i at mm wi mm. lÉil Ml iflfm m m. m B.„, -lil 18 1Ü wê lêi m m ittf" i Mxmm MAANDAG 24 OCTOBER 1927 DERDE BLAD PAGINA 4 UIT ROTTERDAM DE OEGANDA-WEEK CENTRAAL RAPPORT OVER DE BEGROOTING huldiging monseigneur ALGEMEENE BESCHOUWINGEN INLOSSING VAN BELOFTEN? Algemeen beheer Openbare veiligheid Volksgezondheid Volkshuisvesting Plaatselijke werken. SCHAAKRUBRIEK, ili ié WÊ i Wmïï\ iH imm. WA i? èSl fpl w WM 4 HH 1 J. MINDEROP. Vrijdagavond is de öeganda-week, die ge houden is in het St. Joseph-Gezellencomplex, Aan het Stationsplein, besloten met een hul- JUgingsavond, aangeboden aan den Hoogeerw. heer monseigneur J. Alinderop, vicaris-gene- yaal in Oeganda. Nadat monseigneur Alinderop op het podium had plaats genomen, heette de weleerw. heer A. Schiphorst de aanwezigen van harte wel kom. Wij gaan van avond, aldus spreker eer brengen aan een sacerdos magnus, een groot priester. Groot is hij om zijn uitverkiezing en waardigheid. Alonseigneur Minderop is de rechterhand van zijn bisschop. Groot is hij als pionier voor de missie een werk Niat hij vol komen heeft begrepen. Hij is 25 jaar geleden heen gegaan, om den armen neger te helpen. Hij is en blijft de groote werker voor Oeganda. Als mij iets getroffen heeft, in onze voorbe reiding van deze Oegandaweek, dan is het wel dit, dat hij altijd bereid was om alles zelf te doen. Nadat door mejuffrouw Dini Erkens een pianosolo was gegeven en mejuffrouw Ans van Weerelt onder klavierbegeleiding van den heer H. Kraayvanger eenige zangnummers had gezongen, werd een rede uitgesproken door den weleerw. pater H. de Greeve S. J. REDE PATER DE GREEVE S.J. Ik ben uitgenoodigd aldus spreker, om een laatste woord te spreken. Zoo'n laatste woord kan niet andersz ijn dan een uiteindelijke gedachte van alles, wat wij deze week hebben gelezen, gezien en gehoord. Ik mag de stormklok luiden en rammelen met hetm issie-busje, ik ben vanavond de loud speaker om u allen toe te roepen het machtige zendingswoord van Jesns Christus: „Gaat en onderwijst alle volkeren". Wanneer ik blader in verschillende missie tijdschriften, dan wordt daarin altijd gegooid met millioenen. En wanneer ik dan bedenk dat er op onze wereld 1700 millioen menschen wonen, waarvan 1012 millioen de openbaring niet kennen, dan schaam ik mij, want die 1012 millioen heidenen kennen niet hetgeen wij kennen, weten niet wat ons groot en gelukkig heeft gemaakt. Het zou ondoenlijk zijn om stuk voor stuk op te sommen de genadegaven, die wij hebben ontvangen vanaf het oogenblik, dat wij liet eerste kruisteeken hebben leeren maken. Ik mag een Te Deum aanheffen en een Alleluja zingen voor onze Roomsehe rijkdommen, die ons geven de volle waarheid, die onze jeugd hebben verblijd, die voor ons een oplossing zij". yan het groote wereldprobleem. Roomsehe rijkdommen, die ons geeft een hemel vol zielen, die ons geeft een Eucharis tisch Aforgenmaal, ontsproten aan onze Ta bernakelen. Alaar ik schaam mij, wanneer ik bedenk, dat er 1012 millioen heidenen zijn, die liggen te hongeren aan onze tafel, m. a. w. de kerk is nog niet voldoende uitgebouwd. Die kerk uit te bouwen, den missionaris te steunen, dat is ons een plicht. Vele hedendaagsche menschen stellen de missie gelijk met een of ander liefdadig doel, maar dat is de missie niet; de missie eischt onze geheele persoon. De plicht om den missionaris te helpen Steunt niet op de allereerste plaats op het be vel van Jesus Christus: „Gaat en onderwijst alle volkeren", steunt niet op de allereerse plaats op het gebod van de naastenliefde, wane die kunnen wij overal beoefenen, oolc in onze onmiddellijk omgeving, maar op den plicht, die ieder katholiek bij zijn H. Doopsel op zien heeft genomen om de kerk Gods over al