FEUILLETON PAGINA 2 NIET NEUTRAAL! ÜUS ill !j| iiU NOCH IN ORGANISATIES, j NOCH IN VROUWEN CLUBS ONRECHTMATIG VONNIS UITGELOKT? Aanklacht tegen een bankdirecteur HERSENONTSTEKING EN INENTING WiLL EN TILL. DE ARBEID IN STOOKKASSEN. Wat de Leer Loerakker beweert JUBILEUM A. RIENKS. Een waarschuwend woord van Mgr. A. F. Diepen. Z. D. H. de Bisschop van 'a Hertogen boseh, Mgr. A. F. Diepen publiceert in „St. Jansklok- kea" het volgend schrijven: „Het Nederlandseh Episcopaat heeft bet lid maatschap van neutrale Vrouwen-vereenigla- gen en Bonden" aan onze katholieke vrouwen verboden. Dat verbod, wat er hier of daar ook van ge zegd of geschreven is. blijft onverzwakt, ook door Ons. gehandhaafd. Wat ziien we nu gebeuren? Men begint zich moeite te geven om neu trale „Vrouwen clubs" te organ iseeren. Zonder deze pogingen als opzettelijke wets ontduikingen te willen beschouwen, achten Wij ons toch verplicht tegen het meedoen aan deze neuitrale miniatuur-organisaties zeer ernstig te waarschuwen. Wij aarzelen zelfs niet te zeggen, dat voor menige vrouw die neutrale „clubs", wat haar eigen katholiek geloof, leven en werkzaam heid betreft, nog gevaarlijker zijn dan neutrale vereenigingen of bonden. Juist de vertrouwelijke, gezellige en gemoe delijke dagelgksche „cluboingang" met onge- looviga of andersdenkende vrouwen brengt toch als van zelf de geesten dichter hij elkaar, doet gereeder godsdienstige en zedelijke onver schilligheid ontstaan, noopt gemakkelijker tot meedoen aan zekere ondernemingen of instel lingen, die de katholieke geloof»- en zedenleer lang niet altijd kunnen goedkeuren, voert niet zelden, de ondervinding leert hot, tot het lid maatschap van geheel verboden vereenigingen. Zouden Wij heit wel zoo ver mis hebben, als we het dagelij kseh, trouw bezoek der neutrale Vrouwenclub ongeveer gelijk stelden met het dagelijkse li trouw bezoek der neutrale socië teit door mannen? Als dit laatste nu, gelijk men dagelijks kan waarnemen, vele mannen liberaal leert den ken en handleden, hun allen lust beneemt tot meedoen aan katholieke sociale, politieke en godsdienstige actie, ja hen zaehtkens aan bln- nemtroont in neutrale en zelfs streng verbo den vereenigingen, kan. of mag dan van die neutrale „Vrouwenclubs" iets beters verwacht worden voor onze katholieke vrouwen en meis jes Of spreekt bij haar nog niet altijd, meer dan hij den man, het gevoel krachtiger dan kst verstand Of zon dit gevoel zich niet doen gelden als hare „clubvriendinnen" wèl lid zijn van de haar verboden vereenigingen, als „de blulb" hij haar optreden naar buiten, door het organ iseeren van feestjes met of zonder dansgelegenheid, van tentoonstellingen, voordrachten, enz. „om haar neutraal karakter" toch vooral te zorgen heeft, niemands geloofs of leidende levensbe ginselen en opvattingen door den schijn zelfs van een confesskmeele tint, ook maar eenigs- zlnfl te hinderen Neen, niet ten onrechte doet ons Provinciaal Concilie van Utrecht, dat op 1 Januari 1913 verplichtend is voor alle geestelijken en lec- ken, tegen zulke intimiteit zijn ernstige waar schuwingen hooren. „Een droevige oudervinding (zoo lezen wij daar op biz. 1S3), heeft bewezen, dat de ge loofskracht, zoo geen bijzondere hulp van God haar ondersteunt, door een veelvuldagen en in-tiemen omgang met hen, die den schat der katholieke waarheid niet bezitten, zacht- kens aan veTkwijnt. zoowel omdat een gesta dige omgang de gevoelens en genegenheden der msnsohen eenvormig maakt, als omdat het der menschelijke zwakheid eigen is, te sterker door dwaling verlokt te worden, naar gelang die dwaling meer de booze neigingen vleit. Onze heilige Moeder de Kerk, zoo heet het daar dan veTder, die nooit ophoudt te «mee- ken, dat Gods Tijk kome. en dat volgens de belofte van haar goddeMjken Bruidegom er één schaapstal en één