r
FEUILLETON
ZATERDAG 9 JUL! 1927
DERDE BLAD
PAGINA 2
ITALIë EN NEDERLAND
Notawisseling inzake scheepvaartwetten
MISLUKTE AANSLAG OP EEN KERK
GEEN BELGISCHE TOLUNIE
MET FRANKRIJK
DE DYNAMIET-ONTPLOFFING TE
ARENDONCK.
Nadere bijzonderheden.
GELIJKSTELLING VAN HET
ONDERWIJS.
MARINE EN MORALITEIT
Ontstellende cijfers
ER MOET IETS GEDAAN WORDEN.
HET VERZWIJGEN VAN
ONGEVALLEN
Ministerieele antwoorden op vragen
van den heer Drop
UITWIJZING VAN HONGAARSCHE
HET GEHEsM VAM DEN
ROODEN MOLEN.
afstandsmarsch en zonnesteek
Treurig incident tengevolge van een
verleidend" systeem
SINDS 11 JAREN 'T EERSTE ONGELUK
DE OVERVAL TE NIEUWWAAL
Beide daders gevonnist
VER. VAN NED. ARBEIDSBEURZEN
DE CURSUS-KWESTIE
DE ONBEWAAKTE OVERWEGEN.
-1
Op 28 Juni 1927 heeft op het Palazzo Chigi
te Home eene notawisseling plaats gevonden
tussehen den tijdelijk zaakgelastigd van Ne
derland te Rome en den Italiaanschen onder
secretaris van staat nopens de weder wij dsche
erkenning van scheepvaartwetten en scheeps
papieren.
DE SOVJET-CRISIS.
Arrestaties en terechtstellingen
duren voort.
De speciale correspondent van de Chicago
Tribune meldt uit Riga, dat de sovjet-regeering
door ernstige opstanden, die uit vele provin
cies bericht worden, door een gestadige stijging
van de kosten van levensonderhoud en van de
werkloosheid, en door de groeiende kracht van
de niei-bolsehewistisclie politieke arbeiders
organisaties de ernstigste binnenlandsche cri
sis sinds twee jaar doormaakt.
Zelfs de opleving van de roode terreur door
de tsjeka een paar weken geleden, na den
moord op den sovjet-gezant te "Warschau kon
s liet toenemend aantal aanslagen op sovjet
ambtenaren niet doen ophouden, en de terecht
stellingen van gijzelaars hebben weinig indruk
gemaakt op de bevolking, die weigert geterro
riseerd te worden.
Een hooggeplaatst buitenlandsch diplomaat
te Moskou zeide, dat de huidige heftige anti-
Engelsche campagne, welke door de sovjet
autoriteiten wordt geleid, een poging is om de
aandacht van de bevolking van binnenlandsche
op buitenlaadsche toestanden af te leiden, en de
bolschewiki hopen, dat hnn dreigen met den
oorlog een steun zal vormen voor de sovjet-
regeering.
Terwijl de roode terreur officieel gericht
is tegen de intellectueelen, gebruikt de tsjeka
deze meer als een dekmantel voor het gevan
gennemen van duizenden werklieden. De bui-
teniandsche vertegenwoordigers te Moskou
schatten, dat er 12.000 personen gevangen ge
nomen zijn sedert den moord op den gezant te
Warschau, terwijl de terechtstellingen te Mos
kou alleen gedurende deze periode iets meer
dan 200 zullen bedragen. Maar de berichten
over massa-arrestaties, terechtstellingen en
verbanningen hebben geen invloed op de groote
meerderheid van ontevredenen, die verlangen,
dat belangrijke veranderingen in de commu
nistische politiek, zullen aangebracht worden.
De „Reicbspost" meldt uit Boekarest, dat de
politie te Kischineff erin geslaagd is een aan
slag op de kathedraal te verijdelen. In de kerk
Werd een kelsche machine ontdekt, welke bij
ontploffing het geheele gebouw zou hebben ver-
verwoest. Men neemt aan dat dit het werk is
van bolschewistische elementen.
SS?
Onzen correspondent te Brussel meldt ons:
Gisteren werd door de commissie voor buiten-
landsche zaken van de Belgische kamer een
.vergadering gehouden, waarop de handelsbe
trekkingen met het buitenland werden bespro
ken, voornamelijk in verband met de met Frank
rijk gevoerde douane-onderhandelingen.
