ubel-Uitverkoop FEUILLETON Geer. BEAUSAR WOENSDAG 11 JANUARI 1928 TWEEDE BLAD PAGINA 2 HET VERSLAG VAN HET CENTRAAL COLLEGE VOOR DE RECLASSEERTXG. GRAFISCHE VOORSTELLING VAN HET LEDENTAL DER R.K.VOETBALQRGANISATiES IN NEDERLAND. :1 NAAR QFFICIEELE GEGEVENS DOOR LHBEURSKENS TE MAASTRICHT^ LEDENTAL 1919 issoo mooo eooo 8500 eooo UTRECHT HAARLEM DEN BOSCH BREDA ROERMOND NEDERLAND HOOGSTRAAT SS - SCHIEDAM Dondei*tiagf Vrij day en Zaterdag nog DE HOOGDREEFMOLEN <s'> m uV HERZIENING VAN ONS STRAFSTELSEL Bijkomende straf van bewaring. Vermindering van het maximum der hechtenis Thans is verschenen het verslag van het Centraal College voor de Reclasseering betref fende de herziening van het strafstelsel. Alleen door de grondslagen van het geldends strafwetboek niet aan te tasten, meende het college het algemeen gewensehte practisehe resultaat van zijn arbeid te kunnen bereiken. Het college heeft zijn voorstellen zoodanig geformuleerd, dat zij behandeld zouden kunnen worden zonder een gedachten wisseling over doel en wezen der straf als het ware uit to lokken. De leidende gedachte van zijn arbeid meent het ooilege aldus te kunnen aangeven, dat, waar da verschillends functies, die in het geldende strafstelsel aan de straf zijn toegekend, worden behouden, in da nieuw ontworpen regeling, al naar gelang van den dader, op wien de straf wordt toegepast, het element van verbetering of het element van onschadelijkmaking meer op den voorgrond treedt en wordt ontwikkeld. De wijzigingen in het kader der huidige straf fen beperken zich tot toevoeging der bij komende straf van bewaring en tot vermin dering van het wettelijk maximum der hech tenis tot de helft. Behoudens deze wijzigingen is dus het kader der huidige straffen behouden. De beginselen waarop do hoofdzakelijke wijzigingen in de voorstellen van het college berusten, zijn in het kort de volgende: ln. Ds korte vrijheidstraffen dienen in af zondering te worden ondergaan, dus ook do hechtenis. 2o. de lange straffen dienen in (beperkte) gemeenschap voltrokken tè worden. 3o. Ingevoerd dient te worden een bijzondere wijze van uitvoering der gevangenisstraf, overwegend gericht op verbetering, te verge lijken met de strafvoltrekking in de Eng el scha Borst ei-In3ütutions en de Amerikaanaciie Reformatories. 4o. Tevens dient te worden ingevoerd do bijkomende straf van bewaring, voor ver harde, gevaarlijke recidivisten. Daarnaast wordt op eenige punten voorge steld een verruiming der rechterlijke vrijheid, De bevoegdheid van nit te spréken een straf- baarverhlariug, doch* af te zien van oplegging van eenige straf (het „rechterlijke pardon") bestaat reeds ten aanzien van de strafvervol ging voor den kantonrechter au vindt daarbij ook toepassing. Het college is van oordeel, dat het nuttig kan zijn, dezelfde bevoegdheid ook te vevleenen aan den hoogeren strafrechter. Ais hoofdstraffen stelt het college voor de geldboete, de hechtenis eu de gevangenisstraf. De gevangenisstraf heeft men zich gedacht in twee hoofdvormen van tenuitvoerlegging, na melijk de gevangenis voor korte straffen en de gevangenis voor lange straffen. De gevangenis voor lange straffen vertoont dvie vormen van tenuitvoerlegging, namelijk le. de gewone strafgevangenis; 2e. de strafgevan genis, overwegend gericht op verbetering en 3e. de bijzondere strafgevangenis voor zeer lange Straffen. Het beginsel der tegenwoordige strafwet: geen cumulatie van hoofdstraffen, wordt door het college gehandhaafd, behoudens twee uit zonderingen. Als eerste dezer uitzonderingen stelt het col lege voor de mogelijkheid te openen om aan een