ONZE VROUWENRUBRIEK F II I ?JÈËÈl OUDEJAARSAVOND. VOOR ONZE KLEINE MEISJES. SPROETEN. BLOEMENPRAATJE. BABYPAKJE. RECEPTEN. BAVETJES. VRIJDAG 30 DECEMBER 1927 DERDE BLAb AAN AA 4sr a Patronen naar Maat. ESS® schriftelijke toestemming vei boden. Overname tjit deze rubriek zonder Weemoedige Oudejaars-betrachtingen zijn dingen, waar je tijd voor moet heb ben. En een beetje rust. Ik kan me bsst voorsteden, dat iemand, mei 'n druk ploeterbesiaan', op den 31sten December om half elf naar bed irekt ea zijn laat ste dood-nuchtere gedachte besteedt aan de werkzaamheden voor den volgen den dag (1-1'28), en hoe ze 't best kunnen worden ingedeeld. En 'n ander die gedoemd is. den eerbiedwaardigen nacht, met twee a drie dozijn vrienden of familieleden te dcor-oesforea of te door-pofferen, kent evenmin dat uurtje van intietn gemijmer, dat, als 't niet genoten- wordt, zoo tusschcn acht en negen uur op Oudejaarsavond, reddeloos verloren gaat want 't kan niet vervroegd worden en evenmin later ingehaald. De stemmingen, die werden opgeroepen, door de gedachte, dat dit de allerlaat ste uren zijn van dit jaar, waarin dit gebeurd is.... en dat.... die stem mingen kunnen niet, naar believen, wor den nabesteld, en evenmin opgecomman deerd in een willekeurige omgeving. Er is stilte voor noodig, en 'n min of meer behaaglijke eenzaamheid een kleine zitkamer met een haardje en dicht geschoven gordijnen een boek, juist boeiend genoeg, om je niet verlaten te voelen, en juist zóó tam, dat je 't heel den avond open op je knieën kunt laten liggen zingend theewater (liefst één persoons), 'n goed stuk banket en 'n mooie kat, die doodstil aan je voeten ligt, maar toch z'n oogen open heeft en nu en dan tegen je knipoogt. O, ze moes ten bij de wet verboden zijn, die samen scholingen van meer dan drie of hóóg stens vier personen op den avond van den 31sten December..... incluis 't voortdurend geraaskal en 't gerammel met almaar meer eetgerei en 't kauwen en slurpen en de vettige geur.Als ik ooit onafhankelijk regecrend vorstin van een of ander rijk mocht worden waar niet veel uitzicht op bestaat, zal ik op Oudejaarsavond de heele hof houding tot den laaïsten zaalwachter Ice, 't paleis uitjagen, en 't mezelf ge zellig maken. Maar wanneer we dan werkelijk dien lijd en die rust en dat haardje hebben.. Onze gedachten houden zich vanavond niet alleen bezig met het vervlogen jaar, nauwkeurig beginnend met den vortgen Nieuwjaarsdag! Maar we beginnen over heel ons leven te mijmeren, wanneer ze ons voldoende met vreè laten over menrchen en dingen, die we het volgend jaar voorgoed vergeten zouden zijn, als we cr niet heel toevallig vandaag nog wear eens aan gedacht hadden over huizen en tuinen, die wachtten op een avond als deze, cm weer voor ons op te rijzen en rondom ons te bloeien en te geuren, zooals lang geleden, en waar onze gedachten geen voet meer zetten, Wanneer ze er niet (,p een langen, droo- mcrigea tocht verdwalen, zocals nu.,.. V -V. /- Iv A*- I AM A« A4» waaraan we met de minste zorg besteden om ze in het leven 'e houden, niet, omdat we ze liever kwijt willen, maar juist, omdat we overtuigd zijn van haar onvergetelijk'.eid en heel zeker weten, dat wc ze over 'n jaar cf dertig, wanneer we dat willen, weer in al baar fleuren k urm er oproepen en er rustig van genieten. En tot zoolang bergen wc ze zorgvuldig weg, als oude familieschatten, die je zoo maar niet, in *n verloren oogenblikje, oor den dag haalt en gaat bekijken. Maar als wc dan bij zoo'n Oudejaars avond-mijmering toevallig in de buurt komen en er even bij blijven stilstaan, "emerken ue soms plotseling en met schrik, hoe cle beelden tóch al verbleekt ;ijn, hoe ontstellend veel kleine bijzon- larheden we niet juist meer weten te rangschikken en haastig beginnen we 'rij elkaar te zoeken, wat nog niet ver oren ging, om tenminste te redden, wat nog te redden is! 