feuilleton RONDOM DE BEGROOTING VOOR 1928 tweede blad riviertijdsngen. WOENSDAG 16 NOVEMBER 1927 TWEEDE KAMER MINISTER DE GEER BEANTWOORDT DE SPREKERS IN EERSTE INSTANTIE DE REPLIEKEN ZIJN BEGONNEN PRACHTIGE VERDEDIGING VAN HET KABINETSBELEID MGR. NOLENS IS OVERDUIDELIJK De lieer van Schaik brengt een nieuw geluid NEDERLAND-BELGIË EEN KINDJE UIT DEN TREIN GEVALLEN OF GEWORPEN? OVERVAL IN EEN TRElNCOUPé SPORT Ef\! SPEL, NONSTOP-VLUCHT ENGELAND-INDIE ENGELSCHE NAIJVER OLYMPIADE 1928 DE K. N. A. U. IN DE PENARTE ER ZAT EEN JUFFROUW HEEL ALLEEN FLUISTERENDE BOOMEN Bijna twee-en-e-en-half uur heeft he Minister president het woord gevoerd ter beantwoording va.n de vele opmerkingen hem gemaakt. Dat is het nadeel als de Minister-President tevens Minister van Financiën is, want nu moet hij alles beantwoorden. Minister de Geer is een goed spreker, maar het giiig toch boven zijn kracht om gedurende zoo langen tijd de aandacht van de Kamer te hinden. Krachtig heeft hij het beleid van het kabinet verdedigd. Jammer, dat hij met zijn uiteen zetting, als hij zich zelf of zijn beleid verdedigt tegen een daarop plaats gehad hebbenden aan val, wel eens irriteert. Dat geschiedde ook nu weder, toen hij het defensie-beleid hesprak en steun eischte voor dezen Minister van Defensie, die ons volk waar gaf voor zijn geld. Men moet hem niet om politieke bijbedoelingen ten val brengen. Geen wonder, dat deze op merkingen den overigens kalmen Mr. Heems kerk, dien hij pas zeer geprezen had, uit zijn tent lokten. Het was te laat, cok al verklaarde Minister de Geer- later, dat hij verkeerd be grepen werd. Ook de coalitie is ter sprake gekomen, want het is bekend, dat zoodra er een regeerings- meerderheid is, dit kabinet de portefeuilles ter beschikking stelt. De Minister heeft er niet alleen nog niets van gemerkt, maar het bijwonen van de debatten heeft hem zelfs de yetenschap gebracht, dat er voor 1Ö29 wel geen jprake zal zijn van een herstel van de coalitie, ♦'el is waar zeide hij dat niet met deze woor den, maar zijn daden wezen dat uit. Bij de kwestie van de financieele regeling tusschen rijk en gemeenten ontwikkelde hij een program in de gedachte, dat hij het wel tot de ver kiezingen zou uithouden. Mgr Nolens denkt er precies zoo over, al heeft hij heden door zijn verklaringen de politieke atmosfeer, waarin het vertrouwen tusschen de partijen hersteld moet worden, wel wat gezuiverd. De vraag van Dr. de Visser, de vorige week gesteld, of in den nacht van 11 November de verklaring van den heer Snoeck Henkemans dat de rechtsche samenwerking door hem werd aanvaard en beschouwd als de beste voor den gang van zaken voor de toe komst van ons land en volk aan de aar. dacht van Mgr. Nolens was ontsnapt, was wel wat naief. Het antwoord daarop was daarom volkomen juist, dat dit niet het geval was, maar dat de daden In strijd waren met. deze woorden. Nog eenmaal heeft Mgr. Nolens thans de kwestie van het gezantschap uiteengezet. Het was een instelling in 's lands belang en de opheffing was dus niet een nadeel voor de katholieken; alleen de wijze waarop het ge schiedde, was een beleediging voor de katho lieken. Gedane zaken nemen echter geen keer en het gezantschap bij den H. Stoel kan nooit dienen als ruilobject* voor eenige medewerking aan welk kabinet ook. Volkomen duidelijk dat het herstel daarvan dns ook niet op ons program als eisch zal voorkomen. Dwingen de omstan digheden er toe dat we er weder graag een gezantschap zouden hebben, dan moet de Regeering zelf maar pogen de moeilijkheden uit den weg te ruimen. Zoo duidelijk als heden is er nog niet gezegd, dat nieuwe samenwerking niet behoeft af te stuiten op het