Zaterdag 21 Januari 1928
Tweede Blad
Pagina 1
GROOTSCHE SCHAEPMAN-HERDENKING
13
DE SOCIALISTEN EN GALLES
- -
- - - -
DE STICHTER DER R. K. STAATSPARTIJ
TWEE REDENAARS BEZINGEN ZIJN LOF
DR, KAREL LEOPOLD BELLON. f(S
De aanvaarding van liet
hoogleeraarsamht
EEN BRIEF AAN HET N. V. Y.
De dictatuur in Mexico blijft zicli verheu
gen in de gunst der Eiiropeesche socialisten"
■en hun leiders doen al het mogelijke, het
schandelijkst onrecht te verdedigen tegen het
klaarblijkelijks!, recht.
De verdrukten in México kunnen haast
niet spreken: de Katholieke bladen zijn opge
heven en de rest der pers staat onder censuur.
Daartegenover zenden de machthebbers in
Mexico hun valsche verklaringen in de we
reld via gezantschappen, consulaten en so-
cialistische organisaties.
Wij staan hier voor een regeering, die zon
der geheim kiesrecht, dus op onrechtmatige
wijze tot stand kwam; wij hebben te doen
met. een grondwet, die in 1917 op onrecht
vaardige wijze door Carranza werd inge
voerd en die nooit de goedkeuring van het
volk ontving.
Dit getuigden:
Mexicaansche aartsbisschoppen en bis
schoppen in hun schrijven van April 1926;
de Amerikaansehe rechtsgeleerde dr. Gu
thrie voor de balie van New-York;
dr. W. Mont;yvon in zijn boek „The Mexi
can Problem".
En deze grondwet behelst o.a.:
de opheffing van liet Katholiek onderwijs
(art. 3),
'het. verbod tok het. afleggen van klooster
geloften (art. 5),
de onteigening van kerkgebouwen, gestich
ten, scholen, seminaries, kloosters, pasto
rieën (art. 27),
de plaatsing van de Kerk" onder staatstoe
zicht,
het verbod hiertegen te protesteeren,
de ontneming van passief en actief kies
recht aan priesters,
de bepaling van het aantal priesters door
deri Staat (art. 130).
Overtreders van deze wet verliezen ook liet
recht op de gewone (jury-) uitspraak.
In Februari 1926 gelastte Calles de ten
uitvoerlegging dezer waanzinnige wetsarti
kelen. Protesteerende ambtenaren werden op
bevel van minister Tejeda ontslagen; een
■geheime politie werd opgericht; een aparte
schriftelijke instemming met de politiek der
regeering werd van de ambtenaren gevor
derd. Alleen in den staat Guadalajara wei
gerden 373 van de 400 ambtenaren deze 'yer-
klaring af te -leggen.
Toen kwamen de protestvergaderingen; zij
.werden verboden door de regeering en haar
'politie sloeg ze uit elkaar.
„Ik wensch geen druppel bloed te zien ver
gieten", "schreef de aartsbisschop van-Mexico-
stad in die dagen.
Calles kwam in Juni 1926 met nieuwe ver
ordeningen om de grondwet uit te voeren 1);
Hierin werd o.a. verboden het dragen van
priester-kleeren (art. 18), en de priesters
werden verplicht aan den Staat verlof te
vragen hun functies te mogen uitoefenen
(art. 19). In één der staten werd het celibaat
verboden aan de priesters; tengevolge daar
van werd Mgr. Diaz, bisschop van Tabasco,
Verbannen.
Toen volgde de bisschoppelijke oproep tot
den economischen boycot: het was het laat
ste, onbloedige middel van verweer. Tevens
werden openbare godsdienstoefeningen tot
naderorder verboden. De regeering ver
klaarde daarop de godsdienstoefeningen in
privé-woningen onwettig.
De bisschoppen gaven den moed niet op;
zij stelden de regeering voor:
le. Schorsing van de anti-godsdienstige
wetten gedurende één jaar;
2e. een volksstemming over die wetten;
3e. een vrije stemming, die de regeering
niet. zou beïnvloeden.
Calles weigerde.
