ONZE VROUWENRUBRIEK
'/A\
SCHAKEERINGEN.
JURKEN.
DE GOEDE MANIER.
RECEPTEN.
BOEKOMSLAG.
NOG MEER OVER POEDER.
Patronen naar Maat.
BEWAREN.
EEN AARDIG BEURSJE.
AAN J)eN
VRIJDAG 27 JANUARI 1928
DERDE BLAD
schriftelijke toestemming verboden.
Overname uit deze rubriek zonde'
kruingedeelle van ons boompje wordit
nu met groene ripolin geverfd o£ in ge
wone groene verf gedoopt. Het voetje
geven we een donkerbruine lint of des
noods voc? 'I gemak ook een groene. Nu
is onze boem klaar.
Struiken kunnen gemaakt worden door
het omwoelen van den stam weg te la
ten.
Weet u waar het leven van gemaakt
is? En het geluk? En het overgroote
d"eel van ons verdriet? Niet van schok
kende gebeurtenissen of knaleffecten
van heuglijke tijdingen maar van in
tonaties, blikken en gelaatsuitdrukkin
gen.
Het groote leven en dan denken we
aan een abstract ontzagwekkend won
der, aan hooggebergien van gedachten
en afgronden van gevoel, en sommigen
van ons betwijfelen of ze het ooit van
aangelicht tot aangezicht zullen zien, of
ooit een glimp van al zijn heerlijkheid in
hun nederig, alledaagsch bestaan zal ge
zien worden.
Maar zoo is het niet. Het leven, ons
leven: d'at is de blik waarmee men ons
groet, de stem waarmee we antwoord
geven op huiselijke vragen, het gezicht,
waarmee onze huisgenooten thuiskomen,
het gebaar, waarmee we hun 'n ge-"
vraagd boek toeschuiven, de manier,
waarop we de kleintjes een schaar af
nemen en de grooten op 'n slingerenden
handschoen wijzen
Er is een groote verscheidenheid van
levens, van vreugden, van ontgoochelin
gen, van tevredenheid, van druk.... Om-
d'at er een groote verscheidenheid van
stemmingen en gewoonten, van blikken
en gebaren en stembuigingen bestaat, bij
ons allen en de menschen om ons heen..
't Is een heel oude en al dikwijls ge
hoorde waarheid, dat 't toch zoo'n groot
verschil maakt, hoe we de dingen zeg
gen, met welk gezicht en op welken
toon! Maar toch denken we er nog veel
te weinig aan, dat we met zulke nietig
heden ons léven kunnen maken of bre
ken, ons geluk, dat toch immers geen
ver, vaag begrip is, maar 'n heel con
creet ding-van-elken-dag!
Wc schijnen altijd! te denken, dat ons
huiselijk geluk, onze goede onderlinge
verstandhouding wel tegen 'n slootje
kan! Bij vreemden zijn we vreeselijk
voorzichtig, we wikken en wegen ieder
woordje en gezegdetje, om maar geen
storing te brengen in de atmosfeer
van ïoetelijke ingenomenheid van alle
aanwezigen onderling. Aan de huiselijke
weersgesteldheid daarentegen valt zoo
veel niet te bederven, vinden we, die is
zoo gauw niet van streekSchijnbaar
gebeurt er ook niets, wanneer we er
eens uitvallen, er volgt soms geen merk
bare verandering na gedragingen, waar
om oppervlakkige kennissen ons kort en
bondig den rug zouden toekecren „tot
nimmer wederziens." En toch behoeft
juist die schijnbaar zoo robuste huise
lijke verstandhouding, waaraan we ons
soms met zoo'n gerust hart botvieren,
zoo'n groote, groote zorg. Zoo'n warme,
trouwe bescherming! Wat verloren gaat,
wanneer we niet altoos voorzichtig zijn,
is zóó teer en ijl, dat we misschien niet
eens bemerken, hoe en wanneer het
vervluchtigt. De stevigste kern blijft na
tuurlijk wel over, maar wordt langza
merhand bijna onherkenbaar verborgen
onder een laagje schijnbare onverschil
ligheid en allerlei kleine ruwheden van
t zelfde soort als de onze, inplaats van
zuiver en warm uit te stralen dtaor een
•mhulsel van liefdevolle voorkomend-
leidj zich uitend in duizend! ongezochte
nietigheden.