uit te bouwen, waar dit mogelijk is. Doen wij mee aan het groote uitbreidingswerk van het Godsrijlj hier op aarde, dan eerst zijn wij „viri perfecti", zooal3 de II. Paulus dit noemt. Deze uiteenzetting, geachte vergadering, was noodig om u te wijzen op uw plicht, dat gij de missie moet steunen. Wij hebben niet te klagen over gebrek aan belangstelling, maar die belangstelling moet blijvend zijn. Wanneer de missionaris weer is vertrokken en terug denkt aan al die mooie avonden en de neger dan bij hem komt om te „vragen" dan moet hij hebben om te „geven". De missie moet onze Oost-Indische-Campagnie zijn. Wij moeten de missie beschouwen als onze eigen zaak. De missionaris moet onze inede-vennoot zijn, neen nog dieper, on3 kind, onze broer, een zoon van ons eigen huishou den. Dan eerst hebben de missionarissen die belangstelling, wanneer zij als zonen worden beschouwd van het ééne groote wereldgezin. Ieder gezin moest feitelijk met toestemming van de* overheid een missionaris adopteeren, als zijn eigen broer. Nu is missionaris voor ve len nog een curiosum, een man met een baard, iemand die gaarne wordt ontvangen, maar die men weer gerust zonder moeite kan laten ver trekken. Wij moeten een contract met hem sluiten, want dan kan hij op belangstelling blijven rekenen. Wij blijven hier en kunnen genieten van al die trouwe oude dingen. Wanneer 'n Europeaan weg gaat dan is het voor zaken en dan weet hij, als alles goed gaat, dat hij weer terugkomt, maar gaat een missionaris heen, dan neemt hij afscheid van zijn lieve moeder en zijn zorgza- men vader, dan neemt hij afscheid van zij n studeerkamer, waar de wetenschap één met hem werd, dan neemt hij afscheid, van het kruisbeeld, waarvoor hij zoo gaarne bad; bij sterft, hij gaat dood, dat is de missionaris. Het verleden wordt bij hem tot zwijgen ge bracht. De missionaris, gaat weg uit de bescha ving, waarin hij is opgevoed en komt in de .wildernis, waar hij zooveel Europeesche ge makken moet missen. Daar vindt hij geen te legram op zijn bureau, om een onverwacht bezoek aan te kondigen. Daar kan hij niet in een treintje stappen, om zijn oude moeder eens te bezoeken. Wij blijven, maar hij gaat heen' Ik zou door kunnen gaan met het opstapelen van contras ten tusschen den missionaris en ons. Laat dit echter onze conclusie zijn: „de missionaris gaat wel heen maar met ons geld", katholiek Rotterdam heeft dan zijn plicht gedaan. a deze rede werd gepauseerd, van welke .elegenheid een druk gebruik is gemaakt om Verschenen is het centraai-rapport over de begrooting der inkomsten en uitgaven van de gemeente Rotterdam voor den dienst 1928. De commissie van rapporteurs bestond uit de raadsleden A. Bos, S. Groeneweg, H. S. van den Brule, J. ter Laan en mr. L. A. Donker. Samenstelling College B. en W. Biedt de samenstelling van dit College een redelijke kans op inlossing der bij de verkie zingen door de linksche partijen gedane be loften? Deze hielden in; behoud der tegenwoordige loonen en salarissen, verlaging der bedrijfs- tarieven, met daarnaast uitvoering van groote werken, als grenswijziging, stadsverbetering, havenuitbreiding, oplossing der verkeersvraag- stpkken, werkloosheidsvraagstuk, aanleg van nieuwe of verbetering van oude wegen in de buitenwijken van onze stad, verbetering van volkshuisvesting, meerdere zorg voor de in richtingen ten bate van de volksgezondheid, enz. Gewezen werd er op, dat de Vrijheidsbond in den verkiezingstijd is opgetreden op een wijze, die met gezonde politieke opvattingen in strijd is te achten. Grenswijziging. Vele leden spraken hun groote voldoening uit over het feit, dat het Dagelijksch Bestuur, bijna onmiddellijk na zijn optreden, zijn volle aandacht aan het vraagstuk