Zaterdag 21 Januari 1928 Tweede Blad Pagina 1 GROOTSCHE SCHAEPMAN-HERDENKING 13 DE SOCIALISTEN EN GALLES - - - - - - DE STICHTER DER R. K. STAATSPARTIJ TWEE REDENAARS BEZINGEN ZIJN LOF DR, KAREL LEOPOLD BELLON. f(S De aanvaarding van liet hoogleeraarsamht EEN BRIEF AAN HET N. V. Y. De dictatuur in Mexico blijft zicli verheu gen in de gunst der Eiiropeesche socialisten" ■en hun leiders doen al het mogelijke, het schandelijkst onrecht te verdedigen tegen het klaarblijkelijks!, recht. De verdrukten in México kunnen haast niet spreken: de Katholieke bladen zijn opge heven en de rest der pers staat onder censuur. Daartegenover zenden de machthebbers in Mexico hun valsche verklaringen in de we reld via gezantschappen, consulaten en so- cialistische organisaties. Wij staan hier voor een regeering, die zon der geheim kiesrecht, dus op onrechtmatige wijze tot stand kwam; wij hebben te doen met. een grondwet, die in 1917 op onrecht vaardige wijze door Carranza werd inge voerd en die nooit de goedkeuring van het volk ontving. Dit getuigden: Mexicaansche aartsbisschoppen en bis schoppen in hun schrijven van April 1926; de Amerikaansehe rechtsgeleerde dr. Gu thrie voor de balie van New-York; dr. W. Mont;yvon in zijn boek „The Mexi can Problem". En deze grondwet behelst o.a.: de opheffing van liet Katholiek onderwijs (art. 3), 'het. verbod tok het. afleggen van klooster geloften (art. 5), de onteigening van kerkgebouwen, gestich ten, scholen, seminaries, kloosters, pasto rieën (art. 27), de plaatsing van de Kerk" onder staatstoe zicht, het verbod hiertegen te protesteeren, de ontneming van passief en actief kies recht aan priesters, de bepaling van het aantal priesters door deri Staat (art. 130). Overtreders van deze wet verliezen ook liet recht op de gewone (jury-) uitspraak. In Februari 1926 gelastte Calles de ten uitvoerlegging dezer waanzinnige wetsarti kelen. Protesteerende ambtenaren werden op bevel van minister Tejeda ontslagen; een ■geheime politie werd opgericht; een aparte schriftelijke instemming met de politiek der regeering werd van de ambtenaren gevor derd. Alleen in den staat Guadalajara wei gerden 373 van de 400 ambtenaren deze 'yer- klaring af te -leggen. Toen kwamen de protestvergaderingen; zij .werden verboden door de regeering en haar 'politie sloeg ze uit elkaar. „Ik wensch geen druppel bloed te zien ver gieten", "schreef de aartsbisschop van-Mexico- stad in die dagen. Calles kwam in Juni 1926 met nieuwe ver ordeningen om de grondwet uit te voeren 1); Hierin werd o.a. verboden het dragen van priester-kleeren (art. 18), en de priesters werden verplicht aan den Staat verlof te vragen hun functies te mogen uitoefenen (art. 19). In één der staten werd het celibaat verboden aan de priesters; tengevolge daar van werd Mgr. Diaz, bisschop van Tabasco, Verbannen. Toen volgde de bisschoppelijke oproep tot den economischen boycot: het was het laat ste, onbloedige middel van verweer. Tevens werden openbare godsdienstoefeningen tot naderorder verboden. De regeering ver klaarde daarop de godsdienstoefeningen in privé-woningen onwettig. De bisschoppen gaven den moed niet op; zij stelden de regeering voor: le. Schorsing van de anti-godsdienstige wetten gedurende één jaar; 2e. een volksstemming over die wetten; 3e. een vrije stemming, die de regeering niet. zou beïnvloeden. Calles weigerde. Indien h ij en d e z ij n e n d e 'meerderheid des volks ach ter zich heil