FEUILLETON
MAANDAG 8 AUGUSTUS 1927DERDE BLAD
7 -^PAGINA 4
VERBETERING VAN DE LINGE
NOG GEEN ONTWAPPENING!
Een marine-reserve in Amerika
SCHAAKRUBRIEK.
HET GOUD.
Ontwatering van het stroomgebied
van Linge en kanaal van Steenenhoek.
HET RAPPORT DER COMMISSIE VAN
ONDERZOEK.
Verschenen is het rapport van de Linge-
commissie, welke in overleg tusschen Ged.
Staten der provincies Gelderland en Zuid-Hol
land onder voorzitterschap van dr. C. Lely,
oud-Minister van Waterstaat was ingesteld, en
tot opdracht had een onderzoek in te stellen
naar den toestand met betrekking tot:
A de ontwatering van de landstreek, vor
mende het stroomgebied van de Linge en het
Kanaal van Steenenhoek;
B. de scheepvaart op de Linge en de Korne.
De commissie doet op grond van haar onder
zoek de volgende voorstellen:
V erbeteringswerken.
1. voor de verbtering van de loozing van het
als boezem dienst doende benedengedeelte der
Linge: stichting van een krachtig gemaal te
Steenenhoek met bijkomende werken totaal ge
raamd op 900.000;
2. voor de verbetering van de afwatering van
het bovengedeelte der Linge; verruiming van
de Boven-Linge met bijkomende werken in
totaal geraamd op 900.000;
3. voor de verbetering van de Beneden-Linge,
in hoofdzaak ter voorziening in de behoeften
van de bestaande scheepvaart en rekening hou
dende met latere uitvoering van de onder 4,
genoemde nieuwe scheepvaartverbinding; ver
ruiming van de Beneden-Linge met afsnijding
van bochten, wijziging van de brug voor ge
woon verkeer te Geldermalsen en van de slui
zen te Asperen met bijkomende werken, ge
raamd op 1.500.000, waarvan geacht kan wor
den 350.000 ten behoeve van de verbetering
der afwatering noodig te zijn;
4. in het belang van de scheepvaart en de
nijverheid in het algemeen:
a. bij totstandkoming van een Amsterdam
Rijnkanaal volgens een der tracê's Vianen
Tiel of Wijk bij DuurstedeTiel;
uitvoering van een verbinding tusschen de
Linge in Oostelijke richting met de Waal en de
Lek via het Rijnland, zoodat een doorgaande
vaarweg van Gorinchem via Geldermalsen naar
de Waal en de Lek wordt verkregen bevaar
baar met schepen tot 600 ton laadvermogen,
waarvan de kosten, na aftrek van de onder 3
genoemde werken, geraamd zijn op 1.500.000
bij aansluiting aan het tracé VianenTiel en
1.800.000 bij aansluiting aan het tracé Wijk
bij DuurstedeTiel;
b. wanneer met zekerheid vaststaat, dat het
Rijnkanaal tusschen Lek en Waal niet volgens
een der tracés, waarbij een goede aansluiting
mogelijk is, zal tot stand komen: uitvoering
van een verbinding in Oostelijke richting via
Wadenoyen, waarvan de kosten, na aftrek van
de onder 3 genoemde werken, geraamd zijn op
2.700.000;
5. ter verbetering van de waterinlating:
voor de Boven-Linge; inrichting van den be-
s taanden toestand zooveel mogelijk op behoud
van het van nature op het stroomgebied ko
mende water;
voor de Beneden-Linge: a. in afwachting van
de totstandkoming van een Amsterdam—Rijn
kanaal regeling van de waterinlating door het
inundatiekanaal; b. bij totstandkoming van
een AmsterdamRijnkanaal volgens een der
tracés Vianen—Tiel of Wijk-bij-Duurstede—
Tiel, regeling van de waterinlating uit. het
Rijnland; c. wanneer met zekerheid vast staat,
dat het Rijnkanaal tusschen Lek en Waal niet
volgens een der genoemde tracés zal tot stand
komen, zoo noodig verbetering van de waterin
lating door het inundatiekanaal.
Administratieve maatregelen.
