FEUILLETON is ZATERDAG 27 AUGUSTUS 1927 TWEEDE BLAD PAG5MA 2 K ws n CE MOORD TE OVERSCHIE HET BEROEP VAN VERDACHTE VERWORPEN. D AUTOBOTSiNG BIJ OEGSTGEEST Oï ids voor dagelijksch gebruik? AAN DE GEVOLGEN OVERLEDEN. VEEL VRUCHTEN VOOR DE TOEKOMST. Zoo kan men wel goede sier makea In een geacht gesprongen, in een haverveld verdwenen AUTOBUS EN TANDEN DE ONBEWAAKTE OVERWEGEN. BRAND DOOR HOOIBROEI Het duurde zoo lang, eer de brandweer kwar, DE DAMES MET DE GROENE HOEDEN. «-)• Uitspraak van den Hoogen Raad. De Hooge Raad heeft gisteren verworpen Let cassatieberoep van den 19 jarigen J. V., die door bet Gerechtshor te 's Gravenhage wegens diefstal, poging tot diefstal en doodslag op één der gebroeders Hoogerhrugge te Overschie, ge pleegd in den nacht van 16 op 17 Mei 1926, is veroordeeld tot 15 jaren gevangenisstraf, zulks met vernietiging van een vonnis der Rechtbank te Rotterdam, waarbij verdachte 12 jaren ge vangenisstraf waren opgelegd. HET POLITIE TOEZICHT OP DE NOORDZEF De toestand der gewonden. Een adres der Reedersvereeniging voor de Ned- Haringvisscherij. DE CHAUFFEUR IN ARREST GESTELD. f)e slachtoffers van de aütobotsing Donder dagavond onder Cegstgeest maakten 't gisteren naar omstandigheden redelijk. De verwondingen der beide dames evenals die van den heer v. d. Spoel blijken oogenst-hijn- lijk niet zoo ernstig als aanvankelijk werd ver ondersteld De dame in eerste bericht vermeld als afkom stig uit Hilversum blijkt mevr. Fabrils uit Haarlem te zijn. De heer v. d. Spoel en zijn eeht- genoota wonen tijdelijk in Hilversum. Het lijk van het meisje is gistermorgen gerechtelijk ge schouwd door dr. Hulst uit Leiden. De Belgische chauffeur is door de politie uit Oegsigeesi naar den Haag overgebracht, waar hem door den rechter-commissaris een verhoor is afgenomen. Na afloop daarvan i3 hij naar lie,. Huis van Bewaring overgebracht, waar hij voor- looi: ig is ingesloten. EEN SCHEERMES EEN VERBODEN WAPEN UITBREIDING VAN HET AANTAL KRUISERS Eenige dagen geleden ontving de Reeders vereeniging voor de Nederlandsche Haring visscherij de mededeeling, dat de minister van Marine den commandanten der politiekruisers had gelast, het terrein op en be-oosten de Dog- gersbank tot in de Duitsche Bocht, voor zoover bevischt door Hollandsche vaartuigen, geregeld te bekruisen, hetgeen vanzelfsprekend inhield een meer intensief toezicht. Gelijktijdig gewerd de Reedersvereeniging het bericht, dat het in dienst stellen van een derden politiekruiser gedurende het tijdvak SeptemberDecember, zooals in vorige jaren geschiedde, uit een personeelsoogpunt zeer be zwaarlijk zou zijn en dat daartoe derhalve niet eerder zou worden overgegaan dan na geble ken dringende noodzakelijkheid. Het Hoofdbestuur der Reedersvereeniging voor de Nederlandsche Haringvisscherij heeft zich thans met een adres tot den minister van binnenlandsche zaken en landbouw ge wend, waarin wordt herinnerd aan zijne in vo rige jaren bij de regeering ingediende adres sen, houdende klachten over het vernielen van Hollandsche haringnetten door Deensche snur- revaders. Voorts wordt in het adres nog gewezen op het feit, dat onze haringvissehers de laatste jaren niet meer zoo Oostelijk van de Doggersbank durven visschen uit vrees voor verlies van netten. Het hoofdbestuur der Reedersvereeniging juicht daarom een meer intensief politietoe zicht op en be-oosten Doggersbank ten zeer ste toe, doch meent, dat dit alleen te bereiken valt door uitbreiding van het aantal politie kruisers gedurende de maanden September December. DE RAAD VOOR DE SCHEEPVAART. De vertegenwoordiging van het Noordzee- haringVisscherijbedrij f. In verband met de op de laatst gehouden algemeene