FEUILLETON VRIJDAG 20 JANUARI 1928 TWEEDE BLAD PAGINA 2 THERES1A NEUMANN DE ALLES-iS-HYSTERIE-THEORIE WILL EN TILL De wetenschap kan hier niet oordeelen JAN TOOROP heeft aangehouden. I1ET KIENSPEL TE MAASTRICHT Een Raadsverordening geschorst DE CONCESSIE DER Z. H.A. M. GASWERELD EN CORRUPTIE Winkel en Nieuwe Nicdoip DE VOEDINGSKWESÏIE Naderen wij het wonder? Het feit, dat de ons onbekende Duitaeh- spre kende dr. J. E. Nordberg, in sommige be richten natuurkundige, in andere ook medicus genoemd, zijn lezing over de opzienbarende gebeurtenissen te Koanersrewth door een in ternationaal concert- en theater-oureau liet aankondigen, hetgeen dit bureau op de meer gebruikelijke reclame-achtige manieT deed, had ons een beetje huiverig gestemd ten aanzien van da vraag, wat de heer Nordberg oveT Konnersreutli te berde zou brengen. Zijn lezing Dinsdagavond in Amsterdam ge houden, werd Woensdagavond in den Haag herhaald en is gisterenavond ook in Utrecht gegeven. Wat wij Woensdagavond in Diligeutia te 's Gravenhage uit den mond van den heer Nordberg over Konnersreuth gehoord hebben, ■was een volkomen objectieve, zakelijke weer gave van de feiten, zooals wij die uit min of meer officieele documenten kennen. En wat de appreciatie diier feiten betreft, stak zijn helder, klaar, sober en overtuigend betoog gunstig af bij de beschouwingen en hypothesen van men sehen van grooter naam dan die van den heer Nordberg, die voor hun ailes-is-hysterie-theorie tot nu toe geen overtuigend-wetenschappelijke bewijzen hebben bijgebracht. Waarop de heer Nordberg vooral nadruk legde, was do omstandigheid, dat etigmati- eatieverschijnselen in omvang en intensiteit, als men het zoo mag noemen, gelijk ze zich bij Theresia Neumann voordoen, zelden of nooit zijn waargenomen. Ze kunnen eenvoudig met hysterie niet verklaard worden. De indruk is overweldigend en onvergetelijk Den indruk, diien baar verschijning, niet alleen op leeken, maar op nuchtere critische geleer den gedurende de lijdensextase maakt, noemde hij overweldigend en onvergetelijk. Het is een lijdensbeeld, zooals geen enkel genie in staat zou zijn, het ons voor oogen te tooveren. Bedrog is absoluut uitgesloten Ooit toonde hij aan, dat het bedrog in het geval van Theresia Neumann absoluut is uit gesloten en dat zelfs in socialistische en pro- testautsehe pereuitingen de mogelijkheid van zulk een bedrog wordt verworpen. Hij zette ook de gereserveerde houding der Katholieke Kerk uiteen, die uiterst voorzich tig is en heel behoedzaam te werk gaat, voor ze het woord wonder uitspreekt en in dit ge val ook steeds het woord aan de wetenschap heeft gelaten, wat do verklaring der feiten betreft. Deze verklaring nu vindt in de theorie „auto-suggestie" geen voldoende steun. De jioderne suggestie-fanatici kunnen het geval. Jtonnersreuth niet zonder meer met dezen (soedkoopsten uitleg ophelderen. Het gebied der mystiek Het heele geval ligt op het gebied der mystiek. Slechts een mensch, die door zijn diepe vroomheid en zijn door-en-door gods dienstig leven begenadigd is, is in staat, den Heiland zóó in zich op te nemen, als het ware, als in'de verschijnselen hij Theresia Neumann weerspiegeld wordt. Als suggestie, door sommigen aan het krach tig religieus geloof van Theresia Neumann toe geschreven, de sleutel zou bsteekenen van het raadsel, waarom zijn dan uit de vroegste eeuwen, toen de christenen zoo'n krachtige geloofsovertuiging hadden, dat ze de gruwe lijkste martelingen om wille van het geloof doorstonden, en toen zij zoo geweldig-sterk