FEUILLETON
DONDERDAG 5 JANUARI 1928
TWEEDE BLAD
PAGINA 2
DE OPVOLGER VAN
PROF. DR. W. EINTHOVEN.
Een onjuist bericht?
DRIETAL VACATURE-B 5 HL.
"Berust op onjuiste gegevens
GEEN NIEUWE GASDIRECTEUR
IN UTRECHT
Sa mén voeging van lieh tbc drijven
overwogen
GEMACHTIGDE IN
KANTONGERECHTSZAKEN
Bijzonderheden over de jongste vondst
SPORT EN SPEL.
DE OLYMPISCHE SPELEN
RIVIERTIJDINGEN.
DE BROEDERDOODSLAG
TE MERKELBEEK
FELLE BRAND IN EEN LOODS
Een lamp was omgestooïeii
WILL EN TILL.
r>.)
HET HANDELSBLAD-JUBILEUM.
"Siering va» Let Eeuwfeest.
BELANGSTELLING VAN DE REGEERING
Va» tal van gevels aau de» N.Z. Voorburg
wal te Amsterdam wapperde gisteren de
driekleur en het gebouw van het „Alg. Ha»,
delsblad", dat gisteren e» heden zijn 100-jarig
beslaansfeest vierde, was feestelijk getoo ld.
Gistermorgen verzamelden commissarissen,
directie, hoofdredactie en de leden .van re
dactie en administratie zich in de hal op de
tweede étage.
De voorzitter van de uit de redactie en ad
ministratie gevormde huldigingsconunissie, de
heer E. W, de Jong, sprak eerst de directie
toe en deelde mede, dat de commissie ev,
dank zij de gulle medewerking van redactie
en administratie in geslaagd was, de benoo-
digde gelden bijeen te brengen voor een ge
denkraam. Dit raam, dat naar een ontweTp
van H. H. Kamerlingk Onnes is vervaardigd,
en een beeld geeft van het geheel© bedrijf van
het jubileerende dagblad, is geplaatst in het
trapportaal tusschen de tweede en derde trap.
Nadat spreker de beste wenscben had geuit
veer den bloei van het blad en een album,
waarin de namen van hen, die tot het hulde
blijk bijdroegen, had aangeboden, uoodigde hij
den hoofdredacteur, mr. J. Kali'f Jr. uit, het
gedenkraam te onthullen.
Deze voldeed aan het verzoek, waarna de
directeur de heer ir. A. Heldring aan redac
tie en administratie zijn hartelijken dank be
tuigde voor het aangeboden huldeblijk en een
schrijven voorlas van den secretaris van H.M.
da Koningin, baron van Geen, waarin deze
namens H.M. Have geinkwenschen aan de
directie overbracht.
Nadat alle leden van redactie en adminis
tratie persoonlijk den directeur en den hoofd
redacteur hadden gelukgewenscht, begaven de
laatst en zicli, vergezeld van de Commissaris
sen, naar het espeditie-lokaal, waar het tech
nisch personeel hun een hartelijke ontvangst
bereidde. Namens dit personeel hood de heer
J. C. Smagge de directie een monumentale
lantaarn aan, waarop de emblemen van de
verschillende technische afdeelingen staan af
gebeeld, en die ecu plaats heeft gekregen in
het trappenhuis.
Iutussehen was de Minister van Arbeid,
Handel en Nijverheid dr. J. R. Slotemaker do
jBruïne aangekomen om de directie en redactie
van het jubileerende blad de gelukwensclien
van de regeering aan te bieden.
Onder luide toejuichingen deelde de Minister
mede, dat het H.M. de Koningin had behaagd
den hoofdredacteur mr. J. Kalft Jr. te be
noemen tot officier in de Orde van Oranje-
Nassau, en dat de zilveren medaille, aan deze
orde verbonden, was toegekend aan de hee-
ren N. P. II. Hutteman, chef van de expeditie
en J. Lassiug, chef van de stereotiep-afdeeling;
de bronzen medaille van de Orde van Oranje-
Nassau viel ten deel aan de heeren H. Korte,
expeditie-knecht, H. J. Dirks, portier, L. A. F,
Snellenberg, arbeider en J. C. Smagge, letter
zetter.
De verschillende onderscheidingen werden
door den Minister eigenhandig' uitgereikt.
De heer Heldring bedankte den Minister
voor zijn tegenwoordigheid en verzocht hem
den dault van het „Handelsblad" aan de regee-
ring over te brengen.
Door den Raad van Commissarissen werd
'aan do directie een schilderij aangeboden.
"Vervolgens had de directie een door ile
lezers van het blad gesticht fonds en een door
de adverteerders aangeboden „Gezicht op
Amsterdam" in ontvangst te nemen.
