i at mm
wi
mm.
lÉil Ml
iflfm m
m. m
B.„, -lil 18 1Ü
wê lêi
m m ittf" i
Mxmm
MAANDAG 24 OCTOBER 1927
DERDE BLAD
PAGINA 4
UIT ROTTERDAM
DE OEGANDA-WEEK
CENTRAAL RAPPORT OVER DE BEGROOTING
huldiging monseigneur
ALGEMEENE BESCHOUWINGEN
INLOSSING VAN BELOFTEN?
Algemeen beheer
Openbare veiligheid
Volksgezondheid
Volkshuisvesting
Plaatselijke werken.
SCHAAKRUBRIEK,
ili ié WÊ
i Wmïï\ iH
imm. WA
i? èSl
fpl w WM 4 HH
1
J. MINDEROP.
Vrijdagavond is de öeganda-week, die ge
houden is in het St. Joseph-Gezellencomplex,
Aan het Stationsplein, besloten met een hul-
JUgingsavond, aangeboden aan den Hoogeerw.
heer monseigneur J. Alinderop, vicaris-gene-
yaal in Oeganda.
Nadat monseigneur Alinderop op het podium
had plaats genomen, heette de weleerw. heer
A. Schiphorst de aanwezigen van harte wel
kom. Wij gaan van avond, aldus spreker eer
brengen aan een sacerdos magnus, een groot
priester. Groot is hij om zijn uitverkiezing
en waardigheid. Alonseigneur Minderop is de
rechterhand van zijn bisschop. Groot is hij als
pionier voor de missie een werk Niat hij vol
komen heeft begrepen. Hij is 25 jaar geleden
heen gegaan, om den armen neger te helpen.
Hij is en blijft de groote werker voor Oeganda.
Als mij iets getroffen heeft, in onze voorbe
reiding van deze Oegandaweek, dan is het wel
dit, dat hij altijd bereid was om alles zelf te
doen.
Nadat door mejuffrouw Dini Erkens een
pianosolo was gegeven en mejuffrouw Ans
van Weerelt onder klavierbegeleiding van den
heer H. Kraayvanger eenige zangnummers
had gezongen, werd een rede uitgesproken
door den weleerw. pater H. de Greeve S. J.
REDE PATER DE GREEVE S.J.
Ik ben uitgenoodigd aldus spreker, om een
laatste woord te spreken. Zoo'n laatste woord
kan niet andersz ijn dan een uiteindelijke
gedachte van alles, wat wij deze week hebben
gelezen, gezien en gehoord.
Ik mag de stormklok luiden en rammelen
met hetm issie-busje, ik ben vanavond de loud
speaker om u allen toe te roepen het machtige
zendingswoord van Jesns Christus: „Gaat en
onderwijst alle volkeren".
Wanneer ik blader in verschillende missie
tijdschriften, dan wordt daarin altijd gegooid
met millioenen. En wanneer ik dan bedenk
dat er op onze wereld 1700 millioen menschen
wonen, waarvan 1012 millioen de openbaring
niet kennen, dan schaam ik mij, want die 1012
millioen heidenen kennen niet hetgeen wij
kennen, weten niet wat ons groot en gelukkig
heeft gemaakt.
Het zou ondoenlijk zijn om stuk voor stuk
op te sommen de genadegaven, die wij hebben
ontvangen vanaf het oogenblik, dat wij liet
eerste kruisteeken hebben leeren maken. Ik
mag een Te Deum aanheffen en een Alleluja
zingen voor onze Roomsehe rijkdommen, die
ons geven de volle waarheid, die onze jeugd
hebben verblijd, die voor ons een oplossing zij".
yan het groote wereldprobleem.