In huis, door het voortdurend sa
menzijn van altijd dezelfde groep op-
elkaar-aangewezen menschen, ontstaat
zóó licht wrijving en, bij herhaling daar
van, blijvende wrevel, zoo niet tegen de
personen, dan toch tegen hun eigen
schappen, wat in onzen omgang vrijwel
op 't zelfde neerkomt! Daarom kan iede
re kleinigheid er zulke vérstrekkende
gevolgen hebben, en moet er zooveel
zorg besteed worden aan de keuze van
woorden en bewegingen: de uitwerking
blijft als 't ware opgesloten tusschen de
vier muren en kan niet ontsnappen!
Er Eggen zoo ontzaglijk veel nuan
ces tusschen den zachlen en den koel-
spottenden blik, tusschen 't hartelijke en
het scherpe woord. Waar is de grens,
die wc tot geen prijs mogen overschrij
den, hoe groot de verzoeking, ons tc la
ten gaan, ook zijn mag? Nog beter is 't,
maar royaal aan den veiligen kant er
van te blijven! Het best kunnen we
die bijna onmerkbare overgangen
waarnemen op een oogenblik nadat
we juist, lichtelijk geïrriteerd, een
eenigszins ongenietelijke opmerking ten
beste hebben gegeven. Meestal zijn we er
op zoo'n moment niet voor in de stem
ming maar o, als w- dan eens rustig
en objectief de gelaatsuitdrukking- en
stem-nuances van den ander konden be-
studeeren en taxeeren, en daarna weer
onze eigene, wanneer we innerlijk en
meteen ook uiterlijk op de zijne reagee-
ren, wat 'n menscbenkennis zoud'en we
in zoo'n paar seconden opdoen!
't Kan zijn, dat ve een antwoord krij
gen, zóó redelijk en "^vriendelijk, dat we
ineens ontwapend worden, en meteen
opgevoerd tot spontane waardeering.
Vertoont 't echter een andeje schakee
ring van vriendelijkheid, die eigenaardi
ge, zalvende, sussende toegefelijkheid,
die schijnt te willen zeggen: „arme prik
kelbare ziel, je moet 'n beetje gekal
meerd worden, hé?" dan zal ons vol
gend stemmingsmoment, behalve 'n
zwaardere dosis ongenietelijkheid, nog
'11 scheutje kwaadaardigheid bevatten
ook.
En o wee, o wee, als er in 't antwoord,
dat we krijgen, plotselinge echo's klin
ken van onze eigen vinnigheid, als er
lichte nuances van wrevel of koele ver
bazing in te bespeuren vallen! We voe
len dan hoe we innerlijk, als 't ware bui
ten onzen bewusten wil om, aarzelen
tusschen de keuze uit verschillende
schakecringen toenemende boosheid, en
overleggen, welken graad van scherpte
we in onzen toon zullen leggen nog
half teruggehouden door 'n zekere ver
legenheid tengevolge van 't doortastend
optreden van den ander. Eén ideetje
minder heftigheid in zijn stem en on
ze eigen woede-thermometer zou even
eens n paar streepjes lager gewezen
hebben. Zpo'n wisselwerking is 't be-
studeeren waard!
Juist zoo gaat 't met de verzoening.
Eén aarzelend stapje naderbij van den
een, en de ander zet er twee één
vleugje tegemoetkoming in onze intona
tie, en de stem van den ander vloeit al
over van spontane hartelijkheid....
Wat kan er veel voorkomen, bedor
ven en hersteld worden door één tintje
lichter of donkerder! Als we ons niet
heelemaal kunnen beheerschen, wat zou
't dan een goede gewoonte zijn, 't één
zoo'n spectrum-streepje te probeeren!
