FEUILLETON MAANDAG 8 AUGUSTUS 1927 EERSTE BLAD PAGINA 2 HET NIET UITOEFENEN VAN HET STEMRECHT BURGERLIJKE STAND UIT ROTTERDAM. EEN AANVAL, DIE NIET GERECHT VAARDIGD IS. DE LIEFDE IN HET KATHOLIEKE GASTHUIS DE KERMIS KWAM MAAR EENS IN T JAAR BIJ ONVERWACHT OVERSTE-KEN AANGEREDEN. EXAMEN FRANSCH M.O. (ACTE A) Te.Utrecht geslaagd: A. de Vos te Rotterdam. DE SCHEEPVAARTBEWEGING IN DE A-FGELOOPEN WEEK WEERBERICHT RADIONIEUWS PROGRAMMA'S- VOOR DINSDAG VROUWEN MOED. Door den kantonrechter -werd heden uit spraak gedaan in die zaak van een 25,tal per sonen. die vorige week Maandag" hadden terecht gestaan wegens het niet voldoen aan hun stem plicht hij de verkiezig voor de Provinciale Sta ten. Overeenkomstig den eisch werden de be klaagden veroordeeld tot ƒ2.boete subs. 2 dagen hechtenis, terwijl mej. V. en mej; A. E. geboren R„ eveneens overeenkomstig den eisch, werden vrijgesproken. GEBOREN: Hendrina Th., d. v. H. Eikelen boom en H. T. Verlioeckx, Nieuwe Maas straat. GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS Gevraagde werkkrachten Afdeeling voor mannen. Tel: 10403 en 10404. Steendrukkersleerling, bontwerkersleerling, 2 slagersjongens, halfwas schoenmaker, aank. halfwas kleermaker, kleermakersleerling, dro gistleerling reclamesschilders, ba* biershedien- de, aank. boekbinder, aank. waschkneclit, boekbindersleerling, halfwas barbiersbediende 22 loopjongens, 2 fa'orieksjongens, pakhuis- jongen, 2 ijsventers, dekknecht op sleepsehip, schipper voor plezierjacht, leerling meubel stoffeerder, aank. halfwas meubelmakers, BChüderskariiSg* leerling mach. houtbewer ker, halfwas glas In loodzetter, ioodgieters- leerling, stoelenmakersleerling, steenhouwers leerling, 2 halfwas schilders buitenwerk, po- litoerdersleerling, behangersdeerling, halfwas meubelmaker, halfwas stoelenmaker, 2 half was meubelstoffeerders, lijsterneakersleerling, 25 jongste bedienden, etaleur voor damesmo demagazijn, reiziger voor boter- en kaashande.l picolo en liftjongen voor bankinstelling, gar de manger, buffetbediende, banketbakkers leerling, 3de banketbalskersbediende, Iar. ban ketbakkers, 3de bediende, bekw. metaal- draaier, halfwas forceur, halfwas constructie- bankwerker, bronceur, voorslaander, electri- cien, koperbankwerker, gereedschap-slijper, ketelmaker, aank. wagenmaker, rijwielherstel lersleerling, macfiinebankwerkersleerling, smidsleerling, electriciensleerling. Voor Vene zuela: luchtklinkers en luchtkokers. Te Hil- legersberg: halfwas meubelstoffeerder. Te Schiebroek: Jongens voor drukkerij. Te West maas: schilder en 4 landarbeiders. Te Per nis: halfwas of volwas schilder. Te Hilla- gersberg: slagersjongen. Afdeeling voor vrouwen. Tel. 8800 en 9389. Jongste bedienden, kantoorbediende b. m. elec- trische kantoormachine, kantoorbediende b. m. duplicatormacftine, 3 steno-typisten voor moderne talen. Bekw. bontstiksters. Voor confectieatelier lingerienaaister3, machine- stiksters, afwerksters en leerlingen, contee- tiestrijksters, meisjes waschinrichting, lam- pekapnaaisters, t amboureersters, aank. man telnaaisters, voor confectieatelier thuiswerk» sters b. m. lingerie» en bedrijlskleeding, voor confectieatelier persters, meisjes voor het ver vaardigen van dameshoeden, voor dekenfa- briek bekw. en leerling machinestiksters, kap sters, voor kleermakersvak band werksters, machinestiksters. Winkeljuffrouwen kruide nierswaren, manufacturen, bakkerij, dames- en kinderartikelen, heerenmodeartikelen, leid ster voor filiaal voor manufacturen, voor ver schillende vakken bekw. en leerling winkel juffrouwen, agentessen en colportrices. Voor hotelfcsdrijf: koffiejuffrouwen, buffetjuffrou wen, kookster, werkmeisjes, kamermeisjes, bedien juf trouwen (lunchroom), huishoudsters, hulpen in de huishouding, dagmeisjes, dienst boden. 