De receptie, die gisterenmorgen ter gelegen
heid van het honderdjarig beslaansfeest van
„Het Algemeen Handelsblad" was begonnen,
werd des middags voortgezet.
Verschillende deputaties uit de medewer
kers, de correspondenten, de agenten en de
krantenbezorgers van het blad kwaaien toen
lmn gelukwensclien aanbieden, welke verge
zeld gingen van stoffelijke huldeblijken.
Naar de „N, R. Crt." van bevoegde zijde ver
neemt, is het bericht uit het Utrechtsch Dag
blad, als zoude de medische faculteit dr. Paul
Hoffmann uit Heidelberg hebben aangezocht
voor het bezetten van den leerstoel In de bio
logie aan de Leidscbe universiteit als opvol
ger van prof. dr. W. Eiuthoven, geheel onjuist.
Uit de meest betrouwbare bron wordt aan
de „Ned." medegedeeld, dat de voordvacht
voor het professoraat in Groningen in plaats
van prof. Böhl op geheel onjuiste gegevens
berust en dus niet als waar moet worden be
schouwd.
Wetsontwerp ingediend.
Ingediend is een wetsontwerp houdende be
palingen betreffende den gemachtigde in. kau-
tongerechtszaken.
Dit ontwerp, afkomstig van de Staatscom
missie-Limburg, strekt ertoe, om ook bij de
kantongerechtsprocedure de kosten van rechts-
kundige hulp in beginsel verhaalbaar te maken,
op do verliezende partij.
Het ontwerp brengt nog een andere wijziging'.
Er is u.l. herhaaldelijk geklaagd, dat voor het
kantongerecht, met name in de gvoote steden,
somtijds optreden zaakwaarnemers, wier des
kundigheid zeer twijfelachtig is te achten en
wier moraliteit ook niet boven bedenking ver
hoven is. Dooi' den kantonrechter de bevoegd
heid te geven bepaalde personen van de zitting-
te weren, wordt voortaan de zaakwaarnemer
onder een controle gesteld, die onder de bestaan-
do wet anders dan bij de advocaten ont
brak.
HET GRAF VAN TOET-ANKH-AMEN.
EXAMENS STUURLIEDEN TER
KOOPVAARDIJ.
De commissie voor de stuurliedeuexamens,
bedoeld in de Schipperswet (Staatsblad 1907,
no. 244), zal, aanvangende 1 Februari 1928, zit
ting houden te 's-Gravenhage, Carel van By-
landtlaan no. 5. De aanvragen om tot de
examens te worden toegelaten moeten den voor
zitter der commissie bereikt hebben vóór 16
Januari 1928,
NEKKRAMP.
In het ziekenhuis te Breda is een patiënt
opgenomen, lijdende aan nekkramp.
1928 AMSTERDAM.
Duitschland over de beteekenis dezer
wedstrijden,
De „Leipziger Neueste Nachrichteu" heeft
naar het Persbureau Vaz Dias meldt tot de
leiders van de Duitsche sportorganisaties in
verband met de deelneming vair Duitschland
aan de Olympische Spelen voor den eersten keer
Sinds 1912 (Stockholm) de vraag gericht: „Wat
denkt U van Amsterdam?"
Aan de antwoorden op deze eenvoudige, doch
veel-omvattende vraag ontleenen wij het vol
gende:
„De deelneming' van Duitschland aldus dr.
Lewald van de Duitsche Rijkscommissie voor
Sport aan de Olympische Spelen in Amster
dam 1928 beteekent voor ons allereerst, dat de
muur geslecht is, die na den oorlog' de Duitsche
sport van do sport der wereld scheidde, waarbij
er steeds aan moet worden herinnerd dat baron
Coubertin nooit de uitsluiting van Duitschland
uit het Olympisch Comité toegelaten of zelfs
bevorderd heeft, doch steeds beschouwd heeft als
een door de tijdsomstandigheden gedwongen
rust. Ondanks alle gedurende de laatste jaren
plaats gehad hebbende ontmoetingen van Duit
sche sportsmen met die uit het buitenland, zijn
toch de a.s. Olympische Spelen dc grootste proef
of de moeite en de krachtsinspanning van onze
sportorganisaties in de afgeloopen jaren Duitsch
land in de sport de positie zullen laten innemen,
die het op economisch gebied in de Wereld in
neemt.
