r FEUILLETON ZATERDAG 9 JUL! 1927 DERDE BLAD PAGINA 2 ITALIë EN NEDERLAND Notawisseling inzake scheepvaartwetten MISLUKTE AANSLAG OP EEN KERK GEEN BELGISCHE TOLUNIE MET FRANKRIJK DE DYNAMIET-ONTPLOFFING TE ARENDONCK. Nadere bijzonderheden. GELIJKSTELLING VAN HET ONDERWIJS. MARINE EN MORALITEIT Ontstellende cijfers ER MOET IETS GEDAAN WORDEN. HET VERZWIJGEN VAN ONGEVALLEN Ministerieele antwoorden op vragen van den heer Drop UITWIJZING VAN HONGAARSCHE HET GEHEsM VAM DEN ROODEN MOLEN. afstandsmarsch en zonnesteek Treurig incident tengevolge van een verleidend" systeem SINDS 11 JAREN 'T EERSTE ONGELUK DE OVERVAL TE NIEUWWAAL Beide daders gevonnist VER. VAN NED. ARBEIDSBEURZEN DE CURSUS-KWESTIE DE ONBEWAAKTE OVERWEGEN. -1 Op 28 Juni 1927 heeft op het Palazzo Chigi te Home eene notawisseling plaats gevonden tussehen den tijdelijk zaakgelastigd van Ne derland te Rome en den Italiaanschen onder secretaris van staat nopens de weder wij dsche erkenning van scheepvaartwetten en scheeps papieren. DE SOVJET-CRISIS. Arrestaties en terechtstellingen duren voort. De speciale correspondent van de Chicago Tribune meldt uit Riga, dat de sovjet-regeering door ernstige opstanden, die uit vele provin cies bericht worden, door een gestadige stijging van de kosten van levensonderhoud en van de werkloosheid, en door de groeiende kracht van de niei-bolsehewistisclie politieke arbeiders organisaties de ernstigste binnenlandsche cri sis sinds twee jaar doormaakt. Zelfs de opleving van de roode terreur door de tsjeka een paar weken geleden, na den moord op den sovjet-gezant te "Warschau kon s liet toenemend aantal aanslagen op sovjet ambtenaren niet doen ophouden, en de terecht stellingen van gijzelaars hebben weinig indruk gemaakt op de bevolking, die weigert geterro riseerd te worden. Een hooggeplaatst buitenlandsch diplomaat te Moskou zeide, dat de huidige heftige anti- Engelsche campagne, welke door de sovjet autoriteiten wordt geleid, een poging is om de aandacht van de bevolking van binnenlandsche op buitenlaadsche toestanden af te leiden, en de bolschewiki hopen, dat hnn dreigen met den oorlog een steun zal vormen voor de sovjet- regeering. Terwijl de roode terreur officieel gericht is tegen de intellectueelen, gebruikt de tsjeka deze meer als een dekmantel voor het gevan gennemen van duizenden werklieden. De bui- teniandsche vertegenwoordigers te Moskou schatten, dat er 12.000 personen gevangen ge nomen zijn sedert den moord op den gezant te Warschau, terwijl de terechtstellingen te Mos kou alleen gedurende deze periode iets meer dan 200 zullen bedragen. Maar de berichten over massa-arrestaties, terechtstellingen en verbanningen hebben geen invloed op de groote meerderheid van ontevredenen, die verlangen, dat belangrijke veranderingen in de commu nistische politiek, zullen aangebracht worden. De „Reicbspost" meldt uit Boekarest, dat de politie te Kischineff erin geslaagd is een aan slag op de kathedraal te verijdelen. In de kerk Werd een kelsche machine ontdekt, welke bij ontploffing het geheele gebouw zou hebben ver- verwoest. Men neemt aan dat dit het werk is van bolschewistische elementen. SS? Onzen correspondent te Brussel meldt ons: Gisteren werd door de commissie voor buiten- landsche zaken van de Belgische kamer een .vergadering gehouden, waarop de handelsbe trekkingen met het buitenland werden bespro ken, voornamelijk in verband met de met Frank rijk gevoerde