ONZE VROUWENRUBRIEK '/A\ SCHAKEERINGEN. JURKEN. DE GOEDE MANIER. RECEPTEN. BOEKOMSLAG. NOG MEER OVER POEDER. Patronen naar Maat. BEWAREN. EEN AARDIG BEURSJE. AAN J)eN VRIJDAG 27 JANUARI 1928 DERDE BLAD schriftelijke toestemming verboden. Overname uit deze rubriek zonde' kruingedeelle van ons boompje wordit nu met groene ripolin geverfd o£ in ge wone groene verf gedoopt. Het voetje geven we een donkerbruine lint of des noods voc? 'I gemak ook een groene. Nu is onze boem klaar. Struiken kunnen gemaakt worden door het omwoelen van den stam weg te la ten. Weet u waar het leven van gemaakt is? En het geluk? En het overgroote d"eel van ons verdriet? Niet van schok kende gebeurtenissen of knaleffecten van heuglijke tijdingen maar van in tonaties, blikken en gelaatsuitdrukkin gen. Het groote leven en dan denken we aan een abstract ontzagwekkend won der, aan hooggebergien van gedachten en afgronden van gevoel, en sommigen van ons betwijfelen of ze het ooit van aangelicht tot aangezicht zullen zien, of ooit een glimp van al zijn heerlijkheid in hun nederig, alledaagsch bestaan zal ge zien worden. Maar zoo is het niet. Het leven, ons leven: d'at is de blik waarmee men ons groet, de stem waarmee we antwoord geven op huiselijke vragen, het gezicht, waarmee onze huisgenooten thuiskomen, het gebaar, waarmee we hun 'n ge-" vraagd boek toeschuiven, de manier, waarop we de kleintjes een schaar af nemen en de grooten op 'n slingerenden handschoen wijzen Er is een groote verscheidenheid van levens, van vreugden, van ontgoochelin gen, van tevredenheid, van druk.... Om- d'at er een groote verscheidenheid van stemmingen en gewoonten, van blikken en gebaren en stembuigingen bestaat, bij ons allen en de menschen om ons heen.. 't Is een heel oude en al dikwijls ge hoorde waarheid, dat 't toch zoo'n groot verschil maakt, hoe we de dingen zeg gen, met welk gezicht en op welken toon! Maar toch denken we er nog veel te weinig aan, dat we met zulke nietig heden ons léven kunnen maken of bre ken, ons geluk, dat toch immers geen ver, vaag begrip is, maar 'n heel con creet ding-van-elken-dag! Wc schijnen altijd! te denken, dat ons huiselijk geluk, onze goede onderlinge verstandhouding wel tegen 'n slootje kan! Bij vreemden zijn we vreeselijk voorzichtig, we wikken en wegen ieder woordje en gezegdetje, om maar geen storing te brengen in de atmosfeer van ïoetelijke ingenomenheid van alle aanwezigen onderling. Aan de huiselijke weersgesteldheid daarentegen valt zoo veel niet te bederven, vinden we, die is zoo gauw niet van streekSchijnbaar gebeurt er ook niets, wanneer we er eens uitvallen, er volgt soms geen merk bare verandering na gedragingen, waar om oppervlakkige kennissen ons kort en bondig den rug zouden toekecren „tot nimmer wederziens." En toch behoeft juist die schijnbaar zoo robuste huise lijke verstandhouding, waaraan we ons soms met zoo'n gerust hart botvieren, zoo'n groote, groote zorg. Zoo'n warme, trouwe bescherming! Wat verloren gaat, wanneer we niet altoos voorzichtig zijn, is zóó teer en ijl, dat we misschien niet eens bemerken, hoe en wanneer het vervluchtigt. De stevigste kern blijft na tuurlijk wel over, maar wordt langza merhand bijna onherkenbaar verborgen onder een laagje schijnbare onverschil ligheid en allerlei kleine ruwheden van t zelfde soort als de onze, inplaats van zuiver en warm uit te stralen dtaor een •mhulsel van liefdevolle voorkomend- leidj zich uitend in duizend! ongezochte nietigheden. In huis, door het voortdurend sa menzijn van altijd dezelfde groep op- elkaar-aangewezen menschen, ontstaat zóó licht wrijving en, bij herhaling daar van, blijvende wrevel, zoo niet tegen de personen, dan toch tegen hun eigen schappen, wat in onzen omgang vrijwel op 't zelfde neerkomt! Daarom kan iede re kleinigheid er zulke vérstrekkende gevolgen hebben, en moet er zooveel zorg besteed worden