't !s wonderlijk met ons geheugen! Selnia Lagcrioi geeft ergens in haar „Niels Holgersson", dat geniale aard- 'ijkskunde-boeh, dat tegelijk een p'nilo- sophisch sprookje is, een heel suggestieve er-beelding van de planten- en dieren- •vereld der gematigde luchtstreken in hun afhankelijkheid van de zon, de jaargetijden en de min of meer duidelijke ligging. De zon is op haar weg naar het Noorden, en rolt groot en stralend voort over een brceden, rechten weg, aan 't hoofd van een langen, bonten stoet; ooftboomen, bloemen, zangvogels en kleine woud- dieren alle volgen haar op den voet. En naarmate ze verder komt en noorde lijker, blijft hier of daar de een of ander langs den weg staan: de appelboom waagt z-.ch niet verder, de hoenders blijven hoe langer hoe meer achter en houden einde lijk heelcmaal halt, cn de zangvogels gaan in de takken zitten van de loofboomen, dia het opgeven. Maar uit zijwegen komen nieuwe reizigers, die zch bij den stoet voegen: sneeuwhoenders en rendieren, denneboomen en rjsvossen. En de zon -olt voort, stralend en wenkend, en ten slotte is er niemand meer bij den stoet, die den tocht van het begin af aan heeft meegemaakt. Al wisselend heeft 't ge zelschap zich geheel vernieuwd. Er is tegelijk geen mooier en spreken der gelijkenis van onzen levenstocht, dan dit beeld: de lange, rechte reis, en de velen, die er in het begin met ons op den weg zijn, en die langzamerhand achter blijven, een voor een, en ons alleen, verder laten gaan. En da nieuwe gestalten, die langs den weg opdoemen en met ons den tocht vervolgen, naar een verte, die geen der eerste metgezellen zien zal, terwijl over het achtergelaten land geen van onze nieuwe reismakkers mét ons te spreken weet.... En de ■Oudejaarsavonden zijn dan halte-plaatsen, waar we even blijven staan, om ons te bezinnen en de ver anderingen, sinds den laatsten mijlpaal, te overzien. Geen enkele maal zullen we zoo om ons heen staan zien, zonder één bekend gezicht te missen in den stoet, die met ons optrekt, en een nieuwe figuur op te merken, die trouw naast ons voortreist. Jarenlang gaat dit bijna onopgemerkt aan ons voorbij, tot ééns de dag komt, waarop we beseffen, dat alles waf veranderd is.... En dat kan een diep leed voor ons zijn, of een groot geluk En een heerlijk, nieuw stuk weg ligt weer voor ons uitgestrekt, met ontelbare Dat is 't geheimvan 't jong-bltjven: 't blijven gelooven aan de mogelijkheden langs den komenden weg.... Wie zullen cr van tusschen de struiken langs zijpaden stappen, om onze reisgenooten te zijn? Wie zullen achterblijven, tegen hun zin of met opzet? Bij een volgenden mijlpaal zullen we het weten. En er over mijmeren, juist als nu tenzij een dozijn van die nieuwe zijweg-kameraden ons bij die gelegen heid op hun poffertjes-orgie verzoekt) MACHTELD. Dezen week geven we volgens belof te alléén modelletjes voor kleine meis jes. Model 1 .Kinderjurk van gestreepte wollen stof, met lange mouwtjes, leef tijd 5 tot 9 jaar. Kraagje en manchet jes in een afstekende kleur. Alleraardigst staat het jurkje van effen, zacht lila, rose, licht blauw, of zeegroene viyella, bewerkt met steekjes in dezelfde kleur. Hot kraagje sluit pre cies om den hals. Aan den voorkant vanaf de beide schouders lóopen aan eiken kant drie plooitjes, die worden ingeslikt. '77 CUi&srzoorz, Lijkt 't u misschien misplaatst in dezen tijd^van het jaar? Dan behoort u zeker" niet tot de ongelukkigen, wier zonne- vlekjes doodleuk op