VRIJDAG 16 DECEMBER 1927
DERDE BLAD
PAGINA 4
OE «JMBURGSCHE VRAAGSTUKKEN
mijnrecht, vrachttarieven der
WEDER HEFF.NG VAN HET
MIJNRECHT
HET EINDHOVEN-WILHi'LM!NA
KWAM,
Hoe gaat hot met don aanleg?
ST. BERNULPHUSG1LDE
R. K, ALGEMEENE MIDDEN,STANDS-
BEDRIJFSRAAD
Plannen cn mededeelingen
Da R, K. Alg. Middenstandsbertrljfsraad
hield een algemeene vergadering te Utrecht,
De taak der bedrijfsraden
VAN DE LEESTAFEL
ORGEL, PIANO EN - KUNSTSPELPIANO.
SPOORWEGEN EN STEUN AAN
DE KERAMISCHE INDUSTRIE.
Besprekiug ia een door de Limburgsehe
R. K. Werkgeversvereenigiug belegde
vergadering.
Dooi' de Limburgsehe R. K. Werkgevers-
vereenigiug werd gisteren te Roermond
een openbare vergadering gehouden. Wijl in
deze vergadering een drietal yoor de provincie
Limburg belangrijke onderwerpen in behande
ling kwam, waren de burgemeesters der Lim-
burgsche mijn-gemeenten tot deze bijeenkomst
uitgenoodigd. Met verschillende leden der
Provinciale Staten en den directeur der Staats
mijnen, Mi', dr. Frowein hadden vele burge
meesters gevolg gegeven aan de uitnoodiging.
De vergadering stond onder leiding van den
voorzitter van de Limburgsehe R, K. Werk
gevers vereeniging. den heer .1. Smulders,
Tegelen.
Na een enkel woord ter inleiding verzocht
do heer Smulders aau den heer mT. Kallen zijn
inleiding te houden over het Mijnrecht.
HET MIJNRECHT.
Door inr. F. I. M. Kallen, referendaris, ter
gemeente-secretarie van Maastrichtwerd op
de eerste plaats het vraagstuk ingeleid over
de schadeloosstelling door het Rijk toegekend
aan de Provincie Limburg en de Mijngemeenten
in verband met de -ehorsing van het Mijn
recht.
Spr. zal zich in dezen beperken en zich scharen
achter Mgr. Nolens, die -kort en duidelijk ge
zegd heeft waarom het gaat, Mgr. Nolens ant
woordde aan den heer Marebant, dat hij niet
kan ontkennen dat er thans in Limburg meer
dan normale ontevredenheid heerscht. Mgr.
Nolens sprak den wensch uit, dat men den
toestand in Limburg ander de oogen zou zien.
Door het aanhangig gemaakte wetsontwerp
inzake het Mijnrecht is reeds de deur open
gezet cn daardoor is spreker ontslagen van
dén plicht om argumenten naar voren te bren
gen voor de heffing van het Mijnrecht. Spr,
zal nu den essentieelen inhoud van het wets
ontwerp nagaan.
Door de schorsing van het mijnrecht hebben
de provincie en de gemeenten groot nadeel
geleden. Het financieel gevolg is geweest dat
voor 1926 de provincie 83.000 en de ge
meenten 332.000 te weinig hebben ontvan
gen, terwijl dit nadeel voor 1927 bedroeg resp.
93.000 eu 372.000 Innr "dels moet de pro
vincie de belasting verhoogen en kasgeld
leenen.
Wat het nieuwe wetsontwerp aangaat, is
spr. van oordeel, dat de schadeloosstelling door
de suppletie, die de regeering ovbt 1926 en
1927 wenseht te gevea, niet voldoende is.
De provincie kan het mijnrecht niet missen,
vervolgt spr., wijl rij daaruit haar bijdrage
voor hel onderhoud der wegen moet be
kostigen. Zou de provincie, het mijnrecht
missen, dan zou zij al hare belastingen met
27 pet. moeten, verhoogen,
Door de aanwezigheid van de mijnen worden,
naar sprekers meen ing, do financiën der pro
vincie zeer gedrukt.