Do voorzitter van den Duitschen Voetbalbond,
G. R. Wlasclike, laat zich als volgt uit:
Na er op gewezen te hebben, dat in Amsterdam
heftiger dan ooit om de overwinning zal wor
den gestreden en er aan herinnerd te hebben,
dat de Duitsche voetballers eerst voor den twee
den keer aan de Olympische Spelen deelnemen
Stockholm is slechte een lang vergeten voor
proef geweest waarschuwt de leider der Duit
sche voetballers:
„Amsterdam mag organisatorisch nog' zoo
goed voorbereid zijn, wfl zullen steeds goed doen
slechts op ons zelf te vertrouwen en wel op alle
punten van de gebeele voorbereiding'. Er is niets,
dat niet belangrijk genoeg is, om niet met de
grootste zorg behandeld te worden. Slechts dan,
wanneer de raderen zonder stooi-nis in elkaar
grijpen, is de grondslag voor succes gelegd".
De heer D. Geisow van den Duitschen Zwem-
bond, ziet de waarde van de Olympische Spelen
te Amsterdam in de eerste plaats in de verzoe
ning tusschen de volken, die er het gevolg van
is. „De wedstrijden te Parijs waren een halfheid,
en het feit, dat Wij aan den start verschijnen,
beteekent voor de wereld: Duitschland werkt
tn zijn volle waarde in den raad der volken mede.
Amsterdam zal niet alleen de toetssteen zijn
voor de beste prestaties ter wereld, doch óns
ook een beeld er van geven met welken ernst
bij de volken der aarde de sportieve basis gelegd;
is, welken geest de sport beheerscht, en in dezen
geest te overwinnen, lijkt mij waardevoller dan
een tegenstander een vijfde seconde achter zich.
to laten".
De heer Zaus (Duitsche lichte athletiek)
meent, dat hij de voorbereiding niets verzuimd
is. Wanneer het geluk de Voorbereidingen aan
vult, zullen successen zeker niet uitblijven.
De heer E. Aug. Kampmama, voorzitter van
het Duitsche Athlotiek-Sportverbond, verklaart:
„Een jaar van zoeken naar de hesten in de
Duitsche krachtsport, naar de uitverkorenen
voor do aanstaande Olympische Spelen in Am
sterdam, ligt achter ons Wij hebben, evenals
de andere organisaties, wellicht ook de fout
gemaakt hot buitenland te veel van ons kunnen
getoond nu onze sporttegenstanders van 192S op
het gevaar van Duitsche mededinging op dé
Olympische Spelen opmerkzaam gemaakt.
Het verschil tusschen onze prestaties en dié
van het buitenland is thans nog slechts gering,
zoodat nog slechts een uiterste krachtsinspan
ning van onze Olympische candidaten een over*
winning voor oias brengen kan".
Na gewezen te hebben op de verantwoordelijk
heid van hen, die de deelnemers aanwijzen, ver
klaart hij, dat daarna deze verantwoordelijkheid
rust op de deelnemers zelf. zy zullen sportsmen
in den edelsten zin van het woord moeten zijn,,
dat is hun eereplicht.
De heer Rupertt (Duitsche Roeibond) meent,;
dat de Olympische Spelen dienen de sport-
gedaehte zuiver te houden en te verbreiden en"
nieuwe vrienden aan de sport te verbinden. Da
Duitsche Roeibond zal te Amsterdam verschij
nen met skiff, twee zonder stuurman, dubbel
scull, vier met en zonder stuurman acht.
De heer Rupertt gelooft tenslotte, dat de voor
uitzichten voor Dultsehland's vier goed zijn.
HANSWEERT, 4 Januari.
Gepasseerd vóóf 4 uur en bestemd voor
ROTTERDAM: st. Telegraaf 4; Wilhelmina 2,
v. Oeveren; HERRINGEN: st. Familietrouw;
AMSTERDAM: Anna, Rensen; st, Amstel 5;
NIJMEGEN: Elize, Wtlke.
DUITSCHLAND: st. Badenia 0; st. In Deo
Confido; Antonin, v. Eersel; Don Bosco, Reitzj.
Britannicus, Geerts; Nautilus 0. Biesheuvel.
BELGIE: st. Telegraaf 3; st. Dankbaarheid?
Telegraaf 2; Dr. Held, Franz: Rijn Binnenvaart
3, Steenaeker; St. Pierre, Roovers; Frathea,
Leemans; Barbaranto, v. d. Elsliout: Adcama,;
Janssens; Somalië, de Gens; Transport 2, v. d.
Berg; Geertruida, v. Dreumel; Maria Theresia,
Knauf; Sani 8, Rosenboom; Watergeus, van
Hegenmortel; Audace, Casteleyns; Josephine,
v. OuwerkerkSpeculant, Wynenn; Neertandia,
Visser; Stad Yperen, v. d. Putten; De Dietl
Donné,de Bont; Stad Leuven, v. tl. Pluymjj
Maria, v. d. Pluym; La Reine, v. Driel; Petrus'
Anton, de Konink; Littoral, Vyth.
jV j.u., iTH, 4 Januari,
Gepasseerd en bestemd voor:
ROTTERDAM: s. Mainkette 10; i. W„'
Franz; s. St. Odile; s. Elisabeth; s. Fiat
Markgraf; s. Henny; s. La Place; s. Hamel iS?