hun aanschijn blijven overwinteren wel 'n ietsje verbleekt, maar toch nog duidelijk zichtbaar! En dan weet u zeker óók niet, dat de win ter en later het heel vroege voorjaar, de beste tijd is om zomersproeten te behandelen, door ze te voorkomen! Zelfs wanneer uw sproeten met de zomerzon komen en verdwijnen, zult u toch opmerken, dat, wanneer u ge durende deze wintermaanden uw ge zicht behandeld hebt, verstandig en geregeld, uw huid in de komende lente veel minder gevoelig zal blijken. Er zijn enkele uitstekende zomer sproeten-crèmes in den handel, die werkelijk doen wat de gebruiksaan wijzing belooft, en ook daarmee moet in den winter begonnen worden. Maar een sproetige huid is tegelijk ook een heel teere huid, en de eenigszins straffe praeparaten worden niet even goed verdragen. Daarom altijd volgt hier een eenvoudig buisrecept, dat u zelf kunt klaarmaken en zonder vrees voor schadelijke gevolgen gebruiken. In een balven liter water mengt u hef sap van een citroen, voegt er een niet al te zuinige dosis perorryde en een paar lepels borax aan toe. Dit alles kunt u eenige dagen bewaren. Wasch hiermee vóór 't slapen gaan royaal uw gezicht, overal waar de sproeten zich gewoon lijk vertoonen, en zoo noodig ook uw handen. Desgewenscht probeert u 't voor alle veiligheid in 't begin om den anderen avond. Houd dit gedurende e wintermaanden voi, en verdubbel uw nauwgezetheid, zoodra de zon meer kracht begint te krijgen. Hel resultaat zal u bevredigen. Ook eenvoudig citroensap is al heef nuttig, maar 't moet altijd met Water verdund worden. EVA. IL Dit allerliefste babypakje wordt ver-.werkt laten en voor de andere zijde van vaardsgd van fijne rose of witte wol en het armsgat, een zelfde aantal steken \olgens de lengte gehaakt. Men zet -11 kettingsteken op cn haakt op deze den lsten toer: de naastbijzijnde 3 steken overslaan, dan steeds 1 stokje in eiken steek. De 2e toer is: 3 ketlingsteken, bet naastbijzijnde stokje overslaan, dan steeds 1 stokje in de achterste lus van elk stokje, verder ook 1 stokje in de derde der eerste 3 overgeslagen ketting steken. 3e tot 37s toer als de vorige, doch men moet aan bet begin van den 7cn en 25en toer, voor de meerderingen, aan de uit snijding der hals, inplaats van de eerste 3 kcii:ngsteken, 6 ketlingsteken haken; de naastbijzijnde 3 hiervan overslaan, en in de volgende 3 kèltingstekcn, 3 stok jes werken; verder in den lOen cn 28en toer, voor bat armsgat, 18 steken enbe- opnieuw opzetten. Bovendien blijven aan het einde van den 14en en 32en toer voor de minderingen, aan de uitsnijding der hals, ielkens 3 steken onbewerkt. Men verbindt voor den schouder de rand- steken van den 7en tot den 9en toer met die van den lien tot den 13en toer, en de randsteken van den 25en tot den 27en toer met die van den 29en tot den 31en toer. Elke mouw begint van den naad onder den arm af, met een opzetsel van 31 steken, men haakt hierop den len loer: 6 vaste, in de naastbijzijnde 6 steken; 8 halve stokjes in de volgende 8 steken; 16 stokjes in de volgende 16 steken; 8 halve stokjes in de volgende 8 halve stokjes, 6 vaste in de volgende 6 vaste. Den 3en tot 18en loer afwisselend, als de beide vorige toeren, doch men moet tot aan den 8en toer, aan die zijde, welke zich het dichtst aan den boven rand bevindt, meerderingen uitvoeren, en daarvoor aan het einde van eiken toer, met een even getal aangeduid, 1 stokje in den derden van de eerste 3 ketting- steken, die in den naastbijzijnden. toer voor 1 slokje gerekend zijn, geen steek overslaan; verder bij de laatste 8 toeren aan dezelfde zijde, in eiken toer met oneven getal, aangeduid, 1 steek onbe werkt laten. Nu naait men