douane-onderhandelingen. Door het Waalsch kamerlid Hubin werd de gedachte van eien tollunie met Frankrijk verde digd. Deze ziens-,-ijz botste op den tegenstand van ai de andere comlnissieleden. Ook Vanaervelde. de Belgische minister van buitenlandsche zaken, op de bijeenkomst aan wezig, sprak zicli uit tegen een Fransch-Bel- gische tohanie. DE ANTWERPSCHE, HAVEN. Onze BrusselBche correspondent schrijft ons: In den Belgischen senaat is Donderdag-na middag met algemeene stemmen het wetsont werp goedgekeurd, houdende bekrachtiging van de overeenkomst, gesloten tussehen den staat en de stad Antwerpen, betreffende den afstand aan de stad van grondgebied, gelegen op dep rechter Seheldeoever benoorden de stad, tot uit breiding van de Antwerpsche haven. Over de dynamiet-ontploffing, welke in het stille vreedzame dorp Arendonck, niet ver) van de Nederlandsche grens, boven Turnhout, gelegen, heeft plaats gehad, worden nog de volgende bijzonderheden gemeld: Omstreeks half 11 's morgens werd er plotseling een zwaar dof gedreun gehoord. De dorpsbewoners ijlden in de richting der dynamietfabriek, waar een afzonderlijk staand gebouw, waarin aan het gevaarlijk goedje ge werkt werd, in de lucht bleek te zijn ge vlogen. Van het heele gebouw bleef niets meer over dan wat gruis. Het bleek, dat zich 6 personen: 4 jeugdige arbeiders en 2 werkmeisjes, in het gebouw bevonden hadden. De slachtoffers waren echter niet meer te vinden. Zij moeten aan stukken gescheurd zijn, die dan in het rond verspreid zijn geworden. Droevige tooneelen speelden zich af onder de bloedverwanten der slachtoffers, sommigen gaven, door radelooze smart aangegrepen, op luidruchtige wijze aan hun droefheid uiting, anderen stonden als wezenloos te staroogen. Het dorpje is door de ramp in diepen rouw gedompeld. PRAAG, 8 Juli (W.B.) Volgens een uitlating van den Tsjechischen minister van onderwijs, Hodza zal binnenkort in Slowakië een aan vang gemaakt worden met de gelijkstelling van het openhaar en het bijzonder onderwijs. In het R. K. Marineweekblad schrijft een inzender o.m. het volgende: De Minister van MaTine heeft het verblijf der ongehuwden in Indië weer op drie jaar gesteld. In het Georganiseerd Overleg was blijkbaar de opmerking gemaakt dat het gevaar van venerische infectie in het derde jaaT het meest dreigend zou zijn. De Mimister heeft daarop een schrijven ge richt aan den voorzitter van het Georgani seerd Overleg, waarin hij o.a. aldus schrijft: „Uit de statistieken blftkt geenszins, dat, wat venerische infectie betreft, het derde jaar het gevaarlijkste zou zijn. Het tegendeel is waar: bij een in Juli 1923 gehouden onderzoek bleek, dat van 107 eerste infecties tijdens ver blijf in Oost-Indië opgedaan, slechts 94 zijn opgetreden na bet 2e jaar van het eerste ver blijf in de tropen". Nu vermeldt dit schrijven niet over hoeveel jaren dit onderzoek geloopen heeft en dus mag de conclusie niet te wijd genomen worden. Men zou b.v. te ver gaan als men zou zeggen, dat de volle honderd procent in Indië onzedelijk leeft, naar slechte huizen loopt, met slechte vrouwen omgaat; men ziet wèl uit die cijfers, dat, als men tot onzedig leven komt, dat dit dan reeds gebeurt In het eerste jaar, en dat zelfs van degenen die nog vrij zijn gebleven, er ten slotte in het tweede jaar nog 94 bij de .1907 lichamelijk en zedelijk ten gronde gingen. De redactie teekent hierbij o.m. het volgende aan. Met het constaieeren der feiten