ONZE VROUWENRUBRIEK
F
II
I
?JÈËÈl
OUDEJAARSAVOND.
VOOR ONZE KLEINE MEISJES.
SPROETEN.
BLOEMENPRAATJE.
BABYPAKJE.
RECEPTEN.
BAVETJES.
VRIJDAG 30 DECEMBER 1927
DERDE BLAb
AAN
AA
4sr a
Patronen naar Maat.
ESS®
schriftelijke toestemming vei boden.
Overname tjit
deze rubriek zonder
Weemoedige Oudejaars-betrachtingen
zijn dingen, waar je tijd voor moet heb
ben. En een beetje rust. Ik kan me bsst
voorsteden, dat iemand, mei 'n druk
ploeterbesiaan', op den 31sten December
om half elf naar bed irekt ea zijn laat
ste dood-nuchtere gedachte besteedt
aan de werkzaamheden voor den volgen
den dag (1-1'28), en hoe ze 't best
kunnen worden ingedeeld. En 'n ander
die gedoemd is. den eerbiedwaardigen
nacht, met twee a drie dozijn vrienden
of familieleden te dcor-oesforea of te
door-pofferen, kent evenmin dat uurtje
van intietn gemijmer, dat, als 't niet
genoten- wordt, zoo tusschcn acht en
negen uur op Oudejaarsavond, reddeloos
verloren gaat want 't kan niet vervroegd
worden en evenmin later ingehaald. De
stemmingen, die werden opgeroepen,
door de gedachte, dat dit de allerlaat
ste uren zijn van dit jaar, waarin dit
gebeurd is.... en dat.... die stem
mingen kunnen niet, naar believen, wor
den nabesteld, en evenmin opgecomman
deerd in een willekeurige omgeving. Er
is stilte voor noodig, en 'n min of meer
behaaglijke eenzaamheid een kleine
zitkamer met een haardje en dicht
geschoven gordijnen een boek, juist
boeiend genoeg, om je niet verlaten te
voelen, en juist zóó tam, dat je 't heel
den avond open op je knieën kunt laten
liggen zingend theewater (liefst één
persoons), 'n goed stuk banket en 'n
mooie kat, die doodstil aan je voeten
ligt, maar toch z'n oogen open heeft en
nu en dan tegen je knipoogt. O, ze moes
ten bij de wet verboden zijn, die samen
scholingen van meer dan drie of hóóg
stens vier personen op den avond van
den 31sten December..... incluis 't
voortdurend geraaskal en 't gerammel
met almaar meer eetgerei en 't kauwen
en slurpen en de vettige geur.Als ik
ooit onafhankelijk regecrend vorstin
van een of ander rijk mocht worden
waar niet veel uitzicht op bestaat, zal
ik op Oudejaarsavond de heele hof
houding tot den laaïsten zaalwachter
Ice, 't paleis uitjagen, en 't mezelf ge
zellig maken.
Maar wanneer we dan werkelijk dien
lijd en die rust en dat haardje hebben..
Onze gedachten houden zich vanavond
niet alleen bezig met het vervlogen jaar,
nauwkeurig beginnend met den vortgen
Nieuwjaarsdag! Maar we beginnen over
heel ons leven te mijmeren, wanneer ze
ons voldoende met vreè laten over
menrchen en dingen, die we het volgend
jaar voorgoed vergeten zouden zijn, als
we cr niet heel toevallig vandaag nog
wear eens aan gedacht hadden over
huizen en tuinen, die wachtten op een
avond als deze, cm weer voor ons op
te rijzen en rondom ons te bloeien en te
geuren, zooals lang geleden, en waar
onze gedachten geen voet meer zetten,
Wanneer ze er niet (,p een langen, droo-
mcrigea tocht verdwalen, zocals nu.,..
