FEUILLETON
PAGINA 2
NIET NEUTRAAL!
ÜUS
ill !j|
iiU
NOCH IN ORGANISATIES, j
NOCH IN VROUWEN CLUBS
ONRECHTMATIG VONNIS
UITGELOKT?
Aanklacht tegen een bankdirecteur
HERSENONTSTEKING EN INENTING
WiLL EN TILL.
DE ARBEID IN STOOKKASSEN.
Wat de Leer Loerakker beweert
JUBILEUM A. RIENKS.
Een waarschuwend woord van
Mgr. A. F. Diepen.
Z. D. H. de Bisschop van 'a Hertogen boseh,
Mgr. A. F. Diepen publiceert in „St. Jansklok-
kea" het volgend schrijven:
„Het Nederlandseh Episcopaat heeft bet lid
maatschap van neutrale Vrouwen-vereenigla-
gen en Bonden" aan onze katholieke vrouwen
verboden.
Dat verbod, wat er hier of daar ook van ge
zegd of geschreven is. blijft onverzwakt, ook
door Ons. gehandhaafd.
Wat ziien we nu gebeuren?
Men begint zich moeite te geven om neu
trale „Vrouwen clubs" te organ iseeren.
Zonder deze pogingen als opzettelijke wets
ontduikingen te willen beschouwen, achten Wij
ons toch verplicht tegen het meedoen aan deze
neuitrale miniatuur-organisaties zeer ernstig
te waarschuwen.
Wij aarzelen zelfs niet te zeggen, dat voor
menige vrouw die neutrale „clubs", wat haar
eigen katholiek geloof, leven en werkzaam
heid betreft, nog gevaarlijker zijn dan neutrale
vereenigingen of bonden.
Juist de vertrouwelijke, gezellige en gemoe
delijke dagelgksche „cluboingang" met onge-
looviga of andersdenkende vrouwen brengt
toch als van zelf de geesten dichter hij elkaar,
doet gereeder godsdienstige en zedelijke onver
schilligheid ontstaan, noopt gemakkelijker tot
meedoen aan zekere ondernemingen of instel
lingen, die de katholieke geloof»- en zedenleer
lang niet altijd kunnen goedkeuren, voert niet
zelden, de ondervinding leert hot, tot het lid
maatschap van geheel verboden vereenigingen.
Zouden Wij heit wel zoo ver mis hebben, als
we het dagelij kseh, trouw bezoek der neutrale
Vrouwenclub ongeveer gelijk stelden met het
dagelijkse li trouw bezoek der neutrale socië
teit door mannen?
Als dit laatste nu, gelijk men dagelijks kan
waarnemen, vele mannen liberaal leert den
ken en handleden, hun allen lust beneemt tot
meedoen aan katholieke sociale, politieke en
godsdienstige actie, ja hen zaehtkens aan bln-
nemtroont in neutrale en zelfs streng verbo
den vereenigingen, kan. of mag dan van die
neutrale „Vrouwenclubs" iets beters verwacht
worden voor onze katholieke vrouwen en meis
jes Of spreekt bij haar nog niet altijd, meer
dan hij den man, het gevoel krachtiger dan
kst verstand
Of zon dit gevoel zich niet doen gelden als
hare „clubvriendinnen" wèl lid zijn van de haar
verboden vereenigingen, als „de blulb" hij haar
optreden naar buiten, door het organ iseeren
van feestjes met of zonder dansgelegenheid,
van tentoonstellingen, voordrachten, enz. „om
haar neutraal karakter" toch vooral te zorgen
heeft, niemands geloofs of leidende levensbe
ginselen en opvattingen door den schijn zelfs
van een confesskmeele tint, ook maar eenigs-
zlnfl te hinderen
Neen, niet ten onrechte doet ons Provinciaal
Concilie van Utrecht, dat op 1 Januari 1913
verplichtend is voor alle geestelijken en lec-
ken, tegen zulke intimiteit zijn ernstige waar
schuwingen hooren.
„Een droevige oudervinding (zoo lezen wij
daar op biz. 1S3), heeft bewezen, dat de ge
loofskracht, zoo geen bijzondere hulp van
God haar ondersteunt, door een veelvuldagen
en in-tiemen omgang met hen, die den schat
der katholieke waarheid niet bezitten, zacht-
kens aan veTkwijnt. zoowel omdat een gesta
dige omgang de gevoelens en genegenheden
der msnsohen eenvormig maakt, als omdat het
der menschelijke zwakheid eigen is, te sterker
door dwaling verlokt te worden, naar gelang
die dwaling meer de booze neigingen vleit.