Door het Waalsch kamerlid Hubin werd de
gedachte van eien tollunie met Frankrijk verde
digd.
Deze ziens-,-ijz botste op den tegenstand van
ai de andere comlnissieleden.
Ook Vanaervelde. de Belgische minister van
buitenlandsche zaken, op de bijeenkomst aan
wezig, sprak zicli uit tegen een Fransch-Bel-
gische tohanie.
DE ANTWERPSCHE, HAVEN.
Onze BrusselBche correspondent schrijft ons:
In den Belgischen senaat is Donderdag-na
middag met algemeene stemmen het wetsont
werp goedgekeurd, houdende bekrachtiging van
de overeenkomst, gesloten tussehen den staat
en de stad Antwerpen, betreffende den afstand
aan de stad van grondgebied, gelegen op dep
rechter Seheldeoever benoorden de stad, tot uit
breiding van de Antwerpsche haven.
Over de dynamiet-ontploffing, welke in het
stille vreedzame dorp Arendonck, niet ver)
van de Nederlandsche grens, boven Turnhout,
gelegen, heeft plaats gehad, worden nog de
volgende bijzonderheden gemeld:
Omstreeks half 11 's morgens werd er
plotseling een zwaar dof gedreun gehoord.
De dorpsbewoners ijlden in de richting der
dynamietfabriek, waar een afzonderlijk staand
gebouw, waarin aan het gevaarlijk goedje ge
werkt werd, in de lucht bleek te zijn ge
vlogen. Van het heele gebouw bleef niets meer
over dan wat gruis.
Het bleek, dat zich 6 personen: 4 jeugdige
arbeiders en 2 werkmeisjes, in het gebouw
bevonden hadden. De slachtoffers waren echter
niet meer te vinden. Zij moeten aan stukken
gescheurd zijn, die dan in het rond verspreid
zijn geworden.
Droevige tooneelen speelden zich af onder
de bloedverwanten der slachtoffers, sommigen
gaven, door radelooze smart aangegrepen, op
luidruchtige wijze aan hun droefheid uiting,
anderen stonden als wezenloos te staroogen.
Het dorpje is door de ramp in diepen rouw
gedompeld.
PRAAG, 8 Juli (W.B.) Volgens een uitlating
van den Tsjechischen minister van onderwijs,
Hodza zal binnenkort in Slowakië een aan
vang gemaakt worden met de gelijkstelling van
het openhaar en het bijzonder onderwijs.
In het R. K. Marineweekblad schrijft een
inzender o.m. het volgende:
De Minister van MaTine heeft het verblijf
der ongehuwden in Indië weer op drie jaar
gesteld.
In het Georganiseerd Overleg was blijkbaar
de opmerking gemaakt dat het gevaar van
venerische infectie in het derde jaaT het meest
dreigend zou zijn.
De Mimister heeft daarop een schrijven ge
richt aan den voorzitter van het Georgani
seerd Overleg, waarin hij o.a. aldus schrijft:
„Uit de statistieken blftkt geenszins, dat,
wat venerische infectie betreft, het derde jaar
het gevaarlijkste zou zijn. Het tegendeel is
waar: bij een in Juli 1923 gehouden onderzoek
bleek, dat van 107 eerste infecties tijdens ver
blijf in Oost-Indië opgedaan, slechts 94 zijn
opgetreden na bet 2e jaar van het eerste ver
blijf in de tropen".
Nu vermeldt dit schrijven niet over hoeveel
jaren dit onderzoek geloopen heeft en dus mag
de conclusie niet te wijd genomen worden. Men
zou b.v. te ver gaan als men zou zeggen, dat
de volle honderd procent in Indië onzedelijk
leeft, naar slechte huizen loopt, met slechte
vrouwen omgaat; men ziet wèl uit die cijfers,
dat, als men tot onzedig leven komt, dat dit
dan reeds gebeurt In het eerste jaar, en dat
zelfs van degenen die nog vrij zijn gebleven,
er ten slotte in het tweede jaar nog 94 bij de
.1907 lichamelijk en zedelijk ten gronde gingen.