Roomsehe rijkdommen, die ons geeft een
hemel vol zielen, die ons geeft een Eucharis
tisch Aforgenmaal, ontsproten aan onze Ta
bernakelen. Alaar ik schaam mij, wanneer ik
bedenk, dat er 1012 millioen heidenen zijn, die
liggen te hongeren aan onze tafel, m. a. w. de
kerk is nog niet voldoende uitgebouwd. Die
kerk uit te bouwen, den missionaris te steunen,
dat is ons een plicht. Vele hedendaagsche
menschen stellen de missie gelijk met een of
ander liefdadig doel, maar dat is de missie
niet; de missie eischt onze geheele persoon.
De plicht om den missionaris te helpen
Steunt niet op de allereerste plaats op het be
vel van Jesus Christus: „Gaat en onderwijst
alle volkeren", steunt niet op de allereerse
plaats op het gebod van de naastenliefde, wane
die kunnen wij overal beoefenen, oolc in onze
onmiddellijk omgeving, maar op den plicht, die
ieder katholiek bij zijn H. Doopsel op zien
heeft genomen om de kerk Gods over al uit
te bouwen, waar dit mogelijk is. Doen wij
mee aan het groote uitbreidingswerk van het
Godsrijlj hier op aarde, dan eerst zijn wij „viri
perfecti", zooal3 de II. Paulus dit noemt.
Deze uiteenzetting, geachte vergadering, was
noodig om u te wijzen op uw plicht, dat gij de
missie moet steunen.
Wij hebben niet te klagen over gebrek aan
belangstelling, maar die belangstelling moet
blijvend zijn. Wanneer de missionaris weer is
vertrokken en terug denkt aan al die mooie
avonden en de neger dan bij hem komt om te
„vragen" dan moet hij hebben om te „geven".
De missie moet onze Oost-Indische-Campagnie
zijn. Wij moeten de missie beschouwen als
onze eigen zaak. De missionaris moet onze
inede-vennoot zijn, neen nog dieper, on3 kind,
onze broer, een zoon van ons eigen huishou
den. Dan eerst hebben de missionarissen die
belangstelling, wanneer zij als zonen worden
beschouwd van het ééne groote wereldgezin.
Ieder gezin moest feitelijk met toestemming
van de* overheid een missionaris adopteeren,
als zijn eigen broer. Nu is missionaris voor ve
len nog een curiosum, een man met een baard,
iemand die gaarne wordt ontvangen, maar die
men weer gerust zonder moeite kan laten ver
trekken. Wij moeten een contract met hem
sluiten, want dan kan hij op belangstelling
blijven rekenen.
Wij blijven hier en kunnen genieten van al
die trouwe oude dingen. Wanneer 'n Europeaan
weg gaat dan is het voor zaken en dan weet
hij, als alles goed gaat, dat hij weer terugkomt,
maar gaat een missionaris heen, dan neemt hij
afscheid van zijn lieve moeder en zijn zorgza-
men vader, dan neemt hij afscheid van zij n
studeerkamer, waar de wetenschap één met
hem werd, dan neemt hij afscheid, van het
kruisbeeld, waarvoor hij zoo gaarne bad; bij
sterft, hij gaat dood, dat is de missionaris.
Het verleden wordt bij hem tot zwijgen ge
bracht. De missionaris, gaat weg uit de bescha
ving, waarin hij is opgevoed en komt in de
.wildernis, waar hij zooveel Europeesche ge
makken moet missen. Daar vindt hij geen te
legram op zijn bureau, om een onverwacht
bezoek aan te kondigen. Daar kan hij niet in
een treintje stappen, om zijn oude moeder
eens te bezoeken.
Wij blijven, maar hij gaat heen' Ik zou door
kunnen gaan met het opstapelen van contras
ten tusschen den missionaris en ons. Laat dit
echter onze conclusie zijn: „de missionaris
gaat wel heen maar met ons geld", katholiek
Rotterdam heeft dan zijn plicht gedaan.
a deze rede werd gepauseerd, van welke
.elegenheid een druk gebruik is gemaakt om
Verschenen is het centraai-rapport over de
begrooting der inkomsten en uitgaven van de
gemeente Rotterdam voor den dienst 1928. De
commissie van rapporteurs bestond uit de
raadsleden A. Bos, S. Groeneweg, H. S. van den
Brule, J. ter Laan en mr. L. A. Donker.
