Zateroag IS October 1927
Tweede Blad
Pagina 1
t „EEN EN ANDER
OVER MEXICO"
SOCiALE VERZEKERING
OPHEFFING RADEN VAN ARBEID
EEN VROUW OVERVALLEN
DE INENTING
DE ZEVENJARIGE LEERPLICHT
SCHEVENINGEN IN WINTERSLAAP
OVERGESTOKEN ZONDER TEEKEN j
TE GEVEN.
f II (Slot)
De man die de „Voorwaarts"-lezers eens
aan wat „historische feiten" zou helpen, zette
zijn verhaal voort met de bewering, dat „de
godsdienst in Mexico wordt misbruilvt voor
een zeer materialistisch doel".
Natuurlijk: de socialisten voeren altijd
krijg tegen den godsdienst omdat deze de
brandkast beschermt! Wij kennen dit liedje
an men deed waarlijk beter de zang ervan
maar te staken. Wij weten opperbest, dat
de socialisten den invloed der Kerk trachten
te knotten overal waar zij kunnen; zij vra
gen niet of de Kerk rijk of arm is: overal
bestrijden zij haar en trachten haar het ver
trouwen te ontrooven van de geloovigen dooi
de leer der Kerk in een volkomen valsch
daglicht te stellen.
Zij doen dat hier, in Frankrijk, in België,
Oostenrijk, Duitschland en natuurlijk ook
in Mexico.
Mexico kende vroeger nooit godsdienst
vrijheid, vertelt de „Voorwaarts", maar wij
hebben het niet over vroeger, maar over nu!
En het zijn nu de zoogenaamde vrijheid
brengers, die den godsdienst der overweldi
gende meerderheid van het Mexicaansche
volk bedreigen en de uitoefening ervan on
mogelijk maken.
Het gaat niet tegen den godsdienst, ver
zekert de „Voorwaarts", maar om de hand
having der wetsartikelen, die „voor de ar
beidende klasse om van te watertanden (zijn)
en voor de kapitalisten, om de stuipen op
het lijf te krijgen."
Galles heeft n.l. bepaald, dat de grond
eigendom is van den staat; dit kan nu best
„om te watertanden" zijn, maar het blijft
niet minder diefstal op grooten schaal en
de Kerk, die het meest bestolen is, behoeft
zich zeker niet zonder meer bij dit onrecht
neer te leggen.
„Hand in hand met dit heidensche groot
kapitaal trekt nu de geestelijkheid tegen
het Galles-bewind ten strijde!", vertelt de
„Voorwaarts".
Als dit waar is, waarom verkondigen de
instrumenten van het groot-kapitaal dan
niet luider wat er in Mexico geschied?
Indien de maatregelen van Calles de ka
pitalisten zoo benadeelen, waarom steunen
zij hem dan? Indien deze rooverij voor het
Mexicaansche volk van waarde is, waarom
is Calles dan bevreesd voor den uitslag eener
volksstemming en waarom wees hij den
welsprekonden uitslag daarvan dan af?
De „Voorwaarts" vertelt nog, dat Calles
naar een sociale wetgeving streeft, „welke
voor de arbeidende klasse verwezenlijking
brengt van al die eischen, welke wij hier in
West-Europa nog voor een groot deel moeten
ingewilligd zien te krijgen."
Nu, „het streven zelf is schoon in het
worstelperk der eer", maar wij begrijpen
niet waarom sociale maatregelen gepaard
moeten gaan met dieverij en Kerk-vervol-
ging. In Europa zijn meerdere priesters
ministers van arbeid; dat feit verklaart dui
delijk, wat de richting der Kerk in sociale
aangelegenheden is.
Maar de „Voorwaarts" moet niet vergeten
aan zijn lezers mee te deelen hoe neutrale
bladen als de „Daily Telegraph" gemeld
hebben, dat een groot deel der arbeiders met
geweld in het roode vakverbond werden in
gelijfd; het blad moet ook meedeelen, dat
een andere organisatie dan de socialistische
niet mag bestaan en dat iedere poging om
critiek uit te oefenen op de regeering, op
fascistische of bolsjewistische wijze met den
kogel of de verbanning wordt beantwoord!