Ons kleurig „uitpakken" één nuance tem
peren, onze geeuwerig-gemompelde ant
woorden één toontje op-klaren! En dlan
later nóg weer eens eentje! 't Is opmer
kelijk, hoe gauw en gemakkelijk zooiets
gewoonte wordt! En wat zou door die
kleine verschillen van kleurhoogte onze
levensschilderij winnen aan gloed en
warmte van toon!
Onze kinderen zullen deze boome®
gebruiken zoowel bij bouwen, als bij
spelen met hun spoortje of met htm
dieren uit d'e ark.
Wie geen pitriet-restjes heeft, kan de»
ze boompjes ook maken door b.v, uit»
gebloeide heidetakjes inplaats daarvafl
te gebruiken,
J. F. JACOBS—ARRïëNS.
No. A 10. Jurkje voor den leeflijd
van 7 tot 14 jaar. Hiervoor kunnen we
't best donkerblauwe wollen, crêpe of
andere fijne blauwe stof nemen en gar-
neeren met frisch rood. Dat staat voor
kinderen altijd bijzonder lief.
Het modelletje is eenvoudig recht met
van voren zakjes en ingezette mouwen,
langs den geheelen voorkant loopt een
smalle roode bies. Het platte aan den
hals gesloten kraagje, manchetten en
zaksplitjes zijn afgezet met een smal
rood biesje. Ceintuurtje en losse strik
eveneens rood1. Vindt men het jurkje te
veel met rood gegarneerd, dan kan het
ceintuurtje ook van dezelfde donker
blauwe stof gemaakt worden.
No. A 11. Jurkje van effen lof, ki
mono geknipt van 7 tot 14 jaar. Aan de
linkerzijde wordt een apart geplooid
stukje ingezet. Hals- en mouwalbiezing,
knoopjes en ceintuurtje in een afsteken
de kleur.
No. A 12. Jurkje met aangeknipte
mouwtjes van wollen stof, viyeila of
kasha voor den leeftijd van 12 tot 15
jaar.
Deze jurk heeft een aparte, geplooi
de voorbaan. De plooitjes loopen naar
één kant en worden door het ceintuurtje
bijeengehouden.
De vierkante hals en de mouwtjes zijn
afgebiesd met een afstekende kleur zijde
of stof.
No. A 12 is voor den leeftijd van 5
tot 10 jaar. De geplooide rijbanen zijn
apart tusschen gezet. De ingezette
mouwtjes hebben smalle manchetjes.
Het vierkante halsje heeft een kort
split je, hetwelk met drie kleine knoo-
pen en knoopsgaatjes gesloten wordt.
Biesje langs hals, manchetjes en cein
tuur in een afstekende kleur,
ANEMOON
van. oppersen! Kennen we die al
lemaal? Ik bon er niet zeker van, en
toch zijn er weinig huiselijke handig
heidjes, die ons zóó goed te pas ko
men, nu de tegenwoordige mode bijna
al onze jurken, mantels en zelfs on
dergoed rijkelijk van platte en holle
plooien of plissé voorziet.
Heel t cachet van menig eenveudm
sluit-jurkje hangt dan ook af van de
meer of minder verzorgde plooien; al
leen het meer of minder kundig en
veelvuldig oppersen vermag 't te ver
heffen tot een gekleed toileije of te de-
granaeren tot een afgesjouwd huispak-
je. Scherpe plooien zijn tegenwoordig
in onze kleeding van evenveel belang
als in de mannelijke pantalon.
Als tijd en goede wil aanwezig zijn,
wordt dikwijls het effect nog bedor
ven door cn-dcskundige behandeling.
Daarom volgen hier een paar eenvou
dige aanwijzingen die, trouw gevolgd', u
zo! en verrassen deer haar resultaat.
Benoodigd zijn: een flinke b»eede
strijkplank, een bakje schoon, koud wa-
icr, een aunne witte doek, een doosje
;n.e, Halen spelden en een zeer heet
strijkijzer, bij voorkeur electriscb.
Schuif de jurk over de plank, zóó.
°at. 2<?<"n aan uw rechterhand ligt.