Samenstelling College B. en W.
Biedt de samenstelling van dit College een
redelijke kans op inlossing der bij de verkie
zingen door de linksche partijen gedane be
loften?
Deze hielden in; behoud der tegenwoordige
loonen en salarissen, verlaging der bedrijfs-
tarieven, met daarnaast uitvoering van groote
werken, als grenswijziging, stadsverbetering,
havenuitbreiding, oplossing der verkeersvraag-
stpkken, werkloosheidsvraagstuk, aanleg van
nieuwe of verbetering van oude wegen in de
buitenwijken van onze stad, verbetering van
volkshuisvesting, meerdere zorg voor de in
richtingen ten bate van de volksgezondheid,
enz.
Gewezen werd er op, dat de Vrijheidsbond in
den verkiezingstijd is opgetreden op een wijze,
die met gezonde politieke opvattingen in strijd
is te achten.
Grenswijziging.
Vele leden spraken hun groote voldoening
uit over het feit, dat het Dagelijksch Bestuur,
bijna onmiddellijk na zijn optreden, zijn volle
aandacht aan het vraagstuk gaf om door sa
menvoeging van een aantal gemeenten of dee-
leu van gemeenten bij Rotterdam tot een groo-
tere gemeentelijke eenheid te komen. Zij waren
van oordeel, dat een snelle afwikkeling van
de met deze zaak samenhangende vraagstuk
ken gebiedend noodzakelijk moet worden ge
acht en zij zouden het toejuichen wanneer niet
alleen B. en W„ maar ook de Raad en de on
derscheidene colleges en autoriteiten, die tot
oordeelen zullen worden geroepen, de grootst
mogelijke voortvarendheid zouden willen be
trachten.
Verschillende leden gaven te kennen, dat zij
op prijs zouden stellen, dat een zoo belangrijk
vraagstuk in de afdeelingen zou kunnen wor
den onderzocht, teneinde een deugdelijke voor
bereiding'te verkrijgen.
Financieele toestand der Gemeente.
Vele leden spraken met waardeering over de
in de achter ons liggende periode gevoerde
financieele politiek, welke tot hun leedwezen
door de meerderheid van den Raad terzijde is
gesteld. Deze begrooting bewijst de juistheid
en noodzakelijkheid van de toen gevoerde poli
tiek. Zij achtten de financieele positie nog
steeds zorglijk, en de grootst mogelijke zuinig
heid gebiedenden eisch. Voor optimistische be
schouwingen is er h.i. geen plaats, tenzij men
die zou gronden op de verlaging van den post
inkomstenbelasting, welke verlaging echter
onbeduidend moet worden genoemd.
Alen was van oordeel, dat er geen lijn te be
kennen viel in deze eerste begrooting van een
sociaal-democratischen wethouder van finan
ciën.
In verband met de groote winsten der be
drijven, die de normen van bet behoorlijke ver
te boven gaan, wenschten enkele leden aan het
College van B. en "W. de vraag te stellen, wat
naar het oordeel van het College een redelijk
winstpercentage voor de bedrijven is.
Van andere zijde werd betoogd, dat de finan
cieele toestand der Gemeente lang niet zoo
donker is als hij door enkele andere leden
werd geschetst.
Een verheugend verschijnsel is ook, dat de
middelen ruimer beginnen te vloeien. "Wat de
vraag betreft of de overschotten op de bedrij
ven gerechtvaardigd zijn, werd er door ge
noemde leden op aangedrongen, dat er spoedig
prae-advies zal komen op de moties Liihrs,
Mol en Verheul, die verlaging der tarieven
wenschten. Echter zou men niet te zeer moeten
staren naar de financieele uitkomsten van elk
bedrijf afzonderlijk, wat in de band gewerkt
wordt, doordat de gemeentetaak voor een groot
deel in den vorm van bedrijven tot verwezen
lijking komt.