Het is waarlijk wel een paradijs van vrij
heid in dezen rooden heilstaat! Men steelt
naar hartelust, ruimt ieder uit den weg, jlie
protesteert én verzekert dan maar, dat er
een toekomst voor de deur staat .„om van
te watertanden"!
Wie wil men verplichten dit te gelooven?
Het toppunt van vrijmoedigheid in de
voorlichting over Mexico wordt wel bereikt,
waar men aan de „Voorwaarts"-lezers wijs
wil maken, dat er „volkomen vrijheid van
godsdienst" is „zonder eenige beperking".
Wat de „Voorwaarts" echter onder gods
dienstvrijheid verstaat, wordt pas duide
lijk, als het blad in zake Mexico erkent:
»do kwestie vertoont voel overeenstemming
met rjp geschiedenis welke zich in Frankrijk
heelt afgspeeld bij de scheiding tusschen
Kerk en Staat".
Inderdaad: bij die scheiding in Frankrijk
Werd de Kerk ook beroofd van al haar
bezittingen; de Fransche staat nam kerken,
Pastorieën, seminaries, gestichten, wees
huizen, ziekenhuizen, gelden, kortom al het
geen de Kerk had, in bezit, verjoeg de recht
matige eigenaars en verbande hen uit het
land dooi' middel van uizonderingswetten.
Eoo is het ook in Mexico gegaan en dat
n°e t men in de „Voorwaarts" vrijheid!
Nog sterker; het blad drukt artikel 27b
af van de Mexicaansche grondwet waarin
'Wij lezen:
„De godsdienstige instellingen, genaamd
kerken, van welk geloof zij ook
2 ij n, hebben onder geen beding de be
voegdheid goederen te bezitten, te verkrij
gen of te bebeeren, noch om kapitalen In
goederen te beleggen; de goederen, wel
ke zij op dit. oogenblik bezitten, hetzij zelf,
hetzij door -derden, vervallen aan den staat.
Het is da plicht van ieder de betreffende
goederen aan den Staat bekend te maken.
Het bewijs, dat (het voorgaande) bestaat,
is voldoende om te komen tot de overschrij-
Xiag. De kerkgebouwen bestemd voor de
uitoefening van den godsdienst, zijn het
eigendom der natie, vertegenwoordigd door
de Federale regeering, welke aanwijst,
welke gebouwen voor den dienst zullen
worden aangewend. De andere voor den
kerkdijken dienst bestemde gebouwen wor
den eveneens eigendom der natie."
En de vrijheid-lievende „Voorwaarts" laat
er hierop volgen:
„Deze bepalingen lijken zoo op het eerste
gezicht zeer ruw, maar men moet beden
ken, dat de grondslag van de nieuwe Mexi
caansche wetgeving gevormd wordt door
de uitschakeling van het particulier on
beperkte eigendomsrecht."
Die is pas mooi! Omdat de heer Calles de
Kerk berooft (zijn eigen 27 millioen dollar
heeft hij wei veilig gesteld op een bank van
i Amerika) worden zijn onrechtmatige be
palingen goedgepraat. De roof wordt ver
dedigd met de bewering: als de socialistische
regeering de Kerkelijke goederen niet steelt,
worden ze benut door het „kapitalisme".
Met zulk een argument is natuurlijk iedere
diefstal te vergoelijken maar een kind be
grijpt, dat Calles en zijn trawanten zich
vergrijpen aan het recht der Kerk, die even
goed over haar goederen mag beschikken
dan iedere sociaal-democraat de zijne.
Waar zou het heen moeten als de „burger
lijke" regeeringen de goederen van socialis
ten eens in beslag ging nemen onder voor
wendsel dat daarmee anders de revolutie
zou worden gesteund?
Wij hooren de roode heeren al protes
teeren. Maar dan moeten zij ook met hun
handen afblijven van andermans goed!
Als de „Voorwaarts" (net of 't zoo hoort)
verteld heeft, dat de Mexicaansche Staat de
Kerkelijke goederen roofde, vervolgt het
blad:
„De positie is nu zoo, dat alle kerkelijke
goederen eigendom zijn van den staat,
maar dat zij toch voor het gewenschte
doel worden gebruikt.
