FEUILLETON VRIJDAG 27 JANUARI 1928 TWEEDE BLAD ALGEMEENE R. K. KUNSTENAARS VEREENIGING PAGINA 2 ReehÉ voor de ambtenaren HONDERDSTE HERDENKING VAN DEN GEBOORTEDAG VAN PROF. MR. J. TH. BUYS In het groot-auditorium der Leidsche Universiteit KAMER-WELSPREKENDHEID Wie praat het meest? WILL EN TILL. (WosiÊ srnwaüeiè! i DE BIJEENKOMST TE UTRECHT. Frank Luns over Tooneel In liet hotel des Pays Bas te Utrecht, kwam onder leiding van Pater Dr. Cass. Hentzen 0.F.M. Woensdagavond de Algemeene R. K. Kunstenaarsvereeniging ter vergadering bij een. De voorzitter, de vergaderden toesprekende, deelde mede dat deze bijeenkomst is belegd om den aanwezigen zoowel kunstgenot te ver schatten als leering'. Vervolgens wijdde men het eerste gedeelte van den avond aan zang en muziek, waarbij do heer Joh. Winuubst met het Palestrina-koortje verscheidene composities van de Roineinsehe, Venetiaaasebe, Spaansehe, Fransehe cn Neder, landsehe school uitvoerde, welke uitvoeringen, op artistiek hoog peil staande, zeer veel bijdroe gen tot het succes van den avond. Verder voerde de heer Jan Nieland aan den vleugel eenige pianosoli uit o.m. van Chopin, Sebeniz en van zichzelf. Beide genoemde kunstenaars mochten even als do zangeressen en zangers zich verheugen in den luiden bijval der aanwezigen. In zijn dankwoord wijdde Pater Dr. Hentzen een enkel woord aan Mgr. J. A. S. van Schaick z. g. Vervolgens werd gepauzeerd. Bij do hervatting der vergadering hield de heer Frank Luns een causerie over „De verhou ding der Nederlandsche katholieken en de too neel toestand ten onzent." Daarbij wees spr. in de eerste plaats op het sociaal-economisch ka rakter van het too-neel en het contact met het publiek. In het Volksiooneel ziet spr. als doel het zoodanig Meden van voorstellingen van werken, dat daarin voor de meest verschillend gestemden een genot is te vinden. Liever nog noemt spr. het Vol.kstooneel een cultuur- ot getme en scha pt ooneel. Het tooneel ten onzent acht spr. diep in den put geraakt. Van tooneelkunst acht hij nauwe lijks sprake meer. Goede tooneelkraebteu zijn naar spr.'s oordeel zeldzaam, aan de speelwijze mankeert zeer veel en het gevolg isledige schouwburgen. Het publiek mist dus het too neel, daar het tooneel gedaald is tot het peil der amusementskunst en uitgaanskunst. Het is ontspanning geworden evenals de dancing, de variété en de jazz. Men moet het er op toe leggen het publiek meer naar den schouwbrug te doen gaan en het daar vast te houden. De tooneelkunst moet groeien uit en door de publieke algemeene belangstelling. Voor de jeugd belioorem er schoolvoorstellin gen te zijn en de grooteren belmoren in te zien dat het tooneel een element in hun bestaan moet vormen. Elk der groote groepen moet men tot de tooneelkunst terugbrengen. Spr. behandelde dan in den breedo do too- aeelgesehiedeuis dei- laatste 18 jaren. Ten slotte vatte spr. zijn causerie samen In deze conclusies: 1. De tooneeltoestand ten onzent is dusda nig, dat alléén van het Volkstooneel, in den waren zin des woords, een oplossing te verwach ten is. 2. Do weg naar het tooneel zal worden ge leerd door voorstellingen van dusdanige stuk ken en op zoodanige wijze vertoond, dat ze be grijpelijk zijn. 3. Alléén van een idealistische beweging, ge- ruggesteund zoowel geestelijk als geldelijk, door bloedverwanten, is historisch en praktisch steeds voldoende invloed uitgegaan. 4. Langs den weg van separatisme is alléén voldoende éénheid te bereiken. 5. De rol van het dilettanten-tooneel in deze beweging is zeer belangrijk. 