de mouw dicht en zet haar in het armsgat. Langs dcn buiten kant van het jasje haakt men nog twee toeren. Ie ioer afwisselend 1 vaste om dc naast'oijrijnde 5 kettingsteken en 5 ket tingsteken; aan het einde 1 halve vaste in den eersten, vasten steek, van dezen toer. Door den loer aan den hals wordt een gehaakt koordje met kwastjes geregen of een lintje doorgehaald. G. L. Het rokje krijgt aan den voorkant plooien, de streep wordt hiervoor dwars genomen. Het jurkje heeft een ceintuur, de twee losse biais aan den voorkant loo- pen over de ceintuur en worden boven de uitspringing van de plooi met een knoop vastgemaakt. No. 2. Kinderjurk, leeftijd 1A tot 4 jaar, van witte of gekleurde viyella of Dit modelletje heeft een apart op gezet stuk en hangt verder ruim. neer Op het stukje en de zakjes werken we een aardig motiefje; hiervoor kunnen we een strijkpatronotje koopen. Aan den on derkant der mouwtjes komen ruime strookjes. No. 3, Jurkje, leeftijd IA tot 4 jaar. Bij nummer 2 cn 3 wordt vaak een broekje van dezelfde stof gedragen. No. 4. Manteltje, leeftijd VA tot 4 jaar, van fijne wollen stof. De onderkant komt ruim aan den bo venkant door smockwerk. Het modelletje heeft een plat kraagje en manchetjes en is van voren met 4 knocpen gesloten. No, 5. Raglan manteltje van rvifle o! BCMtamc Wónen stol. Dit manteltje is eveneens gesmookt op den rug en ge deeltelijk aan de voorzijide. De mantel wordt van voren en aan den hals met een knoop gesloten. Beide manteltjes staan allerliefst ge garneerd róet bont. ANEMOON. Onze lezeressen bunnen van onze mode-ontwerpen nauwkeurig naar maal geknipte patronen ontvangen, teger uiterst billijke prijzen, die voor elk model afzonderlijk worden opgegeven Voordat men de maat gaat nemen, bindt men een bandje om de taille, waar door men de juiste lengte van voor-, zij- en ruglengte af kan meten. De maten gelieve men bij bestelling van een patroon met het nummer van het gewenscfile model duidelijk ep te geven aan: „Het Patronen-Kantoor" Post bus no. 1. Haarlem, onder büvooging van het bepaalde bedrag ïn postzegels. Alen verwijze daarbij naar den naam van dit blad. Binnen enkele dagen volgt dan franco- toezending van het patroon, PRIJZEN DER PATRONEN; No. 1. 0.95. No. 2. 0.50. No. 3. 0.50. A - - No. 4. 0.75, i OUDEJAARSAVOND. „Uren, dagen, maanden, jaren Vliegen als een schaduw heen," zegt dc oude Psalmdichter. Zoo is het ook! Weer staan we voor de verwisse ling van het jaar, terwijl het begin van het nu afgeloopenc nog zoo versch in het geheugen ligt. We kunnen het ons nauwelijks indenken, dat er sinds dien dag 365 voorbij gingen. Voor de meesten is deze tijd omgevlogen anderen, die moeilijke tijden van ziekte in hoop en vrees hebb'.n doorgemaakt, die mis schien hebben moeten afstaan familie- leder., vrienden, die hun lief waren, voor diegenen kan het jaar lang geschenen zijn! Als gevolg van alles, wat men beeft beleefd in 't afgeloopen jaar, na dert men roet zeer verschillende, wee- moedig'e, gelukkige, vroolijke cn niets zeggende gedachten den „Oudejaars avond". In welk gezin men ook komt, dien avond, armer of rijker, overal worden de huisgenooten getracteerd en veelal ruikt men 't klaarmaken van 't gebak al op straat! Hieronder laat ik eenige gebruikelijke recepten volgen: Appelbeignets. 