en er de treurnis over uitspreken zijn we er niet. Er moet iets gedaan worden! Reeds jarenlang voert de R. K. Ver. van Marine Personeel een bijna wanhopigen strijd juist tegen de toestan den in Indië. Naar onze meening kan hier alleen het zuiver beleven van de Christelijke beginselen verbetering brengen. Wij mogen niet zwijgen waar nog altijd treurige toestanden bestaan, maar we mogen evenmin zwijgen om te vragen,- neen, dTingend en kraohtiig te verlangen, dat allen modewer king verleenen om dergelijke toestanden uit den weg te ruimen. Intusschen hebben de R. K. Marinemannen den strijd aangebonden. En wie het wèl meent met den marineman, stetrne hen. TREFFEN VAN SCHIKKING GEOORLOOFD. Op de vragen van den heer Drop in verband met de wijze van berechting der in het vorig jaar geconstateerde overtredingen van art. 66 der Ongevallenwet 1921 betreffende verzwijging van ongevallen hebben de li eer en Slotemaker de Bruine, van der Vegte en Donner, Ministers van Arbeid, Handel en Nijverheid, van Water staat en van Justitie o.m. het volgende geant woord: I. In het jaar 1926 zijn door de Raden van Arbeid ter zake van overtreding van artikel 66 der Ongevallenwet 1921, 20 processen-verbaal opgemaakt tegen 14 verschillende werkgevers. Van deze 20 processen-verbaal werden er 4 om verschillende redenen door het Openbaar Mi nisterie geseponeerd. In 9 gevallen vond open bare berechting en veroordeeling plaats tot een geldboete, subsidiair hechtenis, terwijl in 7 gevallen tot transactie werd overgegaan. On der deze 7 gevallen waren er 6, welke mijndirec- ties betroffen. II. De bevoegdheid tot het aangaan van trans acties, als onder het antwoord onder I bedoeld, berust niet op het z.g. „Boete-wetje". III. In .aanvulling op het bij het antwoord op vraag I reeds medegedeelde; moge nog die nen, dat van de 20 geconstateerde overtre dingen vier werden begaan door één werkgever, terwijl drie werkgevers ieder tweemaal in over treding bleken. Ondergeteekenden zijn van oor deel, dat publicatie van de namen der betrok ken werkgevers, als niet in het algemeen be lang geboden, achterwege behoort te blij ven. IV. Het treffen van schikkingen ter voorko ming van strafvervolging js een wettelijk in stituut, welks toepassing, indien de verdachte een daartoe strekkend verzoek doet, alleen om bepaalde redenen behoort te worden gewei gerd. Er bestond, naar het oordeel van de oe- trokken ambtenaren van het Openbaar Minis terie en ondergeteekenden sluiten zich on voorwaardelijk bij dat oordeel aan geen zoo danige bepaalde reden, waarom hetzij in het algemeen, hetzij aan de werkgeefster, de di rectie der Staatsmijnen, in tegenstelling met andere werkgevers, de toepassing van het in stituut zou .moeten zijn geweigerd. mijnwerkers. De gedragslijn te Heerlen door den minister goedgekeurd Op de vragen van den heer L. L. H. de Visser in verband met de uitwijzing van een aantal hieT te lande werkzaam geweest zijnde Hongaar- scbe mijnwerkers heeft de heer Donner, Minis ter van Justitie o.m. het volgende geantwoord: 1. Bij de kennisneming der vragen was den ondergeteekende bekend, dat vier (niet zes) vreemdelingen, van wie drie Hongaren en een Oostenrijker, hier te land als mijnwerkers werkzaam, doch wien met 1 Juni j.l. ontslag was gegeven, op 23 Mei 1.1. was aangezegd, dat hun hier te lande geen langer verblijf werd toegestaan dan tot op 1 Juni 1.1. en dat hun tot op dien datum gelegenheid werd gegeven uit eigen initiatief ons land te verlaten. 