6. Repertoire en ontwikkelingslijn moeten gaan volgens vaststaande principes. tjierna had eeltige gedachtenwisseling plaats, waarbij de heer Joh. van Hardcveld vroeg welk nut het tooneel hebben kan voor de Katholieke samenleving. Spr. zag niet wel in, waarom van de Katholieke kunstenaars zeiven de oplossing niet is te verwachten. De heer Thunnissen wees op Ghéon en diens pogingen welke eene leering zijn voor Holland. Ook het Vlaamsch tooneel is een poging in de goede richting. Spr. beval aan, vooral In de pa tronaten en congregatiën te arbeiden op dit gebied. Pater Dr, Hentzen drong aan op beter spelen en op meer gemeenschapstand. Bij de bioscoop heeft men het sterke spel geleerd zonder dat men spreekt. Men moet het eigen volk leeren spelen en vooral sterk leeren spelen. Spr., die er met nadruk op wees, dat het volk liefde heeft voor het tooneel, zou een katholie ken hond voor het tooneel prefereeren. De heer Luns repliceerde. Daarop werd de avondbijeenkomst te midder nacht gesloten. v Nadat gisterenmorgen iu de Kathedraal vol gens streng liturgische eischen een Mis was opgedragen door rector H. Lauwaert, secretaris der Liturgische Vereeniging in het Aartsbis dom, waarbij de Gregoriaansehe zangen wer den uitgevoerd door de Schola Cantorum der Ned. R. IC. Kerkmuziekschool onder leiding van pater Dr. C. Huijgens, werd te Utrecht de vergadering der Algemeene R.K. Kunstenaars vereeniging voortgezet onder leiding van pater Dr. Cass. Hentzen. Tot eereleden der vereeniging werden be noemd Jos. Cuypers en Frank Luns. De heer ir. Thunnissen hield daarna een causerie geti teld: „Naar een jaarlijksche tentoonstelling van religieuss kunst," waarin hij betreurde dat de Katholieke kunstenaars zoo weinig met hun ne producten voor den^dag komen, terwijl de andere richtingen zich juist naar den voor grond dringen. Na een vruchtbare gedachtenwisseling over dit onderwerp, werd besloten op den te Maas tricht te houden Katholiekendag een sectie vergadering te houden over het onderwerp „Christus Koningschap en de Kunst1'. De heer J. M. van Hardeveld, architect te Amsterdam, hield hierna een inleiding ovêr de mogelijkheid van een jaarlijksche verloting van rellgieuse gebruiksvoorwerpen. De heer Wim Harzing, beeldhouwer, pleitte bij de hierover ontstane gedachtenwisseling voor goed verzorgde uitvoering en vermenig vuldiging van religieuse gebruiksvoorwerpen. De heer Frank Luns brak een lans voor die katholieke kunstenaars, die geen religieuse kunstvoorwerpen vervaardigen. De heer J. Colette uit Nijmegen lichtte voorts toe hoe het bestuur de samenvoeging denkt der groepen schilderkunst, beeldhouw kunst en kunstnijverheid tot één groep „Toe gepaste Kunst". Pater dr. Hentzen sprak aan het slot der vergadering een dankwoord tot den directeur en leerlingen der R. K. Muziekschool voor do plechtige wijze, waarop zij in de morgenuren: de Mis in de Kathedraal hadden opgeluisterd. Spr. dankte voorts de inleiders op deze vor- gadering en sprak een hartelijk woord van dank tot den secretaris, den heer van Harde veld, voor het initiatief dat hij voor deze beide dagen nam en het werk, dat hij hiervoor ver dichtte. Tenslotte wees spr. op. het nut der econo: mischo actie dezer vereeniging, welke Iets anders is dan een materialistische. Ook uit sociaal oogpunt bezien heeft de vereeniging hare beteekenis. I Die sacrale Baukunst der Neuzelt in Deufschland. In de middagvergadering hield Prof. Domi nic us Böhm, architect, leider der Abteilung fnr religiose Kunst an der Kölner Werk- schulen", een