V -V. /- Iv A*- I AM A« A4»
waaraan we met de minste zorg besteden
om ze in het leven 'e houden, niet,
omdat we ze liever kwijt willen, maar
juist, omdat we overtuigd zijn van haar
onvergetelijk'.eid en heel zeker weten, dat
wc ze over 'n jaar cf dertig, wanneer we
dat willen, weer in al baar fleuren k urm er
oproepen en er rustig van genieten. En
tot zoolang bergen wc ze zorgvuldig
weg, als oude familieschatten, die je zoo
maar niet, in *n verloren oogenblikje,
oor den dag haalt en gaat bekijken.
Maar als wc dan bij zoo'n Oudejaars
avond-mijmering toevallig in de buurt
komen en er even bij blijven stilstaan,
"emerken ue soms plotseling en met
schrik, hoe cle beelden tóch al verbleekt
;ijn, hoe ontstellend veel kleine bijzon-
larheden we niet juist meer weten te
rangschikken en haastig beginnen we
'rij elkaar te zoeken, wat nog niet ver
oren ging, om tenminste te redden, wat
nog te redden is! 't !s wonderlijk met
ons geheugen!
Selnia Lagcrioi geeft ergens in haar
„Niels Holgersson", dat geniale aard-
'ijkskunde-boeh, dat tegelijk een p'nilo-
sophisch sprookje is, een heel suggestieve
er-beelding van de planten- en dieren-
•vereld der gematigde luchtstreken in hun
afhankelijkheid van de zon, de jaargetijden
en de min of meer duidelijke ligging. De
zon is op haar weg naar het Noorden,
en rolt groot en stralend voort over een
brceden, rechten weg, aan 't hoofd van
een langen, bonten stoet; ooftboomen,
bloemen, zangvogels en kleine woud-
dieren alle volgen haar op den voet.
En naarmate ze verder komt en noorde
lijker, blijft hier of daar de een of ander
langs den weg staan: de appelboom waagt
z-.ch niet verder, de hoenders blijven hoe
langer hoe meer achter en houden einde
lijk heelcmaal halt, cn de zangvogels gaan
in de takken zitten van de loofboomen,
dia het opgeven. Maar uit zijwegen komen
nieuwe reizigers, die zch bij den stoet
voegen: sneeuwhoenders en rendieren,
denneboomen en rjsvossen. En de zon
-olt voort, stralend en wenkend, en ten
slotte is er niemand meer bij den stoet,
die den tocht van het begin af aan heeft
meegemaakt. Al wisselend heeft 't ge
zelschap zich geheel vernieuwd.
Er is tegelijk geen mooier en spreken
der gelijkenis van onzen levenstocht, dan
dit beeld: de lange, rechte reis, en de
velen, die er in het begin met ons op den
weg zijn, en die langzamerhand achter
blijven, een voor een, en ons alleen, verder
laten gaan. En da nieuwe gestalten, die
langs den weg opdoemen en met ons den
tocht vervolgen, naar een verte, die geen
der eerste metgezellen zien zal, terwijl
over het achtergelaten land geen van
onze nieuwe reismakkers mét ons te
spreken weet....
En de ■Oudejaarsavonden zijn dan
halte-plaatsen, waar we even blijven
staan, om ons te bezinnen en de ver
anderingen, sinds den laatsten mijlpaal,
te overzien. Geen enkele maal zullen we
zoo om ons heen staan zien, zonder één
bekend gezicht te missen in den stoet,
die met ons optrekt, en een nieuwe
figuur op te merken, die trouw naast
ons voortreist. Jarenlang gaat dit bijna
onopgemerkt aan ons voorbij, tot ééns
de dag komt, waarop we beseffen, dat
alles waf veranderd is.... En dat kan
een diep leed voor ons zijn, of een
groot geluk
En een heerlijk, nieuw stuk weg ligt
weer voor ons uitgestrekt, met ontelbare
Dat is 't geheimvan 't jong-bltjven:
't blijven gelooven aan de mogelijkheden
langs den komenden weg.... Wie zullen
cr van tusschen de struiken langs zijpaden
stappen, om onze reisgenooten te zijn?