Herder kome, dringt er tevens hij hare kinderen op aan, dat ze wel is waar nooit hun liefdeplichten jegens hen, die het ware geloof niet hebben of die van dat geloof zijn afgevallen, verzuimen, doch dat ze toch ook ernstig op hunne hoede zijn voor die gemeenschap met hen, waaruit ook maar eenig gevaar voor hun geloof zou te duchten zijn". De «leg -IQko Katholieke vrouw behartigt deze ernstige vermaningen niet alleen in haar eigen huishouding, met name om haar dier baar kroost tegen de pest der gemengde huwe lijken te vrijwaren, doch zij past ze ook toe op eiken vorm van haar vereenlgingsleven. Ver boden neutrale „Vereenigingen en Bonden" zullen haar nooit onder haar leden kunnen rekenen, doch zonder werkelijke noodzakelijk heid, die op Gods bij-zonderen bijstand aanspraak geeft, mijdt zij even beslist de hear op zijn zachtst gesproken, met geloofsverslapping be dreigende neutrale Vrouwenoïubs' Geen ij delheid of eerzucht, geen vlijerij of m&nschenrrec.s, geen winstbejag of behaag zucht zijn bij machte haar op dat stuk ook maar een duimbreed van haar plicht te doen afwijken, den algemeenen plicht zich in groo- tere of kleinere organisaties niet neutraal maar steeds katholiek te organiseeren". De heer L. Groenewegen te Leiden, oud-di- reeteur van een motor- en sleepdienst Leiden— Amsterdam, heeft bij den officier van Justitie een aanklacht ingediend, tegen den heer J. F. P. voorheen directeur van de Hanzebank in het bisdom Haarlem met een verzoek tot voorloopige in hechtenisneming en ter ver antwoording roeping van mr. A. M. de G., rechtskundig adviseur dezer bankinstelling, terzake dat deze een onrechtmatig vonnis zou hebben uitgelokt, door welk onrechtmatig von nis te exeenteeren hij op een onrechtmatige wijze in het bezit zou zijn gekomen van f 12000 van een middenstander te Leiden. Tevens is bij de Orde van Advocaten op schorsing en ontslag van genoemden rechts kundig adviseur aangedrongen. Bij informatie te bevoegden plaatse bleek ons het volgende: De heer L. Groenewegen te Leiden is, nadat door den directeur van de Hanzebank de hem opgelegde eed was afgelegd, door de rechtbank veroordeeld tot betaling van een bedrag, waarvoor hij tegenover een familielid borg was gebleven. Deze veroordeeling is door het Gerechtshof en den Hoogen Raad bevestigd. Ongeveer anderhalf jaar geleden is door ge noemde Groenewegen een klacht wegens mein eed tegen den directeur van de Hanzebank ingediend met dit gevolg, dat de justitie, na verhoor van genoemden directeur en aan klager^) geen aanleiding vond om tot een ver volging, over te gaan. Van een klacht bij den officier van Justitie over mr. de G. is nimmer iets gebleken, aan gezien de officier van Justitie zelfs mr. de G. terzake niet heeft gehoord of doen hooren noch een vervolging tegen hem Ingesteld. Omtrent een klacht over mr. de G. bij de Orde van Advocaten is tot heden evenmin iets gebleken en zelfs den deken dier Orde was bij het vernemen van bovenstaand bericht niets daarvan heleend. Door dr. ran Pelt, is in Kerkdriel een geval van hersenontsteking geconstateerd, den tien den dag na de laatste openbare inenting. Op advies van de Rijks-studie-commissie, welke voor deze gevallen de vorige week weril ingestetd, is het kindje opgenomen in de ba rakken in Den Bosch. Het geval is niet van ernstigen aard, en herstel is gelukkig zeer waarschijnlijk. Deze vaccinatie geschiedde in Driel den gan- schen zomer niet en werd expres in November gedaan, omdat in deze maand in 1926 in heel Nederland geen enkele ziekte-geval opgemerkt was. Een verhaal der zonden en deugden van een tweeling. In een voorspel en zestien staties door LUDWIG MATHAR. 