Vele leden wezen er eveneens op, dat han
del en scheepvaart gestadig toenemen en dat
in overeenstemming daarmede de inkomens- en
vermogenspositie der burgerij weer gestadig
vooruitgaat.
De begrooting van Rotterdam (gewone
dienst) sloot in inkomsten en uitgaven over het
jaar 1926 met een bedrag van 78.620.395.S9,
over het jaar 1927 met een bedrag van
82.212.407.36%, terwijl de nu voor 1928 inge
diende begrooting voor den gewonen dienst
een eindcijfer aanwijst van 85.173.940.65. Van
1926 op 1928 geeft dit een toeneming van niet
minder dan 6.553.544.76. Naast deze stijging
van de inkomens moet in aanmerking worden
genomen, dat een aantal door het Rijk getrof
fen maatregelen een zoodanigeu invloed had
den op de uitgaven der Gemeente, dat deze (vol
gens een berekening van het College van B. en
W.) met een bedrag van rond* drie millioen per
jaar zijn gestegen.
Haven-esploitatie.
Aanleg van nieuwe havens. Vele leden
vestigden opnieuw de aandacht op het feit,
dat in de komende jaren, door de steeds ver
der gaande ontwikkeling van liet wereld-ver-
keer, een groote oppervlakte grond tot haven
zal moeten worden vergraven. Naar het oordeel
dezer leden is liet noodig in groot verband na
te gaan, waar de toekomstige havens moeten
worden gebouwd en waar de specie moet wor
den geborgen.
Bovendien moet liet oog gevestigd blijven op
de vestiging van groot- en kleinindustrie. De
noodzakelijkheid van een en ander springt
wel zeer in het oog, indien men in aanmerking
de hoog uoodige financiën bijeen te verzamelen.
Na de pauze hebben de dames Ans van ,Wee-
relt en Dini Erkens bloemen mogen ontvangen
als bewijs van waardaering, terwijl mon
seigneur Miuderop een hartelijk en wel
gemeend dankwoord heeft uitgesproken,
voor de sympathie, die hij deze dagen zoo
van alle zijden heeft mogen ontvangen.
neemt, dat in de komende 40 jaren waarschijn
lijk niet minder oppervlakte benoodigd zal
zijn dan in de nu achter ons liggende 40 jaren
in gebruik is genomen.
Verlaging haven- en kadegelden. Kunnen
in de naaste toekomst voorstellen tot verlaging
van haven- en kadegelden tegemoet worden ge
zien. Achten B. en W. dit niet noodzakelijk met
het oog op de concurrentie?
Gemeentelijk havenbedrijf. Gevraagd werd
door verschillende leden in welk stadium de
plannen ten aanzien van het instellen van een
gemeentelijk havenbedrijf verkeeren.
Agemeene Personeelszaken.
Eenige leden vroegen inlichtingen omtrent
onderstaande onderwerpen.
Opgave aantallen ambtenaren en werklieden
en de wijze van organisatie. Zijn B. en W.
bereid aan den Raad over te leggen een over
zicht van de aantallen ambtenaren en werk
lieden, gesplitst naar de onderscheidene dien
sten en bedrijven, van de personeels- of vak-
vereenigingen of daarmede gelijkgestelde ver-
eenigingen, waarbij de ambtenaren en werklie
den en ook het politiepersoneel is aangesloten,
en van de aantallen ambtenaren, werklieden
en politieambtenaren, die bij de onderscheidene
vereenigingen zijn aangesloten? Overlegging
van een dergelijke opgaaf zal zeer op prijs wor
den gesteld.
Opmerkingen over en stand van verschillen
de vraagstukken. Vrij algemeen was de klacht
over trage afdoening van zaken. Gewezen werd
op het talmen met het Trambedrijf, terwijl
daarmede in de begrooting' toch gerekend be
hoorde te worden.