gezantschap. De Katholieken, uitgenomen dan de partij van den heer Arts. vragen er niet om. Het vertrouwen, noodig- om op staatkundig gebied samen te werken, moet alleen maar hersteld, wat kan, nu de bezwaren tegen samenwerking met links steeds grooter worden. Dominé Kersten, die de vorige week zoo jubelde, had heden een slechten dag, want de Regeering wees alle grieven, die hij tegen het kabinet had, af en mgr. Nolens bracht hem, evenals dominé Lingbeek, die ook den Katho lieken maar liefst alles verbieden wilde, den eed, dien zij op de Grondwet hadden afgelegd, in herinnering. In de Grondwet staat vrijheid van godsdienst gewaarborgd. Een terechtwij zing, die zij volkomen hebben verdiend. Om tot de rede van Minister De Geer terug te keeren: voor ons was van belang, na zijn afwijzing van bet verzoek van den heer Van Vuur en ten opzichte van een ontwerp-verlaging der inkomstenbelasting met meer kinderaftrek, dat hij zich tegemoetkomend toonde tegenover den heer Fleskens. Als deze afgevaardigde een amendement indient om een gezin met 5 kin deren en daarboven een kinderaftrek te geven van een of mogelijk zelfs twee boven het aantal, dan is de minister er niet tegen. Het is wel niet geheel wat wij Katholieken verlangen, maar het is toch iets. De verklaringen van den minister ten op zichte van de economische politiek bevredigden ons minder Wel heeft de minister zich onthou den van het stellen van den eisch, dat de kiezers er over gehoord moeten worden, maar voorstellen als in de Troonrede werden toege zegd, zijn voorloopig toch niet te wachten. Heel wat adviezen zullen nog moeten worden inge wonnen. De ambtenaren zijn door het betoog van den minister ook niet veel wijzer geworden. Voor een algemeene opvoering van het salarispeil bestaat er volgens den minister geen reden en hei bedrag, dat beschikbaar is voor verhoo ging, noemt hij ook niet. Nadat Mgr. Nolens tegenover den heer Mar- chant de provincies Limburg en Noord-Brabant had verdedigd, hield de heer van Schaik in antwoord op de aanvallen, die hij van d,e lei ders der S.D.A.P. en V.D. Partij te verduren had gehad, een merkwaardige rede, die nog meermalen tot zeer breedvoerige discussies aanleiding' zal geven. Het was een nieuw geluid, waarop, zooals de heer Albarda terecht opmerkte, maar niet zoo dadelijk te antwoorden was. Zweert de heer Marchant wat de staatkunde aangaat, bij Thorbecke en Buys, de heer van Schaik staat daar ver vandaan en nadert met zijn inzichten wel eenigszins die van de Savornin Lohman. Geen wonder, dat de leider der Christelijk-Historischen Dr. de Visser met ge spannen aandacht en meermalen instemmend luisterde. Zijn gronddenkbeeld is, dat de mi nisters niet in de regeering zitten als uitvoer-- ders van den wil van de volksvertegenwoordi ging. De kamerleden vertegenwoordigen het volk en controleeren de regeeringsvorming. Als zij dan ook afkeuring over een regeeringsdaad uitspreken, sluit dat niet in den plicht om de regeei ing over te nemen. Een andere kwestie is het of men daartoe niet genegen is als de Kroon roept. Dat is volgens Mr. van Schaik het parlementaire stelsel en niet de eisch van een regeeringsmeerderheid, die dadelijk op de open komende zetels gaat zitten; dat is En- gelsch parlementarisme waar men lang twee partijen had. In strijd met zijn theorie ls dan ook het tegenhouden van de vorming van een goed extra parlementair kabinet, zooals Mar chant deed toen hij zijn partijgenooten bij de vorming van het kabinet Limburg gebood zich verre te houden. Er zal over deze denkbeelden nog veel ge schreven worden, want het gevaar is groot, dat ze voeren tot de koninklijke kabinetten. ACTIE OF ONTHOUDING