3.) Daarom wordt deze Servatius, Palmatius, Jo- belias, reeds de naam is een openbaring voor deze van iedereen verlaten Mon- schauer boeren trots zijn klein schoonheids gebrek, ik bedoel dien wijsneuzigen bult, al heel'spoedig, na zijn alzijdig becritiseevde aan komst, lid van alle in de stad beschreven en g ï=r;lo vereenigingen. Van de mannenzang- vei eniging, hij zingt den hoogsten, hoewel ni- t altijd trefzekeren tenor van -het Sint Seba-tiaar.s schuttersgilde, dat reeds twee honderd jaren oud is en vele zilveren medail les 1 zit hij gaat als een waterschuwe poedel uit den weg voor kruit en lood van de, men huivero niet, vereeniging van koningsgetrouwe oudgedienden de oude Jobelius, wijnbouwer in Zeil, is veteraan van alle veldtochten van '64, 'G6, '70, en dat de zoon ongeschikt was voor den militairen dienst werd om de ver diensten van den dapperen veteraan gaarne voorbijgezien van de kegelclub „De slimme Beer" die Servatius, Palmatius, Jobelius in zijn hcelo leven wel niet tegen zal komen. En dat hij Fréderiba Schönewald, bijgenaamd „Frits Roetmop" trouwde, kwam zoo. Ds vrouw van Stelt, wilde wel een betrouw baren. aan de uitgeverij verknechten drukkers knecht, maar geen onbetrouwbaren, avontuurlij ken gevaarlijken concurrent Daarom moest ook Adèletje, het wat oudere zusje, van do wel bedachte toenadering van den driesten Moezel bewoner afzien. Daarbij kwam, dat de vrijer zeer gevaarlijke liberale theorieën huldigde, men kon niet weten, enz. enz Wat echter sterker dan alle listige bereke ningen was, de Monsehauer is in den vreemde du'1 Monsehauer, de Moezelbewoner daaren tegen honderd keer Moezelbewoner. Schöne wald is uit Wehlen, Jobelius uit Zeil. En daar om maakt men dan ook eerst eens een beleefd- heidsvisite, loert eens rond, praat een beetje van De Zwarte Kat v. Zeil, van den Rozen berg in Wehlen. "Wat verlegen draait de be zoeker op zijn stoel rond. Als een groote lum mel, als een echte ras-Pruis stijf en stram, blijft vader Roetmop onbeweeglijk. Een wan trouwende vesting, met kleine scheuren waarin men bressen moet schieten. Dan komt 't echter zoogenaamd erg toevallig aan den dag dat Servatii, Palmatii, Jobelii, men heeft op de Zei ler rectoraatsschool tot de kwarta Latijn ge leerd, overgrootvader 'n neef was van mehcer Schönewalds oud-tante. Hoera, daar springt de zwaargegrendelde deur plotseling open, als of er op pauken geslagen en trompetten ga- blazen wordt. Hoera! hoera! hoera! schreeuwt vader Roetmop alsof hij aan het feestmaal van keizers verjaardag met den heilwensch van den troepenkommandant instemt, springt dan als een leeuw op zijn buit op den sidderend terug wijkenden kabouter toe, en drukt hem in zijn armen. Daar moet op gedronken worden, brult hij dat de wanden waggelen. Frits, vleugelman, een flescli Rozenberg, en met looppas, marscb, marsch. Dan vrat menschelijker den weer her ademden Servatius Palmatius urt zijn storm achtige omarming loslatende: oen fameuze vrouw die jongedocliter, heer neef! De eenige die ik kan uitstaan. Zijn anders geen schot kruit waard die langharen! Dat zul jij ook wel in de gaten hebben, heer neef! Een uitzon dering, iaat je dat door een oud-sergeant van het Koninklijke Pruisische regiment gezegd zijn. Een duivelskerel, gedrild als een kor poraal! Volle twee meter twintig lang. En een borstkas, en sehouderbreedte, en paslengte zeg ilc je! Heer neef, een vleugelman in het eerste garde-regiment te voet is er een zuigeling bij! Servatius Palmatius verbleekt en huivert. En hij? Hij is net anderhalve meter groot! Alle miiitalrisme staat hem In den grond even tegen als den kater een nijdige hond. En als Frits als een oppasser in de kamer terugkomt, in de houding gaat staan, dat flesch en glazen op het blad rinkelen, een reu- zenwijf uit den oev-voor-zoncïvloed-tijd, een echte vleugelman van de Garde, dan draait hem van schrik en afschuw het hart in het lijf om. Verschrikkelijk! Als men zich verstouten zou die vrouw-man te omarmen, mocht men wei op