Zateroag IS October 1927 Tweede Blad Pagina 1 t „EEN EN ANDER OVER MEXICO" SOCiALE VERZEKERING OPHEFFING RADEN VAN ARBEID EEN VROUW OVERVALLEN DE INENTING DE ZEVENJARIGE LEERPLICHT SCHEVENINGEN IN WINTERSLAAP OVERGESTOKEN ZONDER TEEKEN j TE GEVEN. f II (Slot) De man die de „Voorwaarts"-lezers eens aan wat „historische feiten" zou helpen, zette zijn verhaal voort met de bewering, dat „de godsdienst in Mexico wordt misbruilvt voor een zeer materialistisch doel". Natuurlijk: de socialisten voeren altijd krijg tegen den godsdienst omdat deze de brandkast beschermt! Wij kennen dit liedje an men deed waarlijk beter de zang ervan maar te staken. Wij weten opperbest, dat de socialisten den invloed der Kerk trachten te knotten overal waar zij kunnen; zij vra gen niet of de Kerk rijk of arm is: overal bestrijden zij haar en trachten haar het ver trouwen te ontrooven van de geloovigen dooi de leer der Kerk in een volkomen valsch daglicht te stellen. Zij doen dat hier, in Frankrijk, in België, Oostenrijk, Duitschland en natuurlijk ook in Mexico. Mexico kende vroeger nooit godsdienst vrijheid, vertelt de „Voorwaarts", maar wij hebben het niet over vroeger, maar over nu! En het zijn nu de zoogenaamde vrijheid brengers, die den godsdienst der overweldi gende meerderheid van het Mexicaansche volk bedreigen en de uitoefening ervan on mogelijk maken. Het gaat niet tegen den godsdienst, ver zekert de „Voorwaarts", maar om de hand having der wetsartikelen, die „voor de ar beidende klasse om van te watertanden (zijn) en voor de kapitalisten, om de stuipen op het lijf te krijgen." Galles heeft n.l. bepaald, dat de grond eigendom is van den staat; dit kan nu best „om te watertanden" zijn, maar het blijft niet minder diefstal op grooten schaal en de Kerk, die het meest bestolen is, behoeft zich zeker niet zonder meer bij dit onrecht neer te leggen. „Hand in hand met dit heidensche groot kapitaal trekt nu de geestelijkheid tegen het Galles-bewind ten strijde!", vertelt de „Voorwaarts". Als dit waar is, waarom verkondigen de instrumenten van het groot-kapitaal dan niet luider wat er in Mexico geschied? Indien de maatregelen van Calles de ka pitalisten zoo benadeelen, waarom steunen zij hem dan? Indien deze rooverij voor het Mexicaansche volk van waarde is, waarom is Calles dan bevreesd voor den uitslag eener volksstemming en waarom wees hij den welsprekonden uitslag daarvan dan af? De „Voorwaarts" vertelt nog, dat Calles naar een sociale wetgeving streeft, „welke voor de arbeidende klasse verwezenlijking brengt van al die eischen, welke wij hier in West-Europa nog voor een groot deel moeten ingewilligd zien te krijgen." Nu, „het streven zelf is schoon in het worstelperk der eer", maar wij begrijpen niet waarom sociale maatregelen gepaard moeten gaan met dieverij en Kerk-vervol- ging. In Europa zijn meerdere priesters ministers van arbeid; dat feit verklaart dui delijk, wat de richting der Kerk in sociale aangelegenheden is. Maar de „Voorwaarts" moet niet vergeten aan zijn lezers mee te deelen hoe neutrale bladen als de „Daily Telegraph" gemeld hebben, dat een groot deel der arbeiders met geweld in het roode vakverbond werden in gelijfd; het blad moet ook meedeelen, dat een andere organisatie dan de socialistische niet mag bestaan en dat iedere poging om critiek uit te oefenen op de regeering, op fascistische of bolsjewistische wijze met den kogel of de verbanning wordt beantwoord! Het is waarlijk wel een paradijs van vrij heid in dezen rooden heilstaat! Men steelt naar hartelust, ruimt ieder uit den weg, jlie protesteert én verzekert dan maar, dat er een toekomst voor de deur staat .