T
DE TWENTSCHE BANK
Tandarts de Groot
VERHOOGING DER DEPOSITORENTE:
f
f
f
f
f
f
f
J. A. H. van den Berg
Dr. A. Hoogendijk,
NAAIMACHINES
Kantoor ROTTERDAM
Openbare Vrijwillige
Verkooping
DINSDAG 16 AUGUSTUS 1927
eerste BLAD
GROOTHERTOGIN MARIA ADELHEID VAN
LUXEMBURG
PAGINA 4
GEBOREN
4*
AREND HENDRIK VERH0EFF,
C. F. VERHOEFF.
J. C. VERHOEFF.
C. E. VERHOEFF.
AFWEZIG
tot 12 September.
afwezig tot 7 September.
beeft de praktijk
- HERVAT. -
GOOCHEL- EN
TOOVERVOORSTELLINGEN
OKHU1ÜSEN
Hotel Café-Eest. „DE KROOI"
1SDAG 17 AIIO. A.S. GEOPEÜO 1
Openbare Verkooping.
het Cafépand „Promenade"
SINGEL 114a, la
ZWALUWEN en
KABOUTERS brengen
GELUK.
-És
EEN GETUIGENIS VAN MINISTER PROF. NIC. WELTER
(Met toestemming van Prof. Weiter overgenomen uit zijn boek „lm Dienste"). -Jj
Nadat Johannes Mercator ons verleden jaar
'n zeer te waardeeren dienst bewees met de
.vertaling van pastoor Zenners boekje „Maria
Adelheid van Nassau", zullen vele Katholieken
wel belang stellen in het oordeel van den niet-
geloovigen staatsman Welter over zijn jong
gestorven groothertogin.
Ter verduidelijking van het onderstaande
vooraf deze bemerking:
De schrijver van „lm Dienste" was lid van
de kamer van afgevaardigden van Luxemburg,
toen hem in 1918 als vertrouwensman der socia
listen 'n zetel in 'n coalitie-ministerie werd aan
geboden. Hij nam aan, en vervulde zijn op
dracht, niet alleen als socialist, maar ook als
trouw patriot. De partijgenooten verweten hem,
dat hij hun ontrouw was geworden, en om
financieele redenen in het ministerie had plaats
genomen. Nadat hij zich in 1921 teruggetrokken
en het ambt van hoofdinspecteur bij het onder
wijs had aanvaard, schreef hij om zich te recht
vaardigen „lm Dienste". In dit boek staat dus
overal zijn persoon op den voorgrond. „Maar",
zoo zegt de redactie van de „Luxemburger
Fran", „zijn uiteenzettingen berusten op waar
heid, en veel uit het leven van onze hoog
vereerde groothertogin heeft hij in 'n helder
licht gesteld".
Als prof. Weiter zijn „Erinnerungen aus ver-
.worrener Zeit", zooals de ondertitel van „lm
Dienste" luidt, sluit met 'n korte beschouwing
over den staatkundigen en politieken toestand
van het groothertogdom in de na-oorlogsjaren,
Verklaart hij
„Nog 'n ander, en wel het aangrijpendste
hoofdstuk onzer nieuwere geschiedenis had in-
tusschen 'n onverwacht, spoedig einde geno
men: den 24sten Januari stierf groot
hertogin Maria Adelheid. Met haar
dood eindigt 'n aardsch levenslot, dat de wij
ding der tragedie evenaardt. Maria Adelheid is
de eerste, sedert het einde der 13de eeuw, op
.vrijen Luxemburgschen grond geboren en op
gevoede vorst; zij verlaat, hoewel zij toch met
de eerlijkste bedoelingen bezield was en zonder
werkelijke persoonlijke schuld, troon en vader
land, en sterft in vrijwillige ballingschap.
Ik acht het 'n natuurlijk slot voor deze
herinneringen, mijn lezers in 't kort uiteen te
zetten, hoe het beeld van deze edele vrouwen
figuur voor mij is opgerezen.