een ladder klimmen. Als die iemand, je rilt al hij de gedachte er aan, een kus zou geven, zou je als koren onder den molensteen ver pletterd worden. Eerst, toen de nog steeds huiverende bezoe ker buiten druk-, kus- en schotwijdte was, den slotberg afgerend, de marktrap opvlogen had, alsof de vrouwelijke reus werkelijk achter hem zat, werd hij wat koelbloediger on beslotener. Kris, zijn landsman, moet hem opheldering geven Verrassend, hoe die twee leepe Moezelbewo ners, die elkaar natuurlijk van begin af aan ui doorzien hebben, om de heete brei stappen. Ot er nog meer Moezelbewoners In het stadje war ren? Zoo zoo, Schönewald uit Wchien, typisch, DOOR EEN DONKERE BRIL GEZIEN. VOORZICHTIG ZIJN MET, MAATREGELEN! Bij de behandeling van de begrooting van Arbeid, Handel en Nijverheid werd, zooals reeds jaren gebruikelijk is, aangedrongen op de indiening van 'n landbouwarbeidswet, waar in ook een regeling opgenomen moet worden betreffende den arbeidsduur voor volwassen mannen. De heer Loerakker vroeg bijzondere aan dacht voor hen, die eigenlijk geen landbouw- arbeid In de gewone beteekenis, welke men daaraan hecht, verrichten. Hij bedoeld» hen, die een groot gedeelte van het jaar in de z.g. stookkassen werkzaam zijn, bij een betrekke lijk heoge en vochtige temperatuur. Van dit werk gaf hij een zeer somber ver haal. In de handelingen lezen we: „De gemid delde nachtfemperatuur of z.g. stookwarmte is 70 k 80 graden (F.), een warmte, welke op den dag oploopt tot 90 en soms 100 graden. In de maanden Januari tot en met April, wordt er zoo goed als niet gelucht. Des zo mers, wanneer er niet meer gestookt wordt en de verwarming op natuurlijke wijze plaats vindt, is toch een temperatuur van 80 tot 100 graden regel. De menschen werken in die kassen de ge wone, dus lange arbeidsdagen van de tnin- arbeiders. Het betreft hier geen spoi'adlsch voorkomend geval, maar gaat over vele arbeiders. In de ge meente 's-Gravenhago (voormalig Loosduinen) werken in die z.g. stookkassen over de 100 afbeiders". De Minister was over deze voorstelling van zaken blijkbaar onder den indruk gekomen. Hij was blij met deze mededeelingen en zou alles laten nagaan en deed de toezegging, dat hij bij het bewerken van de veiligheidswet, die ook op den landbouw betrekking heeft, dit ge val speciaal zal behandelen. Toen de arbeiders te Loosdninen zich Maan dag j.T. In een vergadering tegen deze voor stelling van zaken van den heer Loerakker verzetten, zijn we zelf eens op onderzoek uit gegaan, waarhij het bleek dat do heer Loerak ker door een wel heel érg donkere bril de zaak bekeken heeft. Ongeveer 20 proeent van de geheele glas cultuur ln het Westland wordt gestookt, met name in de druiven en tomatenkassen en in die van de z.g. komkommer cult uur. Deze laatste heeft hij op het oog, want daar is de stook periode van Januari tot en met April en alleen daar wordt vochtige temperatuur ge- elseht. Trouwens in de tomatenkassen behoeft slechts een temperatuur te zijn van ongeveer 60 graden en al3 deze hooger wordt, zet men de deuren en ramen open, zoo ook bij de druivenkassen, maar daarmede is in het voor jaar de zomerwarmte niet te keeren, evenmin als men dat in den zomer kan op het open veld. Wordt het in die kassen te warm, dan gaat men er bovendien' uit, omdat het werk hier niet op een enkel uur vroeger of later aan komt. Het is een hekend feit, dat in den zomer d-oor de warmte op het open veld in de tuin derijen veel meer menschen uitvallen, omdat ze er last van krijgen, dan het geval is ln de stookkassen. Het is een zeldzaamheid als dat voorkomt. De komkommercultuur is nog maar zeer be perkt. Men vindt 12 kweekers met kassen te Loosduinen, die 100 arbeiders hebben, drie kweekers te Rotterdam, een te Sappemeer en twee in de Betuwe. Dat hst dus om vele arbei ders gaat huiten