Nooit andersom! Speld ze langs de
heuplijn, even boven het begin van de
plooien op de plank vast. Vouw nu
plooi voor plooi zoo recht en scherp
mogelijk in, trek ze strak en spekl ze
aan den zoom op de plank vast. U
aunt onmiddellijk zien of u ze zuiver
hebt gevouwen of niet; zoo ja, dan lig
gen ze heel plat, in 't andere geval
zullen ze bobbelen en krinkelen.
Doop nti den doek in het water, knijp
fcetn zoo stevig mogelijk uit en bevoch
tig het heete plooiengebied. Zie nog
even 11a, of alles heel vlak ligt en ga
langzaam en stevig met het ijzer over
elke piooi, meer drukkend dan strijkend,
en steeds van den zoom af opwaarts,
boven de zoomspelden beginnend. Strijk
niet heen en weer of dwars, en ook niet
te dikwijls; tweemaal voor elke plooi
is ruim voldoende.
Leg nu de linkerhand stevig op de
plooien even boven den zoom, zóó, dat
ze niet kunnen verschuiven, maak met
de rechter de zoomspeldten los, en pers
den zoom. Dit kan dwars gebeuren. Zon-
er "ezc linkerhand zou de zwaarte
van de jurk, die aan weerszijden langs
de plank neerhangt, de plooi weer open
trekken en uiteen doen vallen. Is het
plooiengebied breeder dan de strijk
plank, zoodat dit zelfde gevaar zou
dreigen, dan wordt slechts plooi voor
plooi de zoem losgespeld en geperst. Is
een plooi of plocigroep te breed offl
door de linkerhand ,in bedwang gehou
den te worden, dan worden de' spelden,
zoodia ze eruit genomen zijn, aan
weerszijden van de plooien in den zoom
vestje steken, zoodat de zwaarte van de
jurx ze niet naar twee kanten uiteen
kan doen zakken. Ook kunt U in de
plaats van d'e vlakke linkerhand op de
zelfde plaats, waar u die zoudt houden,
een lang liniaal dwars over de plooien
leggen en dat met een paar vingers ste
vig aandrukken. Al deze kleinigheden
zijn van groot belang voor 'n goed re
sultaat!
Moeten mouwen en bovendeel van de
jurk gestreken worden, dan dient dit
vóór t plooien-persen te gebeuren. Is
't persen klaar, dan worden de spelden
van de heuplijn weggenomen, de jurk
viug van de plank geschoven en min
stens twee uren ruim uitgehangen, niet
in een volle of bedompte kast, daar zo
fan een doffe warme strijkijzerlucht be
houdt. Nooit een jurk onmiddellijk na 't
persen aanschieten! De plooien die er
mat warmte in werden geperst, gaan er
even gemakkelijk weer uit, zoolang de
stof nog warm is!
Is do stof van een soort, die zou kun
nen gaan glimmen, bedek dan dc plooi-
en-zöne geheel met den vochtigen doek
en strijk zóó. Eerst invochten is dan
natuurlijk overbodig. Het zonder doek
aan den verkeerden kant persen is niet
aan te bevelen, daar men rekening moet
houden met 'n eventueel keeren, en
naarom de stof niet ontoonbaar mag
maken. Zijden stoffen moeten steeds
onder een doek gestreken en geperst
worden.
Probeer 'i eens op uw ondergoed,
precies volgens deze aanwijzingen! 't
Zal er opmerkelijk door winnen, en 0
krijgt tegelijk een handigheid en vin
gervlugheid in 't hanteeren van lastige
plooiengroepen en spelden, die u te pa9
zal komen, wanneer ge u gaat wagen
aan uw nieuwe jurk of allermooiste
deux-pièces!
KAJA.
MACHTELD.
Het gaat gemakkelijk, een boekomslag
te koopen, maar daarom is het niet
aardiger, dan wanneer ge hem zelf maakt.
Ilandwerk-ontwerpen zijn meestal mooier
dan patronen, die men in winkels koopt.
Men heeft dan een eigen ontwerp, terwijl
cr in de winkels meerdere van hetzelfde
patroon verkocht worden.
Teeken dit patroon eerst met gekleurd
potlood op den boekomslag, terwijl men
daarna het dan borduurt
JACQ.
