FEUILLETON
VRIJDAG 20 JANUARI 1928
TWEEDE BLAD
PAGINA 2
THERES1A NEUMANN
DE ALLES-iS-HYSTERIE-THEORIE
WILL EN TILL
De wetenschap kan hier niet oordeelen
JAN TOOROP
heeft aangehouden.
I1ET KIENSPEL TE MAASTRICHT
Een Raadsverordening geschorst
DE CONCESSIE DER Z. H.A. M.
GASWERELD EN CORRUPTIE
Winkel en Nieuwe Nicdoip
DE VOEDINGSKWESÏIE
Naderen wij het wonder?
Het feit, dat de ons onbekende Duitaeh-
spre kende dr. J. E. Nordberg, in sommige be
richten natuurkundige, in andere ook medicus
genoemd, zijn lezing over de opzienbarende
gebeurtenissen te Koanersrewth door een in
ternationaal concert- en theater-oureau liet
aankondigen, hetgeen dit bureau op de meer
gebruikelijke reclame-achtige manieT deed, had
ons een beetje huiverig gestemd ten aanzien
van da vraag, wat de heer Nordberg oveT
Konnersreutli te berde zou brengen.
Zijn lezing Dinsdagavond in Amsterdam ge
houden, werd Woensdagavond in den Haag
herhaald en is gisterenavond ook in Utrecht
gegeven.
Wat wij Woensdagavond in Diligeutia te
's Gravenhage uit den mond van den heer
Nordberg over Konnersreuth gehoord hebben,
■was een volkomen objectieve, zakelijke weer
gave van de feiten, zooals wij die uit min of
meer officieele documenten kennen. En wat de
appreciatie diier feiten betreft, stak zijn helder,
klaar, sober en overtuigend betoog gunstig af
bij de beschouwingen en hypothesen van men
sehen van grooter naam dan die van den heer
Nordberg, die voor hun ailes-is-hysterie-theorie
tot nu toe geen overtuigend-wetenschappelijke
bewijzen hebben bijgebracht.
Waarop de heer Nordberg vooral nadruk
legde, was do omstandigheid, dat etigmati-
eatieverschijnselen in omvang en intensiteit,
als men het zoo mag noemen, gelijk ze zich
bij Theresia Neumann voordoen, zelden of
nooit zijn waargenomen. Ze kunnen eenvoudig
met hysterie niet verklaard worden.
De indruk is overweldigend en
onvergetelijk
Den indruk, diien baar verschijning, niet alleen
op leeken, maar op nuchtere critische geleer
den gedurende de lijdensextase maakt, noemde
hij overweldigend en onvergetelijk. Het is een
lijdensbeeld, zooals geen enkel genie in staat
zou zijn, het ons voor oogen te tooveren.
Bedrog is absoluut uitgesloten
Ooit toonde hij aan, dat het bedrog in het
geval van Theresia Neumann absoluut is uit
gesloten en dat zelfs in socialistische en pro-
testautsehe pereuitingen de mogelijkheid van
zulk een bedrog wordt verworpen.
Hij zette ook de gereserveerde houding der
Katholieke Kerk uiteen, die uiterst voorzich
tig is en heel behoedzaam te werk gaat, voor
ze het woord wonder uitspreekt en in dit ge
val ook steeds het woord aan de wetenschap
heeft gelaten, wat do verklaring der feiten
betreft. Deze verklaring nu vindt in de theorie
„auto-suggestie" geen voldoende steun. De
jioderne suggestie-fanatici kunnen het geval.
Jtonnersreuth niet zonder meer met dezen
(soedkoopsten uitleg ophelderen.
Het gebied der mystiek
Het heele geval ligt op het gebied der
mystiek. Slechts een mensch, die door zijn
diepe vroomheid en zijn door-en-door gods
dienstig leven begenadigd is, is in staat, den
Heiland zóó in zich op te nemen, als het ware,
als in'de verschijnselen hij Theresia Neumann
weerspiegeld wordt.
Als suggestie, door sommigen aan het krach
tig religieus geloof van Theresia Neumann toe
geschreven, de sleutel zou bsteekenen van het
raadsel, waarom zijn dan uit de vroegste
eeuwen, toen de christenen zoo'n krachtige
geloofsovertuiging hadden, dat ze de gruwe
lijkste martelingen om wille van het geloof
doorstonden, en toen zij zoo geweldig-sterk in
Een verhaal der zonden en deugden van
een tweeling.
j In een voorspal ea zestien staties
door LUDWIG MATHAR.