Onze heilige Moeder de Kerk, zoo heet het
daar dan veTder, die nooit ophoudt te «mee-
ken, dat Gods Tijk kome. en dat volgens de
belofte van haar goddeMjken Bruidegom er
één schaapstal en één Herder kome, dringt
er tevens hij hare kinderen op aan, dat ze wel
is waar nooit hun liefdeplichten jegens hen,
die het ware geloof niet hebben of die van
dat geloof zijn afgevallen, verzuimen, doch
dat ze toch ook ernstig op hunne hoede zijn
voor die gemeenschap met hen, waaruit ook
maar eenig gevaar voor hun geloof zou te
duchten zijn".
De «leg -IQko Katholieke vrouw behartigt
deze ernstige vermaningen niet alleen in haar
eigen huishouding, met name om haar dier
baar kroost tegen de pest der gemengde huwe
lijken te vrijwaren, doch zij past ze ook toe op
eiken vorm van haar vereenlgingsleven. Ver
boden neutrale „Vereenigingen en Bonden"
zullen haar nooit onder haar leden kunnen
rekenen, doch zonder werkelijke noodzakelijk
heid, die op Gods bij-zonderen bijstand aanspraak
geeft, mijdt zij even beslist de hear op zijn
zachtst gesproken, met geloofsverslapping be
dreigende neutrale Vrouwenoïubs'
Geen ij delheid of eerzucht, geen vlijerij of
m&nschenrrec.s, geen winstbejag of behaag
zucht zijn bij machte haar op dat stuk ook
maar een duimbreed van haar plicht te doen
afwijken, den algemeenen plicht zich in groo-
tere of kleinere organisaties niet neutraal
maar steeds katholiek te organiseeren".
De heer L. Groenewegen te Leiden, oud-di-
reeteur van een motor- en sleepdienst Leiden—
Amsterdam, heeft bij den officier van Justitie
een aanklacht ingediend, tegen den heer J. F.
P. voorheen directeur van de Hanzebank in
het bisdom Haarlem met een verzoek tot
voorloopige in hechtenisneming en ter ver
antwoording roeping van mr. A. M. de G.,
rechtskundig adviseur dezer bankinstelling,
terzake dat deze een onrechtmatig vonnis zou
hebben uitgelokt, door welk onrechtmatig von
nis te exeenteeren hij op een onrechtmatige
wijze in het bezit zou zijn gekomen van f 12000
van een middenstander te Leiden.
Tevens is bij de Orde van Advocaten op
schorsing en ontslag van genoemden rechts
kundig adviseur aangedrongen.
Bij informatie te bevoegden plaatse bleek ons
het volgende:
De heer L. Groenewegen te Leiden is, nadat
door den directeur van de Hanzebank de hem
opgelegde eed was afgelegd, door de rechtbank
veroordeeld tot betaling van een bedrag,
waarvoor hij tegenover een familielid borg
was gebleven. Deze veroordeeling is door het
Gerechtshof en den Hoogen Raad bevestigd.
Ongeveer anderhalf jaar geleden is door ge
noemde Groenewegen een klacht wegens mein
eed tegen den directeur van de Hanzebank
ingediend met dit gevolg, dat de justitie,
na verhoor van genoemden directeur en aan
klager^) geen aanleiding vond om tot een ver
volging, over te gaan.
Van een klacht bij den officier van Justitie
over mr. de G. is nimmer iets gebleken, aan
gezien de officier van Justitie zelfs mr. de G.
terzake niet heeft gehoord of doen hooren
noch een vervolging tegen hem Ingesteld.
Omtrent een klacht over mr. de G. bij de
Orde van Advocaten is tot heden evenmin iets
gebleken en zelfs den deken dier Orde was
bij het vernemen van bovenstaand bericht niets
daarvan heleend.
Door dr. ran Pelt, is in Kerkdriel een geval
van hersenontsteking geconstateerd, den tien
den dag na de laatste openbare inenting.
Op advies van de Rijks-studie-commissie,
welke voor deze gevallen de vorige week weril
ingestetd, is het kindje opgenomen in de ba
rakken in Den Bosch. Het geval is niet van
ernstigen aard, en herstel is gelukkig zeer
waarschijnlijk.
Deze vaccinatie geschiedde in Driel den gan-
schen zomer niet en werd expres in November
gedaan, omdat in deze maand in 1926 in heel
Nederland geen enkele ziekte-geval opgemerkt
was.
Een verhaal der zonden en deugden van
een tweeling.
In een voorspel en zestien staties
door LUDWIG MATHAR.
3.)