Alleen en hier zit nu het verzet der
reactionaire geestelijkheid de geeste
lijkheid moet deze situatie erkennen en
heeft dan verder het volle gebruik
over alle kerkelijke goe
deren.
Het Mexicaansche gouvernement vor
dert niets anders dan de erkenning der
geestelijkheid van de principes, welke
aan den Mexicaanschen grondwet ten
grondslag liggen; doet de geestelijkheid
dat, dan staat niets de ongehinderde
uitoefening van welken
godsdienst ook, in den weg.1'
Dit is weer prachtig! De geestelijken
moeten erkennen, dat de Staat recht heeft
hun goederen te stelen en zij mogen dan
door de goedgunstigheid van dien zelfden
stelenden Staat van de hun ontroofde goede
ren gebruik maken! Men moet toch waarlijk
zijn verstand verloren hebben om zooiets
vrijheid te durven noemen. Het is een
slavernij, die nog verergerd wordt door het
huichelachtig mom waarmee zij wordt be
dekt.
De „Voorwaarts" vergeet nog tal van
andere bepalingen die wij reeds vroeger
hebben afgedrukt en die voldoende bewezen
hoe fel-anti-godsdienstig de Mexicaansche
grondwet is. Maar het eene punt dat het blad
zelf meedeelt, is al duidelijk genoeg.
Het blad heeft verder nog den moed de
beteekenis x van een aantal artikelen der
wet., die zij noemt, te verkrachten.
Zoo wordt de bepaling, waarbij h„„ ,an
niet-Mexieanen verboden is als bedienaar
van den godsdienst op te treden, door de
„Voorwaarts" uitgelegd alsof in Mexico
(evenals in ons land) vreemdelingen niet het
onbeperkt recht hebben als bedienaar van
don godsdienst op te treden.
Maar de beteekenis van het wetsartikel
in Mexico is een heel andere. Zij is zuiver
anti-Katholiek; het artikel bedoelt de Kerk
te berooven van de noodige priesters en
wordt niet toegepast op niei-Katholieke
secten.
„In Mexico mag de geestelijkheid geen
publiek ambt bekleeden, d.w.z. zoolang zij
in actieven dienst zijn; hoe is dat in ons
land?" schrijft de „Voorwaarts".
En het blad vergeet weer zijn lezers mee
te deelen, dat in Mexico (everals in Rus
land) aan priesters zelfs het stemrecht, ont
nomen is en daarmee de doodgewone bur
gerrechten.
De artikeltjes van de „Voorwaarts" wor
den besloten met deze tirade:
„Het is dan ook een feit, dat in toe
nemende mate de geestelijkheid in Mexico
haar ongrondwettig verzet opgeeft en een
beter begrip van haar roeping toont, dan
wat kapitalistische knechtjes, die de kerk-
kwestte gebruiken als scherm, waarachter
het verzet der imperialistische banken en
petroleumondernemingen wordt gevoed."
De Mexicaansche geestelijkheid beschul
digen van dezen ontrouw, terwijl 't grootste
deel der bischoppen verbannen en de meeste
priesters als wilde dieren achtervolgd en,
zoo mogelijk, doodgemarteld, verbannen of
gekerkerd worden, dat is wel de brutaalste
onwaarheid in deze artikelen-reeks van het
roode blad. Het heeft wel op zeer duidelijke
wijze getoond, welke zijn opvattingen zijn
over de houding, die het Socialisme kan en
mag innemen tegen de Kerk.
Wij zijn den heeren dankbaar voor hun
waarschuwing.
VERKIEZINGEN IN AARDENBURG
Wethouders benoemd
AARDENBURG, 14 October. ïn de Vrijdag
morgen gehouden raadsvergadering werden
tot wethouders gekozen de heeren Catsman
(A.R.) en van der Hooft (Vrijz.)
VEREENVOUDIGING EN
BEZUINIGING?