2de meisjes, werkmeisjes. Leerling cartonnagewerksters, zaklfenstoppers b. m. electr. machine. Te Schiedam. Bekw. tricot naaisters. Te Oostvoorne. Kookster. Te 's-Gra- venhage. Bontwerkster. Buiten de stad: Bë- dienjuffrouwv Tè Höek van Holland: Buffet juffrouw. VER KEERSWENKEN Bestuurders van voertuigen! Wielrijders! Geleiders van dieren! HOUDT RECHTS op den weg, ook al staat het gehee!e wegvlak tot Uw beschikking! In de „Voorwaarts" doet de heer A. van Meer ner een ongemoti veerden aanval op het St. Franciseus-gasthuis. Hij meent, dat de naasten liefde der zusters alléén is voor de geloofsge- nooten; dat er een hatelijk fanatisme heerscht, dat alles, wat niet-katkoliek is, van de liefde wil uitsluiten. De zusters hebben, onze bescherming niet noodig. Iedereen, die in het. St. Franciseus-gast huis verpleegd is, kent de opofferingsgezind heid van de zusters en de liefde, waarmee zij iederen zieke ontvangen. Ware het anders, de zusters waren geen Katholieke zusters, die toch in. de eerste plaats Christus, den Men- aeheavrienü, in alles moeten navolgen. De zusters vragen ook geen bescherming, omdat zij niet om eer of dankbaarheid voor hun liefdewerk vragen. Wij komen alleen terug op het stukje van den „Voorwaarts"-man, omdat deze een priu- cipieele kwestie aanroert, die van Katholiek standpunt wel even belicht mag worden. De inzender dan is verontwaardigd over hot feit, dat een Katholieke jongeman, die in het St, Franciscusgasthuis verpleegd werd, geen bezoek mocht hebben van zijn verloofde, een protestantsch meisje. Hij is ook verontwaar digd over de wijze waarop de zuster aan het meisje den toegang geweigerd heeft. Wat het laatste punt betreft, ais het geval zich weTkelijk zoo heeft afgespeeld, als de in zender zegt, heeft hij reden, om verontwaardigd te zijn. Om de zeden van een zuster te ver beteren behoeft men echter geen ingezonden stukken in de „Voorwaarts" te schrijven. Een hartelijk woordje van de moeder-overste heeft nog wc-1 invloed. Al zijn dan de zustertjes nederig wij be hoeven nog niet toe te staan, dat zij zich onder curateele van een socialistischen voorman stellen. Bovendien kunnen wij niet aannemen, dat het meisje in kwestie zóó onheusch behandeld is als de inzender wil doen voorkomen. En het meisje, èn de verpleegde jongeman zijn beiden zij hebben het ons zelf verzekerd verontwaardigd, dat iemand van het geval zoo'n drukte heeft gemaakt. Het is heusch niet liefdevol van den „Voor- waarts"-man, om één voorval zelfs al mocht het in feite juist zijn zooals hij het geeft te gaan uitbuiten, om een hatelijk stukje over alle zusters en over „het geloof en de liefde" ts schrijven. Maar nu de principieels kwestie. De inzender vraagt: Heeft men het recht iemand den toegang te weigeren (indien de gebruikelijke weg wordt bewandeld) tot een. patiënt, die daar van ge meentewege is heengestuurd? We moeten eerst even opmerken, dat