Maria Adelheid werd geboren 14 Juni 1894
op het slot „Berg", als oudste kind van erf-
groothertog Wilhelm van Nassau en Maria
Anna van Braganza.
Door verandering in het familie-statuur ver
zekerde groothertog Wilhelm zijn oudste doch
ter de opvolging en liet dit besluit 4 Juli 1907
door 'n besluit van het huis van afgevaardig
den bekrachtigen.
Prinses Maria Adelheid was 'n levendig, wak
ker kind. Over haar onschuldig geluk wierp
echter de ellende van het leven reeds vroëg
haar ijzigen schaduw. Door de lichamelijke in
eenstorting van den vader werd het kleine
meisje met het lijden en den dood vertrouwd.
Zij hielp haar doorluchtige moeder bij de
nimmer vermoeide verzorging van den zieke, en
rijpte spoedig in de harde school van de smart
en het offer.
14 Juni 1912 bestijgt zij den troon. Vier dagen
later houdt zij haar intocht in de hoofdstad en
legt in 'n plechtige zitting voor kamer en
regeering den eed op de grondwet af. De Luxem-
burgsche bevolking bereidde de jonge, bekoor
lijke vorstin 'n ontvangst, zooals nog nooit
'n heerscher bij ons ten deel gevallen was. De
nieuwe vorstin van haar kant vond in haar
troonrede woorden, die aller harten ontroerden
en de hoogste verwachtingen ontsloten.
Ik kan niet nalaten, deze heerlijke rede on
verkort te laten volgen
„Mijne Heeren.
Diep bewogen verwijl Ik heden onder de
vertegenwoordigers van het land.
De gevoelens van aanhankelijkheid, welke gij
steeds den ridderlijken zin van mijn vader en
mijn grootvader toedroegt, de diepgevoelde
woorden, die gij den edelen offerzin van mijn
innigst-beminde moeder alsmede mijn hoogver
eerde grootmoeder wijddet, geven mij de ver
zekering, dat ook hun kind op uw volkomen
steun rekenen kan.
Dubbel zwaar gevoel ik op dezen dag de
smart, dat het mij niet vergund was, aan de
hand mijns vaders in de staatszaken te worden
ingewijd. Maar door uw wijze raadgevingen
geleid, hoop ik mij toch de hooge taak, die mij
wacht, waardig te toonën.
Mijn eerste plicht is de vervulling van den
in art. 5 der grondwet uitgedrukten wensch
„Ik zweer, de grondwet en de wetten van
het groothertogdom Luxemburg te onderhouden,
zijn nationale onafhankelijkheid en de onschend
baarheid van zijn gebied, de openbare en in
dividueels vrijheid alsmede de rechten van allen
en van ieder mijner onderdanen te handhaven,
en, zooals het 'n goed staatshoofd betaamt,
alle, de mij krachtens de grondwet ten dienste
staande middelen tot behoud en vermiordrnug
van de algemeene welvaart te gebruiken.
Ik zweer dit, zoo waar helpe mij God!"
Ver van mij is de gedachte, om op deze
plaats 'n volledig regeeringsprogram ook slechts
te willen aanduiden. Maar mijn diepste gevoe
lens, mijn streven en mijn hopen, wil ik u
toch niet verbergen.
Mijn innigste wensch is het, den naam van
een goed staatshoofd, in den zin van den zoo
juist afgelegden eed, te verdienen, en alzoo
beloof ik hiermee, aan aller welzijn te werken
en allen door goedheid en welwillendheid be
hulpzaam te zijn. Ligt niet in het streven van
den vorst naar de volmaaktst mogelijke ver
wezenlijking van het schoone, ware en goede
het heerlijkst sieraad zijner kroon
Aan den buitenkant van het groothertogelijk
paleis in Luxemburg bevindt zich 'n reliefbeeld
van den blinden koning Johann, met diens
devies: „Ik dien En niet ver van daar ziet
men het beeld van zijn grooten vader, keizer
Hendrik VII, alsmede diens lievelingsspreuk
„Judicate juste!" „Oordeelt rechtvaardig
Naar deze lichtende voorbeelden zullen mijn
handelingen steeds aan de eischen der redelijk
heid en rechtvaardigheid beantwoorden. Mijn
eenig richtsnoer zal zijn: het recht en het wel
zijn van mijn land.