voorwaardelijke veroordeeling tot vrijheids straf oplegging van een geldboete te verbinden. Do straf zal daardoor gevoeliger treffen dan de enkele voorwaardelijke veroordeeling en daar door aan haar doel beantwoorden. De voldoening der boete zal worden bevor derd door den termijn van betaling vrij ruim to stellen. Er komen eveneens gevallen voor, waarbij geldboete allen een onvoldoende straf wordt ge oordeeld, terwijl de vrijheidsstraf, dio men noodzakelijk acht, de soms belangrijke voordee- len, door strafbare feiten verkregen, onaange tast laat. Het college lieeft er prijs op gesteld om naast da gevangenisstraf in haar verschillende vor men van tenuitvoerlegging de hechtenis als lichteren vorm van vrijheidsstraf te handhaven liet college stelt voor, dat de hechtenis in afzondering zal worden ondergaan, en dat der halve met de gemeenschappelijke opsluiting geheel worde gebroken. Het strafregime zal milder kunnen zijn dan dat der korte gevange nisstraf. De cel zal gerieflijker kunnen worden ingericht. Men zal voorts den gestrafte kunnen toestaan, zijn eigen kleeding te dragen, enz. Verder komt het gewenscht voor, den maxi mum-duur der hechtenis, principaal zoowel als subsidiair, te bepalen op 6 maanden. Dit maximum kan in gevallen van samenloop of herhaling van misdrijf worden verhoogd, doch nimmer zal in deze gevallen hechtenis voor langer dan acht maanden mogen worden op gelegd. Het algemeen minimum Tan één dag wordt gehandhaafd. De duur der korte gevangenisstraf bedraagt ten hoogste zes maanden. Ook hier wordt het algemeen minimum van een dag ghandhaafd. Het college acht thans den tijd aangebroken, om niet langer te bestendigen de bepaling der tegenwoordige wet, die oplegging van bijzondere voorwaarden dan die tot vergoeding der door het strafbare feit aangerichte schade in geval van veroordeeling tot gevangenisstraf slechts toelaat bij oplegging van een straf van ten minste twee maanden. TVat de lange gevangenisstraf betreft, zal volgens het college de rechter, die aanleiding vindt deze op te leggen, zich allereerst moeten afvragen, of de delinquent in aanmerking komt voor toepassing van verbeteringsstraf. Is dit naar zijn oordeel niet het geval, dan eerst kan er sprake zijn van een veroordeeling, die leidt tot opneming in een der beide andere gevan genissen voor lange straffen. De gewone strafgevangenis is bestemd voor bet ondergaan van straffen boven zes maan den tot ten hoogste zes jaren. Gevangenisstraffen van meer dan zes jaren worden ondergaan in de bijzondere strafgevan genis voor lange straffen. Wat de strafgevangenis, overwegend gericht op verbetering, aangaat, merkt 't college op dat de behandeling in deze inrichting door haai' bijzonder karakter aan bepaalde grenzen ge bonden zal zijn. Het gestichtsregime eischt een maximum en minimum duur der detentie. Lan ger dan voor drie jaar zal deze straf niet kun nen worden opgelegd. Aan den anderen kant zal bij de strafoplegging naai' beneden de grens van één jaar gesteld moeten worden, omdat anders de detentietermijn te kort wordt. Het College denkt z,ich twee leeftijdsgroepen van personen, die voor opneming in deze straf gevangenis in aanmerking komen. Voor elk van deze groepen is een afzonderlijk gesticht gedacht: een gesticht van personen, die den leeftijd van IS jaar hebben bereikt, doch dien van 23 jaar nog niet, waaronder met toepassing van art. 39 septies W. v. Str. ook de 16 tot IS-jarigen kunnen vallen en," in bijzondere gevallen, ook de 23 tot 25-jarigen; daarnaast een gesticht voor personen, dia den leeftijd van 23 jaar reeds hebben bereikt, doch