in Een verhaal der zonden en deugden van een tweeling. j In een voorspal ea zestien staties door LUDWIG MATHAR. Nee, nou za'k maar niks meer zegge, gaapt Vleugelman, terwijl ze haar handen boven haar hoofd to zamen slaat. Het ballonlampje wiegt van schrik met haar hoofd. Zeg, is er in jouw bovenkamer iets niet in orde? Zij-de van lotje getikt? Maar de feestelijk uitgedoste neef lacht haar eens hartelijk toe. Ik bon zoo best als hei amen in de kerk, hoor. zoo zuiver als een thaler van de j Rijksbank. En met een ernstig en feestelijk gezicht, voegt hij er aan toe: Ik loop eens even bij de Stelt aan om Paula te haien! Een donderslag bij helderen hemel o bleeke vergelijking breugt niet zoo'n ont steltenis teweeg. Will wordt zoo bleek als het tafelkleed. Hij lean geen woorden vidden. In zijn wijd-opengesperde oogen ligt een gevaar lijke glans. ■Vleugelman barst eindelijk het eerst los: Nee, nou za'k maar niks meer zegge! Marie grijpt do beide handen van haar lie veling vast, als wilde zij hem van den af grond terugtrekken. Doch de tot den beslissen- den stap besloten Till maakt zich wat geër gerd uit haar omklemming los. Nou, wat hebben wij daarbij te riskeeren? Dan, met een vijandigen blik den hem onbe wogen in het gezicht starenden broer monste rend Of-e mag jij Paula soms niet lijden? Nu eerst vindt Will als iemand die van een berg-Uooge rots naar beneden is gestort zijn spraak terug. Kort en koud lacht hij hem toe: Vroeger was het toch: die valsclm kat! Vleugelman kraakt van schrik in alle naden; Lieve hemel, dat worden ongelukken, dat worden ongelukken! Maar Till, die door die algemeene ontsteltenis toch wat uit het veld geslagen was, herneemt zijn vrsolijke en overwiuningszekc-re stemming weer. Dat wordt geen ongeluk, maar een verlo ving, zeg lk je, en na 'n verloving een bruiloft, j het religieuze opgingen, geen stigmatieaties in de geschiedenis bekend? Menechelijkerwijs. gesproken, hadden de eerste martelaren dan veel meer suggestibel moeten zijn. Hot is niet gelukt, door experimenten met suggestie of hypnose iets te voorschijn te roe pen, wat de verschijnselen van KonnensTenth ook maar benadert. Het namaken van bloedende oogen door zoogenaamde wilsconceatratie en dergelijke dingen kan toch niet ver-geleken worden met hetgeen te Konnersreuth geschiedt. Theresia Neumann heeft niet gedacht, of gewild, dat ze 'sHeeren wonden zou krijgen. Ze kwamen onverwacht. Ze waa er door ver rast en wilde ze verborgen houden. Wat de kwestie van het niet gebruiken van voedsel door Theresia Neumann en het deson danks intreden van gewichtstoenamen betreft, die streng gecontroleerd zijn, kan spr. prof. Ewald's inzicht niet deeien, dat er toch een fout gemaakt moet zijn. Daarvoor was de con- trölo te streng. Spr. is van meening, dat men hier toch wel het wonder nadert. En wat het aanschouwen van visioenen en het weergeven van Arameesche woorden door Theresia Neumann betreft, zijn verschillende deskundigen, door spreker genoemd, het ab soluut niet met prof. Ewald eens, dat alles maar „hineóneuggeriert" en „hineininterpre- tiert" ie. Die deskundigen zijn toch ook geen kinderen, zonder critisch Inzicht. Theresia is volgens de verklaring van ver trouwde personen niet suggestibel. Spr. ko<mt tot de conclusie, dat de weten schap geen definitief oordeel over de kwestie- Neumann kan uitspreken. Al zouden de verschijnselen van Konners reuth blijken geen wonder te zijn, dan hebben ze toch op overtuigende en indrukwekkende wijze getoond, de macht van het geestelijke en godsdienstige