125 gram bloem 2 d.L. lauwe melk 10 gram gist pl.m. 6 mooie zure appelen iets zout boterolie of slaolie, Bereiding: Doe de bloem in een kom en maak in het midden een kuiltje. Brokkel de gist in een kommetje, roer deze glad en vloei baar met wat suiker en giet ze in 't kuiltje in 't meel. Voeg een weinig lau we melk toe en roer het meel, van 't midden uit beginnend, aan met de melk. Sla er de klontjes uit en voeg de rest der melk en iets zout toe. Laat het be slag op een lauwe plaats rijzen, gedu rende ongeveer A a uur. Boor en schil even voor bet bakken de appelen, snijd ze in vrij dikke plakken. Verwarm het vet tot er een flinke blauwe damp af komt. Dompel eenige schijven anoel in het beslag, laat ze daarna in het heete vet glijden en bak ze daarin bruin en knappend. Laat ze even uitdruipen op een grauwen zak (papier) en presen teer ze warm, dik bestrooid met poe der- of basterdsuiker. Oliebollen. 200 'gram bloem 25 gram gist pl.m. 2 d.L. lauwe melk 100 gram krenten of 100 gr, krenten, sultanen en sucade v-w* 5 gram zout - boterolie, 1 Bereiding: Doe de bloem in een kom, maak in 't midden een kuiltje. Brokkel de gist in een kommetje, roer deze met wat suiker tdad en vloeibaar, en giet ze in 't kuiltje van het meel. Voeg wat van de lauwe melk toe en roer het meel, van 't midden uit beginnend, aan met de melk. Besla het beslag en voeg de rest der melk toe. Laat het dichtge- dekt rijzen op een lauw-wsrme plaats gedurende ongeveer A 1 uur. Ver meng het dan luchtig mei het zout, de goed gcwasschen en gedroogde kren ten, sultanen en de gesnipperde sucade. Verwarm in een ijzeren pannetje de boterolie, tot er een blauwe damp af komt. Warm twee lepels even in het vet, vorm er kleine, ronde balletjes van het deeg mee, laat deze in het heete vet glijden en bak ze hierin lichtbruin en gaar in ongeveer 5 minuten. Laat ze daarna uitdruipen op een grauwen pa pieren zak. Stapel de oliebollen op een schotel en bestrooi ze met basterdsuiker. Huzarensla, 250 gram of minder vleeschresten 250 gram koude aardappelen K- biet uitjes, augurkjes 4 eetlepels slaolie pl.m. 3 eetlepels azijn pl.m. 2 eetlepels melk mosterd of mosterdpoeder zout, peper een paar handappelen. Bereiding: Hak het vleesch fijn, maak de aard appelen fijn, hak de uitjes, augurkjes, biet en geschilde en van klokhuis ont dane handappelen. Houd een weinig gehakte biet, fijne aardappelen en fijne augurkjes achter en doe de overige in grediënten in een kom. Voeg slaolie, azijn, peper, zoiit en mosterd toe en vermeng alles tot een smakelijk geheel. Proef of het mengsel goed smaakt. Leg het op een vleeschschotel, in het mid den iets hoogcr opgestapeld en gameer den bovenkant met vakjes van de over gehouden ingrediënten. CATHARINA. Aromatische Omelette. 3 eieren 15 druppels Maggi's Aroma ongeveer 20 Gr, (1 afgestreken eetlepel) boter. Klop de eieren goed uit elkaar en roer er de Maggi's Aroma door. Laat in de koekenpan de boter heet worden (niet bruin), giet er het mengsel in en bak de omelette aan één kant lichtbruin; vouw ze in drieën (of rol ze op) en laat ze op een verwarmden schotel glijden. Vandaag wil ik de aandacht van mijne lezers en lezeressen eens vragen voor een onderdeel der tuinwerkzaamheden, waar aan meestal geen of onvoldoende aan dacht worai geschonken, terwijl het toch van het allergrootste belang is, ja, wel slagen of mislukken daarvan goeddeels af hangen. Ik bedoel het bewerken van den grond, waarin onze planten haar leven moeten gaan doorbrengen. Iedereen weet, dat planten wortels hebben, en dat deze dienen om voedings stoffen en vocht uit den bodem te halen ten nutte van de plant, waarvan zij een deel uitmaken. Maar lang niet iedereen geeft zich rekenschap van twee feiten, n.l. dat, om tot dit doel te geraken, er op de eerste plaats voedingsstoffen in den grond aanwezig moeten zijn, en op de tweede plaats de wortels die ook moeten kunnen bereiken. Wij hebben dus te zorgen, dat de grond voedzaam is, en dat de wortels daarin kunnen doordringen. Nu weten vooral de bewoners van de