aan de keuze van woorden en bewegingen: de uitwerking blijft als 't ware opgesloten tusschen de vier muren en kan niet ontsnappen! Er Eggen zoo ontzaglijk veel nuan ces tusschen den zachlen en den koel- spottenden blik, tusschen 't hartelijke en het scherpe woord. Waar is de grens, die wc tot geen prijs mogen overschrij den, hoe groot de verzoeking, ons tc la ten gaan, ook zijn mag? Nog beter is 't, maar royaal aan den veiligen kant er van te blijven! Het best kunnen we die bijna onmerkbare overgangen waarnemen op een oogenblik nadat we juist, lichtelijk geïrriteerd, een eenigszins ongenietelijke opmerking ten beste hebben gegeven. Meestal zijn we er op zoo'n moment niet voor in de stem ming maar o, als w- dan eens rustig en objectief de gelaatsuitdrukking- en stem-nuances van den ander konden be- studeeren en taxeeren, en daarna weer onze eigene, wanneer we innerlijk en meteen ook uiterlijk op de zijne reagee- ren, wat 'n menscbenkennis zoud'en we in zoo'n paar seconden opdoen! 't Kan zijn, dat ve een antwoord krij gen, zóó redelijk en "^vriendelijk, dat we ineens ontwapend worden, en meteen opgevoerd tot spontane waardeering. Vertoont 't echter een andeje schakee ring van vriendelijkheid, die eigenaardi ge, zalvende, sussende toegefelijkheid, die schijnt te willen zeggen: „arme prik kelbare ziel, je moet 'n beetje gekal meerd worden, hé?" dan zal ons vol gend stemmingsmoment, behalve 'n zwaardere dosis ongenietelijkheid, nog '11 scheutje kwaadaardigheid bevatten ook. En o wee, o wee, als er in 't antwoord, dat we krijgen, plotselinge echo's klin ken van onze eigen vinnigheid, als er lichte nuances van wrevel of koele ver bazing in te bespeuren vallen! We voe len dan hoe we innerlijk, als 't ware bui ten onzen bewusten wil om, aarzelen tusschen de keuze uit verschillende schakecringen toenemende boosheid, en overleggen, welken graad van scherpte we in onzen toon zullen leggen nog half teruggehouden door 'n zekere ver legenheid tengevolge van 't doortastend optreden van den ander. Eén ideetje minder heftigheid in zijn stem en on ze eigen woede-thermometer zou even eens n paar streepjes lager gewezen hebben. Zpo'n wisselwerking is 't be- studeeren waard! Juist zoo gaat 't met de verzoening. Eén aarzelend stapje naderbij van den een, en de ander zet er twee één vleugje tegemoetkoming in onze intona tie, en de stem van den ander vloeit al over van spontane hartelijkheid.... Wat kan er veel voorkomen, bedor ven en hersteld worden door één tintje lichter of donkerder! Als we ons niet heelemaal kunnen beheerschen, wat zou 't dan een goede gewoonte zijn, 't één zoo'n spectrum-streepje te probeeren! Ons kleurig „uitpakken" één nuance tem peren, onze geeuwerig-gemompelde ant woorden één toontje op-klaren! En dlan later nóg weer eens eentje! 't Is opmer kelijk, hoe gauw en gemakkelijk zooiets gewoonte wordt! En wat zou door die kleine verschillen van kleurhoogte onze levensschilderij winnen aan gloed en warmte van toon! Onze kinderen zullen deze boome® gebruiken zoowel bij bouwen, als bij spelen met hun spoortje of met htm dieren uit d'e ark. Wie geen pitriet-restjes heeft, kan de» ze boompjes ook maken door b.v, uit» gebloeide heidetakjes inplaats daarvafl te gebruiken, J. F. JACOBS—ARRïëNS. No. A 10. Jurkje voor den leeflijd van 7 tot 14 jaar. Hiervoor kunnen we 't best donkerblauwe wollen, crêpe of andere fijne blauwe stof nemen en gar- neeren met frisch rood. Dat staat voor kinderen altijd bijzonder lief. Het modelletje is eenvoudig recht met van voren zakjes en ingezette mouwen, langs den geheelen voorkant loopt een smalle roode bies. Het platte aan den hals gesloten kraagje, manchetten en zaksplitjes zijn afgezet met een smal rood biesje. Ceintuurtje en losse strik eveneens rood1. Vindt men het jurkje te veel met rood gegarneerd, dan kan het ceintuurtje ook van dezelfde donker