lezing over bovenstaand onder werp. De spreker werd ingeleid door Ir. Jos. Cuy pers. Als inleiding werden Grieksche tempels ver toond, de Aya Sofia, een Romaansch klooster in Frankrijk, een Byzantijnsche Kerk dp Palermo, waarna enkele stalen van Barok. Hierbij wees spr. erop, dat de Barok niet alleen de stijl aan het landschap aanpaste doch ook het landschap in het bouwwerk wist te betrekken. Voorts wees spr. op de levendigheid der Barok en hoe de ruimte organisch gevuld wist te worden. De moderne bouwkunst wordt, door den nood der tijden gedwongen, maar ook uit innerlijke overtuiging, eenvoudiger, soberder van aan schijn. Als eerste voorbeeld van het gebruik van ge wapend beton werd een in 1906 gebouwde kerk op het witte doek gebracht. Een aan klassieke voorbeelden herinnerend bouwwerk is de uit 1906 stammende kerk van Peter Behreus te Hagen. Spr. liet dan enkele ontwerpen van zichzelf zien. Eerst een uit 1910 dateerend plan met reminiscenties aan de Renaissance uit Mün- chen. Dan een eerste ontwerp van een kerk te Neu Ulm. Bij de afbeelding van de St. Elisa- hethskerk te Ulm vond spr. gelegenheid te wij zen op het mysterieuse, ontstaan door de ge slotenheid van het gebouw. Spr. wees er dan op hoe moeilijk het tegen woordig is de kerken tegenover de profane bouwwerken goed te doen uitkomen. Dit is al leen mogelijk door den geest naar voren te brengen, met de materie gaat het niet meer. In verhand hiermede werd een kerk vertoond, staande in de onmiddellijke nabijheid van een groot vereenigingsgebouw. Overigens verklaarde prof. Böhm veel nlet- uitgevoeyde ontwerpen te vertoonen, wijl hij wilde laten zien welk een schoonheden in '.map pen blijven liggen, overgeleverd aan de vraat- zucht der muizen. Dat het zeer te betreuren is, dat deze uitstekende plannen niet verwezen lijkt kunnen worden betoogde spr. zeer na drukkelijk. Pater Dr. C. Hèntzen sloot hierop de ver gadering. „ST. CHRISTOFFEL". De jaarvergadering. De algemeene vergadering der R.K. Veree niging' van Handelsreizigers „St. Cbristoffel", zal zoo goed als zeker op 27 en 28 April a.s. gehouden worden te Amsterdam. Alle vergaderingen, diner, feestavond, enz. zullen in éénzelfde gebouw gehouden worden. Deze zaal zal gekozen worden -' i het hartje der stad, in de nabijheid van het Centraal Station. De deelneming zal vermoedelijk groo- ter zijn dan ooit te voren. Op den tweeden dag-, zal ter intentie van de vereeniging een H. Mis, worden opgedra gen, met opdracht aan het H. Hart, terwijl op den eersten dag, voor de leden der ontvan- genda afd. Amsterdam, een, algemeene H, Communie zal worden gehouden. HET VERPLEGEND PERSONEEL EN DE PENSIOENWET 1925. De vereeniging tot bevordering der belan gen van verpleegsters en verplegers heeft zich, in verband met. het wetsontwerp tot wij ziging' van enkele artikelen der Pensioenwet 1922 en 1925, tot de Tweede Kamer gewend met een adres, waarin nogmaals verzocht wordt de Pensioenwet Mei 1925 art. 48 1ste lid sub. b, bepalende; dat de ambtenaren val lende onder de categorie 55-jarigen, niet meer met recht op pensioen op eigen verzoek ont-- slag, kunnen aanvragen, zoodanig te wijzi gen dat genoemde ambtenaren dit recht we derom wordt toegekend, gelijk het geval was bij de Pensioenwet 1922. -'ft- EEN PLECHTIGE BIJEENKOMST. Gistermiddag heeft in het groot auditorium der Leidsche Universiteit een plechtige bij eenkomst plaats gehad ter herdenking van het feit, dat prof. mr. J. Th. Buys, een der voor naamste grondleggers van het Nederlandsche staatsrecht en van