niet ouder zijn dan 40 jaar. Het College ie van meening, dat bij deze ouderen, mits met zorg uitgekozen, zeer wel resultaat met deze wijze van straffen kan worden bereikt. Voor de tenuitvoerlegging van de verbete- ringsstraffen zou men kunnen aanvangen met eenvoudige gebouwen, waarbij ruime buiten- terreinen. De straf wordt ondergaan in gemeenschap onder de noodige waarborgen tegen onderlinge besmetting, echter met gelijk voorbehoud als is gemaakt ten aanzien van gedetineerden behoo- rende B in de gewone strafgevangenis. Voorwaardelijke invrijheidstelling is moge lijk volgens de algemcene regeling voor de ge vangenen. Ten aanzien van levenslange gevangenisstraf stelt het College voor om na expiratie van L.r. 20 jaar voorwaardelijke invrijheidstelling mogelijk te doen zijn, zoodat niet meer, zooals onder het tegenwoordige stelsel, de omzetting c!er levenslange straf in een tijdelijke langs den weg van gratie noodig zal zijn. Te overwegen ware het stichten van een een- Toudïge strafinrichting op een zeer afgelegen, voldoende geïsoleerd terrein, b.v. op een der Waddeneilanden. Blijkt een gedetineerde niet op zijn plaats te zijn in de strafgevangenis, waarin hij is op genomen, dan zal de administratie do bevoegd heid moeten hebben den man uit dit gesticht te verwijderen en over te plaatsen naar een straf inrichting, die meer voor hem geschikt is. Ter voorkoming' van een te ernstig aantasten van het rechterlijk vonnis door de administra tie, zou het college in de eerste plaats steeds de tusschenkomst willen inschakelen van een centraal adviseerend college als een waarborg voor de noodzakelijke eenheid in de beslissing der administratie en daarnaast zonden voor de mogelijkheid van overplaatsing van de gewone strafgevangenis naar de verbeteringgevaugenis eenige andere beperkingen van algemeenen aard moeten worden gesteld. Met het voorsteilen van de bijkomende straf van bewaring wil het college den rechter een krachtig wapen in handen geven tot het beteugelen van beroeps- of gewoontemisdaad. De tot bewaring veroordeelde personen zal men kunnen aanbrengen in eenvoudige inter- neeriugsgebouwen, die gesticht zouden kunnen worden op afgelegen terreinen. Ook hier kan met het oog op het vergemakkelijken-der be waking gedacht worden aan een der Wadden eilanden. Het regime van liet strafgesticht zal moeten worden vastgesteld naar een systeem van ge controleerde gemeenschap, waarbij in verband met den langen duur der detentie progressief, ondanks strenge tucht, een betrekkelijk groote vrijheid kan worden toegestaan. De behandeling zal' zich moeten richten op voorwaardelijk ont slag om langs dien weg ten slotte reelasseering te bereiken. Bij het gegeven beschrijvende overzicht der gevangenisstraffen is hoofdzakelijk gedacht aan de mannelijke veroordeelden. Met betrekking- tot de vrouwelijke veroordeelden zullen zich ongetwijfeld' moeilijkheden voordoen met het oog op het naar verhouding kleine aantal ver oordeelden. Als men, hetgeen voor de hand ligt, de oplos sing zal wiüen zoeken in een centratiseering der vrouwelijke veroordeelden in een groot strafgesticht met verschillende afdeelingen, dan zou men, met dien verstande, dat korte straffen zooveel doenlijk in plaatselijke gestichten zou den kunnen worden ondergaan, daartegen geen overwegende bezwaren kunnen inbrengen, mits die verschillende afdeelingen worden ingericht zooveel mogelijk naar analogie van hetgeen is voorgesteld ten aanzien van de mannelijke gevangenen. Het komt het college evenwel gewenscht voor, om met klem één uitzondering op een. dergelijk plan voor