Kunnen spoedig voorstellen tot behandeling
der spoorwegplannen in en om Rotterdam tege
moet gezien worden?
Regeling weduwe- en weezenpensioen voor
de Wethouders. Vele leden stelden de vraag of
Burgemeester en Wethouders voornemens zijn
voorstellen aanhangig te maken tot voorzie
ning in weduwe- en weezenpensioen voor de
leden van liet College.
Herziening regeling presentiegeld voor de
Raadsleden. Door vele leden werd het wensche-
lijk geacht, dat de regeling van het presentie
geld voor leden van den Raad herzien wordt
en meer in overeenstemming gebracht wordt
met elders bestaande regelingen dienaangaan
de. De huidige vergoeding werd te laag geacht.
Dansen bij officieele recepties. Sommige leden
uitten hun bezwaren tegen het verbinden van
danspartijen aan officieele recepties. Zijn van
het College maatregelen te wachten waardoor
zulks in de toekomst, voorkomen wordt?
Vervolging nalatige kiezers. Een der leden
vroeg, of de Burgemeester bereid is, mede te
deelen, of door hem alle vrouwen, die niet kwa
men stemmen, zonder z.i. voldoende opgave
van geldige redenen, zijn opgegeven aan den
Ambtenaar van het Openbaar Ministerie?
Oprichting Bureau voor den Burgerlijken
Stand aan den Linker Maasoever. Zijn B. eu
W. bereid oprichting van een bureau voor den
Burgerlijken Stand aan den Linker Maasoever
te bevorderen?
Opnieuw werd aangedrongen op instelling-
van een Commissie van advies uit den Ge
meenteraad voor de politieaangelegenheden.
Kan de Burgemeester bij wijziging van het
georganiseerd overleg, zoowel als bij dit over
leg zelve, geen invloed toekennen aan den
Wethouder voor de Personeelszaken, zoomede
aan de Commissie voor de algemeene perso
neelszaken?
Met bezorgdheid zien verschillende leden het
steeds toenemen van het aantal cafê's met
dansvergunningen en liet geven van vergunning
tot het houden van optochten met muziek op
den Zondag, zoowel in Rotterdam als aan Hoek
van Holland.
Aangedrongen werd op het in het leven roe
pen van een bepaling, waarbij het zingen in
cafê's met geopende deuren verboden wordt.
Verder werd gevraagd, wanneer het praead-
vies op de motie-de Visser inzake de verlteers-
brigade tegemoet gezien kan worden.
Is de nieuwe dienstregeling bij de politie
ingevoerd? Zoo ja, beantwoordt zij aan de ge
stelde verwachting? Is de Burgemeester be
reid op te gevén aard en redenen van de bij de
politie opgelegde straffen? Acht de Burgemees
ter surveillance onder controle (of wei aan hot
lijntje loopen) niet nadeelig voor behoorlijke
bewaking? Is de Burgemeester voornemens de
zomerkleeding voor de politie in te voeren?
Worden de platte petten steeds meer algemeen,
en zal dit verdwijning van den helm tengevolge
hebben? Hoe staat het met de promotie voor
het lager personeel?
Is de Burgemeester bereid inlichting te ver
strekken omtrent de wijze, waarop de controle
op bioscoopvoorstellingen, danshuizen, enz.
wordt uitgeoefend?
„Kalken" en „plakken" bij de jongste Stateu-
en Raadsverkiezing. Door een der leden werd
gewezen op liet feit, dat er ernstige klachten
zijn geuit over vandalisme bij het zoogenaamde
plakken en kalken ter gelegenheid van de jon-
ste Staten- en Raadsverkiezingen. Daartegen
dient veel krasser te worden opgetreden.
Met klem wordt er boven alles op aangedron
gen, dat het politiepersoneel ter zake bij her
haling nadrukkelijk wordt geïnstrueerd om het
mogelijke te doen om dit euvel tegen te gaan.