S, Riclieleu; s. Adriana-3; s. Condor, s. E,-m
dracht; Aquina, Roosenboom; Neeltje, Snyerf
Hendrik, Vegter; Samenwerking do Rnyter;]
Johanna, Bossert; Johanna, Botter; Ampeeto 2-
Timmermans; Grieshcim, Saucrwein: Harpen 62.'
Ostertag; Nieuwe Zorg, de Pree; Morgenstern,
I-Ienners; Lucratief, Heli; Hooft, de Wit; Anna'
Maria, Pohl; Petronella, Vroon; Les Land-:»,
Heppert; R. S. G. 14, Frank; Antigone, Robert
Gretha, Wippel; Raab Karchev 79, Orasshoff
3. Franz; s. Justitia; s. Edmund; Excelsior,
Kwantes; Furst Bismark, Dungen; Rijn trans T,;
Smits; id. 9, Ross; id. 14, DoodewaardMann
heim 16, Leyendekker; id. 8, Muller; id. 22, Gaar
sert; ld. 64. Gillen; AMSTERDAM; Elisabeth.'
Bosman; En Avant, Jut; MEG30N; Vrachtzne-"
Iter, Kemperman; HUISSEN: Bolie, .Teurisson ;i
HARDINXVELD: Elisabeth, v. d. Bout; LEER
DAM: Nelly, den Oude; DORDRECHT: Avon*]
tuur 2, Visser; Bertha, Haas; NIJMEGEN ij
Johan, Janssen: VLISSINGEN: Poter 2, Si
mons; MAASHEES: Bogaerts, Janssen: VREES
WIJK: Hendrika, Bakker; DOESBURG: Gi-eGnS'
2, v. Dyk; DEN HAAG: Lekhaven, v. 101 burg
GRONINGEN: Spes Nostra, Heinz; UITHOORN?
Sfpcs, Snyders: STETTIN: s. Westfalla; KIEL"?
S. Gerda Kunstmann; 1
BELGIë: Amazone 2, Sellings? Dora, Hei$
Boer; Mutuel, v. Messem; Albatros, v. Dam*
men; Nicot, Verwys; Thilla 2, v, d. Wygerdfl
Jeanne, Fictorie: Cis Rlicnan, v. d. Busehe;"
Eliza, Sellenslag.1iAlice. Kollenberg: Marcel?
Buscbgens; Ludovicus, Dils: Ski, T'auwols;:,
Wuta, Touwen; Oso 7, Nieuw dorp; Albeit,
Theys; Credo, v. d. Meirsehe; Scheldesi.ul, Vo
mers; b
DUITSCHLAND: Lisco, V. d. Abeele? Friss-j
land, Flobbe; Petronella, Kemperman; GeesRA
Hartman; Baden 48, Maus; Duseeldorf, Welker-j
ling; Brabantia, de Vries; Fidelitas, KEnkfy
Emil Claus, Boüwens; Teniers, v. HeyghenfJ
Nelia, Claessens; Sani 16, Verschuren; Johan-i
na, Janssen; Trio, Hooglander; Otto Heiariclfu
Heibel; Coemopoliet, Assenberg; Alblasserdavn,|
Schoffel'Madonna, v. Biezen; Jolmnna, Neus?!
s. Noordkaap; s. Ludwig; s. Lena; s. .Tean Mil-
lot; s. Vaubanï s. Charitas; s. Fransiska Maria;]!
s, Claude Bernard; s. Rinda; Mannheim It,]
Selimitt; Anna, Nagel; Mannheim ES. Kieafij
Stad Leuven, v. Hoyweghen; e. Themis: Rijn'-:-
trans 10, Rennings; Wijkdienst 2t v. a Zee.
Naar „(Ie Telegraaf" vernam, zal in de va
cature van directeur der Utreehtsohe gasfa
briek vacature Brninwohl Riedel dien
de gemeenteraad in verband met corruptiege
vallen oneervol ontsloeg niet worden voir,
zien.
B. en W. overwegen de gas- en eleetrici-
teitssbedrijven onder één directie te brengen.
SOEP BIJ DE SPOORWEGEN
Zware dienst met... snert beloond
Tn verband met de zware diensten, die men
van het personeel bij de Spoorwegen vergt,
zal aan de. nachtploeg te Maastricht erwten
soep worden verstrekt. Naar de „Courant"
meldt, zal dit echter alleen geschieden voor
het personeel in den buitendienst.
