^-öiBOUTER
Vrijdag 11 November 1927
GEMEENTERAAD YAN ROTTERDAM
DE AUGUSTUS-RELLETJES OP DEN
GOUDSCHESINGEL
OPRUIEND OPTREDEN VAN v. BURINK
EEN MOTIE-LüHRS VERWORPEN
DE NIEUWE POLITIE-DIENSTREGELING
rotterdamsche rechtbank
Uitspraken
DE ROTTERDAMSCHE BANK-
VEREEN1GING
EEN GOEDE HOND ETAA1)
VOOR GEEN SLOOT, MAAR EER
x»WMT£R5£KWSL overhbkm
•- --t.
jSi
Middagvergadering van Donderdag.
DE BEGROOTING X.
.Voortgezet worden de besprekingen over het
hoofdstuk „Openbare Veiligheid".
De heer MR. DE VISSER (C. H.) is het met
de beschouwingen van den heer Lührs niet
eens. De commissie-AVijnveldt had slechts tot
taak, bepaalde gevallen te onderzoeken, en
hierover aan den burgemeester persoonlijk te
rapporteeren. Een bepaald inspecteur, waar
over de heer Lührs sprak, moest uit de naaste
omgeving van den Hoofdcommissaris worden
verwijderd. Maar is dit dan niet geschied?
Gisterenavond heeft de heer Lührs gesproken
over de order van den hoofdcommissaris i. z.
het maken van aanteekeningen bij overtreding
van politie verordeningen. Maar spr. begrijpt
niet, welke bezwaren hiertegen kunnen aan
gewend worden. Juist niet is een verbalen-,
jacht hiervan te verwachten. Deze order getuigt
van tact.
De heer VAN BURINK: Ja, doorloopen, rang!
rang! (spr. maakt een beweging van staan
met de gummistok).
De heer DE VISSER: Vroeger kon de leiding-
yan het politiecorps niet beoordeelen, of het
personeel goed zijn dienst deed. Ook in dit
opzicht is de waarschuwingsorder van nut in
yerband met bevorderingen in het corps.
Wat betreft de verhoudingen in het korps,
spr. gelooft, dat de oorzaak van de slechte
verhoudingen is te zoeken in het streven van
de organisaties naar medezeggenschap. Het ge
organiseerd overleg wordt gewijzigd. Maar spr.
heeft zich afgevraagd of' het gewenscht is het
Georganiseerd Overleg, dat er wordt gestemd.
Hierdoor worden de verhoudingen verscherpt.
Het is volgens spr. voldoende, dat de burge
meester een getrouw verslag krijgt van het
geen tot uiting komt bij dat Georganiseerd
Overleg.
De heer HENDRIKS (R.IC) Als er iets tot
uiting komt!
De heer DE VISSER acht het antwoord van
den burgemeester ten aanzien van de muwe
dienstregeling volkomen juist. Pas een maand
werkt de nieuwe dienstregeling voor de ge-
heele stad. Een" oordeel daarover is nu niet
mogelijk.
In verband met de nieuwe dienstregeling
is het aantal voetagenten sterk ingekrompen.
In de buitenwijken komt de voetagent niet
meer voor. Spr. gelooft, dat dit niet doeltref
fend is. Voor de surveillance aclit spr. de
yoetagent het best.
Reeds bij vorige gelegenheid heeft spr. ge
pleit voor een scheidsgerecht bij de politie. In
Amsterdam bestaat zoo'n instituut. Een goed
.werkend scheidsgevecht levert een waarborg
op voor het gezag.
I Betreffende het verkeer in Rotterdam wil
spr, nog eenige opmerkingen maken. Spr. heeft
j er zich over verwonderd, dat het praeadvies
op spr's motie over de verkeersbrigade zoo
lang is uitgebleven. Spr. vertrouwt, dat er nu
geen afwijzend praeadvies meer zal komen.
Op die verkeerspunten staan agenten, die ge
heel ter zake deskundig zijn. Spr. hoopt, dat
we binnenkort een verkeersbrigade krijgen in
Rotterdam, waar ze meer dan ergens noodig is.
Tenslotte wil spr. een woord van hulde niet
onthouden aan ds Rotterdamsche politie, die
haar taak in het afgeloopen jaar met eere
heeft vervuld.