e<a, waarom durft h ij het dan niet te wa gen een beroep te doen op liet volk? Omdat hij zeer goed weet, dat een eerlijk referendum hem en zijn aanhang zou wegvagen. En liet is deze dictatuur die door de socia listen wordt gesteund. Zij ontkennen dat er een Kerkvervolging woedt in Mexico. Hun I. V. V zond in Januari 1927 een sympathie- telegram aan Calles. Hun onderafdeellng in Mexico vormt den voornaamsten steun van den Mexicaansehen dictator. Tusschen de so cialisten in Mexico en Calles is een schrif telijke overeenkomst gesloten gedateerd 29 November 1925 maar gepubliceerd door de Amerikaansehe Ridders van Columbus waarin Calles zich verplicht de Mexicaa-nsch socialistische vakvereenigingen te steunen 'en uit haar zijn soldaten en officieren te re- cruteeren alsmede den voorzitter dier ver- eeniging (Morones) tot minister van arbeid te benoemen. Omgekeerd verplicht deze so cialistische organisatie zich, Calles te steu nen. Met deze feiten voor oogen 'is het gemak kelijker den inhoud te doorzien van den edel- aardigen brief, 'die de Mexicaansche socia listen aan hun verdraagzame broeders hier te lande zonden. Het schrijven werd afge drukt in „De Strijd", orgaan van het N.V.V., en overgenomen door de „Voorwaarts" van .14 Januari 1.1.. Hier is de tekst zooals die in laatstge noemd blad verscheen, alleen de cijfers zijn van ons. v MGR. SCHAEPMAN OP ZIJN DOODSBED. „Ta antwoord op Uw gewaardeerd schrij ven en als officieele en categorische verkla ring van ons Hoofdbestuur, geven wij u hier een kort verslag van de ten onrechte als godsdienstconflict aangeduide aangelegen heid, getrouw aan de waarheidsliefde, welke steeds als norm voor onze gedragingen werd aangenomen. 1. Het z.g. godsdiensteonflict ontstond tegen het einde van het vorige jaar, toen de regee ring onzer republiek met toestemming van de meerderheid des volks overging tot toe passing van artikel 130 der Mexicaansche grondwet; door de toepassing' van genoemd artikel verkreeg de regeering meerdere eon- trule op de economische gestie van de kerk. Het' was den clerus weinig naar den zin, dat de millioenen dollars, die vroeger naar Rome gezonden werden, thans in Mexico moesten "blijven ten behoeve van de liefdadigheidsin stellingen en den aigemeenen vooruitgang van het land. Het geld zou er vóortaan na melijk toe -moeten dienen om den landbouw en de industrie te ontwikkelen, hetgeen dui zenden boeren en arbeiders ten voordeel zou strékken, die thans in ellendige omstandig heden moeten leven tengevolge van het reli gieus fanatisme, dat er steeds voor gezorgd heeft, de arbeidersklasse op een zoo laag mogelijk peil van beschaving te houden. 2. Korten tijd nadat het genoemd art. 130 van kracht was geworden, wendde de aarts bisschop van Mexico zich als vertegenwoor diger van de geestelijkheid tot het parle- iment van Mexico met het verzoek, tot her ziening van dat deel der Grondwet te willen overgaan, dat betrekking heeft op den apos- tolischea roomsch-katholieken eeredienst. Doel van dit verzoek was, voort, te kunnen gaan .met de verkrachting der Grondwet, die ■de vrucht is van de revolutie, welke een ge- heele arbeidersbevolking gédurende 17 jaren gewapenden krijg met groote offers aan le vens en bloed heeft moeten voeren tegen de reactionairen en kapitalisten, zoowel van het binnen- -als van het buitenland. Gelukkig hebben zoowel Kamer van Afgevaardigden als Senaat het bespottelijk verzoek afgewe zen, zoodat den systematischen tegenstanders van de ontwikkeling der Mexicaansche re geering en bevolking ten spijt, de door ge noemd artikel opgelegde verplichtingen ten volle van kracht bleven. 