gaf om door sa menvoeging van een aantal gemeenten of dee- leu van gemeenten bij Rotterdam tot een groo- tere gemeentelijke eenheid te komen. Zij waren van oordeel, dat een snelle afwikkeling van de met deze zaak samenhangende vraagstuk ken gebiedend noodzakelijk moet worden ge acht en zij zouden het toejuichen wanneer niet alleen B. en W„ maar ook de Raad en de on derscheidene colleges en autoriteiten, die tot oordeelen zullen worden geroepen, de grootst mogelijke voortvarendheid zouden willen be trachten. Verschillende leden gaven te kennen, dat zij op prijs zouden stellen, dat een zoo belangrijk vraagstuk in de afdeelingen zou kunnen wor den onderzocht, teneinde een deugdelijke voor bereiding'te verkrijgen. Financieele toestand der Gemeente. Vele leden spraken met waardeering over de in de achter ons liggende periode gevoerde financieele politiek, welke tot hun leedwezen door de meerderheid van den Raad terzijde is gesteld. Deze begrooting bewijst de juistheid en noodzakelijkheid van de toen gevoerde poli tiek. Zij achtten de financieele positie nog steeds zorglijk, en de grootst mogelijke zuinig heid gebiedenden eisch. Voor optimistische be schouwingen is er h.i. geen plaats, tenzij men die zou gronden op de verlaging van den post inkomstenbelasting, welke verlaging echter onbeduidend moet worden genoemd. Alen was van oordeel, dat er geen lijn te be kennen viel in deze eerste begrooting van een sociaal-democratischen wethouder van finan ciën. In verband met de groote winsten der be drijven, die de normen van bet behoorlijke ver te boven gaan, wenschten enkele leden aan het College van B. en "W. de vraag te stellen, wat naar het oordeel van het College een redelijk winstpercentage voor de bedrijven is. Van andere zijde werd betoogd, dat de finan cieele toestand der Gemeente lang niet zoo donker is als hij door enkele andere leden werd geschetst. Een verheugend verschijnsel is ook, dat de middelen ruimer beginnen te vloeien. "Wat de vraag betreft of de overschotten op de bedrij ven gerechtvaardigd zijn, werd er door ge noemde leden op aangedrongen, dat er spoedig prae-advies zal komen op de moties Liihrs, Mol en Verheul, die verlaging der tarieven wenschten. Echter zou men niet te zeer moeten staren naar de financieele uitkomsten van elk bedrijf afzonderlijk, wat in de band gewerkt wordt, doordat de gemeentetaak voor een groot deel in den vorm van bedrijven tot verwezen lijking komt. Vele leden wezen er eveneens op, dat han del en scheepvaart gestadig toenemen en dat in overeenstemming daarmede de inkomens- en vermogenspositie der burgerij weer gestadig vooruitgaat. De begrooting van Rotterdam (gewone dienst) sloot in inkomsten en uitgaven over het jaar 1926 met een bedrag van 78.620.395.S9, over het jaar 1927 met een bedrag van 82.212.407.36%, terwijl de nu voor 1928 inge diende begrooting voor den gewonen dienst een eindcijfer aanwijst van 85.173.940.65. Van 1926 op 1928 geeft dit een toeneming van niet minder dan 6.553.544.76. Naast deze stijging van de inkomens moet in aanmerking worden genomen, dat een aantal door het Rijk getrof fen maatregelen een zoodanigeu invloed had den op de uitgaven der Gemeente, dat deze (vol gens een berekening van het College van B. en W.) met een bedrag van rond* drie millioen per jaar zijn gestegen. Haven-esploitatie. Aanleg van nieuwe havens. Vele leden vestigden opnieuw de aandacht op het feit, dat in de komende jaren, door de steeds ver der gaande ontwikkeling van liet wereld-ver- keer, een groote oppervlakte grond tot haven zal moeten worden vergraven. Naar het oordeel dezer leden is liet noodig in groot verband na te gaan, waar de toekomstige havens moeten worden gebouwd en waar