„om van te watertanden"! Wie wil men verplichten dit te gelooven? Het toppunt van vrijmoedigheid in de voorlichting over Mexico wordt wel bereikt, waar men aan de „Voorwaarts"-lezers wijs wil maken, dat er „volkomen vrijheid van godsdienst" is „zonder eenige beperking". Wat de „Voorwaarts" echter onder gods dienstvrijheid verstaat, wordt pas duide lijk, als het blad in zake Mexico erkent: »do kwestie vertoont voel overeenstemming met rjp geschiedenis welke zich in Frankrijk heelt afgspeeld bij de scheiding tusschen Kerk en Staat". Inderdaad: bij die scheiding in Frankrijk Werd de Kerk ook beroofd van al haar bezittingen; de Fransche staat nam kerken, Pastorieën, seminaries, gestichten, wees huizen, ziekenhuizen, gelden, kortom al het geen de Kerk had, in bezit, verjoeg de recht matige eigenaars en verbande hen uit het land dooi' middel van uizonderingswetten. Eoo is het ook in Mexico gegaan en dat n°e t men in de „Voorwaarts" vrijheid! Nog sterker; het blad drukt artikel 27b af van de Mexicaansche grondwet waarin 'Wij lezen: „De godsdienstige instellingen, genaamd kerken, van welk geloof zij ook 2 ij n, hebben onder geen beding de be voegdheid goederen te bezitten, te verkrij gen of te bebeeren, noch om kapitalen In goederen te beleggen; de goederen, wel ke zij op dit. oogenblik bezitten, hetzij zelf, hetzij door -derden, vervallen aan den staat. Het is da plicht van ieder de betreffende goederen aan den Staat bekend te maken. Het bewijs, dat (het voorgaande) bestaat, is voldoende om te komen tot de overschrij- Xiag. De kerkgebouwen bestemd voor de uitoefening van den godsdienst, zijn het eigendom der natie, vertegenwoordigd door de Federale regeering, welke aanwijst, welke gebouwen voor den dienst zullen worden aangewend. De andere voor den kerkdijken dienst bestemde gebouwen wor den eveneens eigendom der natie." En de vrijheid-lievende „Voorwaarts" laat er hierop volgen: „Deze bepalingen lijken zoo op het eerste gezicht zeer ruw, maar men moet beden ken, dat de grondslag van de nieuwe Mexi caansche wetgeving gevormd wordt door de uitschakeling van het particulier on beperkte eigendomsrecht." Die is pas mooi! Omdat de heer Calles de Kerk berooft (zijn eigen 27 millioen dollar heeft hij wei veilig gesteld op een bank van i Amerika) worden zijn onrechtmatige be palingen goedgepraat. De roof wordt ver dedigd met de bewering: als de socialistische regeering de Kerkelijke goederen niet steelt, worden ze benut door het „kapitalisme". Met zulk een argument is natuurlijk iedere diefstal te vergoelijken maar een kind be grijpt, dat Calles en zijn trawanten zich vergrijpen aan het recht der Kerk, die even goed over haar goederen mag beschikken dan iedere sociaal-democraat de zijne. Waar zou het heen moeten als de „burger lijke" regeeringen de goederen van socialis ten eens in beslag ging nemen onder voor wendsel dat daarmee anders de revolutie zou worden gesteund? Wij hooren de roode heeren al protes teeren. Maar dan moeten zij ook met hun handen afblijven van andermans goed! Als de „Voorwaarts" (net of 't zoo hoort) verteld heeft, dat de Mexicaansche Staat de Kerkelijke goederen roofde, vervolgt het blad: „De positie is nu zoo, dat alle kerkelijke goederen eigendom zijn van den staat, maar dat zij toch voor het gewenschte doel worden gebruikt. Alleen en