Nee, nou za'k maar niks meer zegge,
gaapt Vleugelman, terwijl ze haar handen
boven haar hoofd to zamen slaat.
Het ballonlampje wiegt van schrik met haar
hoofd.
Zeg, is er in jouw bovenkamer iets niet
in orde? Zij-de van lotje getikt?
Maar de feestelijk uitgedoste neef lacht haar
eens hartelijk toe.
Ik bon zoo best als hei amen in de
kerk, hoor. zoo zuiver als een thaler van de j
Rijksbank. En met een ernstig en feestelijk
gezicht, voegt hij er aan toe: Ik loop eens even
bij de Stelt aan om Paula te haien!
Een donderslag bij helderen hemel o
bleeke vergelijking breugt niet zoo'n ont
steltenis teweeg. Will wordt zoo bleek als het
tafelkleed. Hij lean geen woorden vidden. In
zijn wijd-opengesperde oogen ligt een gevaar
lijke glans.
■Vleugelman barst eindelijk het eerst los:
Nee, nou za'k maar niks meer zegge!
Marie grijpt do beide handen van haar lie
veling vast, als wilde zij hem van den af
grond terugtrekken. Doch de tot den beslissen-
den stap besloten Till maakt zich wat geër
gerd uit haar omklemming los.
Nou, wat hebben wij daarbij te riskeeren?
Dan, met een vijandigen blik den hem onbe
wogen in het gezicht starenden broer monste
rend
Of-e mag jij Paula soms niet lijden?
Nu eerst vindt Will als iemand die van een
berg-Uooge rots naar beneden is gestort zijn
spraak terug. Kort en koud lacht hij hem toe:
Vroeger was het toch: die valsclm kat!
Vleugelman kraakt van schrik in alle naden;
Lieve hemel, dat worden ongelukken, dat
worden ongelukken!
Maar Till, die door die algemeene ontsteltenis
toch wat uit het veld geslagen was, herneemt
zijn vrsolijke en overwiuningszekc-re stemming
weer.
Dat wordt geen ongeluk, maar een verlo
ving, zeg lk je, en na 'n verloving een bruiloft, j
het religieuze opgingen, geen stigmatieaties in
de geschiedenis bekend?
Menechelijkerwijs. gesproken, hadden de
eerste martelaren dan veel meer suggestibel
moeten zijn.
Hot is niet gelukt, door experimenten met
suggestie of hypnose iets te voorschijn te roe
pen, wat de verschijnselen van KonnensTenth
ook maar benadert.
Het namaken van bloedende oogen door
zoogenaamde wilsconceatratie en dergelijke
dingen kan toch niet ver-geleken worden met
hetgeen te Konnersreuth geschiedt.
Theresia Neumann heeft niet gedacht, of
gewild, dat ze 'sHeeren wonden zou krijgen.
Ze kwamen onverwacht. Ze waa er door ver
rast en wilde ze verborgen houden.
Wat de kwestie van het niet gebruiken van
voedsel door Theresia Neumann en het deson
danks intreden van gewichtstoenamen betreft,
die streng gecontroleerd zijn, kan spr. prof.
Ewald's inzicht niet deeien, dat er toch een
fout gemaakt moet zijn. Daarvoor was de con-
trölo te streng. Spr. is van meening, dat men
hier toch wel het wonder nadert.
En wat het aanschouwen van visioenen en
het weergeven van Arameesche woorden door
Theresia Neumann betreft, zijn verschillende
deskundigen, door spreker genoemd, het ab
soluut niet met prof. Ewald eens, dat alles
maar „hineóneuggeriert" en „hineininterpre-
tiert" ie. Die deskundigen zijn toch ook geen
kinderen, zonder critisch Inzicht.
Theresia is volgens de verklaring van ver
trouwde personen niet suggestibel.
Spr. ko<mt tot de conclusie, dat de weten
schap geen definitief oordeel over de kwestie-
Neumann kan uitspreken.