Daarom wordt deze Servatius, Palmatius, Jo-
belias, reeds de naam is een openbaring
voor deze van iedereen verlaten Mon-
schauer boeren trots zijn klein schoonheids
gebrek, ik bedoel dien wijsneuzigen bult, al
heel'spoedig, na zijn alzijdig becritiseevde aan
komst, lid van alle in de stad beschreven en
g ï=r;lo vereenigingen. Van de mannenzang-
vei eniging, hij zingt den hoogsten, hoewel
ni- t altijd trefzekeren tenor van -het Sint
Seba-tiaar.s schuttersgilde, dat reeds twee
honderd jaren oud is en vele zilveren medail
les 1 zit hij gaat als een waterschuwe poedel
uit den weg voor kruit en lood van de, men
huivero niet, vereeniging van koningsgetrouwe
oudgedienden de oude Jobelius, wijnbouwer
in Zeil, is veteraan van alle veldtochten van
'64, 'G6, '70, en dat de zoon ongeschikt was
voor den militairen dienst werd om de ver
diensten van den dapperen veteraan gaarne
voorbijgezien van de kegelclub „De slimme
Beer" die Servatius, Palmatius, Jobelius in zijn
hcelo leven wel niet tegen zal komen.
En dat hij Fréderiba Schönewald, bijgenaamd
„Frits Roetmop" trouwde, kwam zoo.
Ds vrouw van Stelt, wilde wel een betrouw
baren. aan de uitgeverij verknechten drukkers
knecht, maar geen onbetrouwbaren, avontuurlij
ken gevaarlijken concurrent Daarom moest ook
Adèletje, het wat oudere zusje, van do wel
bedachte toenadering van den driesten Moezel
bewoner afzien. Daarbij kwam, dat de vrijer
zeer gevaarlijke liberale theorieën huldigde,
men kon niet weten, enz. enz
Wat echter sterker dan alle listige bereke
ningen was, de Monsehauer is in den vreemde
du'1 Monsehauer, de Moezelbewoner daaren
tegen honderd keer Moezelbewoner. Schöne
wald is uit Wehlen, Jobelius uit Zeil. En daar
om maakt men dan ook eerst eens een beleefd-
heidsvisite, loert eens rond, praat een beetje
van De Zwarte Kat v. Zeil, van den Rozen
berg in Wehlen. "Wat verlegen draait de be
zoeker op zijn stoel rond. Als een groote lum
mel, als een echte ras-Pruis stijf en stram,
blijft vader Roetmop onbeweeglijk. Een wan
trouwende vesting, met kleine scheuren waarin
men bressen moet schieten. Dan komt 't echter
zoogenaamd erg toevallig aan den dag dat
Servatii, Palmatii, Jobelii, men heeft op de Zei
ler rectoraatsschool tot de kwarta Latijn ge
leerd, overgrootvader 'n neef was van mehcer
Schönewalds oud-tante. Hoera, daar springt
de zwaargegrendelde deur plotseling open, als
of er op pauken geslagen en trompetten ga-
blazen wordt. Hoera! hoera! hoera! schreeuwt
vader Roetmop alsof hij aan het feestmaal van
keizers verjaardag met den heilwensch van den
troepenkommandant instemt, springt dan als
een leeuw op zijn buit op den sidderend terug
wijkenden kabouter toe, en drukt hem in zijn
armen.
Daar moet op gedronken worden, brult
hij dat de wanden waggelen. Frits, vleugelman,
een flescli Rozenberg, en met looppas, marscb,
marsch. Dan vrat menschelijker den weer her
ademden Servatius Palmatius urt zijn storm
achtige omarming loslatende: oen fameuze
vrouw die jongedocliter, heer neef! De eenige
die ik kan uitstaan. Zijn anders geen schot
kruit waard die langharen! Dat zul jij ook wel
in de gaten hebben, heer neef! Een uitzon
dering, iaat je dat door een oud-sergeant van
het Koninklijke Pruisische regiment gezegd
zijn. Een duivelskerel, gedrild als een kor
poraal! Volle twee meter twintig lang. En een
borstkas, en sehouderbreedte, en paslengte zeg
ilc je! Heer neef, een vleugelman in het eerste
garde-regiment te voet is er een zuigeling bij!
Servatius Palmatius verbleekt en huivert.
En hij? Hij is net anderhalve meter groot! Alle
miiitalrisme staat hem In den grond even
tegen als den kater een nijdige hond.
En als Frits als een oppasser in de kamer
terugkomt, in de houding gaat staan, dat
flesch en glazen op het blad rinkelen, een reu-
zenwijf uit den oev-voor-zoncïvloed-tijd, een
echte vleugelman van de Garde, dan draait
hem van schrik en afschuw het hart in het
lijf om.