3. Nadat de roomsch-katholieke clerus geen succes had kunnen behalen met zijn verzoek aan het parlement, dreigde men tot gewapenden opstand te zullen overgaan, ten einde de Grondwet, der republiek met de geweren te wijzigen. Inderdaad werden in drie middenstaten van ons land eenige hon derden fanatici bewapend, welke onder lei ding van den bisschop der stad Guadalajara en van nog drie kerkvorsten uit den staat Jalisco overgingen tot de plundering van treinen smet weerlooze passagiers. Bij deze aanvallen wérden vróuwen, kinderen en ouden van dagen vermoord, terwijl de wei nige bewaking'ssoldaten door de bloeddor stige aanvallers werden verbrand, indien zij levend in hun handen vielen. En deze geweldenaars noemen zich de vertegenwoor digers van God op aarde! 4. Hoe groot ook de misslag was, dien de Toomsch-katholieke clerus te dezer zalte beging, het volk gaf geen gehoor aan zijn door middel van revolutionaire propaganda iii het geheele land verspreiden oproep om zich aan te sluiten bij de gewapende benden van katholieken. Integendeel, in de staten Jalesco, Mickoacan en Guanajuato werkten vele hoeren en arbeiders 'samen met de re- geering-stroepen, teneinde een strenge kas tijding -toe te dienen aan de goddeloozen, die onder het aanheffen van den kreet „Le.ve Jesus, de Heere", treinen overvielen en kleine ■dorpen uitplunderden, totdat begin Augus tus van dit jaar de militaire veldtocht tegen de oproerige fanatici een einde kon nemen, omdat, zij reeds geen beletsel meer vormden voor den vooruitgang' van het land en het z.g, godsdienstconflict in Mexico thans prac- tisch tot het verleden behoort. 5. Wat de uitoefening van den religieuzen eeredienst betreft, deze is thans opgeschort, omdat de roomsch-katholieke geestelijkheid voortgaat met haar besluit om geen dienst te houden in de kerken, welke ingevolge artikel 130 der grondwet onder toezicht van tien te goeder naam bekend staande burgers zijn gesteld. Wij nemen evenwel aan, dat hieraan spoedig een einde zal komen, nu een groep geestelijken, eveneens katholieken, be sloten heeft om de practisehe uitoefening van 'den eeredienst te richten naar de behoeften en de psyche van het Mexicaansche volk. Door bemiddeling van kameraad Edo Fim- men zenden wij u eenige brochures, welke een getrouw verslag bevatten van enkele voordrachten, 'die de kameraden Trevino en Lombardo Tolenado hebben gehouden naar aanleiding van het godsdienstconflict. Wij hopen, dat de'vertaling en lezing van ge noemde brochures u een heter overzicht zal geven van de kwestie, welke wij thans be spreken." Indien men dit schrijven aan de feiten toetst, kan oogenblikkelijk lietdoorgewin terde schavuiten-karakter der opstellers worden vastgesteld. Daarom maken wij slechts eenige aan- teekeningen hij de door ons geplaatste num mering in het aangehaalde schrijven. le. Beweerd wordt, zooals men ziet, dat de „meerderheid des volks" voor de gods dienstvervolging zon zijn. Verzwegen en verdraaid wordt ook de werkelijke inhoud van art. 130. Beweerd wordt, flat „millioenen dollars vroeger naar Rome gezonden werden". Wan neer is dit geschied? En gesteld eens, het ware zoo. maar ieder ter zake kundige: wéét, dat de bewe ring waanzinnig js.wat gaat dat dan Calles en de zijnen aan?. Heeft de Neclér- landsche regeering misschien het recht de millioenen vanjiet N.