FEUILLETON
MAANDAG 8 AUGUSTUS 1927
EERSTE BLAD
PAGINA 2
HET NIET UITOEFENEN VAN HET
STEMRECHT
BURGERLIJKE STAND
UIT ROTTERDAM.
EEN AANVAL, DIE NIET GERECHT
VAARDIGD IS.
DE LIEFDE IN HET KATHOLIEKE
GASTHUIS
DE KERMIS KWAM MAAR EENS IN T JAAR
BIJ ONVERWACHT OVERSTE-KEN
AANGEREDEN.
EXAMEN FRANSCH M.O. (ACTE A)
Te.Utrecht geslaagd: A. de Vos te Rotterdam.
DE SCHEEPVAARTBEWEGING IN DE
A-FGELOOPEN WEEK
WEERBERICHT
RADIONIEUWS
PROGRAMMA'S- VOOR DINSDAG
VROUWEN MOED.
Door den kantonrechter -werd heden uit
spraak gedaan in die zaak van een 25,tal per
sonen. die vorige week Maandag" hadden terecht
gestaan wegens het niet voldoen aan hun stem
plicht hij de verkiezig voor de Provinciale Sta
ten. Overeenkomstig den eisch werden de be
klaagden veroordeeld tot ƒ2.boete subs. 2
dagen hechtenis, terwijl mej. V. en mej; A. E.
geboren R„ eveneens overeenkomstig den eisch,
werden vrijgesproken.
GEBOREN: Hendrina Th., d. v. H. Eikelen
boom en H. T. Verlioeckx, Nieuwe Maas
straat.
GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS
Gevraagde werkkrachten
Afdeeling voor mannen. Tel: 10403 en 10404.
Steendrukkersleerling, bontwerkersleerling, 2
slagersjongens, halfwas schoenmaker, aank.
halfwas kleermaker, kleermakersleerling, dro
gistleerling reclamesschilders, ba* biershedien-
de, aank. boekbinder, aank. waschkneclit,
boekbindersleerling, halfwas barbiersbediende
22 loopjongens, 2 fa'orieksjongens, pakhuis-
jongen, 2 ijsventers, dekknecht op sleepsehip,
schipper voor plezierjacht, leerling meubel
stoffeerder, aank. halfwas meubelmakers,
BChüderskariiSg* leerling mach. houtbewer
ker, halfwas glas In loodzetter, ioodgieters-
leerling, stoelenmakersleerling, steenhouwers
leerling, 2 halfwas schilders buitenwerk, po-
litoerdersleerling, behangersdeerling, halfwas
meubelmaker, halfwas stoelenmaker, 2 half
was meubelstoffeerders, lijsterneakersleerling,
25 jongste bedienden, etaleur voor damesmo
demagazijn, reiziger voor boter- en kaashande.l
picolo en liftjongen voor bankinstelling, gar
de manger, buffetbediende, banketbakkers
leerling, 3de banketbalskersbediende, Iar. ban
ketbakkers, 3de bediende, bekw. metaal-
draaier, halfwas forceur, halfwas constructie-
bankwerker, bronceur, voorslaander, electri-
cien, koperbankwerker, gereedschap-slijper,
ketelmaker, aank. wagenmaker, rijwielherstel
lersleerling, macfiinebankwerkersleerling,
smidsleerling, electriciensleerling. Voor Vene
zuela: luchtklinkers en luchtkokers. Te Hil-
legersberg: halfwas meubelstoffeerder. Te
Schiebroek: Jongens voor drukkerij. Te West
maas: schilder en 4 landarbeiders. Te Per
nis: halfwas of volwas schilder. Te Hilla-
gersberg: slagersjongen.
Afdeeling voor vrouwen. Tel. 8800 en 9389.
