Tweede Blad
Donderdag 26 Januari 1928
Pagina 1
f EEN „MIRAKEL"
VAN „HET VOLK"
EEN PLECHTIGHEID AAN DE R. K. UNIVERSITEIT
t MR. HEEMSKERK
OVER DE
KATHOLIEKEN
bedankt de heer, iiaazevoet
ALS EERSTE KAMERLID
Opvolger Mr. Paul Reymer
AMBTSAANVAARDING
PROF. DR. L. BELLON
de begroeting van kardinaal
VAN ROEY.
MëpV--- - - --
toespraak van
11
üüMMüi
te
-Kg
MGR. VAX ROEY IX 0X8 LAND
TOENADERING TUSSdHEN
BELGIë EN NEDERLAND?
Ia ons blad is eenige maanden geleden
reeds de aandacht gevestigd op een „Volk"-
teuilleton, waarin de Theresia Neumann-
k west ie op schandelijke wijze was voorge
steld.
Nooit heelt „Het Volk" ook maar getracht
zijn valsehe beweringen te verdedigen; aan
herroepen daarvan is natuurlijk evenmin
ooit gedacht.
Integendeel ei- worden ook „mirakelen
ontdekt en „Het Volk!' van 20 October deelde
zijn lezers op een in 't oog vallende wijze
mee:
Een arbeider te Möeskróh in West-,
Vlaanderen, Bogaerts genaamd, kan als hij
wil tranen van bloed uit zijn oogeu laten
Tóllen. Dit niet aïledaagsclie teit ia offici
eel geconstateerd in tegenwoordigheid van
een dokter en een professor. Katholieken
hebben den man voorgesteld te verklaren,
dat bet een mirakel is, maar hij heeft ge
antwoord daar niets voor te voelen, omdat
bet de natuurlijkste zaak ter wereld Is, Als
mipnirpl'''-"h A:vH'».TiVn> z.'hrti'
bij wil, kan hij het mirakel herhalen, zoo
Vaak hij wil.
„De Tijd" heeft de praatjes van „Het Volk",
waar het lasterlijk karakter dik hoven op
ligt, onderzocht en gebleken is:
lo. dat Adr. Bogaert een sportief jong-
mensch is, die allerlei fakir-toeren verricht
en ook zoogenaamde „roode tranen" kan
schreien, een en ander niet veel verschillend
van wat sommige zoogenaamde Oostersche
goochelaars en magiërs in kijk- en paar
denspullen vertoonen;
2o. dat een ernstig medisch onderzoek van
het vveenen der roodo tranen nog in het ge
heel niet heeft plaats gehad, zoodat het
„officieele" vaststellen „in tegenwoordigheid
van een dokter en een professor" journalistie
ke humbug is van „liet Volk";
"o. dat de Katholieken het geval beschou
wen als een verschijnsel, te verklaren uit de
natuurlijke oorzaken, die ook voor de be
kende fakir-kunsten een oplossing geven;
•io. dat geen enkel Katholiek tc Moescroen
of elders bij Adr. Bogaerts ook maar gekikt
heeft over een voorstel om door hem te doen
verklaren „dat het een mirakel is";
lo. dat Bogaerts persoonlijk verklaart, hoe
er van eenige omkooperij of iets dergelijks
vanwege Katholieken geen sprake is ge
weest.
Van het lieele lasterlijke „mirakel", dat
„Het Volk" in, zijn bijgeloovige en alles-slik-
kende kringen tegen de Katholieke Kerk
trachtte te exploiteeren, blijft dus niets an
ders over dan clit mirakel, dat „Het Volk"
zwart maakt. wat. wit heet.
Mevrouw van Hallie heeft voor de „Groene"
een onderhoud gehad met oud-minister
Heemskerk.
Zij heeft den protestantschen staatsman
herinnerd aan diéns houding bij de behan
deling van de kwestie van liet gezantschap
hij den Paus.