- Wanneer dan ook dit wetsontwerp wordt aan
genomen, dan zal het blijken een reuzenstrop
voor de provincie te zijn, met als noodzakelijk
gevolg verhooging der belastingen.
Principieel beschouwd wordt het inzicht van
den Minister door spreker juist geacht, maar
de practische toepassing zal zijns inziens veel
moeilijkheden en onbillijkheden medebrengen.
Tweede inleider was de heer mr. A. van Lie-
bergen, secretaris der Limburgsehe R. K. Werk-
geversvereenigeing, die het onderwerp behan
delde; De vrachttarieven der Nederlandsche
spoorwegen, speciaal het eenheidstarief voor
steenkolen-vervoer,
VRACHTTARIEVEN DER NED.
SPOORWEGEN.
Wat het eenheidstarief atfhgaat, verklaart
spr. dat door de spoorwegen 2.16 per ton kolen
voor vervoer wordt berekend, onverschillig naar
welke plaats. Van dat contract ondervindt de
Limburgsehe industrie de nadoelen.
Hat is juist dat de mijnen ƒ2.15 betalen; de
vraag blijft echter hoeveel aan den consument
in rekening wondt ge/bracht, Op die vraag
kan spr. geem antwoord geven, maar hij weêt
wel, dat aan de mijnen een deel van den ver-
voerprijs wordt terugbetaald.
Toah aolit spr, het van belang, dat Maastricht
van het voordeel van zijn ligging kan profi-
teorem, waar het kotonsetorutk er maandelijks
60.000 ton bedraagt.
Een tweede grief, drte door den inleider naar
voren wordt ge/bracht, ia het minimum of grens
tarief. Dit tarief geldt bij vervoer ever afstan
den van 10 K.M. en is voor Limburg een groot
madeeil, omdat deze provincie een uitgestrekt
grensgebied heeft.
Door deze regeling, betoogt spr., wordt de
excentrische ligging van Maastricht nog on
gunstiger en ondervindt haar industrie daar
van belangrijk: nadeel. Aan dezen ongunstigen
toestand zou z.i. tegemoet zijn te komen door
ook voor de grems-zóne het tarief slechte te be
rekenen over den werkelijk afgelegde® afstand.
De heer Maliën, vertegenwoordiger der N.8.
m^rkt op, dat de Ned. Spoorwegen buiten deze
kwestie staan, wijl dit contract een opgelegd
contract is. Spr. kan hier verkla
ren, dat dit contract niet ver-
nleuwd zal worden.
De derde inleiding, die door mr. Kallen
werd gehouden, handelde over de wegenlie-
lasting en het rijkswegenfonds.
.WEGENBELASTING EN RIJKSWEGEN-
FONDS.
Inleider beantwoordde op de eerste plaats
de vraag of Limburg aan de Wegenbelasting
opbrengt zooveel als van het Rijkswegenfonds
wordt ontvangen.
In verhouding krijgt Limburg minder dan
de andere provinciën uit het Rijkswegenfonds.
Daarover moet men zich evenwel niet bekla
gen, althans zeker de eerste jaren niet, wijl
thans nog moeilijk conclusies zijn te trekken.
Door den inleider wordt in het kort nage
daan, op welke wijze het provinciaal wegen-
Olan wordt gefinancierd, waarop hij nog een
uiteenzetting laat volgen over de traverse der
stéden.
De heer v. d, Yen weuscht er bij den minister
op aan te dringen om zoodra mogelijk het ka
naal WessemNederweert in bedrijf te stellen.
De vergadering besluit hieromtrent een brief
tot den minister te richten.
De voorzitter dankt de sprekers en de aan
wezige autoriteiten, die getoond hebben belang
te stellen ln hetgeen hier is tot uiting gekomen.
Limburg vraagt geen voorrechten, maar de
zelfde rechten ais het overige Nederland.
Daarna werd de vergadering gesloten.
VERLAGING VAN ƒ0.25 TOT ƒ0.10.