in den mensccih. Zij hebben de mensehheid aangespoord tot ernstig nadenken over de problemen van 's menschen zijn. Slechter is niemand in Konnersreuth gewor den. Integendeel, duizenden zijn door het daar geziene opgewekt geworden, weer hun aan dacht te schenken aan hetgeen geleerd wordt in de Evangeliën. Dit nu schijnt mij toe, de ethische zijde van Komaersreuth te zijn, besloot spreker. Wij willen aan het slot van dit verslag er nog eens met nadruk op wijzen, dat wij den spreker niet kennen en niet weten, in hoe verre hij door opleiding, enz. als deskundige in do onderhavige kwesties moet worden aan gemerkt. Wij hebben alleen te oordeelen naar hetgeen do spreker heeft gezegd en wij moeten eerlijk erkennen, dat dit overeenstemt met hetgeen verschillende deskundigen van gezag omtrent het geval-Neumann hebben verklaard. Al zou zijn lezing louter een weergave zijn van andere publicaties, dan heeft ze als zoo danig toch haar waarde. De toestand blijft, verergerei:: Gisterennamiddag vernamen wij, dat de ver ergering van Oen toestand van den krmstscliil- der Jan Toorop, ook in den loop van den dag Afgekondigd is het Staatsblad No. 5. Besluit van den 17den Januari 1928, tot schorsing van de door den Raad der ge meente Maastricht bij besluit van 7 November 1927 vastgestelde verordening tot beteugeling van misbruiken bij het openbaar kienspel in die gemeente. Maar de Stelt? smeekt het Ballonlampje, de handen wringend. Die is zoo murw als taartedeeg, lacht Til!, terwijl hij zijn elegant-gesneden vest recht trekt. En Paula? zucht Vleugelman buiten adem van nieuwsgierigheid. Sinds de Fidelitas loop ik ai met haar, antwoordt de onverstoorbare glimlachend. Ja, maar daar heeft toch geen sterveling wat van in de gaten gehad! roepen Vleugelman en Ballonlampje uit één mond. Zooiets hoef je toch niet onmiddellijk aan de groote klok te hangen! spot de toekomstige bruidegom. Als onder 'u versehrikkelijken last staat Will zwaarwichtig uit zijn zetel op. Hij zegt geen woord. Ja, die Zondag, woelt het in zijn klop pende hersens, die heeft het maar gemakkelijk, die weet overal het zijne uit te halen. De werk dag komt weer te laat. Dan loopt hij met groote passen uit de ka mer. Een stoel die hem in den weg staat werpt bij omver. Do niets vermoedende Till wordt door toorn verblind. Wat heeft die daar mee uit te staan! Hij zal zich niet meer laten schoolmeesteren! Is hij soms een knecht die zijn meester om verlof moet vragen? Stelt zich nog erger aan alsof hij zijn vader was! Laat je dat gezegd zijn, fluistert Marie die donkere vermoedens krijgt met bezwerend geheven handen, dat loopt verkeerd af! Wat! die óók nog! De heersctfeucktige eigenzinnigheid steekt nu eerst voorgoed het hoofd op. Nu zet hij zeker door, al gaan ze alle maal op hun kop staan! Hij rent de trappen af als vroeger toen hij als een eigenwijs kindje om speelgoed zeurde. Den hoogen hoed achter op zijn hoofd, stuift hij zonder Iemand te groeten de straat op. De Brommer, die zijn zwaluwstaarten nog juist om den hoek ziet waaien, tikt zich veel- beteekenend op het voorhoofd. Nog altijd dezelfde, glimlacht dokter Ra- demaker, dien hij op de Oude Markt bijna om ver rent. Paula, die hem ziet komen, rent hem in do duistere hulsgang smeekend tegemoet: Om Godswil, nu niet, hij heeft een ver schrikkelijke bui! Hij zal het blaadje voorgoed van kant doen. De zetter heeft zijn ontslag al gekregen. Des te beter! snuift Till, terwijl hij de sidderende geliefde ruw opzij schuift. Zijn toch allemaal hetzelfde, die vróuwen, als