In „Het Volk" en „Voorwaarts" komt een
hoofdartikel voor van den heer E, Kupers,
waarin medegedeeld wordt, dat dezer dagen
is vastgesteld het eindrapport der commissie
van deskundigen onder voorzitterschap van
oud-minister H. A. van IJsselstein, met op
dracht, gegevens te verzamelen, die zullen
kunnen strekken om na te gaan of, hetzij
binnen het kader der tegenwoordige sociale
verzekeringswetten, hetzij door een wijziging
daarvan, blijvende binnen de grenzen van
een novelle, vereenvoudiging en daardoor
bezuiniging in de thans geldende wijze van
uitvoering van de beginselen dier wetten
verkregen kan worden.
De commissie zou daarbij tot de volgende
conclusies zijn gekomen:
1. De Raden van Arbeid moeten worden
opgeheven.
2. De bestaande kantoren van de Raden
van Arbeid worden bijkantoren van de
Rijksverzekeringsbank.
3. Aan het hoofd van de Rijksverzekerings
bank komt te staan een persoon, die met
de leiding wordt belast, en die geen ver
antwoording schuldig is aan den minister.
Aan dezen persoon wordt toegevoegd een
Raad van Toezicht, bestaande uit onbezol
digde leden.
4. De Besturen van de Raden van Ar
beid worden gehandhaafd, doch alleen met
adviseerende bevoegdheid.
5. De Verzekeringsraad te 's Gravenhage
wordt opgeheven.
De voorzitter der commissie heeft de
„N. R. Ct." naar aanleiding van dit be
richt medegedeeld, dat het rapport nog niet
is vastgesteld.
SLAFTE IN HET MIJNBEDRIJF
Geen „looneude" exploitatie
De bekende steenkolenmijn „Nordsternte
Herzogenrath zal binnenkort worden gesloten.
Mat ingang van 1 Januari zijn alle mijn-
beambten ontslagen en men verwacht, dat
de 1300 mijnwerkers, die in deze mijn werk
zaam zijn eveneens ontslag zal worden aan
gezegd.
De oorzaak wordt gezocht ln het feit, dat
de exploitatie van de mijn niet loonend is.
DE STAKING IN A'DAM'S HAVEN
Ee.iige bazen ontslagen.
De staking bij de N. V. Amsterdamsch Haven
bedrijf heeft zich gister nog weer uitgebreid.
Het s.s. „Ceres" van de Atrlkalijn is in
lading bij het Amsterdamsch Haven oearijf.
Daarvoor heeft deze Mij- een dertigtal werk
willigen gevonden, afkomstig uit Spakenburg.
De bazen, onder, wier leiding het werk aan.
dit schip zou worden verricht, hebben ge
weigerd met deze nieuwe werkkrachten te wer
ken? Zij zijn door de directie ontslagen.
GRIEVEN VAN LIMBURG.
Een motie der Katholieke Statenfractie.
TEGEN DE HOUDING DER REGEERING
In de vergadering van de Prov. Staten van
Vrijdagmorgen, werd door het lid, de heer Em.
van Oppen, Maastricht, namens de Katholieke
fractie een motie aangekondigd voor de vol
gende vergadering van de. Prov. Staten, waarin
het oordeel der Staten zal worden uitgespro
ken over verschillende grieven, welke de pro
vincie Limburg beeft en met recht heeft
tegen de houding, der regesring in verschillen
de aangelegenheden.
We noemen slechts mijnrecht, tarieven, wo-
ningbouwvoorschotten, autobuslijnen, industrie
moeilijkheden, wegenbelasting-uitkeering.
(L. K.)
Met revolver bedreigd, om het
geld te geven en niets te /.eggen
HET HUISJE STOND EENZAAM
EN DE MAN AVAS OP 'T WERK
Men meldt aan „Het Huisgezin" uit St. Mi-
chiels-Gestel:
Donderdagmiddag heeft onder deze gemeente
een brutale roofoverval plaats gehad
Terwijl de man cp ©enigen afstand van het
huis cp het veld aan het werk was, zag een
tot nog toe onbekend manspersoon kans bin
nen te dringen In de woning van den landbou
wer P. van Schijndel, welke woning geheel
eenzaam is gelegen te mvdden der heide.
Vnonw Van Schijndel was alleen thuis en
schrok niet weinig, toen zij dien persoon in
haar huis zag. De onverlaat wierp zich op de
vrouw, hield haar mond met z'n vuist dicht
en sleurde haar tot voor de kast, waarin hij
dacht, dat geld geborgen was. Hij dreigde baar
met een revolver, maakte met do andere hand
de kast open en nam daaruit de aanwezige
geldbeurs.
