^-öiBOUTER Vrijdag 11 November 1927 GEMEENTERAAD YAN ROTTERDAM DE AUGUSTUS-RELLETJES OP DEN GOUDSCHESINGEL OPRUIEND OPTREDEN VAN v. BURINK EEN MOTIE-LüHRS VERWORPEN DE NIEUWE POLITIE-DIENSTREGELING rotterdamsche rechtbank Uitspraken DE ROTTERDAMSCHE BANK- VEREEN1GING EEN GOEDE HOND ETAA1) VOOR GEEN SLOOT, MAAR EER x»WMT£R5£KWSL overhbkm •- --t. jSi Middagvergadering van Donderdag. DE BEGROOTING X. .Voortgezet worden de besprekingen over het hoofdstuk „Openbare Veiligheid". De heer MR. DE VISSER (C. H.) is het met de beschouwingen van den heer Lührs niet eens. De commissie-AVijnveldt had slechts tot taak, bepaalde gevallen te onderzoeken, en hierover aan den burgemeester persoonlijk te rapporteeren. Een bepaald inspecteur, waar over de heer Lührs sprak, moest uit de naaste omgeving van den Hoofdcommissaris worden verwijderd. Maar is dit dan niet geschied? Gisterenavond heeft de heer Lührs gesproken over de order van den hoofdcommissaris i. z. het maken van aanteekeningen bij overtreding van politie verordeningen. Maar spr. begrijpt niet, welke bezwaren hiertegen kunnen aan gewend worden. Juist niet is een verbalen-, jacht hiervan te verwachten. Deze order getuigt van tact. De heer VAN BURINK: Ja, doorloopen, rang! rang! (spr. maakt een beweging van staan met de gummistok). De heer DE VISSER: Vroeger kon de leiding- yan het politiecorps niet beoordeelen, of het personeel goed zijn dienst deed. Ook in dit opzicht is de waarschuwingsorder van nut in yerband met bevorderingen in het corps. Wat betreft de verhoudingen in het korps, spr. gelooft, dat de oorzaak van de slechte verhoudingen is te zoeken in het streven van de organisaties naar medezeggenschap. Het ge organiseerd overleg wordt gewijzigd. Maar spr. heeft zich afgevraagd of' het gewenscht is het Georganiseerd Overleg, dat er wordt gestemd. Hierdoor worden de verhoudingen verscherpt. Het is volgens spr. voldoende, dat de burge meester een getrouw verslag krijgt van het geen tot uiting komt bij dat Georganiseerd Overleg. De heer HENDRIKS (R.IC) Als er iets tot uiting komt! De heer DE VISSER acht het antwoord van den burgemeester ten aanzien van de muwe dienstregeling volkomen juist. Pas een maand werkt de nieuwe dienstregeling voor de ge- heele stad. Een" oordeel daarover is nu niet mogelijk. In verband met de nieuwe dienstregeling is het aantal voetagenten sterk ingekrompen. In de buitenwijken komt de voetagent niet meer voor. Spr. gelooft, dat dit niet doeltref fend is. Voor de surveillance aclit spr. de yoetagent het best. Reeds bij vorige gelegenheid heeft spr. ge pleit voor een scheidsgerecht bij de politie. In Amsterdam bestaat zoo'n instituut. Een goed .werkend scheidsgevecht levert een waarborg op voor het gezag. I Betreffende het verkeer in Rotterdam wil spr, nog eenige opmerkingen maken. Spr. heeft j er zich over verwonderd, dat het praeadvies op spr's motie over de verkeersbrigade zoo lang is uitgebleven. Spr. vertrouwt, dat er nu geen afwijzend praeadvies meer zal komen. Op die verkeerspunten staan agenten, die ge heel ter zake deskundig zijn. Spr. hoopt, dat we binnenkort een verkeersbrigade krijgen in Rotterdam, waar ze meer dan ergens noodig is. Tenslotte wil spr. een woord van hulde niet onthouden aan ds Rotterdamsche politie, die haar taak in het afgeloopen jaar met eere heeft vervuld. Geroep bij S. D. en C. P. hoera. De heer VAN BURINK (C.P.) kan niet rij- inen met elkaar de mentaliteit, welke sprak Uit de laatst gehouden protest-vergadering van het politiepersoneel en die welke tot uiting kwam bij de Goudsche Singel-relletjes. Spreker