Nieuw onderzoek aanbevolen
In de zaak tegen den landbouwevsknecht
L. J. M. te Merkelbeek, die op 20 Dec. j.l.
terecht stond voor het feit, dat hij zijn broe
der heeft doodgeschoten en tegen wien het
O. M. acht jaren gevangenisstraf eischte, ge
laste de rechtbank een nieuw onderzoek daar
bij bepalend, dat de zaak op 17 Jan, a.s. op.
nieuw zal worden behandeld.
DE ARRESTATIE VAN EEN ADVOCAAT.
Poging' tot oplichting.
SEMARAXG 4 Januari. (ANETA). De ar
restatie van mr. F. en zijn overbrenging van
Solo naar Semarang, waarvan een telegram van
31 December melding maakte, ia geschied naai'
aanleiding' van een poging tot oplichting van,
een bekende Solosclie familie,
HET TYFOGK AEENCOXTRACT.
Ent uitnoodigjHg1 tot bespreking
Naar „Het Orgaan", weekblad van den Ned.
R. K. Grafischen bond meldt, gewerd vanwege
<le federatie van werkgeversorganisaties in het
boekdrukkersbedrijf den werknemersbonden
de uitnoodiging om reeds op 10 Januari a.s. de
besprekingen over de te vernieuwen C. A. 0-
te doen aanvangen.
HET GRAF ZAL VOOR BEZOEK
OPENGESTELD WORDEN
De jongste vondst van Howard Carter, die in
October de werkzaamheden bij het graf van
Toet-Ankh-Amen hervatte, is een gewelfde
kruik, welke de ingewanden van den koning
bevatte,
Deze unieke, fraai-besneden a'basten kruik
werd in de binnenste grafkamer ontdekt. Voorts
werden vele andere voorwerpen, hoofdzakelijk
beeklen van den koning en van de goden, ge
vonden.
In December voltooide Howard Carter zijn
onderzoek van het laatste vertrek, dat vele
manden met noten en verschillende granen be
vatte. Een groot aantal albasten vazen is van
liet graf naar de werkplaats ter reparatie en
eveutueele verzending naar het museum te
Cairo gebracht. De kamer bevatte eveneens een
hoeveelheid meubelen.
Afgescheiden van de gewelfde kruik zijn de
in dit neven vertrek gevonden voorwerpen even
kostbaar, als die welke in andere grafkamers
aangetroffen werden.
Er wordt gemeld, dat het graf van Toet-Ankh-
Amen van 15 Januari af voor bezoekers drie
dagen in de week zal zijn opengesteld.
Ongeveer kwart voor-7 liepen gisteren aan
:t einde van den Overtoom te A'dam een
viertal brandschellen af. Vlammen sloegen plot
seling uit een grooten loods, die bij de Schut
sluis staat, tusschen de huizen van den Baars-
jesweg en Hoofdweg, en in gebruik is bij de
heeren de Léon en van Ravenstein, handelaren
in afbraak. Met. veel materiaal rukte de brand
weer aan. Spoedig -waven vier krachtige stralen
gericht op de vuurzee, die aangewakkerd werd
door een sterken Zuid-Westelijken wind. De
brandweer kon niet verhinderen, dat de loods,
die circa 40 M. lang en 15 M. breed is, geheel
uitbrandde. De oorzaak van den brand moet
gelegen zijn in het feit, dat een knecht, die
nog aan het werk was, een brandende petro
leumlamp heeft omgestooten. De man heeft zich
aau de glasscherven nog aau de hand verwond.
In de loods was veel hout opgestapeld, dat er
Dinsdag was ingebracht. Twee mannen, die in
een keet achter do afgebrande loods wonen,
hadden hun hebben en houden al naar huiten
gedragen, vreezende dat hun houten woning
door het vuur zou worden aangetast. De brand
weer kon dit echter voorkomen.
Een verhaal der. zonden en deugden yanj
een tweeling.
In een voorspel en zestien staties
door LUDWIG ^MATHAR.
Dr vervallen cellen en zalen heeft men, weer
laten schilderen, en de basiliek in veertiende-
eeivwsehen stijl gebouwd, door den kardinaal
abt uit hot geslacht Orsini, weer grondig her
steld.
Ieder jaar heel't Don Bonifatio hier zijn zo
mer-residentif.
Ja, ondanks de plaatsbeperking, ondanks de
groote eenzaamheid, is het hier goed. Wat de
menschen verwaarloosd hebben, heeft de na
tuur op weelderige wijze goedgemaakt.
In dit stille bergland brengt bet volkje van
de kloosterschool luid en nieuw leven. Lachend
en zingend met dc voorpret van een fijne vacan-
tie, wandelen zij door het bergland.
Na enkele donkers dagen is Till weer plot
seling de luidste en wildste van ben allen.