vergadering der Reedersvereeniging voor de Nederlandsche Haringvisscherij ge voerde besprekingen ovter de tegenwoordige samenstelling van den Raad voor de Scheep vaart, heeft zich het hoofdbestuur van genoem de vereeniging, met een uitvoerig adres tot den Minister van Waterstaat gewend, waarin den Minister de naleving van het 3e lid van art. 23 der Schepenwet wordt verzocht en alzoo te wil len bevorderen dat aan het Noordzeeharing- visscherijbedrijl een zóódanige vertegenwoor diging in den Raad voor de Scheepvaart wordt toegewezen, als waarop het in verband inet zijne bedrijfsbelangen en den omvang van zijne vloot recht heeft en voor deze vertegenwoor diging personen te benoemen, die uit hoofde van hun kennis en ervaring op het gebied der tegenwoordige techniek, in staat zijn den Raad te kunnen voorlichten met deskundige advie- ,EEN VALSCH RECEPT. Om in bezit te komen van opium. BOTERCONTR LE. NA DE OEFENINGEN BIJ EDE De Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, gezien de minïsterieele beschikking van 3 Juli 1905, no. 13959, afdeeling Land bouw, houdende vaststelling van merken, welke uitsluitend bestemd zijn cm door of vanwege aangeslotenen bij een onder Rijkstoezicht staand botercontrölestation te worden aange bracht op de door hen bereide of aangekochte boter of wel o-P de verpakking dier waar; heeft bepaald, dat in de plaats van het woord „rechts" voorkomende in de 2de alinea van 6, van bovengenoemde beschikking, zal wor den gelezen „hoven het merk". BROODPRIJZEN. „DANK AAN ALLEN". EEN PRINCIPIEELE KWESTIE VOOR DEN KANTONRECHTER. Voor den plaatsvervangenden kantonrechter te Bergen op Zcom, mr. v. Hasselt, is Donder dag bovenstaande vraag aan de orde gekomen. Eenige marechaussee's te Steenbergen hadden zekeren S., uit Heijningen, bekeurd. Deze en diens vrienden bleven de politiedienaren volgen en een hunner riep den marechaussees dreigend toe: als jullie geen wapens bij je hadden, zou den jullie een kwaad uurtje beleven. Tot voor de marechaussee-kazerne had men het gewaagd de politiemannen te volgen, ie toen plotseling S. verzochten mee naar binnen te gaan, waar bij fouilleering bleek, dat S. een scheermes bij zich had, waarop een nieuw verbaal volgde, nu wegens het dragen van een verboden wapen. Het O.M., waargenomen door mr. Nooren, ver klaarde lang in beraad te zijn geweest of hij deze zaak wel ter behandeling zou hebben voor te dragen en hij besloop hiertoe tenslotte, opdat zou kunnen worden uitgemaakt of een scheer mes wel tot de verboden wapens wordt -gerekend in den zin der wet. De Memorie van Toelichting to-t de betreffen de wet zegt, dat het in de bedoeling der wet is, dat er niet onder vallen voorwerpen voor dage lijksch gebruik. En volgens spr.'s oordeel be hoort het scheermes hiertoe. Het O.M. eischte dan ook op grond van een en ander ontslag van rechtsvervolging. De kantonrechter verklaarde nader uitspraak in deze te zullen doen. Een dagorder van den commandant van het veldleger. De heer J. Kuyper, die dezer dagen aan de gasfabriek te Haarlem bij werkzaamheden, ge troffen werd door een losgeraakt loopwiel en daardoor hersenschudding en schedelbreuk be kwam, is aan de gevolgen van dit ongeluk overleden. De commandant van het veldleger heeft de volgende dagorder uitgegeven voor de troepen, welke onder zijn leiding aan de oefeningen in de omgeving van Ede hebben deelgenomen. „Het is mij bijzonder aangenaam bij het einde der onder mijn leiding gehouden geve<Jitsoefe- uingen mijn dank te brengen aan allen, die aan de voorbereiding of uitvoering daarvan hebben medegewerkt. In het bijzonder heeft mij de opgewektheid en toewijding getroffen, waarmede algemeen aan de oefeningen werd deelgenomen, terwijl ik met tevredenheid heb waargenomen, dat de infanterie zeer is vooruitgegaan in de wijze van gebruik maken van het terrein, waardoor haar waarde en die der weermacht ten zeerste wordt verhoogd. Ook overigens heeft de loop der oefeningen mij in algemeenen zin kunnen bevredigen, waardoor de daaraan verbonden opofferingen goede vruchten hebben kunnen dragen." Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft in de zoo juist verschenen aflevering van het periodiek „Prijzen en kosten van levensonderhoud" de volgende gemiddelde broodprijzen gepubliceerd, berustend, op op-I gaven van ruim 250 bakkerijen in de verschil lende deelen des lands. Gehuild Tarwebrood: I. Melkbrood in ets per K.G. II. Verh. cijfer le halfjaar 1913 100. III. Waterbrood in ets per K.G. IV. Verh. cijfer le halfjaar 1913 100. DE PATIëNT SCHREEF ZELF ZIJN RECEPTJES, MAAR DE APOTHEKER WAS HEM TE SLIM AF. Donderdagmiddag vervoegde zic-h bij eèn apotheker te 'sGravenhage een heer, die een recept afgaf van een bekend arts, waarop deze een hoeveelheid van 100 gram opium voor schreef. De apotheker vond deze dosis zeer groot en «telde zich telefonisch -in verbinding met den arts om te vragen of er geen vergissing moge lijk was. Tot zijn verbazing hoorde hij vaft den medicus, dat deze in 't geheel geen recept met 100 gram opium had afgegeven. Een zoo groote hoeveelheid werd door hem noodt voor- gesokrevten. Een ingesteld onderzoek bracht het volgen de aan het licht: De arts heeft reeds geruimen tijd iemand ondier zijn behandeling, die hij dooi- langzame vermindering van de toegediende doeis, van zijn verslaafdheid aan de opium hoopt te ge nezen. Zeer waarschijnlijk heeft de patiënt op een oogenbMk, dat de dolkter hem even alleen in zijn spreekkamer liet, eenige recept-papieren van diens schrijfbureau genomen. Deee recept- briefjes heeft hij later zelf ingevuld om op deze wijze de beschikking over opium te krij gen. Reeds een vorig maal had het de aandacht van den apotheker getrokken, dat de hoeveel heid opium zoo abnormaal groot was en toen nu voor de tweede maal 100 gram opium voor geschreven was, achtte hij het raadzaam zich mei den dokter te verstaan. Deze stelde de politie van een en ander in kennis, die Donderdagavond nog, den betrok ken persoon aanhield en aan een ver-hoor on- dterwuenp. EEN KOE, DIE TWEEMAAL VER- IIOCHT WERD. ER KWAM EEN EIND AAN. Esn koopman uit Winschoten verkocht op de veemarkt te Groningen een jonge koe. De koop-ar en de verkoop er verwijderden zich een oogisibliik, zoodat de koe onbeheerd bleef staan. Toen een ander liefhebber daar langs kwam, stonden er bij bot bc-est twee jonge man nen, die zeiden, -dat zij de eigenaars van de koe waren en het dier aan -bom verkochten. Toen in een café de betaling g-eeèhiod was, kwam 'de eerste ko-oper opdagen, en bet bleek, dat de beide jonge mannen met het geld reeds verdwenen waren. De recherche heeft ze 's nachts aangehouden. Het zijn volgens de „L. Ot." H. D., oud 18 jaar, en J. P. oud 22 jaar, bedden van Leeu warden. Zij -hadden reeds goede sier gemaakt van het geld en weiden in beschonken toe stand naar het hoofdbureau gebracht Zij zullen ter beschikking van de justitie worden gesteld. ACHTERVOLGING VAN EEN KOEIENDIEF DRIE BEKENDE INBREKERS OP HEETERDAAD BETRAPT. Kordaat optreden van een dienstbode I II III IV le halfj. 1923 30.9 178 24.5 167 le 1524 30.1 174 23.8 162 le 1925 33.8 195 £7.7 188 2e 1925 33.4 192 127.1 184 le 1926 32.3 186 26.0 177 2e 1926 32.3 186 26.3 179 le 1927 31.8 183 25.9 176 I. Ongebuild tarwebrood in ets. per K.G. II. Verh. cijfer le halfjaar 1913 100. XIX. Roggebrood in ets. per K.G. XV. Verh. cijfer le halfjaar 1913 100. I II III IV le halfj. 