niemand ergens „heengestuurd" wordt. Als iemand lie ver naar het ziekenhuis aan den Coolsingel of in een protestantsch ziekenhuis verpleegd wordt, zal niemand hem dwingen naar het Ka,- tholieke ziekenhuis te gaan. Als we dan het „heengestuurd" veranderd, hebben in „opgenomen", moeten we de vraag van den inzender bevestigend beantwoorden. En wel hierom: in het Gasthuis bestaat het voorschrift, dat in geval van gemengde, ver loving de toegans tot den., zieke aan de andere partij geweigerd wordt. Dit berust op het ge bod der Katholieke Kerk, dat gemengde huwe lijken verbiedt; een noodzakelijke consequen tie. daarvan is dat de: omgang tusschen de beide verloofden in het geval dat de Katholieke partij in een inrichting met uitgesproken Katholiek karakter verblijf houdt, niet toegelaten wordt. Hoezeer zulks in bepaalde gevallen zeer onaan genaam voor de betrokken personen kan zijn en hoezeer de dokters en zusters steeds willen meewerken om. dit aan een zieke op een zoo zacht mogelijke wijze te doen gevoelen, van het verbod zelf kan geen afstand worden ge daan. Daarom mocht het meisje niet bij haar verloofde en haar ouders, die ook-protestantsch zijn, wel. Men mag niet uit het oog verliezen, dat het Katholieke voorschrift is uitgevaardigd in het welbegrepen belang van de betrokkenen, die dit thans wellicht niet zoo inzien, maar die in een later levenstijdperk zeker de juistheid ervan zullen moeten erkennen. Als de „Voorwaarts"-man even nagedacht had en zijn licht had opgestoken bij menschen, die de zusters beter kennen, had hij niet zoo liefde loos geschreven, TOEN KWAM" DE BESCHAVING. Zijn wij er nu in vermaak op vooruitgegaan „Nieuwe Bessen" lees ik overal in de stad boven café's en slijterijen, -en dat herinnert ons tegelijk met het. verschijnen van de poffer tjeskramen aan de oude Rotterdamsche kermis, die op den Zaterdag rond het Sint Laurentius- feest werd ingeluid. Als de stadsklokken twaalf uur sloegen heette de kermis ingeluid. De huisgenooten en het personeel kvegen met het traditioneele i kermisgeld ook den kermisborrel, een glaasje nieuw rood. De kermiskoek werd aangesneden, en onder de feestelijke verorbering van deze versnape ringen wenschtemen elkaar een genoeglijke kermis. De meest populaire variété-humorist had zijn nieuwe kermislied gecreëerd, dat meer dan de pakkendste operette-schlager algemeen gezongen wer.d. En de kermisgangers zelve zongen er nog het onsterflijke lied aau toe van: „Komt vriendenschaar De kermis, komt maar eens in 't jaar". of het niet minder populaire „Alebessen, Alebessen, hi, ha, ho De schouwburgen, om in 't meervoud te spreken, want er waren er in die dagen twee, de groote en de kleine, gaven een extra kermis- spectakelstuk, dat wel de heele maand uit duur de, eeu stuk, dat waar er nog geen revue's waren, decoratief extra gemonteerd werd, en waarin tusschen de bedrijven Willem van Zuy- len. of Rosier Faassen humoristische coupletten zongen op da actueele gebeurtenissen van den dag. Het kermisstuk in. den Grooten Schouwburg was de groote gebeurtenis van het jaar, dat niemand verzuimen mocht te gaan zien. Dat was ook voor de kinderen de groote uit gang van het jaar, welke ons al. dagen te voren opgewonden bezig hield, en waar wij elkaar een jaar lang enthousiast van vertelden. „Aladin of de wonderlamp", „De schat van den