Verschrikkelijk! Als men zich verstouten
zou die vrouw-man te omarmen, mocht men wei
op een ladder klimmen. Als die iemand, je rilt
al hij de gedachte er aan, een kus zou geven,
zou je als koren onder den molensteen ver
pletterd worden.
Eerst, toen de nog steeds huiverende bezoe
ker buiten druk-, kus- en schotwijdte was, den
slotberg afgerend, de marktrap opvlogen had,
alsof de vrouwelijke reus werkelijk achter hem
zat, werd hij wat koelbloediger on beslotener.
Kris, zijn landsman, moet hem opheldering geven
Verrassend, hoe die twee leepe Moezelbewo
ners, die elkaar natuurlijk van begin af aan ui
doorzien hebben, om de heete brei stappen. Ot
er nog meer Moezelbewoners In het stadje war
ren? Zoo zoo, Schönewald uit Wchien, typisch,
DOOR EEN DONKERE BRIL GEZIEN.
VOORZICHTIG ZIJN MET,
MAATREGELEN!
Bij de behandeling van de begrooting van
Arbeid, Handel en Nijverheid werd, zooals
reeds jaren gebruikelijk is, aangedrongen op
de indiening van 'n landbouwarbeidswet, waar
in ook een regeling opgenomen moet worden
betreffende den arbeidsduur voor volwassen
mannen.
De heer Loerakker vroeg bijzondere aan
dacht voor hen, die eigenlijk geen landbouw-
arbeid In de gewone beteekenis, welke men
daaraan hecht, verrichten. Hij bedoeld» hen,
die een groot gedeelte van het jaar in de z.g.
stookkassen werkzaam zijn, bij een betrekke
lijk heoge en vochtige temperatuur.
Van dit werk gaf hij een zeer somber ver
haal. In de handelingen lezen we: „De gemid
delde nachtfemperatuur of z.g. stookwarmte
is 70 k 80 graden (F.), een warmte, welke op
den dag oploopt tot 90 en soms 100 graden.
In de maanden Januari tot en met April,
wordt er zoo goed als niet gelucht. Des zo
mers, wanneer er niet meer gestookt wordt en
de verwarming op natuurlijke wijze plaats
vindt, is toch een temperatuur van 80 tot 100
graden regel.
De menschen werken in die kassen de ge
wone, dus lange arbeidsdagen van de tnin-
arbeiders.
Het betreft hier geen spoi'adlsch voorkomend
geval, maar gaat over vele arbeiders. In de ge
meente 's-Gravenhago (voormalig Loosduinen)
werken in die z.g. stookkassen over de 100
afbeiders".
De Minister was over deze voorstelling van
zaken blijkbaar onder den indruk gekomen.
Hij was blij met deze mededeelingen en zou
alles laten nagaan en deed de toezegging, dat
hij bij het bewerken van de veiligheidswet, die
ook op den landbouw betrekking heeft, dit ge
val speciaal zal behandelen.
Toen de arbeiders te Loosdninen zich Maan
dag j.T. In een vergadering tegen deze voor
stelling van zaken van den heer Loerakker
verzetten, zijn we zelf eens op onderzoek uit
gegaan, waarhij het bleek dat do heer Loerak
ker door een wel heel érg donkere bril de zaak
bekeken heeft.
Ongeveer 20 proeent van de geheele glas
cultuur ln het Westland wordt gestookt, met
name in de druiven en tomatenkassen en in
die van de z.g. komkommer cult uur. Deze
laatste heeft hij op het oog, want daar is de
stook periode van Januari tot en met April en
alleen daar wordt vochtige temperatuur ge-
elseht.
Trouwens in de tomatenkassen behoeft
slechts een temperatuur te zijn van ongeveer
60 graden en al3 deze hooger wordt, zet men
de deuren en ramen open, zoo ook bij de
druivenkassen, maar daarmede is in het voor
jaar de zomerwarmte niet te keeren, evenmin
als men dat in den zomer kan op het open veld.
Wordt het in die kassen te warm, dan gaat
men er bovendien' uit, omdat het werk hier
niet op een enkel uur vroeger of later aan
komt. Het is een hekend feit, dat in den zomer
d-oor de warmte op het open veld in de tuin
derijen veel meer menschen uitvallen, omdat ze
er last van krijgen, dan het geval is ln de
stookkassen. Het is een zeldzaamheid als dat
voorkomt.