hier zit nu het verzet der reactionaire geestelijkheid de geeste lijkheid moet deze situatie erkennen en heeft dan verder het volle gebruik over alle kerkelijke goe deren. Het Mexicaansche gouvernement vor dert niets anders dan de erkenning der geestelijkheid van de principes, welke aan den Mexicaanschen grondwet ten grondslag liggen; doet de geestelijkheid dat, dan staat niets de ongehinderde uitoefening van welken godsdienst ook, in den weg.1' Dit is weer prachtig! De geestelijken moeten erkennen, dat de Staat recht heeft hun goederen te stelen en zij mogen dan door de goedgunstigheid van dien zelfden stelenden Staat van de hun ontroofde goede ren gebruik maken! Men moet toch waarlijk zijn verstand verloren hebben om zooiets vrijheid te durven noemen. Het is een slavernij, die nog verergerd wordt door het huichelachtig mom waarmee zij wordt be dekt. De „Voorwaarts" vergeet nog tal van andere bepalingen die wij reeds vroeger hebben afgedrukt en die voldoende bewezen hoe fel-anti-godsdienstig de Mexicaansche grondwet is. Maar het eene punt dat het blad zelf meedeelt, is al duidelijk genoeg. Het blad heeft verder nog den moed de beteekenis x van een aantal artikelen der wet., die zij noemt, te verkrachten. Zoo wordt de bepaling, waarbij h„„ ,an niet-Mexieanen verboden is als bedienaar van den godsdienst op te treden, door de „Voorwaarts" uitgelegd alsof in Mexico (evenals in ons land) vreemdelingen niet het onbeperkt recht hebben als bedienaar van don godsdienst op te treden. Maar de beteekenis van het wetsartikel in Mexico is een heel andere. Zij is zuiver anti-Katholiek; het artikel bedoelt de Kerk te berooven van de noodige priesters en wordt niet toegepast op niei-Katholieke secten. „In Mexico mag de geestelijkheid geen publiek ambt bekleeden, d.w.z. zoolang zij in actieven dienst zijn; hoe is dat in ons land?" schrijft de „Voorwaarts". En het blad vergeet weer zijn lezers mee te deelen, dat in Mexico (everals in Rus land) aan priesters zelfs het stemrecht, ont nomen is en daarmee de doodgewone bur gerrechten. De artikeltjes van de „Voorwaarts" wor den besloten met deze tirade: „Het is dan ook een feit, dat in toe nemende mate de geestelijkheid in Mexico haar ongrondwettig verzet opgeeft en een beter begrip van haar roeping toont, dan wat kapitalistische knechtjes, die de kerk- kwestte gebruiken als scherm, waarachter het verzet der imperialistische banken en petroleumondernemingen wordt gevoed." De Mexicaansche geestelijkheid beschul digen van dezen ontrouw, terwijl 't grootste deel der bischoppen verbannen en de meeste priesters als wilde dieren achtervolgd en, zoo mogelijk, doodgemarteld, verbannen of gekerkerd worden, dat is wel de brutaalste onwaarheid in deze artikelen-reeks van het roode blad. Het heeft wel op zeer duidelijke wijze getoond, welke zijn opvattingen zijn over de houding, die het Socialisme kan en mag innemen tegen de Kerk. Wij zijn den heeren dankbaar voor hun waarschuwing. VERKIEZINGEN IN AARDENBURG Wethouders benoemd AARDENBURG, 14 October. ïn de Vrijdag morgen gehouden raadsvergadering werden tot wethouders gekozen de heeren Catsman (A.R.) en van der Hooft (Vrijz.) VEREENVOUDIGING EN BEZUINIGING? In „Het Volk" en „Voorwaarts" komt een hoofdartikel voor van den heer E, Kupers, waarin medegedeeld wordt, dat dezer dagen is vastgesteld het eindrapport der commissie van deskundigen onder voorzitterschap van oud-minister H. A. van IJsselstein, met op dracht, gegevens te verzamelen, die zullen kunnen strekken om na te gaan of, hetzij binnen het kader der tegenwoordige sociale verzekeringswetten, hetzij door een wijziging daarvan, blijvende binnen de grenzen van een novelle, vereenvoudiging en daardoor bezuiniging in de thans geldende wijze van uitvoering van de beginselen dier wetten verkregen kan worden. De commissie zou daarbij tot de volgende conclusies zijn gekomen: 1. De Raden van Arbeid moeten worden opgeheven. 