Wie zullen achterblijven, tegen hun zin
of met opzet?
Bij een volgenden mijlpaal zullen we
het weten. En er over mijmeren, juist als
nu tenzij een dozijn van die nieuwe
zijweg-kameraden ons bij die gelegen
heid op hun poffertjes-orgie verzoekt)
MACHTELD.
Dezen week geven we volgens belof
te alléén modelletjes voor kleine meis
jes.
Model 1 .Kinderjurk van gestreepte
wollen stof, met lange mouwtjes, leef
tijd 5 tot 9 jaar. Kraagje en manchet
jes in een afstekende kleur.
Alleraardigst staat het jurkje van
effen, zacht lila, rose, licht blauw, of
zeegroene viyella, bewerkt met steekjes
in dezelfde kleur. Hot kraagje sluit pre
cies om den hals. Aan den voorkant vanaf
de beide schouders lóopen aan eiken kant
drie plooitjes, die worden ingeslikt.
'77
CUi&srzoorz,
Lijkt 't u misschien misplaatst in dezen
tijd^van het jaar? Dan behoort u zeker"
niet tot de ongelukkigen, wier zonne-
vlekjes doodleuk op hun aanschijn blijven
overwinteren wel 'n ietsje verbleekt,
maar toch nog duidelijk zichtbaar! En
dan weet u zeker óók niet, dat de win
ter en later het heel vroege voorjaar,
de beste tijd is om zomersproeten te
behandelen, door ze te voorkomen!
Zelfs wanneer uw sproeten met de
zomerzon komen en verdwijnen, zult
u toch opmerken, dat, wanneer u ge
durende deze wintermaanden uw ge
zicht behandeld hebt, verstandig en
geregeld, uw huid in de komende
lente veel minder gevoelig zal blijken.
Er zijn enkele uitstekende zomer
sproeten-crèmes in den handel, die
werkelijk doen wat de gebruiksaan
wijzing belooft, en ook daarmee moet
in den winter begonnen worden. Maar
een sproetige huid is tegelijk ook een
heel teere huid, en de eenigszins
straffe praeparaten worden niet
even goed verdragen. Daarom
altijd
volgt
hier een eenvoudig buisrecept, dat u
zelf kunt klaarmaken en zonder vrees
voor schadelijke gevolgen gebruiken.
In een balven liter water mengt u hef
sap van een citroen, voegt er een niet
al te zuinige dosis perorryde en een paar
lepels borax aan toe. Dit alles kunt u
eenige dagen bewaren. Wasch hiermee
vóór 't slapen gaan royaal uw gezicht,
overal waar de sproeten zich gewoon
lijk vertoonen, en zoo noodig ook uw
handen. Desgewenscht probeert u 't
voor alle veiligheid in 't begin om den
anderen avond. Houd dit gedurende
e wintermaanden voi, en verdubbel uw
nauwgezetheid, zoodra de zon meer
kracht begint te krijgen. Hel resultaat
zal u bevredigen.
Ook eenvoudig citroensap is al heef
nuttig, maar 't moet altijd met Water
verdund worden. EVA.
IL
Dit allerliefste babypakje wordt ver-.werkt laten en voor de andere zijde van
vaardsgd van fijne rose of witte wol en het armsgat, een zelfde aantal steken
\olgens de lengte gehaakt.
Men zet -11 kettingsteken op cn haakt
op deze den lsten toer: de naastbijzijnde
3 steken overslaan, dan steeds 1 stokje
in eiken steek.
De 2e toer is: 3 ketlingsteken, bet
naastbijzijnde stokje overslaan, dan
steeds 1 stokje in de achterste lus van
elk stokje, verder ook 1 stokje in de
derde der eerste 3 overgeslagen ketting
steken.