De komkommercultuur is nog maar zeer be
perkt. Men vindt 12 kweekers met kassen te
Loosduinen, die 100 arbeiders hebben, drie
kweekers te Rotterdam, een te Sappemeer en
twee in de Betuwe. Dat hst dus om vele arbei
ders gaat huiten Loosduinen moet bestreden
worden.
De vraag is nu, of het werken in deze kom-
kommeTkassen ongezond Is. als daar is een
(hooge en vochtige temperatuur.
In tal van andere bedrijven wordt hij hoogere
temperaturen en in een dikwijls bedorven
atmosfeer gewerkt. Op het oordeel van da ar
beiders mogen we het niet laten aankomen.
De doktoren, die het weten kunnen en des
kundig zijn, beweren, dat het werken in die
stookkassen Juist gezond is. Men transpireert
en raakt overtollig vet kwijt, maar dat is heele-
maal niet ongezond. Volgens verklaringen van
hen die in de tropen zijn geweest, kan men in
deze kassen beter 6 dagen werken, dan ln de
tropen drie. Voor heel Indië zou dan lang
zamerhand de heele veiligheidswet gelden.
De beste getuige is echter de onderlinge
verzeker Inga-maa.tsehappijAls het werk onge
zond was, zou deze zeker een hoogere premie
vragen en dat is niet zoo. Voor het tegen
deel is hier plaats, want uit de aanteekeningen
blijkt, dat het ziekte-percentage onder de arbei
ders in deze stookkassen het geringste is van
het geheele tuinbouwbedrijf.
Voor de Minister door de Veiligheidswet, op
grond van gezondheidsgevaren in deze nog
jonge en beperkte cultuur ingrijpt, mag hij
alles wel zeer nauwkeurig nagaan, want het
gevaar is groot, dat ze er door onmogelijk ge
maakt zou worden.
Wat nu den langen werktijd der stokers aan
gaat, ook dat is overdreven, want van 12 uur
werken is toch geen sprake,, hoogstens van een
aanwezigheid van 12 uur. De temperaturen in
de kassen moeten regelmatig gecontroleerd
worden, dus moet de man er zijn. Als ln die
12 uur van aanwezigheid goed vier uur ge
werkt wordt is het mooi, de rest van den tijd
zit de stoker, leest «en boek of courant of
verricht wat om bezig te zijn. De stokers die
wÜ hoorden hadden bovendien om de 14 dagen
een Zondag vrij en waren steeds in de ge
legenheid de godsdienstplichten waar te nemen.
We zijn dan ook van meening, dat de toestan
den in de stookkassen, waar kunstmatig een
zomer-temperatuui' gemaakt wordt, door een te
donkere bril is bekeken. Door weer dwingende
bepalingen ta maken, zou een gezonde tak van
volkswelvaart, die met bet buitenland ooncur-
reeren moet, met ondergang worden bedreigd.
LIEFDEWERK „ST. FRANCLSCUS
XAVERIUS".
Aan het jaarverslag over 19261927 van 't
Liefdewerk „St. Franeiscus Xaverius", tot
ondersteuning van Nederlandsche Missiona
rissen, gevestigd in het Groot-Seminarie to
Roermond is het volgende ontleend.
De hoopvolle verwachtingen voor dit jaar
zijn niet onvervuld gebleven. Immers, er was
reeds uitgekeerd 227.50 en na bet opmaken
van de balans bleek, dat we nog 2732.- naar
de Nederlandsche Missionarissen ln den vreem
de mochten laten rollen. In het geheel komt
dus f 2959.50 aan de missiën ten goede. Dit
jaar is dan ook het record in de geschiede
nis van onze vereeniging.
De „waardelooze" artikelen brachten op
875.53; verkoop oude boeken 93.60; giften
f 1577.50; verkoop der hoekjes „Laat de
Kleinen tot Mij komen" 711.54; ui,t missie-
busje 132.93 aan diversen 223.39, totaal
f 3596.49. Uitgekeerd werd reeds 227.60;
diverse uitgaven f 36.39; Voor reserve 600.-
Het cijfer voor giften is aanzienlijk hooger
dan gewoonlijk; ter verklaring zij hier aan
gestipt, dat daarin begrepen ia een legaat, het
eerste dat ons liefdewerk mocht ontvangen.
Van de genoemde boekjes „Laat de Klefnen
tot JVIij komen" is dit jaar verschenen het
120ste150ste duizendtal.
BELASTINGHEFFING VAN NEDERLAN
DERS IN DEN VREEMDE.