Gerechtigheid moet voor allen gelijk zijn,
bijzonder echter den kleinen en zwakken tot
schutse strekken. Onze tijd is ziek aan de steeds
wassende maatschappelijke ongelijkheid der
menschen, en de zoo hartstochtelijk nagestreef
de sociale vrede is tot heden 'n onbereikt ideaal
gebleven. Mogen wij echter niet hopen, dat het
zoo diep in de menschheid ingeworteld rechts
besef deze contrasten verzoenen zal, en dat de
gestadig werkende eeuwige wet van het recht
ons eindelijk rust en vrede zal brengen
Mijn in God rustende vader wilde voor het
volk en met het volk regeeren. „Hand in hand
met het volk", zei hij, „willen wij de oplossing
der zware taak, welke de toekomst ons voor
behoudt, tegemoet gaan". Het is 'n zeer ver
antwoordelijk erfdeel, dat ik van mijn door-
luchtigen vader overneem. Maar uw, door wijs
heid en ervaring gedragen, vaderlandsliefde,
mijne heeren, zal mij tot 'n sterken steun zijn;
en de Almachtige zal one gemeenschappelijk
streven Zijn zegen verleenén.
Tegelijk wil ik tegenover de talrijke bulten-
landsche staatshoofden een plicht van dank
baarheid vervullen voor de, aan het land en
zijn vorstenhuis betuigde, warme deelneming
bij gelegenheid van onzen rouw. Wij zullen dit
steeds in dankbare herinnering gedenken.
Het groothertogdom dankt zijn welvaart
hoofdzakelijk aan de internationale verdragen,
die zijn onafhankelijkheid en neutraliteit waar
borgen, maar die het daarvoor ook, voor het
welzijn van Europa, strenge plichten opleggen.
In het recht ligt onze kracht, 'n Broederlijke
hand bindt recht en plicht. In onvoorwaarde
lijke vervulling onzer plichten willen wij steeds
zoo handelen, dat nooit de geringste twijfel aan
de eerlijkheid onzer bedoelingen kan opkomen.
Doordrongen van liefde tot mijn land ben ik
gelukkig zijn naam en zijn kroon te dragen.
Mijn eenige vreugde zal het zijn, geheel te
zijnen dienste te staan, en, met uw hulp, mijne
heeren, steeds voor zijn welzijn te arbeiden.
De zwakke meisjeshanden, waaraan heden de
Luxemburgsche banier is toevertrouwd, zullen
deze met Gods hulp immer hoog honden. Ik zal
inoedig voor haar éér strijden.
Kind van het huis Nassau, zal ik gelijk mijn
.voorvaderen trouw blijven aan het edel devies
van ons oud, adellijk huis: „Je maintiendrai!"
Déze woorden, ingegeven door de rijpste
staatskunst en- wijs inzicht in de ingeboren
volksziel, uit bekoorlijken meisjesmond betoo-
verden. In die wonderbare stonde waren de
Luxemburgers opgetogen van geestdrift: heel
het volk stond als één man om den troon. Het
kon niet anders, of de bevallige, fiere heersche-
res moest bewonderd en geprezen worden als
de heerlijkste bloesem van democratischen
volksaard.
Maar het land zou het reeds spoedig gewaar
worden: de dagen van Adolf I en Wilhelm IV
waren voorbij; een nieuwe geest gebood op den
troon. In weinige jaren sprak deze zich met
opvallende consequentie steeds beslister uit.