2. Naar aanleiding van een op 30 Mei 1.1. aan den ondergeteekende gedaan telegrafisch ver zoolt, had hij de betrokken autoriteit telegra fisch verzocht een eventueele uitleiding op te schorten tot hij zich ter zake rekenschap ge geven zoude hebben. 3. Van een groepsgewijze fotografeeren is aan den commissaris te Heerlen niets bekend; evenmin heeft deze zich ooit beziggehouden met het nagaan of Hongaarsche onderdanen hun kerkelijke plichten al dan niet vervullen. 4. Ten huize van een der bedoelde vreemde lingen is» door de politie op het vermoeden van bezit van wapenen een onderzoek ingesteld geworden. Te dier gelegenheid werd, o.a. door het vinden van bladen, het bestaan vastgesteld van een door de vreemdelingen gevoerd wor dende communistische actie. 5. De ondergeteekende had zich, zooals uit 't voorafgaand! blijkt, ter zake op de hoogte ge steld en na kennisneming dezer aangelegen heid tegen de voorgenomen gedragslijn van de autoriteit ter plaatse geen bezwaar. Tot het treffen van maatregelen is er derhalve voor hem geen aanleiding. door DETECTIVE DUNN (naar 't Engelseli). 35.) Mijn dokter heeft me ernstig aangeraden een lange zeereis te maken, maar ik houd niet van de zee en zou veel liever Londen niet ver laten, maar ik heb geen keus. Ik ga onmiddel lijk m'n voorbereidingen treffen en hoop bin nen enkele weken terug te komen, 't Spijt me zeer meneer, dit te vernemen -ik bedoel wat mezelf bêtreft. Ik vrees name lijk, dat U m'n diensten nu niet meer noodig zult hebben! Nu, ik kan je werkelijk niet meenemen Chefïins. Ik zal dan m'n eigen bediende maar moeten zijn. Wanneer ik terug kom en je hebt nog geen nieuwe betrekking wil ik je weer graag terug nemen. Je bent me goed bevallen, Dank U, meneer. Ik hoop dat U er niets op tegen hebt, om mij een getuigschrift te geven? Zeker niet. Natuurlijk zal ik je een maand extra-salaris geven en nog een afscheids-fool érbij. U is zeer goed, meneer. Blackstock telde hem z'n salaris voor en voegde er een fooi van vijf pond bij. Cheffins oogen blonken! 't Was meer dan hij verwacht had. Zou je er morgen al tussehen uit kunnen knijpen? zei z'n meester. Ieder uur is mij goed. Goed. Ik ben van plan op de Willows te ^lijven, tot ik allés voor m'n réis gereed heb. En Uw kieeren en andere dingen hier, Öieneer. Moet ik ze niet inpakken? Nee, dat denk ik niet. Ik weet namelijk' hiig niet goed, wat ik meenemen wil. L GbeffinS Vond 't niet erg dat z'n ïtoeëstèr dit nog niet wist en hernieuwde z'n aanbod van inpakken dan ook maar niet verder. Nu de zaak toch zoover was afgehandeld en hij z'n duiten in z'n zak had, had hij er niets op tegen om er uit te knijpen, zooals z'n meester 't genoemd had. Heer en knecht, vertrokken den volgenden morgen en Blackstock was blij, dat liij nu alleen was. Cheffins had hem in zekeren zin altijd wat last bezorgd. Een der redenen hiervan was, dat hij nooit gewoon was geweest bediend tc worden en 't was voor hem dan ook een heele inspanning geweest de rol van deftig heer des huizes te spelen vooral wat den beschaafden spreektoon betreft. Het was al erg genoeg voor hem, dat hij zich op Chester Square bij Esmë Lorrimer zoo def tig moest houden en als hij vandaar ging, was hem niets liever dan al die grootelui's manieren van zich af te schudden. Dat hij dat in tegen woordigheid van Cheffins niet 'kon doen had hem herhaaldelijk gehinderd. Nu was dit alles