,,'k Zag in dat geVantechap geen gevaar,
't Argument: daarmee erkent men den Paus
als 'hoofd der Cristnheidacht ik on
juist. Dat kan een niet-Katholieke regee-
Ting eenvoudig niet doen. De Fransehn,
Engelsehen en Duitschers, die wèl eèn .ge
zantschap daar hebben, dóen dat toch even
min. Dat kan 't Vaticaan zich ook niet
f verbeelden. Maar 't is een belangrijk diplo
matiek millieu. Daarom heeft een regeé-
ring er belang bij daar vertegenwoordigt!
te zijn. En dan ging 't alleen nog maar.
om de handhaving! Dat mag geen kwestie
zijn die de binnenlandsehe politiek kan
beheerschen. Protestanten, die pogen „Ro
me aldus achteruit te dringen, brengen
daardoor alleenhet Protestantisme in
gevaar.
De Katholieke partij heeft een zéér sterke
positie.
Omdat haar aanhangers niet verdeeld
zijn. Tenminste: zoo goed als. Er moe'.
rm gebeuren, eer de partij zich splitsen
aan f" 0,''° rich"»»gen zich daar
aan spiegelen!
Indien alle Protestanten eens zoo onbe
vooroordeeld cn nuchter waren als deze
ervaren staatsman, die een oprecht Protes
tant maar geen anti-papist is! Wij zullen
nog lang moeten werken eer wij zoover zijn
en vooral onze eenheid zal hier van buiten
gewoon nut kunnen zijn.
Naar verluidt, zoo meldt „De Gooi- eu
Eemlander", is liet waarschijnlijk, dat do
heer Haazévoet binnenkort zijn ontslag als
Eerste Kamerlid zal indienen.
Is dit het geval, dan zal burgemeester
Reymer van Hilversum, als opvolger op de
■tangiijst, lid van de Eerste Kamer worden.
Z.Em. Kardinaal van Roey en H.H. D.D. H.H-.
Mgr. H. v. d. Wetering en Mgr. A. F. Diepen
onder de aanwezigen.
De primaat van België Z.Em. J. E. Kardinaal
van Roey, aartsbisschop van Mechelen bracht
gisteren 'n bezoek aan de Keizei' Karei-Univer
siteit te Nijmegen om dooi' zijn tegenwoordig
heid luister bij te zetten aan de academische
zitting, waarin de nieuwbenoemde professor dr.
L. Bellon als opvolger van prof. Steffes zijn in
augurale rede houdt.
De inauguratie vain prof. Bellon had om
kwart over vier in de Kleine Concertzaal van
„de Vereeniging" plaats :en wérd behalveVdoor
Z.Em. Kardinaal van Roéy ook bijgewoond door
Z. D. H. Mgr. H. v. d. Wetering, Aartsbisschop
van Utrecht en Z. D. H. Mgr. A. F. Diepen, Bis
schop van 's-HertogénbpIch.
Met de professoren dér Nijmeegsehë Alma
Mater waren oplc aanwezig dé - oud-professoren
- van dr. Bellon de L-uvenseh-e hpogieeraren dr.
De Meyer, dr. Tobac en dr. Janssen .van de
theologische faculteit en dr. Boon van dé facul
teit der Letteren.
De Senaat der professoren en de Leuveusche
collega s waren gekleed in de professorale toga
en hadden plaats genomen op het podium in
de kleine concertzaal der „Vereeniging''.
Door den rector-magnificus dr. Jac. van Gin-
neken werd hij den aanvang der zitting de
volgende rede uitgesproken, gericht tot Kardi
naal van Roey.
REDE PROF. DR. JAC. VAN GINNEKEN.
i
PROF. DR. JAC. VAN GINNEKEN
Het wii mij voorkomen, dat hier vandaag
het oude en het nieuwe een zeldzaam, eendrach
tige verbroedering vieren; en dat Gij, Eminen
tie, ons juist dadrom zoo diep en hartelijk
welkom zij twijl wij heel op den grond van ons
Svezen hier thans iets aanvoelen als het les-
schen van een ouden dorst, de eindelijke ver
zadiging van eeuwenheugenden honger.