De Bond van Nederlandsche Vereenigingen
en Lichamen in België, heeft aan de Tweede
Kamer een adres gericht, in verhand met het
wetsontwerp inzake belastingheffing van Ne
derlanders in den vreemde. Adressant ontraadt
met de grootst mogelijke energie de aanneming
van deze wet, omdat zij naast etïi onbekend
bedrag van de opbrengst der belasting, naast
een verkeerde preventieve werking op den on
dernemingsgeest van jeugdige Nederlanders,
een moreel kwaad zal stichten, waarvan de gel
volgen zich zullen, openbaren, als het te laat is.
Vflf en twintig jaar inspecteur bij 't onderwij*
Op voor den jubilaris onvergetelijke wijze
is Zaterdag het 25-jarig jubileum gevierd van
dan heer Rienks, thans hoofdinspecteur vaa
het Lager Onderwijs in de inspectie Zuid-Hol
land en Zeeland.
De salons van hotel Paulez aan het Voor
hout te 's Gravenhage waren bijna te klein om
de honderden personen te bevatten,die uit alle
deelen des lands naar de residentie waren ge
komen, om door hun aanwezigheid mede bij
te dragen aan de grootsche huldiging.
Nadat de heer en mevrouw Rienks hadden
plaats genomen, werd het eerst het woord
gevoerd door de „ziel" van het huldigingsco
mité, dr. J. Th. de Visser, den vorigen minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen,
die verklaarde dat de geheele onderwijswereld
behoefte gevoeld heeft om den heer Rienks
bij zijn 25-jarig inspectoraat te huldigen.
Het pleit voor Uw groote kunde, aldus drt
de Visser, dat vier ministens van verschil
lende iiidbtiing, n.l. de ministers dr. Kuyper,
Rink, Heemskerk en Cort van der Linden U
telkens promotie bezorgden.
Thans staat gij daar als een eenige kenner
van het Lager Onderwijs, gerespecteerd en
geliefd door allen, die Ihet onderwijs dienen.
Dat alies wordt nog versterkt door hetgeen
gij ade raadsman der verschillende ministers
hebt gepraeateerd met uw rijke kennis, uw
altijd paraat zijn en uwe groote toewijding.
Spreker wensehte dan den heer Rienks ge
luk met dit jubileum, en betuigde zijn groeten
dank voor betgeen bij voor het onderwijs was
geweest en nog is. Na ook mevrouw Rienks
In de gelukwenschen te hebben betrokken,
herinnerde s-pr. aan de moeder van den
jubilaris, die in het hooge Noorden woont,
de moeder, die bij haar opvoeding den grond
slag heeft gelegd voor het groote succes, dat
haar kind in den loop der jaren is ten' deel
gevallen, en die nu ongetwijfeld in gedachten
bij dit feest tegenwoordig is.
Het comité heeft gemeend aldus spreker
dat ook voor haar dit jubileum niet onge
merkt voorbij, mocht gaan en daarom hebben
wij haar op hetzelfde oogenblik, dat wij bier
den zoon huldigen, een fraaien bloemenmand
doen toekomen, en wij zijn er van overtuigd,
dat bet op deze wijze tot stand gebrachte con
tact voor den jubilaris wel het mooiste van
den geheel en dag zal zijn. Voorts kon het
comité hier niet met leege handen komen.
Wij hebben vernomen dat een van Uw groot
ste wenschen is, nog eens een reisje naar Noor
wegen en Zweden te kunnen maken. Welnu, het
comité, is in staat dien wensch in vervulling
te doen gaan, en hierbij overhandig ik U,
mijnheer Rienks, een Baedeker van Noorwegen
en U, mevrouw, een Baedeker van Zweden, met
eenige kaarten em U te kunnen oriënteeren,
terwi'l gij in dn Baedeker da middelen suit
vinden, om uw wensch te verwezenlijken.
Voorts zijn in een fraai gecalligrapheerda
album de namen opgenomen van hen, die aan
dit huldeblijk hebben bijgedragen.
Daarna sprak mr. P. W. H. Truijen, namen*
de hoofdinspecteurs woorden van bewonde
ring en dankbaarheid voor de door den jubi
laris steeds aan den dag gelegde algemeen»
toewijding aan het onderwijs en voor zijn vele
praest/aties,
De heer PatUst, inspecteur, sprak namens
de inspecteurs en schoolopzieners in de hoofd
inspectie Zuid-Holland en Zeeland, waarna er
gelegenheid was om het echtpaar te compll-
menteeren.
Des avonds werd den jubilaris In hotel Pau
lez een diner aangeboden, waaraan ongeveer
60 personen aanzaten.
LUXE-TELEGRAMMEN.
Gedurende de maand October 1927 werden
10.432 luxe telegrammen verzonden met bin-
nenlandsehe en 351 met bultenlandsche bestem
ming.