2. De bestaande kantoren van de Raden van Arbeid worden bijkantoren van de Rijksverzekeringsbank. 3. Aan het hoofd van de Rijksverzekerings bank komt te staan een persoon, die met de leiding wordt belast, en die geen ver antwoording schuldig is aan den minister. Aan dezen persoon wordt toegevoegd een Raad van Toezicht, bestaande uit onbezol digde leden. 4. De Besturen van de Raden van Ar beid worden gehandhaafd, doch alleen met adviseerende bevoegdheid. 5. De Verzekeringsraad te 's Gravenhage wordt opgeheven. De voorzitter der commissie heeft de „N. R. Ct." naar aanleiding van dit be richt medegedeeld, dat het rapport nog niet is vastgesteld. SLAFTE IN HET MIJNBEDRIJF Geen „looneude" exploitatie De bekende steenkolenmijn „Nordsternte Herzogenrath zal binnenkort worden gesloten. Mat ingang van 1 Januari zijn alle mijn- beambten ontslagen en men verwacht, dat de 1300 mijnwerkers, die in deze mijn werk zaam zijn eveneens ontslag zal worden aan gezegd. De oorzaak wordt gezocht ln het feit, dat de exploitatie van de mijn niet loonend is. DE STAKING IN A'DAM'S HAVEN Ee.iige bazen ontslagen. De staking bij de N. V. Amsterdamsch Haven bedrijf heeft zich gister nog weer uitgebreid. Het s.s. „Ceres" van de Atrlkalijn is in lading bij het Amsterdamsch Haven oearijf. Daarvoor heeft deze Mij- een dertigtal werk willigen gevonden, afkomstig uit Spakenburg. De bazen, onder, wier leiding het werk aan. dit schip zou worden verricht, hebben ge weigerd met deze nieuwe werkkrachten te wer ken? Zij zijn door de directie ontslagen. GRIEVEN VAN LIMBURG. Een motie der Katholieke Statenfractie. TEGEN DE HOUDING DER REGEERING In de vergadering van de Prov. Staten van Vrijdagmorgen, werd door het lid, de heer Em. van Oppen, Maastricht, namens de Katholieke fractie een motie aangekondigd voor de vol gende vergadering van de. Prov. Staten, waarin het oordeel der Staten zal worden uitgespro ken over verschillende grieven, welke de pro vincie Limburg beeft en met recht heeft tegen de houding, der regesring in verschillen de aangelegenheden. We noemen slechts mijnrecht, tarieven, wo- ningbouwvoorschotten, autobuslijnen, industrie moeilijkheden, wegenbelasting-uitkeering. (L. K.) Met revolver bedreigd, om het geld te geven en niets te /.eggen HET HUISJE STOND EENZAAM EN DE MAN AVAS OP 'T WERK Men meldt aan „Het Huisgezin" uit St. Mi- chiels-Gestel: Donderdagmiddag heeft onder deze gemeente een brutale roofoverval plaats gehad Terwijl de man cp ©enigen afstand van het huis cp het veld aan het werk was, zag een tot nog toe onbekend manspersoon kans bin nen te dringen In de woning van den landbou wer P. van Schijndel, welke woning geheel eenzaam is gelegen te mvdden der heide. Vnonw Van Schijndel was alleen thuis en schrok niet weinig, toen zij dien persoon in haar huis zag. De onverlaat wierp zich op de vrouw, hield haar mond met z'n vuist dicht en sleurde haar tot voor de kast, waarin hij dacht, dat geld geborgen was. Hij dreigde baar met een revolver, maakte met do andere hand de kast open en nam