Al zouden de verschijnselen van Konners
reuth blijken geen wonder te zijn, dan hebben
ze toch op overtuigende en indrukwekkende
wijze getoond, de macht van het geestelijke en
godsdienstige in den mensccih. Zij hebben de
mensehheid aangespoord tot ernstig nadenken
over de problemen van 's menschen zijn.
Slechter is niemand in Konnersreuth gewor
den. Integendeel, duizenden zijn door het daar
geziene opgewekt geworden, weer hun aan
dacht te schenken aan hetgeen geleerd wordt
in de Evangeliën.
Dit nu schijnt mij toe, de ethische zijde van
Komaersreuth te zijn, besloot spreker.
Wij willen aan het slot van dit verslag er
nog eens met nadruk op wijzen, dat wij den
spreker niet kennen en niet weten, in hoe
verre hij door opleiding, enz. als deskundige
in do onderhavige kwesties moet worden aan
gemerkt.
Wij hebben alleen te oordeelen naar hetgeen
do spreker heeft gezegd en wij moeten eerlijk
erkennen, dat dit overeenstemt met hetgeen
verschillende deskundigen van gezag omtrent
het geval-Neumann hebben verklaard.
Al zou zijn lezing louter een weergave zijn
van andere publicaties, dan heeft ze als zoo
danig toch haar waarde.
De toestand blijft, verergerei::
Gisterennamiddag vernamen wij, dat de ver
ergering van Oen toestand van den krmstscliil-
der Jan Toorop, ook in den loop van den dag
Afgekondigd is het Staatsblad
No. 5. Besluit van den 17den Januari 1928,
tot schorsing van de door den Raad der ge
meente Maastricht bij besluit van 7 November
1927 vastgestelde verordening tot beteugeling
van misbruiken bij het openbaar kienspel in
die gemeente.
Maar de Stelt? smeekt het Ballonlampje,
de handen wringend.
Die is zoo murw als taartedeeg, lacht
Til!, terwijl hij zijn elegant-gesneden vest recht
trekt.
En Paula? zucht Vleugelman buiten adem
van nieuwsgierigheid.
Sinds de Fidelitas loop ik ai met haar,
antwoordt de onverstoorbare glimlachend.
Ja, maar daar heeft toch geen sterveling
wat van in de gaten gehad! roepen Vleugelman
en Ballonlampje uit één mond.
Zooiets hoef je toch niet onmiddellijk aan
de groote klok te hangen! spot de toekomstige
bruidegom.
Als onder 'u versehrikkelijken last staat Will
zwaarwichtig uit zijn zetel op. Hij zegt geen
woord. Ja, die Zondag, woelt het in zijn klop
pende hersens, die heeft het maar gemakkelijk,
die weet overal het zijne uit te halen. De werk
dag komt weer te laat.
Dan loopt hij met groote passen uit de ka
mer. Een stoel die hem in den weg staat werpt
bij omver.
Do niets vermoedende Till wordt door toorn
verblind. Wat heeft die daar mee uit te staan!
Hij zal zich niet meer laten schoolmeesteren!
Is hij soms een knecht die zijn meester om
verlof moet vragen? Stelt zich nog erger aan
alsof hij zijn vader was!
Laat je dat gezegd zijn, fluistert Marie
die donkere vermoedens krijgt met bezwerend
geheven handen, dat loopt verkeerd af!
Wat! die óók nog! De heersctfeucktige
eigenzinnigheid steekt nu eerst voorgoed het
hoofd op. Nu zet hij zeker door, al gaan ze alle
maal op hun kop staan!
Hij rent de trappen af als vroeger toen hij
als een eigenwijs kindje om speelgoed zeurde.
Den hoogen hoed achter op zijn hoofd, stuift hij
zonder Iemand te groeten de straat op.
De Brommer, die zijn zwaluwstaarten nog
juist om den hoek ziet waaien, tikt zich veel-
beteekenend op het voorhoofd.
Nog altijd dezelfde, glimlacht dokter Ra-
demaker, dien hij op de Oude Markt bijna om
ver rent.
Paula, die hem ziet komen, rent hem in do
duistere hulsgang smeekend tegemoet:
Om Godswil, nu niet, hij heeft een ver
schrikkelijke bui! Hij zal het blaadje voorgoed
van kant doen. De zetter heeft zijn ontslag al
gekregen.
Des te beter! snuift Till, terwijl hij de
sidderende geliefde ruw opzij schuift.