Geroep bij S. D. en C. P. hoera.
De heer VAN BURINK (C.P.) kan niet rij-
inen met elkaar de mentaliteit, welke sprak
Uit de laatst gehouden protest-vergadering van
het politiepersoneel en die welke tot uiting
kwam bij de Goudsche Singel-relletjes.
Spreker komt te spreken over de op genoem
de vergadering naar voren gebrachte bezwaren.
.Volgens hun eigen zeggen worden ze als koe
lies gebruikt. Maar hoe kunnen zij dan op bevel
yan hooger hand als hakmachines tegenover
weerlooze arbeiders optreden? Als de politie
- komt, is er heibel, als de politie wegblijft, dan
blijft het rustig. Zoo gaat het altijd en overal.
Dat is nu eenmaal de mentaliteit van de po
litie.
De houding van de „Voorwaarts" tijdens de
Goudsche singel-relletjes onderwerpt spreker
aan strenge critiek. De politie werd opgehitst
en aangespoord om spreker onschadelijk te ma
ken. Er was in die dagen een nauwe samen
werking tusschen de politie en de heeren van
'de „Voorwaarts".
Onverantwoordelijk was, zooals in die dagen
tegen spreker werd gehitst. Gisteren hekelde
de heer Lührs het optreden van de politie in
de Lange Baanstraat, maar was het niet de
„Voorwaarts", die krachtdadig optreden van de
politie had geëischt. Intens vuil noemt spreker
hetgeen de „Voorwaarts" durfde schrijven over
de schadefreude van van Burinlc, om het feit,
dat Lou de Visser den eersten dag van de rel
letjes zoo door de politie was afgeranseld.
De VOORZITTER: Dit behoort hier toch
niet thuis. U moet hier niet tegen de verslag
gevers van de couranten gaan debatteeren.
De heer VAN BURINK: Dat kan formeel
wel juist zijn, maar die houding van de
„Voorwaarts" is reeds bij de interpellatie-
Lührs ter sprake gebracht.
De verslaggever van de „Voorwaarts", die
bedoelde passage over spr. durfde schrijven,
is een leugenaar. Want hij wist tevoren, dat
niet. waar was, hetgeen hij neerschreef.
De mentaliteit, dat de agenten goed zouden
doen, als zij spr. doodsloegen, die mentaliteit
is nu weer, evenals vroeger, door de „Voor
waarts" aangekweekt.
De heer HANEMAAIJER (A. R.) zou weer
Willen vragen of de maatregelen, door den bur
gemeester genomen, geleid hebben tot het
doel der eommissie-Wijnveldt: verbetering in
'de verhoudingen van het politiecorps.
Hen grondige algeheele herziening van het
georganiseerd overleg zal mede leiden tot een
beteren geest in en een beteren kijk van den
burgemeester op het politiecorps.
- /I n, !!nut van een scheidsgerecht, hetzij
met bindend of adviseerend karakter zal mede
&deezySne6St - hooge
^iWat de nieuwe dienstregeling betreft, sluit
spr. zich voor een groot deel aan bij de woor
den van den heer de Visser. Ze is te kort in
toepassing om beoordeeld te worden.
Eenige opmerkingen wil spr. maken in ver
band met de Augustus-relletjes op den Goud-
seliesingel. Spr. vraagt, hoe het mogelijk is,
dat optreden der politie eerst plaats vond na
dat de eigendommen van burgers een half uur
lang aan vernieling waren blootgesteld. Wat
was oorzaak, dat de politie niet altijd even
doortastend is opgetreden en welke waarbor
gen kunnen in de toekomst gegeven worden,
dat zooiets zich niet zal herhalen.
Tenslotte dringt ook spr. aan op spoedig
prae-advies op de motie-de Visser inzake de
verkeersbrigade.
De beer HENDRIKS (R. K.) zegt in ver
band met de relletjes, dat het er vooral op
aankomt om dergelijke feiten te voorkomen.
De overgröote belangstelling voor de politie-
kwestie komt voort uit de weinige voldaanheid
van den Raad over den gang van zaken bij de
politie. De rust in het corps, was zij er, zou
daardoor kunnen verdwijnen.
Er is groote ontevredenheid in bet politie
corps. En die klachten dringen overal door.