3e tot 37s toer als de vorige, doch men
moet aan bet begin van den 7cn en 25en
toer, voor de meerderingen, aan de uit
snijding der hals, inplaats van de eerste
3 kcii:ngsteken, 6 ketlingsteken haken;
de naastbijzijnde 3 hiervan overslaan, en
in de volgende 3 kèltingstekcn, 3 stok
jes werken; verder in den lOen cn 28en
toer, voor bat armsgat, 18 steken enbe-
opnieuw opzetten. Bovendien blijven aan
het einde van den 14en en 32en toer voor
de minderingen, aan de uitsnijding der
hals, ielkens 3 steken onbewerkt. Men
verbindt voor den schouder de rand-
steken van den 7en tot den 9en toer met
die van den lien tot den 13en toer, en
de randsteken van den 25en tot den 27en
toer met die van den 29en tot den 31en
toer.
Elke mouw begint van den naad onder
den arm af, met een opzetsel van 31
steken, men haakt hierop den len
loer: 6 vaste, in de naastbijzijnde 6 steken;
8 halve stokjes in de volgende 8 steken;
16 stokjes in de volgende 16 steken;
8 halve stokjes in de volgende 8 halve
stokjes, 6 vaste in de volgende 6
vaste.
Den 3en tot 18en loer afwisselend, als
de beide vorige toeren, doch men moet
tot aan den 8en toer, aan die zijde,
welke zich het dichtst aan den boven
rand bevindt, meerderingen uitvoeren, en
daarvoor aan het einde van eiken toer,
met een even getal aangeduid, 1 stokje
in den derden van de eerste 3 ketting-
steken, die in den naastbijzijnden. toer
voor 1 slokje gerekend zijn, geen steek
overslaan; verder bij de laatste 8 toeren
aan dezelfde zijde, in eiken toer met
oneven getal, aangeduid, 1 steek onbe
werkt laten.
Nu naait men de mouw dicht en zet
haar in het armsgat. Langs dcn buiten
kant van het jasje haakt men nog twee
toeren.
Ie ioer afwisselend 1 vaste om dc
naast'oijrijnde 5 kettingsteken en 5 ket
tingsteken; aan het einde 1 halve vaste
in den eersten, vasten steek, van dezen
toer.
Door den loer aan den hals wordt een
gehaakt koordje met kwastjes geregen of
een lintje doorgehaald. G. L.
Het rokje krijgt aan den voorkant
plooien, de streep wordt hiervoor dwars
genomen.
Het jurkje heeft een ceintuur, de
twee losse biais aan den voorkant loo-
pen over de ceintuur en worden boven
de uitspringing van de plooi met een
knoop vastgemaakt.
No. 2. Kinderjurk, leeftijd 1A tot 4
jaar, van witte of gekleurde viyella of
Dit modelletje heeft een apart op
gezet stuk en hangt verder ruim. neer
Op het stukje en de zakjes werken we
een aardig motiefje; hiervoor kunnen we
een strijkpatronotje koopen. Aan den on
derkant der mouwtjes komen ruime
strookjes.
No. 3, Jurkje, leeftijd IA tot 4 jaar.
Bij nummer 2 cn 3 wordt vaak een
broekje van dezelfde stof gedragen.
No. 4. Manteltje, leeftijd VA tot 4
jaar, van fijne wollen stof.
De onderkant komt ruim aan den bo
venkant door smockwerk.
Het modelletje heeft een plat kraagje
en manchetjes en is van voren met 4
knocpen gesloten.
No, 5. Raglan manteltje van rvifle o!
BCMtamc Wónen stol. Dit manteltje is
eveneens gesmookt op den rug en ge
deeltelijk aan de voorzijide.
De mantel wordt van voren en aan
den hals met een knoop gesloten.
Beide manteltjes staan allerliefst ge
garneerd róet bont.
ANEMOON.
Onze
lezeressen bunnen van onze
mode-ontwerpen nauwkeurig naar maal
geknipte patronen ontvangen, teger
uiterst billijke prijzen, die voor elk
model afzonderlijk worden opgegeven
Voordat men de maat gaat nemen,
bindt men een bandje om de taille, waar
door men de juiste lengte van voor-, zij-
en ruglengte af kan meten.