Onder de burgerij leeft de overtuiging, dat in
alle gevallen deze overtredingen min of meer
opzettelijk niet worden gezien en bij het tegen
gaan daarvan met twee maten wordt gemeten
Commissie van advies' in zake oplegging
straffen politiepersoneel. Kan de burgemeester
roededeelen, of het in zijn voornemen ligt eer
lang een commissie van advies te benoemen,
die hem zal hebben te dienen van voorlichting-
bij het opleggen van straften?
Extra-dansvergunning «I» Christelijke
feestdagen. Zeer betreurd werd het gdven
van extra-dansvergunning op de liooge Chris
telijke feestdagen, zooals lsten Kerstdag, Pa-
schen en Pinksteren. Deze geeft ergernis aan
het Christelijk denkend deel der bevolking.
Gevraagd werd op deze vergunning, die tot
nader intrekking is verleérid, te willen terug
komen.
Kosten brandweer. Het wekt naar liet oor
deel van een der leden verbazing, dat voor
1928 voor loonen van het personeel voor stoorn-
en motorbrandspuiten en der afdeeling brand-
bluschmiddelen 43.900 en voor kosten van
bediening van lit auto-materiaal 37.650,
alzoo in totaal 81.550 is uitgetrokken. Daar
ligt een vermeerdering van 13.165. Hoe is
deze vermeerdering te motiveeren?
Bovendien is voor het onderhoud van liet
auto materiaal uitgetrokken - 48.555. Hiervan
werd een verklaring gevraagd, speciaal in ver
band met volgn. 1492, waaruit blijkt, dat dit
materieel splinternieuw is of nog aangeschaft
moet worden.
Betere verlichting. Is er iets te doen dooi
de gemeente Rotterdam om een betere verlich
ting te krijgen van den weg naar Oversckie,
ook voor dat doel, dat buiten de gemeentegren
zen van Rotterdam ligt, aangezien daar vele on
gelukken gsbeuren? Is door samenwerking met
de gemoentë Oversehie in dezen iets te berei
ken?
in
"vi".:
Er werd aaugedrongen op vermeerdering
van het aantal zwem- en badinrichting Ia. Het
Noorden is bijzonder schaarsch bedeeld.
Hoe denken B. en W. over het tot stand
brengen te Rotterdam van zoogenaamde
Strandbaden, waar gelegenheid is voor de be
volking om in water, frissche lucht en zon
nieuwe levensenergie op te doen?' Zij wijzen er
op, dat deze strandbaden de laatste jaren in
zeer veel groote burtenlandsclie steden zijn tot
stand gebracht, met name langs den Rijn en
den Donau, bij de meren in de omgeving' van
Berlijn en langs de Zwitsersehe meren.
Gaarne zou men vernemen of bij B. en W.
maatregelen in voorbereiding zijn om het voor
de klein-behuisde gezinnen mogtilijk te maken,
de wasch buitenshuis te doen behandelen. De
rapporten over deze materie in 1918 en 1921
uitgebracht, kunnen verouderd geacht worden
voor zoover het de cijfers betreft.
In verband met het veelvuldig voorkomen
van roodvonkgevallen te dezer stede, werd ge
vraagd, welke resultaten de in liet vorige jaar
genomen proeven met inenting- tegen die ziekte
hebben opgeleverd. Ligt 't in de bedoeling om
met deze proeven voort te doen gaan?
Misstanden strandexploitatie Hoek v. Holland.
Gevraagd werd of B. en W, kennis genomen
hebben van de in „De Maasbode" van 25, 26 en
27 Augustus 1927 verschenen artikelen, als
mede van de ingezonden stukken in bet „Rot-
terdamseh Nieuwsbla'd" betreffende Hoek van
Holland.
Kunnen B. en W. mededeelen of zij hierin
aanleiding gevonden hebben, om een eind te
maken aan de bekend geworden misstanden?
Gaarne zou men opgaaf ontvangen van het
aantal dansvergunningen te Hoek van Holland
en tot welk uur deze worden verstrekt.