De geheele opbrengst voor de gemeenten,
EEN VERGOEDING VOOR 1926 EN 1927
Ingediend is oen. wetsontwerp tot wijziging
van de wet van 26 Maart 1920 tot heffing van
een recht op do mijnen; tot opheffing van de
schorsing van dit vecht en tot toekenning van
schadeloosstellingen aan provinciën on ge
meenten.
Aan de Memorie van Toelichting wordt het
volgende ontleend:
De wijze waarop uitvoering is gegeven aan
do wet Yan 23 Juni 1925 tot tijdelijke schor
sing van het-recht op de mijnen en meer in
het bijzonder de financieel© gevolgen, welke
dezd sohorsingswot voor de provincie Limburg
en de daarin gelegen mijngemeenten heeft ge
had, hebben tot ernstige klachten uit de be
trokken streek aanleiding gegeven.
De grond tot deze klachten ligt in de om
standigheid, dat de mijnen haar productie
sedert de 'schorsing belangrijk hebben weten op
te voeren. Het daardoor toegenomen aantal
arbeiders heeft de lasten der woongemeenten
verzwaard, zonder dat deze door een stijging
van de uitkeering uit 's Rijks kas als vergoe
ding voor het geschorste mijnrecht deze uit
keering bleef n.l. gefixeerd op het in 1925 ge
noten bedrag voor haar hoogere uitgaven
compensatie kregen.
Wat het mijnrecht zelf aangaat, merkt de
Minister op, dat voor iedere ton van duizend
K.G. de mijnen 0.25 moesten, betalen. Daar
van kregen de provincie 10 pet. of 0,.02%
per ton, de gezamenlijke gemeenten 40 ptt. of
f 0.10 peT ton en het Rijk 50 pet. of 0.12%
per ton,
De directie der Staatsmijnen achtte dit be
drag eohter te hoog eu was van raeening, dat
het teruggebracht moest worden tot 0.10
per ton.
Dit laatste bedrag zou de Minister voor het
vervolg, te beginnen met het jaar 1928, in de
wet vtfti 1920 ter vervanging van het recht
van 0.25 opgenomen wenschen te zien.
Wordt dit recht tot 0.10 per ton vermin
derd, dan zou het Rijk van zijn aandeel in het
mijnrecht afstand kunnen doen. Voor het
betalen van een cijns bestaat, nu de uitkomsten
der mijn-exploitatie In de naaste toekomst geen
uitzicht op belangrijke winsten beloven, naar
de meening van don Minister geen voldoende
reden meer. Voorts zal in de wet tot heffing
van een mijnrecht de bepaling moeten worden
©pgenom&n, dat elke mijnonderneming van het
verschuldigde recht van 0.10 per ton mag
aftrekken hetgeen zij over het betrokken jaar
aan zakelijke bedrijfsbelasting of oen daar
mede in strekking overeenkomende heffing aan
gemeenten verschuldigd is, terwijl elke ge
meente evenveel minder zal out vangen als zij
over hot betrokken jaar van de mijn-onder
nemingen rechtstreeks terzake van deze. be
lastingen ontvangt.
De korting op het gemeentelijk aandeel tot
het volle bedrag der geheven bedrijfsbelasting
zou intusschen onbillijk zijn in die gevallen,
waarin de gemeente, die deze belasting heft,
tegemoetkomingen aan andere gemeenten moet
betalen ingevolge art. 122a der Gemeentewet,
Ware tie heffing over 1926 niet geschorst,
dan zou de opbrengst van het mijnrecht hebben
bedragen 2.152.916.15, waarvan ten goede zou
komen aan provinciën en gemeenten
1.076.458.07%.
Indien derhalve do provinciën en de ge
meenten over 1926 volledig zullen worden
schadeloos gesteld, zal dit voor het Rijk een
extra-uitgaaf medebrengen van 41C.45S.07j4.
Voor 1927 is dit bedrag vooralsnog niet te
'berekenen, doch zeker is, dat liet wegens de
sterk toenemende productie belangrijk hooger
zal zijn dan voor 1926 on wellicht op plm.