voorbij. Daar kwam nog bij, dat na dat indringerig bezoek van Grisdale de verhouding tussehen hem en z'n bediende opmerkelijk was gewijzigd. Nadat Grisdale vertrokken was gedroeg Chef fins zich wel beleefd, maar dikwijls was er een- sluwe familiariteit in z'n manier van doen, die Blackstock tegen stond, maar waarover hij z'n bediende niet rechtstreeks durfde onderhou den. Er was nog iets. Zou Cheffins den naam Gris dale niet gehoord hebben? Deze had, wel is waar voorzorg genomen, z'n naam niet aan den bediende te zeggen, maar in den loop van 't ge sprek kon hij den naam wel hebben opgevangen. Ook was Blackstock er vast van overtuigd, dat Cheffins er geen been in zag, aan 't sleutel gat, of op andere wijze, te staan luisteren. Die vervloekte nieuwsbladen hadden na tuurlijk Grisdale's naam, bij 't relaas van de inbraak vermeld; dat was te verwachten dacht hij en zou hem overigens minder hebben kun nen schelen, wanneer hij zekerheid had, dat Cheffins zich bij 't lezen niet herinnerd zou hebben, dat Grisdale de naam was van den kerel, die toen bij z'n meester was. Vervloekt, die kranten, vervloekt iedereen! Eén ëllendige gedachte schoot eensklaps door z'n hersens. Goed bezien; was niet iedere per soon, dien hij sedert 't aannemen van den naam Dartnoll ontmoet had, voor hem een bron van gevaar geworden? Zelfs Esmé Lorrimer. Ja, vooral die. Met haar waren zijn zorgen en z'n ongeluk aangevangen. Wanneer zou dit ein digen? Enfin, 't Was nu eenmaal zoo. Intusschen mocht hij nu hopen, van al die vermoeiende relaties binnen eenige dagen bevrijd te zijn, zoo 't geluk hem diende. Op liet geluk kwam nn alles aan. Nu hij van Cheffins af was, bracht hij een bezoek aan den makelaar, die hom 't huis in de Jermijn Straat had verhuurd en vertelde hem de oude geschiedenis betreffende -zijn ge zondheid en 't advies van z'n dokter om een zeereis te doen, naar een warme» klimaat. Zij kwamen spoedig overeen omtrent de nog te be talen huur en dit weer afgeloopen zijnde, huurde hij een flinken auto, die de houten doozeu met 't servies gemakkelijk kon bergen en reed er mee naar de Willows. Daar wachtte hem een teleurstelling. De tim merman was niet klaar gekomen met de doo- zen; hij hoopte echter ze tegen den avond te kunnen brengen. Op zich zelf vond Blackstock dit niet zoo erg, daar hij 't servies toch in den 'avond wilde vervoeren. Alleen zat hij nu met 't inpakken, dat hij om Harvey te bedotten, met groote nauwlettendheid wilde doen geschieden en dus nog al tijd zou vergen. 't Was nu drie uur. De timmerman had be loofd, dat de doozen vóór zeven uur klaar zou-, den zijn Hoe moest hij die vier uren zoek ma ken? Hij was tamelijk koortsachtig van onge duld eu veronderstel, dat Bloxham of die Dew- hurst weer eens naar de buitenplaats kwamen afzakken! Veronderstel! maar wat had hij aan veronderstellingen? Hij moest iets doen, dat zou hém alleen verlichting géven. Hij kon 't in huis niet meer uithouden Hij ging dus naar buiten, onverschillig waar hij zou heen gaan als hij maar-geen volk uit Chalworth tegen 't' lijf liep. Na eenigen tijd kwam hij in een smalle laan, die uitliep op 't Chalworth Bosch en spoedig was hij daar en liep over een smal pad aan weerszijden met braamstruiken begroeid. Het pad was zeer bochtig en de struiken, met hun Een droevige gebeurtenis heeft een donkere schaduw geworpen op den tweeden dag van de afstandsmarsch en van den N. B. v. L. O. De 32-jarige agent 2e