De benoeming van den vroegeren afgevaar
digde Brincour tot staatsraad stuitte bij de
jonge vorstin op tegenstand, daar hij uitgespro
ken vrijdenker was.
De opengevallen betrekking van Normal-
schooldireeteur was reeds geruimen tijd prof.
Oster toegedacht, die jarenlang hofleeraar der
groothertogin was geweest; prof. Oster behoor
de echter tot de onkerkelijken, en zijn benoe
ming werd geweigerd.
Het grondwettelijk recht tot haar, in ieder
afzonderlijk geval aangenomen houding kan en
mag de vorstin niet ontzegd worden; van een
verkrachting van het volksrecht door luim en
willekeur kan geen sprake zijn. Wel echter
duidde dit alles op een afkeer van den geest,
die sedert 1870 in Luxemburg heerschte. In
die 70 jaren was daarmee 'n traditie gevestigd,
die bij het volk het geloof wekken moest, dat
het zijn afgevaardigden en ministers waren, die
regeerden, terwijl de vorst er zich mee verge
noegde, hun besluiten door zijn bekrachtiging
wets- én rechtsgeldigheid te verleenen. Nu werd
het plotseling anders. Naast en boven kamer en
regeering wildo de jonge groothertogin in
regeeringszaken, zooals bericht werd „ook wat
té zeggen hebben". Deze regeeringswil nu was
haar onbetwistbaar recht.
Voor de grondwet was zij ook in haar recht,
toen ze 3 Nov. 1915 het ministerie Loutsch
voor 'n vijandelijke kamermeerderheid van
tweederde wegzond, en, na kwalijke ontvangst
daarvan, ook de volksvertegenwoordiging ont
bond.
Wel werd deze machtsmaafregel gebrand
merkt als „staatsgreep", maar ook hier bewoog
zich de vorstin binnen de grenzen der grond
wet.
Daarbij kwamen de steeds luider, driester en
dreigender vijandelijke stemmen nit het bui
tenland.
De vijanden der dynastie, de vijanden van het
onafhankelijke, vrije vaderland, de vrienden
van 'n regeeringswisseling, republikeinen enz.
hielden hun tijd voor gekomen. De financieel
van hen afhankelijke nieuwsbladen sloegen 'n
steeds heftiger, meedoogenloozer toon aan.
Groothertogin Maria Adelheid vooral stond In
het kruisvuur van verdachtmakingen en aan
klachten.
Over haar houding sedert 't begin van den
oorlog en den Duitschen inval gingen de tegen-
strijdigste berichten. In buitenlandsche tijd
schriften werd zij onmeedoogend aangevallen.
Ze was, zoo wilden het haar aanklagers, de
vriendin van Duitschland, ze had om zegen over
de Duitsche wapenen gebeden, ze zon op aan
sluiting van Luxemburg bij het Duitsche rijk,
enz. enz.
Deze en andere verdachtmakingen en be
schuldigingen werden in voortdurende herha
ling de openbare meening in het bewustzijn
gehamerd. Ze maakten indruk. De driestheid,
waarmee ze in het daglicht geslingerd, de stel
selmatige opeenvolging, waarmee ze sedert 't
begin van den oorlog aaneengeregen werden,
verblindde ook de menigte. Niemand kwamen
andere woorden en handelingen der jonge
vorstin in de gedachten, die met deze veronder
stellingen in de grofste tegenspraak waren; nie
mand stootte zich aan de verblinding, welke
alleen zulk 'n houding ingegeven of geboden
hebben kon. De openbare meening was in
sterke mate vergiftigd.
En toch beproefden de vrienden en aanhan
gers van het vorstenhuis al het mogelijke om
deze openbare meening te veranderen. Zij herin
nerden aan de dappere, gebiedende houding
der jonge groothertogin dadelijk na den inval
van' het Duitsche leger. Zij ontzenuwden zoo
menige verdachtmaking als lage verdichtselen
en lasterpraat.