Jongste bedienden, kantoorbediende b. m. elec-
trische kantoormachine, kantoorbediende b.
m. duplicatormacftine, 3 steno-typisten voor
moderne talen. Bekw. bontstiksters. Voor
confectieatelier lingerienaaister3, machine-
stiksters, afwerksters en leerlingen, contee-
tiestrijksters, meisjes waschinrichting, lam-
pekapnaaisters, t amboureersters, aank. man
telnaaisters, voor confectieatelier thuiswerk»
sters b. m. lingerie» en bedrijlskleeding, voor
confectieatelier persters, meisjes voor het ver
vaardigen van dameshoeden, voor dekenfa-
briek bekw. en leerling machinestiksters, kap
sters, voor kleermakersvak band werksters,
machinestiksters. Winkeljuffrouwen kruide
nierswaren, manufacturen, bakkerij, dames-
en kinderartikelen, heerenmodeartikelen, leid
ster voor filiaal voor manufacturen, voor ver
schillende vakken bekw. en leerling winkel
juffrouwen, agentessen en colportrices. Voor
hotelfcsdrijf: koffiejuffrouwen, buffetjuffrou
wen, kookster, werkmeisjes, kamermeisjes,
bedien juf trouwen (lunchroom), huishoudsters,
hulpen in de huishouding, dagmeisjes, dienst
boden. 2de meisjes, werkmeisjes. Leerling
cartonnagewerksters, zaklfenstoppers b. m.
electr. machine. Te Schiedam. Bekw. tricot
naaisters. Te Oostvoorne. Kookster. Te 's-Gra-
venhage. Bontwerkster. Buiten de stad: Bë-
dienjuffrouwv Tè Höek van Holland: Buffet
juffrouw.
VER KEERSWENKEN
Bestuurders van voertuigen!
Wielrijders!
Geleiders van dieren!
HOUDT RECHTS op den weg, ook al staat
het gehee!e wegvlak tot Uw beschikking!
In de „Voorwaarts" doet de heer A. van Meer
ner een ongemoti veerden aanval op het St.
Franciseus-gasthuis. Hij meent, dat de naasten
liefde der zusters alléén is voor de geloofsge-
nooten; dat er een hatelijk fanatisme heerscht,
dat alles, wat niet-katkoliek is, van de liefde
wil uitsluiten.
De zusters hebben, onze bescherming niet
noodig. Iedereen, die in het. St. Franciseus-gast
huis verpleegd is, kent de opofferingsgezind
heid van de zusters en de liefde, waarmee zij
iederen zieke ontvangen. Ware het anders, de
zusters waren geen Katholieke zusters, die
toch in. de eerste plaats Christus, den Men-
aeheavrienü, in alles moeten navolgen.
De zusters vragen ook geen bescherming,
omdat zij niet om eer of dankbaarheid voor
hun liefdewerk vragen.
Wij komen alleen terug op het stukje van
den „Voorwaarts"-man, omdat deze een priu-
cipieele kwestie aanroert, die van Katholiek
standpunt wel even belicht mag worden.
De inzender dan is verontwaardigd over hot
feit, dat een Katholieke jongeman, die in het
St, Franciscusgasthuis verpleegd werd, geen
bezoek mocht hebben van zijn verloofde, een
protestantsch meisje. Hij is ook verontwaar
digd over de wijze waarop de zuster aan het
meisje den toegang geweigerd heeft.
Wat het laatste punt betreft, ais het geval
zich weTkelijk zoo heeft afgespeeld, als de in
zender zegt, heeft hij reden, om verontwaardigd
te zijn. Om de zeden van een zuster te ver
beteren behoeft men echter geen ingezonden
stukken in de „Voorwaarts" te schrijven. Een
hartelijk woordje van de moeder-overste heeft
nog wc-1 invloed.
Al zijn dan de zustertjes nederig wij be
hoeven nog niet toe te staan, dat zij zich onder
curateele van een socialistischen voorman
stellen.
Bovendien kunnen wij niet aannemen, dat
het meisje in kwestie zóó onheusch behandeld
is als de inzender wil doen voorkomen.
En het meisje, èn de verpleegde jongeman
zijn beiden zij hebben het ons zelf verzekerd
verontwaardigd, dat iemand van het geval
zoo'n drukte heeft gemaakt.
Het is heusch niet liefdevol van den „Voor-
waarts"-man, om één voorval zelfs al mocht
het in feite juist zijn zooals hij het geeft
te gaan uitbuiten, om een hatelijk stukje over
alle zusters en over „het geloof en de liefde"
ts schrijven.
Maar nu de principieels kwestie.