Zoo het niet wenschelijk is één geheel dans-
verbod uit te vaardigen, kan de vergunning
dan niet beperkt worden tot des avonds 10
uur?
Gaarne wenschte men te vernemen, of de
vroegere plannen omtrent den aanleg van een
strandboulevard en bet bouwen van een win
kelgalerij nog bestaan en of het College van
B. en W. in verband hiermede met voorstellen
zal komen.
Meerdere leden vroegen inlichtingen omtrent
den stand van het woningvraagstuk aan Lin
ker- en Rechter Maasoever. Kan er in het alge
meen nog van een tekort aan woning® ge
sproken worden? Indien door geleidelijke af
braak der goedkoope woningen in de oude stad
een tekort aan goedkoope woningen dreigt te
ontstaan, hoe denkt het College hierin te
voorzien?
Hoe staat het met het leegstaan der gemeente-
woningen? Welke woningen staan leeg? Kunnen
B. en W. iets vermelden omtrent de vermoede
lijke oorzaken hiervan? Is er verbetering waar
te nemen? Woixlt het leegstaan minder of
neemt het toe? Willen B. en W. een separate
opgave verstrekken der leegstaande woningen,
gesplitst naar bouwblokken, ligging en huur-
klasse? "Willen zij apart opgeven de leegstaande
woningen, welke zijn verkregen door nood
gedwongen aankoop van eigenbouwers, die hun
ne verplichtingen tegenover de Gemeente niet
nakwamen?
Hoe functionneert de Woningbeurs? Wordt
ér druk gebruik vau gemaakt? Werken de
huiseigenaren mede? Worden onwilligen aange
pakt? Kunnen B. en W. omtrent een en ander
mededeelïngen en cijfers geven? Welke zijn de
gevolgen van de opheffing* der Huurwetten?
Gevraagd werd of er bij Plaatselijke Werken,
mede met het oog op de a.s. annexatie, een
algemeen uitbreidingsplan van de stad bestaat
of althans" in bewerking is. Zoo ja, is dit plan
zoo opgezet, dat de omliggende gemeenten
zich daarbij kunnen aansluiten?
Is het gerucht waar, dat onze gemeente
ambtenaren uitbreidingsplannen maken voor
aangrenzende gemeenten?
In den eerstkomenden tijd zal de Rechter
oever door den aanleg van het „Land van
Hoboken" en het Kralingsohe bosch, plantsoen
en waterpartijen er zeer op voortuitgaan. De
Linkeroever daarentegen is, niettegenstaande
er in een tijdsverloop vam circa tien jaar een
stadsdeel ter grootte van een provinciale hoofd
stad is bijgebouwd, vrijwel geheel van plant
soen verstoken. Verbetering zou kunnen in
treden. wanneer met spoed maatregelen wer
den getroffen om van dien Smeetlandscliedijk
en aanliggende landerijen de ontworpen oprij
laan naar bet Zuider-Zieken'huis, een deel van
de gronden voor de nieuwe begraafplaats een
aaneensluitend geheel te maken.
Door verschillende leden werd bet Viseli-
marktvraagstuk ter sprake gebracht. Volgens
een mededeeling in de pers zou er een voorstel
in voorbereiding zijn om de Vischmarkt naar
Loods 1 op liet Handelsterrein te verplaatsen.
Van meer dan ééne zijde werd er aan herin
nerd, dat ten vorigen jare, namens bet College
werd medegedeeld, dat de voorbereiding voor
een tweede brug reeds sinds lang ter liand was
genomen. De hier aan het woord zijnde leden
zouden thans gaarne vernemen, waarin deze
voorbereiding bestaat. Naar liun oordeel is liet
noodig, dat de Raad in de gelegenheid wordt
gesteld zich over de noodzakelijkheid, jilaats
en richting uit te spreken.
Gevraagd werd of B. en W. bereid zijn plan
nen voor te bereiden tot verbetering van de
Jan Kuitenbrug.