blauwe stof gemaakt worden. No. A 11. Jurkje van effen lof, ki mono geknipt van 7 tot 14 jaar. Aan de linkerzijde wordt een apart geplooid stukje ingezet. Hals- en mouwalbiezing, knoopjes en ceintuurtje in een afsteken de kleur. No. A 12. Jurkje met aangeknipte mouwtjes van wollen stof, viyeila of kasha voor den leeftijd van 12 tot 15 jaar. Deze jurk heeft een aparte, geplooi de voorbaan. De plooitjes loopen naar één kant en worden door het ceintuurtje bijeengehouden. De vierkante hals en de mouwtjes zijn afgebiesd met een afstekende kleur zijde of stof. No. A 12 is voor den leeftijd van 5 tot 10 jaar. De geplooide rijbanen zijn apart tusschen gezet. De ingezette mouwtjes hebben smalle manchetjes. Het vierkante halsje heeft een kort split je, hetwelk met drie kleine knoo- pen en knoopsgaatjes gesloten wordt. Biesje langs hals, manchetjes en cein tuur in een afstekende kleur, ANEMOON van. oppersen! Kennen we die al lemaal? Ik bon er niet zeker van, en toch zijn er weinig huiselijke handig heidjes, die ons zóó goed te pas ko men, nu de tegenwoordige mode bijna al onze jurken, mantels en zelfs on dergoed rijkelijk van platte en holle plooien of plissé voorziet. Heel t cachet van menig eenveudm sluit-jurkje hangt dan ook af van de meer of minder verzorgde plooien; al leen het meer of minder kundig en veelvuldig oppersen vermag 't te ver heffen tot een gekleed toileije of te de- granaeren tot een afgesjouwd huispak- je. Scherpe plooien zijn tegenwoordig in onze kleeding van evenveel belang als in de mannelijke pantalon. Als tijd en goede wil aanwezig zijn, wordt dikwijls het effect nog bedor ven door cn-dcskundige behandeling. Daarom volgen hier een paar eenvou dige aanwijzingen die, trouw gevolgd', u zo! en verrassen deer haar resultaat. Benoodigd zijn: een flinke b»eede strijkplank, een bakje schoon, koud wa- icr, een aunne witte doek, een doosje ;n.e, Halen spelden en een zeer heet strijkijzer, bij voorkeur electriscb. Schuif de jurk over de plank, zóó. °at. 2<?<"n aan uw rechterhand ligt. Nooit andersom! Speld ze langs de heuplijn, even boven het begin van de plooien op de plank vast. Vouw nu plooi voor plooi zoo recht en scherp mogelijk in, trek ze strak en spekl ze aan den zoom op de plank vast. U aunt onmiddellijk zien of u ze zuiver hebt gevouwen of niet; zoo ja, dan lig gen ze heel plat, in 't andere geval zullen ze bobbelen en krinkelen. Doop nti den doek in het water, knijp fcetn zoo stevig mogelijk uit en bevoch tig het heete plooiengebied. Zie nog even 11a, of alles heel vlak ligt en ga langzaam en stevig met het ijzer over elke piooi, meer drukkend dan strijkend, en steeds van den zoom af opwaarts, boven de zoomspelden beginnend. Strijk niet heen en weer of dwars, en ook niet te dikwijls; tweemaal voor elke plooi is ruim voldoende. Leg nu de linkerhand stevig op de plooien even boven den zoom, zóó, dat ze niet kunnen verschuiven, maak met de rechter de zoomspeldten los, en pers den zoom. Dit kan dwars gebeuren. Zon- er "ezc linkerhand zou de zwaarte van de jurk, die aan weerszijden langs de plank neerhangt, de plooi weer open trekken en uiteen doen vallen. Is het plooiengebied breeder dan de strijk plank, zoodat dit zelfde gevaar zou dreigen, dan wordt slechts plooi voor plooi de zoem losgespeld en geperst. Is een plooi of plocigroep te breed offl door de linkerhand ,in bedwang gehou den te worden, dan worden de' spelden, zoodia ze eruit genomen zijn, aan weerszijden van de plooien in den zoom vestje steken, zoodat de zwaarte van de jurx ze niet naar twee kanten uiteen kan doen zakken. Ook kunt U in de plaats van d'e vlakke linkerhand op de zelfde plaats, waar u die zoudt houden, een lang liniaal dwars over de plooien leggen en dat met een paar vingers ste vig aandrukken. Al deze kleinigheden zijn van groot belang voor 'n goed re sultaat! Moeten mouwen en bovendeel van de