De inzender vraagt:
Heeft men het recht iemand den toegang te
weigeren (indien de gebruikelijke weg wordt
bewandeld) tot een. patiënt, die daar van ge
meentewege is heengestuurd?
We moeten eerst even opmerken, dat niemand
ergens „heengestuurd" wordt. Als iemand lie
ver naar het ziekenhuis aan den Coolsingel of
in een protestantsch ziekenhuis verpleegd
wordt, zal niemand hem dwingen naar het Ka,-
tholieke ziekenhuis te gaan.
Als we dan het „heengestuurd" veranderd,
hebben in „opgenomen", moeten we de vraag
van den inzender bevestigend beantwoorden.
En wel hierom: in het Gasthuis bestaat het
voorschrift, dat in geval van gemengde, ver
loving de toegans tot den., zieke aan de andere
partij geweigerd wordt. Dit berust op het ge
bod der Katholieke Kerk, dat gemengde huwe
lijken verbiedt; een noodzakelijke consequen
tie. daarvan is dat de: omgang tusschen de beide
verloofden in het geval dat de Katholieke partij
in een inrichting met uitgesproken Katholiek
karakter verblijf houdt, niet toegelaten wordt.
Hoezeer zulks in bepaalde gevallen zeer onaan
genaam voor de betrokken personen kan zijn
en hoezeer de dokters en zusters steeds willen
meewerken om. dit aan een zieke op een zoo
zacht mogelijke wijze te doen gevoelen, van
het verbod zelf kan geen afstand worden ge
daan.
Daarom mocht het meisje niet bij haar
verloofde en haar ouders, die ook-protestantsch
zijn, wel.
Men mag niet uit het oog verliezen, dat het
Katholieke voorschrift is uitgevaardigd in het
welbegrepen belang van de betrokkenen, die dit
thans wellicht niet zoo inzien, maar die in een
later levenstijdperk zeker de juistheid ervan
zullen moeten erkennen.
Als de „Voorwaarts"-man even nagedacht had
en zijn licht had opgestoken bij menschen, die
de zusters beter kennen, had hij niet zoo liefde
loos geschreven,
TOEN KWAM" DE BESCHAVING.
Zijn wij er nu in vermaak op vooruitgegaan
„Nieuwe Bessen" lees ik overal in de stad
boven café's en slijterijen, -en dat herinnert
ons tegelijk met het. verschijnen van de poffer
tjeskramen aan de oude Rotterdamsche kermis,
die op den Zaterdag rond het Sint Laurentius-
feest werd ingeluid.
Als de stadsklokken twaalf uur sloegen
heette de kermis ingeluid. De huisgenooten en
het personeel kvegen met het traditioneele
i kermisgeld ook den kermisborrel, een glaasje
nieuw rood.
De kermiskoek werd aangesneden, en onder
de feestelijke verorbering van deze versnape
ringen wenschtemen elkaar een genoeglijke
kermis.
De meest populaire variété-humorist had zijn
nieuwe kermislied gecreëerd, dat meer dan de
pakkendste operette-schlager algemeen gezongen
wer.d.
En de kermisgangers zelve zongen er nog
het onsterflijke lied aau toe van:
„Komt vriendenschaar
De kermis, komt maar eens in 't jaar".
of het niet minder populaire
„Alebessen, Alebessen, hi, ha, ho
De schouwburgen, om in 't meervoud te
spreken, want er waren er in die dagen twee,
de groote en de kleine, gaven een extra kermis-
spectakelstuk, dat wel de heele maand uit duur
de, eeu stuk, dat waar er nog geen revue's
waren, decoratief extra gemonteerd werd, en
waarin tusschen de bedrijven Willem van Zuy-
len. of Rosier Faassen humoristische coupletten
zongen op da actueele gebeurtenissen van den
dag.
Het kermisstuk in. den Grooten Schouwburg
was de groote gebeurtenis van het jaar, dat
niemand verzuimen mocht te gaan zien.
Dat was ook voor de kinderen de groote uit
gang van het jaar, welke ons al. dagen te voren
opgewonden bezig hield, en waar wij elkaar een
jaar lang enthousiast van vertelden. „Aladin
of de wonderlamp", „De schat van den Radja",
„De reis om de wereld in tachtig dagen",
AsscheHoester", „Flik en Flok. in de oude
wereld", allemaal trekkende titels, waarop nu
zelfs do bioscoop nog jaloersch kan zijn.