Voor mij stond dit vast: wat ook aan onvoor?
zichtigheid met of zonder haar wil mocht ge
beurd zijn, Luxemburgsche was zij immer ge
weest en gebleven. Met baar vrij, onafhankelijk
vaderland wilde zij staan en vallen. Te plech
tig en te beslist had zij zich daarover uitge
sproken om haar vorstelijk woord te logenstraf-!
fen.
Den 9den November 1918 's middags kwam
generaal-majoor Tessmar de regeering melden,
dat van Trier uit oproerlingen in opmarsch
naar Luxemburg waren; in Disserdingen zouden
zijn versterking van Luxemburgsche arbeiders
krijgen. Het doel der rebellen was, ook in
Luxemburg 'n sovjetregeering te stichten. Wij
besloten den avond en den nacht in het re-,
geeringsgebouw door te brengen.
Staatsminister Reuter wilde nog denzelfden,
avond naar „Berg", om de groothertogin met
den ernst van den toestand in kennis te stellen.
Op z'n uitdrukkelijken wensch zou ik hem ver
gezellen.
Kort daarna bracht de auto ons door den
nacht. De boomënrijcn langs de straat verdiepen
zich in het licht van den schijnwerper tot ein-
delooze hallen met slanke, bleeke zuilen. Het i
is mij, of bij iedere wegwending het noodlot als
'n eekhoorn te voorschijn komen kan.
De groothertogin wacht. In voetvrij, zwart
kleed treedt zij ons vriendelijk lachend tege-
moet. Op de tafel staan twee bloemtuilen; d6
een verbergt haar minister Reuters gezicht; stil
plaatst zij de vaas wat terzijde.
Wij herhalen de waarschuwing van den
generaal-majoor, en spreken over de onrust,
welke steeds sterker onder het volk, vooral In
de steden, voelbaar wordt; ook de stemmen'
van over de grenzen zijn uiterst zorgwekkend;)
ja, het staat te vreezen, dat op 'n gegeven mo
ment Maria Adelheid's verblijf op den troon
bij het buitenland ongewenscht zou kunnen zijn,
Bij de laatste woorden leunt de vorstin diep
ln den zetel terug; de reckthand ligt vast op
de tafel; om den mond teekent zich 'n trek van
moede smart. Het edele hoofd op den slanken
hals neigt zich 'n weinig naar voren. Maar,
oogenblikkelijk heeft ze zich hersteld; het ge
laat heft zich, en de groote oogen blikken rus
tig en klaar.
(Wordt vervolgd).
VERLOOFD:
JELTJE GERRITSMA
en
FRITS J. A. KARIS.
Graaf Florisstraat 19.
Lange Nieuwstraat 55.
Schiedam, 15 Augustus 1927.
Geen ontvangdag.
232S 10
VERLOOFD:
RITA MARKENSTEIJN
en
GERARD VAN DE KAMP.
Osseweistraat 47c.
Lieve Verschuierstraat 16b.
Maria Hemelvaart.
Geen ontvangdag.
13740 8
ONDERTROUWD:
HUIB. ROELVINK
en
BEP KLINKHAMER
Amsterdam, 16 Augustus 1927.
Den Haag, Fred. Hendriklaan 81a.
Amsterdam, Sarphatipark 27.
13751 7
De Heer en Mevrouw
VAN VELZEN—Van der Mey de Bie
geven met vreugde kennis van de
geboorte van hun Dochter
MARGARETA MARIA.
Rotterdam, Hoilaan 68.
De Heer en Mevrouw
DANIELS—Donders
geven met vreugde kennis van de
geboorte hunner Dochter
WIESJE.
Rotterdam, 11 Augustus 1927.
13715 6
ONDERTROUWD.
K. L. J. WOUTERS
Burgemeester van Vinkeveen
en
ALICE TH. CH. A- LAMBOOY
Vinkeveen
416 Augustus 1927
's-Gravenhage,
Jul. v. Stolberglaan 68.