komt te spreken over de op genoem de vergadering naar voren gebrachte bezwaren. .Volgens hun eigen zeggen worden ze als koe lies gebruikt. Maar hoe kunnen zij dan op bevel yan hooger hand als hakmachines tegenover weerlooze arbeiders optreden? Als de politie - komt, is er heibel, als de politie wegblijft, dan blijft het rustig. Zoo gaat het altijd en overal. Dat is nu eenmaal de mentaliteit van de po litie. De houding van de „Voorwaarts" tijdens de Goudsche singel-relletjes onderwerpt spreker aan strenge critiek. De politie werd opgehitst en aangespoord om spreker onschadelijk te ma ken. Er was in die dagen een nauwe samen werking tusschen de politie en de heeren van 'de „Voorwaarts". Onverantwoordelijk was, zooals in die dagen tegen spreker werd gehitst. Gisteren hekelde de heer Lührs het optreden van de politie in de Lange Baanstraat, maar was het niet de „Voorwaarts", die krachtdadig optreden van de politie had geëischt. Intens vuil noemt spreker hetgeen de „Voorwaarts" durfde schrijven over de schadefreude van van Burinlc, om het feit, dat Lou de Visser den eersten dag van de rel letjes zoo door de politie was afgeranseld. De VOORZITTER: Dit behoort hier toch niet thuis. U moet hier niet tegen de verslag gevers van de couranten gaan debatteeren. De heer VAN BURINK: Dat kan formeel wel juist zijn, maar die houding van de „Voorwaarts" is reeds bij de interpellatie- Lührs ter sprake gebracht. De verslaggever van de „Voorwaarts", die bedoelde passage over spr. durfde schrijven, is een leugenaar. Want hij wist tevoren, dat niet. waar was, hetgeen hij neerschreef. De mentaliteit, dat de agenten goed zouden doen, als zij spr. doodsloegen, die mentaliteit is nu weer, evenals vroeger, door de „Voor waarts" aangekweekt. De heer HANEMAAIJER (A. R.) zou weer Willen vragen of de maatregelen, door den bur gemeester genomen, geleid hebben tot het doel der eommissie-Wijnveldt: verbetering in 'de verhoudingen van het politiecorps. Hen grondige algeheele herziening van het georganiseerd overleg zal mede leiden tot een beteren geest in en een beteren kijk van den burgemeester op het politiecorps. - /I n, !!nut van een scheidsgerecht, hetzij met bindend of adviseerend karakter zal mede &deezySne6St - hooge ^iWat de nieuwe dienstregeling betreft, sluit spr. zich voor een groot deel aan bij de woor den van den heer de Visser. Ze is te kort in toepassing om beoordeeld te worden. Eenige opmerkingen wil spr. maken in ver band met de Augustus-relletjes op den Goud- seliesingel. Spr. vraagt, hoe het mogelijk is, dat optreden der politie eerst plaats vond na dat de eigendommen van burgers een half uur lang aan vernieling waren blootgesteld. Wat was oorzaak, dat de politie niet altijd even doortastend is opgetreden en welke waarbor gen kunnen in de toekomst gegeven worden, dat zooiets zich niet zal herhalen. Tenslotte dringt ook spr. aan op spoedig prae-advies op de motie-de Visser inzake de verkeersbrigade. De beer HENDRIKS (R. K.) zegt in ver band met de relletjes, dat het er vooral op aankomt om dergelijke feiten te voorkomen. De overgröote belangstelling voor de politie- kwestie komt voort uit de weinige voldaanheid van den Raad over den gang van zaken bij de politie. De rust in het corps, was zij er, zou daardoor kunnen verdwijnen. Er is groote ontevredenheid in bet politie corps. En die klachten dringen overal door. Spr. maakt enkele opmerkingen over liet g. o.. als het zonder stemmen niet gaat, dan zal de wijze van behandelen niet tot bevredi ging kunnen leiden. Vreemd vindt spr. de opmerking van den