Zijn toch allemaal hetzelfde, die vróuwen, als
het er op aankomt, trekken ze terug!
Met een harden, knokkigen vinger klopt hij
op het kantoortje van den niets vermoedenden
vader.
Petrus Arnold Steltman rent als een leeuw
Het stopverbod te Delft.
BEHANDELING VOOR GED. STATEN.
Gisteren zijn voor Ged. Staten van Zuid-Hol
land, ouder voorzitterschap van den heer J,
H. Schaper, lid van God, Staten, de verzoek*
schriften behandeld van comité's van ingeze
tenen te Delft en Rijswijk om wijziging te bren
gen in de voorwaarden opgelegd aan de Z. H.
A. M. voor het inst.aud houden van een bus
verbinding tusschen Scheveningen en Waal
haven.
Bij. Kon. besluit van 4 Nov. 1927 is n.l. aan
de voorwaarden toegevoegd dé volgende: Het
is verbonden: a. in de richting Scheveningen
Delft van het Kurhaus te Seheveningen en
verder in de autobussen der onderneming rei
zigers op te nemen voor het verkeer niet ver
der dan Delft: b. in de richting DelftSche
veningen te Delft en verder in de autobussen
der onderneming reizigers op te nemen".
Adressanten verzochten Ged. Staten in deze
voorwaarden onder a. tusschen de woorden
„dan" en „Delft" de woorden „het St. Joris
Gasthuis Buiten aan den Oostsingel te" te doen
plaatsen en onder b. tusschen de woorden
„Scheveningen" en „te" de woorden „van het
St. Joris Gasthuis Buiten af aan den Oost-
singel te". Daardoor zou het vervoer van rei
zigers tusschen Schoveaingen en Delft weder
mogelijk worden.
De directeur van de Z. H. A. M., de heer
Slebos lichtte de verzoeken toe. Hij betoogda
o,m., dat volgens het bezwaarschrift door de
H. T. M. ingediend, deze maatschappij geen
kennis beeft gedragen van de eerste aanvraag
der Z. H. A. M. om een vergunning en dat zij
daarom daartegen niet heeft geappelleerd. Dit
noemde spr. onwaar; de directie der H. T. M.
heeft integendeel spr. geïntroduceerd hij Ged.
Staten en beloofd niet te zuilen appellesren.
De H. T. M. beweerde verder, dat het feit, dat
zij S ton moet betalen voor het doortrekken
der tranvrerbinding in Delft, een voldoends
motief is om zich tegen elke concurrentie te
verzetten, doch deze bewering achtte spr.
naïef.
Spr. had er geen bevestiging van kunnen
krijgen dat de heele gemeente Delft concessie
gebied van de H. T. M. is, zooals deze beweert,
Spr. bestreed vervolgens nog de mededee-
Mng van de H. T. M. als zou op de lijn naar
Delft in 1927 ƒ31.000 verloren zijn en, het
accres meegerekend, zelfs ongeveer ƒ50.000.
Volgens de statistische gegr-vens van Den Haag
gingen in de eerste 9 maanden van 1927 de
ontvangsten met 82.000 vooruit, terwijl de op
brengst per dagikilomieter in 1926 191.69 en in
1927 205.63 was, zoodat van verlies geen
sprake kon zijn. Ten slotte verklaarde spr,,
dat de Z. H; A. M. niet door een laag tarief
reizigers probeert te lokkendoch integendeel
op het traject waar zij naast de H. T. M. rijdt
25 cents vraagt tegen de H. T. M. 20 cents.
De heer mar. de Wilde, wethouder van
's-Graivenhage betoogde, dat het gemengd be
drijf, dat een zeer bescheiden winst maakt,
die winst niet missen kan en dat de lijn
van Delft een kapitaal-waarde van ƒ6.300.000
heeft. Wanneer de bussen van de Z. H. A. M.
de winst van doze lijn wegnemen, worden
beide noodlijdend.
Het had spr. bevreemd, dat aanstonds na
de beslissing van 4 November weer do kwestie
aan do orde is gesteld, terwijl er geen novum
is, dat deze nieuwe aanvraag rechtvaardigt.