Thans nog geen basis voor onderhandelen Aan de memorie van antwoord op het hoofd stuk Buitenlandsche Zaken der Staatsbegro ting wordt het volgende ontleend: De bedoeling van de zinsneden, der Troon rede over de verhouding tusschen Nederland en België, was, haar niet onbelicht te laten in een stuk, dat bestemd is de algemeene richt lijnen aan tegeven welke de Regeering voor hands ten aanzien van hoofdzaken in haar beleid denkt te volgen. Naar het oordeel der Regeering mocht in de troonrede een passus betreffende de verhouding van Nederland tot België daarom niet ontbreken. Met het gevoelen van de leden die van oor deel waren, dat het belang, hetwelk ook naar hun inzien onmiskenbaar gelegen is in een zuivere verhouding tusschen Nederland en Bel gië, op dit oogenblik onzerzijds eerder ont houding dan actie vordert, kan de Minister zich in zoover vereenigen, dat op het huidig oogenblik de noodige basis voor onderhandelin gen nog niet aanwezig is. Maar zoodra het thans in gang zijnd nader onderzoek zal zijn ten einde gebracht, zal naar zijn oordeel dezer zijds niets meer aan een nieuw overleg met België in den weg behoeven te staan. BE VLEESCHVERGIFTICING TE NIEUW-VENNEP. Zijn eigen familieleden als proefkonijnen gebruikt. HEEL WAT PERSONEN HEBBEN ERAAN GELEDEN Omtrent de in Nieuw-Vennep geconstateerde vleeschvergiftiging vernemen wij nog het volgende: Begin November was bij een hoer een veulen gestorven en door den slager J. gekocht, die het dier niet ter keuring aanbood. Het dunne vleesch sneed hij uit en gaf het aan de varkens, de dikke stukken echter zagen eT zoo goed uit, dat hij ze zoutte en rookte. Zondag 6 November gebruikte hij er van met enkele leden van zijn gezin. Toen zich geen nadeelige verschijnselen voordeden, besloot de slager tot den verkoop van het vleesch over te gaan. In den nacht van Maandag op Dinsdag werden echter wel leden van het gezin van den slager ziek en Dinsdags liet hij zooveel mogelijk het verkochte vleesch terug halen. Velen hadden evenwel reeds van het vleesch gegeten. Door den Keuringsdienst van Waren is toen een onderzoek ingesteld, waarna het vleesch ter onderzoek is doorgezonden naar den directeur van het openhaar slachthuis en in diens labo ratorium werd geconstateerd, dat het vleesch geïnfecteerd was. Een nader onderzoek is Vrijdag en Zaterdag ingesteld in de veterinaire afdeeling van het laboratorium te Utrecht, waar geconstateerd werd, dat het vleesch geïnfec teerd was met de paTatyphnshacil B. Enkele patiënten, (één dokter behandelde er 26), zijn er ernstig aan toe geweest; de toe stand van een jongen ls zelfs hoogst ernstig geweest. Toch zullen Zoo 'goed als zeker allen er bovenop komen. Tegen den slager is, zooals gemeld, proces verbaal opgemaakt. De zaak vraagt opheldering Men meldt uit Boxtel aan het „Hgsz": Maandagmorgen tusschen half 8 en 8 uur Is uit den trein tusschen Boxtel en Oisterwijk, een kindje van ongeveer 3 jaren oud gewor pen of gevallen; het kindje is later langs den spoorweg gevonden en leefde gelukkig nog; het was slechts weinig geblesseerd aan het eene handje en aan het gezichtje. Het is te hopen, dat de politie er in slaagt, dit drama op te helderen. Een mislukte berooving. LONDEN, 15 November. (H.N., Draadloos) Kapitein Mac Intosh en de heer Bert Hinkler zijn vanavond van het vliegterrein Upavon ver trokken voor een nonstopvlucht naar Britsch- Indië. De poging wordt door de vliegers ge daan om het record voor een nonstopvlucht, dat thans op naam van Amerika staat, weer op naam van Engeland te brengen. Zij maken de vlucht met den Fokker eendekker „Prinses Xenia", waarmede kapitein Mac Intosh zijn vlucht naar Amerika