Spr. maakt enkele opmerkingen over liet
g. o.. als het zonder stemmen niet gaat, dan
zal de wijze van behandelen niet tot bevredi
ging kunnen leiden.
Vreemd vindt spr. de opmerking van den
heer de Visser over het vragen van medezeg
genschap zonder medeverantwoordelijkheid.
Men vraagt medezeggenschap in dien zin, dat
als men zich wat betreft de voorwaarden, waar
onder het personeel werkt, laat hooren, die
stem als volwaardig wordt aangezien. Daar
komt het op aan.
Teleurstelling moet spr. uiten over het feit,
dat nog niet het g. o. voor eikaar is. Want als
<lit er is, kan veel werden voorkomen, wat nu
telkens nog naar huiten moet komen, omdat
het geen heide partijen bevredigde oplossing
vindt.
Met het scheidsgerecht staat het niet anders.
Hierbij had de voorzitter toch op niets behoe
ven te wachten. Zonder veel gewichtigheid kan
deze zaak geregeld worden door zich te con-
formeeren aan hetgeen elders reeds bestaat. En
spr. begrijpt dan ook niet waarom zoo lang is
gewacht. Zoolang er, wie dat ook zijn mag,
maar één peTsoon is, die in hoogste instantie
recht spreekt, zal er onbevrediging blijven. Met
bekwamen spoed moet een regeling worden
getroffen.
Met belangstelling zou spr. een antwoord
l hooren op de vraag over het aantal en den
aard van de opgelegde straffen.
Vat betreft de nieuwe dienstregeling, spy.
wil toegeven, dat ze te kort werkt om er reeds
een v-olledig oordeel over te vormen, maar wat
spr. er van gelezen heeft, geeft spr. reden om
straks geen genogen te nemen met een officieel
ambtelijk -rapport ten éinde zich er een oordeel
over te vormen. Spr. leeft sterk onder den in
druk dat spr.'s bezwaren tegen de nieuwe
dienstregeling dp or de ondervinding in het
gelijk zullen worden gesteld.
Spr. hoopt, dat bet dit jaar voor den laatsten
keer zal zijn, dat de politie zooveel bespreking
zal vergen, Met goeden wil zijn er toch wel
negen te bewandelen, waardoor dit onnoodlg
wordt.
De heer SCHOUTEN (A.R.) meent, dat de
debatten over- de politie zich in verkeerde rich
ting gaan ontwikkelen. Als we de debatten van
de laatste jaren vergelijken met die van vroe
ger, dan zien we, dat bet nu niet .meer gaat
om een debat met het hoofd der politie, maar
om of over het hoofd der politie heen met den
hoofdcommissaris of andere politiechefs. Een
politie-debat moet plaats hebben met den voor
zitter. En ais er critiek is dan meet deze zich
richten tegen den voorzitter. Deor welke oor
zaak is deze verkeerde richting ontstaan? Het
zou spr. in hooge mate genoegen doen als de
voorzitter zich deze vraag eens stelde en daar
op een antwoord gaf. Het is nu of de verant
woordelijkheid niet meer door den burgemees
ter maar door een ander wordt gedragen. Spr.
gaat er echter ran uit dat de burgemeester niet
alleen theoretisch maar ook practisch het hoofd
der politie is gebleven, want spr. heeft niets
gehoord van een verandering jn de interne
organisatie. Is in den laatsten tijd door dea
voorzitter wel voldoende gedaan om den Raad
te dwingen slechts te spreken over hem en met
hem als het over de politie gaat? Spr. wil den
voorzitter niet in staat van beschuldiging stel
len te dezen opzichte, maar als het zoo door
gaat^ eindigt het met de ontbinding van de
politioneele macht. Als men over den hoofd
commissaris spreekt dan ddé men dat met
erkenning van zijn verdienste voor de politie
en voor de stad.
De taak van het hoofd der politie is nu om
zich te keer en tegen de revol ut i-onnaire onder
mijning van het gezagsinstituut, maar van den
anderen kant is ook zijn taak om dit instituut
zóó te leiden, dat zij die het instituut steun
willen geven, dien steun kunnen geven.
Op dit punt laat de toestand iets te wenschen
over.