-V. V. in beslag te ne men en voor de bewoners van Maas en Waal of voor die van Drenthe 'te besteden, wanneer de Nederlandsché socialisten Engelsche sta kers financieel steunen "willen? De beschuldiging- aan het adres van „het religieus fanatisme" (daarmee is de Iverk bedoeld) kennen wij: de Amerikaansehe bis schoppen liebben daarop in hun vlammend .protest van 12 December 1926 verpletterend geantwoord. 2e. In deze passage wordt deriwerkelij- ken inhoud van het „bespottelijke verzoek"' dér bisschoppen het beroep op1 het volk namelijk verzwegen,, terwijl de grondwet wederom wordt voorgesteld als had zij „de geheele. arbeidersl^nlkittg":, achter zich. Lieden, die zoo huichelachtig te werk gaan, veroordeelen zich zelf, De beschuldigingen onder 3 en 4 zijn te dwaas om er lang'bij stil te staan: men zou de beschuldigden oneer aandoen indien men hen tegen zulke aantijgingen, die ook door de niet-Katholieke pers als absurd zijn afge- vyezen, zou verdedigen. Bijna alle bisschoppen zijn verbannen, in gebieden tweemaal zoo groot als ons land, zijn geen priesters meer. Indien de kerke lijke gezagdragers in Mexico werkelijk hun onderhoorigen tot gewapenden opstand zou den aansporen de documenten bewijzen precies het tegendeel dan zouden Calles en zijn aanhang spoedig het onderspit dei ven; het zou een strijd zijn van millioenen tegen misschien honderdduizend man. De terminologie, waarin de aanklagers hun beschuldigingen kleedgn, bewijst vol doende, van wat gehalte zij zijn en hoe zij wetens en willens liegen, daar de Mexicaan sche bisschoppen in hun schrijven van 21 April 1926 uitdrukkelijk vaststelden: „Wij hebben herhaaldelijk verklaard, dat wij ge heel vreemd zijn aan eenige personenver- anderings-agitatie 'in de regeering; wij bepa len ons er toe tegenover hen, die de macht hekleed en, onze rechten uiteen te zetten". 5e. Neen, het godsdienstconflict in Mexi co behoort niet tot. het verleden; neen, er is geen groep geestelijken, die ontrouw is ge worden. Er was één afvallige, wiens schis matiek pogen door de regeering werd onder steund; maar de overweldigende meerder heid van het volk van het volk dat niet. spreken mag staat achter zijn priesters en zijn „bisschoppen en dezen zijn vereenigd met den Paus van Rome. De „kameraden" mogen nu aan het spre ken gaan en aan het vertalen en aan het verder verspreiden van leugens maar de waarheid is, dat de Katholieke Kerk, voor de zooveelste maal in de wereldgeschiedenis, vecht voor vrijheid, voor waarheid en voor recht. liet moge schijnen dat de machten der duisternis zegevieren: dit geldt alleen voor het uur dat hun gegeven werd. Calles kan zich handhaven, omdat geen verkiezing wordt toegelaten en omdat de Kerk niet naai de wapens grijpen wil. Maar, aldus de bis schoppen van Noord-Amerika: „Indien de Kerk veel geleerd heeft in haar tweeduizend jarig bestaan, dan is de voornaamste les wel geput uit het geduld van haar Goclde- lijken Stichten De Kerk kan niet sterven, doch zij heeft geleerd, hoe te lijden. Zij kan met Christus gekruisigd worden, doch zij zal met Hem verrijzen. De wapenen der menschen zijn niet de hare, maar zij heeft andere wapenen in haar hand, bestuurd door recht en waarheid. Zij heeft het gebed." En terecht beslotert de Mexicaansche bis schoppen zelf hun grooten brief, bedoeld als - - :i. -F v :sj r.t k Utrecht, 20 