te stellen, Eén strafgesticht voor vrouwen zal men moeten onttrekken aan de sfeer van de centrale vrouwengevangenis, om van dat gesticht iets nieuws te kunnen maken in ons strafstelsel, zooals men dat ook voor de mannen voorstelt. Ook voor de vrouwen moet de verbeteringsgevangenis een gesticht zijn met een eigen karakter onder bijzon dere leiding en niet bijzonder gekozen personeel. Aan het einde van zijn rapport spreekt het Collego de hoop nit, dat zijn voorstellen er toe kunnen bijdragen, dat een doeltreffende her ziening van ons strafstelsel binnen afzienba- ren tijd verwezenlijking zal kunnen vinden. Zooals men weet, heeft de Minister van Ju stitie dezer dagen reeds drie wetsontwerpen be treffende wijziging van onze strafwetgeving bij de Stat en-Generaal ingediend, in welke ont werpen verschillende der door het College ge dane voorstellen zijn belichaamd. NAT. R.K. VEREENIGING VAN LEERAREN EN ONDERWIJZERS IN DE GYMNASTIEK Ecu huldiging Bovengenoemde vereen iging lieeft Zondag fe 's-Hertogenbosch haar jaarvergadering gehou den. Nadat notulen en jaarverslagen waren goedgekeurd werden ais liestuurBleden herko zen, m.e.i. v. Kollenberg Hubar en de heer de Preter. In de vaeature-Pleynaar werd gekozen de heer de Groot, te 's-Gravenhage. In de middagvergadering, welke zeer druk bezocht was en waar o.m. ook aanwezig wa ren de ZeerEerw. heeren dr. J. van Gils en P. Gocn-ts, bisschoppelijk inspecteurs van het L. O. in het bisdom Roermond en 's-Bosch en liet Tweede Kamerlid de heer J. v. Rijzewijk, had de huldiging plaats van den heer Nijsten, inspecteur van de lichamelijke opvoeding, in verband met diens benoeming tot officier in de Orde van Oranje Nassau. Het eerst werd, het woord gevoerd door den voorzitter der „Nationale", den heer de Preter, die hem namens de vereeniging gelukwenschte met de welverdiende onderscheiding. Spr. bracht den heer Nijsten hulde voor zijn groote verdien sten voor het onderwijs en de vereeniging, waarna de heer G. Verhoeven den heer Nijsten het onderscheidingsteekeii op de borst speldde eu eveneens woorden van hulde en warme waai'deeriug sprak. Vervolgens werd nog bet woord gevoerd door den geestelijk adviseur, den WelEerw. heer F. Hendrikx, den heer Balfoort oud inspecteur der lichamelijke opvoeding', dr. v. Gils, den lieer v. Rij ze wijk, mej. Hubar na mens het C. I. L. G., den ZeerEerw. heer Goorts, den heer Voncken, namens de oud- leerlingen, den heer Sigmund, als een der eerste afgestudeerden van het C. I. L. G., den heer Jaspers, namens de leerlingen van dit instituut en den heel' Sonnevehlt, als oudsten collega. .Hf 1920 192! 1922 (923 (924- 1925 1926 1927 1928 |l fOENTA 16000 15000 14500 13500 B060 12500 12000 11500 11000 10500 10000 Q5CO 7500 7 OOO 6500 eooo 5 SOO 5000 4500 4000 3500 3000 Z500 zooo 1500 IOOO 500 1,000 15500 isooo 14500 IH-Oi 13000 12SOO 12000 <1500 11000 IOÖOO l-J,"! 9000 8500 5000 6c o;> 4000 5000 2C'0ü 1000 We plaatsen hierboven een grafische voorstelling van het ledental der R. K. Voetbalorgn nis&ties in Nederland, door ons ontleend aan het tijdschrift „Dux" van het R. K. Centraal Eureau voor Onderwijs en Opvoeding te 's-Gravenhage. Men ziet dat de grafiek tot het einde van het seizoen 19261927 is bijgewerkt. Met vol doening zal men eonstateeren, dat de Jïjnen zich in opwaartsche richting voortbewegen na de malaise-periode van de voorafgaande .laren. UIT HET OVERSTROOMDE GEBIED VAN DE BOLKSBEEK. Na de vorst 3e dooi SPOEDIG AFDOENDE HULP NOODIG De snelle dooi, gepaard met grooten regen val in het gebied van Berkel, Bolksheek en Schipbeek is voor de onder water