Vermeden moet worden deze positie: dat aan
de eene zijde geen steun wordt geboden omdat
die steun in strijd wordt geacht met beginse
len; aan de andere zijde geen steun kan wor
den geboden omdat de leiding der politie niet
•zorgt voor een goeden toestand.
Mij en mijn vrienden, aldus spr., zou het in
hooge mate leed doen als wij u den steun niet
kurmen geven, welke het gezagsinstituut krach
tens ons beginsel van ons vraagt,
Mej. MEIJER (R. K.) wil enkele opmerkin
gen maken over den verkoop en de versprei
ding van pornografische geschriften en afbeel
dingen. Spr. dringt aan op een strenger toe
zicht en een krachtiger optreden.
Bijzondere aandacht wil spr. schenken aan
het voor de jeugd verbonden gevaar der par
ticuliere uitleenbibliotheken, waar veel wordt
uitgeleend, dat het daglicht niet mag zien. Er
worden wel eens klachten door de ouders in
gediend, maar daarmede kan niet veel worden
voorkomen.
Dit gevaar der particuliere bibliotheken is
even groot als dat van pornografische tijd
schriften. Het doet daarom spr, vreugde, dat
goed werk wordt gedaan door die gem. openbare
bibliotheken.
Om tot zuivering te komen van de kleine
bibliotheekjes zou spr. willen verzoeken een
strengere controle, op hetgeen daar 'wordt uit
geleend.
Eon groot deel der burgerij is diep gekwetst
door de extra dansvergunningen op de hooge
christelijke feestdagen. Met deze enkele bemer
king hieromtrent wil spr. volstaan.
De VOORZITTER zegt, dat het opruiend op
treden van den heer van Burink, hier gedekt
door zijn parlementaire onschendbaarheid, hem
diep heeft gegriefd. Zijn woorden waren ook
een kaakslag voor de Rotterdamsche arbeiders.
Spr. moet den heer Schouten toegeven, dat
hier verkeerd wordt gedaan, wanneer gedebat
teerd wordt over het hoofd van den burgemees
ter heen met den hoofdcommissaris of de an
dere politie-ambtenaren.
Wat betreft het geval-van der Weele, wijst
spr. erop, aan welke aanvallen en aantijgin
gen deze inspecteur heeft bloot gestaan. Toen
spr. de beschuldigingen eens ging onderzoeken,
bleken deze slechts van geringe beteekenis te
zijn.
AVat het J oor den heer Lührs ter sprake ge
brachte geval van het Luxor-Theater betreft,
dit is geschied met spr.'s voorkennis. Het ver
antwoordelijke hoofd in dergelijke aangelegen
heden is spr.' zelf. De bioscoopexploitanten heb
ben dit te bedenken.
Spr. breekt hier zijn rede af.
De vergadering wordt hierna geschorst tot
des avonds half negen uur.
AVONDZITTING.
DE BEGROOTING XI..
Het politie-beleid..
Dé VOORZITTER vervolgt zijn rede:
Ten aanzien van. de bestrijding van porno
grafische lectuur gelooft spreker niet, dat we
verder kunnen gaan. Als de ambtenaar van 't
Openbaar Ministerie geen vervolging kan in
stellen, dan doet dit .aan de zaak meer kwaad
dan goed. In samenwerking met de justitie,
zullen we voorloopig. doen, wat gedaan kan
worden.
De zaak van de verkeersbrigade is in voor
bereiding. Binnen niet te langen tijd hoopt
spreker de zaak in den Raad te kunnen bren
gen.
Het geval van het optreden der politie in
de Lange Baanstraat, behoort volgens spreker
niet in den Raad thuis. De politie trad echte
niet zoo op, dan nadat de kwaadwilligen met
bloempotten e.-d. naar de politie waren begon-
nen te gooien.
AVat betreft de relletjes op den Goudsche Sin
gel, merkt spreker op, dat van 10 tot 28 Augus
tus er hier ongeregeldheden waren. Steeds
trad dé politie op, maar de ongeregeldheden
namen toe. Toen heeft de politie een avond
(Vrijdags) zich afzijdig gehouden. Met nood
lottig gevolg. Achteraf beschouwd was die tac
tiek miet verstandig. Den dag daarop zijn an
dere maatregelen genomen en toen was het
spoedig uit?
