•m FEUILLETON f VRIJDAG 20 JANUARi 1928 DERDE BLAD PAGINA 4 GEMEENTERAAD VAN ROTTERDAM VOORZIENING IN DE BEHOEFTEN AAN LOSWALRUIMTE onteigening van de spaanscke en oost abt polders DE TOEGANGSWEGEN NAAR DE NENYTO TOT DEN HOUW VAN EEN NIEUWE f; JAN KUITEN BRUG BESLOTEN Daarna komt de Vier Leeuwenbrug I, j aan de beurt DE HOOGDREEFMOLEN -Jtt m NOG 14 DAGEN RESPIJT VOOR HET WINKELSLUITINGSDEBAT Na opening der vergadering en goedkeuring der notulen wordt overgegaaii tot voorlezing der ingekomen stukken. De VOORZITTER maakt melding' van de ingekomen ontslag-aanvrage van den keer Rodï, directeur van de Algemeene Begraafplaats. Ruim 40 jaren heeft de heer Rodi de gemeente gediend. Op voortreffelijke wijze heeft hij als directeur de Begraafplaats beheerd. Spr. stelt yoor, het gevraagde ontslag eervol te verleenen onder dankbetuiging voor de aan de gemeente bewezen diensten. (Applaus). Hierna zijn aan de orde du benoemingen. De VOORZITTER schorst echter te voren 'do openbare vergadering in verband met het yerzoek van een der leden om naar aanleiding van een der benoemingen eenige mededeelingen te doen in een geheime zitting. Na heropening der vergadering wordt aan gehouden de benoeming van een lid in de S cha tt i n gseom in i s si© voor de inkomstenbelas ting Rotterdam II. Tot leden In de commissie van toezicht op de bewaarscholen worden benoemd de dames: A. Hoyer^aint Martin, M. A. Mee3, Jkvr. M. C. O. Reuchlin; de hoeren Cli. A. Cocberet, M. jWin'kel. Tot curatoren aan de beide Lycea voor Meis jes, voor het le Lyceum: mevr. dr. H, van Pirooije-Salomons; de heeren: dr. J. R, Calleu- bach, mr. S. N. B. Halbertsma, ds. A. de Koe, B. Quispel; voor het 2e Lyceum de heeren: mr, L. A. Donker, mr. M. Burgerhout, mr. A, Huygen, dr. A. Lax-ou-der, mr. J. G. Midden.derf. Tot tijdelijk 1 eeraar in de Fransclie taal en letterkunde en handelscorrespondentie aan de 2e H.B.S. met 5-jarigen cursus A: de heer ,C< JT. van Maanen. Aan de school voor g.l.o. A no. 53 tot onder wijzer A. Ie Clercq. Aan de 4e huitengew. school voor l.o. tot fröbelonderwijzeres mej. M. J. E. van Bijnieren. Het voorstel tot overplaatsing van D. G. den Besten, hoofd der school voor g.l.o. no. 99, naar die voor g.l.o. voor schipperskin deren no. 4. Mej. GROENEWEG (S.D.A.P.) meent, dat de Raad moet vasthouden aan dé voordracht van drie personen en zal daarom stemmen tegen de overplaatsing. "Wethouder DE GROOT (Y.B.) zet uiteen, door welke overwegingen bij werd geleld, toen hij besloot om lu deze vacature te voorzien door overplaatsing. Mej. GROENEWEG repliceert. De heer VAN DER KRAAN (A.R.) staat op hot standpunt van den wethouder. Geen enkele methode mag uitsluiten, dat de beste camdidaat genomen wordt. Wehouder DE GROOT zegt aldus gehandeld !te hehben, omdat z.i. de nu voorgedragene de geschiktste camdidaat wa3. Het voorstel wordt aangenomen met 22 tegen 11 stemmen. Zonder hoofdelijke stemming worden aange nomen Het ontwerp-besluit tot uitgifte in erfpacht Van een perceel grond aan den West Zeedijk aan de Vereenigiug „Het Rotterdamscli Ly ceum". Het voorstel tot openbare verpachting van He ververschingsplaats „In den Rustwat". Het voorstel tot aankoop van een aantal ten behoeve van de Gemeente hypothecair ver bonden panden en tot vaststelling van mini mum-huurprijzen voor de in dio panden gele gen woningen. Het voorstel tot het toestaan op de begroo ting 1927 van crediet