Loosduinen moet bestreden worden. De vraag is nu, of het werken in deze kom- kommeTkassen ongezond Is. als daar is een (hooge en vochtige temperatuur. In tal van andere bedrijven wordt hij hoogere temperaturen en in een dikwijls bedorven atmosfeer gewerkt. Op het oordeel van da ar beiders mogen we het niet laten aankomen. De doktoren, die het weten kunnen en des kundig zijn, beweren, dat het werken in die stookkassen Juist gezond is. Men transpireert en raakt overtollig vet kwijt, maar dat is heele- maal niet ongezond. Volgens verklaringen van hen die in de tropen zijn geweest, kan men in deze kassen beter 6 dagen werken, dan ln de tropen drie. Voor heel Indië zou dan lang zamerhand de heele veiligheidswet gelden. De beste getuige is echter de onderlinge verzeker Inga-maa.tsehappijAls het werk onge zond was, zou deze zeker een hoogere premie vragen en dat is niet zoo. Voor het tegen deel is hier plaats, want uit de aanteekeningen blijkt, dat het ziekte-percentage onder de arbei ders in deze stookkassen het geringste is van het geheele tuinbouwbedrijf. Voor de Minister door de Veiligheidswet, op grond van gezondheidsgevaren in deze nog jonge en beperkte cultuur ingrijpt, mag hij alles wel zeer nauwkeurig nagaan, want het gevaar is groot, dat ze er door onmogelijk ge maakt zou worden. Wat nu den langen werktijd der stokers aan gaat, ook dat is overdreven, want van 12 uur werken is toch geen sprake,, hoogstens van een aanwezigheid van 12 uur. De temperaturen in de kassen moeten regelmatig gecontroleerd worden, dus moet de man er zijn. Als ln die 12 uur van aanwezigheid goed vier uur ge werkt wordt is het mooi, de rest van den tijd zit de stoker, leest «en boek of courant of verricht wat om bezig te zijn. De stokers die wÜ hoorden hadden bovendien om de 14 dagen een Zondag vrij en waren steeds in de ge legenheid de godsdienstplichten waar te nemen. We zijn dan ook van meening, dat de toestan den in de stookkassen, waar kunstmatig een zomer-temperatuui' gemaakt wordt, door een te donkere bril is bekeken. Door weer dwingende bepalingen ta maken, zou een gezonde tak van volkswelvaart, die met bet buitenland ooncur- reeren moet, met ondergang worden bedreigd. LIEFDEWERK „ST. FRANCLSCUS XAVERIUS". Aan het jaarverslag over 19261927 van 't Liefdewerk „St. Franeiscus Xaverius", tot ondersteuning van Nederlandsche Missiona rissen, gevestigd in het Groot-Seminarie to Roermond is het volgende ontleend. De hoopvolle verwachtingen voor dit jaar zijn niet onvervuld gebleven. Immers, er was reeds uitgekeerd 227.50 en na bet opmaken van de balans bleek, dat we nog 2732.- naar de Nederlandsche Missionarissen ln den vreem de mochten laten rollen. In het geheel komt dus f 2959.50 aan de missiën ten goede. Dit jaar is dan ook het record in de geschiede nis van onze vereeniging. De „waardelooze" artikelen brachten op 875.53; verkoop oude boeken 93.60; giften f 1577.50; verkoop der hoekjes „Laat de Kleinen tot Mij komen" 711.54; ui,t missie- busje 132.93 aan diversen 223.39, totaal f 3596.49. Uitgekeerd werd reeds 227.60; diverse uitgaven f 36.39; Voor reserve 600.- Het cijfer voor giften is aanzienlijk hooger dan gewoonlijk; ter verklaring zij hier aan gestipt, dat daarin begrepen ia een legaat, het eerste dat ons liefdewerk mocht ontvangen. Van de genoemde boekjes „Laat de Klefnen tot JVIij komen" is dit jaar verschenen het 120ste150ste duizendtal. BELASTINGHEFFING VAN NEDERLAN DERS IN DEN VREEMDE. De Bond van Nederlandsche Vereenigingen en Lichamen in België, heeft aan de Tweede Kamer een adres gericht, in verhand met het wetsontwerp inzake belastingheffing van Ne derlanders in den vreemde. Adressant ontraadt met de grootst mogelijke energie de aanneming van deze wet, omdat zij naast etïi onbekend bedrag van de opbrengst der belasting, naast een verkeerde