het hypotheekbankwezen in Nederland, 100 jaar geleden te Amsterdam werd geboren. Behalve de leden van het herdenkingscomité waren aanwezig de minister van Binnenland- sclie Zaken en Landbouw a.i. van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, mr. J. B. Kan, de minister van Buitenlandsche Zaken, Jhr. Mr. Beelaerts van Blokland, de minister van Justi tie, mr. Dr. J. Donner, de minister van Water staat, mr. v. d. Vegte, curatoren en tal van hoogleeraren der Leidsche Universiteit, enkele nabestaanden van prof. Buys, een aantal oud- leerlingen van wijlen dezen hoogleeraar, enkele ieden van den Raad van Statie en van den Hoogen Raad, ongeveer alle professoren in het Staatsrecht aan de universiteiten in den lande, verschillende leden van de Eerste en Tweede Kamer, leden van de Alg. Rekenkamer en vele anderen. Naast het spreekgestoelte prijkte het uit de Senaatskamer afkomstig, geschilderd portret van prof. Buys, dat omhangen was met een lauwerkrans. Prof. Mr. D. P. D„ Fabius, lid van den Raad van State en voorzitter van het herdenkings comité, opende de bijeenkomst met -een rede. De hulde, aldus spr., die wij aan prof. Buys brengen, draagt een exceptioneel karakter. Im mers het komt niet dikwijls voor, dat het on derwijs van een hoogleeraar dermate, als zulks bij Buys zich voordeed, samengeweven is met, doorademd van zijn persoonlijkheid, en dit in den zin van een hoogstaande zedelijke figuur. Het was alles geadeld door zijn karakter. Moest ik, aldus spr., in éénen trek zijn karak ter teekenen in de 60 jaren, die welhaast verstreken zijn, sedert ik hem voor het eerst ontmoette, heb ik daarvoor geen betere uitdruk king gevonden dan die van zedelijke voornaam heid. Spr. gaf hierna een korte levensschets van prof. Buys. Prof. Fabius gaf hierop het woord aan prof. Kranenburg, die een rede hield over Buys als Staatsrechtgeleerde. „Dan spralt Mr. A. S. Miedema, ddirecteur van de Haarlemsche Hypotheekbank, om Buys te herdenken wegens diens pioniersarbeid voor het Nederlandsche Hypotheekwezen. Tenslotte sprak Staatsraad Prof. Fabius, d!ie tot zijn oudste nog in leven zijnde leerlingen behoort, over Buys als leermeester. Hierna heeft het herdenkingscomité in de Senaatskamer dei" Leidsche Universiteit recep tie gehouden. DE COMMUNIST IS RECORDHOUDER 1 In het boekje „Parlement en Kiezer" staat weer opgenomen een overzicht van het aantal kolommen, dat iedere fractie in het afge* loopen jaar in de Tweede Kamer heeft volgepraat. Echter, als men liet over de veelpraterij heelt, moet men niet alleen naar het aantal leden der fractie kijken. De zuiver gestelde vraag moet dus deze zijn: hoeveel kolommen heeft, per fractie, elk lid gemiddeld volge praat? Daarop geeft het Jaarboekje geen antwoord. Doch de heer D. Hans heeft het voor „De Vrijheid" eens uitgerekend. Hij geeft cijfers met commentaar. Beid# 2ijn merkwaardig: Fractie: lier lid: 84 kolommen VERJAARDAG VAN DEN GEWEZEN KEIZER VAN DUITSCHLAND. Gasten in Doorn. Gisterenavond omstreeks 9 uur is de gé- wezen Duitsehe kroonprins te Doorn aange komen met het doel een bezoek te brengen aah zijn vader, die heden jarig is. Gisterenmiddag waren reeds verschillende gasten aanwezig, onder wie Prins Heinrich, de broer van den gewezen keizer, diens dochter, Prinses Victoria en gemaal, de hertog van Brunswijk alsook de Prinses van Hessen en haar zoon, de landgraaf van Hessen. In verband met den verjaardag zou heden ochtend een speciale godsdienstoefening op huize Doorn gehouden worden. Communist Vrijz. Democraten 54 Soc. Democraten 35.4 Staatk. Gereformeerd 33 Staatk. Gereformeerd 32.5 Vrijheidsbond 31. S Anti-Revolutionairen 29 Christei.