Omtrent de wijze waarop de werken zouden
zijn tot stand te brengen en de ten aanzien van
de instandhouding en exploitatie te treffen
administratieve maatregelen meent de com
missie te moeten voorstellen:
A. reorganisatie en uitbreiding van het be
staande Waterschap van de „Linge-uitwate-
ring" tot een* nieuw „Waterschap van de Lin
ge", waarin het geheele ruim 71000 H.A., groo-
te stroomgebiel van de Linge is vereenigd, welk
waterschap behalve met de behartiging der
belangen van de afwatering ook met de behar
tiging der belangen van de Waterinlating en
van de scheepvaart wordt belast;
RECTIFICATIE VAN No. 3831,
Hier gelieve men den zw. pion van eG naar e7.
te brengen.
Oplossing: 1 Pblc3 enz.
B. het treffen van administratieve maatre
gelen bij en na de oprichting van het Water
schap van de Linge.
Verdeeling der kosten.
Omtreut de verhouding, in welke billijk
heidshalve door de betrokken publiekrechtelij
ke lichamen in de kosten zal zijn bij te dra
gen meent de Commissie te kunnen voorstel
len:
I. voor de direct uit te voeren verbeterings-
werken hierboven genoemd onder 1, 2 en 3 tot
een totaal bedrag van 900,000 -f 1.200.000
4- 1.500.000 3.600.000, de volgende ver
houding:
Het rijk 2.050.000 of ongeveer 57 pet., de
provincie Gelderland 550.000 of ongeveer
15 pet.; de provincie Zuid-Holland 250.000
of ongeveer 7 pet., en het Waterschap van de
Linge 750.000 of ongeveer 21 pet.
II. Voor de hierboven onder 4a genoemde
scheepvaartverbinding tusschen de Linge in
Oostelijke richting met de Waal en de Lek via
het Rijnland afhankelijk van het tracé van
het Rijnland waarop kan worden aangesloten
geraamd tot 1.500.000 of 1.800.000 ofwel
de onder 4b genoemde scheepvaartverbinding
tusschen de Linge in Oostelijke richting met
de Waal via Wadenoyen, geraamd op 2.700.000
de verhouding: 2/3 der kosten voor het Rijk
en 1/3 der kosten voor de heide provincies te
zamen.
Volgens een bericht uit Washington heeft
het ministerie maatregelen getroffen voor de
instelling van een marine-reserve! De daarvoor
benoodigde gelden zullen in de eerst volgende
zitting van het congres worden aangevraagd.
Redacteur: P. A KOETSHEID, Singel 82c.
Schiedam.
Verzoeke alle mededeelingen betreffende deze
rubriek aan bovenstaand adres te richten.
PROBLEEM No. 3833.
J. CAUVEREN, Doetichem.
Mat in drie zetten.
Ie plaatsing.
Oplossingen over drie weken. Deze worden bij
ons ingewacht tot Dinsdag 23 Augustus.
PROBLEEMOPLOSSINGEN.
No. 3824. 1 La7c5 enz.
No. 3825. 1 Ddlh5 enz.
No. 3826. 1 TdGd5 dreiging:; 2 Te5—e6 enz.
1La6, Lc8, Ld5:; 2 Tb5, Td7, Ld5:±.
GOEDE OPLOSSINGEN.
D. de Jong, Soest alle; J. G .W. M. Teulings,
Amsterdam, alle; F. Witte, Overschie, alle;
Beckers, Amstenrade, no. 3825, no. 3826; J. H.
B. Feldbrugge, Montfoort idemH. v. Gaaien,
Rotterdam, no. 3824; Jos. Claassons en Jos.
Willekens, Tilburg, no. 3825; W. H. Haring,
Kethel, idem; Alb. Hassink, Amsterdam, idem;
B. Marcelis, Rotterdam, idem.
CORRESPONDENTIE.
E. H. te A. Het spijt ons, alles is mis.
B. te A., B. F. te M. en J. M. te R. 1 Pf3
wordt in no. 3824 weerlegd zoowel door 1
Pb5 als P£5.
A. H. te A. 1 Td7 pareert zwart, in no. 382G,
door 1Le4!
D. de J. te S. 1 Td2-|- is, o.i. in no. 3830 geen
nevenoplossing, daar .zwart hierna speelt l
Kbl of 1Kcl; 2 Db2: wordt door Le5
verhinderd. In no. 3831 volg't na 1 Pb6 1
c6c5 enz., terwijl met een zw. pion op e7 ook
Pd6 niet meer opgaat.