M. van de Rotter- damsche politie, K. Rozenboom, die Dinsdag na 35 K.M. te hebben geloopen, te Elden door de warmte was bevangen en moest uitvallen, is in het hospitaal te Nijmegen overleden aan zonnesteek, meldt het „Vad." Hij was gehuwd, en vader van 5 kinderen, Rozenboom heeft geheel onvoorbereid aan de marschen deelgenomen. Het systeem bij de Rotterdamsehe politie om 50 premie toe te kennen aan hen, die de afstandsmarschen tot een goed einde brengen, is funest gebleken; het verleidt de mensehen om zich aan de krachtproef te wagen ook zonder vooraf gaande training. Om Rozenboom, die de premie goed gebruiken kon, terwille te zijn, heeft de leider hem bij het detachement der Rotterdamsehe politie, die aan de marschen deelneemt, ingedeeld. Het Haagsche en Amsterdamsehe systeem om alleen reis- en verblijfkosten toe te ken nen, is beter. Dit is het eerste ernstig ongeluk in de elf jaren sinds afstandsmarschen worden ge houden. Den Nederlandschen Bond voor Lichamelijke Opvoeding noch der leiding van de afstandsmarschen kan in deze eenig ver wijt treffen. Reeds eenige minuten nadat Rozenboom tussehen Elden en Driel door de warmte be vangen was, passeerde luit. Breunesen, de chef van de controle ter plaatse en belastte een sergeant met de zorg van den getroffene. Toevallig kwam dr. van der Werff uit Lent per fiets voorbij en hij requireerde een ge meente-ziekenauto uit Nijmegen, waarmede Rozenboom, die bewusteloos was, onmiddellijk naar het hospitaal werd overgebracht. Aan vankelijk zag men den toestand niet donker in, maar toen deze Donderdagochtend ver ergerd bleek te zijn, werd de familie tele grafisch gewaarschuwd. Helaas was Rozen boom een half uur overleden, toen de weduwe in het hospitaal kwam. Uit den aard was de stemming in het bureau der afstandsmarschen gedrukt. De andere deelnemer, die door de warmte bevangen was, een sergeant van den land storm, was weer zoo goed als hersteld. Op 20 April j.l. had te Nieuwwaal, gemeente Gameren, aan het veer over de Waal een brutale roofoverval plaats. De koopman A. A. B. uit Leerdam, riep W. v. H. aldaar aan, heni over te zetten. Op weg naar het bootje werd hij door W. v. H., bijgestaan door zijn broer A. v. H., plotseling van achter besprongen. Zij wierpen hem een zak over het. hoofd, beletten hem, door zijn niond en neus dicht te houden, het roepen om hulp en beroofden hem van zijn porte feuille met 1500, welk geld nimmer is terecht gekomen. Beiden werden in voorloopige hechtenis gesteld. In de zitting van 23 Juni eischte de offi cier van Justitie te Tiel, ter zake van diefstal met geweldpleging in vereeniging tegen den 35-jarigen A. v. H., die bekende en voorgaf onder vrees voor zijn broer gehandeld te hebben, twee jaar en tegen den 37-jarigen W. v. H. drie jaar gevangenisstraf, beide straffen met aftrek van de preventieve hechtenis. De Tielsche rechtbank veroordeelde Donder dag W. v. H. tot twee jaar en zes maanden gevangenisstraf zonder en A. v. H. tot één jaar en zes maanden gevangenisstraf met af trek van het voorloopig arrest. doornige takken, vrij hoog. Hij kon dan ook maar nauwelijks eenige meters vooruit zien. Eensklaps hoorde hij een vrouwenstem. Zij was aan 't praten, maar de woorden kon hij niet verstaan. Zeer voorzichtig ging hij voorwaarts en hield eindelijk stil, terwijl hij op z'n teenen staande, rondkeek. Hij zag een meisje in moedelooze houding gezeten op een omgevallen boom. Juist viel het zonlicht op haar gezicht. Zij sprak bij zich zelf. Hij herkende haar. 