-Historischen 28 Plattelander 20 Roomsch Katholieken 17.5 R. K. Volkspartij 13.5 Zoodat de heer Lou de Visser boven aan staat. Kampioen-veelprater? Dat is niet zeker, vermoedelijk Ook niet waarschijnlijk. Want in de andere fracties kan best iemand zitten, die al is liet gemiddelde zijner fractie kleiner dan S4 persoonlijk méér kolommen heeft opgesoupeerd. De heer Mareliant b.v. of de heer Albania. Mocht men het zuiverder vinden, de een- lingfracties uit te schakelent dan blijkt dat de vrijzinnig-democraten gemiddeld het meest spreken van alle fracties: 54 fijne kolomme tjes per kop, tegen de soci's slechts 35.4, de Vrijheidsbond 31.8 en... de Katholieken 17.5. Ja, de Katholieken zijn de grootste fractie, maar staan in dit lijstje onderaan. Be schouwen we de kleine fracties (één en twee man) afzonderlijk, dan zien we: De Visser 84 kolommen •Lingbeek 33 Kersten 32.5 Zandt 32.5 Braat 20 Arts 13.5 Feitelijk moet Kersten boven LingbeeK staan, want hij heeft natuurlijk verreweg het grootste deel van de S5 kolommen zijner fractie verorberd, maar ik weet niet precies hoeveel. Merkwaardig is het bescheiden cijfer van den heer Arts, den vertegenwoordiger der R. K. Volkspartij. Getuigd moet worden dat hij zijn taak zeer sober opvat. Van eenige speciale propaganda voor zijn groep bemerkt men letterlijk niets bij hem, en het zou mij geenszins verwonderen, wanneer bij velen de vraag rees waarom hij als oppositieman in het parlement zit. Van iets eigens, iets specifieks bespeurt men niets bij hem. Hij houdt zich altijd op den achtergrondhet eenig-afzonderlijke is, dat hij af en toe met den rooden vleugel meestemt. Maar dit is natuurlijk iets, dat hij zelf moet weten. Hij, en zijn kiezers. SCHOTERLAND VLAGT NIET MEER. De vergissing' van een raadslid- De raad der gemeente Schoterland heeft na langdurige debatten met S7 stemmen beslo ten, op nationale feestdagen niet meer te vlag gen op openbare gebouwen. De aanneming' van liet voorstel was een gevolg van het feit, dat de heer J. de Vries (V. D.) bij vergissing voor stemde. Een verhaal der zonden en deugden van een tweeling. in eon voorspel en zestien staties door LUDWIG MATHAR, 4S.) Oudertusschen maakt het honden- en katteu- ,vee ongestraft een helsch spektakel, blaft en miauwt als gekken om den versteenden macht hebber. Poessia zit potsierlijk op den schouder van den oude te spinnen. Aan zijn voeten ligt Teddy, terwijl hij met z'n kleine, bruine, slim me oogjes smeekend naar zijn heer opziet. Vader Roetmop is ver, ver weg, in een an dere wereld. Hij staat daar weer op de binnen plaats van zijnn kazerne, als een flink, jong recruut, en steekt de vingers in de hdogte om welgemoed zijn eed van trouw te zweren. Ja, hem, Tillman Schönewakl uit Wehlen aan de 'Moezel, heeft men uitgezocht om in het bij zijn van Zijne Majesteit den Koning de hand te leggen op het in honderden veldslagen ver scheurde vaandel. Een paar jaren later, jongens, hoor de trom- pettén blazen! Ten aanval, trara! marsch! Pas op Franschmau, de garde komt! In galop, hoera! hoera! en duizend paarden en duizend ruiters stormen over het bloedige slagveld op den vijand toe. Kartetsen en granaten bijten gaten in de menschenmassa's, duizend kuras sen blinken, duizend helmbossen waaien Pas op, Franschman, de garde komt! Dan een in elkaar verwarren met gele en swavte gezichten. Een wilde strijd met het zwaard van man tegen man. De onderofficier