600.000 zal zijn te stellen, zoodat een inte
grale schadeloosstelling over deze twee jaren
voor liet Rijk een uitgaaf zou meebrengen van
rond 1.000.000.
Voorgesteld wordt deze integrale vergoeding
aan de provinciën (Overijssel en Limburg) en
gemeenten te verleenen.
BEKOSTIGING DOOR HET WATERSCHAP
VAN HET VERBINDINGSKANAALTJE.
Het hoofdbestuur van liet Waterschap „De
Dommel", gistermorgen te Eindhoven ln ver
gadering bijeen, heeft na langdurige bespre
kingen met algemeens stemmen aangenomen
het voorstel van Ged. Staten van Noordbra
bant, om 125.000 bij te dragen in den aanleg
van het afwatering-scheepvaartkanaal van
Eindhoven naar het Wilhelminakanaal. Voorts
werd besloten het verbindingskanaaltje Dom
melNieuwe Kanaal zelf te bekostigen.
ER IS IJS
Do vaarten gestremd
Het Reitdiep en het Noord-Willemskanaal
zijn voor de zeilvaart gestremd.
Het Damaterdiep Groningen-Appinged am
ligt eveneens dicht.
WINTERVERGADERING TE UTRECHT.
Onder voorzitterschap van den Deken van
het Gilde, pastoor Boogmans (Haarlem) werd
Woensdag de wintervergadering van het St,
Bermilphus-gilde gehouden ln het Hotel des
Pays Bas te Utrecht,
Spr. herdacht, de sinds de vorige vergadering
aan het gilde ontvallen eereleden, de presiden
ten van het Seminarie te Culemborg, Mgr. v.
Sehaik en van het Seminarie St. Michiels-
Gestel, Mgr. v. d. Heuvel.
Do heer Prosper Verheyden, secretaris van
de Beiaardschool te Mechelen, kreeg daarna het
woord tot het houden van zijn inleiding over:
Vorm en inrichting van den toren .als
klokkendrager.
Do eerste bestaansreden van den toren ia die
van klokkendrager. Naarmate de functie van
de klok, lieeft de toren zich aan te passen. Voor
eerst heeft de toren dus te bevatten een klok
kenstoel (belfort).
De torenbouwer heeft zich af te vragen wat
de Klok wenseht, hoe zij geluid wordt. De oudste
vorm is dat de klok getreden wordt. De zeer
beruchte Klokke Roeland b.v. werd door 16
man getrapt. Al lang geleden werd dit primi
tieve trappen vervangen door touwtrekken.
Dit alles is aau het verdwijnen en de elec-
trische kracht neemt hand over hand toe. De
schoonheid van het gejukt mag er echter niet
onder lijden.
De klokkestoel heeft niet aiieen de vrijheid
van de klok te respecteeren, ook den toren zelf,
De heifort is dus het best geplaatst in het
breede gedeelte van den toren. De klokkestoel
mag niet stdoten tegen een der torenwanden.
De Kouten belforten lijden geweldig, doordat
de toren open is. Door het weer komt de on
vermijdelijke vermolming. Men heeft nu stalen
belforten geprobeerd, doch hun geschiktheid
hebben wij nog niet voldoende kunnen nagaan.
Men wil nu ijzerbetou gaan aanwenden.
Deze ijzerbetonnen belforten zullen hechter
zijn.
Spr. wil het hierbij laten over de luiklokken
en behandelt vervolgons de speelklokken.
De torenspits heeft zijn ontstaan te danken
aan de speelklokken. De voorslag wordt gegeven
door kleine klokjes aan het uurwerk verbon
den en die zoo hoog mogelijk in den toren
moesten getild worden. Het doel van den voor
slag is aan te kondigen, dat het uur gaat
slaan. Oorspronkelijk eischte men geen muzi
kaliteit zooals nu. Om den voorslag te dienen,
zal men met den bouw van torenspitsen reke
ning houden.
De klokken moeten kort bij elkaar han
gen, op rechte rijen, in een vrije ruimte bin
nen in den toren. De klank moet worden voort
gebracht. in een groote (beiaard) kamer, waarin
de klank als liet, ware gebrouwen wordt, de
klank samensmelt en eerst dan den toren ver
laat.