Dan nog een middag, de eigenlijke kermis
rond en tot besluit op Kermiszaterdag een
avond naar den Doeletuin, waar concert werd
gegeven van de Grenadiers en Jagers, waarna
de groote menschen bij Boneski op 't Plein
rond middernacht biefstuk met gebakken aard
appelen gingen eten.
To.t laat in den nacht werd er dan op straat
gejoeld en gejoold, gedanst en gehotst en de
laatste feestgangers, die van geen naar bed
gaan wilden weten, trokken tegen het krieken
van den morgen naar de theetuinen rond de
Kralingsehe plassen, om wat uit te waaien van
het overmoedig kermisgedoe.
Toen kwam de beschaving aan 't woord, de
kermis moest worden afgeschaft als een te
onwaardige ontspanning, het „kermiszwijn",
zooals het heette, moest worden gedood.
En de kermis is vrijwel overal afgeschaft,
maar zijn wij er beter op geworden, zijn wij
er in toon van beschaving, wat uitgaan en ver
maak betreft, op vooruit gegaan
De officieele „kermisweek" had afgedaan,
maar wij hebben er een heel jaar kermis voor
in de plaats gekregen.
Vroeger werd er gespaard voor den „kermis
pot", om eens in 't jaar een paar dagen de
bloemetjes eens buiten te zetten, de peentjes op
te scheppen.
Buiten die -dagen van officieel kermis vieren,
wera aan pret en vermaak zoo goed als niet
gedacht. Het oude :iedje van „de kermis komt
maar eens in 't jaar" wordt niet meer gezongen,
en de dagelijksehe zorgen, waarmee men zich
nu het hoofd breekt, is niet meer „wat zullen
we eten, wat zullen we drinken", maar waar
zullen we vanavond al weer eens naar toe gaan.
Als 't vroeger kermis was, dan gingen we
als een buitengewone attractie eens kijken, wat
de groote aanplakbiljetten ons als bijzondere
vermakelijkheid te vermelden hadden.
Nu vouwen wij 's avonds, eiken dag weer,
de nieuwsbladen open, en daar treffen we heele
pagina's vol met louter reclames van avond
vermakelijkheden, die ons ten duidelijkste
demonstreeren, dat 't thans iederen dag op
nieuw kennis is.
Als doodgewoon moet iedere krant als nood
zakelijke rubriek ook haar dagelijksehe agenda
van vermakelijkheden hebben.
En daar staan de eigenlijke kermisvermaken
als de dancings en cabarets en café-concerts
nog niet eens bij. De kermis had. niet behoeven
te worden afgeschaft, de kennis lfeeft zich over
leefd,
Dat is alleen de officieele kermistijd, die de
jaarlijksche ontspanning was van de vroegere
eenvoudige geslachten, die de meening. waren
toegedaan dat den mensch eens in 't jaar een
gepaste ontspanning toekwam.
Maar de kermis heeft zich geprolongeerd tot
het heele jaar door, van jaar in tot jaar uit,
en als o.oit een spreekwoord totaal heeft uit
gediend en te niet is gegaan, dan. is dat het
oude gezegde: ,,'t is toch alledag geen kermis".
Men zou zelfs nu gaan verlangen naar een
stillen tijd, diê het omgekeerde van een kermis
is, naar een tijd dat een mensch eindelijk eens
rusten kon. van alle vermakelijkheden, waar
mede hij tegenwoordig wordt gekweld en op
gejaagd.
BIERTON TEGEN HET LICHAAM.
D9 9-jarige J. 'W. wénende Aert van Nes
straat zat. Zaterdagmiddag op een sleeperswa
gen, die. beladen was met biervaten. De jongen
zag plotseling dat een der vaten los geraakte.
Hij wilde van den wagen springen, doch het
was reeds te laat. Het biervat viel tegen den
jongen aan. W. tuimelde van den wagen en
het vat kwam den jongen op het lichaam. Met
inwendige kneuzingen werd hij naar het zie
kenhuis aan den C-oolsingel vervoerd.