1923 20.9 147 19.7 195 le 1924 20.G 145 19.3 192 le 1925 24.8 175 21.6 215 2e 1925 24.3 171 20.6 205 le 1926 23.1 163 19.7 195 2e 1926 23.5 165 19.5 194 le 1927 23.3 164 19.6 195 EEN PROTESTMEETING DER AMBTENAREN Op 18 September te Utrecht De heer Conijn schrijft in „A.R.K.A.": De „codex argenteus" van art. 40 werd, als gold het 'n lichtzinnige gril van 'n Oostersch despoot, vernietigd; de moreele aanspraken der benadeelden, daarover maakten zich de heeren niet dik! Welnu, dan zal de R. K. organisatie de Regeering aan haar plicht tot herstel nogmaals herinneren, omdat bleek, dat Zij zich vergiste.... En zij hoopt dat te doen op 18 September in het gebouw voor Kunsten en Wetenschap pen te Utrecht. Da&r zal elke afgevaardigde als een loud speaker zijn die het uitschréêuwt, dat wij niet willen, niet kunnen, niet mógen berusten in de ons opgedrongen positie. Het gebeurde aan een halte van een der Am- sterdamsche autobuslijnen. Een man stapte in, maar offerde geen dub beltje in de bus. De chauffeur greep reeds naar een kaartje. „Neen, ik moet niet mee", zeide de man, „maar heeft u niet een gebit gevonden?" „Wat??" vroeg de bestuurder. „Ja, een gebit, ik heb het vanochtend in de bus verloren", zeide de nu tandelooze. „In dezen wagen?" „Ja, ik heb het nommer onthouden." De chauffeur had niets gevonden ipaar bij zou nog eens kijken, dook onder een bank en de passagiers de bus was lang niet vol volgden, zijn voorbeeld. Nergens echter lagen tanden De autobussen rammelen dus niet slechts de tanden uit iemands mond, zij rammelen ze zalf uit den wagen. DE POLITIE MOEST NOG SCHIETEN. Gisterennacht is de Haagsche politie er in geslaagd drie personen op heeterdaad bij een poging tot inbraak te betrappen. T-wee personen wilde n zich omstreeks 1 uur toe-gang veroc'halfem tot -de woning van dr. v. d. S., aan de Groot I-Iertogiinmelaan, date voor eenigen tijd met zijn hutegenoaten afwezig i3. Een derde persoon zou bu-iten op den uitkijk blijven staan. De twee inbrekers klommen aan de achter zijde van het h-u-is over de schutting en kwa men zoo in den tuin. Dit werd echter gezien door het dienst meisje van een der voorwonenden, die direct begreep, dot er iets niet in den haak -moest zijn. Zij -belde de politie op en binnen korten tijd waren eenige rechercheurs per auto op de bewuste plaats aangekomen. Het perceel werd afgezet en de uitkijkpost, die zich haastig uit die voeten wilde maken, werd ingerekend. Toen de beide and-eren het h-uls door recher cheurs omringd zagen, gaven zij zich over, echter niet dan nadat door een der poliitSe-men- sc-kern vier schoten gelost waren. Zij werden gearresteerd en naar het hoofd bureau overgebracht. Daar bleek dat zij in -het bezit waren van een volledig stel inibrekers- werktuig-en. Het eijn goede bekende van de politie, op welke men reeds geruimen tijd het oog hield. Op 't nippertje aan den dood ontsnapt. Donderdagmiddag wilde het vierjarig zoontje van den beer G., wonende in de Indische Buurt, te Meppel, dat in 'n eigengemaakt kinderwagen_ tje gezeten was, dat 't zusje voortduwde, nog den overweg in de Oosterboer passeeren, toen de sneltrein van 2.15 uur uit Groningen naderde. Het zusje van het knaapje wist hem op het laatste nippertje nog uit het wagentje te rukken. Dit laatste werd geheel verbrijzeld, terwijl de beide kinderen met den schrik vrij kwamen. GESPEURD MET HONDEN. Op de Woensdag te Zutphen gehouden vee markt trok het de aandacht van een paar koop lieden, dat de aanvoerder van een tweetal koei en eenigszins verdacht deed, hetgeen zij aan de politie meedeelden. Toen deze kwam om een nader onderzoek in te stellen, had de man, die zeker