het er op aankomt, trekken ze terug! Met een harden, knokkigen vinger klopt hij op het kantoortje van den niets vermoedenden vader. Petrus Arnold Steltman rent als een leeuw Het stopverbod te Delft. BEHANDELING VOOR GED. STATEN. Gisteren zijn voor Ged. Staten van Zuid-Hol land, ouder voorzitterschap van den heer J, H. Schaper, lid van God, Staten, de verzoek* schriften behandeld van comité's van ingeze tenen te Delft en Rijswijk om wijziging te bren gen in de voorwaarden opgelegd aan de Z. H. A. M. voor het inst.aud houden van een bus verbinding tusschen Scheveningen en Waal haven. Bij. Kon. besluit van 4 Nov. 1927 is n.l. aan de voorwaarden toegevoegd dé volgende: Het is verbonden: a. in de richting Scheveningen Delft van het Kurhaus te Seheveningen en verder in de autobussen der onderneming rei zigers op te nemen voor het verkeer niet ver der dan Delft: b. in de richting DelftSche veningen te Delft en verder in de autobussen der onderneming reizigers op te nemen". Adressanten verzochten Ged. Staten in deze voorwaarden onder a. tusschen de woorden „dan" en „Delft" de woorden „het St. Joris Gasthuis Buiten aan den Oostsingel te" te doen plaatsen en onder b. tusschen de woorden „Scheveningen" en „te" de woorden „van het St. Joris Gasthuis Buiten af aan den Oost- singel te". Daardoor zou het vervoer van rei zigers tusschen Schoveaingen en Delft weder mogelijk worden. De directeur van de Z. H. A. M., de heer Slebos lichtte de verzoeken toe. Hij betoogda o,m., dat volgens het bezwaarschrift door de H. T. M. ingediend, deze maatschappij geen kennis beeft gedragen van de eerste aanvraag der Z. H. A. M. om een vergunning en dat zij daarom daartegen niet heeft geappelleerd. Dit noemde spr. onwaar; de directie der H. T. M. heeft integendeel spr. geïntroduceerd hij Ged. Staten en beloofd niet te zuilen appellesren. De H. T. M. beweerde verder, dat het feit, dat zij S ton moet betalen voor het doortrekken der tranvrerbinding in Delft, een voldoends motief is om zich tegen elke concurrentie te verzetten, doch deze bewering achtte spr. naïef. Spr. had er geen bevestiging van kunnen krijgen dat de heele gemeente Delft concessie gebied van de H. T. M. is, zooals deze beweert, Spr. bestreed vervolgens nog de mededee- Mng van de H. T. M. als zou op de lijn naar Delft in 1927 ƒ31.000 verloren zijn en, het accres meegerekend, zelfs ongeveer ƒ50.000. Volgens de statistische gegr-vens van Den Haag gingen in de eerste 9 maanden van 1927 de ontvangsten met 82.000 vooruit, terwijl de op brengst per dagikilomieter in 1926 191.69 en in 1927 205.63 was, zoodat van verlies geen sprake kon zijn. Ten slotte verklaarde spr,, dat de Z. H; A. M. niet door een laag tarief reizigers probeert te lokkendoch integendeel op het traject waar zij naast de H. T. M. rijdt 25 cents vraagt tegen de H. T. M. 20 cents. De heer mar. de Wilde, wethouder van 's-Graivenhage betoogde, dat het gemengd be drijf, dat een zeer bescheiden winst maakt, die winst niet missen kan en dat de lijn van Delft een kapitaal-waarde van ƒ6.300.000 heeft. Wanneer de bussen van de Z. H. A. M. de winst van doze lijn wegnemen, worden beide noodlijdend. Het had spr. bevreemd, dat aanstonds na de beslissing van 4 November weer do kwestie aan do orde is gesteld, terwijl er geen novum is, dat deze nieuwe aanvraag rechtvaardigt. Aangaande bet adres van het Delftsche comité met 6300 handteekeningen, zeide spr., dat dit op hem niet veel indruk maakte. Van het stand punt der ingezetenen is een zoo groot moge lijk aantal verbindingen