is begonnen, die hij echter tengevolge van het slechte weer hij de Westkust van Ierland moest afbreken. De weerstoestand was vandaag, toen zij ver trokken, gunstig. De zon scheen en er woei een frissche Westen wind. De „Prinses Xenia" startte prachtig. Huisvesting der bezoekers Thans is, als gevolg van een gepleegd overleg tUJtschen het Comité 192S en de gemeente Amsterdam, de vereeniging ,,'t Koggeschip" daartoe door het gemeentebestuur aangezocht bereid gevonden een speciaal huisvestings bureau ten dienste van de bezoekers der Olym pische Spelen in te richten. Pompen of.... GEEN GELD, GEEN TRAINING VOOR DE OLYMPIADE De Kon. Ned. Athletlek-Unle is te Amers foort in vergadering bijeen gekomen. Nadat eenige huishoudelijke zaken waren afgehandeld kwam de training voor de Amster- damsche Olympiade in bespreking. Uit de g ed achten wissel i ng- bleek, dat de geld middelen ontoereikend blijken, ofschoon met waardeering gewaagd werd van den steun van- wege het Ned. Olympisch Comité. Met de hui dige middelen is de training nog slechts voor een zestal weken verzekerd. Komt er geen uitkomst, dan moet omstreeks Nieuwjaar met de training worden gestaakt. Men hoopt nog door verlotingen eenlg geld ijeen te krijgen. Plaatsbewijzen voor de Olym piade moeten als prijzen dienst doen. Het ls de vraag of het lukken zal, maar te probeeren is het in ieder gevRl. Gisterenmiddag omstreeks kwart voor drie, heeft een ongeveer twintigjarige man op het C- S. te A'dam getracht zijn slag te slaan. Hij drong een coupé binnen van een trein, die op het punt stond naar Hilversum te vertrek ken. In den coupé zat alleen een dame. De man hield haar een revolver voor, ontrukte haar taschje en ging ermee aan den haal, ach tervolgd door de juffrouw en eenige andere personen. Hij wist van het station weg te komen, doch buiten viel hij spoedig in handen van een politieagent die den vluchteling on middellijk in de gaten had. De man bleek nog In het bezit te zijn van het taschje en van liet „wapen", dat een speelgoed-rev-gj ver bleek te zijn. De man is in verzekerde bewaring ge steld. HANSWEERT, 15 November. Gepasseerd voor 4 uur en bestemd voor- ROTTERDAM: st. Telegraaf 5; st. Leontiiie; Mawa, Schot; Whampho, Esmeyer; Avontuur, Schut; St. Antonius, Peter; HANSWEERT: st. Veneranda; Elisabeth, Slotje; DORDRECHT:' ?/iF°meyer Helmerieh; Johanna, Jongen;' 2 Gebroeders, Koopman; ZWIJNDRECHT: st. Antonia 1; DEN HAAG- Oso 15, de Jong; AMSTERDAM: st. Stad Am- „YERSEKE: Adriana, Heydens- GOES: st. Stad Goes; OOSTERHOUT: Pema, de Boer; c DUITSCHLAND: st. Rijn Schelde 1; Saphir, v. d. Dussen; Marcelus, Rouge; Fluviaïe 17) Schott; Stad Brugge, VercammetiDana, Maas- \eilat, ReyniersStad Lier, Steegman. BELGIë: st. Alberdina; st. Vertrouwen; st. Industrie XI; st. Telegraaf 16; Johanna, de Stro per; Nieuwe zorg, van Doorn; Niets zonder God van Doorn; Julia, de Weerd; Madonna, I-Iubers; Elise, v. d. Linden; Meteor, van Eek; Henrica', Ariens; Henrica, Koenraads; Jolea, Witjens; Mejo, de Bont; Mannheim 34, Rossler; Maehien- steen 14, de Feyter; Anna, v. d. Pluym; Geraldo, Folman; Hendrikus, Meyer; Kaba 2, vail Biezen Regina Coeli, Lughtart; Confiance, Verberght; Adelheid, Janssen; An ja, Heyboer; Alice. Ver- beeck; Maria, Verbeeek; Andre Chenier, Mathey;' Irma, Steketee; Henri, Landskroon; Anjou, Mornm; Titania, Braun; Melusine, Behrens; Medea, Pals; Albert, Camermans; Vriendschap', Besjes, Julius, Dolir; Alida, v. d. Vegte; Vvuta, Michielse; Fides, Stancke; Neptun 44, Kraus; Diabolo, Janssens; Onderneming, Terstege; Per- fer et Obdure, Bruins; Louisa, Janssen Dymphna, van Laack; Verwisseling, Bos; Con fide, Maas; Bizerte, Sonderman; Laos, Sehoots;' Quinten