Indien h ij en d e z ij n e n d e
'meerderheid des volks ach
ter zich heil e<a, waarom
durft h ij het dan niet te wa
gen een beroep te doen op
liet volk? Omdat hij zeer goed weet, dat
een eerlijk referendum hem en zijn aanhang
zou wegvagen.
En liet is deze dictatuur die door de socia
listen wordt gesteund. Zij ontkennen dat er
een Kerkvervolging woedt in Mexico. Hun
I. V. V zond in Januari 1927 een sympathie-
telegram aan Calles. Hun onderafdeellng in
Mexico vormt den voornaamsten steun van
den Mexicaansehen dictator. Tusschen de so
cialisten in Mexico en Calles is een schrif
telijke overeenkomst gesloten gedateerd
29 November 1925 maar gepubliceerd door
de Amerikaansehe Ridders van Columbus
waarin Calles zich verplicht de Mexicaa-nsch
socialistische vakvereenigingen te steunen
'en uit haar zijn soldaten en officieren te re-
cruteeren alsmede den voorzitter dier ver-
eeniging (Morones) tot minister van arbeid
te benoemen. Omgekeerd verplicht deze so
cialistische organisatie zich, Calles te steu
nen.
Met deze feiten voor oogen 'is het gemak
kelijker den inhoud te doorzien van den edel-
aardigen brief, 'die de Mexicaansche socia
listen aan hun verdraagzame broeders hier
te lande zonden. Het schrijven werd afge
drukt in „De Strijd", orgaan van het N.V.V.,
en overgenomen door de „Voorwaarts" van
.14 Januari 1.1..
Hier is de tekst zooals die in laatstge
noemd blad verscheen, alleen de cijfers zijn
van ons.
v
MGR. SCHAEPMAN OP ZIJN DOODSBED.
„Ta antwoord op Uw gewaardeerd schrij
ven en als officieele en categorische verkla
ring van ons Hoofdbestuur, geven wij u hier
een kort verslag van de ten onrechte als
godsdienstconflict aangeduide aangelegen
heid, getrouw aan de waarheidsliefde, welke
steeds als norm voor onze gedragingen werd
aangenomen.
1. Het z.g. godsdiensteonflict ontstond tegen
het einde van het vorige jaar, toen de regee
ring onzer republiek met toestemming van
de meerderheid des volks overging tot toe
passing van artikel 130 der Mexicaansche
grondwet; door de toepassing' van genoemd
artikel verkreeg de regeering meerdere eon-
trule op de economische gestie van de kerk.
Het' was den clerus weinig naar den zin, dat
de millioenen dollars, die vroeger naar Rome
gezonden werden, thans in Mexico moesten
"blijven ten behoeve van de liefdadigheidsin
stellingen en den aigemeenen vooruitgang
van het land. Het geld zou er vóortaan na
melijk toe -moeten dienen om den landbouw
en de industrie te ontwikkelen, hetgeen dui
zenden boeren en arbeiders ten voordeel zou
strékken, die thans in ellendige omstandig
heden moeten leven tengevolge van het reli
gieus fanatisme, dat er steeds voor gezorgd
heeft, de arbeidersklasse op een zoo laag
mogelijk peil van beschaving te houden.
2. Korten tijd nadat het genoemd art. 130
van kracht was geworden, wendde de aarts
bisschop van Mexico zich als vertegenwoor
diger van de geestelijkheid tot het parle-
iment van Mexico met het verzoek, tot her
ziening van dat deel der Grondwet te willen
overgaan, dat betrekking heeft op den apos-
tolischea roomsch-katholieken eeredienst.
Doel van dit verzoek was, voort, te kunnen
gaan .met de verkrachting der Grondwet, die
■de vrucht is van de revolutie, welke een ge-
heele arbeidersbevolking gédurende 17 jaren
gewapenden krijg met groote offers aan le
vens en bloed heeft moeten voeren tegen de
reactionairen en kapitalisten, zoowel van het
binnen- -als van het buitenland. Gelukkig
hebben zoowel Kamer van Afgevaardigden
als Senaat het bespottelijk verzoek afgewe
zen, zoodat den systematischen tegenstanders
van de ontwikkeling der Mexicaansche re
geering en bevolking ten spijt, de door ge
noemd artikel opgelegde verplichtingen ten
volle van kracht bleven.