Spreker moet hier zijn groote waardeering
uitspreken voor het moeilijke werk van de
politie in die dagen. Gesard, getergd, hebben
zij hun kalmte weten te bewaren.
Wat betreft de oplegging van straffen, wijst
spreker er op, dat hier in Rotterdam betrek
kelijk weinig gestraft wordt in vergelijking
met elders. Dit geeft ook de R. K. Politie
ambtenaar toe.
Over een commissie yan advies Wordt op het
oogenblik zwaar onderhandeld. Zoolang Spr,
het rapport hierover niet heeft ontvangen kan
spr. er zich niet over uitlaten.
Spr. zal trachten het georganiseerd overleg
voor de politie in overeenstemming te brengen
met dat voor het gemeentepersoueel.
AVat betreft de strafmaatregel van „aan het
lijntje loopen", ook deze zaak is geweldig opge
blazen. Voor 1915 werd altijd aan het lijntje
geloopen. Eerst in 1919 is er meer vrijheid ge
komen tot vrije surveillance behoudens vaste
controle-punten. Wanneer een agent blijk geeft
de kantjes er af te loopen, moet hij onder con
trole gesteld worden. Dit is noodig voor de
goede_ functioneering van den politiedienst.
Voor de derde maal is de nieuwe dienstrege
ling ter sprake gekomen. Eigenlijk behoort ze
hier niet thuis. Het lijkt een heel moeilijke
zaak. De dienstregeling is onder bezwaren in
gevoerd. Men kaii er nu na één maand nog niet
over oordeeien. De zaak heeft spr. voortdurend
beziggehouden. Spr. is niet blind voor de daar
aan klevende bezwaren. Vorige week Zaterdag
avond heeft spr. de ronde gedaan van 11.30 tot
2.30 in wijk II, zoogenaamd aa" det lijntje ge
loopen met een inspecteur.
Spr. heeft toen een uur gerust en toen een
andere wijk genomen. Zonder eenige ver
moeienis heeft spr. deze route kunnen loopen
en spr. kan zich niet begrijpen, lioe een agent
van 3545 jaar dat vermoeiend kan noemen.
Zeer en zeer overdreven moet spreker dan ook
noemen dat bezwaar van de vermoeienis. Ook
is spr. niets gebleken van de onmogelijkheid
om voortdurend te surveiileeren. En nu moet
men weten, dat een dergelijke dienst maar eens
in de 8 dagen voorkomt.
Spr. zal de' zaak nog eens onder de oogen
zien als men van ondervinding kan spreken,
doch spr. is op het oogenblik van gevoelen, dat
van het personeel niet te veel wordt gevraagd.
De heer LÜHRS (S.D.A.P.) repliceert en
verdedigt zijn critiek tegen de door hem ge
noemde politie-ambtenaren. Spr. kan den bur
gemeester toch niet ter verantwoording roepen
voor .daden, die buiten den burgemeester om
geschieden.
Jarenlang heeft spr. aangedrongen op bezui
niging op de politie. Het is natuurlijk niet al
leen aan spr. te danken, dat eindelijk iets is
bereikt op dit gebied. Spr. acht uitbreiding van
liet corps niet noodig bij niet doorvoering dei-
nieuwe dienstregeling, want door centralisatie
is te bezuinigen op bet personeel.
Nogmaals moet spr. aandringen op een com
missie van bijstand voor politie-aangelegenlie-
den. Spr. wil een goed politiecorps. Doch bet
optreden van den hoofdcommissaris e.a. is
daarvoor een hinderpaal. Zoolang de leiding
niet inziet wat noodig is voor een goeden geest
in het corps, zullen de [klachten blijven voort
duren.
Spreker begrijpt niet, dat dé voorzitter geen
afkeuring heeft uitgesproken oyer de uitlating
r'V'fcy
van den hoofdoomimdssM-is tegenover de straat
venters over den. Raad.
De VOORZITTER: Dan hebt u niet goed ge
luisterd.
De beer LüHRS kan zoo'n uitlating van den
hoofd commas-saris niet duiden en dient daar
om de volgende motie in:,
„De Raad,
gezien de houding van den hoofdcommissa
ris in de conferentie met den Rottend. Bond
van Straatventers,
keurt bet optreden van den hoofdcommissa
ris in de ergste mate af en gaat over tot de
orde van den dag."