Ontvangen werden uit het buitenland 312
on van de scheepstations 10 luxe telegrammen.
iemand uA Wehlen en dan een Pruisisch veld
wachter. Ja, zoo gaat het wel meer. Een heele
groote wijnberg, met een stouw kinders, dan
moet ieder al probeeren er zich maar door
heen te slaan.
Ha, hm, zoo, zoo, een groote wijngaard! In
gedachten verdiept nipt Jobelius zijn glaasje
uit, en vertrekt.
Denzeifden dag nog een brief aan Zeil, aan
Marie, de al-wijze zuster. Hoe het met de
Schönewalds uit Wehlen staat, en wien dien
wijnberg toebehoort. En tenslotte, hij heeft
iets in den zin, er staat iets zeer groots te
wachten.
Nu, om kort te gaan, alle inlichtingen zijn
_.mstig. Sehöneweld heeft in het kadaster nog
een hoekje van den wijnberg op zijn naam
staan. Met zijn gespaarde duizend thalers is
do aanstaande schoonvader ook niet terug
houdend!
Zoodoende werdt de aanvankelijk ongenaak
bare Frits steeds lieftalliger. Marie maakt do i
eerste groote reis van haar leven, wordt uit-
genoodigd voor de Monsehauer kermis, en stelt
koeler, rustiger dan haar broer vast, dat Frits
'n door en door goedig en heelemaal niet weer
spannig meisje is. Tegen Kris, bij wien haar
broer haar onderdak gebracht heeft, verraadt zi j
't onverbloemd: dom als 'n varkeu, goedhartig
als een koe die naar de slachtbank gebracht
wordt. Et, ei, krabt Kris zich in zijn spaarzame
lokken, Ferdinandje beeft het rlus toch nog
niet zoo bij hot verkeerds eind gehad!
En Marie, die kordater is dan men het dat
uitgedroogde oude vrijstertje zou aanzien,
brengt de zaak met vader Roetmop vlug en
heider in orde. De broeder trouwt dus met Fre-
derika. Een behoorlijke uitzet natuurlijk! De
schoonvader verkoopt zijn wijnberg, en geeft
nog een deel van zijn opgespaard geld.
Een uitgerekende, echt gehaaide vrouw, denkt
Vader Roetmop, en krijgt een rilling over zijn
lijf. Blaast echter zijn overbuurvrouw als tegen-
weer een geweldig dikke wolk van zijn zwartste
knastertabak in het gezicht.
Onversaagd, als een dapper soldaat in den
kruitdamp, houdt Marie echter op haar daarbij
nog wankelen stoel stand. Daarvan wordt een
drukkerij voor den broeder opgericht. Begre
pen? Dan kan de verloving nog met kennis
gevierd worden.
En de oude geeft zich op stel en sprong aan
dit duivelsehe wijf over. Tegen den blik uit zul
ke felle oogen is vader Roetmop niet bestand.
Frits wordt niets gewaagd. Vleugelman krijgt
doodgewoon order te paree ren. Trouwens, de
Moezelhewoner is de eerste en eenige vrijer
sinds jaren. Als zij dien afsloeg, zou een eeuwi
ge maagdenstaat onafwendbaar en onherroepe
lijk zijn.
De Dwergen konden zich wel dood lachen.
De kabouters en het addergebroed, ha, ha, ha,
ha! verstommen echter voor den verschrikke
lijker! blik van den oude, voor het norsche ge
zicht van Marie, die zij kort en bondig dan
hijnaam geven van het Ballonlampje. Met ker
mis wordt dus luid en vroolijk de verloving
gevierd. De Stelt, die nu zeker Is van de con
currentie, mag kwaad spreken zooveel hij wil.
De verlovingsadvertentie van Frederika Schö
newald en Servatius, Palmatius, Jobelius, „het
allergelukkigst bruidspaar" moet hij echter in
haar blaadje zetten.
Ja, en Vader Roetmop toont zich op den
sehuttersavend buitengewoon gulhartig. Schiet
ten overvloede nog met een zekere wachtmees
tershand den koning3vogei naar beneden. In
de schutterstent op den Slotberg knallen de
kurken. Er wordt zelfs champagne gedronken.
En Servatius Palmatius Iaat zich niet door
Marie aan zija rokpandea terughouden. Waar
het hart vol van is, daar loopt' de mond van
over! De damesspeech! de ddr—sopeeeh! kraait
het begeesterde ventje tot groeten schrik van
zijn zuster, tot ergernis van zijn schoonvader,
tot vermaak der Dwergen, tot jubel der schut-
tershroeders. Daar begint zijn door den wijn
oververhitte fantasie te bruisen:
Rozen, leliën, narcissen, asters, een heel
Moemboefcet wordt tenslotte ten toon gesteld,
om met do hoogvereerde dames vergeleken te
worden. Erica, het heidebloempje, is de uitver
korene, de eenig geliefde, en het mannetje gaat
te keer! Het slaat met zijn armen als een waan
zinnige in het rond, en zijn stem slaat over als
van een overmoedig haantje.