voor honorarium en voorschotten in verband met de taxatie van de huurwaarde van terreinen en loodsen aan de Scliie- en Rijnhaven. De lieer TER LAAN (S.D.A.P.) verzoekt aan houding. Aldus wordt besloten. Het voorstel tot het toestaan op de begroe ting 1927 van crediet voor het inrichten van een tweetal lokalen ten behoeve van de Kin der- en Zedepolitie in de vrouwentoevlucht van het Leger des Heiis aan den Schiedam- schedijk. Het voorstel tot versterking van- het op de begrooting 1927 uitgetrokken crediet voor het graven van een benzinehaven ten Westen van de Keilehaven. Het voorstel tot hst toestaan op de begveo- ting 1927 van crediet voor het inrichten van leermiddelenbergplaatsen in het schoolgebouw aan de Schoutenstraat no. 157. I-Iet voorstel tot het verleenen van ontslag aan een onderwijzer aan een openbare lagere school. Mej. MEIJER (R.K.) vraagt aanhouding ter nadere bespreking in de commissie voor onder wijs. Aldus wordt besloten. Het voorstel tot vaststelling van de jaar- lijksehe vergoeding voor het gebruik van het scholencomplex aan de Drievriendenstraat door de vereenigiug „School voor Vrouwen arbeid", enz. Het voorstel tot toekenning van vergoeding aan plaatsvervangers van hoofden van lagere scholen, enz. Het afwijzende praeadvies op het verzoek van een gepensionneerdeu agent van politie om ook over den door hem vervulden militai ren diensttijd pensioen toe te kennen. Het voorstel in zake het aangaan van kas- geïdleeningen. Brugje over den Spoorsingel. De heer DIJK (S.D.A.P.) vraagt naar aan leiding van een adres van den heer G. Leen heer, lio-e het staat met liet brugje over den Spoorsingel. Wethouder DE ZEEUW (S.D.A.P.) antwoordt, dat een voorstel tot legging van een brtigjte in de commissie voor Pil. Werken is geweest én momenteel in behandeling is in de commissie voor de financiën. De rei'gadering' wordt hierna të vijf uur geschorst tot des avonds half negen. AVONDZITTING. Loswalruinvte. Na opening der vergadering wordt aan öe orde gesteld; Het voorstel betreffende voorziening In de behoefte aan loswalruimte. De lieer SCHOUTEN (A.R.) is niet overtuigd van tie noodzakelijkheid der onteigening van de Spaansche en Oost-Abtspolders, welke zal kositen een bedrag van niet minder dan 4.800.000. Den vorigen keer heeft spr. aan houding verzocht omdat spr. zich herinnerde liet voorstel tot verhooging van den Bergpol- der en den Hoog Oudendijkschen polder. Onge veer 2 millioen kub. meter kan daar geborgen worden. In het aanhangige voorstel is sprake van een benoodigde hoeveelheid van 16.3 mil lioen kubieke meter, terwijl de twee polders „Rhoonsche Kiesheid" en „Bmidewijn Hars- land" samen een capaciteit hebben van 12.8 millioen kub. meter. Zoodat nog behoefte zou zijn in de eeTste tien jaar van 3% millioen kub. meter ruimte. Uit de stukken maakte spr. op. dat men gronden onder Pernis Teserveert voor specie, te baggeren na 1936. Doch spr. acht het met liet oog op de kapitaalsuitgaven onge- wenscht die terreinen nu niet te gebruiken. Ook is er volgens spr. nog terrein aanwezig in de buurt van de Rhoonsche Kiesheid. Dan is er ook het Oosten van de stad. Binnen niet te langen tijd zal het uitbreidingsplan Oost toch tot uitvoering moeten komen. Daar bevinden zich zeer laag gelegen polders. Zou het zoo verkeerd zijn er van uit te gaan, dat vóór 1936 ook daar ruimte zal zijn voor lic-t bergen van baggerspecie. Het komt dus