Radja", „De reis om de wereld in tachtig dagen", AsscheHoester", „Flik en Flok. in de oude wereld", allemaal trekkende titels, waarop nu zelfs do bioscoop nog jaloersch kan zijn. Dan nog een middag, de eigenlijke kermis rond en tot besluit op Kermiszaterdag een avond naar den Doeletuin, waar concert werd gegeven van de Grenadiers en Jagers, waarna de groote menschen bij Boneski op 't Plein rond middernacht biefstuk met gebakken aard appelen gingen eten. To.t laat in den nacht werd er dan op straat gejoeld en gejoold, gedanst en gehotst en de laatste feestgangers, die van geen naar bed gaan wilden weten, trokken tegen het krieken van den morgen naar de theetuinen rond de Kralingsehe plassen, om wat uit te waaien van het overmoedig kermisgedoe. Toen kwam de beschaving aan 't woord, de kermis moest worden afgeschaft als een te onwaardige ontspanning, het „kermiszwijn", zooals het heette, moest worden gedood. En de kermis is vrijwel overal afgeschaft, maar zijn wij er beter op geworden, zijn wij er in toon van beschaving, wat uitgaan en ver maak betreft, op vooruit gegaan De officieele „kermisweek" had afgedaan, maar wij hebben er een heel jaar kermis voor in de plaats gekregen. Vroeger werd er gespaard voor den „kermis pot", om eens in 't jaar een paar dagen de bloemetjes eens buiten te zetten, de peentjes op te scheppen. Buiten die -dagen van officieel kermis vieren, wera aan pret en vermaak zoo goed als niet gedacht. Het oude :iedje van „de kermis komt maar eens in 't jaar" wordt niet meer gezongen, en de dagelijksehe zorgen, waarmee men zich nu het hoofd breekt, is niet meer „wat zullen we eten, wat zullen we drinken", maar waar zullen we vanavond al weer eens naar toe gaan. Als 't vroeger kermis was, dan gingen we als een buitengewone attractie eens kijken, wat de groote aanplakbiljetten ons als bijzondere vermakelijkheid te vermelden hadden. Nu vouwen wij 's avonds, eiken dag weer, de nieuwsbladen open, en daar treffen we heele pagina's vol met louter reclames van avond vermakelijkheden, die ons ten duidelijkste demonstreeren, dat 't thans iederen dag op nieuw kennis is. Als doodgewoon moet iedere krant als nood zakelijke rubriek ook haar dagelijksehe agenda van vermakelijkheden hebben. En daar staan de eigenlijke kermisvermaken als de dancings en cabarets en café-concerts nog niet eens bij. De kermis had. niet behoeven te worden afgeschaft, de kennis lfeeft zich over leefd, Dat is alleen de officieele kermistijd, die de jaarlijksche ontspanning was van de vroegere eenvoudige geslachten, die de meening. waren toegedaan dat den mensch eens in 't jaar een gepaste ontspanning toekwam. Maar de kermis heeft zich geprolongeerd tot het heele jaar door, van jaar in tot jaar uit, en als o.oit een spreekwoord totaal heeft uit gediend en te niet is gegaan, dan. is dat het oude gezegde: ,,'t is toch alledag geen kermis". Men zou zelfs nu gaan verlangen naar een stillen tijd, diê het omgekeerde van een kermis is, naar een tijd dat een mensch eindelijk eens rusten kon. van alle vermakelijkheden, waar mede hij tegenwoordig wordt gekweld en op gejaagd. BIERTON TEGEN HET LICHAAM. D9 9-jarige J. 