nieuwe bui tenwijken wel, dat de zich in den bodem van hun tuin bevindende voedingsstoffen zoo goed als uitsluitend bestaan uit stee- non, oude schoenen, leege blikjes, stukken glas en houtafval, met nu en dan de over blijfselen van een kalkput. Planten geven echter de voorkeur aan iets anders en daarom, wanneer wij een tuintje nieuw gaan aanleggen, beginnen wij met al die vreemde voorwerpen zorgvuldig te ver wijderen, en ze te vervangen door een flinke hoeveelheid koe- of paardemest. Deze laatste, ook wel ruige mest ge noemd, is in de meeste gevallen te ver kiezen, omdat ze tegelijkertijd den grond warmer maakt. Geen levend organisme kan buiten voeding en al is de eene pram mei veel minaer xevreaen dan d\V andere, de meeste zijn toch uiterst gevoe lig voor een weinig krachtvoedsel en ioonen hare dankbaarheid door forscher groei, meer glanzend gebladerte en tal rijker en grootere bloemen. Het tweede, even belangrijke, punt is het tot op flinke diepte zeg van 75 c.M. tol 1 M. omspitten van den grond. In vele gevallen kan dit werkje beter aan een vakman worden toever trouwd. Dameswerk is het in het geheel niet en slechts weinig mannen, die aan zwaren handenarbeid niet gewoon zijn, bezitten enthousiasme en uithoudingsver mogen genoeg om een lap grond van eeni ge uitgestrektheid behoorlijk om te wer ken. Gaat het slechts om een klein stukje, zoodat het de moeite niet waard is er een beroepsspitter bij te halen, of kan men zoo iemand niet krijgen, welnu, dan steke men zelf de handen uit de mou wen. Alles behoeft niet in één dag klaar en spitten is een gezonde bezigheid, die heel wat anders weinig gebruikte spieren in beweging zet, en een gezonden eet lust bezorgt. Men houde echter het vol gende in het oog: Het is niet voldoende, de aarde maar zoo'n beetje om te woelen, neen, om goede resultaten te verkrijgen en eer van zijn werk te hebben, moet de grond geheel ten onderste boven gekeerd worden, zoodat de onderste laag, jlie eerst b.v, op 1 M. diepte lag, nu geheel bovenaan komt en de bovenste laag ge heel naar de diepte verplaatst wordt. Een zoodanige bewerking maakt den grond frisch en voorkomt „zuur" worden van de aarde. Men begint met een strook van b.v, 1 Aleter tot op de vereischte diepte uit te graven en deponeert deze aarde op een plaats, die niet gespit behoeft te worden. Vervolgens begin! men aan 'de tweede strook. De bovenste laag komt nu onderaan in de eerste strook te liggen, iedere laag komt daar bovenop, zoodaf, wanneer de tweede strook eveneens op diepte is gekomen, de eerste strook weer geheel gevuld is en zelfs hooger ligt dan het niet gespitte gedeelte. Zoo gaat men door tot het einde bereikt is; de laatste kuil wordt gevuld met de aarde, die uit de eerste strook is overgebleven. Aard kluiten worden met dc schop klein ge slagen; het geheel moet één losse, rulle massa worden. Is dc grond erg „zwaar", d.w.z. vallen de stukken aarde niet ge makkelijk uit elkaar, dan verdient het aanbeveling, er een hoeveelheid gewoon zand door te werken, waardoor hij „lichter", losser wordt; het overtollige water kan dan beter wëgzakken. Op on geveer de helft der diepte werkt men ge lijktijdig de mest in, niet in hoopen., maar zooveel mogelijk gelijkmatig ver deeld, opdat de wortels der planten, waar ze ook mogen komen, overal voed sel vinden. Het bewerken van dea bodem ge schiedt het best ïtt liet late najaar oi in den voorwinter; de omgespitte grond blijft gedurende de wintermaanden braak liggen en kan goed doorvriezen. Vroeg in het voorjaar is hij dan in uitstekende conditie om te worden beplant. Een bewerking van den grond, als hier boven omschreven, kan vanzelfsprekend alleen