De maten gelieve men bij bestelling
van een patroon met het nummer van
het gewenscfile model duidelijk ep te
geven aan: „Het Patronen-Kantoor" Post
bus no. 1. Haarlem, onder büvooging van
het bepaalde bedrag ïn postzegels. Alen
verwijze daarbij naar den naam van dit
blad. Binnen enkele dagen volgt dan
franco- toezending van het patroon,
PRIJZEN DER PATRONEN;
No. 1. 0.95.
No. 2. 0.50.
No. 3. 0.50. A - -
No. 4. 0.75, i
OUDEJAARSAVOND.
„Uren, dagen, maanden, jaren
Vliegen als een schaduw heen,"
zegt dc oude Psalmdichter. Zoo is het
ook! Weer staan we voor de verwisse
ling van het jaar, terwijl het begin van
het nu afgeloopenc nog zoo versch in
het geheugen ligt. We kunnen het ons
nauwelijks indenken, dat er sinds dien
dag 365 voorbij gingen. Voor de meesten
is deze tijd omgevlogen anderen,
die moeilijke tijden van ziekte in hoop
en vrees hebb'.n doorgemaakt, die mis
schien hebben moeten afstaan familie-
leder., vrienden, die hun lief waren, voor
diegenen kan het jaar lang geschenen
zijn! Als gevolg van alles, wat men
beeft beleefd in 't afgeloopen jaar, na
dert men roet zeer verschillende, wee-
moedig'e, gelukkige, vroolijke cn niets
zeggende gedachten den „Oudejaars
avond".
In welk gezin men ook komt, dien
avond, armer of rijker, overal worden
de huisgenooten getracteerd en veelal
ruikt men 't klaarmaken van 't gebak
al op straat!
Hieronder laat ik eenige gebruikelijke
recepten volgen:
Appelbeignets.
125 gram bloem
2 d.L. lauwe melk
10 gram gist
pl.m. 6 mooie zure appelen
iets zout
boterolie of slaolie,
Bereiding:
Doe de bloem in een kom en maak in
het midden een kuiltje. Brokkel de gist
in een kommetje, roer deze glad en vloei
baar met wat suiker en giet ze in 't
kuiltje in 't meel. Voeg een weinig lau
we melk toe en roer het meel, van 't
midden uit beginnend, aan met de melk.
Sla er de klontjes uit en voeg de rest
der melk en iets zout toe. Laat het be
slag op een lauwe plaats rijzen, gedu
rende ongeveer A a uur. Boor en
schil even voor bet bakken de appelen,
snijd ze in vrij dikke plakken. Verwarm
het vet tot er een flinke blauwe damp
af komt. Dompel eenige schijven anoel
in het beslag, laat ze daarna in het
heete vet glijden en bak ze daarin bruin
en knappend. Laat ze even uitdruipen
op een grauwen zak (papier) en presen
teer ze warm, dik bestrooid met poe
der- of basterdsuiker.
Oliebollen.
200 'gram bloem
25 gram gist
pl.m. 2 d.L. lauwe melk
100 gram krenten of 100 gr, krenten,
sultanen en sucade v-w*
5 gram zout -
boterolie, 1
Bereiding:
Doe de bloem in een kom, maak in
't midden een kuiltje. Brokkel de gist
in een kommetje, roer deze met wat
suiker tdad en vloeibaar, en giet ze in
't kuiltje van het meel. Voeg wat van
de lauwe melk toe en roer het meel,
van 't midden uit beginnend, aan met
de melk. Besla het beslag en voeg de
rest der melk toe. Laat het dichtge-
dekt rijzen op een lauw-wsrme plaats
gedurende ongeveer A 1 uur. Ver
meng het dan luchtig mei het zout, de
goed gcwasschen en gedroogde kren
ten, sultanen en de gesnipperde sucade.