Matsys, Tronkoe; Nautilus 5, van Meel;' Phenix Rhenan 1, Drabben; Maria, de Winde;' Metalwerke Unterweser, Miklex; Vertrouwen 2, v. KerpelAlida, v. d. Vegte, Maria Jeanne, Cleemput; Jeannette Marie, v. d. Linde; St. Dix- muide, Vervliet; Pascal, de Munter, Pieternella,- de Haas; Gelsenkirchen, Blum; st. Johanna;' I Tabor, de Bot; Antonia, Arends. LOBITI-I, 15 November. Gepasseerd en bestemd voor: ROTTERDAM: s. Stromboli; s. Fiat 8; id. 9; s. Georg Reitz 2; s. Wesselina; s. Constantina; s. Embla; s. St. Odiie; s. Vara; s. D Alembert; s. Seine; s. Fiandria; Kanaan, Smidt; Mathilde, Terjung; Rotterdam, Herrchen; Annie, Ver schuren; R, W. 4, Heid; Walsum 9, Jolie; s. Stinnes 12; s. Ileinrich; Petroneila, v. Eick'en; Anna, Vos; Mannheim 56, Wehner; Neptun 72, Weinand; s. Badenia 1; s. Gerardina; s. Newa; Anna, Kinzler; AMSTERDAM: s. Katwijk; Wijkdienst 14, v. Dort; id. 8, Staal; Linquenda, Visser; Maasstroom 31, v. Hasselt; Johanna, Vermeulen; Anna, Louise, Lurkin; Whistier, de Vries; Voorwaarts, v. d. Vegte; WEERT: Hendrika, Beenen; UTRECHT: Eisa, Schip pers; Johanna Adriana, Vermeulen; BRIELLE; Morgenster, v. Driel; BUDEL: Emil Solui,' Leuthner; HARLINGEN: Marcel Louise, Kief-' fer; Andreas, de Looy; CALLANDSQOGCon-' form, v. Loehem; STOCKHOLM: Esperance,' Blomberg; EÜRWENEN; Johanna Bernardi- na, Verhoeven; KINDERDIJK: de Vriendschap, de Puyker; RENKUM: Johanna Theodora, Lu- cassen; ZUILEN: Columbus 2, Boode; WOER DEN: de Vriendschap 2, Bons; KRIMPEN: Jo hanna, Verdoorn; BREDA: Cornelia Maria, v. Schyndel; VELZEN: Gliick, Schuitemaker; STETTIN: s. Main; BELGIS: Beranger, Krebs; En.anuel, Smit;' Anher, de Jager; s. Rünschelde 8; Piëta, v. Holt; Windhorst, Vilters; Angele, Durinck; Ro- deur, Driessen; Johan Theo, Leenders; Felieie, v. Damme; Schamrock 2, Minnebo; Colonel Lenglez, Verberght; Vertrouwen, v. d. Veen;'- Celestine, Regenmortel; Martha, Maes; Johan, Vermymeren: Agnes, Albrechts; Jef Lambeaux, de Backer; Deux Soeurs, Pieters; Belgenland, Carron; Sulo, Brulnsma; Roeland, de Hartog;' Libertv. Koeveringen: Koeln 19, Rutterman; Mannheim 34, Rossler; Johan, Silvitis; Energie, Padmos; Dranaco 4, Geervliet; DUITSCHLAND: Wiika, Engler; Berckheide, Vermeulen; Vahalis, den Besten; Beethoven, Kimpel; Veteran, Urmetzer; Donar, Buehcl; Tennyson, Witjes; Cornelia Maria, Wakkee; Maria Therese, de Wachter; Scaldis 1, Rochtus; Rust Roest, Zuyderduyn; de Hoop, Oosse; Rijn- zeevaart 7, Gast; Freiheit, Zanier; Seam 1, Wa- genhöfer; s. Partout 2; s. K. Vaart 9; s. Luwen 3; E. Rerirs. Albatros; s. Sophie; s. Victoria; s. Oosterwyks. Baroma; s. Themis; s. Mann heim; s. San An toni; s. Raab Karcher 1; s. Roelfinas. Energie; s. Lena; Streven, Tero stra; Otma, Tromp; Antonia, v. Groezen; Ba denia 45, Ostertag; Hendrika, Meyer; Kosmo poliet, de Graaf; St. Maria, v. Strien; Theodo ra, de Jong; Wijkdienst 7, Bastiaanse; Marian ne Rosch; Harmonie, Wippel; Binnenvaart 2 Klap; Maria Wilhelmina, Lehman; Angeliena Verhey; Linus, Gommers; Dapg 7, Leuthner. 36.) Zij heeft mij bezocht; het kan een droom geweest zijn, maar ik geloof dat het meer was, Zij kwam naar mij toe om een boodschap te brengen. Misschien was zij eerst bij u geweest, maar kon zij niet binnen komen, daarom kwam zij naar mij. Haar boodschap voor u is, dat u alles beter moet leeren inzien. Zij is nu den vrede ingegaan. Als onze tijd gekomen is, zuilen wij haar daar volgen. Maak hem dat duidelijk zei zjj tot me. Hij heeft ons allen van dood en' schande gered. Een droom? kwam het langzaam uit de bleeke lippen van den soldaat tegenover haar, -chion, zei Barbara. Dat zou iedereen zeggen. Een droom, geïnspireerd door alles wat