No. 3823.
Bij de oplossing van dit probleem gaven we
een correctie, die jammer genoeg, met een fout
erin werd afgedrukt,* om deze rede volgt hier
nogeens de positie:
Wit: Kbl, De3, Tc2—c4, Ldl; b3, d2, e4.
Zwart; Ka3; a4, eG.
Zelfmat in zes zetten. Opl. 1 Dd6 enz.
H. H. BROUWER f
De laatste maanden ging het met Brouwer
zijn gezondheid niet naar wensch, dat dit echter
zijn dood tengevolge zou hebben, werd, bü ons
weten, niet verondersteld, totdat drie weken
geleden zijn ziekte een zeer ernstig karakter
aannam en we Dinsdag j.l. toch nog door zijn
overlijdensbericht werden verrast, daar we
steeds nog aan een herstel hadden gedacht.
Brouwer werd den 16 April 1885 te Groningen
geboren. 30 April 1892, dus zeven jaar oud, deed
hij zijn intrede in het St, Henricusgesticht te
Grave, waarin hij tot zijn dood verbleef.
Wijlen H. L. Schuld, die in genoemd instituut
de ambitie voor het schaakspel aankweekte,
wist bij verschillende zijner lotgenooten belang
stelling voor ons mooie spel te wekken.
Onder de schaakliefhebbers, die wijlen Schuld
om zich heen wist te scharen, was Brouwer
één zijner beste leerlingen.
Evenals zijn leermeester beoefende Brouwer
bijna uitsluitend de probleemkunst o.i. zeer
terecht, daar de probleemcompositie meer dan
de praotische partij zich leent om door den
blinde met succes te worden beproefd want
evenals Schuld, miste ook Brouwer het ge
zichtsvermogen.
Wanneer Brouwer met de probleemvervaar-
diging precies is aangevangen, vinden we in
de ons ten dienste staande gegevens, niet ver
meld. Denkelijk is zijn eerste probleem reeds
voor 1910 verschenen en we vermoeden, dat deze
werd gepubliceerd in de schaakcourant van Te
Kolstê.
Brouwer componeerde 45 problemen (groo-
tendeels tweezetten, eenige driezetten en een
zelfmat). De helft hiervan, hadden we het ge
noegen als e.p. in ons blad op te nemen.
Hij bezat een uitmuntenden compositiestijl.
Zijn opgaven hadden recht op ieders aandacht.
Zes er van, waarvan één gemeenschappelijke,
behaalden een onderscheiding. De bekroonde
driezet wil ons wel als zijn beste compositie
voorkomen.
Ofschoon die onderscheidingen verschillenden
lezers dezer rubriek bekend zijn, willen we dit
artikeltje, dat we schreven, om de nagedach
tenis van onzen vriend en medewerker in eere
te houden, besluiten met de publicatie van deze
bekroonde problemen.
R. I. P.
PROBLEEM No. 1.
II H. BROUWER t en p- A. KOETSHEID.
(3e e. v. 5e Meredith tornooi 1927.)
Mat in twee zetten
Oplossing: 1 Pd6f7 enz.
PROBLEEM No. 2.
H. H. BROUWER f' Grave'
(2e prijs 2e Intern, tomooi Maasbode 1918.)
Mat in drie zetten.
Oplossing: 3 Pa7—c6 (tempo) enz.
PARTIJ No. 809.
DAMEGAMBIET.
Gespeeld in de tweede ronde van het tornooi
te Bremen den 13en April 1927.
Wit: H. Wagner. Zwart; Frh, v. Holszhausen,
1. d2d4 d7—d5 J
2. c2c4 c7C6
3. c4><d5
Deze afruil, door Marshall steeds met voor
keur toegepast en door Capablanca in zijn ge
denkwaardige partij tegen dr. Lasker New-
York 1924 geaccepteerd, geeft wit een wel ge
ring, maar blijvend openingsvoordeel. Inhouds-
rijker wordt echter de partij na 3. e2e3.