Want juist de strijd van outl en nieuw
heide immers zoo geheel verschillende waar
den 1 houdt vaak den dorst der menschheid
gaande om ons te laven. En niet iedere dag is
gezegend genoeg.
Het nieuwe is het laatste, het meest affe, de
gereedste aanpassing aan den Ingewikkelden
eisch vain het oogentolik; maar het weet niets
van de oerdtopten der oude Ingeleefde werke
lijkheid. En daarom zijn de nieuwste ontdekkin
gen altijd de beste, maar het beste is ook altijd
het oudste geloof. Oude werkwijzen kunnen niet
wedijveren, met de nieuwe, oude machines wer
ken te langzaam, vragen nog te veel bediening,
lijken en zijn minderwaardig en aftandsch ver
sleten bovendien. Maar van den anderen kant
heeft het oude niet alle,en de waardigheid van
het beleefde verleden, maar bovendien krijgt
het oeroude bij hooge uitzondering reeds hier
beneden ten slotte de onsterflijkheid. Waarom
Juist omdat de grootheden, wien hier op aarde
zulk een ouderdom te beurt valt, blijken te be
lmoren tot het diepere wezen der dingen; waar
aan niet reiken kan de immer weer wisselende
eisch van het nieuwe, dat immers bijna moet
blijven aan de oppervlakte dei' uiterlijke aan-
raakbaarheid.
Welnu, Eminentie, van minstens drie zulke
eeuwentarlende- grootheden brengt gij aan ons
springlevende maar nog pril-jeugdige Universi
teit op heden de zegenende wijding, den ouderen
eemvaardigen groet.
En zouden wij U daar g-aeu dank voor welen?
Welgekomen dan,, op de eerste plaats, Emi
nentie, wijl Gij hier wilt komen als roode kar
dinaal van Rome, ja zeker, dat oude, stokoude,
oeroude Roomscbe Rome; als kardinaal der
Kerk bij de opneming van een Uwer priesters
onder de hoogleeraren der Roomsche Nijm-eeg-
scho Universiteit. En wij voelen ons hart war
mer kloppen en luider slaan, nu wij in Uwe na
bijheid en d-oor Uwe sympathie ons weer nau
wer vereenigd voelen met: den Rotsman van
Rome door de eeuwen heen den stedehouder
hier op aarde van Je sus Christus, den duizend
maal gezegenden Godmensch.
Roode Kardinaal van Jesus' Stedehouder te
Rome, wees ons van Roomschen harte; welge
komen.
-Vreugde, heuglijke jéugévreugde bezielt
ons op de tweede plaats, Eminentie, wijl Gij
komt als Kanselier tier eeuwenheugende
Roomsch-Katholieke itwlyersitelt van Leu-
iven, omstuwd door een groep van Leuven-
|che professoren, om, als het ware uitgeleide
te doen aan den Leuvensciien student en
Èeredoctor, die hier komt inaugureeren als
hoogleeraav aan de jongste Roomsch-Katholie-
ke Universiteit van Nijmegen.
Maar welkom op de derde plaats, ook als
groot kind der Groot Brabautsche Kempen,
Aartsbisschop van de Klein-Brabantsche bis-
schopstad Mechelen, Vlaamsche zoon van
Groot-Nederland; dat oude oeroude Dietsehe
Groot-Nederland.
Nog eenmaal Eminentie; wees hier wel
gekomen, als de lessehtng van onzen dorst
naar een bevredigende Evangelische synthese
van nova et veteira.
En om ook weer in eigen kring hetzelfde
beginsel te doen leven, geef ik nu, na het
oudere betoog van den Rector, het jongere
woord aan onze studenten, den praeses van
Carolus Magnus.
De heer mr. p, p Hoan, praeses van
Oarolus Magnus, begroette hierop Z.Em. on
geveer als volgt:
BEGROETING door DEN HEER
MR. F. HOAN.
Het is voor mij '11 hooge eer namens de Nij-
meegsche studenten Uwe Eminentie te mogen
begroeten en U te mogen aanbieden de betui
ging van onzen eerbied en lioogaohtiDg.