3. Nadat de roomsch-katholieke clerus
geen succes had kunnen behalen met zijn
verzoek aan het parlement, dreigde men tot
gewapenden opstand te zullen overgaan, ten
einde de Grondwet, der republiek met de
geweren te wijzigen. Inderdaad werden in
drie middenstaten van ons land eenige hon
derden fanatici bewapend, welke onder lei
ding van den bisschop der stad Guadalajara
en van nog drie kerkvorsten uit den staat
Jalisco overgingen tot de plundering van
treinen smet weerlooze passagiers. Bij deze
aanvallen wérden vróuwen, kinderen en
ouden van dagen vermoord, terwijl de wei
nige bewaking'ssoldaten door de bloeddor
stige aanvallers werden verbrand, indien
zij levend in hun handen vielen. En deze
geweldenaars noemen zich de vertegenwoor
digers van God op aarde!
4. Hoe groot ook de misslag was, dien
de Toomsch-katholieke clerus te dezer zalte
beging, het volk gaf geen gehoor aan zijn
door middel van revolutionaire propaganda
iii het geheele land verspreiden oproep om
zich aan te sluiten bij de gewapende benden
van katholieken. Integendeel, in de staten
Jalesco, Mickoacan en Guanajuato werkten
vele hoeren en arbeiders 'samen met de re-
geering-stroepen, teneinde een strenge kas
tijding -toe te dienen aan de goddeloozen, die
onder het aanheffen van den kreet „Le.ve
Jesus, de Heere", treinen overvielen en kleine
■dorpen uitplunderden, totdat begin Augus
tus van dit jaar de militaire veldtocht tegen
de oproerige fanatici een einde kon nemen,
omdat, zij reeds geen beletsel meer vormden
voor den vooruitgang' van het land en het
z.g, godsdienstconflict in Mexico thans prac-
tisch tot het verleden behoort.
5. Wat de uitoefening van den religieuzen
eeredienst betreft, deze is thans opgeschort,
omdat de roomsch-katholieke geestelijkheid
voortgaat met haar besluit om geen dienst
te houden in de kerken, welke ingevolge
artikel 130 der grondwet onder toezicht van
tien te goeder naam bekend staande burgers
zijn gesteld. Wij nemen evenwel aan, dat
hieraan spoedig een einde zal komen, nu een
groep geestelijken, eveneens katholieken, be
sloten heeft om de practisehe uitoefening van
'den eeredienst te richten naar de behoeften
en de psyche van het Mexicaansche volk.
Door bemiddeling van kameraad Edo Fim-
men zenden wij u eenige brochures, welke
een getrouw verslag bevatten van enkele
voordrachten, 'die de kameraden Trevino en
Lombardo Tolenado hebben gehouden naar
aanleiding van het godsdienstconflict. Wij
hopen, dat de'vertaling en lezing van ge
noemde brochures u een heter overzicht zal
geven van de kwestie, welke wij thans be
spreken."
Indien men dit schrijven aan de feiten
toetst, kan oogenblikkelijk lietdoorgewin
terde schavuiten-karakter der opstellers
worden vastgesteld.
Daarom maken wij slechts eenige aan-
teekeningen hij de door ons geplaatste num
mering in het aangehaalde schrijven.
le. Beweerd wordt, zooals men ziet, dat
de „meerderheid des volks" voor de gods
dienstvervolging zon zijn.
Verzwegen en verdraaid wordt ook de
werkelijke inhoud van art. 130.
Beweerd wordt, flat „millioenen dollars
vroeger naar Rome gezonden werden". Wan
neer is dit geschied?
En gesteld eens, het ware zoo. maar
ieder ter zake kundige: wéét, dat de bewe
ring waanzinnig js.wat gaat dat dan
Calles en de zijnen aan?. Heeft de Neclér-
landsche regeering misschien het recht de
millioenen vanjiet N.-V. V. in beslag te ne
men en voor de bewoners van Maas en Waal
of voor die van Drenthe 'te besteden, wanneer
de Nederlandsché socialisten Engelsche sta
kers financieel steunen "willen?