lont had geroken, zich reeds uit de voeten gemaakt. De politie vond hierin aanleiding, op de toegangswegen tot de stad te laten surveil- leeren, met het gevolg, dat een agent nabij Eefde een verdacht persoon aantrof, die, zich ontdekt ziende, dadelijk de vlucht nam, achter nagezet door de politie. Hij sprong in een gracht, doorwaadde die, tot aan den hals in het water, zoodat hij druipnat aan den anderen oever kwam. Maar ook daar werd hij door .den agent achtervolgd, totdat hij in een haverveld verdween. Er is toen nog met een politiehond gespeurd, doch tevergeefs. De man had op zijn vlucht een leeren pantoffel en zijn roodbruine pet verloren. Later is verdachte gezien nabij het Israël. Krankzinnigengesticht te Apeldoorn. Aan iemand, die hem ontmoette, had hij meegedeeld, dat hij Oosterkamp heette, afkomstig uit het Woudhuis te Apeldoorn. De Zutphensche politie heeft de koeien in be slag genomen en onderzoekt nu, waar ze gesto len zijn, terwijl aanhouding en voorgeleiding van den verdachte wordt verzocht. Gistermorgen omstreeks half 10 is te Leiden tengevolge van hooibroei brand uitgebroken in een hooiberg van den landbouwer A. Schmal op de Maria Cornelia-hoeve aan de grens van Voorschoten. Aangezien de hoeve ongeveer een. uur gaans van de brandweerkazerne is verwij derd en de brand reeds eenigen tijd woedde, voordat uit Voorschoten bericht kwam, duurde het geruimen tijd voor de brandweer ter plaatse was, die daarna met vier stralen het vuur be- Btreed. Tegen elf uur was het gevaar, dat ook de woning en stallen zouden worsen aangetast geweken. Deze hebben alleen tioVe waterschade gekregen. POGING TOT DOODSLAG OP POLITIEAGENTEN. Nog geen uitspraak Het O.M. bij de Bossche Rechtbank eischte in de feffibtiing van 10 dezer één. jaar gevangen ni.sst-raf -togen J. M. M. H., reiziger te 's Herto- giemibcisch ter zake van poging tot doodslag op politieagenten te 's Herto-genlboech gep-leegd. De uitspraak in deze zaak, welke Donderdag eou plaats tobben, Is u-it-giesteld tot 8 Sept., in afwachting van een rapport der reolas-s-efr: ri-n~ door GERMAINE ACREMONT. Geautoriseerde vertaling van Christine Kamp. Maar, hoe groot was mijn verrassing, toen ik mij keerde, en hij vlak voor mij stond! Ik dicht flauw te vallen. Door welk wonder was hij blijven staan, toen ik meende, dat hij een twintig meter verder was? Onwillekeurig slaak te ik een kreet. Heel eerbiedig begon hij met een buiging voor rr-ij te maken. Zag ik er zoo verstrooid uit? Vreesde hij, dat ik hem niet had opge merkt? Of was hij misschien even ontroerd als ik? Maar de waarheid is, dat hij heele- maal van zijn stuk, geen wcord kunnende uiten, na die eerste buiging een tweede maakte, dan een derde.... en telkens dieper. O, hij was charmant! Eindelijk mét een schuchter gebaar reikte hij mij iets toe, dat ik aannam. Pardon, mejuffrouw, stotterde hij, u heeft dit kleine voorwerp verloren.... En ik stamelde: Dank u wel, mijnheer! Hij boog voor de vierde maal met volmaakte waardigheid en ging verder, terwijl ik op iist trottoir als verstijfd bleef staan, ten prooi aan vreemde gedachten.... Als ik eTaan denk, dat een hoogstaande man zich heeft gebukt om dat op te rapen, voel Ik een vreeselijke verwarring zich van geheel mijn .wezen meester maken. Hij heeft gezegd: Pardon mejuffrouw, u heeft dit kleine voorwerp verlorenEn Ik heb geantwoord Dank u, mijnheer. Ik hoop, dat hij mijn dankbetuiging heeft .verstaan! Als ik zoo ben aangedaan, is het 'jglsof mijn keel is toogeschroefden mijn jrtem wordt zeer onduidelijk. Misschien be schuldigt hij mij van ondankbaarheid! Bij d-e eerste gelegenheid zal ik hem opnieuw bedan ken. Hij mag niet denken, dat ik lichtzinnig ben. Ik vrees, dat hij dat te kennen heeft willen geven, toen hij „een klein voorwerp" noem de hetgeen hij opraapte, namelijk mijn zwarte garen handschoen, dien ik onopzettelijk had laten vallen. 