De goeds vader abt dis een week later in
Villeggiatura komt, laat zich misleiden en is
in de wolkeu.
Ja, bij heeft het wel geweten, het vredige
Fan'a geneest alles. En hij glimlacht eens on
danks de gefronste wenkbrauwen van den no
vicemeester als Till, de aanvoerder bij alle
dollo stroken, het werkelijk te bont maakt.
Van 's morgens vroeg zitten zij op den rug der
muildieren. Tot halsbvekens toe gaat het de
rotsachtige bergen op en af. In Toffia, een
dorpje genesteld op rotsklippen, zetten zij den
hooien boel overhoop.
Zij maken een langen tocht over de steen
achtige, door de zon verbrande bergen. Bij den
eersten schemer zijn ze al wakker. Door den
morgennevel gaat het naar boven, steeds naar
hoven tusschen boschjcs en rotspartijen. Paard
*n ruiter zijn als spoken in den kokenden damp.
tij raken van elkander los, en roepen elkaar toe
met een opgewekt hallo! dat geheimzinnig doar
den nevel weerklinkt. Hé, Tillmanno! Hè Theo-
filo! Hé Ermenegildo! Poeoe, langgerekt klin
ken hun lielsche kreten, die de goede burgers
van Fara verschrikt uit hun bed doen opstaan,
tij willen den zonsopgang meemaken! Hè, ein
delijk sproeit daarboven, over de sneeuwwitte
tergen der Abruzzen, over die verstarde, doo-
pelijfco kou, het zonlicht op, en brengt een
zacht, rood leven in die schemerige spelonken.
Zie, Theofilo, daar komt de Genaro, de wachter
der Apennijnen, uit den nevel te voorschijn.
En zie je dat daar! Daar beneden, heel in de
verte, telkens helderder, telkens hooger. Ja, de
geweldige kogel werpt telkens stralender zijn
sluiers af, en cirkelt nu scherp tegen den blau
wen hemel. Warempel, boven de slapende Ti-
bervlakte waar de dampen nog niet opgestegen
zijn, boven de grauwe heuveldorpjes, zaagt de
eenzame berg zijn mes-scherpe tandenrij zeer
duidelijk in de blauwe lucht. De kloosters op
zijn top koesteren zich warm als vogelnestjes
in de zon. Haha, zijn jullie ook. al wakker, boe
ren van Coltodino en Caneto, langslapers, snor
kels! De geur der aarde komt naar boven, ha
nen trompetten den morgen toe. Pff, boven in
de Sabijuen slapen ze nog! Waakt op! Monto
Poli, Gastel san Pietro, en al de andeven daar
boven in je rotsholen!
Wonderlijk majestueus is deze strijd tusschen
licht en schaduw, bet bliksemende, voortslui-
pende spel en tegenspel.
Als de strijd tusschen goed en kwaad, denkt
Till, en als vastgenageld blijft hij nog een poos
achter, terwijl de ongeduldige makkers met
hallogeroep de bergen afdalen, naar het ein
delijk ontwaakte stadje Fara.
Zie, uu staat ze al boven de sneeuw der,
Abruzzen, als een geweldige, levenstrooiendé
vuurbal, liclil!
En de nachtspoken, de nevels, stuiven in de
dalen uit elkander. Als de burcht van Doré,
met vergulde torens en tinnen, met glinsteren
de daken, straalt het rotsnest Toffia in het zon
licht.
Ja, zij is de brengster van alle vreugde, de
uitdeelster van allen zegen, de zon!
Alles verlost zij uit de knellende banden der
duisternis en wanhoop. Tot in de diepste sple
ten der dalen, tot in de nederigste hutjes van
stad en dorp dringt zij door. Alles bevrijdt ze,
en doet ze leven!
Hei! hoe spiegelt zich nu (le Riaua waar voor
enkele oogeublikken nog een dichte nevel hing!
En kijk eens, een valk stijgt uit den ouden
kerktoren van Toffia naar boven in liet blauw.
En hoor de lange, doove, mopperende Beppoue,
de koster eens luiden! Ja, de zon brengt vreug
de en kracht. Till, staal nog steeds naar die
zonnige pracht te kijken,
Till-man-no! jubelen do makkers van de mu
ren van Fara, terwijl zij reeds naar boven ga-
loppaeren.
Till echter hoort en hoort niets. Hij dringt
steeds dieper zijn blik in het licht van den
morgen. Zijn gedachten tuimelen als een zwa
luw in de luclit.
En plotseling weerklinkt over den kalen top
van den Moate San Francesco een bevrijdende,
blijde, jubelende lach, dat Paoluccio, het brave,
met dorre kruiden zich voedende muildier, ver
schrikt een sprong opzij doet.