Wij geven Uwe Eminentie de verzekering
alles in het werk te zullen stellen om dit stre
ven te verwezenlijken.
Op deze beide' begroetingen werd door Z.Em
Knrd. van Roey geantwoord.
Z.EM. KARDINAAL VAN ROEY.
Diep dankbaar, zeide Z. Em., ben ik voor
den heerlijken welkomstgroet door den hoog-
gewaardeei'deu Rector-
Magnificus en door
den jongen student,
die de gevoelens uit
drukte van de jeugd,
tot mij gericht.
Met een waar ge
noegen aanvaardde ik
de uitnoodiging om
Lij gelegenheid van
dé inauguratie van
nw nieuwen professor,
dr. Bellon, 'n vriend-
schapsbezoelt te bren
gen aan de Katholieke Universiteit van
Nijmegen.
Ik heb reeds „zóóveel blijken van verkleefd
heid ondervonden, dat ik mij geroepen gevoel
om mijn verknochtheid uit te drukken voor de
jonge, veel belovende zuster van Leuven.
Ik vertrouw dat beide dochters der Katho
lieke Moederkerk, beide liet oog houdend op
godsdienstige en wetenschappelijke vorming,
steeds hand aan hand zullen gaan.
Ik hoop, dat de Almachtige God dit werk
zal blijven zegenen tot heil van u allen.
Tevens ben ik gelukkig vervolgde.-Z. -Em.
deze eerste gelegenheid waar" te netnenj
11a mijn benoeming OP den aarlsb'issëhoppeiij'ken
troon van Mechelen, om aan het Doorluchtig
Episcopaat van Nederland eji aan dé. Kutjjo-
KARD. VAN ROSY
LIT JALOEZIE STAK DEZER DAGEN in het woonwagenkamp te Breda een der bewoners
zijn buurman mot een mes overhoop, omdat hij hem, ln gezelschap van zijn vrouw en haar
moeder, in den woonwagen van laatstgenoemde aantrof. De wouw, waarom de moord ge
schiedde, is hierboven in den wagen barer moeder afgebeeld.
OM DE MENSC'HEN MEER MET DE ONLANGS' GEREED GEKOMEN GASLEIDING té
Pijnakker vertrouwd te maken, heeft men aldaar een gasteutoonstelling georganiseerd,
tot groot gemak van de nieuwe gashouders. Eeu kijkje op deze lent0011 stelling.
Keken van dit. land den vriendschapsgroet te
brengen der Belgische Katholieken.
Wij staan vol bewondering voor hetgeen hier
is tot stand gebracht. Wij bewonderen uw
katholiek onderwijs, de uitbreiding uwer
missie-actie, uw sociale werken, uw bloeiend
cultureel, sociaal en politiek leven. Wij zijn
overtuigd, dat wij veel van u te leeren heb
ben. Ik vorm daarom den innigen wensch dat
tusschen de Katholieken onzer beide landen
de banden nauwer en inniger zullen worden.
Die banden zijn gelegd en zooals uw Rector-
Magnificus heeft gezegd worden hechter ge
maakt door zooveel blijde en droeve herinnerin
gen uit het verleden.
Ik hoop aldus besloot Z. Em. zijn toer
spraak dat de banden nog inniger zullen
worden tot versterking van de wetenschap en
onzen heiligen godsdienst, tot heil onzer Moeder
de H. Kerk,
Aan de inaugureele rede van prof. Bellon ge
titeld: „Methode of leerstelsel in de vergelij
kende studie dér godsdiensten" is het volgende
ontleend;
REDE PROF. DR. L. BELLON.
Zonder eene reëele bepaling te willen geven
van het eigenlijk wezen van den godsdienst of
ei' een waardeoordeel oveT uit te spreken, zon
der te Willen vaststellen welk psychologisch
elementoverheerschend is in het godsdienstig
leven, kjjnnen wij Uier eene bepaling geven, die
volstaat' >1» het godsdienstig phenomeenvan
alle andere te onderscheiden en om op die
wijze het voorwerp van de vergelijkende studie
der godsdiensten te omschrijven: Godsdienst
is een geheel van betrekkingen, die de mensch
onderhoudt met eene bovennatuurlijke macht,
waarvan hij meent afhankelijk te zijn en gun
sten wil bekomen.