30 Mei. Ik kap mij niet meer zoo eenvoudig en glad. Maar ik verander mijn coiffure langzamerhand opdat mijn zusters er geen erg in zouden heb ben. Wat zou er wel gebeuren, als zij iets ver moedden? Moeder heeft al opgemerkt, dat lk meer tijd besteed aan mijn toilet.... Ik zal voortaan wat vroeger opstaan. 2 Juni. Ulysse HyacintheUlysse Hatcinthe Ik houd er van zijn naam te schrijven. Ik doe het in ronclschrift, in halfloopend, in Gothisch.,. Ulysse Hycinthe.Ulysse Hyacinthe. Een. mooie naam! Ulysse HyacintheUlysseIk herhaal dien naam met gesloten oogen. 4 Juni. Van middag bij de dames Lerouge heb ik mevrouw Hyacinthe ontmoet Jammer genoeg ging zij juist heen en dat heb ik temeer betreurd, omdat zij over haar zoon sprak. Zij zeide: „Ulysse is mijn troost Wij hebben voor elkaar een buitengewone ge negenheid. Hij stelt geheel zijn vertrouwen in mij sedert. Sedert?" vroeg, Felicie Larouge. Sedert hij roodvonk heeft gehad. Hij wil de nooit zijn drankje innemen, als ik het hem zelf niet aanbood...." Zoo, heeft mijnheer Hyacinthe roodvonk gehad? vroeg Caroline ongerust. Ja.toen hij zeven jaar oud was. Ik voel een eerbiedige teederheid voor me vrouw Hyacinthe. Jammer, dat door een zenuw achtige aandoening haar oogen soms zoo knip peren, dat haar oogharen vliegen lijken, die snel op en neer gaan. Maar daar zal lk wel aan wennen. Toen ik de deur voor haar opën hield, heeft zij mij gezegd: „U is wel beleefd, mejuffrouw." Ik bloosde.... Me dunkt| dat ik tegenwoor dig zoo gauw rood wordt. 15 Juni. Het is gewoonte gewordenIk ga geregeld om zeven uur naar de Mis, hoewel ik niet meer verkouden ben. Het zou mij spijten, als ik mijnheer Hyacinthe niet meer ontmoette. 1 Juli. Toen ik pit de kerk kwam, regende het alsof het met bakken van den hemel werd ge goten en ik had geen parapluie. Ik schuilde onder het voorportaal en toch werd ik nog be spat door het water, dat tegen de beelden kletste en weer terugf-^vorpen werd. Ik bekeek mijn stoffen laarzen, die in een plas stonden, toen mijnbeer Hyacinthe voor bij ging. „O....!" Hij heeft geen ander woord kunnen vinden toen hij mij daar zag staan; to-en naderde hij mij. Mijnheerfluisterde ik. Oherhaalde hiju hierin dien stortregen Ja, ik ben hetIk zou wel in de kerk gewacht hebben tot de bui over was, maar men wacht mij thuis. Ik sta hier te wachten, tot het een beetje mindert. Mijnheer Hyacinthe! Waarom noemde hij zijn naam? Ik moet bekennen, dat ik het op dat oogenblik nie-t begreep. Wat ben ik dom! Hij moest het her halen: Mijnheer Hyacinthe.... Ulysse Hya cinthe! Hij stelde zich voor. Waar waren toch mijn gedachten?.... Om hem. te toonen, dat ik mij van mijn verwarring hersteld had, zei ik: Mijnheer Hyacinthe, professor op het college? Het leek, dat hij daar gevoelig voor was; met een diepen zucht antwoordde hij: ,,Ja!" Daarna begon hij heel vlot te praten: „Mijn parapluie is groot genoeg. Ik gebruik die dik wijls als ik met mama uitga. Zou ik het dur ven wagenals u zoo goed wilde zijn.... Het zou voor mij een eer zijn u thuis te bren genU woont diebt genoeg bijIk zal dan niet te laat zijn voor mijn klas. Er was geen mensch op straat te zien. Het portaal werd ongeveer een vijver.... Ik heb h-et aangenomen. Naast elkander zijn wij heengegaan. Inder daad was de parapluie groot genoeg voor twee personen. De regen viel erop neer met een zacht gekletter. Wij waren slechts gescheiden door den dikken stok met haak. Hij liep met groote schreden, ik maakte kleine pasjes. Op zeker