Aangaande bet adres van het Delftsche comité
met 6300 handteekeningen, zeide spr., dat dit
op hem niet veel indruk maakte. Van het stand
punt der ingezetenen is een zoo groot moge
lijk aantal verbindingen gewenscht, maar de
overheid heeft rekening te houden met andere
factoren en verantwoordelijkheid te dragen.
Prof. Veraart, adviseur van de Z. H. A. *M.
betoogde, dat de regeering zich op het stand
punt heeft gesteld, dat niet de concurrentie
maar het ongebreidelde vervoer moet worden
in zijn kooi tegen de vier muren op en neer.
Ais hij hem hier maar eens onder vier oogen
kon hebben, dien Eulenspiegel, dien lasteraar,
dien pennelikker! Hij zou hem natuurlijk niet
worgen, omdat zijn Christenplicht hem dat ver
biedt. Maar met den rieten stok van zijn
grootvader,.daarmee zou hij hem een behoorlijk
pak slaag geven!
Ziezoo, dat voor den Eulenspiegel jn Rome!
Dat voor Stoffel in stad en land. Een oorvijg
links, een oorvijg rechts! Dat voor je brutale
bek. Dat voor de hersenschimmen en lucht-
kasteelen, die anderen menschen warempel de
lucht voor hun longen wegnemen.
Leefden wij niet vreedzaam en bescheiden
als collega's van de zwarte kunst naast elkan
der! Elk had zijn abonnementen en daarmee
zijn brood. En wie heeft Servatius Palmatius,
dien eenvoudigen zwetser, dien handwerksjon-
gen, die geen duit op zak en geen hemd aan
zijn lijf had, van de straat aan een behoorlijke
betrekking geholpen? Gelijke monniken, gelij
ke kappen. Och de appel valt niet ver van den
boom! De vader deed hem, toen hij een hemd
aan zijn lijf had, van een andermans geld al
concurrentie aan. En nu begint de zoon hem
zonder eenige reden op leven en dood te be.
kampen. Ha, uit zuivere willekeur en overmoe
digheid. Dan was die Will toch een ander, een
edeler mensch! Die Eulenspiegel echter' die
kwezel, die oogenverdraaier, die niet eerder rust
had dan toen hij eerst In de pij en later weer
uit de pij was, komt nauwelijks van den ket
ting los, of hij vliegt hem als een woedende
buldog naar de keel. Ja, als het zoo nog verder
gaat ,is hij in een paar weken bankroet, en dan
is ér natuurlijk geen sprake meer van om lid
van het kerkbestuur te blijven. Sinds de dagen
van Jan Willemsz., 200 jaar geleden, is de eene
Peter Arnold na den ander er lid van geweest,
en daar zal me zoo'n koekoek met een groenen
snavel hem warempel uit het nest komen wer
pen?
Klop, klop; er wordt buiten hooghartig op de
deur getrommeld.
En hij heeft nu ook voor vrouw en kind te
zorgen, een volwassen dochter, waar hij werke
lijk wel een beetje op mag letten.
Door een ongeduldige vuist opengesmeten,
vliegt de deur .van het kantoort je wagenwijd
open.
W-a-a-tü
Peter Arnold wijkt als voor een geestver
schijning tegen den achtersten wand van zijn
kantoortje terug.
De andere licht elegant zijn kachelpijp van
de weerbarstige roode haren.
Om de poppen wat aan het dansen te bren
gen, glimlacht hij, overtuigd van zijn overwin
ning, nog buiten adem met zijn hoogen hoed
wat koelen wind toewuivend, vraag ik u om de
tegengegaan, maar daarvan is hier geen sprake.
De Z. H. A. M. verbindt gedeelten van Delft,
die de H. T. M. niet bedient. Den Haag te trou
wens niet aangewezen om te zorgen voor
Delft en Rijswijk, dat is een usurpatie van
bevoegdheid, die ontoelaatbaar is. Spr. ge
loofde niets van de moeilijkheden voer de
H. T. M. als aan de Z. H. A. M. vergund zou
worden in Delft reizigers in en uit te laten.
Namens adressanten heeft prof. Sohoenma
ker uit Delft nog gewezen op de noodzakelijk
heid eener verbinding zooals de Z. H. A. M.
die tot stand bracht, met een groot deel van
Delft, dat anders zonder verbinding is.