heer de Visser over het vragen van medezeg genschap zonder medeverantwoordelijkheid. Men vraagt medezeggenschap in dien zin, dat als men zich wat betreft de voorwaarden, waar onder het personeel werkt, laat hooren, die stem als volwaardig wordt aangezien. Daar komt het op aan. Teleurstelling moet spr. uiten over het feit, dat nog niet het g. o. voor eikaar is. Want als <lit er is, kan veel werden voorkomen, wat nu telkens nog naar huiten moet komen, omdat het geen heide partijen bevredigde oplossing vindt. Met het scheidsgerecht staat het niet anders. Hierbij had de voorzitter toch op niets behoe ven te wachten. Zonder veel gewichtigheid kan deze zaak geregeld worden door zich te con- formeeren aan hetgeen elders reeds bestaat. En spr. begrijpt dan ook niet waarom zoo lang is gewacht. Zoolang er, wie dat ook zijn mag, maar één peTsoon is, die in hoogste instantie recht spreekt, zal er onbevrediging blijven. Met bekwamen spoed moet een regeling worden getroffen. Met belangstelling zou spr. een antwoord l hooren op de vraag over het aantal en den aard van de opgelegde straffen. Vat betreft de nieuwe dienstregeling, spy. wil toegeven, dat ze te kort werkt om er reeds een v-olledig oordeel over te vormen, maar wat spr. er van gelezen heeft, geeft spr. reden om straks geen genogen te nemen met een officieel ambtelijk -rapport ten éinde zich er een oordeel over te vormen. Spr. leeft sterk onder den in druk dat spr.'s bezwaren tegen de nieuwe dienstregeling dp or de ondervinding in het gelijk zullen worden gesteld. Spr. hoopt, dat bet dit jaar voor den laatsten keer zal zijn, dat de politie zooveel bespreking zal vergen, Met goeden wil zijn er toch wel negen te bewandelen, waardoor dit onnoodlg wordt. De heer SCHOUTEN (A.R.) meent, dat de debatten over- de politie zich in verkeerde rich ting gaan ontwikkelen. Als we de debatten van de laatste jaren vergelijken met die van vroe ger, dan zien we, dat bet nu niet .meer gaat om een debat met het hoofd der politie, maar om of over het hoofd der politie heen met den hoofdcommissaris of andere politiechefs. Een politie-debat moet plaats hebben met den voor zitter. En ais er critiek is dan meet deze zich richten tegen den voorzitter. Deor welke oor zaak is deze verkeerde richting ontstaan? Het zou spr. in hooge mate genoegen doen als de voorzitter zich deze vraag eens stelde en daar op een antwoord gaf. Het is nu of de verant woordelijkheid niet meer door den burgemees ter maar door een ander wordt gedragen. Spr. gaat er echter ran uit dat de burgemeester niet alleen theoretisch maar ook practisch het hoofd der politie is gebleven, want spr. heeft niets gehoord van een verandering jn de interne organisatie. Is in den laatsten tijd door dea voorzitter wel voldoende gedaan om den Raad te dwingen slechts te spreken over hem en met hem als het over de politie gaat? Spr. wil den voorzitter niet in staat van beschuldiging stel len te dezen opzichte, maar als het zoo door gaat^ eindigt het met de ontbinding van de politioneele macht. Als men over den hoofd commissaris spreekt dan ddé men dat met erkenning van zijn verdienste voor de politie en voor de stad. De taak van het hoofd der politie is nu om zich te keer en tegen de revol ut i-onnaire onder mijning van het gezagsinstituut, maar van den anderen kant is ook zijn taak om dit instituut zóó te leiden, dat zij die het instituut steun willen geven, dien steun kunnen geven. Op dit punt laat de toestand iets te wenschen over. Vermeden moet worden deze positie: dat aan de eene zijde geen steun wordt geboden omdat die steun