'W. wénende Aert van Nes straat zat. Zaterdagmiddag op een sleeperswa gen, die. beladen was met biervaten. De jongen zag plotseling dat een der vaten los geraakte. Hij wilde van den wagen springen, doch het was reeds te laat. Het biervat viel tegen den jongen aan. W. tuimelde van den wagen en het vat kwam den jongen op het lichaam. Met inwendige kneuzingen werd hij naar het zie kenhuis aan den C-oolsingel vervoerd. De 4-jarige J. N. thuis beboerende op de mo torboot „Eben Haëser" liggende in de Nieuwe Haven is Zaterdagmiddag bij onverwacht over steken van de Oostmolenwerf door een auto aangereden die bestuurd werd door den 24-jari- ge P. J. G. K. uit Vleuten. Het meisje werd tegen de straat geworpen en bekwam inwen dige kneuzingen. De G.G.D. vervoerde N. naar het ziekenhuis aan den Coolsingel, waar zij. werd opgenomen. Gedurende de aigeluopen week zijn volgens onze statistiek den Nieuwen Waterweg Binnen gekomen 288 schepen, waarvan 0 zeilschepen en 2 zeelichters. Hiervan waren bestemd voor. Rot terdam, met inbegrip van Hoek, van Holland 256 schepen m. 426 244 n.reg. tons voor Vlaardingen 16 Schiedam 6, Pernis 2 andere Nederl. plaatsen 1 en Duitscliland 7. Voor Poortershaven waren, bestemd 6 stoom schepen, terwijl 26 schepen den Waterweg zijn binnengekomen om te bunkeren, Gedurende hetzelfde tijdvak van 1920 kwamen den Nieuwen Waterweg binnen 423 schepen waarvan 0 zeilschip en 2 zeelichters Hiérvan waren bestemd voor Rotterdam, met inbegrip van Hoek van Holland 385 schepen, voor Vlaardingen 18 Schiedam 12, Pernis 0 andere Nedarl. plaatsen 1 liuitschland 7. Sedert 1 Januari zijn aangeUmmn Schepen Netto lieg. ton 1927 8897 1 4.350.943 1926 8541 124)55.079 X. Waterweg Nu 356 +1.395.864 Tegen vorige week 491 +1,465.650 I! otterdam 1927 7977 13.068.795 1926 7782 12.022.472 Nu 195 +1.046.323 Tegen vorigo week 322 1.115.385 Bunkerbootcn zijn tn déze etatiniiok niet inbegrepen Opgestoomd 2 schepen Verwacht wordt: Zwakke tot matigen O. tot Z.O. wind, gedeeltelijk bewolkt, waarschijnlijk droog weer behoudens onweer, iets warmer. De barometer daalt tijdelijk vrij snel, maar gaat spoedig weer stijgen. S c h e v e u i n g e n-h a v e n (1950 M.) 12.00 tot 12.05 zuivelber.; 3.523.37 zuivelber. 5,305.35 zuivelber. Hilvers.um (1050 M.) 12.politieber.; 12.352.00 lunchmuziek door het trio L, v. Leeuwen, cello, D. Groeneveld, viool, P. Jochems, piano; 68 concert door het A. N. R. O.-orkest, Joh. Lammcrs, bas bariton, Egb. Veen, a. d. vleugeL; 7,45 politieber.; 10.30 nieuwsber.; 8.10 R. IC. radio-avond, freule Th. Grotenhuis van Onstein, sopraan, Willem Nie- stadt, declamatie; het trio: mej. B. Kriele, piano, Egbert Veen Jr., viool, en B. Pelzer, cello; 1 Trio in Es-dur, Beethoven, trio; 2 Pastourelle, Menuet de Martini, Weckerin, sopraan; 3a. De Bruid, Prins, b. Holland, Adema v, Scheltema, declamatie; 4. Fantasie, Samson en Dalila, St. Saëns, trio; 5a. Lieblings Platzchen, Mendelssohn, b. Mond nacht, Schumann, sopraan; Ca. De Leeke- broeder, Pol de Mont, b. Het Schryverke, Guido G.ezelle (declamatie); 7a. Arabesque, Debussy, b. Serenade, Albeniz, piano; Sa. Ave Maria, Schubert, b. Pliilis en Carrido, Bergerette, Weckerlin, sopraan; 9a. Frag ment uit „Liefde", Ligthart, b. Rei van Clarissen, Gysbreght van Amstel, J. v. d. Vondel, declamatie; 10. Venez agréable priu- temps, Weckerlin, sopraan: 11 Trio no. 1, Mozart; trio. Daventry (1600 M.) 12.20—2.20 Slydel Octet en solisten; 3.20 Daventry-kwartet en King's College Cambridge mannenkoor; +20 orkest; 5.35 kinderuurtje; 6.2.0 dansmuziek; 6.50 tijdsein, weerber., nieuws; 7.05 dans muziek.; 7.35 sonates vaan Beethoven; 7.50 kamermuziek, H. Heyner, bariton; A. M. Wall, viool, C. Fuchs, cello, E. L. Bainton, piano; 9.20 weerbar., nieuws; 9.55 radio orkest; 1.0.5012.20 daansmuziek. P a r ij s (Radio-Paris, 1750 M.) 10.5011.20 concert; 12.502.10 orkest; 5.055.55 piano, viool, cello; 8.5010.50 opera-fragmenten, groot orkest en solisten. Hangen berg (469 M.), M.