Huwelijksvoltrekking 8 September
a-s. ten 10% uur in de Kerk van
O. L. Vrouw van Goeden Raad,
Bezuidenhoutscheweg, 's-Graven
hage, waarna receptie in de Pastorie
13774 14
GETROUWD:
FRANS BOOT
en
JÖ POTTERS,
die mede namens wederzijdsche fa
milie hartelijk dank zeggen voor de
Vele blijken van belangstelling bij
hun huwelijk ondervonden.
Maria ten Hemelopneming 1927.
Toekomstig adres: Kerkhof laan 67,
Rotterdam. 13744 11
GETROUWD:
LEO OTTERBEEK
en
LIES SLAGHEK.
De Heer en Mevrouw
OTTERBEEK—Slaghek
danken, mede namens wederzijdsche
familie, voor de vele blijken van
belangstelling, bij hun huwelijk on
dervonden.
Bussum, 16 Augustus 1927.
13800 12
Hiermede vervullen wij den
treurigen plicht U er van in ken
nis te stellen, dat na een kort
stondig lijden, voorzien van de
H-H. Sacramenten der Sterven
den is overleden onze geliefde en
teerbeminde Echtgenoot en Vader
WILHELM ANTON T0BEN
in den ouderdom van 51 jaren.
Wed. A. TOBEN—Thuijs.
ANTON.
JAN.
BERTHA.
WIM-
NETTY.
MIA.
De begrafenis zal plaats hebben
den 17den Augustus op het R-K-
Kerkhof te „Buitenveldert".
Profundis 16 Augustus van 2—4
uur Heerengrach't 65.
Amsterdam, 13 Augustus 1927-
5185R 28
Tot onze groote droefheid over
leed heden onze geliefde Schoon
zoon en Zwager
WILHELM ANTON TOBEN
Uit aller naam,
J. J. THUIJS.
5186R 10
GEBOREN
MARIA SOPHIA FRANC1SCA
Dochter vari
i MICHAEL VAN ROSSUM
1 MARIA VAN ROSSÜM—Pomgp.
Dfrecht, 15 Augustus, 192?/-
Dude Gracht 206, ',J\ j* li*"rKtc'
i
Tot onze groote droefheid over
leed heden onze geliefde Zoon,
Broeder en Zwager
WILHELM ANTON TOBEN
W erl t©
Wed. E- TOBENButer.
Amsterdam,
A. TOBEN.
W. TOBENDroog.
H. TOBEN.
M. TOBEN—'Thuijs.
Werlte,
J. TOBEN.
H. TOBEN—Strothmann
Amsterdam, 13 Augustus 1927,
618711 19
Heden overleed tot onze diepe
droefheid na een geduldig ge
dragen lijden en voorzien van
de H.H. Sacramenten der Ster
venden mijn innig geliefde Man
en der kinderen zorgzame Vader
HENDRIKUS ANT0NIUS BOOMS,
in den ouderdom van 43 jaren.
Rotterdam. 14 Augustus 1927.
Versijdenstraat 19.
W. F. A. BOOMS—v. Hoek.
Eenige en algemeene kennisgeving.
Geen bloemen. Geen bezoek.
De H.H. Uitvaartdiensten zullen
plaats hebben Donderdag a.s. 18
Augustus in de kerk van O. L.
Vr. Koningin den den H. Rozen
krans (Provenierssingel), de stille
H.H. Missen 7%, 8% uur en ten
9 uur de plechtige H. Mis van
Requiem, waarna de begrafenis
van uit de kerk naar de begraaf
plaats te Crooswijk.
13720
Heden overleed voorzien van de
H.H. Sacramenten der Sterven
den, onze hooggeachte zorgvolle
Koster
HENDRIK BOOMS.
Namens het Kerkbestuur
p. fr. G. PEETERS O. P.
Pastoor O. L. Vr. Koningin
van den II. Rozenkrans.