Toen hij de beurs in den zak gestoken had,
dwong hij de vrouw, nog steeds met Oen re
volver dreigende, te zweren, dat zij hem niet
zou verraden en dat zij ia eea uur
haar woning niet zou verlaten, waarna hij ver
dween.
Toen zij eenigszins van den schrik bekomen
het veld inliep naar haar man, was de vogel
natuurlijk gevlogen.
Onmiddellijk werd van de zaak aangifte ge
daan en een onderzoek ingesteld; wat echter
bemoeilijkt werd door den grooten voorsprong
dien de onverlaat reeds had bekomen. Wel zou
hij door eenige personen zijn gezien.
Zoo zou 'hij aan een jongen hebben gevraagd
hoe laat de tram vertrok en aan een ander
wanneer een auto ging in de richting Eind
hoven.
Al wat men van zijn signalement weet, is,
dat deze persoon een dun grijs versleten jasje
droeg waarin een groote scheur was. die met
een speld was dichtgemaakt.
Het ontvreemde bedrag zou, naar de vrouw
zich herinneren kan, slechts een luttel bedrag,
gen paar gulden bedragen. _w
TIJDELIJKE OPHEFFING VAN DEN
INDIRECTEN VACCINE-DWANG
VERZOCHT.
In verband niet gevallen van encephalitis
niet doodclijken afloop
De Nederlandsche Maatschappij tot bevorde
ring der Geneeskunst heeft aan den minister
van Arbeid, H. en N. het volgend adres gezon
den:
„Het hoofdbestuur der Nederlandsche Maat
schappij tot bevordering der Geneeskunst,
gezien het aantal gevallen van encephalitis,
waarvan sommigen met doodelijken afloop, op
tredende na en klaarblijkelijk in verband met
een te voren verrichte inenting tegen pokken;
gezien de gevallen van encephalitis in aan
sluiting nan en klaarblijkelijk in verband met
vaccinatie met het op de nieuwe wijze bereide
vaccin
acht het zijn plicht Uwe Excellentie in over
weging te geven den indirecten vaccinedwang
op te heffen.
Overigens overtuigd van het groote nut der
vaccinatie inzake het voorkomen van pokken,
resp. van pokken-epidemieën, zou het hoofdbe
stuur het op prijs stellen, wanneer de gelegen
heid tot kostelqoze. inenting en herinenting,
zooais die in artikel 10 van de wet, houdende
voorzieningen tegen de besmettelijke ziekten Ia
vastgesteld, onverminderd bleef gehandhaafd,
opdat aan de vrijwillige inenting niet de min
ste belemmering worde in den weg gelegd".
NIEUW WETSONTWERP INGEDIEND
Het aantal leerkrachten zal met 1750 stijgen.
GEEN VRIJSTELLING WEGENS HET
BEZOEK VAN EEN LAGERE LAND
EN TUINBOUWSCHOOL.
Ingediend is een wetsontwerp houdende
wijziging van de artikelen I en II der Wet van
30 Juni 1924, tot wijziging van de Leerplicht
wet en van de Lager Onderwijswet 1920, wij
ziging van het derde lid van artikel 3 der Leer
plichtwet, zooals het krachtens die wet wordt
gelezen, en wijziging van het vierde lid van
artikel 3 der Leerplichtwet.
Aan de Memorie van Toelichting wordt het
volgende ontleend:
Zooals bekend is, meent de Regeering, dat
voor de doorvoering van leerplicht voor het
zevende leerjaar gerekend moet worden op een
toeneming van de jaarlijksche Rijksuitgaven
met V/2 millioen gulden. Dit bedrag Is verkre
gen door er van uit te gaan, dat uit het her
stel van den zevenjarigen leerplicht een toe
neming van de schoolbevolking met ongeveer
70.000 kinderen zal voortvloeien, dat daardoor
het aantal leerkrachten, wier jaarwedde door
het Rijk vergoed wordt, met ongeveer 1750 zal
stijgen, en dat de gemiddelde jaarwedde van
het onderwijzend personeel zonder de hoofden
thans op f 2000 moet worden gesteld.