ün.ster (242 M.) en Dortmund (283 M.) 1.302.50 orkest; 4,505.20 kindermuziek; 5.506.50 orkest. Kö ni.gswuater. hauaèn (1250 M.) en B e r 1 ij n (484 en 566 M.) 8.50 concert, N. Buica, viool, S. Lewitsch en A. Gelbtrunk, piano; 9.2010.50 concert, voordracht, werken van Lenau. Hamburg (395 M.) 4.35' oi'kest; 0.20 concert; 8.20 Duitsche kamermuziek; Sonn- tagsmusdk in einem Leipziger Biirgerhaus; daarna tot 11.10 dansmuziek. Brussel (509 M.) 5.306.20 dansmuziek; 8.2010.20 concert in den Antwerpschen Dierentuin, orkest o. 1. v. Flor. Alpaerts. Bern (411 M.) 1.202.05 tijdsein, weer ber., koersen, gramafoonmuziek (dansmuziek); 4.16: tijdsein; 4.205.50 orkest in de Kur- zaal; 8.20 tijdsein, weerber.; 8.20S.50 kinder uurtje; 8.50 orkest; 9.40 orkest; 10.10 nieuws- en. weerber.; 10.2510.50 orkest. BEGRAFENIS J. H. VEDER. Hedenmiddag" te half twee uur heeft op de begraafplaats Oud-ICralingen de teraarde bestelling plaats gehad van wijlen den heef J. H. Veder, die Maandag j.l. door een motorongeluk te Belfast, om het leven kwam. Zeer vele bloomen bedekten de kist. Aan het graf werd het woord gevoerd door dpn heef A. Veder, oom van den overledene en den heer J. J. Koster van Groos, directeur Nieuwe Middelbare Handelsschool aan de Claes de Vrieselaan. De vader, de heer J. C, Veder dankte voor de belangstelling. NAAR HET FRANSCÜ, 16). Door die overweging geheele in beslag ge nomen, bleef zij zwijgen. Fouchard wachtte geduldig, want hij verbeeldde zich, dat de aan blik van zooveel woeste kerels den jongen ge vangene weerhield, en dat alleen vreesaanja- ging hem tot spreken zou dwingen. Nieuwsgie rig hekeek de politieman het lieve, bleeke ge zichtje, door schrik verwrongen. Weer lachte hij minachtend om deze schamelijke vangst, Maar nu hij bespeurde, dat het visschertje, thans kalm en rustig, er niet minder zwijg zaam om bleef, veranderde zijn minachting in Joern. Kun je niet praten? Denk je, dat we den heelen nacht hier gezeten hebben om gedul dig op een antwoord te wachten? De rivier heeft een doorwaadbare plaats. Heb je de struikroovers, die wij vervolgen, over dit wed naar het eiland gebracht? Ontwijkend schudde Abelle het hoofd. De ander werd nog gramstoriger. Je kent het wed, want je komt er van daan. Ontken het maar niet: je slobkousen zijn tot de knieën nat/ Waar de Broulllar- deux' overheen gekomen zijn, zullen wij hem dat ook wel lappen. Vooruit dus naar het [wed! Speel nu niet den stomme en wees niet koppig. Recht vooruit, rekel, of anders heb Ik nog middelen genoeg om. je orp weg te bren gen. Dit verhoor had Fouchard reeds veel te lang geduurd, en hij maakte er een eind aan door nogmaals zijn pistool op Abelle te rich ten. Zij sidderde, doch zelfs geen kreet ont sloot haar lippen. Gekoesterd en geëerbiedigd, bewaard voor alle schokken des levens had het meisje steeds in gelukkige veiligheid geleefd en waande zich nu ten prooi aan een