De heer DE VISSER (C.H.) begint mei op ie
merken, dat hij niet begrijpt, hoe de voorzitter
de kwestie van al of niet afschaffing van de
attiil-a bij de bereden brigade in het georgani
seerd overleg brengt. Dat i-s toch geen onder
werp voor georganiseerd overleg.
Wat betreft de afkeuringsmotie van den heer
Liibrs, wil spreker opmerken, dat de hoofd
commissaris het kan doen met hetgeen de
burgemeester heeft geschreven en gezegd.
De heer HENDRIKS (R.K.) bestrijdt"het be
zwaar van den heer De Visser over het g. o.
Ter bespoediging van den gang van zaken
was bet wellicht beter geweest, dat het initia
tief voor de instelling van een commissie van
beroep was uitgegaan van den burgemeester.
Spreker hoopt, dat de zaak spoedig voor ei-
kaar zal zijn.
Spreker moet den voorzitter opmerken, dat
deze ten onrechte den R. K. Politiebond heeft
genoemd als aecoord te gaan met het huidige
s'traffenstelsel.
Spreker moet den voorzitter opmerken,' dat
de nachtelijke tocht van den burgemeester niet
afdoende ervaring kan geven o-ver de zwaarte
van een dergelijke surveillance. Spreker kan
-zich voorstellen, dat een groot aantal mem-
sehen daar physdek en psychisch niet is tegen
opgewassen.
Wat betreft de motie-Lühns, wil spreker op
merken, dat o-ok Spreker is getroffen door de
wijze, waarop de burgemeester zij-n afkeuring
heeft uitgesproken over de woorden van den
hoofdcommissaris. Spreker is door die wijz«
teleurgesteld. Spreker zou afkeuring willen
uitspreken, mits vaststaat voor ons, wat ge
sebied is en onder welke omstandighedem-
Da&rom kan spreker er voor vandaag -geen oor
deel over uitspreken.
De heer VAN AALTEN (V.D.) acht de motie
niet noodig. De wijze van afkeuring door den
voorzitter acht spreker voldoende.
De heer SCHOUTEN (A.R.) komt op tegen
de uitlating van den heer Lührs, dat hij zich
over uitbreiding van het corps niet wensoh-t
nit te spreken. Als men de dienstregeling ge
wijzigd wil zien, moet men die uit-bre: ding in
verband daarmede beschouwen.
Spreker begrijpt niet, waarom de beer Lührs
den Raad een uitspraak wil laten doen over
iets, waarover reeds de verantwoordelijke per-
soon zijn oordeel beeft gegeven.
De heer HEIJKOOP: Als een sanctie op
het oordeel van den burgemeester.
De heer SCHOUTEN gaat de motie hoe lan
ger hoe meer zien als een slotstuk op een
campagne, welke den hoofdcommissaris in een
onhoudbare positie moet -brengen.
Waf betreft de uitlating over den steun aan
het gezag, licht spreker nader zijn standpunt
toe, hierop neerkomend, -dat de drager van het
gezag den steun aan dat gezag- niet moet be
moeilijken. AVij hebben -den plicht het gezag te
steunen, maar de uitwerking van dien plicht
kan bemoeilijkt worden door den inhoud, die
door den gezagdrager aan het begrip gezag in
zijn vollen omvang wordt toegekend. Spreker
meent niet te veel te vragen, als hij de over
heid verzoekt rekening 1e houden met den
grondslag van het gezag, opdat het goede
worde gesterkt, gesteund en verricht.
De A'OORZITTER verklaart den heer Scihou-
en, dat hij van diens woorden een andere op
vatting had gekregen.
De motie-Lührs dost spreker buitengewoon
veel leed. Spreker ontraadt de motie.
Deze wordt hierna in stemming gebracht en
verworpen met 21 tegen 13 stemmen (voor
S. D. A. P. en C. P.)
De vergadering wordt hierna geschorst tot
hedenmiddag.
Strafzitting van 10 November
Oplichting
Hierna moest de 33-jarfge H. C. R., thans
gedetineerd, zich verantwoorden wegens heling
Verdachte zou op verschillende tijdstippen in
Augustus en September 1927 met het oogmerk
zich wederrechtelijk te bevoordeelen J. Kroon,
A. M. Nobel, H. G. van Groningen en J.
Snij-t sneven bewogen hebben tot afgifte van
200 na een advertentie in bet Rotter-
damsch Nieuwsblad geplaatst te hebben van
den volgenden inhoud:
„Boterbezorger gevraagd, sal arts 27.50
p.w„ borgstelling 200."