daaruit de aanwezige geldbeurs. Toen hij de beurs in den zak gestoken had, dwong hij de vrouw, nog steeds met Oen re volver dreigende, te zweren, dat zij hem niet zou verraden en dat zij ia eea uur haar woning niet zou verlaten, waarna hij ver dween. Toen zij eenigszins van den schrik bekomen het veld inliep naar haar man, was de vogel natuurlijk gevlogen. Onmiddellijk werd van de zaak aangifte ge daan en een onderzoek ingesteld; wat echter bemoeilijkt werd door den grooten voorsprong dien de onverlaat reeds had bekomen. Wel zou hij door eenige personen zijn gezien. Zoo zou 'hij aan een jongen hebben gevraagd hoe laat de tram vertrok en aan een ander wanneer een auto ging in de richting Eind hoven. Al wat men van zijn signalement weet, is, dat deze persoon een dun grijs versleten jasje droeg waarin een groote scheur was. die met een speld was dichtgemaakt. Het ontvreemde bedrag zou, naar de vrouw zich herinneren kan, slechts een luttel bedrag, gen paar gulden bedragen. _w TIJDELIJKE OPHEFFING VAN DEN INDIRECTEN VACCINE-DWANG VERZOCHT. In verband niet gevallen van encephalitis niet doodclijken afloop De Nederlandsche Maatschappij tot bevorde ring der Geneeskunst heeft aan den minister van Arbeid, H. en N. het volgend adres gezon den: „Het hoofdbestuur der Nederlandsche Maat schappij tot bevordering der Geneeskunst, gezien het aantal gevallen van encephalitis, waarvan sommigen met doodelijken afloop, op tredende na en klaarblijkelijk in verband met een te voren verrichte inenting tegen pokken; gezien de gevallen van encephalitis in aan sluiting nan en klaarblijkelijk in verband met vaccinatie met het op de nieuwe wijze bereide vaccin acht het zijn plicht Uwe Excellentie in over weging te geven den indirecten vaccinedwang op te heffen. Overigens overtuigd van het groote nut der vaccinatie inzake het voorkomen van pokken, resp. van pokken-epidemieën, zou het hoofdbe stuur het op prijs stellen, wanneer de gelegen heid tot kostelqoze. inenting en herinenting, zooais die in artikel 10 van de wet, houdende voorzieningen tegen de besmettelijke ziekten Ia vastgesteld, onverminderd bleef gehandhaafd, opdat aan de vrijwillige inenting niet de min ste belemmering worde in den weg gelegd". NIEUW WETSONTWERP INGEDIEND Het aantal leerkrachten zal met 1750 stijgen. GEEN VRIJSTELLING WEGENS HET BEZOEK VAN EEN LAGERE LAND EN TUINBOUWSCHOOL. Ingediend is een wetsontwerp houdende wijziging van de artikelen I en II der Wet van 30 Juni 1924, tot wijziging van de Leerplicht wet en van de Lager Onderwijswet 1920, wij ziging van het derde lid van artikel 3 der Leer plichtwet, zooals het krachtens die wet wordt gelezen, en wijziging van het vierde lid van artikel 3 der Leerplichtwet. Aan de Memorie van Toelichting wordt het volgende ontleend: Zooals bekend is, meent de Regeering, dat voor de doorvoering van leerplicht voor het zevende leerjaar gerekend moet worden op een toeneming van de jaarlijksche Rijksuitgaven met V/2 millioen gulden. Dit bedrag Is verkre gen door er van uit te gaan, dat uit het her stel van den zevenjarigen leerplicht een toe neming van de schoolbevolking met ongeveer 70.000 kinderen zal voortvloeien, dat daardoor het aantal leerkrachten, wier jaarwedde door het Rijk vergoed wordt, met ongeveer 1750 zal stijgen, en dat de gemiddelde jaarwedde van het onderwijzend personeel zonder de hoofden thans op f 2000 moet worden gesteld. Bij de voorbereiding der wijzigingswet van 30 Juni 1924, welke aan art. 28 der Lager