De redactie teekent hierbij o.m. het volgende
aan.
Met het constaieeren der feiten en er de
treurnis over uitspreken zijn we er niet. Er
moet iets gedaan worden! Reeds jarenlang
voert de R. K. Ver. van Marine Personeel een
bijna wanhopigen strijd juist tegen de toestan
den in Indië. Naar onze meening kan hier
alleen het zuiver beleven van de Christelijke
beginselen verbetering brengen.
Wij mogen niet zwijgen waar nog altijd
treurige toestanden bestaan, maar we mogen
evenmin zwijgen om te vragen,- neen, dTingend
en kraohtiig te verlangen, dat allen modewer
king verleenen om dergelijke toestanden uit
den weg te ruimen. Intusschen hebben de R. K.
Marinemannen den strijd aangebonden.
En wie het wèl meent met den marineman,
stetrne hen.
TREFFEN VAN SCHIKKING GEOORLOOFD.
Op de vragen van den heer Drop in verband
met de wijze van berechting der in het vorig
jaar geconstateerde overtredingen van art. 66
der Ongevallenwet 1921 betreffende verzwijging
van ongevallen hebben de li eer en Slotemaker
de Bruine, van der Vegte en Donner, Ministers
van Arbeid, Handel en Nijverheid, van Water
staat en van Justitie o.m. het volgende geant
woord:
I. In het jaar 1926 zijn door de Raden van
Arbeid ter zake van overtreding van artikel
66 der Ongevallenwet 1921, 20 processen-verbaal
opgemaakt tegen 14 verschillende werkgevers.
Van deze 20 processen-verbaal werden er 4 om
verschillende redenen door het Openbaar Mi
nisterie geseponeerd. In 9 gevallen vond open
bare berechting en veroordeeling plaats tot
een geldboete, subsidiair hechtenis, terwijl in
7 gevallen tot transactie werd overgegaan. On
der deze 7 gevallen waren er 6, welke mijndirec-
ties betroffen.
II. De bevoegdheid tot het aangaan van trans
acties, als onder het antwoord onder I bedoeld,
berust niet op het z.g. „Boete-wetje".
III. In .aanvulling op het bij het antwoord
op vraag I reeds medegedeelde; moge nog die
nen, dat van de 20 geconstateerde overtre
dingen vier werden begaan door één werkgever,
terwijl drie werkgevers ieder tweemaal in over
treding bleken. Ondergeteekenden zijn van oor
deel, dat publicatie van de namen der betrok
ken werkgevers, als niet in het algemeen be
lang geboden, achterwege behoort te blij
ven.
IV. Het treffen van schikkingen ter voorko
ming van strafvervolging js een wettelijk in
stituut, welks toepassing, indien de verdachte
een daartoe strekkend verzoek doet, alleen om
bepaalde redenen behoort te worden gewei
gerd. Er bestond, naar het oordeel van de oe-
trokken ambtenaren van het Openbaar Minis
terie en ondergeteekenden sluiten zich on
voorwaardelijk bij dat oordeel aan geen zoo
danige bepaalde reden, waarom hetzij in het
algemeen, hetzij aan de werkgeefster, de di
rectie der Staatsmijnen, in tegenstelling met
andere werkgevers, de toepassing van het in
stituut zou .moeten zijn geweigerd.
mijnwerkers.
De gedragslijn te Heerlen door
den minister goedgekeurd
Op de vragen van den heer L. L. H. de Visser
in verband met de uitwijzing van een aantal
hieT te lande werkzaam geweest zijnde Hongaar-
scbe mijnwerkers heeft de heer Donner, Minis
ter van Justitie o.m. het volgende geantwoord:
1. Bij de kennisneming der vragen was den
ondergeteekende bekend, dat vier (niet zes)
vreemdelingen, van wie drie Hongaren en een
Oostenrijker, hier te land als mijnwerkers
werkzaam, doch wien met 1 Juni j.l. ontslag
was gegeven, op 23 Mei 1.1. was aangezegd, dat
hun hier te lande geen langer verblijf werd
toegestaan dan tot op 1 Juni 1.1. en dat hun tot
op dien datum gelegenheid werd gegeven uit
eigen initiatief ons land te verlaten.