We moeten vooral niet denken, dat I andere methode zou verreweg de voor
alle poudre-de-riz hetzelfde is en d'at we keur verdienen boven deze combinaties.
,„PR"ZEN DER PATRONEN:
A 10 f 0.60.
A 11 J0.65.
A 12
A 13
f 0.90.
f 0.90,
maar een of ander voordeelig doosje
van 'n obscuur merk kunnen koopen en
den inhoud straffeloos op ons gezicht
strooien! Het verschil zit 'm voorname
lijk in de meer of mindere fijnheid van
het poeder. Goedkoope soorten zijn
meestal grof-korrelig; voor 'n leek lijkt
t natuurlijk altijd nog we! fijn, maar
vergelijk 't maar eens met 't onnoerae
lijk teere, wolkende stuifsel van de be
tere werken! Daarom: als poeder ge
bruikt, gebruik dan beste en duurste
anders kunt u 't veel beter nalaten!
Voorts mag men nooit of te nimmer
poeder bezigen zonder eerst een weinig
vanisbing-cream te hebben aangebracht
Niet alleen „houdt" het poeder veel ge
lijkmatiger en langer, maar de cream
voorkomt, dat de poederstofjes in de
poriën dringen en daar achterblijven, ze
verstoppend en verwijdend. En omgekeerd
is het niet raadzaam, vanishing te ge
bruiken om een mooie matte teint te
verkrijgen, zonder daarn 1 een vleugje
fijn poeder over 't gezicht te stuiven.
Anders gaat de matte friscbheid, vooral
in n warme zaal, al heel gauw verlo
ren, de transpiratie van 't gezicht wordt
bevorderd en dit krijgt een eenigszins
plakkerig en groezelig uitzicht. Poeder
en Vanishing-cream moeten dus steeds
onafscheidelijk zijn.
Er is tegenwoordig een mengsel in
den handel, dat poeder en droge crème
beide beweert te zijn, en uit een tubetje
°p 't gezicht gebracht wordt, dat daar
mee dan meteen kant en klaar heet.
Ook is er een soort poeder, waaraan bij
de bereiding 'n „ondergrond" van zul
ke crème in geheel drogen vorm werd
toegevoegd. Tegen beide praeparaten
wordt door sommige schoonheidsspecia
listen ernstig gewaarschuwd, alweer om
dat de poriën er door verstopt raken. De
Ook over het poeder in compacten
vorm, de z.g. vaste steentjes, loopen de
meeningen uiteen. Ze zijn ongelooflijk
practise®, die kleine doosjes met spie
geltjes in t deksel, maar wat we er af
wrijven is ontegenzeglijk grover en
minder luchtig dan het losse poeder, dat
we met een zwanendonsjc over ons ge
zicht stuiven. Ook is 't bijna ondoenlijk,
het. gelijkmatig aan te brengen.
Wat de verschillende nuances betreft,
die tegenwoordig verkrijgbaar zijn, zou
ik u aanraden, nooit wit te nemen; nie-
naiia Wt 266'n blanke gelaatskleur,
LfJ r ."f1, onnatuurlijk en kalk
achtig afsteekt en teveel in het oog
loopt. „Naturel" is veel beter en ook
nog heel licht van tint. Wanneer men er
wat bleek en betrokken (bleek is heel
iets anders dan blank!} uitziet, kan men
soms verrassende resultaten bereiken
met rose poeder, natuurlijk niet van dat
gemeene, harde rose, maar de goede,
zachte lint, die de betere merken heb
ben. Deze steekt niet af, maar schijnt
de teint op nnatuurlijke manier op te
fleuren, veel fijner en opvallender dan
rouge zou kunnen. De Rachel- en Ocre-
nuances voor 'n donkere teint zou ik
alleen aanbevelen, wanneer uw huid nog
bruiner is dan het poeder zelf heeft
ze dezelfde kleurhoogte, dan is 't be
ter een lichter tint poeder te kiezen,
b.v, Ucre rosé. Poeder, dat even don
ker is, is weliswaar mooi onzichtbaar,
maar de huid wordt dan ook nooit ver-
opgefleurd, lijkt zelfs dik
wijls nog donkerder, dan ze zou behoe
ven te zijn.