zittende ter reinen in de buurtschappen Gelselaar en Stok- kumerbroek noodlottig geworden. Toen strenge vorst het geheele overstroomde gebied in een onmetelijke ijsvlakte had her schapen, was men betrekkelijk gelukkig, daar het ijs ten minste voor den mensch geen toe gangswegen afsloot. De ijsvloer was houdbaar én bood dus voor de geïsoleerde hoeven althans een communicatiemiddel door de droeve wa terstreek. Toen kwam de dooi, die meedoogenloos weer eiken stap naar buiten onmogelijk maak te, die ook de Bolksbeek deed ontdooien, het dichtgevroren doorbraak-gat weer opensmeet en de aanstormende watermassa's opnieuw ge legenheid schonk, de/bedreigde landerijen te overrompelen. Met de minuut steeg Zondag middag weer het water. Blijkbaar was men na het invallen van den dooi tevoren reeds bezig geweest met het afdammen van de doorbraak. Op den Zondag had men echter het werk neergelegd, daardoor de bedreigde landstreek en ook in letterlijken zin het herstellingswerk ten offer gevend aan de kracht van het water, dat door de vele regens ook in de Bolksbeek wassende was. Het wil ons voorkomen, dat men op deze bres ook op Zondag met man en macht had behoeven te arbeiden, om nieuw onheil zooveel mogelijk te keeren. Algemeen was men verontwaardigd, dat men het aan gevangen werk niet dag en nacht had doorge zet. En wie zich de positie van meer dan een dozijn in 't water liggende hoeven indenkt, zal ongetwijfeld in deze verontwaardiging niets overdrevens vinden." Het is voor de gedupeerde bevolking van deze streken te hopen, dat spoedig op meer afdoende wijze hulp worde verleend. DE S.D.A.P. IN LIMBURG. Zal de heer v. d. Ploeg z'n functie neerleggen? In de te Heerlen gehouden jaarvergadering van het gewest Limburg der S.D.A.P. is lang durig gediscussieerd oyer het bekende rapport der commissie van vier, waarin wordt geëischt, dat de oud-propagandist der S.D.A.P. in Lim burg, de heer v. d. Ploeg, than# voorzitter van het gewestelijk bestuur eu lid van Próv. Sta ten, zijn functie neerlegt. Het rapport werd ten slotte verworpen met 29 tegen 5 stem men en één blanco. Daarna weTd met 21 tegen 9 stemmen en 5 blanco een resolutie aangeno-, men, waarin het gewest verklaart de door het Partijbestuur voorgestelde regeling te aanvaar den, mits den heer v. d. Ploeg de vrijheid wordt gelaten om af te treden als gewestelijk be stuurder, waarbij intusschen acte wordt geno men van diens verklaring, dat hij dit niet zal doen voor de heer v. d. Bilt de in bovenbe doelde regeling gestelde voorwaarden eveneen» zal hebben aanvaard. i s Reel. 11678 lilt Naar het Fransch van m R. MANOIR. j Hun beider dood die den smid aanvankelijk ontsteld en moedeloos gemaakt had scheen nu den onfortninlijken vader tot heldenmoed te prikkelen, als in een plotselinge reactie. Na Jozef Balot, die het initiatief van deze bewe ging tegen den overweldiger genomen had, was de smid de vurigste en onversclirokkeuste van hun kleine troep. Hans Grettel had dezen nacht evenals de anderen naar Balot moeten komen maar reeds drie dagen lang vertelde de huishoudster van den Hoofilreefmolen aan een ieder die het hooven wilde, dat haar meester, door een lendenjicht getroffen, het bed niet verliet. De zonderlinge ijver, waarmee dit bericht door liet dorp werd bekend gemaakt, deed bij do dochter van den smid vage vermoedens rij zen en zij besloot dit nieuwe geheimzinnige geval op te helderen. De laatste zes maanden was de arme Cliris- tella veel veranderd; de dood harer heide broe ders had haar diep getroffen. Alleen de gedach te, dat zij als dappere landsverdedigers en goede