Een groote reeks afbeeldingen, illustreerde
sprekers voordracht.
Ontwikkeling van den torenbouw.
Na déze inleiding was het woord aan prof.
dr. ir. Stan Leurs, docent aan dp Hoogesehool
te Gent, met het onderwerp: Ontwikkeling van
den torenbouw in Noord- en Zuid-Nederland,
zijn esthetische en kunsthistorische be-
teekeuis.
Nederland is het land der torens bij uitstek.
Onze steden, grachten en pleinen worden be-
heerscht door min of meer monumentale
torens.
In Brabant vindt men de meest monumen
tale torens, doch deze beperken zich tot
enkele; het meerendeel vertoont een sobere
constructie. De afdekking is meest een houten
spil met leien gedekt.
Later worden versieringen toegepast, het
eerst, op de bovenverdiepingen.
Voorts ontstaat een streven liet vierkante
met het achtkante innig te verbinden, zooals
het principe der gothiek dit eischt.
Spr. komt dan naar het Noorden en toont als
eerste voorbeeld den Dom te Utrecht. Deze
toren oefende een grooteu invloed uit op heel
Nederland, Tot ln Maastricht (St. Janskerk)
vindt men dezen invloed terug.
Bij de torens in Holland zijn de bliudnissen
als versiering minder diep dan die in Brabant;
Met talrijke afbeeldingen kon spr. de ont
wikkeling van de bouworde der torens demon-
strèeren. Zoowel kerk- als profane torens
(belforten) werden in de bespreking be
trokken.
Het picturale element in de kerktorens.
Over „Het picturale element in de kerk
torens" sprak daarna het Gildelid, de heer
Eugène Liicker. Het picturale in de esthetiek
neemt volgens spr. ongeveer dezelfde plaat3
in als een artiest in een overigens nette
familie: men spreekt er liever niet over.
Het picturale is niet te vinden in de aller
beste stijlperioden. Een architectonisch goed
bouwwerk leent zich niet tot het maken van
picturaal werk.
Het gebruik van baksteen en natuursteen in
Nederland en Vlaanderen heeft het picturale
verhoogd. Hoe meer bij restauratie er aan oude
torens geknoeid werd, hoe schilderachtiger ze
werden. Ook de tijd werkte mee aan het
picturale van oude torens.
Een en ander demonstreerde spr. met lan
taarnplaatjes naar foto's en etsen van den
inleider.
Sprekers «opvatting Tan picturaal schoon,
kwam. het blijkt uit het Voorafgaande, her
haaldelijk in botsing met wat architectinisch
slecht of althans minder goed Is. De heer
Liicker vond herhaaldelijk gelegenheid dit te
demonat.reeren, hetgeen tot veel vroolijkheid
aanleiding gaf.
e
De voorzitter zegde detn drie inleiders harte
lijk dank voor de leerzame en Interessante be
schouwingen.
Onder applaus der vergadering bracht spr,
daarna hulde aan dr. Hasllhgihuis bij zijn 5-
jarig red acteurschap van het Gildeboek.
Besloten werd vervolgens geen zitting te
nemen ln het dr. Cuyperscomlté.
Het bestuur stelde voor de volgende Gllde-
rels in 1928 te. houden naar Dilssaldorf en
Keulen. De vergadering keurde dit voorstel
goed, het bestuur zal voorbereidende maatre
gelen hemen.
De vergadering werd hierna gesloten.
In een der nevenzalen was een tentoonstel
ling Ingericht van toren-architectuur.
Vetergenwoordigers waren aanwezig van
alje aangesloten bedrijfsraden.
De vergadering stond onder presidium van
Dr. J. van Beurden, Ojd. Praem., den voor-
ziter van den Alg. Raad.
In zijn openingswoord herinnerde de voor
zitter eraan, dat op de vorige alg. vergade
ring behandeld werd het wetsontwerp inzake
de civielrechtelijke regeling der coll. arbeids
overeenkomst, met de daarop door den R. K.