afschuwelijke nachtmer rie. Bij den doffen schijn der lantaarn, om geven door de getaande gezichten dezer ru we soldaten, die haar dreigden en mishandel den, voelde zij zich als een arme leeuwerik, die, in den strik gevangen, zich voorbereidt om door een vlucht sperwers verscheurd te worden. Zij kreeg echter den tijd niet den vollen om vang van haar ongeluk te overzien. Toortsen en lantaarns werden gedoofd, en onder vloe ken en verwenschingen werd zij uit de hut ge dreven, door het struikgewas gesleept. De takken sloegen haar in het gelaat, dorens verscheurden haar handen, met kolf3tooten voerde men haar naar den waterkant en wierp haar op den wal neer. Geheel ontdaan stond de kasteelvrouwe weer op; zoo iets verschrikkelijks had zij nooit ge lezen, had haar verbeeldingskracht haar niet kunnen voorstellen. Een oogenblilc kwam de gedachte bij haar op, dat deze snorrebaarden haar niet zoodanig zouden mishandelen, als zij wisten, dat hun gevangene een vrouw was. Doch natuurlijke, eerbare schaamte weer hield deze bekentenis op haar lippen. Hoe wel onbestemd kwam haar toch het gevaar voor den geest, dat een jong meisje onder deze woestelingen bedreigde. En wat zij als jongen te vreezen had, scheen haar niets bij dat andere. Zij vreesde zelfs een oogenblik, dat de gescheurde zakdoek haar lange haren zou verraden en daarmee haar sekse. Doch te dier tijde droegen nog veel mannen, vooral ook soldaten, het haar lang en opgerold als zij nu. Geen der Blauwen lette er dan ook op. Abelle hernieuwde haar vertrouwen op God, op Zijn eindelooze barmhartigheid en waak zame liefde. Dit gaf haar den moed en de hel derheid van geest terug. Zelfs begon van ver re het vizioen van het martelaarschap haar te lokken en toe te lachen. Vurig bad zij O. L. Vr. ter Mist haar de kracht te verkrijgen in alle stilte do wreedste kwellingen te ver duren. De gezwollen rivier was intusscken veel woester geworden; de wild dooreenwoelenae watermassa schoot in snellen stroom voort. Dit schouwspel was het meisje maar al te goed bekend, zoodat zij voelde, hoe alle hoop op be houd haar ontzonk. Zij begreep, wat Fouchard en zijn mannen van haar zouden eischen, doch zij besloot liever te sterven, dan deze bende van beulen op het spoor van den vluchteling te brengen, dien zij tot eiken prijs wilde red den. Uit deze ontstellende gedachten werd zij afgeleid door het toornig woord van korporaal Farnou, Fouchard's ondergeschikte. Waar begint het wed, vervloekte kwa jongen? Zeg het nu maar gauw, of ik sla je de tanden uit je mond! Met den blik in de verte bleef het vis schertje zwijgen. Verscheidene armen werden dreigend opgestoken. Hij voelde het kille staal op zijn blank voorhoofd; zijn oogen sloten zich de lippen openden zich ten halve, niet om deze mannen te antwoorden, maar om zijn ziel Gode aan te bevelen. Fouchard droef zijn soldaten met een gebiedenden wenk terug. Straks zullen jullie naar hartelust kunnen slaan, verklaarde hij, als die verwenschte spion •volhoudt tegenstand te bieden. Den eersten steen van het wed kunnen wij gemakkelijk vinclen; we hebben slechts te weten, waar het mormel den voet aan wal zette. Ik was een van hen, die hem bespiedden! riep een der soldaten. Ik heb hem op den berm zien springen vlak vóór die hooge, dikke rot3. Abelle sidderde, en dit ontging den scher pen blik van den politieman