Schönewald weet zijn majoor uit een kluwen van vijandelijke kuvassiers te bevrijden door er links en rechts op los te houwen. In het brandende, kapotgeschoten dorp staat staat het schwadron als voor een parade in het gelid. Onderofficier Schönewald heelemaal alleen voor het front. En omgeven door alle officieren van het regiment komt de overste, als op den verjaardag van delf"koning', en hecht den on derofficier Schönewald uit Wehlen aan de Moezel, die als een den op den top van den Greins op zijn paard zit, het ijzeren kruis op zijn borst. Schönewald is de eerste van zijn regiment wien die eer te beurt valt. Het honden- en kattenvee is koest geworden., De oude zit nog steeds voor zich uit te sta-' ren als eon veldwachter. .Alleen Freddy kwis pelt, langzaam met zijn staart. Daar vaart plotseling een rilling door de ijzige gestalte. Einde van de loting. De laatste krompoot is als geheel ongeschikt vrijgelaten. Rr-rroep nog' eenmaal Till-man Jo-bel-li-ius-se beveelt de majoor minachtend. En daarnaast moest hij staan, Tillmann Schö newald, wachtmeester in de Garde-du-corps, in zijn eere-tentie met al zijn ordes en eere-teeke- nen, en dat ellendige houdsvod, dat er als een ellendige lafbek tusschenuit geknepen is, is zijn kleinzoon! Hij wankelt als een eik waarvan de wortels doorgehouwen zijn. Men wil hem een stoel bren gen. Maar plotseling richt hij zich weer als een struikelende hengst omhoog. Hij staat weer stram, en slaat de hakken tegen elkaar dat zijn sporen rinkelen. Maar de woedende majoor wenkt hem met een hoonend lachje of hij mis schien nog iets te zeggen heeft. tIk ik weet er niets van! tot Uw dienst reutelt hij. Weet ik wel, goed, wachtmeester, knart de majoor terug'reikt hem dan over het met papier bedekte tafeltje als een ouden goeden kameraad een hand. Hem, Tillmann Schöne wald, uit Wehlen aan de Moezel, oud-wacht meester in de Garde-du-corps, grootvader van dien lafbek, dien deserteur! Dat alles ziet Tillman Schönewald weer even helder en duidelijk als toen het gebeurde. Dat snijdt hem nogmaals met duizend messen door zijn verscheurde ziel. Dat doorgloeit hem wederom als toen met de helsche vlammen van schaamte. Hondsvot! brult hij als 'n stier dien met met een hamer voor den kop geslagen heeft, als een waanzinnige stort hij zich op de besmeurde en in elkaar geknepen kaart. Hondsvot, raast bij door, terwijl het schuim hem op de lippen komt, ellendige deserteur! De wanhopige raakt heele- maal van streek; Hij trekt zijn tenue-jas uit en slingert zijn laarzen met de scherpe sporen on der het honden- en kattenvee dat jankend en miauwend wegvlucht. Zoo, hondsvod, sist hij voor het laatst, ben je nu gerust, nu je mijn eerlijken naam bezoe deld hebt! Even staat hij nog recht, de tranen rollen versneld over zijn strakke vel dan zakt hij levenloos in zijn zetel terug. Als Wilde Norbert een uurtje later toevallig binnenkomt, vindt hij zijn vader in zijn grooten leunstoel zitten, de kaart uit Antwerpen in zijn; saamgekuepen vingers, De oude soldaat wordt met alle militaire eer begraven. Hij kan het werkelijk niet helpen dat hem geen sabelhouw op het slagveld een roemrijk einde heeft bezorgd. Alle klokken luiden. Achter de eiken kist, dia onder bloemkransen schuilgaat, en door onderofficieren van het regiment gedragen wordt, op een zijden kussen zijn ordes en eere- teekenen. Van den Slotberg tot aan het kerk hof een dof tromgeroffel- Achter de naaste familieleden de regimentscommandant, majoor Mizielsky. Rechts kapitein Rubinsky met een verschrikkelijk