Januari 192S. Het Aartsbisdom Utrecht, dat aan Nederland •den grooten emancipator van ons Katholieke volk heeft geschonken, beschouwt liet als zijn eere-pliclit om thans de rij te openen der her denkingsdagen bij den 25sten verjaardag van het overlijden van deu grooten priester, i ede- naar en staatsman, Mgr. dr. II. J. A. M. ■Schaepman. Door een comité van den Bond van R. K. 3dezèrs in den Rijkskieskring Utrecht en het Utrechtsch Comité der K. S. A., werd deze her denkingsavond voffi-bereid. De groote Tivoli-zaal hood hedenavond een onvergetelijk schouwspel. Op het podium prijkte te midden van palmen en groen het door de nationale en Pauselijke kleuren onmhangeu por- tret van dr. Schaepman, en tegen half acht vul den zich de zaal en de galerijen met Schaep- man-vereerders uit allen rang en stand, zoo wel dames als heereu. Na eenig geduld oefenen schreed een stoet van vereenigingsbësturen, alle deeluitmakende van de IC S. A., met de vereenigingsvaandels de zaal binnen, geestdriftig begroet' mCt het spontaan aangeheven „Aan U, o Koning dei- eeuwen". De stoet vormde als 't ware een eeie- wacht voor de hooge bezoekers dezer luister rijke vergadering: Z. D. H. Mgr. II. v. d. "We tering, Aartsbisschop van Utrecht, Z.Exe. mi nister Lambooy, den Commissaris dei' Ko ningin in de provincie Utrecht dr. II. Th. 's Ja cob, mevr. 's Jacob—-baronesse v. Boetselaer van Dubbeldam, den Hoogeerw. Heer B. A. de Wit, Vicaris-Generaal van het Aartsbisdom en deken van Utrecht, de Hoogeerw. Heeren Kanunnik- ken J. H. G. Jansen en G. J. van Schaik en den Hoogeerw. Heer J. Batenburg, plebaan dei- Kathedraal. Onder de aanwezigen in de zaal merkten we op de Tweede Kamerleden J. Kuiper, J. B. v. Dijk, Ja.e. Vos, het Eerste Kamerlid O. Haffmans, het oud-lid der Eerste Kamer Mr. A, v. Baston Batenburg en verder vele profes soren der seminaries te Rijsenbui'g en Culem- borg met de geestelijkheid der stad. Terwijl de Uooge bezoekers in de zaal op de gereserveerde'" zetels plaats namen zetten de bestuurders der organisaties zieb aan de groene tafel op het podium. De voorzittersstoel werd ingenomen door den Zeereevw. Pater F. X. P. Duijnstee O.E.S.A., die het openingswoord sprak. OPENINGSWOORD. Zich op de eerste plaats tot de hooge bezoe kers wendend zegt de voorzitter: Katholiek Utrecht, liet Aartsbisdom, ja ge heel Roomsch Nederland, gaat er groot op, dat u hedenavond deze Schaepman-herdenking door uw tegenwoordigheid wilt opluisteren. Daar mede drukt u een cachet op dezen avond en op het werk van Mgr. Schaepman. Vijf on twintig jaren zijn heengegaan, sinds dr. Schaepman het tijdelijke met het eeuwige verwisselde. Aan U, Monseigneur, was het nog gegeven om dl'. Schaepman en zijn werk te zien. Wij danken God, dat Hij U ook dezen avond doet beleven en wij hopen, dat Uwe D. H. de vruchten mag plukken van den boom- door dr. Schaepman geplant in den bodem van ons vaderland, (applaus). Zich daarna tot de vergadering wendend, ver volgt spi'.: „Credo pugno", dat was de levens leuze van Schaepman, doch niet alleen een levensleuze, maar ook een daad. Vóór alles was Schaepman een man van het Credo. Hij leerde dit te Rome. Teruggekeerd in zijn vaderland, heeft hij zijn Katholieke landgenooten door zijn albezielend woord we ten te begeesteren voor Paus en Moederkerk. Schaepman was de man van het jubelend ge loof. Zijn schoonste verven schonk hij aan de Kerk en den Pd us. Schaepman was de man van liet