m, FEUILLETON PROEFTOCHT VAN HET S.S. „S1BAJAK" in JVlArtlMUMU 3U ÜADIUMFC1 MOEITE NOCH KOSTEN ZIJN GE-SIMARO AAN BOORD MINSTENS ZOO RUSTIG ALS AAN WAL ULKUE BLAD PAGINA 4 SCHAAKRUBRIEK. ïwÊi.1» as Wm mw. h wm.wé Wm i «W® WILL EN TILL. JÉ& «a ■of gesloten kunnen worden, al naar gelang van <le weersgestel:!he id. Dit laatste dek vormt een ideale gelegenheid om de verschillende aan ■boord gebruikelijke dekspelen te beoefenen, terwijl, indien liet weder zich tot een bal in de open lucht leent, dit dek ideale gelegenheid daartoe biedt. De passagiers-accommodatie der eerste, tweede en derde klasse is berekend op: 212 pas sagiers eerste klasse, 174 passagiers tweede klasse en 6S passagiers derde klasse, voor wier overtocht en verzorging een bemanning van 300 koppen waakt. In alle klassen verrast de roayle ruimte en hoogte van verdieping der voor het verblijf der passagiers bestemde verblijven. De met ar- tistieken smaak door den scheepsinterieur-ar chitect H. P. Mutters ontworpen en door de Koninklijke Nederlandsche Meubelfabriek H. P. Mutters Zoon te 's Gravenhage uitge voerde inrichting der gemeenschappelijke zalen der eerste klasse, de TSehagelijke en weelderige inrichting der hutten, uitgevoerd door de Ko ninklijke Maatschappij „De Schelde", de breede liooge en luchtige gangen met de verzorging en bediening van een luxe hotel verdrijven het begrip „schip". De tweede klasse passagiers zijn gehuisvest in ruime, luchtige één-, twee en drie-persoons buitenhutten, voorzien van onder- en boven bedden, ruime kasten en wasclitafels. Ook bier is een groot aantal hutten met elkaar verhon den. De accommodatie voor de tweede klasse strekt zich uit over de vijf passagiers-dekken met buitengewoon groote wandeldek-ruimte. De kinderkamer, die tevens als eetkamer voor de kleine tweede klasse passagiers dient, is ruim, licht en luchtig. De smaakvolle wand versieringen van de hand van Mejuffrouw A. J. E. Brouwer, zijn alle een altijd sprankelende bron van vreugde voor jongens en meisjes. De derde klasse. De derde klasse wat inrichting en verzorging betreft volkomen gelijkstaande aan de accom- modatie die vroeger en thans nog elders als kajuiteklasse wordt aangeduid, bevindt zich op de B- C- D- en E-dekken. Niets is nagelaten om het reizen In deze klasse zoo aangenaam mogelijk te maken; dezelfde gemakken en ver zorging die men in de overige klassen aantreft vindt men ook hier: de gezellige eetzaal, de smaakvolle rookkamer en de ruime over twee dekken verdeelde promenade zij het dan ook dat eenvoud van uitvoering zich kenmerkt hoven de luxe der eerste en tweede klasse. De schoonheid van lijn die de schepen van den Rotterdamschen Lloyd karakteriseert, de volmaakte verhoudingen en de eenvoud naar buiten, maken bet onmogelijk een oordeel te vormen omtrent grootte en inrichting der pas- sagiersverblijven, totdat men zich aan boord bevindt, waar de eindelooze breede en booge gangen, do booge, ruime en weelderige zalen en hutten een eind maken, aan eenigen