De beschuldiging- aan het adres van „het
religieus fanatisme" (daarmee is de Iverk
bedoeld) kennen wij: de Amerikaansehe bis
schoppen liebben daarop in hun vlammend
.protest van 12 December 1926 verpletterend
geantwoord.
2e. In deze passage wordt deriwerkelij-
ken inhoud van het „bespottelijke verzoek"'
dér bisschoppen het beroep op1 het volk
namelijk verzwegen,, terwijl de grondwet
wederom wordt voorgesteld als had zij „de
geheele. arbeidersl^nlkittg":, achter zich.
Lieden, die zoo huichelachtig te werk gaan,
veroordeelen zich zelf,
De beschuldigingen onder 3 en 4 zijn te
dwaas om er lang'bij stil te staan: men zou
de beschuldigden oneer aandoen indien men
hen tegen zulke aantijgingen, die ook door
de niet-Katholieke pers als absurd zijn afge-
vyezen, zou verdedigen.
Bijna alle bisschoppen zijn verbannen, in
gebieden tweemaal zoo groot als ons land,
zijn geen priesters meer. Indien de kerke
lijke gezagdragers in Mexico werkelijk hun
onderhoorigen tot gewapenden opstand zou
den aansporen de documenten bewijzen
precies het tegendeel dan zouden Calles
en zijn aanhang spoedig het onderspit dei
ven; het zou een strijd zijn van millioenen
tegen misschien honderdduizend man.
De terminologie, waarin de aanklagers
hun beschuldigingen kleedgn, bewijst vol
doende, van wat gehalte zij zijn en hoe zij
wetens en willens liegen, daar de Mexicaan
sche bisschoppen in hun schrijven van 21
April 1926 uitdrukkelijk vaststelden: „Wij
hebben herhaaldelijk verklaard, dat wij ge
heel vreemd zijn aan eenige personenver-
anderings-agitatie 'in de regeering; wij bepa
len ons er toe tegenover hen, die de macht
hekleed en, onze rechten uiteen te zetten".
5e. Neen, het godsdienstconflict in Mexi
co behoort niet tot. het verleden; neen, er is
geen groep geestelijken, die ontrouw is ge
worden. Er was één afvallige, wiens schis
matiek pogen door de regeering werd onder
steund; maar de overweldigende meerder
heid van het volk van het volk dat niet.
spreken mag staat achter zijn priesters
en zijn „bisschoppen en dezen zijn vereenigd
met den Paus van Rome.
De „kameraden" mogen nu aan het spre
ken gaan en aan het vertalen en aan het
verder verspreiden van leugens maar de
waarheid is, dat de Katholieke Kerk, voor
de zooveelste maal in de wereldgeschiedenis,
vecht voor vrijheid, voor waarheid en voor
recht.
liet moge schijnen dat de machten der
duisternis zegevieren: dit geldt alleen voor
het uur dat hun gegeven werd. Calles kan
zich handhaven, omdat geen verkiezing
wordt toegelaten en omdat de Kerk niet naai
de wapens grijpen wil. Maar, aldus de bis
schoppen van Noord-Amerika: „Indien de
Kerk veel geleerd heeft in haar tweeduizend
jarig bestaan, dan is de voornaamste les
wel geput uit het geduld van haar Goclde-
lijken Stichten De Kerk kan niet sterven,
doch zij heeft geleerd, hoe te lijden. Zij kan
met Christus gekruisigd worden, doch zij
zal met Hem verrijzen. De wapenen der
menschen zijn niet de hare, maar zij heeft
andere wapenen in haar hand, bestuurd door
recht en waarheid. Zij heeft het gebed."
En terecht beslotert de Mexicaansche bis
schoppen zelf hun grooten brief, bedoeld als
- - :i. -F v
:sj r.t k
Utrecht, 20 Januari 192S.
Het Aartsbisdom Utrecht, dat aan Nederland
•den grooten emancipator van ons Katholieke
volk heeft geschonken, beschouwt liet als zijn
eere-pliclit om thans de rij te openen der her
denkingsdagen bij den 25sten verjaardag van
het overlijden van deu grooten priester, i ede-
naar en staatsman, Mgr. dr. II. J. A. M.