niet. De kameraad heeft goed gezien, sprak hij, want de gevangene heeft gesidderd. Dat is ook een antwoord voor iemand, die zulks weet te verstaan. Peilt de rivier aan den yoat van de rots. Als de eerste steen van het wed gevon den is, neem ik op mij dien jongen roover te temmen, hoe schuw en koppig hij ook moge wezen. Laat hem een oeetje tot zich zelf ko men. Spoedig zal hij al zijn kracht en koelbloe digheid noodig hebben om te volvoeren, wat wij op dit oogenblik van hem verlangen. Geen woord was zeker minder geschikt om juffrouw de Vareuil te sterken en op te beu ren. Toch deed zij alle moeite haar angst te verbergen. Door het golfgeklots ging dit zoe ken voor deze niet-ingewijden zeer bezwaarlijk. Abelle bleef alleen staan en benutte deze af leiding om haar ontroering meester te wor den; onverschillig scheen zij te kijken naar hetgeen er aan den waterkant voorviel. Doch op een3 legde Fouchard zijn hand op haar schouder en wel zoo ruw, dat het arme kind onder den druk wankelde. Niet heel sterk, die lummel! spotte hij op de hem eigen manier, die Abelle zoo tegen de borst stuitte. Verschrikt wilde zij achteruit treden, doch hij hield haar met ijzeren hand tegen. Ongerekend den afkeer, dien zij bij deze aanraking gevoelde, was de blik, waarmede hij haar geheimste gedachten scheen te willen doorgronden, haar als een dolksteek in het hart. Fouchard had zijn mannen den rug toe gekeerd; hij leek zich wel niet over hun zoe ken te bekommeren en wijdde al zijn opmerk zaamheid aan den gevangene, overtuigd, dat dit bleeke gezichtje hem meer over dit kwel lende geheim kon ontsluieren, dan al dat ge- peil in de rivier. En terwijl hij de ongeluk kige Abelle met zijn oogen in bedwang hield, mompelde hij met schamperen spot: Je bent niet zoo ongevoelig, als je wel wilt doen gelooven, stakkerd! Of je al liet da Brouillardeux' omgegaan hebt, met hen sa mengespannen en struikroovertje gespeeld, toch hen je nog te jong om meester over je zenuwen te wezen. Daarvan zal ik gebruik ma ken, wurm! Ik zal van jou te weten komen, wat ik wil, en zoodra ik het werkelijk wil. No je eenmaal in mijn klauwen gevallen bent, zal ik je dwingen het spoor van je medeplich" tigen aan te wijzen, ondanks je zelf. Je zult met ous mee moeten jagen en nog wel op het wild der guillotine. Hoewel Abelle den vollen zin dezer bedrei ging niet geheel snapte, begreep zij toch, dat de schurk waarheid sprak. Hoe zou zij, onbe kwaam. tot liegen als ze was, haar gedachten steeds kunnen verbergen? Zij zou gewanhoopt hebben, wanneer zij niet van ganscher harte en met al haar geestkracht de hulp van de' Patrones der eilanden ingeroepen had. In h?t" vuur van dezen aanroep drukte haar schoon gelaat niet den minsten schrik meer uit. politieman, die een geheel tegenovergesteld13 uitwerking van zijn woorden verwachtte, voel de zich bitter teleurgesteld en toonde dit 0l' brutale wijze. Hij nam het lieve handje va« den kleinen moerasjongen in zijn ruwen vuis en hief het tot zijn oogen omhoog. De vinfi®1* tjes schenen nog blanker en zachter, nu door deze bronzen knokkels omsloten werden, en dit deed hem peggen: Ho, ho! Wat een zacht en mollig P°°H voor een knaap uit het moeras! Dat blank - verzorgde, teere vul riekt naar den aristocraa (Wordt vervolgd)-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1927 | | pagina 2