Verwarm in een ijzeren pannetje de
boterolie, tot er een blauwe damp af
komt. Warm twee lepels even in het
vet, vorm er kleine, ronde balletjes van
het deeg mee, laat deze in het heete
vet glijden en bak ze hierin lichtbruin
en gaar in ongeveer 5 minuten. Laat
ze daarna uitdruipen op een grauwen pa
pieren zak.
Stapel de oliebollen op een schotel
en bestrooi ze met basterdsuiker.
Huzarensla,
250 gram of minder vleeschresten
250 gram koude aardappelen
K- biet
uitjes, augurkjes
4 eetlepels slaolie
pl.m. 3 eetlepels azijn
pl.m. 2 eetlepels melk
mosterd of mosterdpoeder
zout, peper
een paar handappelen.
Bereiding:
Hak het vleesch fijn, maak de aard
appelen fijn, hak de uitjes, augurkjes,
biet en geschilde en van klokhuis ont
dane handappelen. Houd een weinig
gehakte biet, fijne aardappelen en fijne
augurkjes achter en doe de overige in
grediënten in een kom. Voeg slaolie,
azijn, peper, zoiit en mosterd toe en
vermeng alles tot een smakelijk geheel.
Proef of het mengsel goed smaakt. Leg
het op een vleeschschotel, in het mid
den iets hoogcr opgestapeld en gameer
den bovenkant met vakjes van de over
gehouden ingrediënten.
CATHARINA.
Aromatische Omelette.
3 eieren
15 druppels Maggi's Aroma
ongeveer 20 Gr, (1 afgestreken
eetlepel) boter.
Klop de eieren goed uit elkaar en roer
er de Maggi's Aroma door. Laat in de
koekenpan de boter heet worden (niet
bruin), giet er het mengsel in en bak de
omelette aan één kant lichtbruin; vouw
ze in drieën (of rol ze op) en laat ze op
een verwarmden schotel glijden.
Vandaag wil ik de aandacht van mijne
lezers en lezeressen eens vragen voor een
onderdeel der tuinwerkzaamheden, waar
aan meestal geen of onvoldoende aan
dacht worai geschonken, terwijl het toch
van het allergrootste belang is, ja, wel
slagen of mislukken daarvan goeddeels af
hangen. Ik bedoel het bewerken van den
grond, waarin onze planten haar leven
moeten gaan doorbrengen.
Iedereen weet, dat planten wortels
hebben, en dat deze dienen om voedings
stoffen en vocht uit den bodem te halen
ten nutte van de plant, waarvan zij een
deel uitmaken. Maar lang niet iedereen
geeft zich rekenschap van twee feiten, n.l.
dat, om tot dit doel te geraken, er op de
eerste plaats voedingsstoffen in den grond
aanwezig moeten zijn, en op de tweede
plaats de wortels die ook moeten kunnen
bereiken. Wij hebben dus te zorgen, dat
de grond voedzaam is, en dat de wortels
daarin kunnen doordringen. Nu weten
vooral de bewoners van de nieuwe bui
tenwijken wel, dat de zich in den bodem
van hun tuin bevindende voedingsstoffen
zoo goed als uitsluitend bestaan uit stee-
non, oude schoenen, leege blikjes, stukken
glas en houtafval, met nu en dan de over
blijfselen van een kalkput. Planten geven
echter de voorkeur aan iets anders en
daarom, wanneer wij een tuintje nieuw
gaan aanleggen, beginnen wij met al die
vreemde voorwerpen zorgvuldig te ver
wijderen, en ze te vervangen door een
flinke hoeveelheid koe- of paardemest.
Deze laatste, ook wel ruige mest ge
noemd, is in de meeste gevallen te ver
kiezen, omdat ze tegelijkertijd den grond
warmer maakt. Geen levend organisme
kan buiten voeding en al is de eene
pram mei veel minaer xevreaen dan d\V
andere, de meeste zijn toch uiterst gevoe
lig voor een weinig krachtvoedsel en
ioonen hare dankbaarheid door forscher
groei, meer glanzend gebladerte en tal
rijker en grootere bloemen.