3c6Xd5 j
4. Pbl—c3 Pg8f6 4
5. Pgl—f3 Pb8c6 3
6. Lel—f4 e7e6
7. e2e3 Lf8—d6
Een herhaaldelijk gespeelde zet, die intus-
schen niet bevredigt. Zijn bedoeling is wel de
verovering van het punt e5 door middel van
den opmarseh e6e5. Heeft zwart dit bereikt,
dan beschikt zijn damelooper over een gemak-
kelijken uitgang, waartegenover echter de ge-
isoleerde pion d5 een blijvende zwakte vormt.
Het geheele plan is deswege niet aan te beve
len en wordt liever vervangen door vooreerst
rustige ontwikkeling (Lf8e7!).
8. Lf4g3 00
9. Lfld3 Tf8e8
Blijkbaar ook met 't oog op 't latere eGe5,
anders had de torenzet geen zin. Niet ten on
rechte echter ziet zwart ten slotte van zijn
voornemen af.
10. 0—0 Ld6Xg3
11. h2Xs3 Lc8d7
12. Talcl Ta8c8
13. Pf3e5 Te8e7
Hier staat de toren nog slechter, terwijl hij
bovendien den anderen officieren In den weg
staat. Beter was Dd8e7.
14. f2—f4 g7—gG
Na deze foutieve verzwakking is de parti)
voor zwart reeds verloren. De zet f4f5 be
hoefde niet onvoorwaardelijk te worden ver
hinderd. 14Ld7e8 zou bij nauwkeurig
spel nog wel voldoenden tegenstand hebben
mogelijk gemaakt.
15. g3—g4! Ld7—eS
16. g4—g5 Pf6d7
PfGh5 was ook niet beter; de zwakte der
velden f6 en h6 en de open h-Hjn moeten voor
zwart verderfelijk worden.
17. Pe5g4! Kg8—g7
Zwart staat geheel ingesloten en kan zich
niet verroeren. Na bijv. 17h7h5 (om
18. gh6:? met f7f5 te beantwoorden) zou,
naast talrijke andere mogelijkheden, de vol
gende variant kunnen worden gespeeld: 18.
Pg4—f6f, Pd7Xf6; 19. g5Xf6, Te7—07: 20.
f4—f5!, e6Xf5; 21. Ld3X£5, gGXfS; 22. TflXfS
en zwart heeft tegen de dreiging DdlXh5,
resp. Ddlf3 enz. geen verdediging.
18. Ddl—f3 f7—f5
Deze bevrijdingspoging wordt door een ele
gante combinatie wesFegd. In ieder ander ge
val echter zou zwad: door de h-lijn moeien
verliezen.
19. g5Xf6f Pd7XM
20. Pg4Xf6 Kg7Xf6
21. f4—£5!
Het schoolvoorbeeld van een doorbraak.
Gunde wit zicli ook maar één zet tijd, zoodat
de tegenstander KfS;;7 kon zetten, dan zou
onmiddellijk weder een bijna gelijkwaardige po
sitie ontstaan.
21SSX»
Op e6Xf5 volgt 22. I'c3X:FJt fcnz-
22. Ld 3X16
Wordt deze looper geslagen, dan volgt mat
In vijf zetten: eCXfé; 23. DfliXU'f, Ki6r;7
24. Df5—f8f, KgTgfi25. D£8 -f6fKg6h5;
26. Tflf5f, Kh5—g4; 27. D£6—g5±.
22. Te7— f"
23. Pc3X«15t
Na aftrekschaakzetten met den looper zou
wit slechts één pion méér behouden. Nu daar
entegen wordt de positie van den tegenstander
geheel vernietigd. Slaat, zwart het paarcl, dan
verliest hij den toren op cS.
23KfGg7
24.Df3—g4f Kg7Il8
25. Lf5Xe6 Tf7Xflt
De kwaliteit is verloren, daar Tf7—g'7 op 26.
Tilf8t strandt. De strijd is beslist.
26. TclXfl Le.8—gG
27. Le6Xc8 DdSXdS j
28. Lc8Xb7 '11 dadS
29. Lb7Xc6 DdGXcG 1
30. Dg4—£4
Zwart geeft op. De Hamburgsclie meester
heeft de partij tot het einde toe feilloos ge
speeld.
(Aanteekeningen van H. Kmoeli in de
„Wiener Schach-Zeitung").