jurk gestreken worden, dan dient dit vóór t plooien-persen te gebeuren. Is 't persen klaar, dan worden de spelden van de heuplijn weggenomen, de jurk viug van de plank geschoven en min stens twee uren ruim uitgehangen, niet in een volle of bedompte kast, daar zo fan een doffe warme strijkijzerlucht be houdt. Nooit een jurk onmiddellijk na 't persen aanschieten! De plooien die er mat warmte in werden geperst, gaan er even gemakkelijk weer uit, zoolang de stof nog warm is! Is do stof van een soort, die zou kun nen gaan glimmen, bedek dan dc plooi- en-zöne geheel met den vochtigen doek en strijk zóó. Eerst invochten is dan natuurlijk overbodig. Het zonder doek aan den verkeerden kant persen is niet aan te bevelen, daar men rekening moet houden met 'n eventueel keeren, en naarom de stof niet ontoonbaar mag maken. Zijden stoffen moeten steeds onder een doek gestreken en geperst worden. Probeer 'i eens op uw ondergoed, precies volgens deze aanwijzingen! 't Zal er opmerkelijk door winnen, en 0 krijgt tegelijk een handigheid en vin gervlugheid in 't hanteeren van lastige plooiengroepen en spelden, die u te pa9 zal komen, wanneer ge u gaat wagen aan uw nieuwe jurk of allermooiste deux-pièces! KAJA. MACHTELD. Het gaat gemakkelijk, een boekomslag te koopen, maar daarom is het niet aardiger, dan wanneer ge hem zelf maakt. Ilandwerk-ontwerpen zijn meestal mooier dan patronen, die men in winkels koopt. Men heeft dan een eigen ontwerp, terwijl cr in de winkels meerdere van hetzelfde patroon verkocht worden. Teeken dit patroon eerst met gekleurd potlood op den boekomslag, terwijl men daarna het dan borduurt JACQ. We moeten vooral niet denken, dat I andere methode zou verreweg de voor alle poudre-de-riz hetzelfde is en d'at we keur verdienen boven deze combinaties. ,„PR"ZEN DER PATRONEN: A 10 f 0.60. A 11 J0.65. A 12 A 13 f 0.90. f 0.90, maar een of ander voordeelig doosje van 'n obscuur merk kunnen koopen en den inhoud straffeloos op ons gezicht strooien! Het verschil zit 'm voorname lijk in de meer of mindere fijnheid van het poeder. Goedkoope soorten zijn meestal grof-korrelig; voor 'n leek lijkt t natuurlijk altijd nog we! fijn, maar vergelijk 't maar eens met 't onnoerae lijk teere, wolkende stuifsel van de be tere werken! Daarom: als poeder ge bruikt, gebruik dan beste en duurste anders kunt u 't veel beter nalaten! Voorts mag men nooit of te nimmer poeder bezigen zonder eerst een weinig vanisbing-cream te hebben aangebracht Niet alleen „houdt" het poeder veel ge lijkmatiger en langer, maar de cream voorkomt, dat de poederstofjes in de poriën dringen en daar achterblijven, ze verstoppend en verwijdend. En omgekeerd is het niet raadzaam, vanishing te ge bruiken om een mooie matte teint te verkrijgen, zonder daarn 1 een vleugje fijn poeder over 't gezicht te stuiven. Anders gaat de matte friscbheid, vooral in n warme zaal, al heel gauw verlo ren, de transpiratie van 't gezicht wordt bevorderd en dit krijgt een eenigszins plakkerig en groezelig uitzicht. Poeder en Vanishing-cream moeten dus steeds onafscheidelijk zijn. Er is tegenwoordig een mengsel in den handel, dat poeder en droge crème beide beweert te zijn, en uit een tubetje °p 't gezicht gebracht wordt, dat daar mee dan meteen kant en klaar heet. Ook is er een soort poeder, waaraan bij de bereiding 'n „ondergrond" van zul ke crème in geheel drogen vorm werd toegevoegd. Tegen beide praeparaten wordt door sommige schoonheidsspecia listen ernstig gewaarschuwd, alweer om dat de poriën er door verstopt raken. De Ook over het poeder in compacten vorm, de z.g. vaste steentjes, loopen de meeningen uiteen. Ze zijn ongelooflijk practise®, die kleine doosjes met spie geltjes in t deksel, maar wat we er af wrijven is ontegenzeglijk grover en minder luchtig dan het losse poeder, dat we met een zwanendonsjc over ons ge zicht stuiven. Ook is 't bijna ondoenlijk, het. gelijkmatig aan te brengen. Wat de verschillende nuances betreft, die tegenwoordig verkrijgbaar zijn, zou ik u aanraden, nooit wit te nemen; nie- naiia Wt 266'n blanke gelaatskleur, LfJ r ."f1, onnatuurlijk en kalk achtig afsteekt en teveel in het oog loopt. „Naturel" is veel beter en ook nog heel licht van tint. Wanneer men er wat bleek en betrokken (bleek is heel iets anders dan blank!