christenen gestorven waren, kon haar troosten; haar gelaat evenwel bleef bleek, haai' mooie oogen, waarop zekere oogenblikken plots een Wilde geestdrift flikkerde, waren mat en om kranst, en als zij soms nog de kracht Tond om te glimlachen, dan was dat voor de kinderen, die wezentjes welke meer dan anderen vreugde noodig hebben om te leven. Op de kinderlijke vragen der beide tweelin gen omtrent Henri eu Jean, die zij niet meer zouden zien, had Christella geantwoord, dat zij hen in liet paradijs wachtte en hun kinderlijke logica begreep geenszins dat men weende bij de gedachte aan dat eindelooze geluk. Zoodra haar vader de woning verlaten had, bracht zij de kinderen naar bed, sloot zorgvui- ,dig de deur van de kamer waai* de kleinen sliepen, alsmede de ingang van de smidse waai-- door men in de keuken kwam, wikkelde zich in éen lange mantel en ging den weg op, die naai den Hoogdreefmolen voerde. Deze iveg was slecht, zeer oneffen met diepe gaten. De rivier die dikwijls liaar bed verliet, maakte weg cn land drassig zoodat de wielen soms hopeloos diep in den bodem wegzakten. Moeizaam liep zij voort, en gieed menigmaal uit over den smeltenden sneeuw en de onge lijke keien. Eindelijk bereikte zij den molen. Geen enkel venster aan den dorpskant was verlicht: daar scheen het huis als verlaten. Op de binnenplaats huilde een hond en zijn door dringend gejank had iets hartsverscheurends en akeligs in deze een weinig wilde eenzaam heid en ouder den donkeren hemel, nog' zwarter door de nabijheid vaij het groote boèch. Ge jaagd sloeg het hart van het meisje; de stem van den hond kwam haar bekend voor; zij meende deze vaker gehoord te hebben als zij met een takkenbos op den rug en de kinderen aan de hand uit het bosch langs de woning van Balot kwam. Verrast bleef zij staan, aangegrepen door een instinctieve vrees, waarvan zij zich geen re kenschap kon geven, nu zij den hond van den marskramer bij Hans Grettel hoorde. In ang stige spanning riep zij met gedempte stem;, Nestor» De hond zweeg. Nestor! herhaalde zij, Het dier liet een doordringend geluid hoeren gevolgd door een klagelijk gejank hetgeen be wees dat het de roepende stem herkende; Chris- tella hoorde een gerammel van de kettiDg en het korte geblaf van vastliggende honden die vrij willen zijn. Wat kon de tegenwoordigheid van Nestor op den plaats van den Hoogdreefmolen betee- keuen... en dan. op cllt nachtelijk uur? Een oogenblik veronderstelde zij dat Jozef Balot zich bij Hans Grettel bevond, maar waar om zou hij dan zijn hond in dien verlaten hoek van den molen hebben vastgelegd? En zou Nestor op die manier gehuild hebben als zijn meester hem daar gebracht had? Angstig liep Christella langs 't schut, liep het bruggetje van den kleinen stroom over en kwam hij het gedeelte van den molen dat uit zicht gaf op het woud. Was de voorkant der woning duister en als onbewoond, de achterzijde toonde twee groote helverlichte vensters aan de benedenverdieping. De muur en de plaats was op deze plek een weinig verhoogd en het meisje dat op een hoop zand was geklommen zag eenige schaduwen be wegen op de valgordijnen die zorgvuldig tot onderen waren neergehaald. Dat een huis midden in het dorp onzicht bare gordijnen voor het venster heeft hangen, laat zich begrijpen; buren en voorbijgangers behoeven niet te weten wat er in de woning gebeurt of wat zich daar bevindt, maar hier, aan den boschkant nog wel, dat was de voor zichtigheid al' heel ver drijven en scheen dan ook aan den smidsdochter méér dan verdacht. Op de plek waar zij stond en staan bleef of schoon regen en wind haar gelaat