A'erdacfhte had zich voorgedaan als in be
trekking staande tot de firma Verschure
en Wiitteveen, boterfabrikanten te Rotterdam
en had verteld dat genoemde firma hem finan
cieel in staat stelde tot een uitgebreide
reclamecampagne. Verder deed hij verhalen
over auto's en boterwiagens die hij in zijn
pakhuis aan de Hooglandstraat had staan
en dat hij Joopers had in verschillende
-steden. Gm het' zaakje zoo lang mogelijk te
kunnen voortzetten had hij de gedupeerde
nienschen op den mouw gespeld dat de
directie van Verschuere misschien" zou zeg
gen dat zij te duur -werden, maar dat was
geen bezwaar, jan zou hij we! zorgen dat zij
een plaatsje op de fabriek van de firma
Verschuere kregen. Als relatie bij wnen men
informaties over hem kon imwinnen, had
hij opgegeven mr. IJssel de Schepper, met
wlien hij in de loge zat.
De nienschen sloegen geloof aa-n zijn ver
halen en stelden hem de tweehonderd gulden
of gedeelten daarvan ter hand.
Als getuigen werden gehoord de slachtoffers
die verklaringen aflegden over de verbalen
die verdachte hun gedaan had.
Behalve getuige J. Kraan, die slechts
100 bad gestort, waren de anderen allen
bun tweehonderd gulden, die zij als borg
stelling hadden moeten siorten, kwijtgeraakt.
Getuige v. d. Berg, bezitter van bet pak
huis aan de Hooglandstraat verklaarde, dat
bij dit pand nooit aan verdachte had ver
huurd. De verdere getuigen in totaal
waren er negentien weerlegden al de ver
halen, die verdachte had gedaan. Verdachte
verdedigde zich door telkens te zeggen: „Dat
ls een vergissing" of „dat is de verkeerde
man".
De president merkte op dat de rechter
commissaris met eindeloos geduld al de men
sehen heeft gehoord die verdachte op-gaf. Het
resultaat was echter steeds gat de beweringen I
van verdachte onjuist bleken te zijn.
De ambtenaar van het O. M., mr. E.
Schutter, achtte de ten laste gelegde feiten
door de vele getuigenverklaringen wettig en
overtuigend bewezen. Spr. wees er op dat
deze Verdachte zeer gevaarlijk is voor de
maatschappij en requireerde derhalve de maxi
mum-straf, drie jaar gevangenisstraf.
Verdachte voerde eerst zelf zijn verdedi
ging. Hij verklaarde dat zijn opzet eerlijk
was geweest. Een paar keer was hij wel
bezijden de waarheid gegaan. De tnensehen
die een borgsom hadden gestort hadden
bun geld terug kunnen krijgen als ze er
maar om gevraagd hadden. Verder behandelde
verdachte het psychiatrisch rapport dat over
hem was uitgebracht. A7ei"dachte verklaarde
zeer wel bij zijn hoofd te zijn*
Tenslotte vroeg verdachte zijn vrijspraak,
omdat hij meende dat de $em ten laste ge
legde oplichting niet bewezen was.
Mr. P. A. Hubert v. Beuzekom, verdaebte's
raadsman, betreurde bet dat de politie zoo
snel ingegrepen beeft. AA'as dit niet ge
beurd dan was alles in orde gekomen.
AVat betreft de leugens diie verdachte zou
verteld hebben, merkte spr. op dat iedere
zakenman geneigd i-s zijn zaak in het meest
gunstige daglicht te stellen. Resumeerend
concludeerde spr. tot vrijspraak, subs, een
onderzoek naar verdaehte's geestvermogens.
Uitspraak 24 November a.s.
De rechtbank heeft veroordeeld:
den 24-jarigen C. O., zonder beroep, ge
detineerd en recidivist wegens diefstal van
een portenionnaie met 40 ten nadeele van
zeikeren L. S. met wlen hij op 9 September
was uit geweest tot 1 jaar en 8 maanden
gevangenisstraf .y#-,
De 32-jarige B. B. die terecht stond wegens
een overtreding van de arbeidswet werd
vrijgesproken.