Behoef ik nóg eens te zeggen, dat al
le poeder s avonds met de grootste
zorgvuldigheid verwijdert behoord te
worden, en waarom? Ik geloof het niet!
EVA,
Wie van U wel eens met pitrïet vlecht,
doet goed de kleine resljes van verschil
lende dikten te bewaren. Er kunnen
namelijk heel aardige boompjes van
gemaakt worden, die door kinderen, die
in het bouwstadium zijn, erg gewaardeerd
worden, We hebben cr ook leege klos
sen bij noodig, dus die moeten we voor
taan ook maar in de „bewaardo-os"
stoppen. Om onze bcomen te maken,
beginnen we met de ondersle schijf van
een klos af te zagen, iets wat eenvou
diger schijnt dan het is, omdat zoo'n
ronde klos nu eenmaal bij voorkeur rolt.
De bovenste schijf kan voor een twee
den boom dienen.
Als we zoover zijn, nemen we kleine
eindjes pitriet en stoppen er ihet gaatje
in. de klosschijf mee vol, nadat we elk
eindje even in lijm, bij voorkeur hout-
lijm, gedoopt hebben.
De lengte van onze eindjes hangt af
van de hoogte, d'ie we onzen boom wil
len geven.
Zijn we zoover, dan omwoelen we van
onderen tot aan de kruin de eindjes pit-
ïiet gezamenlijk met 'n groen-grijzen of
bruinachtigen draad raffia en vormen zoo
den stam. Hebben we geen wol in voor
raad, dan kan een draad wol ook dlienst
doen. Maar dat slaat, natuurlijk minder
„echt
Daarna splijten we met een mesje de
uiteinden van het pit-riet en maken zoo
de takken van de kruin. Het geheele
DE BETEEKENïS, DIE „CITROENEN"
VOOR ONS HEBBEN.
Het is iedere huisvrouw bekend, dat
zoowel de citroenschillen als het ci
troensap gebruikt wordt voor de spijs
bereiding Voordat ik hiervan enkele
voorbeelden geef ïn den vorm van re
cepten, wil ik eerst de beleekenis van
den citroen als „huismiddel" bespreken.
Onlangs las ik daarover een aardig
stukje en ik ben overtuigd dat de meeste
lezeressen „de beleekenis van den ci
troen als huismiddel" onderschatten.
Behalve dlat het citroensap, dat een
hoog procent citroenzuur bevat, in de
spijsbereiding azijn vervangen kan, het
geen, hoewel iets duurder, dikwijls lek
kerder en gezonder is, is dit sap zeer
hoog te schatten als verzorgingsmiddel
van het lichaam. Geheel onbekend is dit
niet voor u: immers wanneer we een be
gin van kou bij ons hebben, gaan we
al gauw met een warmen citroen naar
bed.
Daarvoor wordt een lialve uitgeperste
citroen in een glas gediaan, eenige thee
lepels suiker toegevoegd, kokend wa
ter, en deze drank wordt zoo heet moge
lijk gedronken. Wanneer men snel na het
gebruik onder de wol kruipt, gaat men
transpireeren en tracht men zoo de
koude uit het lichaam te verwijderen.
Bovendien wordt gezegd, dat deze
drank hartkloppingen tegengaat en
kalmeerend werkt.
Een bijzonder goed middel tegen keel
pijn is het af en toe nemen van een
theelepel citroensap, zonder water en
suiker.
Ook las ik, dat zuiver citroensap een
middel is om de huid) mooi en frisch te
houden; zelfs dat bij een veelvuldig ge
bruik dc rimpels uit het gezicht zouden
verdwijnen. Velen onder dc lezeressen
zullen dit met vreugde en misschien met
een zekere hoop lezen. Ik wil er daarom
bijvoegen, dat ik er geen ondervinding
van heb. Ik zou wiflen zeggen; baat
het niet, het schaadt ook niet!