2. Naar aanleiding van een op 30 Mei 1.1. aan
den ondergeteekende gedaan telegrafisch ver
zoolt, had hij de betrokken autoriteit telegra
fisch verzocht een eventueele uitleiding op te
schorten tot hij zich ter zake rekenschap ge
geven zoude hebben.
3. Van een groepsgewijze fotografeeren is aan
den commissaris te Heerlen niets bekend;
evenmin heeft deze zich ooit beziggehouden
met het nagaan of Hongaarsche onderdanen
hun kerkelijke plichten al dan niet vervullen.
4. Ten huize van een der bedoelde vreemde
lingen is» door de politie op het vermoeden
van bezit van wapenen een onderzoek ingesteld
geworden. Te dier gelegenheid werd, o.a. door
het vinden van bladen, het bestaan vastgesteld
van een door de vreemdelingen gevoerd wor
dende communistische actie.
5. De ondergeteekende had zich, zooals uit 't
voorafgaand! blijkt, ter zake op de hoogte ge
steld en na kennisneming dezer aangelegen
heid tegen de voorgenomen gedragslijn van de
autoriteit ter plaatse geen bezwaar. Tot het
treffen van maatregelen is er derhalve voor
hem geen aanleiding.
door
DETECTIVE DUNN
(naar 't Engelseli).
35.)
Mijn dokter heeft me ernstig aangeraden
een lange zeereis te maken, maar ik houd niet
van de zee en zou veel liever Londen niet ver
laten, maar ik heb geen keus. Ik ga onmiddel
lijk m'n voorbereidingen treffen en hoop bin
nen enkele weken terug te komen,
't Spijt me zeer meneer, dit te vernemen
-ik bedoel wat mezelf bêtreft. Ik vrees name
lijk, dat U m'n diensten nu niet meer noodig
zult hebben!
Nu, ik kan je werkelijk niet meenemen
Chefïins. Ik zal dan m'n eigen bediende maar
moeten zijn. Wanneer ik terug kom en je hebt
nog geen nieuwe betrekking wil ik je weer
graag terug nemen. Je bent me goed bevallen,
Dank U, meneer. Ik hoop dat U er niets
op tegen hebt, om mij een getuigschrift te
geven?
Zeker niet. Natuurlijk zal ik je een maand
extra-salaris geven en nog een afscheids-fool
érbij.
U is zeer goed, meneer.
Blackstock telde hem z'n salaris voor en
voegde er een fooi van vijf pond bij. Cheffins
oogen blonken! 't Was meer dan hij verwacht
had.
Zou je er morgen al tussehen uit kunnen
knijpen? zei z'n meester.
Ieder uur is mij goed.
Goed. Ik ben van plan op de Willows te
^lijven, tot ik allés voor m'n réis gereed heb.
En Uw kieeren en andere dingen hier,
Öieneer. Moet ik ze niet inpakken?
Nee, dat denk ik niet. Ik weet namelijk'
hiig niet goed, wat ik meenemen wil.
L GbeffinS Vond 't niet erg dat z'n ïtoeëstèr dit
nog niet wist en hernieuwde z'n aanbod van
inpakken dan ook maar niet verder. Nu de zaak
toch zoover was afgehandeld en hij z'n duiten
in z'n zak had, had hij er niets op tegen om er
uit te knijpen, zooals z'n meester 't genoemd
had.
Heer en knecht, vertrokken den volgenden
morgen en Blackstock was blij, dat liij nu alleen
was. Cheffins had hem in zekeren zin altijd wat
last bezorgd. Een der redenen hiervan was,
dat hij nooit gewoon was geweest bediend tc
worden en 't was voor hem dan ook een heele
inspanning geweest de rol van deftig heer des
huizes te spelen vooral wat den beschaafden
spreektoon betreft.
Het was al erg genoeg voor hem, dat hij zich
op Chester Square bij Esmë Lorrimer zoo def
tig moest houden en als hij vandaar ging, was
hem niets liever dan al die grootelui's manieren
van zich af te schudden. Dat hij dat in tegen
woordigheid van Cheffins niet 'kon doen had
hem herhaaldelijk gehinderd. Nu was dit alles
voorbij.