On derwijswet zijn tegenwoordige redactie gaf, is gebleken, dat bij het daarin neergelegde 48- stelsel liet aantal leerlingen per onderwijzer gemiddeld op 40 komt. Bij een toeneming met ongeveer 70.000 leerlingen, is dus op een stij ging van het aantal leerkrachten met 1750 te rekenen. Bij de behandeling van het ontwerp, dat ge worden is de wet van 23 Juli 1927, is in de ver gadering der Tweede Kamer van 16 Juni 1927 het denkbeeld aanbevolen, invoering van zeven jarigen leerplicht gepaard te doen gaan met eene aanvulling van art. 7 der Leerplichtwet, opdat do aansprakelijke personen van de in art. 1 dier wet opgelegde verplichting zullen zijn vrijgesteld, zoolang zij do kinderen eene lagere land- en tuinbouwschool doen bezoeken, welke een te bepalen aantal lesuren omvat. In de vergadering van den volgenden dag heeft de Minister van Onderwijs, K. en W. toegezegd, over eene wijziging in dien geest in overleg te zullen treden met den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw. Dit overleg heeft echter niet tot een bevre digende oplossing kunnen leiden, omdat geble ken is, dat de bedoelde vrijstelling zeer onge- wenschte toestanden in het leven zou roepen. Invoering van die vrijstelling zou zoowel naar de meening van den Minister van Onder wijs als van den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, een ingrijpenden invloed hebben in ongunstigen zin op de lagere land- en tuinbouwscholen en eene heftige storing bren gen in den geleidelijken en normalen groei er van, en bovendien de schatkist, zonder even redig voordeel, ernstig bezwaren. Daarentegen mag van niet-invoerlng van de vrijstelling eene aanmerkelijke verbetering voor het onderwijs in de lagere land- en tuinbouw scholen, vooral voor het vakonderwijs dat er gegeven wordt, worden verwacht. Intusschen zal de beteekenis van het zevende leerjaar ook voor onze aankomende land- en tuinbouwers vergroot kunnen worden, indien hij het daarin te geven onderwijs zooveel mo gelijk rekening gehouden wordt met de toe komst der leerlingen, die het volgen. Zoo zal in land- en tuinbouwstreken het leerplan voor het zevende leerjaar zoodanig kunnen worden ingericht, dat het voor de leer lingen, die daarna eene lagere land- of tuin bouwschool gaan bezoeken, eene goede voorbe reiding geeft voor het onderwijs op die school. Het is zelfs niet uitgesloten, dat aldus in be paalde streken een practised ingericht zeven de learjuar van de gewone lagere school het eerste leerjaar der thans bestaande lagere land- on tuinbouwschool zal kunnen vervangen. Het komt den minister verder om twee re denen gewenscht voor het laatste lid van art. 3 der Leerplichtwet aldus te wijzigen, dat de leerverplichting in elk geval zal eindigen bij het bereiken van den veertienjarigen leeftijd. DAMEmODE I DEN WINTER. Een Arabische kap op een zeer origineelen avond cape, uitgevoerd in zwart gevlekt fluweel, ziehier een der nieuwste creaties van Mile. Suzanne Talbot, een Parijsche medekunstena res, waarmee zij de aandacht der dames vraagt voor het komende seizoen. De zee weet van geen rusten. 'i s EEN NIEUWE DUINENFORMATIE. 