in strijd wordt geacht met beginse len; aan de andere zijde geen steun kan wor den geboden omdat de leiding der politie niet •zorgt voor een goeden toestand. Mij en mijn vrienden, aldus spr., zou het in hooge mate leed doen als wij u den steun niet kurmen geven, welke het gezagsinstituut krach tens ons beginsel van ons vraagt, Mej. MEIJER (R. K.) wil enkele opmerkin gen maken over den verkoop en de versprei ding van pornografische geschriften en afbeel dingen. Spr. dringt aan op een strenger toe zicht en een krachtiger optreden. Bijzondere aandacht wil spr. schenken aan het voor de jeugd verbonden gevaar der par ticuliere uitleenbibliotheken, waar veel wordt uitgeleend, dat het daglicht niet mag zien. Er worden wel eens klachten door de ouders in gediend, maar daarmede kan niet veel worden voorkomen. Dit gevaar der particuliere bibliotheken is even groot als dat van pornografische tijd schriften. Het doet daarom spr, vreugde, dat goed werk wordt gedaan door die gem. openbare bibliotheken. Om tot zuivering te komen van de kleine bibliotheekjes zou spr. willen verzoeken een strengere controle, op hetgeen daar 'wordt uit geleend. Eon groot deel der burgerij is diep gekwetst door de extra dansvergunningen op de hooge christelijke feestdagen. Met deze enkele bemer king hieromtrent wil spr. volstaan. De VOORZITTER zegt, dat het opruiend op treden van den heer van Burink, hier gedekt door zijn parlementaire onschendbaarheid, hem diep heeft gegriefd. Zijn woorden waren ook een kaakslag voor de Rotterdamsche arbeiders. Spr. moet den heer Schouten toegeven, dat hier verkeerd wordt gedaan, wanneer gedebat teerd wordt over het hoofd van den burgemees ter heen met den hoofdcommissaris of de an dere politie-ambtenaren. Wat betreft het geval-van der Weele, wijst spr. erop, aan welke aanvallen en aantijgin gen deze inspecteur heeft bloot gestaan. Toen spr. de beschuldigingen eens ging onderzoeken, bleken deze slechts van geringe beteekenis te zijn. AVat het J oor den heer Lührs ter sprake ge brachte geval van het Luxor-Theater betreft, dit is geschied met spr.'s voorkennis. Het ver antwoordelijke hoofd in dergelijke aangelegen heden is spr.' zelf. De bioscoopexploitanten heb ben dit te bedenken. Spr. breekt hier zijn rede af. De vergadering wordt hierna geschorst tot des avonds half negen uur. AVONDZITTING. DE BEGROOTING XI.. Het politie-beleid.. Dé VOORZITTER vervolgt zijn rede: Ten aanzien van. de bestrijding van porno grafische lectuur gelooft spreker niet, dat we verder kunnen gaan. Als de ambtenaar van 't Openbaar Ministerie geen vervolging kan in stellen, dan doet dit .aan de zaak meer kwaad dan goed. In samenwerking met de justitie, zullen we voorloopig. doen, wat gedaan kan worden. De zaak van de verkeersbrigade is in voor bereiding. Binnen niet te langen tijd hoopt spreker de zaak in den Raad te kunnen bren gen. Het geval van het optreden der politie in de Lange Baanstraat, behoort volgens spreker niet in den Raad thuis. De politie trad echte niet zoo op, dan nadat de kwaadwilligen met bloempotten e.