De directeur der H. T. M., de heer Weyer-
nian betoogde nog, dat het tracé der tram
getrokken is in overleg met het gemeentebe
stuur van Delft en dat, als de team is doorge
trokken de ver-binding, vermeerderd met een
busverbinding der H. T. M„ geheel voldoende
is.
De beslissing van Ged. Staten volgt later.
Te Utingeradeel.
DE DIRECTEUR BLIJFT, MAAR..
De gemeenteraad van Utingeradeel heeft aan
genomen een voorstel van de meerderheid van
B. en W. om den directeur van de gasfabriek
die, in strijd met zijn instructie, in den loop
der jaren ongeveer 2600 aan retouveommis.
sies had aangenomen, in zijn functie te hand
haven onder het uitspreken van strenge af
keuring van het gebeurde en met bedreiging
met ontslag bij herhaling.
DE DIRECTEUR ZAL BLIJVEN.
De gemeenteraden van Winkel en Nieuwe
Niedorp behandelden gisterenmiddag gezamen
lijk de gascorruptie, gepleegd door den direc
teur der gemeenschappelijke gasfabriek.
De vergadering had plaats ten gemeentehuizu
van Winkel. Men besloot het voorstel van
Nieuwe Niedorp aan te nemen hetwelk beoogt,
dat de directeur op nieuwe instructies en na
terugstorting van een bedrag f 3000 in zijn
functie zal worden gehandhaafd.
UIT DEN DISTRIBUTIETUD.
Een zuurkoolkwestie.
Da Haagsehe rechtbanak beeft gisteren uit
spraak gedaan in de civiele procedure tusschen
de Hollandsehe Groenten Export Mij. als
eischeres en den staat en de N.U.M. als ge
daagden.
Gesteld was, dat de zuurkoolfabrikanten groo
te schade hadden geleden, door de houding
van btaat en N.U.M., welke eerst den zuurkool-
inmaak hadden bevorderd, doch daarna uit-
voerconsenten daarvoor hadden geweigerd.
De rechtbank heeft gisteren eischeres toege
laten om door getuigen te bewijzen, dat de ge
organiseerde zuurkoolfabrikanten omstreeks
Augustus 1918 met den Staat een overeenkomst
hebben aangegaan waarbij de zuurkoolfabrikan
ten de verplichting op zich namen om in liet
tekort vaten te voorzien, waarna de* vergun
ning tot uitvoer zou worden gegeven. Voorts
moet bewezen worden dat de zuurkoólfabri-
kanten aan hun verplichting hebben voldaan
door de levering van 170.000 vaten, en dat
daarbij door den betreffenden distributiechef de
toezegging is gedaan, dat do consenten zouden
worden gegeven.
Dit getuigenverhoor is bepaald op Dinsdag
6 Maart a.s. ter overstaan van den vechter
commissaris mr. Scholten.
De le luitenant J. E. Hofman, van het le
reg. inf. te Assen, is overgeplaatst naar het
22e reg. inf, te Edp.
hand van uw dochter Paula. Wij zijn het met
elkaar al eens.
Wat! mijn dochter Paula! om de poppen
wat aan het dansen te brengen! Wij zijn het
eens!
De overvallen kerkmeester voelt den grond
onder zijn voeten wegzinken, en liet plafond op
zijn hoofd neerstorten.
Ja, gelooft deze duivel dan werkelijk, dat hij
op zijn eigen kantoor den gek met hem kan
steken? Heeft hij dan geen greintje respect
meer voor zijn eerbiedwaardigeu ouderdom, en
voor den onbesmetten naam van zijn dochter?
Met de Stad- en Landbode mag hij desnoods een
loopje nemen, maar niet met Peter Arnold en
zijn eer!
Hij staat nog steeds verstomd van schrik.
En door een nevel hoort hij de hoogmoedige
en honende stem:
Ja, Paula is al sinds de Fidelitas mijn
verloofde. We zouden trouwens een keurige op
lossing kunnen vinden, er één groote drukkerij
en uitgeverij van maken. Maai' de hoofdzaal^ is
tenslotte toch Paula.
De door schrik en woede verstarde tegenstan
der krijgt nu weer leven. Het is hem als trekt
men een groot gordijn weg. De verraderlijke rol
van zijn eigeu dochter staat hem nu duidelijk
voor oogen.