n mij verteld hebt en door mijn eigen ge dachten daarna. Maar ik geloof dat het wer kelijk meer was, zooals ik overtuigd ben dat. do droom die Barbara Nicholson meermalen gehad heeft, ook meer was dan een loutere droom iets als een waarschuwing. Ik weet niet waarover u het heeft. Daarom ben ik naar u gekomen, om u alles te vertellen, want u hebt het recht dat alles te weten. En er is niemand anders op de wereld wien ik die boodschap kan overbrengen. Hij trok zijn stoel wat dichter bij het tafeltje waarop Barbara een papier had uitgespreid. Hij zei mets, maar over zijn strak mager, glad geschoren gelaat kwam een uitdrukking, die Barbara bet bloed naar de polsen deed stuwen en alle weifelingen van eigen bedeesdheid on derdrukte. Hij had zijn ellebogen op de tafel geplant en zat bewegingloos, zijn kin op zijn saamgevouwen handen rustend, af te wachten. Zij keek hem zonder eenige vrees aan. Ik vertelde u dat ik Barbara op Chateau Ixotel ontmoet heb. Wij zijn daar ongeveer tien dagen bij elkaar geweest. Wij waren spoe dig beste vriendjes wat ook wel te verklaren is, daar wij beiden Engelsehen waren en on geveer van gelijken leeftijd. Ik houd eigenlijk m i VSn het woord' en w«et ook niet pre- meB er.mee wl! zeSS*» maar Barbara LtLZn PSy0; i3Ch noemen' vertelde mij dat zij een soort tweede gezicht had, dat haar somtijds weareehnwdo als er iets bijzonders gebeurde met personen die zij kende en die toch ver van haar af woonden, of voor dingen die nog in de toekomst lagen of zouden gebeu ren als men niet gewaarschuwd werd, In die drukke dagen hadden wij weinig tijd tot bab belen en ik hoorde betrekkelijk weinig van haar ondervindingen op dit gebied, wat natuur lijk wel het geval zou zijn geweest als niet elk uur in beslag genomen werd door de ver pleging van de gewonde soldaten. Wat ik u wilde vertellen was dit: Op een goeden morgen kwam Barbara zeer vroeg in mijn kamer. Het werd juist dag, en op haar gezicht lag zoo'n vreemde uitdruk king dat ik onmiddellijk recht zat in mijn lied, en dacht dat zij kwam vertellen dat de vijan den weer nieuwe vorderingen gemaakt hadden, wat wij reeds enkele dagen vreesden. Daar ik bijna den geheelen nacht gewaakt had, en maar zeer weinig had geslapen, wist ik wel dat zij mij niet voor een kleinigheid wakker zou maken. Haar gelaat was zeer bleek en angstig en plotseling bracht zij haar handen voor de oogen. Ik heb weer zoo'n akeligen droom gehad, zeide zij. Wat beteekent het toch? wat beteekent het toch? Captain Vale, zij vertelde me toen dien droom en dikwijls daarna sprak zij er nog van, want zij had hem al meermalen gehad en iederen keer was de waarschuwing met grooter nadruk uitgesproken ofschoon zij zich toch niet alles precies kon' herinneren. Het maakte zoo'n sterken indruk op me, dat ik neerschreef, wat ik er van ont houden heb en vannacht heb ik er nog wat bijgeschrevenwant toen stond alles me weer duidelijker voor den geest en kwamen me weer feiten in gedachte, die me vroeger ontsnaot waren U weet alles wat er in den kelder van Chateau Ixotel gebeurde. U weet dat hij in orde gebracht was om eenigen tijd als schuilplaats te kunnen dienen, indien dat noodig mocht zijn Barbara was dien middag met madame m den kelder geweest, vertelde ze me, om er eenigo levensmiddelen op te bergen wat wij van tijd tot tijd deden, als wij'iets konden uitsparen. En het was juist den volgenden mor gen dat zij met zoo'n verschrikt gelaat op me af kwam, en toén vertelde ze Barbara nam het papier dat ze dien nacht geschreven had en las; de oogen van den man waren onbeweeglijk op haar gevestigd. Het was een verschrikkelijke droom, die Ik reeds vroeger gehad had. Ik kan