-d. naar de politie waren begon- nen te gooien. AVat betreft de relletjes op den Goudsche Sin gel, merkt spreker op, dat van 10 tot 28 Augus tus er hier ongeregeldheden waren. Steeds trad dé politie op, maar de ongeregeldheden namen toe. Toen heeft de politie een avond (Vrijdags) zich afzijdig gehouden. Met nood lottig gevolg. Achteraf beschouwd was die tac tiek miet verstandig. Den dag daarop zijn an dere maatregelen genomen en toen was het spoedig uit? Spreker moet hier zijn groote waardeering uitspreken voor het moeilijke werk van de politie in die dagen. Gesard, getergd, hebben zij hun kalmte weten te bewaren. Wat betreft de oplegging van straffen, wijst spreker er op, dat hier in Rotterdam betrek kelijk weinig gestraft wordt in vergelijking met elders. Dit geeft ook de R. K. Politie ambtenaar toe. Over een commissie yan advies Wordt op het oogenblik zwaar onderhandeld. Zoolang Spr, het rapport hierover niet heeft ontvangen kan spr. er zich niet over uitlaten. Spr. zal trachten het georganiseerd overleg voor de politie in overeenstemming te brengen met dat voor het gemeentepersoueel. AVat betreft de strafmaatregel van „aan het lijntje loopen", ook deze zaak is geweldig opge blazen. Voor 1915 werd altijd aan het lijntje geloopen. Eerst in 1919 is er meer vrijheid ge komen tot vrije surveillance behoudens vaste controle-punten. Wanneer een agent blijk geeft de kantjes er af te loopen, moet hij onder con trole gesteld worden. Dit is noodig voor de goede_ functioneering van den politiedienst. Voor de derde maal is de nieuwe dienstrege ling ter sprake gekomen. Eigenlijk behoort ze hier niet thuis. Het lijkt een heel moeilijke zaak. De dienstregeling is onder bezwaren in gevoerd. Men kaii er nu na één maand nog niet over oordeeien. De zaak heeft spr. voortdurend beziggehouden. Spr. is niet blind voor de daar aan klevende bezwaren. Vorige week Zaterdag avond heeft spr. de ronde gedaan van 11.30 tot 2.30 in wijk II, zoogenaamd aa" det lijntje ge loopen met een inspecteur. Spr. heeft toen een uur gerust en toen een andere wijk genomen. Zonder eenige ver moeienis heeft spr. deze route kunnen loopen en spr. kan zich niet begrijpen, lioe een agent van 3545 jaar dat vermoeiend kan noemen. Zeer en zeer overdreven moet spreker dan ook noemen dat bezwaar van de vermoeienis. Ook is spr. niets gebleken van de onmogelijkheid om voortdurend te surveiileeren. En nu moet men weten, dat een dergelijke dienst maar eens in de 8 dagen voorkomt. Spr. zal de' zaak nog eens onder de oogen zien als men van ondervinding kan spreken, doch spr. is op het oogenblik van gevoelen, dat van het personeel niet te veel wordt gevraagd. De heer LÜHRS (S.D.A.P.) repliceert en verdedigt zijn critiek tegen de door hem ge noemde politie-ambtenaren. Spr. kan den bur gemeester toch niet ter verantwoording roepen voor .daden, die buiten den burgemeester om geschieden. Jarenlang heeft spr. aangedrongen op bezui niging op de politie. Het is natuurlijk niet al leen aan spr. te danken, dat eindelijk iets is bereikt op dit gebied. Spr. acht uitbreiding van liet corps niet noodig bij niet doorvoering dei- nieuwe dienstregeling, want door centralisatie is te bezuinigen op bet personeel. Nogmaals moet spr. aandringen op een com missie van bijstand voor politie-aangelegenlie- den. Spr. wil een goed politiecorps. Doch bet optreden van den hoofdcommissaris e.a. is daarvoor een hinderpaal. Zoolang de leiding niet inziet wat noodig is voor een goeden geest in het corps, zullen de [klachten blijven voort duren. Spreker begrijpt niet, dat dé voorzitter geen afkeuring heeft uitgesproken oyer de uitlating r'V'fcy van den hoofdoomimdssM-is tegenover de straat venters over den. Raad. De VOORZITTER: Dan hebt u niet goed ge luisterd. De beer LüHRS kan zoo'n uitlating van den hoofd commas-saris niet duiden en dient daar om de volgende motie in:, „De Raad, gezien de houding van den hoofdcommissa ris in de conferentie met den Rottend. Bond van Straatventers, keurt bet optreden van den hoofdcommissa ris in de ergste mate af en gaat over tot de orde van den dag." De