Bliksemsnel heeft hij dén rieten wandelstok
gegrepen. Als een Teutoon stormt hij brullend
vam woede op den ander los. Die houdt, geheel
van zijn stuk geslagen, zijn hoogen hoed op om
den slag op te vangen; maar ook hij wordt
door woede overmeesterd. Met zijn berenklau
wen werpt bij den macbteloozen Peter Arnold
tegen den muur.
Geluidloos en bliksemsnel, deze strijd van
twee woedende tegenstanders. Ais een wild dier
zit de ontgoochelde Till den wankelenden Stelt
na. Dan slaat hij brullend van woede de deur
achter zich toe.
Verlamd van schrik stormt Paula hem te laat
achterna.
De stemming in het stadje slaat om als het
weer in April.
Neen, deze streek is toch werkelijk te ge
meen, dat is een grofheid van den eersten
rang!
En Marie mag zich moe kletsen, men gelooft
haar toch niet.
Wat, om de hand van prachtige Paula gaan
vragen? Na alles wat tusschen de Kluizenaar
en de Stad- en Landbode was voorgevallen?
Eerst iemand ophitsen, en hem dan om den
hals vallen?
Marie sleept er Vleugelman bij om te getui
gen.
Bn of zij bij hoog en laag beweren dat Till
werkelijk van plan was prachtige Paula te trou-
DE WIJZIGING VAN DE ZIEKTEWET»
Een adres der K. v. K. voor Rijnland.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken voof
Rijnland te Leiden heeft aan de Tweede Ka
mer een adres gezonden, waarin zij zegt met
voldoening te hebben geconstateerd, dat dé
bij Kon boodschap van 9 November 1927 in
gediende wijzigingen op de Ziektewet voor
namelijk ten doel hebben meer plaats in te
ruimen aan uit de maatschappij zelve opgeko
men voorzieningen met ziekengeld.
Het zou de Kamer zeer verheugd hebben, in
dien de ziekteverzekering hier te lande even
als b.v. in Frankrijk of België en vele andere
landen vrijwillig gebleven was en de wetgever
zich slechts toit daadwerkislijken steun had
beperkt.
Het komt de Kamer voor, dat het aanbeve
ling' verdient, evengoed als dit in- verschil
lende andere landen in het algemeen voor alle
arbeiders geschiedt, voor de losse arbeiders te
volstaan met een steunregeling voor vrijwillige
ziekteverzekering.
De voorstelling, alsof alle arbeiders bij ziekte
ziekengeld zouden ontvangen, is volgens adr.
een fictie.
Wat betreft de regeling bij werkloosheid, enz.
heeft adr. tegen de wijziging, voorgesteld in
art. 46 der wet, ten aanzien van werklooze
arbeiders, ook vele bedenkingen.
Als van overheidswege de hoofdzaak met
dwang wordt geregeld, bestaat er h.i. zeker aan
leiding- om ongemakken van minder beteekenïs
aan de betrokkenen zelf ter regeling over te
laten. Daardoor zal het verantwoordelijkheids
gevoel gesterkt worden, terwijl de werkgevers
het besef ontvangen, dat ten dezen ook tegen
over hen naar billijkheid wordt gestreefd.
Een zeer ernstig euvel, zelfs van dien aard,
dat het wetsontwerp er voor de Kamer onaan
nemelijk door wordt, is de achterstelling der
ondernemei'skassen en der bedrijfsvereenigin-
gen bij de bijzondere kassen der arbeiders,
(zulks in tegenstelling met het voorontwerp)
doordat onder alle omstandigheden eiken art
beider de keus wordt gelaten om zich even
tueel bij de onderlinge kas aan te sluiten.
Ook de bepaling, dat minimum -100 arbeiders
lid moeten zijn van een ondernemerskas, wil
deze erkend worden, is naar de meening der
Kamer te eenen male niet te aanvaarden.
De Kamer heeft het voorts betreurd, dat in
het ontwerp van wet niet de ziekteverzekering
volgens collectieve arbeidsovereenkomst is toe,
gelaten. De Kamer zou het op prijs stellen,
indien alsnog een grondig onderzoek naar de
mogelijkheid van opneming van deze verzeke
ring werd ingesteld, althans dat zoo spoedig
mogelijk werd nagegaan, op welke wijze deze
vorm van verzekering het best bij de toege
laten verzekeringen zou kunnen worden on
dergebracht.