Daar kwam nog bij, dat na dat indringerig
bezoek van Grisdale de verhouding tussehen
hem en z'n bediende opmerkelijk was gewijzigd.
Nadat Grisdale vertrokken was gedroeg Chef
fins zich wel beleefd, maar dikwijls was er een-
sluwe familiariteit in z'n manier van doen,
die Blackstock tegen stond, maar waarover hij
z'n bediende niet rechtstreeks durfde onderhou
den.
Er was nog iets. Zou Cheffins den naam Gris
dale niet gehoord hebben? Deze had, wel is
waar voorzorg genomen, z'n naam niet aan den
bediende te zeggen, maar in den loop van 't ge
sprek kon hij den naam wel hebben opgevangen.
Ook was Blackstock er vast van overtuigd, dat
Cheffins er geen been in zag, aan 't sleutel
gat, of op andere wijze, te staan luisteren.
Die vervloekte nieuwsbladen hadden na
tuurlijk Grisdale's naam, bij 't relaas van de
inbraak vermeld; dat was te verwachten dacht
hij en zou hem overigens minder hebben kun
nen schelen, wanneer hij zekerheid had, dat
Cheffins zich bij 't lezen niet herinnerd zou
hebben, dat Grisdale de naam was van den
kerel, die toen bij z'n meester was. Vervloekt,
die kranten, vervloekt iedereen!
Eén ëllendige gedachte schoot eensklaps door
z'n hersens. Goed bezien; was niet iedere per
soon, dien hij sedert 't aannemen van den naam
Dartnoll ontmoet had, voor hem een bron van
gevaar geworden? Zelfs Esmé Lorrimer. Ja,
vooral die. Met haar waren zijn zorgen en z'n
ongeluk aangevangen. Wanneer zou dit ein
digen?
Enfin, 't Was nu eenmaal zoo. Intusschen
mocht hij nu hopen, van al die vermoeiende
relaties binnen eenige dagen bevrijd te zijn,
zoo 't geluk hem diende. Op liet geluk kwam nn
alles aan.
Nu hij van Cheffins af was, bracht hij een
bezoek aan den makelaar, die hom 't huis in
de Jermijn Straat had verhuurd en vertelde
hem de oude geschiedenis betreffende -zijn ge
zondheid en 't advies van z'n dokter om een
zeereis te doen, naar een warme» klimaat. Zij
kwamen spoedig overeen omtrent de nog te be
talen huur en dit weer afgeloopen zijnde, huurde
hij een flinken auto, die de houten doozeu met
't servies gemakkelijk kon bergen en reed er
mee naar de Willows.
Daar wachtte hem een teleurstelling. De tim
merman was niet klaar gekomen met de doo-
zen; hij hoopte echter ze tegen den avond te
kunnen brengen. Op zich zelf vond Blackstock
dit niet zoo erg, daar hij 't servies toch in den
'avond wilde vervoeren. Alleen zat hij nu met
't inpakken, dat hij om Harvey te bedotten, met
groote nauwlettendheid wilde doen geschieden
en dus nog al tijd zou vergen.
't Was nu drie uur. De timmerman had be
loofd, dat de doozen vóór zeven uur klaar zou-,
den zijn Hoe moest hij die vier uren zoek ma
ken? Hij was tamelijk koortsachtig van onge
duld eu veronderstel, dat Bloxham of die Dew-
hurst weer eens naar de buitenplaats kwamen
afzakken! Veronderstel! maar wat had hij aan
veronderstellingen? Hij moest iets doen, dat zou
hém alleen verlichting géven. Hij kon 't in
huis niet meer uithouden Hij ging dus naar
buiten, onverschillig waar hij zou heen gaan
als hij maar-geen volk uit Chalworth tegen 't'
lijf liep.
Na eenigen tijd kwam hij in een smalle laan,
die uitliep op 't Chalworth Bosch en spoedig
was hij daar en liep over een smal pad aan
weerszijden met braamstruiken begroeid. Het
pad was zeer bochtig en de struiken, met hun
Een droevige gebeurtenis heeft een donkere
schaduw geworpen op den tweeden dag van de
afstandsmarsch en van den N. B. v. L. O.