preventieve werking op den on dernemingsgeest van jeugdige Nederlanders, een moreel kwaad zal stichten, waarvan de gel volgen zich zullen, openbaren, als het te laat is. Vflf en twintig jaar inspecteur bij 't onderwij* Op voor den jubilaris onvergetelijke wijze is Zaterdag het 25-jarig jubileum gevierd van dan heer Rienks, thans hoofdinspecteur vaa het Lager Onderwijs in de inspectie Zuid-Hol land en Zeeland. De salons van hotel Paulez aan het Voor hout te 's Gravenhage waren bijna te klein om de honderden personen te bevatten,die uit alle deelen des lands naar de residentie waren ge komen, om door hun aanwezigheid mede bij te dragen aan de grootsche huldiging. Nadat de heer en mevrouw Rienks hadden plaats genomen, werd het eerst het woord gevoerd door de „ziel" van het huldigingsco mité, dr. J. Th. de Visser, den vorigen minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, die verklaarde dat de geheele onderwijswereld behoefte gevoeld heeft om den heer Rienks bij zijn 25-jarig inspectoraat te huldigen. Het pleit voor Uw groote kunde, aldus drt de Visser, dat vier ministens van verschil lende iiidbtiing, n.l. de ministers dr. Kuyper, Rink, Heemskerk en Cort van der Linden U telkens promotie bezorgden. Thans staat gij daar als een eenige kenner van het Lager Onderwijs, gerespecteerd en geliefd door allen, die Ihet onderwijs dienen. Dat alies wordt nog versterkt door hetgeen gij ade raadsman der verschillende ministers hebt gepraeateerd met uw rijke kennis, uw altijd paraat zijn en uwe groote toewijding. Spreker wensehte dan den heer Rienks ge luk met dit jubileum, en betuigde zijn groeten dank voor betgeen bij voor het onderwijs was geweest en nog is. Na ook mevrouw Rienks In de gelukwenschen te hebben betrokken, herinnerde s-pr. aan de moeder van den jubilaris, die in het hooge Noorden woont, de moeder, die bij haar opvoeding den grond slag heeft gelegd voor het groote succes, dat haar kind in den loop der jaren is ten' deel gevallen, en die nu ongetwijfeld in gedachten bij dit feest tegenwoordig is. Het comité heeft gemeend aldus spreker dat ook voor haar dit jubileum niet onge merkt voorbij, mocht gaan en daarom hebben wij haar op hetzelfde oogenblik, dat wij bier den zoon huldigen, een fraaien bloemenmand doen toekomen, en wij zijn er van overtuigd, dat bet op deze wijze tot stand gebrachte con tact voor den jubilaris wel het mooiste van den geheel en dag zal zijn. Voorts kon het comité hier niet met leege handen komen. Wij hebben vernomen dat een van Uw groot ste wenschen is, nog eens een reisje naar Noor wegen en Zweden te kunnen maken. Welnu, het comité, is in staat dien wensch in vervulling te doen gaan, en hierbij overhandig ik U, mijnheer Rienks, een Baedeker van Noorwegen en U, mevrouw, een Baedeker van Zweden, met eenige kaarten em U te kunnen oriënteeren, terwi'l gij in dn Baedeker da middelen suit vinden, om uw wensch te verwezenlijken. Voorts zijn in een fraai gecalligrapheerda album de namen opgenomen van hen, die aan dit huldeblijk hebben bijgedragen. Daarna sprak mr. P. W. H. Truijen, namen* de hoofdinspecteurs woorden van bewonde ring en dankbaarheid voor de door den jubi laris steeds aan den dag gelegde algemeen» toewijding aan het onderwijs en voor zijn vele praest/aties, De heer PatUst, inspecteur, sprak namens de inspecteurs en schoolopzieners in de hoofd inspectie Zuid-Holland en Zeeland, waarna er gelegenheid was om het echtpaar te compll- menteeren. Des avonds werd den jubilaris In hotel Pau lez een diner aangeboden, waaraan ongeveer 60 personen aanzaten. LUXE-TELEGRAMMEN. Gedurende de maand October 1927 werden 10.432 luxe telegrammen verzonden met bin- nenlandsehe en 351 met bultenlandsche bestem ming. Ontvangen werden uit het buitenland 312 on van de scheepstations 10 luxe telegrammen. iemand uA Wehlen