Middenstandsbond en het R, K. Werklieden
verbond ingediende amendementen. Het is
spr. een genoegen te constateeren, dat de voor
stellen van den R. K. Alg. Middenstandsbe-
drijfsraad vrijwel volledig door de Tweede
Kamer werden overgenomen.
Bij bet agenda-punt „Bestrijding kosten Al-
gemeeneu Raad" deelde de Voorzitter mede,
dat het Bestuur van oordeel Is voor het jaar
1928 te kunnen volstaan met het heffen eener
bijdrage van 10 van ierere in de bedriif"ra
den vertegenwoordigde organisatie. Vanuit
de vergadering werd voorgesteld deze bijdrage
te brengen op 25. Van bestuurszijde werd
evenwel opgemerkt, dat voor 1928 een bedrag
van 10 per organisatie voldoende kon wor
den geacht. De vergadering vereenigde zich
met het voorstel van hot bestuur.
Mededeelingen werden gedaan over do be
moeiingen van het bestuur tot uitbreiding
van het aantal bedrijfsraden.
Leeriiisg-opk-idhig- in Je werkplaats
De op de voroigc algemeene vergadering
begonnen, maar wegens gebrek aan tijd niet
voleindigde besprekingen inzake de leerling
opleiding in de werkplaats, werden thans
voortgezet.
Aan de hand van een door de Katholieke
organisaties van patroons en arbeiders in het
meubelbedrijf gemaakte leerovereenkomst,
werden door het bestuur ontworpen een con
cept-reglement van de natonale comité's voor
werkplaatsopleidiug alsmede een concept-leer
overeenkomst, bedoeld om te worden afgeslo
ten tusschen den wettelijken vertegenwoordi
ger van den leerling en den patroon.
Beide concepten werden op enkele punten
gewijzigd cf aangevuld en daarna als model
vastgesteld.
De voorzitter drong er op aan, dat de be
drijfsraden spoedig bijeen zouden komen, om
na te gaan, wat zij in het belang van een goe
de leeriingopleiding in de werkplaats zouden
kunnen doen.
Het ligt ln de bedoeling van het bestuur na
2 a 3 maanden bij de bedrijfsraden te infor-
meeren, welke stappen ten aanzien van de
leeriingopleiding gedaan werden.
Aan de ondo kwam hierna: bespreking der
al of niet wenschelijkheid van decentralisatie
in de uitvoering van de taak der bedrijfsra
den.
Nadat over deze idee van gedachten was
gewisseld, meende de voorzitter, dat het goed
kan zijn, dit punt later opnieuw aan de orde
to stellen; dat echter In deze algemeene ver
gadering de wensckeiijikheid eener decentrali
satie, als ten congress© bepleit, vooralsnog
niet was gebleken.
De aiekioverzekeriag
Als laatste punt stond op de agenda: be
spreking van de positie, welke de bedrijfsra
den dienen In te nemen bij de uitvoering van
de Ziekteverzekering der arbeiders.
Door den voorzitter en den secretaris wer
den mededeelingen gedaan over het sedert
kort ingediende wetsontwerp tot wijziging der
Ziektewet.
Het was de bedoeling van het bestuur het
oordeel der algemeene vergadering te verne
men over de idee, dat de Algemeene Raad de
totstandkoming van bedrijfsvereenigingen, als
bedoeld ln het ontwerp-Zieiitewet, bevordert,
misschien ook o.a. tracht meerdere groepen
samen te brengen tot één bedrijfsvereeniging.
Ook zou overwogen kunnen worden de vraag,
of het gewenscht is, dat alle groepen uit het
middenstandsbedrijf gaan ressorteeren onder
één bedrijfsvereeniging.
De vergadering nam met belangstelling van
een en ander kennis.
Deze besprekingen droegen een voorloopig
karakter,
DOODELIJK ONGEVAL.
In een liftkoker gevallen
In het gesticht „Charitas" te Roosendaal is,
naar het „D.v.N.B." meldt, de ruim 60-jarige
M. B, in een liftkoker gevallen en dood op
genomen.
„Het Rijk van liet H. Hart van
Jesus", Uitgave Priesters van liet H.