Ha, ha, lia, ha, ik was nog dommer dan jij,
Paoluccio, nog" dommer dan alle muilezels van
•de Sabino, jij en Reppino, Carlino, waren alle
maal nog honderd keer slimmer dan ik. Ha,
ha! En boven Fara antwoordt het jubelend
Hallo! der makkers.
Ja, Paoluccio, beste Grauwtje, dat kan alleen
maar een Moiischa.uer overkomen, die pas op
den negenden dag na zijn geboorte zag.
Die fladdert als een vleermuis, inplaats van
als een valk in het licht te stijgen. Het leven
roept hem. En wat je in Mongolian op den
Ramenberg eiken dag' kunt zien, dat beleeft
hij pas in deze steenwoestijn van de Sanbino;
op den nacht volgt de dag, °P de nevelen de zon.
En zon is leven! Leven i3 vrijheid!
Als de edele ridder de la Maneha rijdt hij na
denkend, soms het hoofd schuddend, naar Fara,
Don Bonifatio, bisschop en abt van San
Paolo, wrijft zich vergenoegd de handen: God
dank, nu wórdt hij tenminste weer verstandig'.
Ook zijn dolle streken bonden op. Het wordt
ook hoog tijd, die bad heel Sabino nog op
stelten gezet, de driftkop, 't Is toch een echte
Till. Het scheepje is dan weer boven, en dan
weer onder, nu eens staan de zeilen strak, en
'even later hangen ze weer slap. Je denkt al
dat het in de branding vastzit, maar éven spoe
dig drijft het weer frank en vrij in het ruime
sop. Hij ziet het wel aankomen, dat wordt nog
eens een wijs man, een monnik naar het hart
van Sint Benedictns, niet een fijn, stil, ver
klaard vroolijk karakter. Dan zullen de stormen
wel voorgoed gedaan zijn. Dan zaï de zee glim
lachen als een meer waarin zich vredig de
avondzon weerspiegelt.
Nu maakt het veulen nog zijn dolle sprongen,
dan zal het trotsch en edel als een paard in
het juk loopem
En met den lust in het leven, is ook de ijver
om te leeren weer teruggekeerd. Men staat er
versteld van hoe snel liij alles begrijpt, met wat
een honger hij steeds weer naar iets nieuws
verlangt. Ja, Ovidius' Metamorphosen, Virgi-
lius' Buroius' Buroliea, die moet je hardop en
met een heldere stem lezen in de gangen van
den kloostertuin, waar de gouden heesters naar
beneden druppen boven de ruischende Riana,
waar de forellen springen, en de kikvorsclien
kwaken, terwijl je langzaam op en neer onder
het koele loof wandelt. Ja, als de geur der bloe
men, de vrede van het lieflijke dal je omge
ven, ademen en glimlachen die klassieke regels,
dan kouten en schertsen ze als opgewekte Flo-
ventijnsche kinderen, of de grappige eenvoudige
herder.
De goede oom Bonifatius glimlacht. Zekér,
die brave weduwe Jobelius had gelijk, toen ze
destijds vol verwondering' uitriep: ^Yat een
kopke, wat een kopke!
Met wat 'n hartstocht leeft hij nu weer in de
geschiedenis van Fara mee.
Dat zijn voor hem geen doode namen en ge
tallen, dat zijn gestalten van vleesch en bloed
geworden. Hij bemint, hij strijdt met hen.
Goed zoo Hugo, ijzervreter, vuurgeest! Vriend
van Otto III en van den Keulschen aartsbis
schop Pilgril, meester met het zwaard en met
de pen. Hij laat alle vijanden van Benedictus
en van de Romeinsche keizers in het zand bij
ten. Halia, nu hestonnen de Duitsche keizers
zooals Hendrik VI zooals Lotliar van Supplind-
borg het rotsnest Fara, de schuilplaats der ver
waande en opstandige landbouwers. Naast den
Duitschen geharnaste» ridder, vecht de vasal
van de abdij. De bestormde vesting' gaat in,
vlammen op. Het Duitsche zwaard brengt dood
en verderf. Ja, zij rijden en strijden met hun
keizer, die geweldige abten van de rijksabdij.
Het zijn meer veldheeren en raadslieden des
keizers dan bedelmonniken. Hun kappen ver
bergen. den strijdhelm.
Heisa! die bestorming van het rotsnest Fara
moeten wij nog eens overdoen! Dat is nog eens
wat anders dan dat kindergeveekt met houten
sabeltjes en boonestaken op den Hailer en den
Ramenberg, hè! he, Theofilo, Constantino, Er
menegildo, zijn jullie zulke kinderen dat je
niet mee durft te doen? En de geheele school
bestormt met opgebonden pij, afgerukte eiken
takken inplaats van zwaarden in de vuist, met
het leger der vasallen, gevormd door een aan
tal gepreste boeren, van den kruisweg van
Quattroventi, van San Fiano en San Francesco,
tegen liet nietsvermoedende Fara op. Hoera!
hoera! en een moorddadig overwiuningsgehuil
weerklinkt door* de 1 jicht.