spr. voor, dat er geen enkele noodzaak is om 4.8 miliioén uit te gaan geven voor bet aankoopen van polders buiten de ge meente om baggerspecie te bergen. De heer VERHEUL (V.B.) gaat voor een groot deel accoord met den heer Schouten. Spr. zou n.l. alleen den Spaansehen polder willen onteigenen. De heer VAN DER HOEVEN (C. H.)' refe reert zich aan beide vorige sprekers. In de commissie voor de financiën heeft spr. zich reeds tegen deze onteigeningen verzet. De heer TER LAAN (S.D.A.P.) wil het voor stel toejuichen. Spr. herinnert aan liet debat over de grondpolitiek, waarbij gewezen is op de noodzakelijkheid om gronden rond de gemeen te tijdig in het bezit der gemeente te brengen. Niet alleen om er baggerspecie te brengen moe ten deze polders onteigend worden, hoewel de aankoop voor dit doel ook reeds noodzakelijk is. Wethouder DE JONG (A. R.) zegt, dat hij zich moet houden aan de cijfers van den compe- tenten dienst. Bij liet voorstel i.z. de verdere uitdieping van de Waalhaven is wel gewezen op de noodzakelijkheid tot bergen der specie. Doordat we jarenlang alles konden bergen rond den Kralingschen Plas is er stilstand geweest. Doch liet is nu noodig weer geschikte terreinen te vinden. Spr. zal zich verzetten om het bij stukjes en beetjes te vinden. Misschien zijn er nog wel andere polders beschikbaar, zeide de heer Schouten. Doch aan zoo'n vage mogelijk heid hebben we niets. Wil men liet Oosten op spuiten, dan heeft men te denken aan de ten- denz tot uitbreiding der stad naar liet Westen en aan de noodzakelijkheid om dan vele groote tuinderijen, in liet Oosten gelegen, te verjagen. Berging van specie in Pernis is op dit oogen- blik nog onmogelijk, omdat de vormgeving der havens nog niet vast staat. In overleg met de Kon. Petroleum Maatschappij zijn de Contouren der petroleumhavens vastgesteld. Doch de om trekken der andere liavens staan nog niet. vast. Ook de vorm der kwallen daar zou niet zeer geschikt ziju. De heer SCHOUTEN: Dat geldt voor IJssel- moude! De lieer DE JONG: In de gemeente IJssel- monde denken we niet aan opspuiting'. In het stuk wordt bedoeld het eiland IJsselmonde. De Bergpolder wordt niet opgespoten met baggerspecie doch mot 2 miiüoen zand orndat daar gebouwd moet worden. Ook dit argument van den heer Schouten vervalt dus. We hebben rekening te houden met de waar schijnlijkheid, dat, als we den Oost-Abtspolder thans niet onteigenen, we over eenige jaren drie, vier maal zoo veel moeten betalen. De heer SCHOUTEN (A. R.) repliceert. Vol gens spr. steunde de verdediging van den wet houder niet op liet gedrukte stuk. Deze ging uit van de redeneering, dat .liet niets ter zake doet of er nog andere terreinen in de gemeente zijn te vinden voor de opspuiting en dat we de terreinen, welke we nu gaan onteigenen, in de toekomst toch noodig hebben en nu goedkoop in bezit kunnen krijgen. Maar volgens spr. gaat bet alleen om de berging van baggerspecie. Wat het graven van havens onder Pernis betreft, spr. geeft toe, dat men voor de Ba- taafsche liavens naar wenschen der Bataafsche moet graven, doch zulke gegadigden, welke ge- heele havens gebruiken, zijn er niet veel. Spr. ziet daarom niet in, dat men op gegadigden moet wachten, alvorens aan liet graven der havens te beginnen. De kwestie van waardevermeerdering van den grond moet geheel buiten dit voorstel &taan. De leer VAN DER HOEVEN (C. H.) zegt, dat aan de