Hart', Bergen op Zoom.
Het Decembernummer van dit in katholieke
huisgezinnen zoo welkome maandschrift, staat
bijna geheel in het teeken van de Wondere Ge
beurtenis te Bethfehem. De gezellige inhoud
ademt den geest van „vrede den menschen" en
wijst hun op het „mits", n.l. „die van goeden
wil zijn".
Deze aflevering zal met dubbele aandacht ge
lezen worden.
ENRICA VON HANDEL-MAZZETTI
Vertaal^ uit het Duitsch. Geïl
lustreerd door Herm. Moerkerk. Het
Nederlandsche Boekhuis, Tilburg,
1927. 424 blz., compleet ingenaaid
2.40, geb. 2.95.
De verschijning van een roman van deze
wereldberoemde romancière ia altijd een ge
beurtenis. Deze roman die in Duitschland
reeds een oplage beleefde van ruim 60.000 ex.
Is een harer omvangrijkste en beste werken,
een cultuur-historische roman onder het mot
to: „Boven alles de liefde."
Een kleine adellijke, protestantsche jongen
komt door toevallige omstandigheden op school
in de beroemde abdij van Cremsmünster,
Zijn lief en leed wondt heel teer weergegeven.
August Mae Endoll» de edele maar trotse he
vader komt 't kind halen, nadat tsljn vrouw
op het kasteel te Engeland gestorven ls. Op
zijn terugreis door Pruisen wordt de Engel
se he edelman, die een absoluut paganist ls,
verraden door zijn bediende, wanneer bij op
het punt staat te Berlijn een verboden boek
uit te geven. Men beschuldigt hem van allerlei
onzinnigheden en martelt hem dood om een
bekentenis. Wanneer men zijn kind eveneens
wil martelen en een gefluisterde verzuchting
plotseling redding brengt voor den knaap,
sterft deze ongelukkige maar dappere man
met een „credo" op de lippen.
Het verhaal speelt ln het begin van de 18a
eeuw, hoofdzakelijk ln Oostenrijk en Pruisen.
Levendig, gloedvol en aantrekkelijk is dezö
boeiende roman geschreven en slechts noode
legit men dan ook aan het einde van het
lijvige werk ter zijde, waar men zoo vast.
ingeleefd is in het leven der personen, die
men bij zich, naast zioh zag spelen, genieten
lijden, bidden, hopen, en gaarne zou men nog
©en poos in hun midden zijn blijven voort
leven omdat ze zooveel belang Inboezemen,
Deze diep-tragische, ontroerende roman is van
onschatbare waarde en neemt een extra eerste
plaats in de wereldliteratuur in. Men zal bet
werk blijven lezen en herlezen.
Dinsdagavond stonil voor de rechtbank te Leeu-
MAGDA SCHARLAU-ALBERTI.
Bekentenissen van een Bekeer
linge. Geautoriseerde vertaling uit
het Duitsch door C. Imgen-Housz.
Het Ned. Boekhuis, Tilburg, 1927.
246 blz. ing. 1.50, geb. 1.95.
Laten wij het eerlijk bekennen, het is niet
altijd con amore dat men een bekeeringsge-
schiedenis ter liaud neemt, maar bij dit boek
heeft men er geen spijt van! Zulk een belang
wekkend boek hebben wij zelden gelezen, als
deze ragfijne ontleding, van Magda's jeugd af
totdat zij moeder ia van een priesterzoon,
deze vrouw uit de echte diaspora, nl. Kiel en
Hamburg en die nog wel gehuwd was met
een geloovigen dominee. Geen seconde dweperij,
geen grein sentimentaliteit, voortdurend tast
bare werkelijkheid. De ongerepte vertaling be
waart de hooge waarde van bet werk. De edele
priesterfiguren, Vooral de president van het
seminarie eu ook do nobele echtgenoot zijn
treffend geschilderd. Bijzonder den velen zoe
kenden in onze verwarde, woelige samenleving
zal dit reine, verheffende boek een genot zijn.