't Was Ivy Greenwood. Hoe kwam Ivy hier? Hij.herinnerde zich nu, dat zij op dat briefje, waarbij zij den armband terugzond, geschreven had voor eenigen tijd op 't land te zullen gaan. Het was dus zeer na tuurlijk, dat zij haar geboorteplaats, Chal worth, had opgezocht. Wat kunnen de dingen toch raar loopen! In 't eerst was hij geneigd om terug te keeren, daar hij er geen bizonder belang bij had, het meisje te spreken. Maar toen dacht hij opeens aan Diana. Grisdale, de Willows, Bloxham, Dewhurst, dit alles verdween ineens uit z'n geest bij de gedachte aan Diana eu het schandelijk complot, tegen haar gesmeed. Hij vroeg zich nu af, oï Jim de Potlikker er in geslaagd zou zijn, z'n honderd pond te verdienen, 't Zal wel niet ge weest zijn. Dan Zouden de kranten wel, met veel lawaai, het nieuws aam den man gebracht hebben. Wacht! misschien kon hij omtrent Diana wel iets te weten komen door bemidde ling van Ivy. Hij sloop tot dicht achter liaar. Ivy, zei hij, zacht. Zij keek snel om, sprong van den boom af 'ën zei blozend en eenigszins bevend: Meneer Dartnoll! Hij schrok eenigszins van dien uitroep. Hoe yrist zij dat hij Dartnoll genoemd werd? Herinnert gij u mij dan? vroeg hij? Haar antwoord verraste hém zeer. Had hij gemeend, dat zij op de een of andere manier erachter gekomen was, dat z'n naam Dartnoll was en niet Curtis, zooals hij zich dien avond in 't Eldorado had laten voorstellen. Ja! Jk zal dien verschrikkelijken tijd, toen u dat bezoek aan den Roodë'u Molen bracht en ik u naar vader geleidde, nooit vergeten, ëven- Algemeene vergadering te Deventer. Donderdagavond werd in Hotel „De Wereld" te Deventer de algemeene vergadering gehou den van de Vereeniging van Nederlandsche arbeidsbeurzen onder voorzitterschap van den heer ir. J. W. Albarda. Vertegenwoordigd waren 37 arbeidsbeurzen. Do voorzitter opende met een kort woord van welkom en herinnerde aan een belangrijke gebeurtenis, waarvan men niet ver meer af is, n.l. dat de arbeidsbemiddeling spoedig haar wettelijke regeling zal hebben. Een vooront werp is reeds gemeld gekomen. In onzen kring vooral, zei spr., wordt het groote ^ïut van een dergelijke regeling inge zien. Als bestuursleden werden herkozen de kee ren Van Bruggen, Zutphen; Dalenoort, En schede; Van der Mark, Roermond en Rosen- kamp, Deventer, en als secretaris der vereeni ging de heer Folmer. In behandeling kwam nu de begroeting voor het boekjaar 1927/28 van de vereeniging van Ned. Arbeidsbeurzen en voor het kalenderjaar 1927 van den buitenlandseken dienst (arbeids beurs Oberhansen en Correspondentschap Pa rijs), resp. sluitende met een gelijk bedrag aau ontvangsten en uitgaven van 4961.011/, en 19.410. In verband met eerstgenoemde begrooting her innerde de voorzitter aan den in de vorige al gemeene vergadering te kennen gegeven wensch om weer cursussen te doen houden ter vermeerdering van de kennis op het gebied der arbeidsbemiddeling. Het lesgeld is door de commissie voorgesteld op 60 per persoon, waarbij zij gerekend heeft op een deelneming van 15 personen aan eiken cursus. Er gingen in de vergadering stemmen op, dat deze zaak niet voldoende zou zijn voorbe reid en dat de vereeniging van directeuren er niet in gekend was. Na langdurige discussie werd besloten: a. bedoelde cursussen in het komende win terseizoen opnieuw te houden; b. het opmaken van het leerplan over te