leeningscapaciteit der gemeente een eind is. Als alles blijft goed gaan, laat dan ook het nageslacht wat betalen. Zoolang onteige ning niet absoluut noodzakelijk is, moeten we er niet toe overgaan. Wethouder DE JONG (A. R betwist het, dat dit voorstel slechts beoogt gronden in het bezit der gemeente te krijgen. Evenzeer betwist spr. den heer Schouten, dat achter dit voorstel de bedoeling zit bepaalde gedeelten der stad in ontwikkeling tegeu te houden. Deze gronden liggen aan den spoorweg naai' den Haag. Men heeft geroepen over Pernis. Doch nu blijkt het nut er van. Want, hadden we Pernis niet ont eigend, hoe zouden we anders een klant ais de Koninklijke nu kunnen bedienen. Want zooals uit het voorstel aan. den Raad zal blij ken, heeft deze Maatschappij eerst 40 H.a. en later 60 H.A. noodig. De uitbreiding' van de Waalhaven is noodig. De toestand van verleden jaar, toen 60 sche pen voor den Waterweg moesten blijven liggen, dwingt de gemeente op haar rjui vive te zijn. Spr. hoopt, dat de Raad dit voorstel zal aanvaarden, De discussie wordt gesloten. Z. h. s. wordt aangenomen het voorstel i, z. liet. inrichten en opspuiten van loswallen in de polders Boudiewijas Har si and en Rhoonsehe Kiesheid. Hierna komt in stemming de onteigening van deu Spaansehen polder. Deze wordt aangeno men met 32 tegen 4 stemmen- (Tegen de heeren de Visser, Bos, Schouten en v. d. Hoeven.) De onteigening van den, Oost-Abtspolder wordt aangenomen met 27 tegen 9 stemmen (tegen: Schouten, Doorman-Kielstra, v. tl. Hoe ven, Dut.ilh, Bos,, de Visser, de Jonge, Kruide nier en Verheul.) Maasoord. Het voorstel in zake vergrooting' Van de dag verblijven van twee paviljoenen van „Maas- oord". .1- i Z. h. s. aangenomen. 'L éi - - -s Voortuintjes, Het voorstel in zake overneming en onteige ning van voortuinen. Mej. MEIJER (R. K.) vraagt den wethou der al het mogelijke te doen om eenige strook jes particulier eigendom voor huizen aan (le Schlekade O.Z. welke voor de voetgangers veel gevaren opleveren in verband met het drukke verkeer, spoedig te doen verdwijnen. Wethouder DE JONG (A. R.) hoopt, dat de pogingen tot minnelijken aankoop in de eerste komende weken succes zullen hebben, anders zal de weg moeten worden ingeslagen, welke nu voor de voortuintjes van andere wegen ge volgd wordt. Mej. MEIJER (R. K.) dankt den wethouder voor zijn toezegging. Het voorstel wordt z. h. s. aangenomen. Het voorstel tot wijziging van de Bouw- en £Woon verorden t ng in verband met liet x.g, uitzwavelen van woningen. Z. li. s. aangenomen, Stationssingel en Walenburgen'weg. Het voorstel tot verbreeding van den Sta tionssingel en tot doortrekking van den Wa- lenburgerweg. De heer REESER (V, D.) wijst op den on- lioudbaren toestand aan den tunnel, als daar deze twee vernieuw© wegen het verkeer «ui len doen toenemen. In verband met het wel slagen der Nenijto is het noodig vroegtijdig te beginnen aan de verbetering der wegen. Wethouder DE JONG (A, R.) wijst er op, dat de Stationssinjgel voorloopig in orde wordt gebracht voor een jaar. Als het profiel niet mocht bevalien, dan is er gelegenheid dit nog te veranderen. Voordat het nieuwe plan voor Blijdorp in den Raad is geweest, heeft men van de zijde van het tentooustellingsbestuur 'aan Pi. Werken gevraagd een weg van den Staitionssingel naar de Sehiekade. Er was toe gezegd een uitpad naar de Scliie achter het tentoonstellingsterrein. Doch men heeft