gewenscht, maar de overheid heeft rekening te houden met andere factoren en verantwoordelijkheid te dragen. Prof. Veraart, adviseur van de Z. H. A. *M. betoogde, dat de regeering zich op het stand punt heeft gesteld, dat niet de concurrentie maar het ongebreidelde vervoer moet worden in zijn kooi tegen de vier muren op en neer. Ais hij hem hier maar eens onder vier oogen kon hebben, dien Eulenspiegel, dien lasteraar, dien pennelikker! Hij zou hem natuurlijk niet worgen, omdat zijn Christenplicht hem dat ver biedt. Maar met den rieten stok van zijn grootvader,.daarmee zou hij hem een behoorlijk pak slaag geven! Ziezoo, dat voor den Eulenspiegel jn Rome! Dat voor Stoffel in stad en land. Een oorvijg links, een oorvijg rechts! Dat voor je brutale bek. Dat voor de hersenschimmen en lucht- kasteelen, die anderen menschen warempel de lucht voor hun longen wegnemen. Leefden wij niet vreedzaam en bescheiden als collega's van de zwarte kunst naast elkan der! Elk had zijn abonnementen en daarmee zijn brood. En wie heeft Servatius Palmatius, dien eenvoudigen zwetser, dien handwerksjon- gen, die geen duit op zak en geen hemd aan zijn lijf had, van de straat aan een behoorlijke betrekking geholpen? Gelijke monniken, gelij ke kappen. Och de appel valt niet ver van den boom! De vader deed hem, toen hij een hemd aan zijn lijf had, van een andermans geld al concurrentie aan. En nu begint de zoon hem zonder eenige reden op leven en dood te be. kampen. Ha, uit zuivere willekeur en overmoe digheid. Dan was die Will toch een ander, een edeler mensch! Die Eulenspiegel echter' die kwezel, die oogenverdraaier, die niet eerder rust had dan toen hij eerst In de pij en later weer uit de pij was, komt nauwelijks van den ket ting los, of hij vliegt hem als een woedende buldog naar de keel. Ja, als het zoo nog verder gaat ,is hij in een paar weken bankroet, en dan is ér natuurlijk geen sprake meer van om lid van het kerkbestuur te blijven. Sinds de dagen van Jan Willemsz., 200 jaar geleden, is de eene Peter Arnold na den ander er lid van geweest, en daar zal me zoo'n koekoek met een groenen snavel hem warempel uit het nest komen wer pen? Klop, klop; er wordt buiten hooghartig op de deur getrommeld. En hij heeft nu ook voor vrouw en kind te zorgen, een volwassen dochter, waar hij werke lijk wel een beetje op mag letten. Door een ongeduldige vuist opengesmeten, vliegt de deur .van het kantoort je wagenwijd open. W-a-a-tü Peter Arnold wijkt als voor een geestver schijning tegen den achtersten wand van zijn kantoortje terug. De andere licht elegant zijn kachelpijp van de weerbarstige roode haren. Om de poppen wat aan het dansen te bren gen, glimlacht hij, overtuigd van zijn overwin ning, nog buiten adem met zijn hoogen hoed wat koelen wind toewuivend, vraag ik u om de tegengegaan, maar daarvan is hier geen sprake. De Z. H. A. M. verbindt gedeelten van Delft, die de H. T. M. niet bedient. Den Haag te trou wens niet aangewezen om te zorgen voor Delft en Rijswijk, dat is een usurpatie van bevoegdheid, die ontoelaatbaar is. Spr. ge loofde niets van de moeilijkheden voer de H. T. M. als aan de Z. H. A. M. vergund zou worden in Delft reizigers in en uit te laten. Namens adressanten heeft prof. Sohoenma ker uit Delft nog gewezen op de noodzakelijk heid eener verbinding zooals de Z. H. A. M. die tot stand bracht, met een groot deel van Delft, dat anders zonder verbinding is. De directeur der H. T. M., de heer Weyer- nian betoogde nog, dat het tracé der tram getrokken is in overleg met het