twijfel, Moeite noch kosten zijn gespaard om het comfort en de veiligheid van passagiers zoo groot^ mogelijk te maken en werden zelfs, ten einde de zoozeer gevreesde zeeziekte te voor komen, slingertanks ingebouwd, om de onaan gename bewegingen van bet schip bij slecht weder tot een minimum terug te brengen. De eleetrische installatie geleverd door de N.V. van Rietschoten Houwens te Rotterdam bestaat uit inrichtingen voor kracht en verwar ming met een spanning van 220 Volt, voor de bediening van de eleetrische lieren en kranen, de eleetrische personenliften, de vries- en koel machines, de stuurmachine, de machines in de keuken, de wasscherij enz. en de voeding van ruim 300 radiatoren, die wanneer noodig allen verblijven een behagelijke temperatuur geven, en uit eene installatie voor verlclhting met een spanning van 65 Volt, voor de circa 5000 gloei lampen, die het schip verlichten. Tot slot nog het volgende, in het bijzonder wat betreft het vervoer van missienarissen, enz. De Rotterdamsche Lloyd verleent alle faci liteiten, welke ook andere Maatschappijen mochten aanbieden. De kinderkamer eerste klasse is tevens ingericht voor een kapel, alwaaT de H. Mis kan worden gelezen. Te dien einde is een altaar met een passende versiering inge bouwd. Alle passagiers, dus ook 2e en 3e klasse J kunnen derhalve dagelijks, althans, wanneer een Geestelijke aan boord is, de H. Mis bijwonen. O.p dit gebied staat deze zoo gerenommeerde Maatschappij bij welke ook, niets ten achter. De proeftocht heeft ten overvloede bevestigd, dat men zich minstens zoo rustig aan boord voelt als aan den wal. Der reederij zij met dit schip veel succes toegewenscht. Redacteur: P, A. KOETSHEID, Singel 82c. Schiedam. Verzoeke alle mededeelingen betreffende de» rubriek aan bovenstaand adres te richten. PROBLEEM No. 3914. ■T. VAN DIJK, te „De Lier." Eerste plaatsing. Mat in twee zetten. PROBLEEM No. 3915. J. HARTONG, Rotterdam, 2e Eervolle vermelding. Chakmati l'ste semestre 1927 Mat in twee zetten. PROBLEEM No. 3916. J. BERKOVEC, Pilsn. Ie prijs „Prager Presse 1927", Mat in drie zetten. CORRESPONDENTIE. J. J. E. te H. Het doet ons veel genoegen, dat u aan den arbeid getogen is. Zeker, uw bij dragen zullen we onderzoeken en hopen u spoedig onze bevindingen te melden. PARTIJ No, 839. CARO KANN-VERDEDIGING. Gespeeld in 't meestertornooi te Maagdenburg. Wit: A. Brinckmann, Zwart: Preusse. 1 e2—el c7-cG 2 d2 d4 d7c!5 3 Pblc3 (i5e4: i Sc3—e4: Pg8—f6 M 5 Pel—S3 e7—e5 *j 6 Pgl—f3 e5_e4: 4 7 Pf3—d4: Lf8c5 - S Ddl e21 Le5e7 9 Lele3 oo Tn de partij Aljecbiu-Taviakower geschiedde minder goed c5. 10 0—0—0 DdS—c7 11 Dd4f5 Rc8e6 12 Pf5e7f Ïic7—e7; 13 Le3a5 h7hC Dat is niet alleen verzwakking van den koningsvleugel, maar ook tijdverlies. Noodzake lijk was Pb8d7, waarna noch 14 Td7:, Dd7:;' 15 LfG:, gf; IC Pe4, Dd4, noc.h 14 Pf5, (Dc5) te vreezen was. Wit zou waarschijnlijk het beste hebben vervolgd 14 Pe4. Zwart kon zich dan niet aan den penning Db4 onttrekken, omdat daarna 15 Ltfi, Pf6:; 16 P£6:f de koningsstelling vuïneeren zou. 14 Pg'3—f5 De7—b4 Om na 15 PhG.