heer DE VISSER (C.H.) begint mei op ie merken, dat hij niet begrijpt, hoe de voorzitter de kwestie van al of niet afschaffing van de attiil-a bij de bereden brigade in het georgani seerd overleg brengt. Dat i-s toch geen onder werp voor georganiseerd overleg. Wat betreft de afkeuringsmotie van den heer Liibrs, wil spreker opmerken, dat de hoofd commissaris het kan doen met hetgeen de burgemeester heeft geschreven en gezegd. De heer HENDRIKS (R.K.) bestrijdt"het be zwaar van den heer De Visser over het g. o. Ter bespoediging van den gang van zaken was bet wellicht beter geweest, dat het initia tief voor de instelling van een commissie van beroep was uitgegaan van den burgemeester. Spreker hoopt, dat de zaak spoedig voor ei- kaar zal zijn. Spreker moet den voorzitter opmerken, dat deze ten onrechte den R. K. Politiebond heeft genoemd als aecoord te gaan met het huidige s'traffenstelsel. Spreker moet den voorzitter opmerken,' dat de nachtelijke tocht van den burgemeester niet afdoende ervaring kan geven o-ver de zwaarte van een dergelijke surveillance. Spreker kan -zich voorstellen, dat een groot aantal mem- sehen daar physdek en psychisch niet is tegen opgewassen. Wat betreft de motie-Lühns, wil spreker op merken, dat o-ok Spreker is getroffen door de wijze, waarop de burgemeester zij-n afkeuring heeft uitgesproken over de woorden van den hoofdcommissaris. Spreker is door die wijz« teleurgesteld. Spreker zou afkeuring willen uitspreken, mits vaststaat voor ons, wat ge sebied is en onder welke omstandighedem- Da&rom kan spreker er voor vandaag -geen oor deel over uitspreken. De heer VAN AALTEN (V.D.) acht de motie niet noodig. De wijze van afkeuring door den voorzitter acht spreker voldoende. De heer SCHOUTEN (A.R.) komt op tegen de uitlating van den heer Lührs, dat hij zich over uitbreiding van het corps niet wensoh-t nit te spreken. Als men de dienstregeling ge wijzigd wil zien, moet men die uit-bre: ding in verband daarmede beschouwen. Spreker begrijpt niet, waarom de beer Lührs den Raad een uitspraak wil laten doen over iets, waarover reeds de verantwoordelijke per- soon zijn oordeel beeft gegeven. De heer HEIJKOOP: Als een sanctie op het oordeel van den burgemeester. De heer SCHOUTEN gaat de motie hoe lan ger hoe meer zien als een slotstuk op een campagne, welke den hoofdcommissaris in een onhoudbare positie moet -brengen. Waf betreft de uitlating over den steun aan het gezag, licht spreker nader zijn standpunt toe, hierop neerkomend, -dat de drager van het gezag den steun aan dat gezag- niet moet be moeilijken. AVij hebben -den plicht het gezag te steunen, maar de uitwerking van dien plicht kan bemoeilijkt worden door den inhoud, die door den gezagdrager aan het begrip gezag in zijn vollen omvang wordt toegekend. Spreker meent niet te veel te vragen, als hij de over heid verzoekt rekening 1e houden met den grondslag van het gezag, opdat het goede worde gesterkt, gesteund en verricht. De A'OORZITTER verklaart den heer Scihou- en, dat hij van diens woorden een andere op vatting had gekregen. De motie-Lührs dost spreker buitengewoon veel leed. Spreker ontraadt de motie. Deze wordt hierna in stemming gebracht en verworpen met 21 tegen 13 stemmen (voor S. D. A. P. en C. P.) De vergadering wordt hierna geschorst tot hedenmiddag. Strafzitting van 10 November Oplichting Hierna moest de 33-jarfge H. C. R., thans gedetineerd, zich verantwoorden wegens heling Verdachte zou op verschillende tijdstippen in Augustus en September 1927 met het oogmerk zich wederrechtelijk te bevoordeelen J. Kroon, A. M. Nobel, H. G. van