Bij de voorbereiding der wijzigingswet van
30 Juni 1924, welke aan art. 28 der Lager On
derwijswet zijn tegenwoordige redactie gaf, is
gebleken, dat bij het daarin neergelegde 48-
stelsel liet aantal leerlingen per onderwijzer
gemiddeld op 40 komt. Bij een toeneming met
ongeveer 70.000 leerlingen, is dus op een stij
ging van het aantal leerkrachten met 1750 te
rekenen.
Bij de behandeling van het ontwerp, dat ge
worden is de wet van 23 Juli 1927, is in de ver
gadering der Tweede Kamer van 16 Juni 1927
het denkbeeld aanbevolen, invoering van zeven
jarigen leerplicht gepaard te doen gaan met
eene aanvulling van art. 7 der Leerplichtwet,
opdat do aansprakelijke personen van de in
art. 1 dier wet opgelegde verplichting zullen
zijn vrijgesteld, zoolang zij do kinderen eene
lagere land- en tuinbouwschool doen bezoeken,
welke een te bepalen aantal lesuren omvat.
In de vergadering van den volgenden dag
heeft de Minister van Onderwijs, K. en W.
toegezegd, over eene wijziging in dien geest
in overleg te zullen treden met den Minister
van Binnenlandsche Zaken en Landbouw.
Dit overleg heeft echter niet tot een bevre
digende oplossing kunnen leiden, omdat geble
ken is, dat de bedoelde vrijstelling zeer onge-
wenschte toestanden in het leven zou roepen.
Invoering van die vrijstelling zou zoowel
naar de meening van den Minister van Onder
wijs als van den Minister van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw, een ingrijpenden invloed
hebben in ongunstigen zin op de lagere land- en
tuinbouwscholen en eene heftige storing bren
gen in den geleidelijken en normalen groei er
van, en bovendien de schatkist, zonder even
redig voordeel, ernstig bezwaren.
Daarentegen mag van niet-invoerlng van de
vrijstelling eene aanmerkelijke verbetering voor
het onderwijs in de lagere land- en tuinbouw
scholen, vooral voor het vakonderwijs dat er
gegeven wordt, worden verwacht.
Intusschen zal de beteekenis van het zevende
leerjaar ook voor onze aankomende land- en
tuinbouwers vergroot kunnen worden, indien
hij het daarin te geven onderwijs zooveel mo
gelijk rekening gehouden wordt met de toe
komst der leerlingen, die het volgen.
Zoo zal in land- en tuinbouwstreken het
leerplan voor het zevende leerjaar zoodanig
kunnen worden ingericht, dat het voor de leer
lingen, die daarna eene lagere land- of tuin
bouwschool gaan bezoeken, eene goede voorbe
reiding geeft voor het onderwijs op die school.
Het is zelfs niet uitgesloten, dat aldus in be
paalde streken een practised ingericht zeven
de learjuar van de gewone lagere school het
eerste leerjaar der thans bestaande lagere
land- on tuinbouwschool zal kunnen vervangen.
Het komt den minister verder om twee re
denen gewenscht voor het laatste lid van art.
3 der Leerplichtwet aldus te wijzigen, dat de
leerverplichting in elk geval zal eindigen bij
het bereiken van den veertienjarigen leeftijd.
DAMEmODE I DEN WINTER. Een
Arabische kap op een zeer origineelen avond
cape, uitgevoerd in zwart gevlekt fluweel,
ziehier een der nieuwste creaties van Mile.
Suzanne Talbot, een Parijsche medekunstena
res, waarmee zij de aandacht der dames
vraagt voor het komende seizoen.
De zee weet van geen rusten. 'i
s
EEN NIEUWE DUINENFORMATIE. 1
Na September trekt onze hadplaats zich ge
leidelijk terug uit het drukke, woelige leven
van het zomerseizoen; Scheveningen keert dan,
als het ware in zich zeiven achter de neer
gelaten gordijnen van hotels en café's en de
gesloten rolluiken en blindeeringen van winkels
en etalagekasten.