De 32-jarige agent 2e M. van de Rotter-
damsche politie, K. Rozenboom, die Dinsdag
na 35 K.M. te hebben geloopen, te Elden door
de warmte was bevangen en moest uitvallen,
is in het hospitaal te Nijmegen overleden aan
zonnesteek, meldt het „Vad."
Hij was gehuwd, en vader van 5 kinderen,
Rozenboom heeft geheel onvoorbereid aan de
marschen deelgenomen. Het systeem bij de
Rotterdamsehe politie om 50 premie toe te
kennen aan hen, die de afstandsmarschen tot
een goed einde brengen, is funest gebleken;
het verleidt de mensehen om zich aan de
krachtproef te wagen ook zonder vooraf
gaande training. Om Rozenboom, die de
premie goed gebruiken kon, terwille te zijn,
heeft de leider hem bij het detachement der
Rotterdamsehe politie, die aan de marschen
deelneemt, ingedeeld.
Het Haagsche en Amsterdamsehe systeem
om alleen reis- en verblijfkosten toe te ken
nen, is beter.
Dit is het eerste ernstig ongeluk in de
elf jaren sinds afstandsmarschen worden ge
houden. Den Nederlandschen Bond voor
Lichamelijke Opvoeding noch der leiding van
de afstandsmarschen kan in deze eenig ver
wijt treffen.
Reeds eenige minuten nadat Rozenboom
tussehen Elden en Driel door de warmte be
vangen was, passeerde luit. Breunesen, de
chef van de controle ter plaatse en belastte
een sergeant met de zorg van den getroffene.
Toevallig kwam dr. van der Werff uit Lent
per fiets voorbij en hij requireerde een ge
meente-ziekenauto uit Nijmegen, waarmede
Rozenboom, die bewusteloos was, onmiddellijk
naar het hospitaal werd overgebracht. Aan
vankelijk zag men den toestand niet donker
in, maar toen deze Donderdagochtend ver
ergerd bleek te zijn, werd de familie tele
grafisch gewaarschuwd. Helaas was Rozen
boom een half uur overleden, toen de weduwe
in het hospitaal kwam.
Uit den aard was de stemming in het
bureau der afstandsmarschen gedrukt.
De andere deelnemer, die door de warmte
bevangen was, een sergeant van den land
storm, was weer zoo goed als hersteld.
Op 20 April j.l. had te Nieuwwaal, gemeente
Gameren, aan het veer over de Waal een
brutale roofoverval plaats.
De koopman A. A. B. uit Leerdam, riep W.
v. H. aldaar aan, heni over te zetten. Op
weg naar het bootje werd hij door W. v. H.,
bijgestaan door zijn broer A. v. H., plotseling
van achter besprongen. Zij wierpen hem een
zak over het. hoofd, beletten hem, door zijn
niond en neus dicht te houden, het roepen
om hulp en beroofden hem van zijn porte
feuille met 1500, welk geld nimmer is
terecht gekomen.
Beiden werden in voorloopige hechtenis
gesteld.
In de zitting van 23 Juni eischte de offi
cier van Justitie te Tiel, ter zake van
diefstal met geweldpleging in vereeniging
tegen den 35-jarigen A. v. H., die bekende
en voorgaf onder vrees voor zijn broer
gehandeld te hebben, twee jaar en tegen den
37-jarigen W. v. H. drie jaar gevangenisstraf,
beide straffen met aftrek van de preventieve
hechtenis.
De Tielsche rechtbank veroordeelde Donder
dag W. v. H. tot twee jaar en zes maanden
gevangenisstraf zonder en A. v. H. tot één
jaar en zes maanden gevangenisstraf met af
trek van het voorloopig arrest.
doornige takken, vrij hoog. Hij kon dan ook
maar nauwelijks eenige meters vooruit zien.
Eensklaps hoorde hij een vrouwenstem. Zij
was aan 't praten, maar de woorden kon hij
niet verstaan.
Zeer voorzichtig ging hij voorwaarts en hield
eindelijk stil, terwijl hij op z'n teenen staande,
rondkeek.
Hij zag een meisje in moedelooze houding
gezeten op een omgevallen boom. Juist viel
het zonlicht op haar gezicht. Zij sprak bij
zich zelf.