gemeentebe stuur van Delft en dat, als de team is doorge trokken de ver-binding, vermeerderd met een busverbinding der H. T. M„ geheel voldoende is. De beslissing van Ged. Staten volgt later. Te Utingeradeel. DE DIRECTEUR BLIJFT, MAAR.. De gemeenteraad van Utingeradeel heeft aan genomen een voorstel van de meerderheid van B. en W. om den directeur van de gasfabriek die, in strijd met zijn instructie, in den loop der jaren ongeveer 2600 aan retouveommis. sies had aangenomen, in zijn functie te hand haven onder het uitspreken van strenge af keuring van het gebeurde en met bedreiging met ontslag bij herhaling. DE DIRECTEUR ZAL BLIJVEN. De gemeenteraden van Winkel en Nieuwe Niedorp behandelden gisterenmiddag gezamen lijk de gascorruptie, gepleegd door den direc teur der gemeenschappelijke gasfabriek. De vergadering had plaats ten gemeentehuizu van Winkel. Men besloot het voorstel van Nieuwe Niedorp aan te nemen hetwelk beoogt, dat de directeur op nieuwe instructies en na terugstorting van een bedrag f 3000 in zijn functie zal worden gehandhaafd. UIT DEN DISTRIBUTIETUD. Een zuurkoolkwestie. Da Haagsehe rechtbanak beeft gisteren uit spraak gedaan in de civiele procedure tusschen de Hollandsehe Groenten Export Mij. als eischeres en den staat en de N.U.M. als ge daagden. Gesteld was, dat de zuurkoolfabrikanten groo te schade hadden geleden, door de houding van btaat en N.U.M., welke eerst den zuurkool- inmaak hadden bevorderd, doch daarna uit- voerconsenten daarvoor hadden geweigerd. De rechtbank heeft gisteren eischeres toege laten om door getuigen te bewijzen, dat de ge organiseerde zuurkoolfabrikanten omstreeks Augustus 1918 met den Staat een overeenkomst hebben aangegaan waarbij de zuurkoolfabrikan ten de verplichting op zich namen om in liet tekort vaten te voorzien, waarna de* vergun ning tot uitvoer zou worden gegeven. Voorts moet bewezen worden dat de zuurkoólfabri- kanten aan hun verplichting hebben voldaan door de levering van 170.000 vaten, en dat daarbij door den betreffenden distributiechef de toezegging is gedaan, dat do consenten zouden worden gegeven. Dit getuigenverhoor is bepaald op Dinsdag 6 Maart a.s. ter overstaan van den vechter commissaris mr. Scholten. De le luitenant J. E. Hofman, van het le reg. inf. te Assen, is overgeplaatst naar het 22e reg. inf, te Edp. hand van uw dochter Paula. Wij zijn het met elkaar al eens. Wat! mijn dochter Paula! om de poppen wat aan het dansen te brengen! Wij zijn het eens! De overvallen kerkmeester voelt den grond onder zijn voeten wegzinken, en liet plafond op zijn hoofd neerstorten. Ja, gelooft deze duivel dan werkelijk, dat hij op zijn eigen kantoor den gek met hem kan steken? Heeft hij dan geen greintje respect meer voor zijn eerbiedwaardigeu ouderdom, en voor den onbesmetten naam van zijn dochter? Met de Stad- en Landbode mag hij desnoods een loopje nemen, maar niet met Peter Arnold en zijn eer! Hij staat nog steeds verstomd van schrik. En door een nevel hoort hij de hoogmoedige en honende stem: Ja, Paula is al sinds de Fidelitas mijn verloofde. We zouden trouwens een keurige op lossing kunnen vinden, er één groote drukkerij en uitgeverij van maken. Maai' de hoofdzaal^ is tenslotte toch Paula. De door schrik en woede verstarde tegenstan der krijgt nu weer leven. Het is hem als trekt men een groot gordijn weg. De verraderlijke rol van zijn eigeu dochter staat hem nu duidelijk voor oogen. Bliksemsnel heeft hij dén rieten wandelstok gegrepen. Als een Teutoon stormt hij brullend vam woede op den ander