- j met gliO:; 1G LIG:, Df4f te winnen. 15 Tdld4 Db4ca 16 Pf5h6f S7—hC Na Kli7 wint Wit met 17 LfG:, ghG:; 18 Df3 dreigend Ld3f. 17 Lg5—f6: De3f5 18 De2—f3 Een zeer mooie beslissingszet. Er dreigt 19 Ld3 en op 18... Df3; 19 gf3, Lf5, volgt ver nietiging 20 ïglf, LgG: 21 f4 op 19 TeS volgt 20 Tglf KhS 21 Ld3, Pd7, 22 Td7:, Ld7 23 LU7 (Lg4 24 Tg4: Ke8, 25 Lf5) op 18...' Pd7 maar 19 Td7Ld7: 20 Ld3 Dg4 (Df3: 21' gf3 bene vens Tglf) 21 h3. Zwart gaf daarom op. Deutsche Sehachzeitung. PARTIJ 840. 1 SICILIAANSCHK VERDEDIGING. Gespeeld in het meestertornooi te Hastings 31 Dec. 1927. Wit: Z w a r t: L. STEINER. G. M. NORMAN, 1. e2e4 c7—c5 2. Pgl—f3 e7—eG 3. d2—d4 cüXd4 4. Pf3Xd4 a7—aG i 5. Pblc3 Dd8c7 De Paulsen-verdediging in haren ooi-spronke- lijken vorm welke zwart een gedrongen spel geeft. G. Lfl—e2 ATaG 7- 0—0 PbS—d7 8. Lel—e3 Pg8—f6 9. f2—f4 b7—bG? Een ernstig tempo-vei-lies. Systematischer is 9. b7—b5 10. Lf3 Lb7 dus tot 11. a3 dwingt. 10. Le2—13 Lc8—1x7 11. Ddle2 x.f8e7 12.. g2—g4 h7—hG Zulke vx-eesachtige zetteix schaden de partij xxxeer, dan zü nutten. Het kleinere nadeel 12, Pco, 13. Lfi2, 0—0. 13. g4—g5 Pf6—h7 14. g5g6 Hiermede toont Steiner aan, dat de punt cQ beslissend verzwakt werd, 14Ph7—f8 15. Lf3—h5! Le7—f6 Na 15fgG: beslist 16. LXg6f! PXS'6, 17. Dh5, K£7, 18. f5 enz. Langere tegexxstand had evexxwel 15f6 16. Lg4 Pc5 geboden. 16. g6Xf7t KeS—e7 17. Pd4Xe6! Vernietigt de laatste verdedigingsstelling van den tegenstander. 17Pï8Xe6 Nog sneller zou 17KXeG tot verlies ge leid hebben, ei- volgt eveneens 18. Pd5 (dreigt 19 f5f) LXd5: 19. ed5-j-: enz. 18. Pc3rl5-J- Lb7Xdö 19. e4Xd5 Pd7—eö 20. Kgl—hl! Door deze eenvoudige teruggave laat wit zich niet, verteederen. Er dreigt nu 21, LXc5 benevens "DXeCf, indien misschien 20Dd7, dan 21. Lg4! 20 21. Le3Xc5 22. De2XeCt 23. Talel Hernieuwd de dreiging De8f. 23 24. De6—f5 wijl 25. Dh7 doodelijk werkt. Aanteekeningen van A. Becker iri de Wiexxer-Schachzeitung. TliSc8 b6Xc5 Ke7—f8 Dc7e7 Opgegeven Zatei'dag vond de proeftocht plaats van het e.s. Si ba jak, de jongste aanwinst van den Rot terdamschen Lloyd. Het was ongeveer 10 uur toen de trossen werden losgemaakt en het schip onder com mando van kapitein W. J. Boon naar zee koerste. Kort nadat het Maasvuursehip gepasseerd was, werden de gasten aan tafel verzameld. Allereerst nanx mr. Sprenger het woord, om een heildronk te wijden aan H. M. de Koningin De heer Smit, oudste directeur van de Maat schappij de Schelde hoopte, dat het s. Sibajak in Rotterdam zal aankomen als scliip van den Rotterdamsclien Lloyd. Het was het 20e schip in serie gebouwd sedert 1883. Tot nu toe viel bij ieder schip iets bijzonders te vermelden. Spr. wenschte hier echter mede te deelen, dat de Sibajak was het grootste schip met Nederlandsche motoren gebouw. Hij wenschte een dronk te brengen op de bijzonder welwil lende verhouding tusschen den Rottei-dam- schen Lloyd en de Maatschappij de