Al het kleurige, vroolijke zomergedoe van
het strand, zooals kiosken, tenten en bad
stoelen verdwijnt en wordt veilig opgeborgen;
zelfs de groote lampen en hallons van de hooga
lantaarns op den boulevard worden ge
demonteerd om in de gemeentelijke magazijnen
gedurende den winter bewaard te worden.
Een enkelen eenzamen wandelaar treft men
hij goed weer nog aan het stand of op den
boulevard, maar verder ziet de hadplaats er
doodsch en verlaten uit; Scheveningen ls in
winterslaap.
Maar de zee weet van geen rusten. Zomer
en winter, altijd door is zij ln actie. Dat die
actie zich niet enkel bepaalt tot eb en vloed
en het eindeloos spel der golven met het
bruisend schuimen der branding, kan men op
het oogenblik waarnemen op het Schevenlng-
sche strand, waar voor de verandering de zee
thans bezig ls een nieuwe duinenrij te for-
meeren.
In de oude kronieken leest men, dat in
vroeger tijden de zee een belangrijk deel van
het dorp Scheveningen verzwolgen heeft;
thans schijnt zij van plan het vroegeT geroofde
weer terug te geven. Althans aan het strand-
gedeelte, dat ligt tusschen de buitenhaven en
de pier, is het strand reeds aanmerkelijk ver
hoogd. De zee spoelt Ijet zand aan en de wind
drijft het hooger op het strand en vormt daar
formeele duinpartijen. Op sommige plaatsen
scheelt het ternauwernood een meter of de
toppen van deze zandverschuivingen hebben
reeds het niveau van den boulevard bereikt,
Getracht wordt met sleepbakken het opge
stoven zand zooveel mogelijk gelijkmatig over.
het strand te verdeelen, maar zoo snel als de
aanspoeling en opstuiving thans plaats vinden,
is er geen bijhouden aan.
Als het zoo doorgaat, liggen de boulevard,
het Kurhaus en de andere groote hotels binnen
enkele jaren midden ln de duinen en kan men
droogvoets over het strand de rotonde van de
pier bereiken
DOOR EEN AUTO AANGEREDEN.
t
Een jongeman zwaar gewond.
Gistermorgen te 11 uur is nabij de suikerfa*
brlek te Halfweg de ruim 20-jarige F. wonende
te Amsterdam door een uit de richting Am
sterdam komenden auto aangereden.
F., die op de flets reed, stak plotseling zon
der een teeken te geven vlak voor den auto
den weg over, waardoor de chauffeur een aan
rijding niet meer kon voorkomen.
In bewusteloozen toestand werd F. opgeno
men en naar de Maria-stichting te Haarlem
overgebracht. Daar bleek dat hij een zware
hersenschudding had bekomen.
DOOR DE TRAM GEGREPEN.
Baron van Rijckevorsel van Kessenich gewond.
Toen gisterenavond omstreeks zeven uur op
den grooten weg van 's-Hertogenbosch naar
AVaalwijk baron van Rijckevorsel van Kesse
nich liep te wandelen, werd hij door de tram
gegrepen en ongeveer 35 passen meegesleept.
Met een zware hoofdwonde werd het slachtof
fer opgenomen en per autobrancard naar het
groote ziekenhuis vervoerd. Zijn toestand is
niet levensgevaarlijk.
De maréohaussée heeft de zaak in onderzoek.
Gebleken is, dat de bestuurder, toen hij het
ongeval zag aankomen, met alle macht heeft
geremd.
DAGBLAD „HET VOLK". J
i
Een benoeming'
Naar het „Ilbld." verneemt, heeft het hoofd
bestuur der S.D.A.P. met ingang van 1 Januari
benoemd tot algemeen directeur-technisch-
hoofdredacteur van het dagblad „Het Volk",
den heer IJ. G. v. d. Veen, thans hoofd-redac.
teur-directeur van het dagblad „Voorwaarts" te
Rotterdam.
MR. DR. H. J. A. M. LUBBERS
Na een langdurige ongesteldheid is gister te
Nijmege<n ln den ouderdom van 56 jaren over
leden, mr. dr. II. J. A. M- Lübbers, kanton
rechter aldaar en curator der R. K. Univer-
siteit. S