De 4-jarige J. N. thuis beboerende op de mo
torboot „Eben Haëser" liggende in de Nieuwe
Haven is Zaterdagmiddag bij onverwacht over
steken van de Oostmolenwerf door een auto
aangereden die bestuurd werd door den 24-jari-
ge P. J. G. K. uit Vleuten. Het meisje werd
tegen de straat geworpen en bekwam inwen
dige kneuzingen. De G.G.D. vervoerde N. naar
het ziekenhuis aan den Coolsingel, waar zij.
werd opgenomen.
Gedurende de aigeluopen week zijn volgens
onze statistiek den Nieuwen Waterweg Binnen
gekomen 288 schepen, waarvan 0 zeilschepen en
2 zeelichters. Hiervan waren bestemd voor. Rot
terdam, met inbegrip van Hoek, van Holland 256
schepen m. 426 244 n.reg. tons voor Vlaardingen 16
Schiedam 6, Pernis 2 andere Nederl. plaatsen 1
en Duitscliland 7.
Voor Poortershaven waren, bestemd 6 stoom
schepen, terwijl 26 schepen den Waterweg zijn
binnengekomen om te bunkeren,
Gedurende hetzelfde tijdvak van 1920 kwamen
den Nieuwen Waterweg binnen 423 schepen
waarvan 0 zeilschip en 2 zeelichters Hiérvan
waren bestemd voor Rotterdam, met inbegrip van
Hoek van Holland 385 schepen, voor Vlaardingen 18
Schiedam 12, Pernis 0 andere Nedarl. plaatsen 1
liuitschland 7.
Sedert 1 Januari zijn aangeUmmn
Schepen Netto lieg. ton
1927 8897 1 4.350.943
1926 8541 124)55.079
X. Waterweg
Nu 356 +1.395.864
Tegen vorige week 491 +1,465.650
I! otterdam 1927 7977 13.068.795
1926 7782 12.022.472
Nu 195 +1.046.323
Tegen vorigo week 322 1.115.385
Bunkerbootcn zijn tn déze etatiniiok niet
inbegrepen
Opgestoomd 2 schepen
Verwacht wordt: Zwakke tot matigen O. tot
Z.O. wind, gedeeltelijk bewolkt, waarschijnlijk
droog weer behoudens onweer, iets warmer.
De barometer daalt tijdelijk vrij snel, maar
gaat spoedig weer stijgen.
S c h e v e u i n g e n-h a v e n (1950 M.) 12.00
tot 12.05 zuivelber.; 3.523.37 zuivelber.
5,305.35 zuivelber.
Hilvers.um (1050 M.) 12.politieber.;
12.352.00 lunchmuziek door het trio L, v.
Leeuwen, cello, D. Groeneveld, viool, P.
Jochems, piano; 68 concert door het A. N.
R. O.-orkest, Joh. Lammcrs, bas bariton, Egb.
Veen, a. d. vleugeL; 7,45 politieber.; 10.30
nieuwsber.; 8.10 R. IC. radio-avond, freule Th.
Grotenhuis van Onstein, sopraan, Willem Nie-
stadt, declamatie; het trio: mej. B. Kriele,
piano, Egbert Veen Jr., viool, en B. Pelzer,
cello; 1 Trio in Es-dur, Beethoven, trio; 2
Pastourelle, Menuet de Martini, Weckerin,
sopraan; 3a. De Bruid, Prins, b. Holland,
Adema v, Scheltema, declamatie; 4. Fantasie,
Samson en Dalila, St. Saëns, trio; 5a.
Lieblings Platzchen, Mendelssohn, b. Mond
nacht, Schumann, sopraan; Ca. De Leeke-
broeder, Pol de Mont, b. Het Schryverke,
Guido G.ezelle (declamatie); 7a. Arabesque,
Debussy, b. Serenade, Albeniz, piano; Sa.
Ave Maria, Schubert, b. Pliilis en Carrido,
Bergerette, Weckerlin, sopraan; 9a. Frag
ment uit „Liefde", Ligthart, b. Rei van
Clarissen, Gysbreght van Amstel, J. v. d.
Vondel, declamatie; 10. Venez agréable priu-
temps, Weckerlin, sopraan: 11 Trio no. 1,
Mozart; trio.