los. Die houdt, geheel van zijn stuk geslagen, zijn hoogen hoed op om den slag op te vangen; maar ook hij wordt door woede overmeesterd. Met zijn berenklau wen werpt bij den macbteloozen Peter Arnold tegen den muur. Geluidloos en bliksemsnel, deze strijd van twee woedende tegenstanders. Ais een wild dier zit de ontgoochelde Till den wankelenden Stelt na. Dan slaat hij brullend van woede de deur achter zich toe. Verlamd van schrik stormt Paula hem te laat achterna. De stemming in het stadje slaat om als het weer in April. Neen, deze streek is toch werkelijk te ge meen, dat is een grofheid van den eersten rang! En Marie mag zich moe kletsen, men gelooft haar toch niet. Wat, om de hand van prachtige Paula gaan vragen? Na alles wat tusschen de Kluizenaar en de Stad- en Landbode was voorgevallen? Eerst iemand ophitsen, en hem dan om den hals vallen? Marie sleept er Vleugelman bij om te getui gen. Bn of zij bij hoog en laag beweren dat Till werkelijk van plan was prachtige Paula te trou- DE WIJZIGING VAN DE ZIEKTEWET» Een adres der K. v. K. voor Rijnland. De Kamer van Koophandel en Fabrieken voof Rijnland te Leiden heeft aan de Tweede Ka mer een adres gezonden, waarin zij zegt met voldoening te hebben geconstateerd, dat dé bij Kon boodschap van 9 November 1927 in gediende wijzigingen op de Ziektewet voor namelijk ten doel hebben meer plaats in te ruimen aan uit de maatschappij zelve opgeko men voorzieningen met ziekengeld. Het zou de Kamer zeer verheugd hebben, in dien de ziekteverzekering hier te lande even als b.v. in Frankrijk of België en vele andere landen vrijwillig gebleven was en de wetgever zich slechts toit daadwerkislijken steun had beperkt. Het komt de Kamer voor, dat het aanbeve ling' verdient, evengoed als dit in- verschil lende andere landen in het algemeen voor alle arbeiders geschiedt, voor de losse arbeiders te volstaan met een steunregeling voor vrijwillige ziekteverzekering. De voorstelling, alsof alle arbeiders bij ziekte ziekengeld zouden ontvangen, is volgens adr. een fictie. Wat betreft de regeling bij werkloosheid, enz. heeft adr. tegen de wijziging, voorgesteld in art. 46 der wet, ten aanzien van werklooze arbeiders, ook vele bedenkingen. Als van overheidswege de hoofdzaak met dwang wordt geregeld, bestaat er h.i. zeker aan leiding- om ongemakken van minder beteekenïs aan de betrokkenen zelf ter regeling over te laten. Daardoor zal het verantwoordelijkheids gevoel gesterkt worden, terwijl de werkgevers het besef ontvangen, dat ten dezen ook tegen over hen naar billijkheid wordt gestreefd. Een zeer ernstig euvel, zelfs van dien aard, dat het wetsontwerp er voor de Kamer onaan nemelijk door wordt, is de achterstelling der ondernemei'skassen en der bedrijfsvereenigin- gen bij de bijzondere kassen der arbeiders, (zulks in tegenstelling met het voorontwerp) doordat onder alle omstandigheden eiken art beider de keus wordt gelaten om zich even tueel bij de onderlinge kas aan te sluiten. Ook de bepaling, dat minimum -100 arbeiders lid moeten zijn van een ondernemerskas, wil deze erkend worden, is naar de meening der Kamer te eenen male niet te aanvaarden. De Kamer heeft het voorts betreurd, dat in het ontwerp van wet niet de ziekteverzekering volgens collectieve arbeidsovereenkomst is toe, gelaten. De Kamer zou het op prijs stellen, indien alsnog een grondig onderzoek naar de mogelijkheid van opneming van deze verzeke ring werd ingesteld, althans dat zoo spoedig mogelijk werd nagegaan, op welke wijze deze vorm van verzekering het best bij de