geeselden, vernam zij het verwarde geluid van een druk, levendig gesprek, afgewisseld met korte uit roepen en karakteristiek gerinkel van kristal en porselein. Men soupeerde dien avond bij Hans Grettel en schijnbaar waren er vele disehgenooten, want de verliehte kamer was de keuken, een zeer ruim vertrek dat den gekeelen noorder- hoek van het gebouw besloeg: en de luid ruchtigheid die Christella ter oore kwam werd door een gering aantal gasten veroorzaakt, daar viel niet aan te twijfelen. Op een gegeven oogenblik sloop er aan de buitenkant van het eerste raam een gedaante voorbij zonder dat Christella kon uitmaken van wie die gestalte was. Toen deze langs het an dere venster kwam, ontwaarde zij de silhouet van 'n soldaat met 'n punthelm en een ge weer over den schouder. Langzaam liep de man om den molen heen. Hevig verschrikt bleef het meisje op de zand hoop staan luisteren en hoorde nu en dan den zwaren voetstap van den schildwacht op de steenen der plaats alsof die plek reeds Duitscbe grond was. Wie waren dan de genoodigden aan Hans' tafel? En hoe was het mogelijk dat de zieke, die volgens de huishoudster door de jicht aan het bed gekluisterd was, zoo'n gTOOt gezelschap bij zich had? Want en hier was vergissing zoo goed als uitgesloten het verwarde ge rucht dat uit die keuken kwam, verried de aanwezigheid van een tamelijk groot aantal mensehen. En Nestor, die op de plaats was vastgebon den, wat heteekende dat? Manmoedig bleef Christella op haar post en wachtte, alleen sloot zij den mantel met haar armen dichter om het lichaam eu trok de kap nog verder over het hoofd. Nog tweemaal zag zij den schildwacht voor bij de ramen loopen, tweemaal ook hoorde zij den hond pijnlijk huilen, wellicht had de sol- daar hem in het voorbijgaan met zijn zwaren schoen of geweerkolf laten kennis maken, om een afleiding te hebben. Beneden aan baar voeten, waar als in een groote donkere put het dorp lag, klonk de slag van een klok. Het meisje had de slagen niet geteld; al haar aandacht ging naar dat venster waarachter de sleutel lag van het geheim, dat zij doorgronden wilde. Eindelijk verdween het licht uit de lteukeft om even later achter het bovenlicht van de vestibuledeur opnieuw te verschijnen. De deur ging open en nu zag Christella tegen den lich ten achtergrond da liooge gestalte van Hans Grettel zich afteelcenen. Hij volgde een kleine gebogen gedaante die de dochter van den smid als Martine, de zuster van den ouden Isodorus Salmon herkende. Beiden waren In donkere mantels gehuld en hielden een stok in de hand. Achter hen liep een man die nog grooter was dan Hans Grettel, liij hield hoven de an dereu een groote lamp met blauwen kap. Het felle licht, dat hem op het gelaat scheen toonde energieke hardvochtige trekken; de oogen schenen op dit oogenblik met min achting neer te zien op den woekeraar van den Hoogdreef. Onder zijn blonden knevel met lange punten, speelde een glimlach, die van alles kon beduiden en door de opening van zijn wijde kleeding, fonkelde metaalglans. Voor Christella was deze man onbekend, voor Terlieux en omgeving echter niet. i Zij hoorde hem daarop in slecht Duitsch een hevel geven aan den schildwacht die voor de vierde maal het gebouw ontliep en daarna veel geluk en succes wenschen aan zijn gast. Daarop werd de deur gesloten. i Eenige minuten gingen voorbij. Christella verliet haar verkenningspost en ging bij den hoek van den muur staan, dicht bij een kleine deur, aan de andere zijde van het bruggetje. jj TiryolgdM ■'"f "i-y" "A"->*: sai f ■r-'Sysh

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 6