Het tweede, even belangrijke, punt is
het tot op flinke diepte zeg van 75
c.M. tol 1 M. omspitten van den
grond. In vele gevallen kan dit werkje
beter aan een vakman worden toever
trouwd. Dameswerk is het in het geheel
niet en slechts weinig mannen, die aan
zwaren handenarbeid niet gewoon zijn,
bezitten enthousiasme en uithoudingsver
mogen genoeg om een lap grond van eeni
ge uitgestrektheid behoorlijk om te wer
ken. Gaat het slechts om een klein stukje,
zoodat het de moeite niet waard is er
een beroepsspitter bij te halen, of kan
men zoo iemand niet krijgen, welnu, dan
steke men zelf de handen uit de mou
wen. Alles behoeft niet in één dag klaar
en spitten is een gezonde bezigheid, die
heel wat anders weinig gebruikte spieren
in beweging zet, en een gezonden eet
lust bezorgt. Men houde echter het vol
gende in het oog: Het is niet voldoende,
de aarde maar zoo'n beetje om te woelen,
neen, om goede resultaten te verkrijgen
en eer van zijn werk te hebben, moet de
grond geheel ten onderste boven gekeerd
worden, zoodat de onderste laag, jlie
eerst b.v, op 1 M. diepte lag, nu geheel
bovenaan komt en de bovenste laag ge
heel naar de diepte verplaatst wordt. Een
zoodanige bewerking maakt den grond
frisch en voorkomt „zuur" worden van de
aarde. Men begint met een strook van
b.v, 1 Aleter tot op de vereischte diepte
uit te graven en deponeert deze aarde
op een plaats, die niet gespit behoeft te
worden. Vervolgens begin! men aan 'de
tweede strook. De bovenste laag komt nu
onderaan in de eerste strook te liggen,
iedere laag komt daar bovenop, zoodaf,
wanneer de tweede strook eveneens op
diepte is gekomen, de eerste strook weer
geheel gevuld is en zelfs hooger ligt dan
het niet gespitte gedeelte. Zoo gaat men
door tot het einde bereikt is; de laatste
kuil wordt gevuld met de aarde, die uit
de eerste strook is overgebleven. Aard
kluiten worden met dc schop klein ge
slagen; het geheel moet één losse, rulle
massa worden. Is dc grond erg „zwaar",
d.w.z. vallen de stukken aarde niet ge
makkelijk uit elkaar, dan verdient het
aanbeveling, er een hoeveelheid gewoon
zand door te werken, waardoor hij
„lichter", losser wordt; het overtollige
water kan dan beter wëgzakken. Op on
geveer de helft der diepte werkt men ge
lijktijdig de mest in, niet in hoopen.,
maar zooveel mogelijk gelijkmatig ver
deeld, opdat de wortels der planten,
waar ze ook mogen komen, overal voed
sel vinden.
Het bewerken van dea bodem ge
schiedt het best ïtt liet late najaar oi in
den voorwinter; de omgespitte grond
blijft gedurende de wintermaanden braak
liggen en kan goed doorvriezen. Vroeg
in het voorjaar is hij dan in uitstekende
conditie om te worden beplant.
Een bewerking van den grond, als hier
boven omschreven, kan vanzelfsprekend
alleen geschieden, wanneer een tuin ge
heel nieuw wordt aangelegd. Bevinden
zich daarin eenmaal hoornen, struiken,
vaste planten, enz., dar- moet men met
heel wat minder tevreden zijn, en zich
met een bewerking in kleine gedeelten
behelpen. J.n iederen tuin wordt nu en
dan iets veranderd, en nu is het zaak, om
iedere gelegenheid te benutten, om nu
dit, dan weer een ander gedeelte van den
grond te verbeteren. Heeft men een nieu
we aanwinst voor zijn tuin, dari maakt
men op de uitgekozen plaats een gat, zoo
groot en diep als het eenigszins kan zon
der de naburige lanten te beschadigen, en
zoo diep als men behoorlijk komen kan,
stort in het aldus gemaakte gat eerst wat
losse aarde, daarna een weinig, liefst oude
mest, daar bovenop opnieuw losse aarde,
zet daar de plant op en vult het overblij
vende gedeelte met de rest der aarde.