■Schaepman.
Door een comité van den Bond van R. K.
3dezèrs in den Rijkskieskring Utrecht en het
Utrechtsch Comité der K. S. A., werd deze her
denkingsavond voffi-bereid.
De groote Tivoli-zaal hood hedenavond een
onvergetelijk schouwspel. Op het podium prijkte
te midden van palmen en groen het door de
nationale en Pauselijke kleuren onmhangeu por-
tret van dr. Schaepman, en tegen half acht vul
den zich de zaal en de galerijen met Schaep-
man-vereerders uit allen rang en stand, zoo
wel dames als heereu.
Na eenig geduld oefenen schreed een stoet
van vereenigingsbësturen, alle deeluitmakende
van de IC S. A., met de vereenigingsvaandels
de zaal binnen, geestdriftig begroet' mCt het
spontaan aangeheven „Aan U, o Koning dei-
eeuwen". De stoet vormde als 't ware een eeie-
wacht voor de hooge bezoekers dezer luister
rijke vergadering: Z. D. H. Mgr. II. v. d. "We
tering, Aartsbisschop van Utrecht, Z.Exe. mi
nister Lambooy, den Commissaris dei' Ko
ningin in de provincie Utrecht dr. II. Th. 's Ja
cob, mevr. 's Jacob—-baronesse v. Boetselaer van
Dubbeldam, den Hoogeerw. Heer B. A. de Wit,
Vicaris-Generaal van het Aartsbisdom en deken
van Utrecht, de Hoogeerw. Heeren Kanunnik-
ken J. H. G. Jansen en G. J. van Schaik en
den Hoogeerw. Heer J. Batenburg, plebaan dei-
Kathedraal.
Onder de aanwezigen in de zaal merkten
we op de Tweede Kamerleden J. Kuiper, J.
B. v. Dijk, Ja.e. Vos, het Eerste Kamerlid O.
Haffmans, het oud-lid der Eerste Kamer Mr.
A, v. Baston Batenburg en verder vele profes
soren der seminaries te Rijsenbui'g en Culem-
borg met de geestelijkheid der stad.
Terwijl de Uooge bezoekers in de zaal op de
gereserveerde'" zetels plaats namen zetten de
bestuurders der organisaties zieb aan de groene
tafel op het podium. De voorzittersstoel werd
ingenomen door den Zeereevw. Pater F. X. P.
Duijnstee O.E.S.A., die het openingswoord
sprak.
OPENINGSWOORD.
Zich op de eerste plaats tot de hooge bezoe
kers wendend zegt de voorzitter:
Katholiek Utrecht, liet Aartsbisdom, ja ge
heel Roomsch Nederland, gaat er groot op, dat
u hedenavond deze Schaepman-herdenking door
uw tegenwoordigheid wilt opluisteren. Daar
mede drukt u een cachet op dezen avond en op
het werk van Mgr. Schaepman.
Vijf on twintig jaren zijn heengegaan, sinds
dr. Schaepman het tijdelijke met het eeuwige
verwisselde. Aan U, Monseigneur, was het nog
gegeven om dl'. Schaepman en zijn werk te
zien. Wij danken God, dat Hij U ook dezen
avond doet beleven en wij hopen, dat Uwe
D. H. de vruchten mag plukken van den boom-
door dr. Schaepman geplant in den bodem van
ons vaderland, (applaus).
Zich daarna tot de vergadering wendend, ver
volgt spi'.: „Credo pugno", dat was de levens
leuze van Schaepman, doch niet alleen een
levensleuze, maar ook een daad.
Vóór alles was Schaepman een man van het
Credo. Hij leerde dit te Rome. Teruggekeerd
in zijn vaderland, heeft hij zijn Katholieke
landgenooten door zijn albezielend woord we
ten te begeesteren voor Paus en Moederkerk.
Schaepman was de man van het jubelend ge
loof. Zijn schoonste verven schonk hij aan de
Kerk en den Pd us.