PROBLEEM No. 3.
j 71 H. H. BROUWER fGrave,
2e eerv. verm. Ie intern, probleemtornooi
N. Haarl. Crt. 1920.
Mat in twee zetten
Oplossing: 1 Pf2e4 enz.
PROBLEEM No. 4.
H. H. BROUWER f, Grave.
Ie prijs Compositie-wedstrijd Gymnasiasten
Schaakblad 1920.
Mat in twee zetten
Oplossing: 1 Lh7g8 enz.
PROBLEEM No. 5.
H. H. BROUWER f, Grave.
3e eerv. verm. intern tornooi
Antwerpsch dagblad De Schelde 1924.
Mat in twee zetten
Oplossing: 1 La5—bG enz.
PROBLEEM No. 6.
H. H. BROUWER f. Grave.
Ie eerv. verm. Leipziger Tageblatt 1924
Mat in twee zetten
De wonderlijke geschiedenis van Generaal
Johan August Suter.
door BLAISE CENDRARS.
13.)
39.
De reis verloopt vlot. De postkoets houdt
nergens op. Men overnacht te Délémont. Den
volgenden morgen ontbijt men met forellen te
Saint-Ursanne, en terwijl de kinderen opgeto
gen zijn over het kleine dorp dat zijn middel-
êeuwsche wallen bewaard heeft, voelt Mme.
Suter den schrik om het hart slaan bij de ge
dachte dat zij in katholieke streken komt. Men
slaapt des avonds in de gele Porrentruy, Daar
na den volgenden morgen de aankomst in het
land der Welchen, door de vallei van de Joye
er. de Allaine, Boncourt, Delle, Belfort, waar
men in het rijtuig stapt dat van Mulhausen af
komt. Nu gaat het in volle vaart over den groo-
ten weg naar Frankrijk en door Lure, Vésoul,
Vitrey, Langres, men breikt intijds Chaumont
Om de koets voor Parijs te nemen. Van Chou-
mont is er wel een trekschuit met stoomkracht
die naar Troje vaart waar men Parijs kan De
reiken met den spoorweg, naar Mme. Suter
heeft op de pleisterplaats een blaadje gevonden,
waarin teekeningen van een zekeren Domié alle
gevaren uiteenzetten die deze nieuwe wereld
van voortbeweging den reizigers doet loopen;
daarom neemt zij, ondanks de instructies, de
diligence die van Straatsburg komt, dat is
minder gevaarlijk en zij treft er menschen aan
'die nog Duitsch spreken. De kinderen, vooral
de jongens zijn teleurgesteld.
Te Parijs waarschuwt M. Dardelle Ainëe,
haar bankier, haar voor te veel haast. Bij hem
hoort zij voor de eerste maal spreken over de
ontdekking der goudmijnen. Zij kan wel
schreien en wil naar haar vader terugkeeren.
M. Dardelle weet niet Juist waarover het gaat,
maar hij heeft hooren zeggen dat alle landloo-
pers van Europa naar Californië gaan, en dat
jnen er vecht, en dat men elkander vermoordt
in de mijnen. Hij raadt haar niet verder den
Havre te trekken, en daar degelijke inlichtingen
hij zijn collega's te nemen, alvorens op avontuur
de haven te verlaten. Op de platte schuit die
de Seine afvaart, bevinden zich mannen met
galgentronies die een kleine groep vormen te
midden der andere reizigers. Zij zitten op de
bagage en smoezen onder elkaar. Soms breekt
een verschrikkelijke discussie los en men hoort
temidden der kreten en vloeken de woorden
Amerika, Californië, Goud.
M. M. Pury, Pury et Fils zetten groote oogen
op als zij Mme. Anna Suter op hun kantoor
zien komen en uit haar mond vernemen, dat
zij zich naar La Nouvelle Helvetie wil begeven.