Daventry (1600 M.) 12.20—2.20 Slydel
Octet en solisten; 3.20 Daventry-kwartet en
King's College Cambridge mannenkoor; +20
orkest; 5.35 kinderuurtje; 6.2.0 dansmuziek;
6.50 tijdsein, weerber., nieuws; 7.05 dans
muziek.; 7.35 sonates vaan Beethoven; 7.50
kamermuziek, H. Heyner, bariton; A. M.
Wall, viool, C. Fuchs, cello, E. L. Bainton,
piano; 9.20 weerbar., nieuws; 9.55 radio
orkest; 1.0.5012.20 daansmuziek.
P a r ij s (Radio-Paris, 1750 M.) 10.5011.20
concert; 12.502.10 orkest; 5.055.55 piano,
viool, cello; 8.5010.50 opera-fragmenten,
groot orkest en solisten.
Hangen berg (469 M.), M.ün.ster (242
M.) en Dortmund (283 M.) 1.302.50
orkest; 4,505.20 kindermuziek; 5.506.50
orkest.
Kö ni.gswuater. hauaèn (1250 M.) en
B e r 1 ij n (484 en 566 M.) 8.50 concert, N.
Buica, viool, S. Lewitsch en A. Gelbtrunk,
piano; 9.2010.50 concert, voordracht, werken
van Lenau.
Hamburg (395 M.) 4.35' oi'kest; 0.20
concert; 8.20 Duitsche kamermuziek; Sonn-
tagsmusdk in einem Leipziger Biirgerhaus;
daarna tot 11.10 dansmuziek.
Brussel (509 M.) 5.306.20 dansmuziek;
8.2010.20 concert in den Antwerpschen
Dierentuin, orkest o. 1. v. Flor. Alpaerts.
Bern (411 M.) 1.202.05 tijdsein, weer
ber., koersen, gramafoonmuziek (dansmuziek);
4.16: tijdsein; 4.205.50 orkest in de Kur-
zaal; 8.20 tijdsein, weerber.; 8.20S.50 kinder
uurtje; 8.50 orkest; 9.40 orkest; 10.10 nieuws-
en. weerber.; 10.2510.50 orkest.
BEGRAFENIS J. H. VEDER.
Hedenmiddag" te half twee uur heeft op de
begraafplaats Oud-ICralingen de teraarde
bestelling plaats gehad van wijlen den heef
J. H. Veder, die Maandag j.l. door een
motorongeluk te Belfast, om het leven kwam.
Zeer vele bloomen bedekten de kist. Aan het
graf werd het woord gevoerd door dpn heef
A. Veder, oom van den overledene en den
heer J. J. Koster van Groos, directeur
Nieuwe Middelbare Handelsschool aan de
Claes de Vrieselaan. De vader, de heer J. C,
Veder dankte voor de belangstelling.
NAAR HET FRANSCÜ,
16).
Door die overweging geheele in beslag ge
nomen, bleef zij zwijgen. Fouchard wachtte
geduldig, want hij verbeeldde zich, dat de aan
blik van zooveel woeste kerels den jongen ge
vangene weerhield, en dat alleen vreesaanja-
ging hem tot spreken zou dwingen. Nieuwsgie
rig hekeek de politieman het lieve, bleeke ge
zichtje, door schrik verwrongen. Weer lachte
hij minachtend om deze schamelijke vangst,
Maar nu hij bespeurde, dat het visschertje,
thans kalm en rustig, er niet minder zwijg
zaam om bleef, veranderde zijn minachting in
Joern.
Kun je niet praten? Denk je, dat we den
heelen nacht hier gezeten hebben om gedul
dig op een antwoord te wachten? De rivier
heeft een doorwaadbare plaats. Heb je de
struikroovers, die wij vervolgen, over dit wed
naar het eiland gebracht?
Ontwijkend schudde Abelle het hoofd. De
ander werd nog gramstoriger.
Je kent het wed, want je komt er van
daan. Ontken het maar niet: je slobkousen
zijn tot de knieën nat/ Waar de Broulllar-
deux' overheen gekomen zijn, zullen wij hem
dat ook wel lappen. Vooruit dus naar het
[wed! Speel nu niet den stomme en wees niet
koppig. Recht vooruit, rekel, of anders heb Ik
nog middelen genoeg om. je orp weg te bren
gen.