Rotterdam, 14 Augustus 1927.
Provenierssingel 57.
13731
Volstrekt eenige kennisgeving.
Heden overleed, na smartelijk
lijden, onze geliefde Echtgenoot
Vader, Behuwd- en Grootvader
in den ouderdom van 53 jaren.
C. E. VERIIOEFF-Brügeman
A, E. C. VAN DOORN—
Verhoeff.
,W. M. VAN DOORN
en Kind.
Rhenen
H. W. VAN RIET Jr.
Rotterdam
A. H. VERHOEFF Jr.
W. F. K. VERHOEFF.
Rotterdam, 15 Augustus 1927.
Bergschelaan 115.
Geen bezoek
De teraardebestelling zal plaats
hebben Donderdag a. s. op de
Begraafplaats Crooswijk.
Vertrek van het sterfhuis te 2 u-
Heden overleed tot onze groote
droefheid, in het St. Franciscus-
Gasthuis, voorzien van de gena
demiddelen der H. Kerk, mijn
innig geliefde Vrouw, onze Moe
der, Dochter, Zuster, Behuwd
zuster en Tante, Mevrouw
CLARA,JOHANNA VAN
ROOSMALEN
Echtgenoote van den Heer
Wilhelmus Savelkouls
in den ouderdom van 36 jaren.
Uit aller naam
W SAVELKOULS
JÖ
DIENA
LEO.
Rotterdam, 14 Augustus 1927.;
's Gravendijkwal 44a.
Verzoeke van rouwbeklag ver
schoond te blijven.
De plechtige H.H. Uitvaartdien
sten zullen gehouden worden in
de parochiekerk van den H. Jo
seph, W. Kruiskade, op Woens
dag 17 Aug. a.s.; te 7, 7%. 8/5
uur de stille en ten 9% uur de
gezongen H. Mis van Requiem,
waarna de begrafenis van uit de
kerk op de R. K. begraafplaats,
in het Familiegraf te Crooswijk,
circa 11 uur zal plaats hebben.
Tof onze diepe droefheid over
leed heden, na een kortstondige
ongesteldheid, zacht en kalm en
na gesterkt te zijn door de Ge
nademiddelen der H- Kerk, onze
geliefde Echtgenoot, Vader, Be
huwd- en Grootvader,
ANT0NIUS HENDRIKUS SMITS,
oud-gemeente-secretaris van
Berlicum,
in den ouderdom van bijna 77
jaren.
Berlicum,
H. SMITS—Van 'de Kamp.
's-Hertogenbosch,
P- J. SMITS.
M. R. G. SMITS—v. Heeswijk
en Kinderen.
Helmond,
M- M. A. SMITS, Rel.
Venlo,
M- S. SMITS, Rel-
Berlicum,
H. A. SMITS.
G. J. M. SMITS.
J. P. M. SMITS.
Berlicum, 13 Augustus 1927.
Eenige en algemeene kennisgeving.
Heden overleed tot onze diepe
droefheid, na een langdurig,
doch geduldig gedragen lijden, na
voorzien te zijn van de -H.H.
Sacramenten der Stervenden,
mijn innig geliefde Echtgenoot
en der kinderen zorgzame Va
der, onze dierbare Zoon, Be
huwdzoon, Broeder, Behuwd-
broeder en Oom, de Heer
J0SEPHUS WILHELMUS
MSHLMANN,
in den ouderdom van 45 jaren.
Uit aller naam,
Wed. M. H. M HLMANN
Nuland.
Rotterdam, 13 Augustus 1927.
Aert van Nesstraat 44.
Verzoeke van rouwbeklag ver
schoond te blijven.
Geen bloemen.
Eenige en algemeene kennisgeving.
13706 28
233S 7
ARTS
230S 6
228S 7
voor ALLE FEESTGELEGENHEDEN
EENIG IN NEDERLAND
Ingericht voor ge-
hoele leiding van
KINDERPARTIJEN.