de specie moet wor den geborgen. Bovendien moet liet oog gevestigd blijven op de vestiging van groot- en kleinindustrie. De noodzakelijkheid van een en ander springt wel zeer in het oog, indien men in aanmerking de hoog uoodige financiën bijeen te verzamelen. Na de pauze hebben de dames Ans van ,Wee- relt en Dini Erkens bloemen mogen ontvangen als bewijs van waardaering, terwijl mon seigneur Miuderop een hartelijk en wel gemeend dankwoord heeft uitgesproken, voor de sympathie, die hij deze dagen zoo van alle zijden heeft mogen ontvangen. neemt, dat in de komende 40 jaren waarschijn lijk niet minder oppervlakte benoodigd zal zijn dan in de nu achter ons liggende 40 jaren in gebruik is genomen. Verlaging haven- en kadegelden. Kunnen in de naaste toekomst voorstellen tot verlaging van haven- en kadegelden tegemoet worden ge zien. Achten B. en W. dit niet noodzakelijk met het oog op de concurrentie? Gemeentelijk havenbedrijf. Gevraagd werd door verschillende leden in welk stadium de plannen ten aanzien van het instellen van een gemeentelijk havenbedrijf verkeeren. Agemeene Personeelszaken. Eenige leden vroegen inlichtingen omtrent onderstaande onderwerpen. Opgave aantallen ambtenaren en werklieden en de wijze van organisatie. Zijn B. en W. bereid aan den Raad over te leggen een over zicht van de aantallen ambtenaren en werk lieden, gesplitst naar de onderscheidene dien sten en bedrijven, van de personeels- of vak- vereenigingen of daarmede gelijkgestelde ver- eenigingen, waarbij de ambtenaren en werklie den en ook het politiepersoneel is aangesloten, en van de aantallen ambtenaren, werklieden en politieambtenaren, die bij de onderscheidene vereenigingen zijn aangesloten? Overlegging van een dergelijke opgaaf zal zeer op prijs wor den gesteld. Opmerkingen over en stand van verschillen de vraagstukken. Vrij algemeen was de klacht over trage afdoening van zaken. Gewezen werd op het talmen met het Trambedrijf, terwijl daarmede in de begrooting' toch gerekend be hoorde te worden. Kunnen spoedig voorstellen tot behandeling der spoorwegplannen in en om Rotterdam tege moet gezien worden? Regeling weduwe- en weezenpensioen voor de Wethouders. Vele leden stelden de vraag of Burgemeester en Wethouders voornemens zijn voorstellen aanhangig te maken tot voorzie ning in weduwe- en weezenpensioen voor de leden van liet College. Herziening regeling presentiegeld voor de Raadsleden. Door vele leden werd het wensche- lijk geacht, dat de regeling van het presentie geld voor leden van den Raad herzien wordt en meer in overeenstemming gebracht wordt met elders bestaande regelingen dienaangaan de. De huidige vergoeding werd te laag geacht. Dansen bij officieele recepties. Sommige leden uitten hun bezwaren tegen het verbinden van danspartijen aan officieele recepties. Zijn van het College maatregelen te wachten waardoor zulks in de toekomst, voorkomen wordt? Vervolging nalatige kiezers. Een der leden vroeg, of de Burgemeester bereid is, mede te deelen, of door hem alle vrouwen, die niet kwa men stemmen, zonder z.i. voldoende opgave van geldige redenen, zijn opgegeven aan den Ambtenaar van het Openbaar Ministerie? Oprichting Bureau voor den Burgerlijken Stand aan den Linker Maasoever. Zijn B. eu W. bereid oprichting van een bureau voor den Burgerlijken Stand aan den Linker Maasoever te bevorderen? Opnieuw werd aangedrongen op instelling- van een Commissie van advies uit den Ge meenteraad voor de politieaangelegenheden. Kan de Burgemeester bij wijziging van het georganiseerd overleg, zoowel als bij dit over leg zelve, geen invloed toekennen aan den Wethouder voor de Personeelszaken, zoomede aan de Commissie voor de algemeene perso neelszaken? Met