Zeker, mevrouw, wij kennen M. August
Suter zeer goed, wij zijn zijn handelsagenten
en doen reeds sedert jaren zeer groote zaken
met hem. 'ns Zien, nog geen 6 maanden gele
den hebben wij een groote vleugelpiano over
zee naar hem gezonden. Maar er is nieuws,
nieuws; wij weten nog niet precies waar het
om gaat; men zegt dat hij op het oogeublik
de rijkste man van de wereld is! Hij zou goud
■ontdekt hebben, hij moet goud ontdekt hebben,
mijnen vol goud, bergen vol goud. Wij weten
niet precies hoeveel. In ieder geval ontraden wij
u ten sterkste om nu scheep te gaan en u bij
hem te voegen. Dit is niet het oogenblik om
naar het land van Californië te gaan. Sedert
de laatste drie maanden wordt Havre over
stroomd door alle soorten avonturiers die zich
naar dat land begeven, lieden zonder God of
gebod, die meer dan één vuile streek in de
stad uitgehaald hebben. Het is niet het oogen
blik om uw zoons en nog minder om uw doch
ter aan dat ales bloot te stellen. Neen, rush gaat
niet meer over New York, dat is veel te lang.
Wij hebben zelf drie stoomschepen bevracht die
direct naar Chiagres varen, dat is veel korter.
Iedereen neemt tegenwoordig deze reis, wij
hebben in 6 maanden nog 712 overtochten ge
boekt. Maar denk rustig na, Mme., denk aan
de gevaren die u in dergelijk gezelschap loopt.
Nog eenige maanden geduld, wij zullen instruc
ties voor u vragen, aan M. Johann August
Suter, u kunt
Bij het rustig verzet van Mme. Suter drin
gen M. M. Pury, Pury et Fils, niet langer aan.
Zij doen wat noodig is. Anna Suter en haar
kinderen gaan scheep op een van hun stoom-
booten, La Ville de Brest, een raderboot die
den dienst op Jersey deed, en die men in de
nieuwe zeelijn op Chicago, en voor het trans
port der goudzoekers ingelegd heeft.
De overtocht geschiedt in 41 dagen. Er zijn
11 mannen van de equipage en 129 passagiers
die meewerken. Mme. Suter en haar dochter
zijn de eenige vrouwen aan boord. De passagiers
komen van alle landen maar het zijn vooral
Franschen, Belgen, Italianen, Spanjaarden.
Vijf Zwitse. s, negen Duitschers, een Luxem
burger lichten Mme. Suter nauwkeurig in over
hun onderneming. Neen, zij hebben nooit van
Suter hooren spreken, maar zij hebben hooren
zeggen dat Californië een land is vol goud,
paarlen en diamanten. Men behoeft zich maar
te bukken. Die, die, die zijn reeds vertrokken,
zij volgen slechts en anderen, vele anderen
zullen nog komen. Verschillenden zijn reeds
naar het schijnt millioenen rijk. Er is overal
goud Mme., men heeft het maar voor het op
scheppen.
Aspinwall. Hitte, nattigheid, nattigheid, hit
te. Er liggen 17 stoomschepen op de ree de die
de vlag van 9 nationaliteiten in top hebben.
New York, Boston, Philadelphia, Baltimore,
Portland Charleston, Orleans: de Amerikaan-
scho menigten doen een aanval op het treintje
naar Panama. Men schreeuwt, men brult, men
verdringt elkander, en terwijl de locomotief
zich moeschreeuwt in de moerassen, onder een
zware damp, langs de leemen hutten vol schele
Indianen, en Negers, met etterende ledematen,
stijgt een ruwe zang gedragen op de rhythmen
van den trein, en gebalkt door duizend mannen
stemmen omhoog:
To Frisco!
To Frisco!
Suter, Suter, Suter, Suter,
Suter, Suter, Suter, Suter,
To Frisco!
Sszzzz. K. Sszzz. K. Pug!
Welcome back again!
Anna Suter houdt haar dochter nauw om
strengeld. De jongens hangen naar buiten om
de giftige beesten in de moerassen të zien. Een
Deen en een Duitscher die uit Nieuw Bruns-
wijk komen, vertellen wat zij weten van den
grooten kapitein Suter. Het is een koning, het
is een keizer. Hij zit op een wit paard. Het zadel
is van goud, het bit is van goud, en de stijg
beugels en de sporen ook, zelfs de hoefijzers
van zijn paard. Het is er altijd feest en men
drinkt den geheelén dag brandewijn. Mme.
Suter valt in zwijm, haar hart heeft opgehou
den te slaan. Te Panama aangekomen heeft zij
een streng witte haren.