Groningen en J. Snij-t sneven bewogen hebben tot afgifte van 200 na een advertentie in bet Rotter- damsch Nieuwsblad geplaatst te hebben van den volgenden inhoud: „Boterbezorger gevraagd, sal arts 27.50 p.w„ borgstelling 200." A'erdacfhte had zich voorgedaan als in be trekking staande tot de firma Verschure en Wiitteveen, boterfabrikanten te Rotterdam en had verteld dat genoemde firma hem finan cieel in staat stelde tot een uitgebreide reclamecampagne. Verder deed hij verhalen over auto's en boterwiagens die hij in zijn pakhuis aan de Hooglandstraat had staan en dat hij Joopers had in verschillende -steden. Gm het' zaakje zoo lang mogelijk te kunnen voortzetten had hij de gedupeerde nienschen op den mouw gespeld dat de directie van Verschuere misschien" zou zeg gen dat zij te duur -werden, maar dat was geen bezwaar, jan zou hij we! zorgen dat zij een plaatsje op de fabriek van de firma Verschuere kregen. Als relatie bij wnen men informaties over hem kon imwinnen, had hij opgegeven mr. IJssel de Schepper, met wlien hij in de loge zat. De nienschen sloegen geloof aa-n zijn ver halen en stelden hem de tweehonderd gulden of gedeelten daarvan ter hand. Als getuigen werden gehoord de slachtoffers die verklaringen aflegden over de verbalen die verdachte hun gedaan had. Behalve getuige J. Kraan, die slechts 100 bad gestort, waren de anderen allen bun tweehonderd gulden, die zij als borg stelling hadden moeten siorten, kwijtgeraakt. Getuige v. d. Berg, bezitter van bet pak huis aan de Hooglandstraat verklaarde, dat bij dit pand nooit aan verdachte had ver huurd. De verdere getuigen in totaal waren er negentien weerlegden al de ver halen, die verdachte had gedaan. Verdachte verdedigde zich door telkens te zeggen: „Dat ls een vergissing" of „dat is de verkeerde man". De president merkte op dat de rechter commissaris met eindeloos geduld al de men sehen heeft gehoord die verdachte op-gaf. Het resultaat was echter steeds gat de beweringen I van verdachte onjuist bleken te zijn. De ambtenaar van het O. M., mr. E. Schutter, achtte de ten laste gelegde feiten door de vele getuigenverklaringen wettig en overtuigend bewezen. Spr. wees er op dat deze Verdachte zeer gevaarlijk is voor de maatschappij en requireerde derhalve de maxi mum-straf, drie jaar gevangenisstraf. Verdachte voerde eerst zelf zijn verdedi ging. Hij verklaarde dat zijn opzet eerlijk was geweest. Een paar keer was hij wel bezijden de waarheid gegaan. De tnensehen die een borgsom hadden gestort hadden bun geld terug kunnen krijgen als ze er maar om gevraagd hadden. Verder behandelde verdachte het psychiatrisch rapport dat over hem was uitgebracht. A7ei"dachte verklaarde zeer wel bij zijn hoofd te zijn* Tenslotte vroeg verdachte zijn vrijspraak, omdat hij meende dat de $em ten laste ge legde oplichting niet bewezen was. Mr. P. A. Hubert v. Beuzekom, verdaebte's raadsman, betreurde bet dat de politie zoo snel ingegrepen beeft. AA'as dit niet ge beurd dan was alles in orde gekomen. AVat betreft de leugens diie verdachte zou verteld hebben, merkte spr. op dat iedere zakenman geneigd i-s zijn zaak in het meest gunstige daglicht te stellen. Resumeerend concludeerde spr. tot vrijspraak, subs, een onderzoek naar verdaehte's geestvermogens. Uitspraak 24 November a.s. De rechtbank heeft veroordeeld: den 24-jarigen C. O., zonder beroep, ge detineerd en recidivist wegens diefstal van een portenionnaie met 40 ten nadeele van zeikeren L. S. met wlen hij op 9 September was uit geweest tot 1 jaar en 8 maanden gevangenisstraf .y#-, De 32-jarige B. B. die