niet te rekenen op een groo- ten weg over liet terrein naar de Sehiekade, een werk, dat tonnen zal kosten, welk geld over ©enigen tijd kan blijken nutteloos te zijn uitgegeven, als een ander uitbreidingsplan wordt aanvaard. Het voorstel wordt z. h. s. aangenomen. Dc nieuwe Jan Kuitenbrug, r Het voorstel in zake vernieuwing' van de Jan Kuitenbrug. De heer TER LAAN (S.D.A.P.) is voor liet maken van een hulpbrug. Ook met de rijbreedie ad 12 meter van de nieuw© Jan Kuitenbrug hall spr. zich ver-eenigen. "Wat men ten aanzien van de Koningsbrug van plan is, staat in het stuk zeer onduidelijk aangegeven. Spr. wijst op d© wenschelijMieid van tram verbinding tus schen Maasstation ©n Linker Maasoever. De heer VAN DEN BRULE (R.K.) heeft met voldoening kennis genomen van dit voorstel, omdat spr.'s opmerking bij de beg.rooting bij de directie van PL Werken een gunstig onthaal heeft gevonden. Spr. wil echter Inlichtingen hehben over de tramplannen in verband met de nieuwe brug en de tramverbinding tusschen den Linker Maasoever en het Beursplein. De heer VERHEUL (V.B.) wijst op de nood zakelijkheid de Geldersche kade te verbieden en daarmede bij de vernieuwing van de Jan Kuitenbrug rekening te honden. Ook spr. vraagt bo© het nu staat met de kwestie of de Ooste lijke afrit van de Willemsbrug tramverkeer zal hebben. Namens den heer Kleipool, die niet aanwezig kon zijn stelt spr. deze vraag. Wethouder DE JONG (A.R.) wijst er op, dat de nieuwe brug voor tramverkeer zal zijn berekend. Eerst als de nieuwe Jan Kuitenbrug gereed is en de hulpbrug zal zijn verwijderd, kan begonnen worden met de vernieuwing van de Koningsbrug. Verbreeding van de Gelder sche kade is in verhand met het scheep vaart- verkeer zeer moeilijk. Bij het leggen van de brug zal evenwel met die eventualiteit worden gerekend. Ook over den Oostelijken afrit zal tramverkeer mogelijk zijn. Het voorstel wordt z.h.s. aangenomen, Opening badinrichtingen 0p Zondag. Het praeadvies in zake sluiting van tie ge meentelijke badinrichtingen op Zondag. De heer DE BRUIN (A.R.) dankt yoor het. vlug uitbrengen van prae-advies, doch'kan zich er niet mede vereenigen. Dit prae-advies is moeilijk te rijmen met het volgend punt dei- agendade Zondagssluiting. Want de gemeente zou -een zeer slecht voorbeeld geven door zonder reden de badinrichtingen open te houden. De heer KERSTEN (Oer. Staatk.) kan zich- aansluiten hij het gesprokene door den lieer de Bruin. Voor hem is het een beginsel-kwestie. Wanneer ons volk zich niet zoo had losgemaakt van de beginselen der H. Schrift, zou een' dergelijk afwijzend praeadvies niet gekomen zijn. De VOORZITTER wijst er op, dat de wethou der voor PI. Werken v-oor het voor-stel-de Bruin was. Daarom verdedigt spreker hier ihet prae advies, Het is nu niet de tijd om dn den breede in te gaan op de kwestie. Er is een gedeelte, dat zeer gedecideerd voor is, een ander, dat zeer gedecideerd tegen is. Spreker zal daarom liet vooi'stel-de Bruin-Meijer, strekkende tot Zondagssluiting van de gem. badinrichtingen, in stemming brengen. Het voorstel wordt verworpen met 21 tegen 3 7 stemmen. (Vóór: R.-K., A.-R., C.