} uitziet, kan men soms verrassende resultaten bereiken met rose poeder, natuurlijk niet van dat gemeene, harde rose, maar de goede, zachte lint, die de betere merken heb ben. Deze steekt niet af, maar schijnt de teint op nnatuurlijke manier op te fleuren, veel fijner en opvallender dan rouge zou kunnen. De Rachel- en Ocre- nuances voor 'n donkere teint zou ik alleen aanbevelen, wanneer uw huid nog bruiner is dan het poeder zelf heeft ze dezelfde kleurhoogte, dan is 't be ter een lichter tint poeder te kiezen, b.v, Ucre rosé. Poeder, dat even don ker is, is weliswaar mooi onzichtbaar, maar de huid wordt dan ook nooit ver- opgefleurd, lijkt zelfs dik wijls nog donkerder, dan ze zou behoe ven te zijn. Behoef ik nóg eens te zeggen, dat al le poeder s avonds met de grootste zorgvuldigheid verwijdert behoord te worden, en waarom? Ik geloof het niet! EVA, Wie van U wel eens met pitrïet vlecht, doet goed de kleine resljes van verschil lende dikten te bewaren. Er kunnen namelijk heel aardige boompjes van gemaakt worden, die door kinderen, die in het bouwstadium zijn, erg gewaardeerd worden, We hebben cr ook leege klos sen bij noodig, dus die moeten we voor taan ook maar in de „bewaardo-os" stoppen. Om onze bcomen te maken, beginnen we met de ondersle schijf van een klos af te zagen, iets wat eenvou diger schijnt dan het is, omdat zoo'n ronde klos nu eenmaal bij voorkeur rolt. De bovenste schijf kan voor een twee den boom dienen. Als we zoover zijn, nemen we kleine eindjes pitriet en stoppen er ihet gaatje in. de klosschijf mee vol, nadat we elk eindje even in lijm, bij voorkeur hout- lijm, gedoopt hebben. De lengte van onze eindjes hangt af van de hoogte, d'ie we onzen boom wil len geven. Zijn we zoover, dan omwoelen we van onderen tot aan de kruin de eindjes pit- ïiet gezamenlijk met 'n groen-grijzen of bruinachtigen draad raffia en vormen zoo den stam. Hebben we geen wol in voor raad, dan kan een draad wol ook dlienst doen. Maar dat slaat, natuurlijk minder „echt Daarna splijten we met een mesje de uiteinden van het pit-riet en maken zoo de takken van de kruin. Het geheele DE BETEEKENïS, DIE „CITROENEN" VOOR ONS HEBBEN. Het is iedere huisvrouw bekend, dat zoowel de citroenschillen als het ci troensap gebruikt wordt voor de spijs bereiding Voordat ik hiervan enkele voorbeelden geef ïn den vorm van re cepten, wil ik eerst de beleekenis van den citroen als „huismiddel" bespreken. Onlangs las ik daarover een aardig stukje en ik ben overtuigd dat de meeste lezeressen „de beleekenis van den ci troen als huismiddel" onderschatten. Behalve dlat het citroensap, dat een hoog procent citroenzuur bevat, in de spijsbereiding azijn vervangen kan, het geen, hoewel iets duurder, dikwijls lek kerder en gezonder is, is dit sap zeer hoog te schatten als verzorgingsmiddel van het lichaam. Geheel onbekend is dit niet voor u: immers wanneer we een be gin van kou bij ons hebben, gaan we al gauw met een warmen citroen naar bed. Daarvoor wordt een lialve uitgeperste citroen in een glas gediaan, eenige thee lepels suiker toegevoegd, kokend wa ter, en deze drank wordt zoo heet moge lijk gedronken. Wanneer men snel na het gebruik onder de wol kruipt, gaat men transpireeren en tracht men zoo de koude uit het lichaam te verwijderen. Bovendien wordt gezegd, dat deze drank hartkloppingen tegengaat en kalmeerend werkt. Een bijzonder goed middel tegen keel pijn is het af en toe nemen van een theelepel citroensap, zonder