opgepoetsten snor. Schneddig, met een lange, zilveren sjerp, de door het Ludzower regiment afgevaardigde adjudant. Dan de landraad, de ambtenaren, tot den jong- cten klerk. De heeren van het gerecht, de ge meenteraad. Och, als je 't zelf allemaal eens had kunnen zien, arme, oude Vader Roetmop! In zijn pasgewasschen katoenen handschoenen, met blinkend gepoetsten degen, blinkenden helm, wandelt kaarsrecht als een sergeant, diep bedroefd als de trouwste der broeders, Ezelskop, je doodsvijand, in den stoet mee. Een peloton van de oud-strjjdersvereeniging, allemaal oudgediende veteranen, kameraden van de veldtochten, vuurt, even juist als op het kazerneplein, drie salvo's over de neergelaten kist. Dan mareheeren ze roet vlieg-piyie vanen, met vroolijke trom naar huis. Op de Nieuwe Markt defileeren ze voor de heeren officieren, zooals dat gebruik is, en gieten dan, naar recht en billijkheid, een paar geweldige glazen door hun keelgat. Eerst tegen den morgen wankelt menige naar huis. Ja het was werkelijk een begrafenis met alle eer, arme, oude Vader Roetmop. En je kou het werkelijk niet helpen. Ook prachtige Paula heeft bericht uit Ant werpen gekregen. Dagen lang heeft ze op den postbode geloerd, opdat de langverwachte bood schap toch maar niet in handen van haar vader zou vallen. Gedurende deze ongeluksdagen is ze door allerlei smarten gefolterd. Is dat nu werk om je zonder eenige reden uit de voeten te maken, zonder zelfs maar een enkel woord aan je Paultje achter te laten? En op welken grond eigenlijk? Als iedereen die naar de loting moest er zoo maar hals over kop tusschenuit trok, zou het een mooie boel worden! Ja, zoo'n drift kop is het nou. Hoe jammer ze 't ook vindt, ze ziet zich verplicht een beetje op hem te schel den en te razen. Voor de minste kleinigheid kookt meneer maar over en het ergste is dan, dat zijn dolle streken niet meer goed te ma ken zijn. Zcoals nu weer, zonder eenige reden, er tus schenuit trekken, als iemand die werkelijk van Lotje getikt is. Eigenlijk heeft hij, goed be schouwd, den dood van zijn grootvader op z'n geweten. Ja, hij had toch vooruit kunnen weten, dat de oude man dat niet overleven zou! En zichzelf heeft hij door die onzinnige vlucht allen terugkeer voorgoed onmogelijk gemaakt. Met slappe armen, roodgeweende oogen, hokt Paula op den zolder, waar zij zich in haar wan hopige stemming teruggetrokken heeft. God- och-god wat voor reden zou hij voor deze aller- onzinnigste Eulenspiegelei gehad hebben? Al heeft ze het zelf nog niet in de gaten:, haar fel ontwaakte liefde is al aardig in den dut. Een brief! Een brief! Dat is voor deze dren kelinge de laatste stroohalm. Eindelijk eindelijk drukt de postbode haan- het sterk begeerde schrijven in Tfe hand. Zij rent naar den zolder rukt met sidderende vingers het smerige omslag open. Deze brief, met potlood op gemeen papier, waarschijnlijk in een of andere matrozenkroeg gekrabbeld, is de schreeuw van een verlatene. De laatste nood kreet van iemand in stervensgevaar. Och, de thaler die zijn goede grootvader hem gegeven had, was spoedig op. Een heel eind is hij te voet gegaan, terwijl hij zich oudertusschen met houthakken en kolendragen er door geslagen heeft. Hij wilde in ieder geval niet bedelen of landloopen. Dat voor geen geld ter wereld. Als een schurftige straathond kwam hij te Antwer pen aan. Als hij nu maar een plaats als klerk kon vinden, om het noodige geld voor een over tocht naar Brazilië bij elkaar te krijgen! Maar op de Duitsehe bureau's durft hij zich niet te