Als een offerlam tusschen vader en bruide
gom zit Frits. Marie kan wel barsten van
waede, en wordt vuurrood als een gekookte
kreeft. Vader Roetmop moet zijn tuniek los-
knoopeu. Ooef, komt er nooit een eind aan?
Daar brengt een geniepige streek van dor-
stigen Nikkel de langverwachte oplossing. Hij Is
stiekum achter de muziek, „De Stoomkapel",
geslopen
De dirigent die overdag steker is aan een
stoommachine, geeft bedekt een toeken: Ta-
te-re-të-tètè, een Mekkerende fanfare op de da
mes, overstemt het gezwets van den van be
geestering spartelenden, dampenden redenaar,
slechts één is van vreugde en trots gezwollen,
de in alie naden van haar zwart-zijden kleed
krakende Frits. En als spoedig iedereen, met
een bonten fakkel iu de hand, arm in arm in
aehuttersoptocht vlak achter den met een zil
veren plaat behangen koning en zijn «erewacht
wandelt, drukt zij fn een opwelling van harte
lijkheid den zich foswerkeneïen bruidegom aan
het goed® hart.
B® bruiloft is een heerlijk grootsch feest
voor heel het stadje. De Dwergen hebben overal
in den omtrek van het Hondekot mortieren op
gesteld, en laten een helsch artillerie-vuur ont-
branden, als het pas getrouwde paar uit de
parochiekerk komt. De kameelen hebben het
Hondekot met bloemen en guirlandes tot een
keurige feestzaal ingericht, en staan van de
poort tot aan den drempel van de feestzaal In
het gelid.
De rechter, Ewaldi, een goedige spotvogel,
heeft toegestaan dat zij aan tafel, als grijn
zende livreiknechten, dienen. De Stoomkapel
Maast er met van zweet druipende kaken op
los. De nieuwbakken bruidegom, wierp, alweer
tot ergernis van Marie, het bruidsmeisje, in-
plaats van kopergeld nikkelen munten onder
de elkaar omverwerpende, juichende, Mon
sehauer jeugd. Do van louter pret en trots pur
perrood stralende bruid, draagt een boeket
zoo groot als een vlierbosch. Vader Roetmop ge
baart trots en prachtig als een generaal.
Tamme Hendrik, de bedeesde cavalier van
het bruidsmeisje, loopt stijf en behoedzaam
naast de nadenkende Marie, het Ballonlampje,
zooals zij nu, dank zij de praatzieke Dwergen
algemeen in het stadje wordt genoemd,. Die
overlegt, terwijl zij als een ouderwetsch, in
zwarte zij uitgedost mensclije, trippelend aan
den arm van den lompen, tammen Hendrik
markttrap en Slotberg bestijgt, verschillende
belangrijke punten.
Huwelijksreis? Nieuwerwetsche verspilling.
Over een paar dagen kan de drukkerij geopend
worden. Tegen billijke huur heeft men een
naast het Hondekot gelegen schuur gehuurd.
Schönewald heeft zich van zijn hesten kant
laten zien, dat moet men hem toegeven. Zet
kasten met volledig zetmateriaal, een druk-
machine die men in een naburig stadje op" den
kop heeft getikt, alles is aanwezig. Ais nu de
broeder, de fantast, maar geen domheden uit
haalt, kan men Steltman die gal spuwt van
nijd, flinke concurrentie Meden.
Doch aan het bruilofsmaal begaat hij ai
domheden, de fantastische broeder. In.
zijn rumoerig bloed beginnen zoowel de Zeiler
als de Welilener te werken. Hij kletst, ondanks
de spottende, nijdige blikken om zich heen,
over zijn toekomstdroom: je zal nog een*
wat zien gebeuren. Eerst één knecht, maar ik
zal er spoedig twee noodig' hebben, vier, vijf!.
En is dat nou geen praehttiiel? „De Kluize
naar aan het lioago Ven", moet het week- en
later dagblad van Monschau heeten.
Neen, verzucht Marie zoo rood als een
kreeft, men kan werkelijk niet terug naar
Mosel. Men moet hem voortdurend op de vin
gers zien.
En die Frits, die hem aanbidt, is daav lui «es»
maal niet voor te gebruiken.