hem'niet geheel samenhangend weergeven; maar stuk voor stuk komt hij weer in gedachte en altijd met min of meer dezelfde beelden. Wij waren ln den kelder Barbara, vrouwen, meisjes, kleine kinderen. Jou zag ik niet. Ik zag de burge meestersvrouw met haar twee mooie dochters en er waren er nog meer, misschien wel twintig dat weet ik niet precies. En buiten was er een lawaai een verschrikkelijk ru moer. En wij wisten dat de vijanden het kasteel bezet hadden. Ook was hulp zeer nabij. In mijn droom werd ik gerustgesteld, dat zij niet zoo ver af was als die akelige mannen ons vonden? Duisternis en schrik om gaven ons. Ik kan je niet vertellen wat daar mee bedoeld werd; maar wij waren niet heele- maal alleen, wij vrouwen er was een En- gelsch soldaat bij cms. Ik zag zijn gelaat ter wijl hij den ingang stond te bewaken, de ba jonet in zijn hand vuur in zijn oogen. Ik voelde dat ais iemand ons kon redden, hij het moest zijn. En toen was ik in mijn droom mot hem aan het spreken. Ik sprak met een dwin gende nadrukkelijkheid, ik verzocht hem iets wat hij niet wilde toestaan, ik weet niet wat het was; telkens ontschiet het me, maar in mijn droom wist ik het. Toen werd alles weer duis ter en bang. Ik was nog in den kelder, ik zag alles. En ik wist dat de vijanden ons ge vonden hadden, maar de Engelsehe officier lag stervend op den grond; de vijanden liepen hem onder den voet om de doodsbevreesde, hulpe- looze vrouwen en kinderen en meisjes te kunnen bereiken. Ilc zag hun wreede, verwron gen, dierlijke gezichten, en ik zag ook het ge zicht van de burgemeestersvrouw toen ze haar mooie dochters omkneld hield, 't Was alsof ze mij verschrikkelijk verwijtend aankeek. Toen greep een van de soldaten me vast verschrik kelijk, afschuwelijk! De stervende Engelsch- man die bijna aan mün voeten lag. keek me aan met een uitdrukking die ik niet kan omschrij ven; een onblusehbaar verwijt belette hem te sterven. Zijn lippen murmelden het woord: vergeef me! Toen wist ik dat hij dood was, en de soldaat greep me met een wilden lach vast. In mijn droom uitte ik een verschrikkelijken kreet ik werd badend in mijn zweet wakker. Wat beteekent het, Barbara? Wat beteekent het? Die verschrikkelijke droom die van tijd tot tijd tot me komt en waaruit ik verlamd van schrik wakker word. Barbara had haar lezing beëindigd. Zij legde het papier neer. Haar gezicht was bleek. Zij keek strak naar captain Vaie dia zich niet be wogen had en geen beweging deed om te spre ken. Toen Barbara mij die vraag stelde, wat be teekent 't? kon ik haar op dat oogenblik niets antwoordden. Maar ik geloof dat ik haar nu wol opheldering zou kunnen geven. Ziet u dat zelf ook niet in? Denk eens na! Hij keek als iemand in gedachten verdiept, maar er kwam geen woord over zijn lippen. Zijn gebiedende blik dwong haar verder te gaan. Zeker, zeker, dat beteekende bet; ee-n waarschuwing voor haar voor wat komen ging komen moest als zij niet volgens die waarschuwing te werk ging. Die hoest ik geloof dat ik eenmaal zoo'n krampachtige hoestbui mee gemaakt beb; maar zij sprak er mij nooit over; misschien had zij er te wei nig last van; maar in den kelder waar stilte geboden was, toen de bedorven lucht haar weer aan haar kwaal herinnerde, kwam de afschu welijke herinnering aan dien droom weer in haar gedachten. De Engelsehe officier haar verzoek zijn weigering. O zeker, dat was de waarschuwing. Zij zou het hem vragen, maar als zij hem niet overtuigen kon, dan wat zij zag. De stervende man met den angst in zijn oogen, inziende wat zijn weigering gebracht had aan die hulpelooze vrouwen die hij niet langer kon verdedigen, de moeder die haar dochters omklemde, en de