-H., St. Geref.tegenf S.D.A.P., V.D., V.B. en C.P.) De VOORZITTER stelt voor de vergadering te schorsen. Aan de orde is dan het voorstel i. z. de winkelsluiting. Doch dit voorstel wordt aangehouden. De vergadering wordt hierna gesloten. MAILVERZENDING. Laatste buslichting aan het" hoofdpostkantoor, alhier, voor Nederiandsch Oost-Indië per s. „In- sulinde" gewone stukken 25 Jan. 11 uur, laatste aanbieding van aangeteekende stukken en post pakketten de laatste ook met bestemming voor Egypte, Palestina, Syrië, Irak, Hedjas, Aden, Perim, Britsch-Indië, Singapore en Fransch Indo-China 24 Jan. 20 uur. Op de per zeepost te verzonden stukken te ver melden: „Zeepost". Na de laatste buslichting aan het hoofdpost kantoor, kunnen enkele losso gewone brieven en drukwerken van niet te grooten omvang dien dag tot 14 uur op het terrein van den Kotter- damscke Lloyd aan liet portiershuisje voor deze zending worden afgegeven. Laatste buslicliting aan het hoofdpostkantoor alhier voor: Curagao per stoomschip Haarlem gewone stukken 24 Jan. 9 uur laatste aanbieding van aangeteekende stukken 23. Jan. 20 uur, palc- ketpost met bestemming voor: Ecuador, Peru en Chili ,23 Jan. 20 uur. Laatste busliehting aan liet hoofdpostkan toor alhier, voor de Canarisc-he eil., de Goudkust en Liberia per s. „Rijnland", gewone stukken 24 Jan. 9 uur, laatste aanbieding van aangeteeken de stukken 23 Jan. 20 uur. De verzending der briefpost geschiedt uitslui tend op verzoek der afzenders, blijkende uit een© aanwijzing op het adres. Laatste buslichting aan het hoofdpostkantoor alhier, voor Noord-Amerika per s. „Voïéndam" 24 Januari gewone stukken 23 uur, laatste aan bieding van aangeteekende stukken 20 uur, post pakketten, niet voor Canada, 10 uur. De verzending der briefpost geschiedt uitslui tend op verzoek der afzenders, blijkende uit eené aanwijzing op het adres. (natste busliehting nan het hoofdpostkantoor alhier, voor Barbados, Trinidad, Suriname, Vene zuela, Curacao en de Republiek Columbia per s. „Simon Bolivar"gewone stukken 27 Jan. 1.30 uur; laatste aanbieding van aangeteekende stuk ken en postpaketten de laatste alleen met bestemming voor Curasao, Columbia, Costa Rica, Venezuela en Panama, 26 Jan. 20 uur. Op de per zeepost te verzonden stukken, die oil één voor Curagao zijn toegelaten, te vermel den: „Zeepost". Do. verzending naar de Republiek Columbia! geschiedt, uitsluitend op verzoek der afzenders blijkende uit eene aanduiding op liet adres. NAAMLOOZE VENNOOTSCHAPPEN Met „St.crt," no. 14 worden verzonden af, drukken van de akten betreffende de Naam- looze Vennootschappen: No. 157 Schepenexpl. „Hortensia"; No. 158, N.V. Schepenexpl. „Kamelia"; no. 159. N.V. Schepenexpl. „Lobelia"; no. 160 N.V. Schepen expl. „Dahlia"; no. 161 N.V. Schepenexpl, „Narcis"; no, 163 N.V. Mij. Rijnschip ,,R,in to"; no. 343 Rijnschip „Dibeno", allen alhier. RECHTERLIJKE MACHT Bij Kon. besluit is benoemd tot substituut- griffier bij de arrondissemeuts-rechtbank al hier mr. J. M. van Bemmelen, thans substi, tuut-griffier bij het kantongerecht alhier. Naar het Fransch van ,-r R, MANOIR. 16). Toch beweerde men, voor eenige dagen, had Jozef geopperd, dat geen enkele Duitscher zich hier zou vertoonen en dat zij zich samen trokken aan den voet van den „Ballon", Wie zei dat? Hans Grettel, pas voora! op hem. Zoudt tl dan meenen Niet alleen meenen, maar ik houd liet ivoor zeker dat Hans Grettel een ven-ader is; O die, spreek mij daar niet van. En terwijl Jozef hij het schijnsel van zijn kaarslantaarn zijn kameraden voorging in de onderaardsche gangen, dacht liij aan dien Hans, tot nu toe door niemand ooit ver dacht, maar die vergezeld van Martine en