IDeze bovenste laag kan stevig aange
drukt worden: de stengels der plant zijn
sterk genoeg en laten zich niet terughou
den. Hoofdzaak is, dat de wortels, die
pionierswerk te doen hebben en waarop
de geheele plant moet leren, onder zoo
gunstig mogelijke voorwaarden fninne
taak kunnen verrichten. Wanneer de
worteltjes zich beginnen te ontwikkelen,
zijn ze natuurlijk uiterst teer, en als zij
nu rondom zich niets dan een steenharde
massa vinden, is het hun dikwijls onmoge
lijk daar doorheen te boren, met het ge
volg, dat zij afsterven cn de plant verlo
ren is. En zelfs waar liet hun gelukt de
harde korst te breken en het is ver
wonderlijk, welke kracht in die zwakke
vezels steekt dan toch zal zulk een
plant nooit kunnen worden een sieraad
voor de oogen, steeds zal ze achterlijk
blijven en een kwijnend bestaan lijden.
Wanneer men nu, telkens wanneer iets
ge- of verplant moet worden, deze metho
de toepast, dan ontvangf de tuingrond
telkenmale een versterking van voedings-
bestanddeelen, die uitermate welkom is.
FLORA.
Benoodigd voor 3 bavetjes el stof,
van 80 c.Al. breed, één strengeltje rood,
en één strengeltje blauw borduur-
kaloen no. 16.
Nu de KerstvaCantie nadert, is het
voor onze meisjes prettig, gedurende de
lange avonden een handwerkje te heb
ben waaraan ze, bijna zonder moeders
hulp, kunnen voortwerken, In de eerste
plaats komt dit aardig bavetje met een
voudig kruissteek-patroontje hiervoor in
aanmerking. Maakt ge het van stofgaas,
of reformstof, dan koopt ge een A el. Er
ken. Hoe eenvoudiger, hoe beter.
Bijgaande teekening is voor eerst be-
ginnenden gemakkelijk na te maken, daar
het uittellen niet lastig is. Het wordt
gewerkt over twee draadjes, X rood,
blauw, terwijl men zooveel wagen
tjes kan merken als er op de breedte
kunnen.
Eenvoudiger worden de bavetjes,
wanneer men ze maakt van andere,
waschbare slof, zooals zefier, linnen,
wit katoen enz, Het bavetje heeft,
evenals het modeltctje van stopgaas, een
:c:uiA<:
kunnen dan 3 bavetjes uit de breedte ge
knipt worden. Langs den kant wordt er
een inslag gemaakt van 1 c. M., terwijl
deze wordt vastgezet met een kruissteek
randje. Langs het ronde halsje wordt
een inslag geregen, en dan een vëter-
bandje netjes tegen- en opgezoomd. Als
sluiting worden een paar 35 c.M. lange,
linnenbanden aangezet. In de meeste
merkboekjes kunt ge een aardig kruis
steekpatroontje vinden, om er op te wer-.
lengte van 32 c.M., cn een breedte van
24 c. M. Langs de kanten maakt men
een smal zoompje van J4 c,M. breed,
terwijl men bet halsje op dezelfde ma
nier, als boven, netjes afwerkt. Op het
bavetje teekent men met een dun pot
loodlijntje een figuur, zooals een hond,
beertje of iets dergelijks, wat ge dan
met een gekleurden draad en steclsteck
overwerkt,. 1 PINY,