De zon is als een sappige perzik.
Panama-Frisco.
Aan boord van het zeilschip. De bemanning
bestaat uit afschuwelijke Kanaken, die bang
maken. Die worden vreeselijk mishandeld. De
kapitein, een Engelschman, snijdt een van hen
een duim af om zijn pijp te stoppen. De passa
giers zijn zoo opgewonden door de nadering
van het goudland, dat zij om een kleinigheid
ruzie maken en gemakkelijk met hun mes om
springen.
Te San Francisco vernemen zij dat La Nou
velle Helvetie niet meer bestaat en dat Suter
verdwenen is.
40.
Brandende zon.
Een kleine groep trekt naar Fort Suter, ver
gezeld van een ouden Mexicaan. Drie jonge
mannen en een jong meisje te paard omringen
een draagstoel die door 2 muilezels gedragen
wordt.
Deze reis heeft Anna Suter uitgeput. De
koorts gaat niet weg; zij rilt van koude.
Haar oog is glazig.
41.
Ja, Madame, de Meester is op zijn kluizenarij.
Het is het domein dat hij langs de Plume heeft
liggen, een mooi domein. Hij is in zijn wijn
bergen. U kunt den zijweg nemen; ik zal u
een vertrouwden gids meegeven, die u er langs
de bergpaden heen zal brengen en u kunt al
die schoften ontwijken die nu bij ons zijn. Mijn
vrouw zal u vergezellen, het is een Indiaansche
zij kent de heele streek. Zeg tegen den Meester
dat Wackelnager zelf, de hoofdopzichter, alles
in den steek heeft gelaten om naar het goud
te trekken en dat ook Ernest vertrokken is,
de hoefsmid die nog bij mij werkte. Zeg hem
dat ik overal een oog in het zeil hou, en dat ik
terugpak wat ik'te grazen kan krijgen. Er is
hier nooit geld genoeg te verdienen, maar
groot God, dat hij me toch zegt wat ik doen
moet. Ik ben geheel alleen. Zeg aan den Mees
ter dat hij niet kwaad zal doen met eens hier
langs te komen.
Het is Jean Marchais die spreekt, een
Franschman, de smid van het Fort die trouw
op zijn post gebleven is en die nog werkt voor
zijn goeden meester.
42.
Het is een mooie Californische avond.
Men is den geheelen dag getrokken door de
verlaten velden van de Kluizenarij. Sedert het
vertrek van fort Suter heeft men geen levende
ziel meer ontmoet. Dat mooie domein, over
woekerd door onkruid en boschplanten is tra
gischer dan het dichte struikgewas der ber
gen. Nu ontdekt men het geheimzinnige buiten
goed.
De kleine groep houdt stil.
Op de kelige geluiden van Sawah, de In
diaansche, antwoordt somber een hond. Daarna
komen twee Indianen uit het huis die talrijke
teekenen met de armen maken. De stoet gaat
tot in den hof en men ontlaadt den draagstoel.
Mama! Mama!
Mama! Kijk dan toch, wij zijn er. Papa
zal dadelijk komen. Sawah zegt dat hij gewaar
schuwd is.
Anna Suter opent de oogen. Zij bekijkt heel
lang, heel lang dezen onmetelijken leegen he
mel, dit vreemde land, deze dwaze planten
groei, en dit groote huis dat zij niet kent.
Een man komt uit het huis, een grijsaard.
Anna Suter heeft zich half opgericht. Zij
schreeuwt: Johann!
Onmiddellijk daarna reutelt zij.
Weeke dingen vullen de arme hersens van
de arme vrouw. Alles draalt. Lichtplekken en
schaduwen. Een zwaar geruisch van water vult
haar arme hoofd. Zij hoort kreten en haar her
innering krijgt een schok. Zij herinert zich
een hoop dingen en plotseling hoort zij duide
lijk de goede stem van Jean Marchais, den smid,
die haar boodschappen voor zijn meester mes-
gaf. Dan herhaalt zij nederig, zij murmelt, en
Johann Suter die zich neergeworpen heeft aan
het hoofdkussen van zijn vrouw, hoort haar.
mompelen:...."
....Meester....'' i
- 'SiLirtï,:. (Wordt vervolgd.) 1