bezorgdheid zien verschillende leden het steeds toenemen van het aantal cafê's met dansvergunningen en liet geven van vergunning tot het houden van optochten met muziek op den Zondag, zoowel in Rotterdam als aan Hoek van Holland. Aangedrongen werd op het in het leven roe pen van een bepaling, waarbij het zingen in cafê's met geopende deuren verboden wordt. Verder werd gevraagd, wanneer het praead- vies op de motie-de Visser inzake de verlteers- brigade tegemoet gezien kan worden. Is de nieuwe dienstregeling bij de politie ingevoerd? Zoo ja, beantwoordt zij aan de ge stelde verwachting? Is de Burgemeester be reid op te gevén aard en redenen van de bij de politie opgelegde straffen? Acht de Burgemees ter surveillance onder controle (of wei aan hot lijntje loopen) niet nadeelig voor behoorlijke bewaking? Is de Burgemeester voornemens de zomerkleeding voor de politie in te voeren? Worden de platte petten steeds meer algemeen, en zal dit verdwijning van den helm tengevolge hebben? Hoe staat het met de promotie voor het lager personeel? Is de Burgemeester bereid inlichting te ver strekken omtrent de wijze, waarop de controle op bioscoopvoorstellingen, danshuizen, enz. wordt uitgeoefend? „Kalken" en „plakken" bij de jongste Stateu- en Raadsverkiezing. Door een der leden werd gewezen op liet feit, dat er ernstige klachten zijn geuit over vandalisme bij het zoogenaamde plakken en kalken ter gelegenheid van de jon- ste Staten- en Raadsverkiezingen. Daartegen dient veel krasser te worden opgetreden. Met klem wordt er boven alles op aangedron gen, dat het politiepersoneel ter zake bij her haling nadrukkelijk wordt geïnstrueerd om het mogelijke te doen om dit euvel tegen te gaan. Onder de burgerij leeft de overtuiging, dat in alle gevallen deze overtredingen min of meer opzettelijk niet worden gezien en bij het tegen gaan daarvan met twee maten wordt gemeten Commissie van advies' in zake oplegging straffen politiepersoneel. Kan de burgemeester roededeelen, of het in zijn voornemen ligt eer lang een commissie van advies te benoemen, die hem zal hebben te dienen van voorlichting- bij het opleggen van straften? Extra-dansvergunning «I» Christelijke feestdagen. Zeer betreurd werd het gdven van extra-dansvergunning op de liooge Chris telijke feestdagen, zooals lsten Kerstdag, Pa- schen en Pinksteren. Deze geeft ergernis aan het Christelijk denkend deel der bevolking. Gevraagd werd op deze vergunning, die tot nader intrekking is verleérid, te willen terug komen. Kosten brandweer. Het wekt naar liet oor deel van een der leden verbazing, dat voor 1928 voor loonen van het personeel voor stoorn- en motorbrandspuiten en der afdeeling brand- bluschmiddelen 43.900 en voor kosten van bediening van lit auto-materiaal 37.650, alzoo in totaal 81.550 is uitgetrokken. Daar ligt een vermeerdering van 13.165. Hoe is deze vermeerdering te motiveeren? Bovendien is voor het onderhoud van liet auto materiaal uitgetrokken - 48.555. Hiervan werd een verklaring gevraagd, speciaal in ver band met volgn. 1492, waaruit blijkt, dat dit materieel splinternieuw is of nog aangeschaft moet worden. Betere verlichting. Is er iets te doen dooi de gemeente Rotterdam om een betere verlich ting te krijgen van den weg naar Oversckie, ook voor dat doel, dat buiten de gemeentegren zen van Rotterdam ligt, aangezien daar vele on gelukken gsbeuren? Is door samenwerking met de gemoentë Oversehie in dezen iets te berei ken? in "vi".: Er werd aaugedrongen op vermeerdering van het aantal zwem- en badinrichting Ia. Het Noorden is bijzonder schaarsch bedeeld. Hoe denken B. en W. over het tot stand brengen te Rotterdam van zoogenaamde Strandbaden, waar gelegenheid is voor de be volking om in