terecht stond wegens een overtreding van de arbeidswet werd vrijgesproken. AA7. S. die terecht stond terzake van- een overtreding van de verordening op het ge bied van roeivaartuigen tot 0.50 boete subs. I dag hechtenis. A G. C. wegens een overtreding yan de verordening der straatpolitie tot 10 boete subs. 5 dagen hechtenis. Den chauffeur N. H. v. E. wegens een soortgelijk feit tot 10 boete subs." 5 dagen hechtenis, ïi. J. Jd. H. wegens het rijden met twee personen op een daartoe n-iet gebouwd lij wiel tot 0.50 boete subs. 1 dag hechtenis. J. B. wegens een overtreding van artikel 137 S.AV.B. tot dezelfde straf, als waartoe de kantonrechter verdachte ver oordeelde. Den 48-jardgen L. K. gedetineerd wegens verduistering in dienstbetrekking van 3000 en een motorfiets ten nadeele van H. F. D. Valkhof f, tot zes maanden gevangenisstraf voorwaardelijk met 3 jaar proeftijd. J. O. wegens diefstal tot 1 jaar en 3 maanden gevangenisstraf. URJTIEK OP DEN STAATSSTEUN. A'erschenen is het voorloopig vérslag der Eer ste Kamer over het ontwerp tot wijziging van hoofdstuk VIIB der Staats-begrootihg voor 1927. A7ele leden waren, blijkens dit verslag, van oordeel, dat dit ontwerp behoort te worden aangenomen. Ook door andere leden werd hulde gebracht aan dit regeeringsbeleid. Eenige leden echter meenden, dat mep ten deze wel wat ver was gegaan, dat het met name niet noodig ware geweest ook steun te verleenen om de aandeelen op prijs te houden. Enkelen vonden het een onnoodig duren maat regel, de aandeelen op den koers van 84 pet. Ie houden. Bovendien stond voor insiders de gelegenheid open om hiervan misbruik te ma ken, daar men wist, dat de koers van 84 pet. niet te handhaven was. Ook betreffende de amortisatiebewijzen acht- te men de regeering te vrijgevig geweest. A7an andere zijde werd hiertegenover opge merkt, dat het niet aangaat, om de maatrege len, door de regeering destijds noodig geacht, tha.ns te veroordeelen. Andere leden weer konden de "opmerking niet achterwege laten, dat in dezen met twee maten is gemeten, waar thans een groot lichaam ge steund wordt, terwijl meerdere kleine instellin gen, aan welke deze steun onthouden is, bereids verongelukt zijn. Verschillende andere bank instellingen zouden met betrekkelijk geringe huip te helpen zijn geweest, doch aanvragen van die zijden zijn zonder meer van de hand gewezen. Met name werden de Hanze-banken genoemd. Door het ontbreken van hulp aan deze instellingen zijn talrijke middenstanders in groote zorgen geraakt. Betoogd werd, dat eenige vorm van medezeg genschap van den Staat in de gestie der groote banken stellig in aanmerking behoort te ko men. Het kapitaalcomplex der groote banken, zoo waren deze leden van oordeel, omvat reeds in zoo ruime mate bet belang der ge meenschap, dan dat bet nog uitsluitend kan worden toevertrouwd aan particulieren en het gaat volgens ben niet aan, er den Staat als vertegenwoordiger dier gemeenschap eerst bij te haien, nadat het gevaar o£ de feitelijke be nadeeling is ingetreden. Verschillende leden achtten zeer onbevredi gend de wijze, waarop de minister de vraag heeft beantwoord van de eventueele strafrechte lijke aansprakelijkheid van voormalige bestuur ders der Rotterdamsche Bank voor het opma ken. van een balans, welke wellicht vervalscht moet heeten. Gevraagd werd of de minister hierover bet oordeel wil inwinnen van zijn ambtgenoot van Justitie en dit, liefst omstan dig gemotiveerde oordeel in zijn memorie van antwoord aan de Kamer wil mededeelen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1927 | | pagina 12