laten aan de door de vereeniging van Ned. Arbeidsbeurzen en de Vereeniging van Direc teuren ingestelde commissie; c. het aantal deelnemers per cursus te be palen op gemiddeld 15; d. het lesgeld vast te stellen op 50 per persoon en dit bedrag te verhoogen, wanneer het aantal deelnemers niet voldoende is, dus minder dan 15 bedraagt. Op voorstel van den voorzitter besloot de vergadering een maximum crediet van 1000 op de begrooting te brengen tot dekking van de tekorten op de te houden cursussen. Nog werd bepaald, dat het genomen besluit voor één jaar zal gelden om dan aan de hand der ervaring de zaak nader onder de oogen. te zien. De voorzitter deelde nog mede, dat het cur sussen zullen zijn in arbeidsbemiddeling, werk loosheidsverzekering en wat daarmede ver band houdt. Beide begrootdngen werden hierna vastge steld. Bepaald werd, dat de volgende algemeene vergadering te Breda zal worden gehouden. Paard en wagen door een trein gegrepen. Een wagen met tapijten, vlechtwerken enz. van de firma Vreeswijk uit Haarlem, is gister morgen op weg van Meppel naar Steenwijk bij den onbewaakten overweg te Onna door den sneltrein, di>e te half tien- van Meppel naar Leeuwarden vertrekt, gegrepen. Het paard werd gedood en de wagen vernield; de begeleiders, twee jonge manen, bleven ongedeerd. De trein stopte. DE NLEUWE NEDERLANDSCHE GEZANT TE BERLIJN. Rijkspresident Hindenburg ontving gisteren den nieuwen Nederlandschen Gezant, Graaf van Limburg Stirum, ter overhandiging van zijn geloofsbrieven. min als wat daarna gebeurde. Ik heb nooit kunnen denken, dat u met z'n dood iets uitstaan de kon hebben, maar ik moest aan de rechters en aan de jusy alles vertellen wat ik wist, niet waar? Blackstock moest zich eerst eens bezinnen. O! natuurlijk sprak zij over de getuigenis, die zij bij 't proces had moeten geven. Hij onder vond een aangename gewaarwording door haar gezegde. Het bleek immers nu, dat de gelijke nis tussehen wijlen Dartnoll en hem toch wel inderdaad zeer sprekend moest zijn, dat Ivy in hem, zonder dralen, den jonker herkende. Hij mompelde iets, wat wist hij zelf niet goed, in antwoord op hare verontschuldiging. Ik moet u eens iets vragen, meneer Dart noll, zei Ivy een beetje geagiteerd. Denkt U, dat die man, die ingebroken heeft op de Wil lows en er zoo verschrikkelijk is afgekomen; denkt U, dat als hij hersteld is, hij voor langen, langen tijd in de gevangenis zal moeten? Wie bedoel je, stotterde Blackstock. Grisdale, Bert Grisdale. Ja, ongetwijfeld, zei hij met nadruk. Ver moedelijk krijgt hij vijf jaar; misschien nog wel meer als alles aan 't licht komt. Bedoelt U, wanneer aan 't licht zou ko men, dat hij 't was, die m'n armen vader dood schoot? Blackstock was eenigszins van zijn stuk go- bracht. Ben je zéker ervan, dat Grisdale het deed? Nee, zeker ben ik er niet van. dat is te zeggen: ik heb 't hem niet zien doen, maar ik geloof vast, dat hij 't heeft gedaan. O! riep 't meisje opeens uit; dat had ik niet moeten zeg gen, meneer Dartnoll! O! toe meneer, vergeet wat ik daar zei. Het zou m'n dood zijn, indien ik weer voor 't gerecht moest verschijnen en iemands dood, misschien, veroorzaken. Maar, zoo je er niet zeker van bent, heb je je daaromtrent ook niet ongerust te maken. In ieder geval, vertel me eens alles watje ervan weet, zei Blackstock, na een lang stilzwijgen. 5^, t (Wordt vervolgd.) L'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1927 | | pagina 10