toege laten verzekeringen zou kunnen worden on dergebracht. Regeling bij bevalling. Gehuwde en onge huwde arbeidsters. Ook tegen de regeling, getroffen in art. 37 inzake zwangerschap bestaan ernstige beden kingen. Allereerst rijst de vraag, of door dé vrijgevige bepalingen niet bewerkt wordt, dat gehuwde vrouwen niet meer in dienst zullen worden genomen. Het komt de Kamer in dezen overigens niet onbedenkelijk voor de verschil lende ziekenkassen te belasten met zeer zware uitgaven, voor wat in engeren zin geen ziekte is. Veel ernstiger bezwaar moet de Kamer, echter maken tegen de gelijkstelling, wat de mute van ultkcering betreft. van de ongehuw- met de gehuwde arbeidster. In haar slotconclusie zegt adr. dat zij, al hoewel zij zeer ernstige bedenkingen heeft, niet aarzelt om te verklaren, dat liet algemeen principe der wet, om de ziekteverzekering op te bouwen uit wat de maatschappij zelve reeds heeft tot stand gebracht, haar volle sympathie heeft. WOORDENBOEK NED. TAAL. Bij Kon. besluit is benoemd tot lid van dé Rijkscommissie van Bijstand voor het Woorden boek der Nederlandsohe taal dr. J. H. K o r n, hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Leiden, wen, men gelooft ze nu eenmaal niet. Zeker, een zwart pak en hoogen hoed om dé grapjasserij nog erger te maken! En wat Paula ook voor moeite doet om zich voor de menschen te rechtvaardigen, nadat haar vader haar eerst voor een maand achter slot en grendel heeft gehouden, larie, zeg' ik je. Zeker, Frau Rentmeisterin, zoo is het, en niet anders. Zij is hem om zijn hals gevlogen, en liij heeft haar tot schande van liaar vader voor den gek gehouden. En dat vragen om haat hand? Voor-de-gek-liouderij, zeg ik je. Ik wil zé niet meer in mijn huis hebben, Frau Kreiszse- kretarin. Ik heb mijn Hilda voor eens en voor altijd verboden, met haar om te gaan. Ja, ja, dat lieb je van die meisjes die bij nacht en ontij gaan wandelen naar het Duistere AVoud en de Teufelslei! Zeker, Frau Rentmeisterin, mijn Mai'llia, wil ook niets meer van die kat weten. Je zult zien, nou moet-ie niets meer van T hebben! Ach. daar heeft ze niet veel aan verloren, meent Frau Kunstschlüzerin, minachtend. En als op commando vallen ze nu allemaal op hem aan: zoon opgeblazen windbuil, zoo'n van Lotje getikten Till Eulenspiegel, zooals hij zieli in zijn grootheidswaanzin noemt. Neen, die heeft er een paar te weinig, en die deinst er niet voor terug om een eerzaam burger voor lasteraar uit te scheiden; zijn beetje talent is hem naar zijn kop gestegen, toen hij dien Kal- terhei'berger ten val gebracht heeft. Veel geschreeuw en weinig wol, zeg ik je, Euienspiegelei, en niets anders; basta. En de een na den ander zegt den Kluizenaar af. Hij heeft het kind lieeiemaal bedorven, weent Frau Emerentia, die men toch maar niet uit de vergadering van de Vincentius-ver- eeniging weggeiasterd heeft, en nu zit ze den lieelen dag te huilen, en wil ze telkens maar in het water springen! De wat bekrompen vrouw weet niet meer waartoe en waaraan. Ik zou ze maar in een klooster stoppen, raadt Frau Kreizsekretiiriu, die nu erg begint te vreezen voor haar niet minder romantische Martha. En dat gebeurt dan ook op zekeren dag, als laatsten uitweg' uit de door de heele stad ver breide blamage. In alle vroegte brengt Peter Arnold de ver* stokte minnares naar hei station. Daar, in Viel Salm, op het pensionaat, zullen ze haar dié nukken wel afleeren. Zonder groet scheiden vader en dochter. (Wordt ver.volgd.I j

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 6