Nestor, de richting van het Bibouxbosch was opgegaan, terwijl een ieder meende dat hij zich filet bewegen kon van de jicht. En het ongeluk had gewild dat hij op de hoogte gebracht werd van de aanwezigheid der som op het kasteel. Het is waar, hij kende toet sousterrain niet, maai'..., Waar denkt ge aan? vroeg de smid hem eensklaps toen men in de ruime zaal aan. kwam die naar de gang leidde waar de trap jvas. Aau mtfn hond, antwoordde Balot, het komt mij zoo verdacht voor dat liet dier mil hier gevonden heeft C v Een geroep aan het einde der gang onder brak hem. Wel, wat Is er gaande? vroeg hij onge rust. De ingang is afgesloten mijnheer Balot. Ha! ik had het wel gezegd dat het niet goed zou uitkomen. Afgesloten, herhaalde Jozef en met eeni ge groote passen liep hij de andere mannen voorbij die plaats voor hun geleider maakten. Haastig sprong hij de trap op en met het zweet op het voorhoofd en hevig kloppende slapen, constateerde hij dat de ingang der put dicht was. Ha! daarvoor had Hans Grettel mijn hond noodig. dacht hij, terwijl hij het schijn sel der lamp langs de afsluiting liet roud gaan. En Jozef.. .-.? vroeg men beueden. 'tls waar. antwoordde Jozef, het deksel zit er op en wij zullen weer naar het kasteel terug moeten. Wie zou ons dat gelapt hebben? bromde de smid. De zadelmaker greep hem bij den arm en zei fluisterend, half sissend van ingehouden toorn: Dat is een poets van uw mooien Hans, de verloofde van Christella, degene die op dit oogenblik reeds uw schoonzoon zou zijn," als het alleen aan tt gelegen had. Pas op protes teer niet, want op zekere oogenblikken jeuken de handen en als daar verontwaardiging bij komt, zou men u wel eens hardhandig aan kunnen pakken. Jozef weet dat wel en daar om zwijg t hij, de arme jongen Op het oogenblik dat men terugkeerde naar de zaal waarin de gang uitkwam, ging de kaars, die opgebrand was, plotseling uit! Drommels! riep Jozef. Dal moet er nu nog bijkomen, waarlijk! Wie uwer heeft lu cifers bij zich? '4 'v Iedereen zocht in zijn zakken. Hier zijn er twee, zei de smid, uw groot moeder heeft mij er drie gegeven, dat is alles wat mij overblijft. 'tls voldoende, merkte Jozef óp, zoodra wij in de andere gang zijn, hebben wij geen licht meer noodig. En met de voorzichtigheid, die een zoo'n kleine voorraad vereischt, wreef hij een lu cifer op zijn fluweelen broek, hetgeen voldoen de is voor de Fransclie lucifers. Maar hetzij het stokje vochtig- was geworden door de nacht lucht, hetzij het beschadigd waa in den zak van Richaud, de kop vonkte even en ging- toen terstond uit. De tweede lucifer, die de levens voorwaarde van den eerste11' gedeeld had, doofde eveneens uit. Een mooie beweging, hiompelde Jozef. Enfin, onder Gods hoede dan maar verder. Eerst links en dan aan de rechterkant steu nen om niet te vallen! Eensklaps klonk het geblaf van Nestor van den anderen kant der zaal. Jozef floot zijn hond. De gehoorzame Nestor kwam naar zijn meester toegesprongen, maar om weer aanstonds terug te feeeven naar zijn vorige plaats. Men zou zeggen dat hij iets op 't spoor is, merkte de zadelmaker op. I-Ijj zal een of ander hol gevonden heb ben, sprak Francois Richaud. Hier Nestor! gebood Jozef. Voor de tweede'maal sprong liet dier naai' liem toe, doch toen het weder weg wilde ren nen, greep Jozef het bij de ketting. Toén begon een strijd tusschen Nestor en zijn meester. Deze laatste deed wanhopige