en dan een Pruisisch veld wachter. Ja, zoo gaat het wel meer. Een heele groote wijnberg, met een stouw kinders, dan moet ieder al probeeren er zich maar door heen te slaan. Ha, hm, zoo, zoo, een groote wijngaard! In gedachten verdiept nipt Jobelius zijn glaasje uit, en vertrekt. Denzeifden dag nog een brief aan Zeil, aan Marie, de al-wijze zuster. Hoe het met de Schönewalds uit Wehlen staat, en wien dien wijnberg toebehoort. En tenslotte, hij heeft iets in den zin, er staat iets zeer groots te wachten. Nu, om kort te gaan, alle inlichtingen zijn _.mstig. Sehöneweld heeft in het kadaster nog een hoekje van den wijnberg op zijn naam staan. Met zijn gespaarde duizend thalers is do aanstaande schoonvader ook niet terug houdend! Zoodoende werdt de aanvankelijk ongenaak bare Frits steeds lieftalliger. Marie maakt do i eerste groote reis van haar leven, wordt uit- genoodigd voor de Monsehauer kermis, en stelt koeler, rustiger dan haar broer vast, dat Frits 'n door en door goedig en heelemaal niet weer spannig meisje is. Tegen Kris, bij wien haar broer haar onderdak gebracht heeft, verraadt zi j 't onverbloemd: dom als 'n varkeu, goedhartig als een koe die naar de slachtbank gebracht wordt. Et, ei, krabt Kris zich in zijn spaarzame lokken, Ferdinandje beeft het rlus toch nog niet zoo bij hot verkeerds eind gehad! En Marie, die kordater is dan men het dat uitgedroogde oude vrijstertje zou aanzien, brengt de zaak met vader Roetmop vlug en heider in orde. De broeder trouwt dus met Fre- derika. Een behoorlijke uitzet natuurlijk! De schoonvader verkoopt zijn wijnberg, en geeft nog een deel van zijn opgespaard geld. Een uitgerekende, echt gehaaide vrouw, denkt Vader Roetmop, en krijgt een rilling over zijn lijf. Blaast echter zijn overbuurvrouw als tegen- weer een geweldig dikke wolk van zijn zwartste knastertabak in het gezicht. Onversaagd, als een dapper soldaat in den kruitdamp, houdt Marie echter op haar daarbij nog wankelen stoel stand. Daarvan wordt een drukkerij voor den broeder opgericht. Begre pen? Dan kan de verloving nog met kennis gevierd worden. En de oude geeft zich op stel en sprong aan dit duivelsehe wijf over. Tegen den blik uit zul ke felle oogen is vader Roetmop niet bestand. Frits wordt niets gewaagd. Vleugelman krijgt doodgewoon order te paree ren. Trouwens, de Moezelhewoner is de eerste en eenige vrijer sinds jaren. Als zij dien afsloeg, zou een eeuwi ge maagdenstaat onafwendbaar en onherroepe lijk zijn. De Dwergen konden zich wel dood lachen. De kabouters en het addergebroed, ha, ha, ha, ha! verstommen echter voor den verschrikke lijker! blik van den oude, voor het norsche ge zicht van Marie, die zij kort en bondig dan hijnaam geven van het Ballonlampje. Met ker mis wordt dus luid en vroolijk de verloving gevierd. De Stelt, die nu zeker Is van de con currentie, mag kwaad spreken zooveel hij wil. De verlovingsadvertentie van Frederika Schö newald en Servatius, Palmatius, Jobelius, „het allergelukkigst bruidspaar" moet hij echter in haar blaadje zetten. Ja, en Vader Roetmop toont zich op den sehuttersavend buitengewoon gulhartig. Schiet ten overvloede nog met een zekere wachtmees tershand den koning3vogei naar beneden. In de schutterstent op den Slotberg knallen de kurken. Er wordt zelfs champagne gedronken. En Servatius Palmatius Iaat zich niet door Marie aan zija rokpandea terughouden. Waar het hart vol van is, daar loopt' de mond van over! De damesspeech! de ddr—sopeeeh! kraait het begeesterde ventje tot groeten schrik van zijn zuster, tot ergernis van zijn schoonvader, tot vermaak der Dwergen, tot jubel der schut- tershroeders. Daar begint zijn door den wijn oververhitte fantasie te bruisen: Rozen, leliën, narcissen, asters, een heel Moemboefcet wordt tenslotte ten toon gesteld, om met do hoogvereerde dames vergeleken te