Voorts werd er op aaugedrongen, dat liet
tramverkeer van den Linker Maasoever zoo
spoedig mogelijk weer over het Bètirspléin zal
worden geleid.
Ten slotte werd gevraagd, of door bepaalde
voorzieningen aan de trambeugels een einde
kan worden gemaakt aan de vele' radiostorin
gen, veroorzaakt "door de tram.
Van verschillende zijden werd er pp gewezen,
dat de onhoudbare toestand, veroorzaakt door-
k - w
dat treinen der R. T. M. met groote snelheid
door een dicht bevolkt gedeelte der stad rijden,
sinds jaren aan de orde is gesteld. Van afdoen
de verbetering, doordat de lijnen verlegd wor
den naar het tegenwoordige spoorwegemplace
ment, is nog niets gebleken. Vooral de toe
stand aan den Dordtschestraatweg bewesten
den Cliarloisschen Lagedijk en op den Groenen
Hilledijk is meer dan ergerlijk en uitermate ge
vaarlijk.
Gaarne zou men het standpunt willen ken
nen, dat de Directie der R. T. M. te dezen in
neemt.
Gevraagd werd, o£ de geruchten juist zijn,
dat de te Rotterdam gevestigde Seruminrick-
ting voor verplaatsing in aanmerking komt.
(Wordt vervolgd.)
Redacteur: P. A KOETSHEID, Singel S2c.
Schiedam.
Verzoeke alle mededeelingen betreffende deza
rubriek aan bovenstaand adres te richten.
PROBLEEM No. 3864.
W. C. AIULLER, Bussum.
Ie plaatsing.
Alat in twee zetten.
PROBLEEM No. 3S65.
JOS. OPDENOORBT en J. AI. MAAS, Venlo
le plaasting.
Mat in twee zetten.
PROBLEEM No. 3886.
J. J. EBBEN, Helmond,
le plaatsing.
Mat in drie zetten.
Oplossingen over drie weken. Deze worden
bü ons ingewacht tot Dinsdag- 9 November.
PARTIJ No. 822.
SICILIAANSCHte VERDEDIGING.
Uit liet tornooi te Keckskemet 1927.
Wit: Zwart:
A. Nimzowitsch. k. Gilg.
1 e2—e4 c7—c5
2 Pgl—f3 PbScG
3 Lfl—b5
Een merkwaardige zet, die reeds in 1851 in de
party WilliamsMucklow te Londen voorkwam
3 Dd8c7
De voorkeur verdient e7eG.
4 c2—c3
Het eerste resultaat van wit's derden zet. HU
kan c2c3 spelen, wat anders voordeelig met
d7d5 beantwoord wordt.
4 a7aG
5 Lb5a4 Pg8ff,
6 -Ddle2 e7e5
Hiermede is een soort variant uit de Spaan-
sche party ontstaan.
1 0—0 Lf8e7
8 d2d4 cüd4:
Te prefereeren was b7b5 benevans d7du
Het aannemen van het pion-offer is noodlottig.
9 c3d-l: PcGd4:
10 Pt'3d4: e5—04:
11 p4e5 04—03.
Op Pd5 kon e5eO volgen.
12 De2e3 PfG—03
13 De3g3 g7gG
14 La 4b3 Fd5—b4
Ook na DcG 15 LUG, is de stelling van zwart
niet benydenswaardig.
Y/A3EZ
15 Lb3—f7:t Ke8—08
Kf7:? 1G eGf
1G Lel—hG Pb4c2
17 Pblc3 Pc2—d4
Het erkennen v. d. nederlaag, want wit kon
met Lg7, zonder gevaar de kwaliteit winnen.
17.... Pal: faalt evenwel door Pd5, DcG. l'«
Le3, dG. 20 Lb6f Kd7, 21 eGt.
18 Dg3d3: Dc7—e5: j
19 Tflel De 5fG 1
20 Tele7:l Opgegeven, l
Deutsche SchachzeltonS- J