po gingen om den hond te weerhouden. Het dier snoof en jankte en weigerde Jozef te volgen, maar trachtte liem mee te trekken naar de plek waar het geweest was, r—Dat is vreemd, erg vreemd, zei Balot, Nestor zou auij zooveel weerstand niet bieden als hij alleen maar een hol ontdekt had, hij moet met zijn reuk iets anders gevonden heb ben, en wij deden misschien goed hem te vol gen. Och, misschien brengt hij ons naar een vossen- of konijnenhol en daarvoor hehben wij geen tijd, mompelde de smid. - Wie weet, wie weet, mijnheer Richaud! En Jozef, door Nestor voortgetrokken, ging naar de plaats waar men water tusschen de steenrotsen hoorden borrelen. Zijn uw geweren geladen? vroeg hij zijn gezellen. Dat zou ik denken, reeds minstens een week niet waar? antwoordde de smid. Ja mijnheer Richaud klonk het ln koor. In dat geval volgt mij, hernam Jozef. Moet er iets in 't vizier konten? vroeg Andree Lerman. Misschien Wel, dat hangt er van af.... Achter in de zaal bukten allen zich om een nauwe opening binnen te gaan die Jozef tas tend gevonden had. Nestor die zijn meester vooruitgegaan was, liep het gat in en kwam spoedig weer terug om onrustig de mannen langs te loopen als om hen uit te noodigen hem te volgen. Daar moet iets aan de liand ziju, zei Jo zef, hadden wij maar een straaltje licht. Ik lieb wel een klos pekdraad in mijn zak, zei de zadelmaker; ik had dien meegenomen om bij Rava een tuig te naaien; maar het vuur ontbreekt. In dat geval kan ik u misschien helpen. Hebt u dan lucifers mijnheer Lautlei'? Dat niet, maar wel chloor-kalicuspastil- les. Door deze tegen den muur te wrijven ver krijg ik zeker vonken die papier aan kunnen steken. Gü kunt dan uw pekdraad ook wel aansteken, mijnheer Julin, Wie zou denken dat apothekers zoo slim dn, zei Andree Lerman, om met hun pastil les. Reeds flikkerde een der pastilles tegen den rotsmuur. Na eenige pogingen slaagde men er in een strookje papier aan te steken en met dit het pekdraad. Een zucht van voldoening ont snapte aller borst en het troepje mannen be vrijd van den angst die de duisternis geeft, op een onbekende plaats waar van alles té duchten is, volgde moedig Nestor en Jozef door de nauwe opening, waar het water als een beekje stroomde. Met de voeten tot aan de enkels in het wa ter en in gebogen houding onder het lage ge welf, liepen zij een nieter of tien verder en. volgden daarbij den stroom van het beekje. Sapperloot Jozef, het lijkt wel of wij naar een put gaan; daar zou men kippenvel van krijgen, alleen reeds bij die gedachte, zei de zadelmaker. Jozef die Nestor volgde bleef zwijgen; de kleine vlam die hij met opgeheven hand voor zich uit droeg, verlichtte zwakjes de rotsige wanden. Een vochtige lauwe lucht kwam den mannen tegemoet; de atmosfeer was hier zwoel en de avonturiers voelden zich weinig op hun gemak. Lerman, die deze onderneming eerst met grapjes had opgevat, begon het geval akelig te vinden, toen opeens Jozef aan het einde der gang bleef staan met zijn fakkeltje in de hoogte gestoken. Wat is er nu weer? vroeg de smid dié achteraan gebleven was. Ik sta hier voor een water, antwoordde' Jozef. Water? Nu dat weten wij al, wij staan reeds zoo lang in 't nat, Zouden wij hier niet spoedig uit kunnen komen? vroeg Andree Ler man. Ik w,eet het niet, maar ik denk dat het jyel moeilijk zal gaan. -■ ("Wordt vervolgd) j

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 12