gen, dat hij even rustig kan liggen als thuis. Hiervoor kunt ge nevenstaande mand gebruiken, die ongeveer dezelfde grootte van z'n wiegje heeft, en waarin dus ook z'n bedje, dekentjes, kussentje, enz, gebruikt kunnen worden. De mand heeft natuurlijk een deksel, welke ge sloten is op de stations, waar ge moet overstappen, op dén weg van huis naar station en omgekeerd. De sluiting be vindt zich aan den zijkant, terwijl zich daar ook, zoowel links als rechts, een oor bevindt, om de mand te dragen. Aan dien kant, waar baby met het hoofdje ligt, bevinden zich spijltjes, waardoor versche lucht naar binnen kan komen. Nu moeten we de mand van binnen een zoo vroolijk mogelijk aanzien geven. Neem er een aardig pompadourtje voor, dit is niet duur, en kan toch leuk staan. Voor de geheele bekleeding der mand koopt ge dan 5 el stof van 70 c.M. breedte. Hiervoor knipt ge voor de mand zelf 6 strooken af, die 35 c.M. lang zijn. De zelfkantjes stikt men even aan elkaar, zoodat ge den lap rond krijgt, die ongeveer 420 c.M. wijd is. Aan den bovenkant rijgt ge eerst een inslag, die 3 c.M. breed is, en werkt den onderkant met een zoompje van J4 c.M. af. Nu meet ge even den omtrek van de mand aan den bovenkant, natuurlijk aan de binnenzijde, en ge knipt een stevigen lin nenband op deze lengte af. De 3 c.M. breede inslag rimpelt men in op de maat van den linnenband, en bevestigt dan 't pompadour stevig op den band. Aan den achterkant van den linnenband kunt ge op dezelfde wijze flanel zetten, zoodat ge de mand heerlijkwarm ge voerd krijgt. Hiervoor koopt ge Wt el flanel, en knipt het in 3 strooken van 34 c.M. lengte. Het flanel komt dan zoo goed als glad tegen den anderen kant van den binnen kant. Ook het deksel van de mand küïi't ge voeren. Ge knipt dan een oya&i, die den vorm van 't deksel heeft, "Denk er wel aan, dat het deksel hol is! Dan knipt ge weer een linnenband op dezelfde lengte als de ander is. Langs ■den buitenkant rijgt ge een 3 c.M. bree- den inslag, welken men weer inhaalt op de lengte van het band. Nu het eigenlijke bekleeden. Hiervoor laat ge aan den bo venkant der mand met kleine spijkertjes een band bevestigen, evenzoo in 't dek sel. Op deze band wordt later de lin- nenband, waarop het pompadour genaaid is, vastgehecht. Het goed in het deksel moet hier en daar met een klein stukje aan het rietwerk vastgehecht worden, daar het anders, wanneer de mand ge sloten is, naar beneden gaat hangen. Is het wiegje op reis wat vuil geworden dan kunt ge het goed weer gemakkelijk lostornen, alle9 Irisch wasschen en de mand staat weer klaar voor een vol gende reis. 't Is den laatsten laatste paar jaren tijd vooral de opmerkelijk, hoe de luxe op aji» gebied toeneemt, AI9 [men dos»- sta<) wandelt, kan men haagt 'niet zeggen, welke étalage er het t ÏÉieest smaakvol uitziet. Vooral de mo demagazijnen laten ons telkens weer nieuwe modellen en nieuwe stoffen zien. De gewerkte stoffen nemen steeds meer toe. Nu eens een effen stof met een breeden bewerkten rand, dan weer, is de heele stof met een klein bloem- motiefje bezaaid. Hierbij een japonnetje van een der gelijke stof. Het is een dun voile japon netje met ruim lijfje. Rokje bestaat uit 3 strooken, die ieder een keer of 5 in gehaald zijn. De effen voorbaan is van een van de kleuren, maar in een lich tere tint dan het bloem enmotief. Het lijfje en de strooken zijn afgebiesd met de meest domineerende tint van 't bloe- menmotief,- evenzoo de ceintuur en de slip aan den hals; alleen moet de kleur iets scherper zijn. Mouw is de blouse mouw, die pl.m. 10 c.M. boven den pols met een bandje wordt vastgehouden, waaraan het ruime stukje ondermouw wordt gezet, dat ook afgebiesd wordt. Aardig is het, dat als blauw de hoofd kleur van het patroontje is, de japon en de strooken met scherp blauw wor den afgebiesd. De ceintuur, die in een grooten strik eindigt, cn de slippen aan den hals zijn natuurlijk van dezelfde blauwe stof gemaakt. Inplaats van stof, kan men er ook lint voor nemen. Patroon 0.75, NELLY. Bovenwijdte. De geheele bovenwijdte wordt genomen over het breedst vaa den rug. (volg. voorb.) Taillewijdte. De taillewijdte wordt genomen strak om de taille. Heupwijdte. De heupwijdte wordt genomen 15 c.M. onder de taille, vooral niet te strak. Voorlengte. De voorlengte wordt geno men vanuit den hals tot het bandje. Zijlengte, De zijlengte wordt genomen vanuit bet oksel tot het bandje. Ruglengte. De ruglengte wordt geno men vanuit den rugwervel tot het bandje. Schouder-, Elleboog- en Polslengte, waarbij men steeds den centimeter bij den hals laat liggen, (volg. voorb.) Elleboogwijdte. Hierbij houdt men den arm gebogen, daar anders de mouw te nauw zou worden. Polswijdte. Vuistwijdte. Armsgatwijdte. Heele lengte. De geheele lengte van japon of mantel wordt vanuit den bals gemeten. Met het maatnemen gelieve men nauwkeurig op het voorbeeld te letten. De maten gelieve men bij bestelling van een patroon met het nummer van het gewenschte model duidelijk op te geven aan: „Het Patronen Kantoor" Post bus no. 1, Haarlem, onder bijvoeging van het bepaalde bedrag in postzegels. Men verwijze daarbij naar den naam van dit blad. Binnen enkele dagen volgt dan franco toezending van bet patroon. *CUA.V. FOISL. Prijzen der Patronen. No. 161 Japon met vest 1, No. 162 1.— No. 163 0.75. Di€ is een aardig motiefje voor een Richelieu handwerkje. En 't is niet moei lijk. Het komt zoo dikwijls voor, dat men een stukje linnen over heeft en niet weet, wat ermee te doen. Welnu, voor zoo'n klein handwerkje komt het goed te pas. Men begint met een passer op twee ronde doozen twee cirkels er op te trekken, de een wat kleiner dan de ander (met gewoon potlood, niet met inktpotlood. De potlood streepjes gaan er in de wasch wel uit). De grootste cirkel dient, om het randje er overal op gelijken afstand om heen te krijgen. Vervolgens teekent men het motiefje er in. Wil men een spelden kussen maken, dat aan beide zijden het zelfde is, dan moet men natuurlijk twee lapjes maken. De gaatjes in den rand laat men dan om en om open (op de teekenmg aangegeven door open en dichte stipjes). Later kan men dan door die gaatjes lint halen in de kleur van de stof, waarmee het kussen ais ondergroad bekleed is. JACQ,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1927 | | pagina 10