worden. Erica, het heidebloempje, is de uitver korene, de eenig geliefde, en het mannetje gaat te keer! Het slaat met zijn armen als een waan zinnige in het rond, en zijn stem slaat over als van een overmoedig haantje. Als een offerlam tusschen vader en bruide gom zit Frits. Marie kan wel barsten van waede, en wordt vuurrood als een gekookte kreeft. Vader Roetmop moet zijn tuniek los- knoopeu. Ooef, komt er nooit een eind aan? Daar brengt een geniepige streek van dor- stigen Nikkel de langverwachte oplossing. Hij Is stiekum achter de muziek, „De Stoomkapel", geslopen De dirigent die overdag steker is aan een stoommachine, geeft bedekt een toeken: Ta- te-re-të-tètè, een Mekkerende fanfare op de da mes, overstemt het gezwets van den van be geestering spartelenden, dampenden redenaar, slechts één is van vreugde en trots gezwollen, de in alie naden van haar zwart-zijden kleed krakende Frits. En als spoedig iedereen, met een bonten fakkel iu de hand, arm in arm in aehuttersoptocht vlak achter den met een zil veren plaat behangen koning en zijn «erewacht wandelt, drukt zij fn een opwelling van harte lijkheid den zich foswerkeneïen bruidegom aan het goed® hart. B® bruiloft is een heerlijk grootsch feest voor heel het stadje. De Dwergen hebben overal in den omtrek van het Hondekot mortieren op gesteld, en laten een helsch artillerie-vuur ont- branden, als het pas getrouwde paar uit de parochiekerk komt. De kameelen hebben het Hondekot met bloemen en guirlandes tot een keurige feestzaal ingericht, en staan van de poort tot aan den drempel van de feestzaal In het gelid. De rechter, Ewaldi, een goedige spotvogel, heeft toegestaan dat zij aan tafel, als grijn zende livreiknechten, dienen. De Stoomkapel Maast er met van zweet druipende kaken op los. De nieuwbakken bruidegom, wierp, alweer tot ergernis van Marie, het bruidsmeisje, in- plaats van kopergeld nikkelen munten onder de elkaar omverwerpende, juichende, Mon sehauer jeugd. Do van louter pret en trots pur perrood stralende bruid, draagt een boeket zoo groot als een vlierbosch. Vader Roetmop ge baart trots en prachtig als een generaal. Tamme Hendrik, de bedeesde cavalier van het bruidsmeisje, loopt stijf en behoedzaam naast de nadenkende Marie, het Ballonlampje, zooals zij nu, dank zij de praatzieke Dwergen algemeen in het stadje wordt genoemd,. Die overlegt, terwijl zij als een ouderwetsch, in zwarte zij uitgedost mensclije, trippelend aan den arm van den lompen, tammen Hendrik markttrap en Slotberg bestijgt, verschillende belangrijke punten. Huwelijksreis? Nieuwerwetsche verspilling. Over een paar dagen kan de drukkerij geopend worden. Tegen billijke huur heeft men een naast het Hondekot gelegen schuur gehuurd. Schönewald heeft zich van zijn hesten kant laten zien, dat moet men hem toegeven. Zet kasten met volledig zetmateriaal, een druk- machine die men in een naburig stadje op" den kop heeft getikt, alles is aanwezig. Ais nu de broeder, de fantast, maar geen domheden uit haalt, kan men Steltman die gal spuwt van nijd, flinke concurrentie Meden. Doch aan het bruilofsmaal begaat hij ai domheden, de fantastische broeder. In. zijn rumoerig bloed beginnen zoowel de Zeiler als de Welilener te werken. Hij kletst, ondanks de spottende, nijdige blikken om zich heen, over zijn toekomstdroom: je zal nog een* wat zien gebeuren. Eerst één knecht, maar ik zal er spoedig twee noodig' hebben, vier, vijf!. En is dat nou geen praehttiiel? „De Kluize naar aan het lioago Ven", moet het week- en later dagblad van Monschau heeten. Neen, verzucht Marie zoo rood als een kreeft, men kan werkelijk niet terug naar Mosel. Men moet hem voortdurend op de vin gers zien. En die Frits, die hem aanbidt, is daav lui «es» maal niet voor te gebruiken.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1927 | | pagina 10