AA7. S. die terecht stond terzake van- een
overtreding van de verordening op het ge
bied van roeivaartuigen tot 0.50 boete
subs. I dag hechtenis.
A G. C. wegens een overtreding yan de
verordening der straatpolitie tot 10 boete
subs. 5 dagen hechtenis.
Den chauffeur N. H. v. E. wegens een
soortgelijk feit tot 10 boete subs." 5 dagen
hechtenis,
ïi. J. Jd. H. wegens het rijden met twee
personen op een daartoe n-iet gebouwd
lij wiel tot 0.50 boete subs. 1 dag hechtenis.
J. B. wegens een overtreding van
artikel 137 S.AV.B. tot dezelfde straf, als
waartoe de kantonrechter verdachte ver
oordeelde.
Den 48-jardgen L. K. gedetineerd wegens
verduistering in dienstbetrekking van 3000
en een motorfiets ten nadeele van H. F. D.
Valkhof f, tot zes maanden gevangenisstraf
voorwaardelijk met 3 jaar proeftijd.
J. O. wegens diefstal tot 1 jaar en 3
maanden gevangenisstraf.
URJTIEK OP DEN STAATSSTEUN.
A'erschenen is het voorloopig vérslag der Eer
ste Kamer over het ontwerp tot wijziging van
hoofdstuk VIIB der Staats-begrootihg voor
1927.
A7ele leden waren, blijkens dit verslag, van
oordeel, dat dit ontwerp behoort te worden
aangenomen. Ook door andere leden werd hulde
gebracht aan dit regeeringsbeleid.
Eenige leden echter meenden, dat mep ten
deze wel wat ver was gegaan, dat het met
name niet noodig ware geweest ook steun te
verleenen om de aandeelen op prijs te houden.
Enkelen vonden het een onnoodig duren maat
regel, de aandeelen op den koers van 84 pet.
Ie houden. Bovendien stond voor insiders de
gelegenheid open om hiervan misbruik te ma
ken, daar men wist, dat de koers van 84 pet.
niet te handhaven was.
Ook betreffende de amortisatiebewijzen acht-
te men de regeering te vrijgevig geweest.
A7an andere zijde werd hiertegenover opge
merkt, dat het niet aangaat, om de maatrege
len, door de regeering destijds noodig geacht,
tha.ns te veroordeelen.
Andere leden weer konden de "opmerking niet
achterwege laten, dat in dezen met twee maten
is gemeten, waar thans een groot lichaam ge
steund wordt, terwijl meerdere kleine instellin
gen, aan welke deze steun onthouden is, bereids
verongelukt zijn. Verschillende andere bank
instellingen zouden met betrekkelijk geringe
huip te helpen zijn geweest, doch aanvragen
van die zijden zijn zonder meer van de hand
gewezen. Met name werden de Hanze-banken
genoemd. Door het ontbreken van hulp aan
deze instellingen zijn talrijke middenstanders
in groote zorgen geraakt.
Betoogd werd, dat eenige vorm van medezeg
genschap van den Staat in de gestie der groote
banken stellig in aanmerking behoort te ko
men. Het kapitaalcomplex der groote banken,
zoo waren deze leden van oordeel, omvat
reeds in zoo ruime mate bet belang der ge
meenschap, dan dat bet nog uitsluitend kan
worden toevertrouwd aan particulieren en het
gaat volgens ben niet aan, er den Staat als
vertegenwoordiger dier gemeenschap eerst bij
te haien, nadat het gevaar o£ de feitelijke be
nadeeling is ingetreden.
Verschillende leden achtten zeer onbevredi
gend de wijze, waarop de minister de vraag
heeft beantwoord van de eventueele strafrechte
lijke aansprakelijkheid van voormalige bestuur
ders der Rotterdamsche Bank voor het opma
ken. van een balans, welke wellicht vervalscht
moet heeten. Gevraagd werd of de minister
hierover bet oordeel wil inwinnen van zijn
ambtgenoot van Justitie en dit, liefst omstan
dig gemotiveerde oordeel in zijn memorie van
antwoord aan de Kamer wil mededeelen.