Zoo beschouwd is de godsdienst een alge
meen verschijnsel bij alle volkeren en in alle
tijden. Hebben dus alle volkeren in alle tijden
een godsdienst gehad zooals zij hoofdmannen,
familiëu, kleederen, talen bezaten, dan rijst
het vermoeden oogenhlikkelijk op, dat de
godsdienst in den mensch aan eene onmisbare
behoefte moet beantwoorden, m.a.w. voor dit
algemeen phenomeen moet in de menschheid
eene algemeen geldende oorzaak worden ont
dekt.
Hoe nu deze behoeften en zielstoestanden
ontdekt, m.a.w. waarom wendt de mensch zich
tot een lioogere macht, wil hij met haar be
trekkingen onderhouden, meent hij van haar
afhankelijk te zijn en wil hij gunsten van haar
bekomen?
Op deze vraag bebben wijsgeeren, psycho
logen, beoefenaars van de geschiedenis der
godsdiensten gemeend een antwoord te kunnen
geven. In die antwoorden vinden wij, aldus
spr., een bonte verscheidenheid. Wanneer wij
deze, die door de beoefenaars van de geschie
denis gegeven worden, nagaan, dafi vinden wij
dat ook hun oordeel ten langen laatste beïn
vloed is geworden door wijsgeerige opvattingen.
„Wanneer wij zien liet reuzenaandeel, dat het
vooropgezette oordeel in de uitbouwing der fei
ten tot theorie gehad heeft, moeten wij dan,
vraagt" spr., volstrekt wanhopen aan de uitsla
gen van de geschiedenis der godsdiensten? En
wij herhalen de hooger reeds gestelde vraag:
wordt zij niet noodzakelijk beïnvloed door de
reeds gegeven •wijsgéerigo «opvatting
Er schijnt de laatste jaren een nieuwe strea
ming haren weg te banen en doet deze bij
velen optimistische verwachtingen oprijzen. Is
het misschien de mislukking der vroegere
methode die de oogen geopend heeft?
De nieuwe school maakt zich los van elke
historische thesis over de afhankelijkheid of
onafhankelijkheid van volkeren of beschavin
gen tengevolge van landverhuizingen, verove
ringen of ontleeningen, over de eenheid of veel
vuldigheid dér eerste stamhouders van liet
mensc lie lijk geslacht.
Door deze algemeene beschouwingen Wordt
de ethnologie zich bewust van de zware taak,
die haai' te wachten staat. Zij hééft te ontwar
ren, wat de eeuwen vermengd hebben, zij heeft
de zuiver-oorspronkeiijke typen te onderschei
den van de gemengde, het geleend goed op te
spèuren, 'den stamboom of de stamboomen, die
deze betrekkingen uitdrukken, op te maken.
Had de nieuwe methode niets meer gedaan
dan dit bewustzijn opwekken, in 't bijzonder bij
hen die naar den primitieven vorm der gods
diensten zoeken, dan zon zij reeds een niet te
onderschatten dienst bewezen hebben aan de
•wetenschap.
Opvallend is de gelijkenis der nieuwe metho
de in de ëtiinoloÉie mét dë kultdurhist'oriseha
methode op het gebied der eigenlijke geschie
denis. Deze gelijkenis zal zich steeds beter
laten vaststellen.
Op die wijze beoefend, kan de ethnologie ons
leeren, welke de betrekkingen geweest zijn tus
schen de verschillende kuituren.
Met volle recht eisclvt deze methode 't recht
op, zich als historisch te betitelen.
Het etbnologisch onderzoek moet zich nood
zakelijk wenden naar de liedeudaagsche nog
niet beschaafde volkeren. Welnu, de ethnologie
kan niet bewijzen, dat de instellingen en gods
dienstige begrippen dier volkeren een voldoen
den iniiebtingsgrond vormen voor de kennis
der oervolkeren.