water, frissche lucht en zon nieuwe levensenergie op te doen?' Zij wijzen er op, dat deze strandbaden de laatste jaren in zeer veel groote burtenlandsclie steden zijn tot stand gebracht, met name langs den Rijn en den Donau, bij de meren in de omgeving' van Berlijn en langs de Zwitsersehe meren. Gaarne zou men vernemen of bij B. en W. maatregelen in voorbereiding zijn om het voor de klein-behuisde gezinnen mogtilijk te maken, de wasch buitenshuis te doen behandelen. De rapporten over deze materie in 1918 en 1921 uitgebracht, kunnen verouderd geacht worden voor zoover het de cijfers betreft. In verband met het veelvuldig voorkomen van roodvonkgevallen te dezer stede, werd ge vraagd, welke resultaten de in liet vorige jaar genomen proeven met inenting- tegen die ziekte hebben opgeleverd. Ligt 't in de bedoeling om met deze proeven voort te doen gaan? Misstanden strandexploitatie Hoek v. Holland. Gevraagd werd of B. en W, kennis genomen hebben van de in „De Maasbode" van 25, 26 en 27 Augustus 1927 verschenen artikelen, als mede van de ingezonden stukken in bet „Rot- terdamseh Nieuwsbla'd" betreffende Hoek van Holland. Kunnen B. en W. mededeelen of zij hierin aanleiding gevonden hebben, om een eind te maken aan de bekend geworden misstanden? Gaarne zou men opgaaf ontvangen van het aantal dansvergunningen te Hoek van Holland en tot welk uur deze worden verstrekt. Zoo het niet wenschelijk is één geheel dans- verbod uit te vaardigen, kan de vergunning dan niet beperkt worden tot des avonds 10 uur? Gaarne wenschte men te vernemen, of de vroegere plannen omtrent den aanleg van een strandboulevard en bet bouwen van een win kelgalerij nog bestaan en of het College van B. en W. in verband hiermede met voorstellen zal komen. Meerdere leden vroegen inlichtingen omtrent den stand van het woningvraagstuk aan Lin ker- en Rechter Maasoever. Kan er in het alge meen nog van een tekort aan woning® ge sproken worden? Indien door geleidelijke af braak der goedkoope woningen in de oude stad een tekort aan goedkoope woningen dreigt te ontstaan, hoe denkt het College hierin te voorzien? Hoe staat het met het leegstaan der gemeente- woningen? Welke woningen staan leeg? Kunnen B. en W. iets vermelden omtrent de vermoede lijke oorzaken hiervan? Is er verbetering waar te nemen? Woixlt het leegstaan minder of neemt het toe? Willen B. en W. een separate opgave verstrekken der leegstaande woningen, gesplitst naar bouwblokken, ligging en huur- klasse? "Willen zij apart opgeven de leegstaande woningen, welke zijn verkregen door nood gedwongen aankoop van eigenbouwers, die hun ne verplichtingen tegenover de Gemeente niet nakwamen? Hoe functionneert de Woningbeurs? Wordt ér druk gebruik vau gemaakt? Werken de huiseigenaren mede? Worden onwilligen aange pakt? Kunnen B. en W. omtrent een en ander mededeelïngen en cijfers geven? Welke zijn de gevolgen van de opheffing* der Huurwetten? Gevraagd werd of er bij Plaatselijke Werken, mede met het oog op de a.s. annexatie, een algemeen uitbreidingsplan van de stad bestaat of althans" in bewerking is. Zoo ja, is dit plan zoo opgezet, dat de omliggende gemeenten zich daarbij kunnen aansluiten? Is het gerucht waar, dat onze gemeente ambtenaren uitbreidingsplannen maken voor aangrenzende gemeenten? In den eerstkomenden tijd zal de Rechter oever door den aanleg van het „Land van Hoboken" en het Kralingsohe bosch, plantsoen en waterpartijen er zeer op voortuitgaan. De Linkeroever daarentegen is, niettegenstaande er in een tijdsverloop vam circa tien jaar een stadsdeel ter grootte van een provinciale hoofd stad is bijgebouwd, vrijwel geheel van plant soen verstoken. Verbetering zou kunnen in treden. wanneer met spoed maatregelen