doceerend geloof, Schaepman was ook de man van het priesterlijk geloof. Groot bij de grooten, was hij klein voor zich zelf. En stervend stierf hij als Derde Ordeling en werd begraven in de pij van een zoon van vader Fransiscus. Ook wij moeten heden onze geloofsbelijdenis afleggen en daarom verzocht spr. allen op te staan en deze bijeenkomst te beginnen met den groet „Geloofd zij Jesus Christus". Door de Nieuwe Harmonie en de Liedertafel „St. Caecilia", die dezen avond met muziek en zang opluisterden, werd vóór en na dit openingswoord een nummer uitgevoerd en na dat „St. Caecilia" een schoone „Adoramus Te Christe" liad gezongen verkreeg het Tweede Kamerlid, Mr. A. baron van Wijnbergen het woord tot het houden van zijn rede. REDE MR. A. BARON VAN WIJNBERGEN In zijn inleiding roept spr. de herinnering wakker aan het overlijden vail Dr. Schaepman, die 25 jaar geleden naar zijn innigst verlangen liet voorrecht had te sterven in zijn geliefd Rome, in de schaduw van het Vaticaan, in de onmiddellijke nabijheid van den Paus, voor wieus rechten hij im mer zoo ridderlijk had gestreden. Bij dit 'herdenken, zegt »r., past een woord .-an dank aan Mgr. Dr. Schaepman, die menig terrein zijn stem ■heeft doen - klinken al wildé hij ook vóór alles zijn en blijven MR. A. BARON VAN WIJNBERGEN. een priester van Gods Kerk en al was zijn rede- antwoord op de Pauselijke Encycliek, even eens met de verzekering, dat dit geestelijk wapen uitkomst brengen zou. „De haat der menschen moge het verachten; hun kwaad aardigheid moge het vervloeken; hun onge loof het bespotten. Doch zijn hoop ligt in een Belofte en zijn kracht ligt in een Geloof. naarstalent nooit schitterender en zijn enthou siasme nooit heerlijker dan wanneer liij spre ken mocht over de Kerk en den Paus. Spr. verklaart dan verder, hoe de liefde voor Christus, voor de Kerk en den Paus Dr. Schaep man» er toe gebracht heeft aan de emancipatie dei' Katholieken van Nederland te arbeiden. Voor hetgeen Dr. Schaepman door zijn werk voor het katholieke volksdeel wist te bereiken, moet dank worden gebracht aan God en bij deze herdenking beloven wij het tastbaar goed, door Schaepman ons verworven en nagelaten, ongerept te bewaren en tot verdere ontwikke ling te brengen. In het vervolg zijner rede, stelt spr. de vader landsliefde van Dr. Schaepman in het licht, een liefde, die hij ook aan zijn Katholieke medeburgers in het hart prentte, mede door lien aan te sporen, naar zijn voorbeeld deel te nemen aan het staatkundig en maatschappelijk leven. Na de moeilijkheden belicht te hebben, dié het tot elkaar brengen van geloovig Protes tanten en Katholieken oplevert, staat spr. stil bij de zoozeer op den voorgrond tredende hoe danigheden van Dr. Schaepman; zijn gemakke- lijken en vriendschappelijken omgang met niet- Katholieken doordat hij, dank zij zijn historie kennis, de Protestantsche landgenooten wist te verstaan. Door zijn gemakkelijken omgang wist liij tot samenwerking te voeren en toen de samenwerking eenmaal verkregen was tus schen de Christelijke partijen, zouden deze zicli in het bijzonder aan twee zaken wijden: het onderwijs en de sociale wetgeving. Voor het bijzonder onderwijs beeft Schaepman rusteloos gestreden zonder van wijken te willen weten en al heeft hij de eindoverwinning niet mogen aanschouwen, toch mag nooit vergeten worden, hoeveel Schaepman daartoe heeft bijgedragen, zoodat bij dit herdenken, ons Katholieke volk, ouders