Dit verhoor had Fouchard reeds veel te
lang geduurd, en hij maakte er een eind aan
door nogmaals zijn pistool op Abelle te rich
ten. Zij sidderde, doch zelfs geen kreet ont
sloot haar lippen.
Gekoesterd en geëerbiedigd, bewaard voor
alle schokken des levens had het meisje steeds
in gelukkige veiligheid geleefd en waande zich
nu ten prooi aan een afschuwelijke nachtmer
rie. Bij den doffen schijn der lantaarn, om
geven door de getaande gezichten dezer ru
we soldaten, die haar dreigden en mishandel
den, voelde zij zich als een arme leeuwerik,
die, in den strik gevangen, zich voorbereidt
om door een vlucht sperwers verscheurd te
worden.
Zij kreeg echter den tijd niet den vollen om
vang van haar ongeluk te overzien. Toortsen
en lantaarns werden gedoofd, en onder vloe
ken en verwenschingen werd zij uit de hut ge
dreven, door het struikgewas gesleept. De
takken sloegen haar in het gelaat, dorens
verscheurden haar handen, met kolf3tooten
voerde men haar naar den waterkant en
wierp haar op den wal neer.
Geheel ontdaan stond de kasteelvrouwe weer
op; zoo iets verschrikkelijks had zij nooit ge
lezen, had haar verbeeldingskracht haar niet
kunnen voorstellen. Een oogenblilc kwam de
gedachte bij haar op, dat deze snorrebaarden
haar niet zoodanig zouden mishandelen, als
zij wisten, dat hun gevangene een vrouw
was. Doch natuurlijke, eerbare schaamte weer
hield deze bekentenis op haar lippen. Hoe
wel onbestemd kwam haar toch het gevaar
voor den geest, dat een jong meisje onder
deze woestelingen bedreigde. En wat zij als
jongen te vreezen had, scheen haar niets bij
dat andere. Zij vreesde zelfs een oogenblik, dat
de gescheurde zakdoek haar lange haren zou
verraden en daarmee haar sekse. Doch te
dier tijde droegen nog veel mannen, vooral
ook soldaten, het haar lang en opgerold als
zij nu. Geen der Blauwen lette er dan ook op.
Abelle hernieuwde haar vertrouwen op God,
op Zijn eindelooze barmhartigheid en waak
zame liefde. Dit gaf haar den moed en de hel
derheid van geest terug. Zelfs begon van ver
re het vizioen van het martelaarschap haar
te lokken en toe te lachen. Vurig bad zij O.
L. Vr. ter Mist haar de kracht te verkrijgen
in alle stilte do wreedste kwellingen te ver
duren.
De gezwollen rivier was intusscken veel
woester geworden; de wild dooreenwoelenae
watermassa schoot in snellen stroom voort.
Dit schouwspel was het meisje maar al te goed
bekend, zoodat zij voelde, hoe alle hoop op be
houd haar ontzonk. Zij begreep, wat Fouchard
en zijn mannen van haar zouden eischen, doch
zij besloot liever te sterven, dan deze bende
van beulen op het spoor van den vluchteling
te brengen, dien zij tot eiken prijs wilde red
den.
Uit deze ontstellende gedachten werd zij
afgeleid door het toornig woord van korporaal
Farnou, Fouchard's ondergeschikte.
Waar begint het wed, vervloekte kwa
jongen? Zeg het nu maar gauw, of ik sla je
de tanden uit je mond!
Met den blik in de verte bleef het vis
schertje zwijgen. Verscheidene armen werden
dreigend opgestoken. Hij voelde het kille staal
op zijn blank voorhoofd; zijn oogen sloten zich
de lippen openden zich ten halve, niet om
deze mannen te antwoorden, maar om zijn
ziel Gode aan te bevelen. Fouchard droef zijn
soldaten met een gebiedenden wenk terug.
Straks zullen jullie naar hartelust kunnen
slaan, verklaarde hij, als die verwenschte spion
•volhoudt tegenstand te bieden. Den eersten
steen van het wed kunnen wij gemakkelijk
vinclen; we hebben slechts te weten, waar het
mormel den voet aan wal zette.