geschieden, wanneer een tuin ge heel nieuw wordt aangelegd. Bevinden zich daarin eenmaal hoornen, struiken, vaste planten, enz., dar- moet men met heel wat minder tevreden zijn, en zich met een bewerking in kleine gedeelten behelpen. J.n iederen tuin wordt nu en dan iets veranderd, en nu is het zaak, om iedere gelegenheid te benutten, om nu dit, dan weer een ander gedeelte van den grond te verbeteren. Heeft men een nieu we aanwinst voor zijn tuin, dari maakt men op de uitgekozen plaats een gat, zoo groot en diep als het eenigszins kan zon der de naburige lanten te beschadigen, en zoo diep als men behoorlijk komen kan, stort in het aldus gemaakte gat eerst wat losse aarde, daarna een weinig, liefst oude mest, daar bovenop opnieuw losse aarde, zet daar de plant op en vult het overblij vende gedeelte met de rest der aarde. IDeze bovenste laag kan stevig aange drukt worden: de stengels der plant zijn sterk genoeg en laten zich niet terughou den. Hoofdzaak is, dat de wortels, die pionierswerk te doen hebben en waarop de geheele plant moet leren, onder zoo gunstig mogelijke voorwaarden fninne taak kunnen verrichten. Wanneer de worteltjes zich beginnen te ontwikkelen, zijn ze natuurlijk uiterst teer, en als zij nu rondom zich niets dan een steenharde massa vinden, is het hun dikwijls onmoge lijk daar doorheen te boren, met het ge volg, dat zij afsterven cn de plant verlo ren is. En zelfs waar liet hun gelukt de harde korst te breken en het is ver wonderlijk, welke kracht in die zwakke vezels steekt dan toch zal zulk een plant nooit kunnen worden een sieraad voor de oogen, steeds zal ze achterlijk blijven en een kwijnend bestaan lijden. Wanneer men nu, telkens wanneer iets ge- of verplant moet worden, deze metho de toepast, dan ontvangf de tuingrond telkenmale een versterking van voedings- bestanddeelen, die uitermate welkom is. FLORA. Benoodigd voor 3 bavetjes el stof, van 80 c.Al. breed, één strengeltje rood, en één strengeltje blauw borduur- kaloen no. 16. Nu de KerstvaCantie nadert, is het voor onze meisjes prettig, gedurende de lange avonden een handwerkje te heb ben waaraan ze, bijna zonder moeders hulp, kunnen voortwerken, In de eerste plaats komt dit aardig bavetje met een voudig kruissteek-patroontje hiervoor in aanmerking. Maakt ge het van stofgaas, of reformstof, dan koopt ge een A el. Er ken. Hoe eenvoudiger, hoe beter. Bijgaande teekening is voor eerst be- ginnenden gemakkelijk na te maken, daar het uittellen niet lastig is. Het wordt gewerkt over twee draadjes, X rood, blauw, terwijl men zooveel wagen tjes kan merken als er op de breedte kunnen. Eenvoudiger worden de bavetjes, wanneer men ze maakt van andere, waschbare slof, zooals zefier, linnen, wit katoen enz, Het bavetje heeft, evenals het modeltctje van stopgaas, een :c:uiA<: kunnen dan 3 bavetjes uit de breedte ge knipt worden. Langs den kant wordt er een inslag gemaakt van 1 c. M., terwijl deze wordt vastgezet met een kruissteek randje. Langs het ronde halsje wordt een inslag geregen, en dan een vëter- bandje netjes tegen- en opgezoomd. Als sluiting worden een paar 35 c.M. lange, linnenbanden aangezet. In de meeste merkboekjes kunt ge een aardig kruis steekpatroontje vinden, om er op te wer-. lengte van 32 c.M., cn een breedte van 24 c. M. Langs de kanten maakt men een smal zoompje van J4 c,M. breed, terwijl men bet halsje op dezelfde ma nier, als boven, netjes afwerkt. Op het bavetje teekent men met een dun pot loodlijntje een figuur, zooals een hond, beertje of iets dergelijks, wat ge dan met een gekleurden draad en steclsteck overwerkt,. 1 PINY,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1927 | | pagina 10