en kinderen voor hem nog een gebed mogen storten. Op sociaal terrein, vervolgt spr., heeft Schaepman zijn groote werkkracht welen té ontplooien, toen hij in de Pauselijke encyclie ken „Rerum Novarum" en „Graves de Com- muni re" voor zijn streven van de hoogste plaats goedkeuring en krachtige aansporing ontving. In zijn slotwoord spoort spr. aan, om de" herinnering aan Schaepman steeds levendig te houden, hét vaderland ten zegen, den Doctor ter blijvende eer. Een geestdriftig applaus volgde op deze rede en pater Duijnstee maakte zicb den tolk van. allen door aan den spreker een hartelijk woord van dank te zeggen. Hierna werd gepauzeerd. Toen na de pauze de hooge bezoekers weder- om de zaal binnentraden, werd door de Har monie het „Wilhelmus" ingezet, hetgeen door de vergadering enthousiast werd meegezon gen, als een hulde aan het vaderland, dat door Schaepman zoo trouw werd gediend. Door de Liedertafel ,St. Caecilia" werd hier na het „Beati mortui" gezongen en daarop kreeg de Zeereerw. Pater H. de Greeve S.J. uit 's-Gravenhage, het woord, om dr. Schaepman te herdenken. REDE PATER II. BE GREEVE S.J. Spreker zou vanavond hamer en heitel willen hanteeren om de geweldige figuur van Schaep- man in sfinxen afmetingen in de maatschappij te zetten. Maar alleen een Michel Angelo zou dat kunnen. Schaepman past in een kader van bergen, in een omlijsting van rotsen, tegen eett achtergrond van gletschers. Spr. schildert Scliaepinau's reusachtige per soonlijkheid, die eigenlijk thuis hoort op dé Cathedra Petri van het Vaticaan tusschen de bronzen heelden, en laat zijn verbazingwekkend hij een idee van zijn wetenschap, zijn eloquen tie en zijn dichterschap n'en déplaise W. Klcos. Spr. schetst Scliaepman's wereld-belangstel ling hij voelde de Kerk in de wereld en wérkt vervolgens ia den breede uit Scliaep man's gezegde: „Een man van den Paus ben ik geboren."' Daarna wordt Schaepman geschilderd als dé man, die verwacht werd, als een messias in zijn soort op politiek gebied. Schaepman was een evenement. Zijn machtig talent werd bevrucht door zijn geest en zijn werklust. In het laatste deel van zijn rede werkt spr, uit het gevaar, dat verbonden is aan de be schouwing van een groot man, weerlegt een en ander en toont aan, wat Scliaepman's erf deel was en hoe de mannen van onzen tijd hem hebben na te volgen, want Schaepman-oplieme- larij alleen is nutteloos. Voor ons zijn andere problemen aan de orde en spr. wijst er op, hoe we daartegenover stelling moeten nemen. Tenslotte wijst spr. op den plicht der jongeren en eindigt met de woorden van Paus Leo XIII aan Schaepman. Terwijl deze rede verschillende malen door applaus was onderbroken, bracht de vergade ring aan het eind aan den redenaar een ovatie voor zijn begeesterende woorden. Door den voorzitter werd hierna een slot woord gesproken. Terwijl Mgr. H. v. d. Wetering de vergader zaal verliet, zongen allen het „Aan U, o Koning der Eeuwen". _La_lL. '"-fSrt 1) Volledig gepubliceerd in de Osse'rv. Rom. van 5 Augustus 192G. Naar „het Huisgezin'-' verneemt, zal dr. ICarel Leopold Bellon, priester uit het Aartsbisdom Mechelen, benoemd tot gewoon hoogleeraar in de Godsdienstgeschiedenis enz. aan de R.K. Universiteit te Nijmegen, op Woensdag 25 Januari a.s., des namiddags om 4 uur, zijn ambt aanvaarden met het uitspreken eener rede ia de kleine concertzaal van het Concertgeboutt

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 5