Zelfs in de allevvoordeeligste voorwaarden
kan de ethnologie, als empirische wetenschap
beschouwd, ons niet inlichten over den werké*
lijken oorsprong van het godsdienstig leven in
de menschheid.
Tot eenzelfde besluit zou ons het onderzoek
der moderne godsdienstpsychologie brengen.
Samenvattend besluit spr.:
Een zuiver empirische methode is niet bij
machte, ons de volledige oplossing van het
vraagstuk over den oorsprong der godsdiensten
te geven. Noodzakelijk moet de vergelijkende
studie der godsdiensten aanleunen en vervol
ledigd worden door metaphysische waarde-
oordeelen. De beste waarborgen voor zuiver
wetenschappelijk werk worden gegeven door
hen, die ten volle bewust zijn van de wijsgeeri
ge beginselen, waarop hunne wereldbeschou
wing steunt en die dus ook best in staat zijn
deze nauwkeurig afgescheiden té houden van
het feitenmateriaal, dat zij in wetenschappelijke
monograpliieën ophoopen. Dan eerst zullen de
ze een degelijken grond kunnen vormen voor
meer algemeene besluiten en, zoo noodig, hun
ne wijsgeerige opvattingen in andere richtingen
dringen.
Nadat door professor Dr. Bellon zijn
rede was gehouden, sloot de Reetor-Magni-
ficus op de gebruikelijke wijze de plechtig
heid met gebed.
De Vlaamsclie kwestie
In Vlaamsche katholieke kringen wordt ver-
zekerd, dat de bestrijding van de Vlaamsclia
zelfstandigheidsbeweging, welke vooral onder
de katholieken aanhangers telt, binnenkort,
met vernieuwde kracht, door mgr. van Roey,
aartsbisschop van Mechelen, zal worden voort
gezet.
Anderzijds wordt door een Vlaamsch-
nationaal blad gemeld, dat mgr. van Roey,
van zijn verblijf in Nederland gebruik hoopte
te maken om door persoonlijke kennismaking
met den aartsbisschop van Utrecht, de toe
nadering tusschen Nederland en België te
bevorderen en te bewerken, dat „de Neder-
landsche katholieke pers baar over het alge
meen zeer sympathieke houding jegens het
Vlaamsche nationalisme zou herzien".
PROF. DR. H. A. LORENTZ.
De toestand onveranderd
Omtrent den toestand van prof. Lorenlz,
meldde men ons gisterenavond uit Leiden, dat
de temperatuur is toegenomen. Overigens is
de toestand onveranderd.
OVERNAME VLIEGTUIGEN VOOR DE
MARINE.
t
Mjuisterieele belangs
De Minister van Marine ad interim, de liee?
Lambooy, bezócht gister de vliegtulgenfabrieki
„Aviolanda" van Gebr. Burgerhout te Papen-
dreclit, ter bijwoning der overuame-proefvluchi
ten van de. derde voor Nederlandsch-Indië be
stemde Dornier-Wal vliegboot. Zoóals men weet
bestaat de verwachting dat eenige dier vlieg*
booten naar Indië zullen worden overgevlogen.
RES. LUIT.;JKOLONEL L. LA FORS. f 1
In het Militair Hospitaal is overleden. 55
jaar oud, de reserve luitenant-kolonel der in
fanterie L. Th. Ph. J. La Fors.
HET SPOORWEGONGELUK TE
ZANDVOORT.
Een der gewonden hersteld
De, heer Boelen, die wegens een schouder
fractuur, opgêlobpèn bij het spoorwegongeluk
te Zandvóort in de Maria-stichting'te Haarlem
móést worden opgenomen, lïeet't defee stichting
thans kunnen verlaten.
TER DOOD VEROORDEELD.
PADANG, 25 Januari. (ANETA) De Land
raad te Soeliki heeft Loewi wegens moord op
de echtgenoote van het negarihoofd te Padans-
Djapang ter dood veroordeeld.