Ik was een van hen, die hem bespiedden!
riep een der soldaten. Ik heb hem op den berm
zien springen vlak vóór die hooge, dikke rot3.
Abelle sidderde, en dit ontging den scher
pen blik van den politieman niet.
De kameraad heeft goed gezien, sprak hij,
want de gevangene heeft gesidderd. Dat is ook
een antwoord voor iemand, die zulks weet te
verstaan. Peilt de rivier aan den yoat van de
rots. Als de eerste steen van het wed gevon
den is, neem ik op mij dien jongen roover te
temmen, hoe schuw en koppig hij ook moge
wezen. Laat hem een oeetje tot zich zelf ko
men. Spoedig zal hij al zijn kracht en koelbloe
digheid noodig hebben om te volvoeren, wat
wij op dit oogenblik van hem verlangen.
Geen woord was zeker minder geschikt om
juffrouw de Vareuil te sterken en op te beu
ren. Toch deed zij alle moeite haar angst te
verbergen. Door het golfgeklots ging dit zoe
ken voor deze niet-ingewijden zeer bezwaarlijk.
Abelle bleef alleen staan en benutte deze af
leiding om haar ontroering meester te wor
den; onverschillig scheen zij te kijken naar
hetgeen er aan den waterkant voorviel. Doch
op een3 legde Fouchard zijn hand op haar
schouder en wel zoo ruw, dat het arme kind
onder den druk wankelde.
Niet heel sterk, die lummel! spotte hij op
de hem eigen manier, die Abelle zoo tegen de
borst stuitte. Verschrikt wilde zij achteruit
treden, doch hij hield haar met ijzeren hand
tegen. Ongerekend den afkeer, dien zij bij deze
aanraking gevoelde, was de blik, waarmede
hij haar geheimste gedachten scheen te willen
doorgronden, haar als een dolksteek in het
hart. Fouchard had zijn mannen den rug toe
gekeerd; hij leek zich wel niet over hun zoe
ken te bekommeren en wijdde al zijn opmerk
zaamheid aan den gevangene, overtuigd, dat
dit bleeke gezichtje hem meer over dit kwel
lende geheim kon ontsluieren, dan al dat ge-
peil in de rivier. En terwijl hij de ongeluk
kige Abelle met zijn oogen in bedwang hield,
mompelde hij met schamperen spot:
Je bent niet zoo ongevoelig, als je wel
wilt doen gelooven, stakkerd! Of je al liet da
Brouillardeux' omgegaan hebt, met hen sa
mengespannen en struikroovertje gespeeld,
toch hen je nog te jong om meester over je
zenuwen te wezen. Daarvan zal ik gebruik ma
ken, wurm! Ik zal van jou te weten komen,
wat ik wil, en zoodra ik het werkelijk wil. No
je eenmaal in mijn klauwen gevallen bent,
zal ik je dwingen het spoor van je medeplich"
tigen aan te wijzen, ondanks je zelf. Je zult
met ous mee moeten jagen en nog wel op het
wild der guillotine.
Hoewel Abelle den vollen zin dezer bedrei
ging niet geheel snapte, begreep zij toch, dat
de schurk waarheid sprak. Hoe zou zij, onbe
kwaam. tot liegen als ze was, haar gedachten
steeds kunnen verbergen? Zij zou gewanhoopt
hebben, wanneer zij niet van ganscher harte
en met al haar geestkracht de hulp van de'
Patrones der eilanden ingeroepen had. In h?t"
vuur van dezen aanroep drukte haar schoon
gelaat niet den minsten schrik meer uit.
politieman, die een geheel tegenovergesteld13
uitwerking van zijn woorden verwachtte, voel
de zich bitter teleurgesteld en toonde dit 0l'
brutale wijze. Hij nam het lieve handje va«
den kleinen moerasjongen in zijn ruwen vuis
en hief het tot zijn oogen omhoog. De vinfi®1*
tjes schenen nog blanker en zachter, nu
door deze bronzen knokkels omsloten werden,
en dit deed hem peggen:
Ho, ho! Wat een zacht en mollig P°°H
voor een knaap uit het moeras! Dat blank -
verzorgde, teere vul riekt naar den aristocraa
(Wordt vervolgd)-