water en suiker. Ook las ik, dat zuiver citroensap een middel is om de huid) mooi en frisch te houden; zelfs dat bij een veelvuldig ge bruik dc rimpels uit het gezicht zouden verdwijnen. Velen onder dc lezeressen zullen dit met vreugde en misschien met een zekere hoop lezen. Ik wil er daarom bijvoegen, dat ik er geen ondervinding van heb. Ik zou wiflen zeggen; baat het niet, het schaadt ook niet! Vooral blonde menschen zijn in den zomer zeer .vatbaar voor 't verbranden van de huidl door de zon. Ook hiertegen is citroensap, vermengd met zout, eiwit en eau de cologne, een prachl'middel Het sap van één citroen wordt met een mespunt zout, een half ei-wit, dat slijf- geslagen wordt, en 1 'A theelepel cap de cologne vermengd. Men wrijft de huid met dit mengsel stevig in, vöórdlat men slapen gaat. Als voorbehoedmiddel tegen winter handen is het voldoende ze iederen avond met citroensap in te wrijven. Hoe dikwijls komt het voor, dat een kind, een volwassene, een neusbloeding heeft. Men d'oet alles, wat in zijn ver» mogen is, 0111 dit te doen ophouden, vaak zonder eenig resultaat, waardoor de betrokkene vrij veel bloed kan verlie zen, en zich na afloop licht in 't hoofd of duizelig voelt. Het citroensap alweer is een heel. eenvoudig middel. Men doet, wat van dit sap in de holte der hand en snuift dit op in dat neusgat, waaruit het bloed komt. Voor kinderen is dit sap wat te sterk en het moet met wal water worden verdund. Hoewel ver van algemeen komt het hier in Holland ook veel voor, dat en kele menschen thee niet met suiker en melk, of alleen melk drinken, maar slap pe thee met citroensap gebruiken. Dit >s de z.g. Russische thee. Op de vraag waarom neemt u thee op d!eze wijze, i® meestal het antwoord: 'k heb dat daar of daar eens gekregen, 'k Vind het lek- ker en nu geef ik aan Russische thee de voorkeur. Maar dat in een kop heete koffie het sap van een citroen gedaan werdt, heeft u misschien nooit gehoord' Deze drank wordt ook meer als ge neesmiddel aangewend en wel o rrt hoofdpijn tegen te gaan. Heel veel worden uitgeperste citroen schillen weggegooid, helaas dikwijls als de schil nog gaaf is, die men voor vele doeleinden bij 't bereiden van spijzen kan gebruiken, en vrij algemeen als deze niet meer gaaf is. In die schillen zit altijd nog iels van citroensap. Gewerkt koper, vooral dlat Indische koper, wordt in een oogenblik mooi gepoetst met cifroen. Eveneens neemt citroensap, dus ook die uitgeperste schillen, die bruine vlekken van onze vingers, die we krijgen als we vruchten inmaken of aardappelen schillen. Wanneer de handen onmiddel lijk na t schillen afgewreven worden met citroenschillen, gaan de vlekken et af. Zelfs gaan inktvlekken hiermee van de handen. Door een toeval is het gebleken, dlat geschimmelde citroenschillen een pracht» middel is tegen mieren. Schimmel ver oorzaakt een dulfe, zelfs vieze lucht, zooals de grachten ook kunnen ruiken. Deze lucht schijnt oorzaak te zijn, dat mieren verdwijnen. Als u dit gelezen hebt, ben ik over tuigd. dat u niet gedacht had, dat citroe nen^ zoo n groote en veelvuldlige betee» kenis als huismiddel hebben. De Volgende week hoop ik eenige re cepten mei citroensap of citróenschil bereid, te geven. CATHARINA. - Dit beursje is heel gemakkelijk te ma- stof tc knippen; hieruit snijdt men twee ken van een aardige, gekleurde lap stof kleine stukjes voor de versiering. Om het of leer. Zonder twijfel zal het u erg bc- motief er op te krijgen, neemt men eelt vallen. Men knipt precies den juistsn vorm van't modelletje en stikt't clan in elkaar. Ook leer kan men zoo best ver werken. Het kwastje is ook uit een stukje leer of andere kleurstof of leer en knipt dit ook in den vorm van hei motiefje. Met een stevig naaldje kan men dan gemakkelijk het geheel aaneen naaien met cHen slik- steek. JACQ.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 12