halfdronken solda ten die de hand sloegen aan hun slachtoffers! Zijn blik week geen oogenblik uit haar oogen, maar er was geen enkele glimp van verlichting in zijn strakke, sombere oogen. Zijn lippen murmelden eenige woorden uie zoo zacht ge sproken werden dat zij ze nauwelijks hoorde. Ik verhoorde haar juist. Ik doodde in koelen bloede een vrouw een Engelsehe vrouw, wier hand ik vriendschappelijk in de mijne hield. Terwijl hij deze woorden sprak keek hij naar zijn eigen sterke gebruinde handen en hij rilde even over zijn geheele lichaam. Toen begreep Barbara dat zij met een man te do-en had, die niet geheel normaal was. Hij had te lang den last van een herinnering ge dragen, die een obcessie voor hem was ge worden. Die druk kon niet met een enkel ge baar afgeworpen worden. Het had alles te lang gebroeid, de herinnering aan dit tooneel was te fel geweest. De schrik was tot in de kern van een gevoelige natuur doorgebeten en do zwerende wonde zou niet vlug geheeid kunnen worden. Dit voelde zij, zelfs terwijl zij sprak. Zij stelde een kiesche vraag; en toch stelde zij haar zonder eenige aarzeling. Had u Barbara Nicholson lief? De droeve, strakke oogen ontmoetten den zaehten glans, die niet beefde. Nauwelijks; in den zin zooals u het ge bruikt; het was toen geen tijd" voor dergelijke gedachten en wij hadden elkaar slechts zelden ontmoet. Ik geloof dat wij ons tot elkaar voel den aangetrokken, maar dat wij noch tijd noch gelegenheid hadden voor meer dan dat. U stelde belang in haar? Waarschijnlijk was dat ook met haar het geval; en daarom heeft zij zich in haar uitersten nood in vol ver trouwen tot u gewend. Captain Vale, ik ben een vrouw in Barbara's eenvoudige, lieve tonen kroop nu een nieuwe noot, en in zijn cadans was er een eigenaardige golving en trilling en tijdens de jaren van den oorlog heb ik meer dan eens de mogelijkheid van een verschrikking' die oneindig erger is dan de dood, voor oogen gezien. Ik heb er nooit erg dicht tegenover gestaan; maar toch dicht genoeg om door haar greep gevangen te wor den. Niemand van ons kon het helpen dat hij de dingen zag die mogelijk waren. Kunt u dat niet begrijpen? Dat was ook het geval met Barbara in dien kelder; en de anderen werden evenals zij daardoor bedreigd, en zij zou hen zonder het zelf te weten, verraden hebben tot erger dan de dood. Haar eigen hand zou le zwak geweest zijn. En is het niet verboden om zichzelf het leven te benemen? Maar niet om het voor anderen te offeren. En er stond iemand naast haar dien zij vertrouwde iemand die dit zeker moest begrijpen! In haar droom was do verdediger te zwak geweest. O, hoe moet die zoo vaak herhaalde droom haar toen beïnvloed hebben! Maar deze edele man zou haar zeker niet teleurstellen. Het was een harde moeilijke taak die zij van hem vroeg; maar, g'roote God dat haar woorden mochten zegevieren! Hoe meet zjj daarvoor gebeden hebben! En u u had gezien u begreep het. En omdat zij met zooveel vertrouwen tot u gekomen was, en om dat u zooveel belang in haar stelde, en omdat u wist wat het lot zou zijn van alle anderen in die schuilplaats als zij eens verraden zou worden Als zij verraden werd juist, zei hij, met een vreemde ontstuimigheid, Daar hebt u liet! De kern van heel die verschrikkelijke geschiedenis als zij verraden werd! Maar wie was daar zeker va-.: Zij waren te dicht in de nabijheid. O, toch wel, sprak Barbara, met een plot selinge flits van opwinding: Als ik haar neergesmeten had, als wij allen ons best gedaan hadden, zou het geluid wel verstikt zijn. Als ik haar bewusteloos ge maakt had! (Wordt vervolgd). J

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1927 | | pagina 6