oogenblik zei ik: „Pas op de plassen" Het was te laat, hij trapte er midden in, zoo was hij verdiept in hetgeen hij wilde zeggen, dat hij mij niet eens hoorde: Ik sta geregeld, zomer of winter, op om zes uur, begon hij met ernstige stem. Voor ontbijt neem ik een kop koffie en een boterham. Mijn college begint om acht uUr, maar ik ben er altijd een kwartier vroeger om te zien of alles in orde is. Ik leg op mijn lessenaar al de dingen, die ik mocht noodig hebben: potlood, penhouder, liniaal en gomelastiek. Op den rand van het hord leg ik een stukje krijt. Gewoonlijk moet ik lang zoeken naar den stofdoek, die eigenlijk bij h-et bord moet hangen, maar die de leerlingen als zij 's middags heengaan, el kander spelenderwijs toewerpen, 's Winters, dat is van af den lsten November, zie ik na of de kachel goed voorzien is. Dan doe ik mijn luster morsmouwen aan, die mama zelf voor mij genaaid heeft en ik wacht mijn leerlingen af. Ik heb er vijftien, waarvan het grootste gedeelte luie vlegels zijn. Ik moet u zeggen, dat ik Ieeraar ben van de vijfde klas.... De klassieke, niet de moderne, die zijn minder ge vorderd, In mijn klas heb ik August Ridon, dien u wellicht wel kent. Den zoon van den fruitverkooper? Jadat is een slechte jongen, een deug niet. Hij leeft slechts om kattekwaad te doen. Hij weet niet wat uit te denken om mij te pla gen. Gisteren heeft hij 'm balletje gekauwd pa pier, waaraan een poppetje met een draad be vestigd was, tegen het plafond geworpen en dat is blijven kleven, juist boven mijn lessenaar. Ik heb geprobeerd met den stok, waar mede de plaatsen op de landkaart worden aangewe zen, het ding naar beneden te halen. Maar de stok was niet lang genoeg.... Na schooltijd ga ik naar huis, naar mamaMaar u is al weer thuis.Op een andere gelegenheid zal ik verder vertellen hoe ik den dag doorbreng. Goeden da^, juffrouw Davernois. Hij is heengegaan. Ik heb geen tijd gehad om hem te vragen, wat hij toch deed met dat gele valiesje. 1 Augustus. Vaeantie.Het college is sedert drie dagen gesloten. Ik hen er voorbij gegaan. De cour is ledig, de portier heerscht er twee maanden lang in eenzaamheid. Alle jaren gaat mijnheer Hyacinthe geduren de Augustus en September op reis. Zal hij het; ook dit jaar doen? Ik vind die vacantia v velend. 2 Augustus. Hij is vanmorgen met zijn moeder vertrok ken zonder mij nog te ontmoeten. Ik wil niet meer aan hem denken. 3 Augustus. Neen, beslist, ik wil niet aan hem denken. 4 Augustus. Ik zal hem vergeten. Dat zweer ik! 8 Augustus. ij Vaarwel, mijnheer Hyacinthe. Vaarwel! 17 Augustus. Ik ben een zwak schepseltje. Ik denk slecht# aan mijn eed om niet meer aan hem te denken. Zoodat ik aldoor aan hem denk. 25 Augustus. Mijnheer Hyacinthe is met zijn moeder te ruggekomen. Hij heeft niet gewacht tot het einde der vaeantie. Zoodra ik dat nieuws hoorde, ben ik voorbij zijn buis gegaan. De jaloezieën waren opg^ trokken. wat 'n geluk! 27 Augustus. Wij hebben elkaar ontmoet hij de dame# Lerouge. De vaeantie heeft hem goed gedaan. Hij ziet er zoo goed uit, rose en dik. Jammer, dat Felicie ons caramels presen teerde, die zij van een barer nichten had ont vangen. Mijnheer Hyacinthe, die een heele ia den mond had gestoken, kon er bijna nie-t doof spreken. Tevergeefs probeerde hij met aller!0' bewegingen van de lippen en de tong om dat ding van de eene wang naar de andere te doe® verhuizen. Hij werd er benauwd van en ik W#9 bang, dat bij stikken zou. Eindelijk, toen de caramel gesmolten was de andere dames druk zaten te babbelen, ko hij een gesprek met mij aanknoopen, daar vu naast elkaar zaten. -j (Wordt vervolgd.), i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1927 | | pagina 6