Schaepman was de man van liet doceerend
geloof, Schaepman was ook de man van het
priesterlijk geloof. Groot bij de grooten, was
hij klein voor zich zelf. En stervend stierf hij
als Derde Ordeling en werd begraven in de
pij van een zoon van vader Fransiscus.
Ook wij moeten heden onze geloofsbelijdenis
afleggen en daarom verzocht spr. allen op te
staan en deze bijeenkomst te beginnen met den
groet „Geloofd zij Jesus Christus".
Door de Nieuwe Harmonie en de Liedertafel
„St. Caecilia", die dezen avond met muziek en
zang opluisterden, werd vóór en na dit
openingswoord een nummer uitgevoerd en na
dat „St. Caecilia" een schoone „Adoramus Te
Christe" liad gezongen verkreeg het Tweede
Kamerlid, Mr. A. baron van Wijnbergen het
woord tot het houden van zijn rede.
REDE MR. A. BARON VAN WIJNBERGEN
In zijn inleiding roept spr. de herinnering
wakker aan het overlijden vail Dr. Schaepman,
die 25 jaar geleden naar zijn innigst verlangen
liet voorrecht had te
sterven in zijn geliefd
Rome, in de schaduw
van het Vaticaan, in de
onmiddellijke nabijheid
van den Paus, voor
wieus rechten hij im
mer zoo ridderlijk had
gestreden.
Bij dit 'herdenken, zegt
»r., past een woord
.-an dank aan Mgr. Dr.
Schaepman, die
menig terrein zijn stem
■heeft doen - klinken
al wildé hij ook vóór
alles zijn en blijven
MR. A. BARON VAN
WIJNBERGEN.
een priester van Gods Kerk en al was zijn rede-
antwoord op de Pauselijke Encycliek, even
eens met de verzekering, dat dit geestelijk
wapen uitkomst brengen zou. „De haat der
menschen moge het verachten; hun kwaad
aardigheid moge het vervloeken; hun onge
loof het bespotten. Doch zijn hoop ligt in een
Belofte en zijn kracht ligt in een Geloof.
naarstalent nooit schitterender en zijn enthou
siasme nooit heerlijker dan wanneer liij spre
ken mocht over de Kerk en den Paus.
Spr. verklaart dan verder, hoe de liefde voor
Christus, voor de Kerk en den Paus Dr. Schaep
man» er toe gebracht heeft aan de emancipatie
dei' Katholieken van Nederland te arbeiden.
Voor hetgeen Dr. Schaepman door zijn werk
voor het katholieke volksdeel wist te bereiken,
moet dank worden gebracht aan God en bij
deze herdenking beloven wij het tastbaar goed,
door Schaepman ons verworven en nagelaten,
ongerept te bewaren en tot verdere ontwikke
ling te brengen.
In het vervolg zijner rede, stelt spr. de vader
landsliefde van Dr. Schaepman in het licht,
een liefde, die hij ook aan zijn Katholieke
medeburgers in het hart prentte, mede door
lien aan te sporen, naar zijn voorbeeld deel te
nemen aan het staatkundig en maatschappelijk
leven.
Na de moeilijkheden belicht te hebben, dié
het tot elkaar brengen van geloovig Protes
tanten en Katholieken oplevert, staat spr. stil
bij de zoozeer op den voorgrond tredende hoe
danigheden van Dr. Schaepman; zijn gemakke-
lijken en vriendschappelijken omgang met niet-
Katholieken doordat hij, dank zij zijn historie
kennis, de Protestantsche landgenooten wist
te verstaan. Door zijn gemakkelijken omgang
wist liij tot samenwerking te voeren en toen
de samenwerking eenmaal verkregen was tus
schen de Christelijke partijen, zouden deze zicli
in het bijzonder aan twee zaken wijden: het
onderwijs en de sociale wetgeving. Voor het
bijzonder onderwijs beeft Schaepman rusteloos
gestreden zonder van wijken te willen weten
en al heeft hij de eindoverwinning niet mogen
aanschouwen, toch mag nooit vergeten worden,
hoeveel Schaepman daartoe heeft bijgedragen,
zoodat bij dit herdenken, ons Katholieke volk,
ouders en kinderen voor hem nog een gebed
mogen storten.