Regeling bij bevalling. Gehuwde en onge
huwde arbeidsters.
Ook tegen de regeling, getroffen in art. 37
inzake zwangerschap bestaan ernstige beden
kingen. Allereerst rijst de vraag, of door dé
vrijgevige bepalingen niet bewerkt wordt, dat
gehuwde vrouwen niet meer in dienst zullen
worden genomen. Het komt de Kamer in dezen
overigens niet onbedenkelijk voor de verschil
lende ziekenkassen te belasten met zeer zware
uitgaven, voor wat in engeren zin geen ziekte
is. Veel ernstiger bezwaar moet de Kamer,
echter maken tegen de gelijkstelling, wat de
mute van ultkcering betreft. van de ongehuw-
met de gehuwde arbeidster.
In haar slotconclusie zegt adr. dat zij, al
hoewel zij zeer ernstige bedenkingen heeft,
niet aarzelt om te verklaren, dat liet algemeen
principe der wet, om de ziekteverzekering op
te bouwen uit wat de maatschappij zelve reeds
heeft tot stand gebracht, haar volle sympathie
heeft.
WOORDENBOEK NED. TAAL.
Bij Kon. besluit is benoemd tot lid van dé
Rijkscommissie van Bijstand voor het Woorden
boek der Nederlandsohe taal dr. J. H. K o r n,
hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Leiden,
wen, men gelooft ze nu eenmaal niet.
Zeker, een zwart pak en hoogen hoed om dé
grapjasserij nog erger te maken!
En wat Paula ook voor moeite doet om zich
voor de menschen te rechtvaardigen, nadat
haar vader haar eerst voor een maand achter
slot en grendel heeft gehouden, larie, zeg' ik je.
Zeker, Frau Rentmeisterin, zoo is het, en niet
anders. Zij is hem om zijn hals gevlogen, en
liij heeft haar tot schande van liaar vader voor
den gek gehouden. En dat vragen om haat
hand? Voor-de-gek-liouderij, zeg ik je. Ik wil zé
niet meer in mijn huis hebben, Frau Kreiszse-
kretarin. Ik heb mijn Hilda voor eens en voor
altijd verboden, met haar om te gaan. Ja, ja,
dat lieb je van die meisjes die bij nacht en ontij
gaan wandelen naar het Duistere AVoud en de
Teufelslei!
Zeker, Frau Rentmeisterin, mijn Mai'llia, wil
ook niets meer van die kat weten. Je zult zien,
nou moet-ie niets meer van T hebben! Ach.
daar heeft ze niet veel aan verloren, meent
Frau Kunstschlüzerin, minachtend.
En als op commando vallen ze nu allemaal
op hem aan: zoon opgeblazen windbuil, zoo'n
van Lotje getikten Till Eulenspiegel, zooals hij
zieli in zijn grootheidswaanzin noemt. Neen, die
heeft er een paar te weinig, en die deinst er
niet voor terug om een eerzaam burger voor
lasteraar uit te scheiden; zijn beetje talent is
hem naar zijn kop gestegen, toen hij dien Kal-
terhei'berger ten val gebracht heeft.
Veel geschreeuw en weinig wol, zeg ik je,
Euienspiegelei, en niets anders; basta.
En de een na den ander zegt den Kluizenaar
af.
Hij heeft het kind lieeiemaal bedorven,
weent Frau Emerentia, die men toch maar
niet uit de vergadering van de Vincentius-ver-
eeniging weggeiasterd heeft, en nu zit ze den
lieelen dag te huilen, en wil ze telkens maar in
het water springen!
De wat bekrompen vrouw weet niet meer
waartoe en waaraan.
Ik zou ze maar in een klooster stoppen,
raadt Frau Kreizsekretiiriu, die nu erg begint
te vreezen voor haar niet minder romantische
Martha.
En dat gebeurt dan ook op zekeren dag, als
laatsten uitweg' uit de door de heele stad ver
breide blamage.
In alle vroegte brengt Peter Arnold de ver*
stokte minnares naar hei station. Daar, in
Viel Salm, op het pensionaat, zullen ze haar dié
nukken wel afleeren.
Zonder groet scheiden vader en dochter.
(Wordt ver.volgd.I j