Bij Gcbrs. van Aelst, Maastricht is versche
nen: „Teriader a", treurspel in 5 be
drijven door Reinier Ysabia, Het wenk is be
kroond in den prijskamp voor Missie-tooneel-
terkundc van 1927.
Ned. Boud van piano- en orgeihan-.
delaren en fabrikanten.
Tot de uitgave van bovengenoemde brochu
re is bedoelde boud (waar ze gratis verkrijg
baar is) overgegaan, omdat gebleken is, dat
er, èn wat betreft de hoedanigheid der instru
menten, èn wat betreft de beteekenis van de
piano en het orgel voor het opkomende ge-
Slacht, onjuiste inzichten heerschen.
Heel kort en bondig wordt iets beweerd
over oorsprong, ontwikkeling en beteekenis
van piano en orgel, waarna overgegaan worac
tot een kwestie van den praktijk, n.l. het zich
aanschaffen en het onderhoud dier instru
menten.
Vóór alles wordt er de nadruk opgelegd
en dat is waar dat het koopen van 'n piano
(bij een goede zaak natuurlijk) is en moet
blijven een kwestie van vertrouwen.
Terloops wordt de concurrentie van de Ra
dio nog even besproken; ook wij zijn van mee
ning, dat per saldo toch niets zal gaan bo
ven de piano, zeker niet boven het instrument
zooals het zich ontwikkeld heeft tot (1e kunst-
spelpiano.
Eenigc behaxt.igiugswaardige wenken over
betaling en onderhoud etc. besluiten de bro
chure, die ruime verspreiding verdient.
HET KAPERSNEST.
Door Joseph' Conrad en P. M. Huef-
for; uit het Engelsch, vertaald door
Caspar Hendriks; geïllustreerd door
G. J. v. Overbeelk, Ned. Boekhuis
Tilburg.
Een vijfdeelige roman van een dikke 400
pagina's.
Interessant zijn de titels der onderdeden,
luidende: le. Het avontuur klopt aan de deur;)
2e. Het meisje met de hagedis; 3e. De ontoe
gankelijke stad; 4e. Lier en Zwaard; 5e. Het
Lot van ons menschen.
De opzet is: „Een jonge Engelschman ver
langt naar avonturen-hij wil „een held van 'n
verhaal worden". Met twee Spanjaarden vlucht
hij op de „Thames" naar W.-Indië en eea
bonte serie van penibele en pijnlijke avonturen
gaat zich afrollen.
Als wij na een 70 pagina's het le Deel
verwerkt hebben, weten we al niet meer, hoe
vaak wij hebben gelezen van „hij za.l jé op
hangen" of „wees stilandersEea
en ander speelt zich af in de buurt van af
gronden, bij roovers,, om vervolgd te worden
op een schip tusschen negers met gespierde
armen en stevige schouders.
In een der hoofdstukken van het 2e Deel
lezen wij: „Ware romantiek bestaat.,., uit
een warreling van emotie's, waardoor alia
zinnen verdoofd worden en enkel 't gezicht
beneveld blijft"
Wat de warreling betreft, daaraan ont
breekt het heusch niet; nu en dan is 't zelfs
zoo, dat wij bet betwijfelen of de lezer (ten
zij bij geroutineerd is in de romanlitteratuur)'
de situaties wel uiteen zal weten te houden.
Uitdrukkingen als: „mijn hart sloeg oi
mijn ribben moesten barsten" en dergelijke
(soms erger, meestal niet minder erg) zijn
lang niet zeldzaam.
Niet alleen echter geeft dit romannetje ge
legenheid te over, om te bibberen en te grie
zelen, maar er wordt ook nog 'n vrij groots»
dosis romantische liefde geëtaleerd, zoodafc
voor afwisseling wel gezorgd is.
Men behoeft zich niet in te denken, dat hei
iets is, om In 'n één-uurs-treinreisje te ver
werkeneenige dikke uren heeft men,
hard noodig.
Geen kost overigens voor Jongeren; anderj
kan 't niet veel kwaad.
Jammer slechts dat er zooveel drukfout^
in den tekst zijn blijven staan,