Op sociaal terrein, vervolgt spr., heeft
Schaepman zijn groote werkkracht welen té
ontplooien, toen hij in de Pauselijke encyclie
ken „Rerum Novarum" en „Graves de Com-
muni re" voor zijn streven van de hoogste
plaats goedkeuring en krachtige aansporing
ontving.
In zijn slotwoord spoort spr. aan, om de"
herinnering aan Schaepman steeds levendig te
houden, hét vaderland ten zegen, den Doctor
ter blijvende eer.
Een geestdriftig applaus volgde op deze
rede en pater Duijnstee maakte zicb den tolk van.
allen door aan den spreker een hartelijk woord
van dank te zeggen.
Hierna werd gepauzeerd.
Toen na de pauze de hooge bezoekers weder-
om de zaal binnentraden, werd door de Har
monie het „Wilhelmus" ingezet, hetgeen door
de vergadering enthousiast werd meegezon
gen, als een hulde aan het vaderland, dat door
Schaepman zoo trouw werd gediend.
Door de Liedertafel ,St. Caecilia" werd hier
na het „Beati mortui" gezongen en daarop
kreeg de Zeereerw. Pater H. de Greeve S.J. uit
's-Gravenhage, het woord, om dr. Schaepman te
herdenken.
REDE PATER II. BE GREEVE S.J.
Spreker zou vanavond hamer en heitel willen
hanteeren om de geweldige figuur van Schaep-
man in sfinxen afmetingen in de maatschappij
te zetten. Maar alleen een Michel Angelo zou
dat kunnen. Schaepman past in een kader van
bergen, in een omlijsting van rotsen, tegen eett
achtergrond van gletschers.
Spr. schildert Scliaepinau's reusachtige per
soonlijkheid, die eigenlijk thuis hoort op dé
Cathedra Petri van het Vaticaan tusschen de
bronzen heelden, en laat zijn verbazingwekkend
hij een idee van zijn wetenschap, zijn eloquen
tie en zijn dichterschap n'en déplaise W. Klcos.
Spr. schetst Scliaepman's wereld-belangstel
ling hij voelde de Kerk in de wereld
en wérkt vervolgens ia den breede uit Scliaep
man's gezegde: „Een man van den Paus ben
ik geboren."'
Daarna wordt Schaepman geschilderd als dé
man, die verwacht werd, als een messias
in zijn soort op politiek gebied. Schaepman
was een evenement. Zijn machtig talent werd
bevrucht door zijn geest en zijn werklust.
In het laatste deel van zijn rede werkt spr,
uit het gevaar, dat verbonden is aan de be
schouwing van een groot man, weerlegt een
en ander en toont aan, wat Scliaepman's erf
deel was en hoe de mannen van onzen tijd hem
hebben na te volgen, want Schaepman-oplieme-
larij alleen is nutteloos. Voor ons zijn andere
problemen aan de orde en spr. wijst er op,
hoe we daartegenover stelling moeten nemen.
Tenslotte wijst spr. op den plicht der jongeren
en eindigt met de woorden van Paus Leo XIII
aan Schaepman.
Terwijl deze rede verschillende malen door
applaus was onderbroken, bracht de vergade
ring aan het eind aan den redenaar een ovatie
voor zijn begeesterende woorden.
Door den voorzitter werd hierna een slot
woord gesproken.
Terwijl Mgr. H. v. d. Wetering de vergader
zaal verliet, zongen allen het „Aan U, o Koning
der Eeuwen". _La_lL.
'"-fSrt
1) Volledig gepubliceerd in de Osse'rv. Rom.
van 5 Augustus 192G.
Naar „het Huisgezin'-' verneemt, zal dr. ICarel
Leopold Bellon, priester uit het Aartsbisdom
Mechelen, benoemd tot gewoon hoogleeraar in
de Godsdienstgeschiedenis enz. aan de R.K.
Universiteit te Nijmegen, op Woensdag 25
Januari a.s., des namiddags om 4 uur, zijn ambt
aanvaarden met het uitspreken eener rede ia
de kleine concertzaal van het Concertgeboutt