1 Na September trekt onze hadplaats zich ge leidelijk terug uit het drukke, woelige leven van het zomerseizoen; Scheveningen keert dan, als het ware in zich zeiven achter de neer gelaten gordijnen van hotels en café's en de gesloten rolluiken en blindeeringen van winkels en etalagekasten. Al het kleurige, vroolijke zomergedoe van het strand, zooals kiosken, tenten en bad stoelen verdwijnt en wordt veilig opgeborgen; zelfs de groote lampen en hallons van de hooga lantaarns op den boulevard worden ge demonteerd om in de gemeentelijke magazijnen gedurende den winter bewaard te worden. Een enkelen eenzamen wandelaar treft men hij goed weer nog aan het stand of op den boulevard, maar verder ziet de hadplaats er doodsch en verlaten uit; Scheveningen ls in winterslaap. Maar de zee weet van geen rusten. Zomer en winter, altijd door is zij ln actie. Dat die actie zich niet enkel bepaalt tot eb en vloed en het eindeloos spel der golven met het bruisend schuimen der branding, kan men op het oogenblik waarnemen op het Schevenlng- sche strand, waar voor de verandering de zee thans bezig ls een nieuwe duinenrij te for- meeren. In de oude kronieken leest men, dat in vroeger tijden de zee een belangrijk deel van het dorp Scheveningen verzwolgen heeft; thans schijnt zij van plan het vroegeT geroofde weer terug te geven. Althans aan het strand- gedeelte, dat ligt tusschen de buitenhaven en de pier, is het strand reeds aanmerkelijk ver hoogd. De zee spoelt Ijet zand aan en de wind drijft het hooger op het strand en vormt daar formeele duinpartijen. Op sommige plaatsen scheelt het ternauwernood een meter of de toppen van deze zandverschuivingen hebben reeds het niveau van den boulevard bereikt, Getracht wordt met sleepbakken het opge stoven zand zooveel mogelijk gelijkmatig over. het strand te verdeelen, maar zoo snel als de aanspoeling en opstuiving thans plaats vinden, is er geen bijhouden aan. Als het zoo doorgaat, liggen de boulevard, het Kurhaus en de andere groote hotels binnen enkele jaren midden ln de duinen en kan men droogvoets over het strand de rotonde van de pier bereiken DOOR EEN AUTO AANGEREDEN. t Een jongeman zwaar gewond. Gistermorgen te 11 uur is nabij de suikerfa* brlek te Halfweg de ruim 20-jarige F. wonende te Amsterdam door een uit de richting Am sterdam komenden auto aangereden. F., die op de flets reed, stak plotseling zon der een teeken te geven vlak voor den auto den weg over, waardoor de chauffeur een aan rijding niet meer kon voorkomen. In bewusteloozen toestand werd F. opgeno men en naar de Maria-stichting te Haarlem overgebracht. Daar bleek dat hij een zware hersenschudding had bekomen. DOOR DE TRAM GEGREPEN. Baron van Rijckevorsel van Kessenich gewond. Toen gisterenavond omstreeks zeven uur op den grooten weg van 's-Hertogenbosch naar AVaalwijk baron van Rijckevorsel van Kesse nich liep te wandelen, werd hij door de tram gegrepen en ongeveer 35 passen meegesleept. Met een zware hoofdwonde werd het slachtof fer opgenomen en per autobrancard naar het groote ziekenhuis vervoerd. Zijn toestand is niet levensgevaarlijk. De maréohaussée heeft de zaak in onderzoek. Gebleken is, dat de bestuurder, toen hij het ongeval zag aankomen, met alle macht heeft geremd. DAGBLAD „HET VOLK". J i Een benoeming' Naar het „Ilbld." verneemt, heeft het hoofd bestuur der S.D.A.P. met ingang van 1 Januari benoemd tot algemeen directeur-technisch- hoofdredacteur van het dagblad „Het Volk", den heer IJ. G. v. d. Veen, thans hoofd-redac. teur-directeur van het dagblad „Voorwaarts" te Rotterdam. MR. DR. H. J. A. M. LUBBERS Na een langdurige ongesteldheid is gister te Nijmege<n ln den ouderdom van 56 jaren over leden, mr. dr. II. J. A. M- Lübbers, kanton rechter aldaar en curator der R. K. Univer- siteit. S

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1927 | | pagina 5