Hij herkende haar. 't Was Ivy Greenwood.
Hoe kwam Ivy hier? Hij.herinnerde zich nu,
dat zij op dat briefje, waarbij zij den armband
terugzond, geschreven had voor eenigen tijd
op 't land te zullen gaan. Het was dus zeer na
tuurlijk, dat zij haar geboorteplaats, Chal
worth, had opgezocht.
Wat kunnen de dingen toch raar loopen! In
't eerst was hij geneigd om terug te keeren,
daar hij er geen bizonder belang bij had, het
meisje te spreken. Maar toen dacht hij opeens
aan Diana.
Grisdale, de Willows, Bloxham, Dewhurst,
dit alles verdween ineens uit z'n geest bij de
gedachte aan Diana eu het schandelijk complot,
tegen haar gesmeed. Hij vroeg zich nu af, oï
Jim de Potlikker er in geslaagd zou zijn, z'n
honderd pond te verdienen, 't Zal wel niet ge
weest zijn. Dan Zouden de kranten wel, met
veel lawaai, het nieuws aam den man gebracht
hebben. Wacht! misschien kon hij omtrent
Diana wel iets te weten komen door bemidde
ling van Ivy. Hij sloop tot dicht achter liaar.
Ivy, zei hij, zacht.
Zij keek snel om, sprong van den boom af
'ën zei blozend en eenigszins bevend:
Meneer Dartnoll!
Hij schrok eenigszins van dien uitroep. Hoe
yrist zij dat hij Dartnoll genoemd werd?
Herinnert gij u mij dan? vroeg hij?
Haar antwoord verraste hém zeer. Had hij
gemeend, dat zij op de een of andere manier
erachter gekomen was, dat z'n naam Dartnoll
was en niet Curtis, zooals hij zich dien avond
in 't Eldorado had laten voorstellen.
Ja! Jk zal dien verschrikkelijken tijd, toen
u dat bezoek aan den Roodë'u Molen bracht en
ik u naar vader geleidde, nooit vergeten, ëven-
Algemeene vergadering te Deventer.
Donderdagavond werd in Hotel „De Wereld"
te Deventer de algemeene vergadering gehou
den van de Vereeniging van Nederlandsche
arbeidsbeurzen onder voorzitterschap van den
heer ir. J. W. Albarda.
Vertegenwoordigd waren 37 arbeidsbeurzen.
Do voorzitter opende met een kort woord
van welkom en herinnerde aan een belangrijke
gebeurtenis, waarvan men niet ver meer af is,
n.l. dat de arbeidsbemiddeling spoedig haar
wettelijke regeling zal hebben. Een vooront
werp is reeds gemeld gekomen.
In onzen kring vooral, zei spr., wordt het
groote ^ïut van een dergelijke regeling inge
zien.
Als bestuursleden werden herkozen de kee
ren Van Bruggen, Zutphen; Dalenoort, En
schede; Van der Mark, Roermond en Rosen-
kamp, Deventer, en als secretaris der vereeni
ging de heer Folmer.
In behandeling kwam nu de begroeting voor
het boekjaar 1927/28 van de vereeniging van
Ned. Arbeidsbeurzen en voor het kalenderjaar
1927 van den buitenlandseken dienst (arbeids
beurs Oberhansen en Correspondentschap Pa
rijs), resp. sluitende met een gelijk bedrag aau
ontvangsten en uitgaven van 4961.011/, en
19.410.
In verband met eerstgenoemde begrooting her
innerde de voorzitter aan den in de vorige al
gemeene vergadering te kennen gegeven
wensch om weer cursussen te doen houden ter
vermeerdering van de kennis op het gebied
der arbeidsbemiddeling. Het lesgeld is
door de commissie voorgesteld op 60 per
persoon, waarbij zij gerekend heeft op een
deelneming van 15 personen aan eiken cursus.
Er gingen in de vergadering stemmen op,
dat deze zaak niet voldoende zou zijn voorbe
reid en dat de vereeniging van directeuren er
niet in gekend was.
Na langdurige discussie werd besloten:
a. bedoelde cursussen in het komende win
terseizoen opnieuw te houden;
b. het opmaken van het leerplan over te
laten aan de door de vereeniging van Ned.