Tot het uiterste gedreven moet Don Bonifa
tio nu wel recht doen gelden, en om Sint Be
nedictus' Regel's wille, deelt hij onder de kwa
jongens en den nog van overwinningsvreugde
snuivende» Till, vasten en kapeluren uit.
Maar in den stillen avond, bij het zachte liclit
van zijn olielampje, wat doezelend over zijn
foliant, mompelt hij toch vergenoegd: haha,
dat is de most die goeden wijn zal voortbren
gen.... welk studentje leeft zoo met zijn ge
schiedenis mee? Dat wordt de grootste ge
schiedschrijver van Fara. Die zal den ouden
glans der Rijksabdij weer vernieuwen, met
sterke hand Hugo's herderstaf voeren.
Goed, maar als deze on-Benedictijusehe Vil
leggiatura ondertussehen toch wat al te beden
kelijk wordt, voert hij hem rechtstreeks naar
de bronnen en toont hem de eerbiedwaardige
gestalte van den heiligen Benedictus, die een
held en vader, voor den ijzeren Hugo zelfs een
gebiedende reus was. En zoo haalt hij met een
dunnen draad bij de valk, die zijn vleugel*
reeds geprobeerd heeft, de banden van dc zacht*
en goede onderdanigheid weer wat toe.
Met den trein rijden ze naar Spoleto. Deze'
grauwe Lougobarden-stad is rijk aan versche
herinneringen. Hier heerscliten de hertogen, dé
grootste gunstelingen van Farfa. De abdij was
tevens rijks-archief. Hier begint het rijk van
den heiligen Benedictus. Als een licht ver
heldert hij de duisternis. De abdij San Pietró
was een geweldige sterkte buiten de muren.
Maar och, wat kunnen den opstandigen Till
de monniken schelen! Daar ouder op het prato
is er markt. Dat is leven! De snuivende, trap
pelende hengsten, de knorrende zeugen, de kij
vende, handelende boeren; alle kluizenaars van
Monte Luco geeft hij voor dit tooneel cadeau!
Maar als zijn zuchtende heeroom van den
stormaanval van Barbarossa vertelt, is deze
kloosteropstandellng weer vlam en tuur. Is hij
<1 otcu steilen berg naar den dom opgerend?
De abt dankt zijn goeden Vader weer als
hij met zijn onbeholpen uitverkorene tusschen
naar huis keerende marktbezoekers en steeds
wauwelende vrouwen en een postwagen zit ge
pakt, en liet vierspan paarden een aanloop
neemt voor het steile, klimmende bergpad.
Geduld, geduld, don Bonltatio! Als hij den
heerlijken Benedictus op de markt van Norcia
maar aangezien heeft, is hij wel overwonnen.
Dan is de zaak gered!
Een prachtige tocht wordt het over den
ouden Via Nursina. Steeds hooger, steeds lich
ter. O, heerlijk ITmbrië met je heri'stbonte kleu
ren je blauw-schemerende bergen, en je konink
lijk tronend Trefi, dat telkens weer de in liet
duistere verdwijnende reizigers begroet!
Dan weer buigen sierlijke bruggen haar krom
me ruggen over afgronden, en wordt het ge
bergte dood. Men heeft de waterscheiding be
reikt. Heisa! Nu gaat het mot schuivende
hoeven, met ratelende wielen in liet onmete
lijke diepe dal van de Nera naar beneden. Dat
is de wildste, opwindendste jacht die hij ooit
meegemaakt heeft. Duizenden meters diep
gaapt de afgrond steil als een muur. Men suist
op een haarbreedte langs den uitersten rand
van den weg, als gold het 'n Roroeinsehen cir
cus-ren. Men neemt in een wolk van stof dé
bochten. Ondertussehen zuigen de boeren met
een onverstoorbaar gezicht aan hun pijpen
slechte tabak. De vrouwen krijschen van angst.
Zelfs heeroom sluit zijn oogen om niet dui
zelig te worden. i
Maar voor Till is deze razende vaart een op
windend feest. Vooruit koetsier, vooruit!,
schreeuwt, de waaghals. Hoe doller hoe lietei'.
Als ons wat in den weg komt, een kar of een.
kudde schapen, rij je het maar ondersteboven,
hoor! Hei, kijk die dorpjes (laar boven het
Nera-tlal een» open ln de heldere lucht liggen!,
(Wordt vervolgd.)