Vooral blonde menschen zijn in den
zomer zeer .vatbaar voor 't verbranden
van de huidl door de zon. Ook hiertegen
is citroensap, vermengd met zout, eiwit
en eau de cologne, een prachl'middel
Het sap van één citroen wordt met een
mespunt zout, een half ei-wit, dat slijf-
geslagen wordt, en 1 'A theelepel cap de
cologne vermengd. Men wrijft de huid
met dit mengsel stevig in, vöórdlat men
slapen gaat.
Als voorbehoedmiddel tegen winter
handen is het voldoende ze iederen
avond met citroensap in te wrijven.
Hoe dikwijls komt het voor, dat een
kind, een volwassene, een neusbloeding
heeft. Men d'oet alles, wat in zijn ver»
mogen is, 0111 dit te doen ophouden,
vaak zonder eenig resultaat, waardoor
de betrokkene vrij veel bloed kan verlie
zen, en zich na afloop licht in 't hoofd
of duizelig voelt. Het citroensap alweer
is een heel. eenvoudig middel. Men doet,
wat van dit sap in de holte der hand en
snuift dit op in dat neusgat, waaruit het
bloed komt. Voor kinderen is dit sap
wat te sterk en het moet met wal water
worden verdund.
Hoewel ver van algemeen komt het
hier in Holland ook veel voor, dat en
kele menschen thee niet met suiker en
melk, of alleen melk drinken, maar slap
pe thee met citroensap gebruiken. Dit >s
de z.g. Russische thee. Op de vraag
waarom neemt u thee op d!eze wijze, i®
meestal het antwoord: 'k heb dat daar
of daar eens gekregen, 'k Vind het lek-
ker en nu geef ik aan Russische thee
de voorkeur. Maar dat in een kop heete
koffie het sap van een citroen gedaan
werdt, heeft u misschien nooit gehoord'
Deze drank wordt ook meer als ge
neesmiddel aangewend en wel o rrt
hoofdpijn tegen te gaan.
Heel veel worden uitgeperste citroen
schillen weggegooid, helaas dikwijls als
de schil nog gaaf is, die men voor vele
doeleinden bij 't bereiden van spijzen
kan gebruiken, en vrij algemeen als deze
niet meer gaaf is. In die schillen zit
altijd nog iels van citroensap. Gewerkt
koper, vooral dlat Indische koper, wordt
in een oogenblik mooi gepoetst met
cifroen. Eveneens neemt citroensap, dus
ook die uitgeperste schillen, die bruine
vlekken van onze vingers, die we krijgen
als we vruchten inmaken of aardappelen
schillen. Wanneer de handen onmiddel
lijk na t schillen afgewreven worden
met citroenschillen, gaan de vlekken et
af. Zelfs gaan inktvlekken hiermee van
de handen.
Door een toeval is het gebleken, dlat
geschimmelde citroenschillen een pracht»
middel is tegen mieren. Schimmel ver
oorzaakt een dulfe, zelfs vieze lucht,
zooals de grachten ook kunnen ruiken.
Deze lucht schijnt oorzaak te zijn, dat
mieren verdwijnen.
Als u dit gelezen hebt, ben ik over
tuigd. dat u niet gedacht had, dat citroe
nen^ zoo n groote en veelvuldlige betee»
kenis als huismiddel hebben.
De Volgende week hoop ik eenige re
cepten mei citroensap of citróenschil
bereid, te geven.
CATHARINA.
-
Dit beursje is heel gemakkelijk te ma- stof tc knippen; hieruit snijdt men twee
ken van een aardige, gekleurde lap stof kleine stukjes voor de versiering. Om het
of leer. Zonder twijfel zal het u erg bc- motief er op te krijgen, neemt men eelt
vallen. Men knipt precies den juistsn
vorm van't modelletje en stikt't clan in
elkaar. Ook leer kan men zoo best ver
werken.
Het kwastje is ook uit een stukje leer of
andere kleurstof of leer en knipt dit ook
in den vorm van hei motiefje. Met een
stevig naaldje kan men dan gemakkelijk
het geheel aaneen naaien met cHen slik-
steek.
JACQ.