Arbeidsbeurzen en de Vereeniging van Direc
teuren ingestelde commissie;
c. het aantal deelnemers per cursus te be
palen op gemiddeld 15;
d. het lesgeld vast te stellen op 50 per
persoon en dit bedrag te verhoogen, wanneer
het aantal deelnemers niet voldoende is, dus
minder dan 15 bedraagt.
Op voorstel van den voorzitter besloot de
vergadering een maximum crediet van 1000
op de begrooting te brengen tot dekking van
de tekorten op de te houden cursussen.
Nog werd bepaald, dat het genomen besluit
voor één jaar zal gelden om dan aan de hand
der ervaring de zaak nader onder de oogen.
te zien.
De voorzitter deelde nog mede, dat het cur
sussen zullen zijn in arbeidsbemiddeling, werk
loosheidsverzekering en wat daarmede ver
band houdt.
Beide begrootdngen werden hierna vastge
steld.
Bepaald werd, dat de volgende algemeene
vergadering te Breda zal worden gehouden.
Paard en wagen door een trein gegrepen.
Een wagen met tapijten, vlechtwerken enz.
van de firma Vreeswijk uit Haarlem, is gister
morgen op weg van Meppel naar Steenwijk bij
den onbewaakten overweg te Onna door den
sneltrein, di>e te half tien- van Meppel naar
Leeuwarden vertrekt, gegrepen. Het paard werd
gedood en de wagen vernield; de begeleiders,
twee jonge manen, bleven ongedeerd. De trein
stopte.
DE NLEUWE NEDERLANDSCHE
GEZANT TE BERLIJN.
Rijkspresident Hindenburg ontving gisteren
den nieuwen Nederlandschen Gezant, Graaf
van Limburg Stirum, ter overhandiging van
zijn geloofsbrieven.
min als wat daarna gebeurde. Ik heb nooit
kunnen denken, dat u met z'n dood iets uitstaan
de kon hebben, maar ik moest aan de rechters
en aan de jusy alles vertellen wat ik wist, niet
waar?
Blackstock moest zich eerst eens bezinnen.
O! natuurlijk sprak zij over de getuigenis, die
zij bij 't proces had moeten geven. Hij onder
vond een aangename gewaarwording door haar
gezegde. Het bleek immers nu, dat de gelijke
nis tussehen wijlen Dartnoll en hem toch wel
inderdaad zeer sprekend moest zijn, dat Ivy
in hem, zonder dralen, den jonker herkende.
Hij mompelde iets, wat wist hij zelf niet goed,
in antwoord op hare verontschuldiging.
Ik moet u eens iets vragen, meneer Dart
noll, zei Ivy een beetje geagiteerd. Denkt U,
dat die man, die ingebroken heeft op de Wil
lows en er zoo verschrikkelijk is afgekomen;
denkt U, dat als hij hersteld is, hij voor langen,
langen tijd in de gevangenis zal moeten?
Wie bedoel je, stotterde Blackstock.
Grisdale, Bert Grisdale.
Ja, ongetwijfeld, zei hij met nadruk. Ver
moedelijk krijgt hij vijf jaar; misschien nog
wel meer als alles aan 't licht komt.
Bedoelt U, wanneer aan 't licht zou ko
men, dat hij 't was, die m'n armen vader dood
schoot?
Blackstock was eenigszins van zijn stuk go-
bracht.
Ben je zéker ervan, dat Grisdale het deed?
Nee, zeker ben ik er niet van. dat is te
zeggen: ik heb 't hem niet zien doen, maar ik
geloof vast, dat hij 't heeft gedaan. O! riep 't
meisje opeens uit; dat had ik niet moeten zeg
gen, meneer Dartnoll! O! toe meneer, vergeet
wat ik daar zei. Het zou m'n dood zijn, indien
ik weer voor 't gerecht moest verschijnen en
iemands dood, misschien, veroorzaken.
Maar, zoo je er niet zeker van bent, heb je
je daaromtrent ook niet ongerust te maken. In
ieder geval, vertel me eens alles watje ervan
weet, zei Blackstock, na een lang stilzwijgen.
5^, t (Wordt vervolgd.)
L'