wer den getroffen om van dien Smeetlandscliedijk en aanliggende landerijen de ontworpen oprij laan naar bet Zuider-Zieken'huis, een deel van de gronden voor de nieuwe begraafplaats een aaneensluitend geheel te maken. Door verschillende leden werd bet Viseli- marktvraagstuk ter sprake gebracht. Volgens een mededeeling in de pers zou er een voorstel in voorbereiding zijn om de Vischmarkt naar Loods 1 op liet Handelsterrein te verplaatsen. Van meer dan ééne zijde werd er aan herin nerd, dat ten vorigen jare, namens bet College werd medegedeeld, dat de voorbereiding voor een tweede brug reeds sinds lang ter liand was genomen. De hier aan het woord zijnde leden zouden thans gaarne vernemen, waarin deze voorbereiding bestaat. Naar liun oordeel is liet noodig, dat de Raad in de gelegenheid wordt gesteld zich over de noodzakelijkheid, jilaats en richting uit te spreken. Gevraagd werd of B. en W. bereid zijn plan nen voor te bereiden tot verbetering van de Jan Kuitenbrug. Voorts werd er op aaugedrongen, dat liet tramverkeer van den Linker Maasoever zoo spoedig mogelijk weer over het Bètirspléin zal worden geleid. Ten slotte werd gevraagd, of door bepaalde voorzieningen aan de trambeugels een einde kan worden gemaakt aan de vele' radiostorin gen, veroorzaakt "door de tram. Van verschillende zijden werd er pp gewezen, dat de onhoudbare toestand, veroorzaakt door- k - w dat treinen der R. T. M. met groote snelheid door een dicht bevolkt gedeelte der stad rijden, sinds jaren aan de orde is gesteld. Van afdoen de verbetering, doordat de lijnen verlegd wor den naar het tegenwoordige spoorwegemplace ment, is nog niets gebleken. Vooral de toe stand aan den Dordtschestraatweg bewesten den Cliarloisschen Lagedijk en op den Groenen Hilledijk is meer dan ergerlijk en uitermate ge vaarlijk. Gaarne zou men het standpunt willen ken nen, dat de Directie der R. T. M. te dezen in neemt. Gevraagd werd, o£ de geruchten juist zijn, dat de te Rotterdam gevestigde Seruminrick- ting voor verplaatsing in aanmerking komt. (Wordt vervolgd.) Redacteur: P. A KOETSHEID, Singel S2c. Schiedam. Verzoeke alle mededeelingen betreffende deza rubriek aan bovenstaand adres te richten. PROBLEEM No. 3864. W. C. AIULLER, Bussum. Ie plaatsing. Alat in twee zetten. PROBLEEM No. 3S65. JOS. OPDENOORBT en J. AI. MAAS, Venlo le plaasting. Mat in twee zetten. PROBLEEM No. 3886. J. J. EBBEN, Helmond, le plaatsing. Mat in drie zetten. Oplossingen over drie weken. Deze worden bü ons ingewacht tot Dinsdag- 9 November. PARTIJ No. 822. SICILIAANSCHte VERDEDIGING. Uit liet tornooi te Keckskemet 1927. Wit: Zwart: A. Nimzowitsch. k. Gilg. 1 e2—e4 c7—c5 2 Pgl—f3 PbScG 3 Lfl—b5 Een merkwaardige zet, die reeds in 1851 in de party WilliamsMucklow te Londen voorkwam 3 Dd8c7 De voorkeur verdient e7eG. 4 c2—c3 Het eerste resultaat van wit's derden zet. HU kan c2c3 spelen, wat anders voordeelig met d7d5 beantwoord wordt. 4 a7aG 5 Lb5a4 Pg8ff, 6 -Ddle2 e7e5 Hiermede is een soort variant uit de Spaan- sche party ontstaan. 1 0—0 Lf8e7 8 d2d4 cüd4: Te prefereeren was b7b5 benevans d7du Het aannemen van het pion-offer is noodlottig. 9 c3d-l: PcGd4: 10 Pt'3d4: e5—04: 11 p4e5 04—03. Op Pd5 kon e5eO volgen. 12 De2e3 PfG—03 13 De3g3 g7gG 14 La 4b3 Fd5—b4 Ook na DcG 15 LUG, is de stelling van zwart niet benydenswaardig. Y/A3EZ 15 Lb3—f7:t Ke8—08 Kf7:? 1G eGf 1G Lel—hG Pb4c2 17 Pblc3 Pc2—d4 Het erkennen v. d. nederlaag, want wit kon met Lg7, zonder gevaar de kwaliteit winnen. 17.... Pal: faalt evenwel door Pd5, DcG. l'« Le3, dG. 20 Lb6f Kd7, 21 eGt. 18 Dg3d3: Dc7—e5: j 19 Tflel De 5fG 1 20 Tele7:l Opgegeven, l Deutsche SchachzeltonS- J

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1927 | | pagina 12