Geen teleurstelling
BLEISWIJKSTRAAT 34 - R'DAM
Laat U niet bepraten. Bezichtigt
vrijblijvend bij ons. Alle merken
beneden concurrentie. Reparatiën
vakkundig goedkoop. Prijsopgaaf
vooraf.
VERMEULEN's
NAAIMACHINEHANDEL
Kipstraai 42. Tel. 2176;
Gelegenheidskoopjes.'
Zonder voorafgaande opzegging a j a 11/i pCt.
Met 10 dagen opzeggingj i l3/i
Voor langere termijnen op nader overeen te komen voor
waarden.
231S 44
n
EHKT 1 SCHIEDAM
wordt
Aanbevelend, A. VAN DER MOST. JÊ
234S 20
Notaris P. R. VAN ELLEKOM te
Schiedam, is voornemens bij veiling
en afslag op Vrijdagen 19 en 26
Augustus 1927, telkens des v.m. 11
uur, in het gebouw van den Ned. R.
K. Volksbond aan de Lange Haven
te Schiedam,
OPENBAAR TE VEHKOOPEN:
met afzonderlijke bovenwoning, erve
en tuin
te Schiedam, Kad. Sectie I no. 1840,
groot 149 c.A.
Bevattende beneden: ruime gelag
kamer, keuken en tuin; boven: 3
kamers, badkamer en zolder met 3
slaapkamers. Voorzien van electra,
gas en waterleiding.
In eigen gebruik.
Grondlasten 47.88. Straatlasten
13.38.
Aanvaarding bij 'de betaling der
kooppenningen vóór of op 26 Sep
tember 1927,
Bezichtiging: 2 dagen voor veiling
en afslag, 's nam. 2—4 uur, op ver
toon van toegangsbewijs.
Nadere inlichtingen alsmede toe
gangsbewijzen zijn te bekomen ten
kantore van Notaris P. R. van Ellé-
kom, Lange Nieuwstraat 51, Schie
dam. Tel. 68191. 204S 41
Notaris D- BODDEüS te SCHIE
DAM, is voornemens op Vrijdagen
26 Augustus en 2 September a.s.
telkens des voorm- elf uur in het
Gebouw v. d. Ned. R.K. Volksbond
aan de Lange Haven 71 te Schie
dam bij veiling en afslag in het
openbaar te verkoopen
Perc. I tm. IV. Vier afz. te vei
len WONINGEN met erven, open
grond en achteruitgang te SCHIE
DAM aan de Zalmstraat nrs. 14—16
—18 en 22 kad. Sectie L., nrs. 921,
922, 923 en 925, samen groot 2
aren, 4 centiaren.
Verhuurd voor 3p.w. per
perceel.
Grondbel. 6.32 per perc. StraatbeL
ƒ1.74 p.p.
Perceel V. Een gunstig gelegen,
nieuw gebouwd WOONHUIS, met
erf, zij-gang, loods en open grond
te KETIIEL, aan den Schiedam-
schenweg nr- 73 kad. Sectie B., nr.>
2052, groot twee aren 98 centiaren.
In eigen gebruik.
Grondbelasting 12.85.
AANVAARDING
Perc. I t.m. IV dadelijk bij de toe
wijzing, tegen een vergoeding van
6 pCt. jaars over den koopprijs
tot de betaling.
Perc. V. op den 3 October 1927-
Betaling der kooppenningen 3 Octo
ber 1927.
BezichtigingWoensdag 24 en'.
Donderdag 25 Augustus en Donder
dag 1 September a.s. voorm. 10-rlp
en 's nam. 2—4 uur op vertoon
van een permissie-biljet, afgegeven'
door notaris Boddeüs voorn, te
wiens kantore aan de Lange Havèp
97 (hoek Vischmarkt) te.Schiedain
nadere inlichtingen zijn te bekomen
;tSSj5229S 50