wagen, en de anderen wijzen den stamelaar met een hoonend glimlachje de deur. Zoodat hij tenslotte zijn toevlucht weer tot kolendra gen in de haven heeft genomen. De herberg waar hij zijn slaapmatras heeft, is natuurlijk ook niet de beste. Als hij in Godsnaam maar niet ziek wordt of wanhopig, want dan kom je tenslotte in de straatgoot terecht. Ze hebben hier weinig meelij, geld op, liefde uit. Van de reden voor zijn vertrek geen woord. Maar wel weer onmiddellijk de oude fantast. Zoodra hij do taal een beetje machtig zal zijn, zal hij wel een betrekking weten te vinden. Dan zal hij wel schrijven, dan moet ze haar zaakjes maar bij elkaar pakken, en hem volgen, en met hun tweetjes zullen je dan ginds onder de Du.it- schers die in Brazilië wonen, een tweede vader land zoeken. De tranen van. prachtige Paula tokkelen een treurmarsch op haar waschmand. Lieve hemel! dat. is nog erger dan een hondeleven! Dat wordt een reddeloos wegzinken in het slijk, en door zijn eigen, dwaze schuld! Honger is de zweep, wanhoop het brood. Aan lederen hoek van een steeg, aan het armzaligste bed, loert de verschrikkelijkste, bitterste nood. Nu vlamt haar oude liefde weer fel op. O jij armste van alle armen, o groot, stout en dom lclnd! O, wat zou ik graag naar je toerennen,; je moeë, en aan dien harden arbeid niet gewone handen streelen, je oogen kussen, waar de tra nen van wanhoop en rouw in branden! Ze heeft nog wat eenvoudige sieraden, een gouden kettinkje, een geschenk van haar peet tante, een ring met bonte steentjes. Dat zal ze te gelde maken om hem van den ergsten nood te redden. Och, haar gouden horloge dat ze met haar communie gekregen heeft kan ze ook best missen. Goed, wat kan het haar schelen of haar vader met zijn loensche oogen alles zal ontdek ken! Goed, laat liij haar maar slaan tot ze een ons weegt! Haar lieveling, die arm is als geen, zal niet te lilagen hebben over haar óffer vaardigheid! Dan echter golft het plotseling als een laag olie over haar woelige^ee van beroeringen; hoe heeft hij zich eigenlijk dat achteropkomen van. haar gedacht? En nu overvalt haar in de eenzaamheid van haar zolderkamertje het booze verstand, gehol pen door het ruwe geweld van de wanhoop:! achterna komen? Met tweeën een nieuw vader land stichten terwijl hij zélf geen hemd aan zijn lijf heeft? Had hij het haar maar een paar weken eerder voorgesteld, zij zou vader en moeder en vader land met liefde geofferd hebben. Maar zoo zonder afscheid, zonder zelfs een enkel woordje, er tusschen uit te trekken, als een dief in den nacht! Daar wordt zij wederom doorhuiverd door dat kille, redeneerende verstand: zie je, nu wel, dwaas kind, dat als een blinde alleen de stem Van een dwaze liefde volgde, zie je nu wel dat je hem niet meer bemint? En zoo weinig houdt hij van jou, dat hij er niets in ziet om je op stel en sprong in den steek te laten, als zijn eigen belang' er mee gediend wordt! Een gek, die zichzelf den strop omdeed, en het stoeltje wegschopte! Zou je schreien omdat hij ben gelt? En waarom eigenlijk? Wat heeft hem tot dien fa.talen zet bewogen? Nifte anders dan dwaasheid, koppigheid en rxsteNte&gbeid. Ja, zoo fluisteren het kilte vnrstMtC en de wanhoop haar toe. Zoo wordt sa telkens gesto ken door de priemen van imchte-ï-ftell en egois me, zoo wordt ze geroosterd als hoven een haardvuur, gefolterd met gloeiende tangen. Daar valt prachtige Paula, door smart ver bijsterd, in zwijm. Lieveling, waarom heb 3$ me dat alles aangedaan!

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 6