Schelde. Do heer Ruijs, een der directeuren van den Rotterdamsclien Lloyd, memoreerde, dat het eerste schip in 1SS3 aan een Nedei-landsche werf werd opgedragen. Algemeen weird ge vreesd, dat deze opdracht aan de reederij geen voldoening zou schenken. Steeds is men zeer tevreden geweest en wat dit schip betreft, wil npr. een bijzondex-en dank brengen van de hoog ste tot de laatste, die aan het schip hebben medegewerkt. Vervolgens nam Minister v. d. Vcgte het woord. Op dezen gedenkwaardigen dag voor den Rotterd&msehen Lloyd en do Maatschappij de Schelde, meende hij in twee minuten to kunnen vertellen wat hij op het hart had. De Minister van Koloniën was tot zijn zeer groo te spijt verhinderd, dezen proeftocht mede te maken, echter was hem opgedragen, zijn groote waardeering uit te drukken over wat de Maat schappij de Schelde tot stand heeft gebracht. Spr. bracht vervolgens hulde aan den Rotterdam schen Lloyd, die haar in staat gesteld heeft dit werk tot stand te brengen. De heer Quartos van Ufford, commissaris der Koningin van Zeeland, nam vervolgens het woord. Hij bracht do hartelijkste gelukwen- echen over aan de Maatschappij de Schelde en voor don hechten hand tusschen beide Maat schappijen. Hij hoopte, dat in de toekomst nog onenige opdracht aan de „Schelde" zal worden gegeven, dat ook ten goede komt aan Zeeland. Ook in de tweede plaats een woord van eer biedigen dank aan H. M. de Koningin en de regeering, met het oog op de verbreeding der sluis te Vlissingen. Veel dank is spr. verschuldigd aan „Maat schappij de Schelde, ook aan de regeering die 'maatregelen heeft genomen om Zeeland's be langen te behartigen. En daarom wijdde spr. een dronk op den Minister van Waterstaat. Vervolgens vroeg de heer mr. dr. J. Wytema, (burgemeester van Rotterdam het woord. Het was voor hem een oogenblik van groote vol doening, dat de Rotterdamsche Lloyd weer een tnieuw schip bezit, Waarop wij nu gezellig bijeen zitten. Hij wenschte, dat er veel meer vereenigd zou worden, niet als liet „prole tariërs, vereenigt xi" maar met een succes als ïxier is gevolgd. Spr. wenschte ten slotte den Rotterdamschen Lloyd geluk met de aanwinst en Rotterdam met het bezit van een Maatschappij als den Rotterdamschen Lloyd. Mr. A. Meyes sprak namens het bestuur van den A. N. Touristen Bond en bood den directie een prachtwerk aan van „Ons eigen land" met het veTzoek, dit aan boord van de Sibajak ter beschikking te stellen van de passagiers. Een verhaal der zonden en deugden van een tweeling. Ia een voorspel en zestien statica door LUDWIG MATHAR. 50.) Neen, dat wordt niet afgebroken, beveelt iWill, daarvoor zijn de muren en het gebinte yeel te stevig. Zoo wordt er op den dag van yandaag niet meer gebouwd. We zullen het op- pleuw laten pleisteren, witten en schilderen. Beneden de groote zalen voor de drukkerij, op .de eerste verdieping de expeditie, op de tweede de kantoren, op de derde en vierde de woningen yoor het personeel. Dan heb ik mijn schaapjes keurig onder één dak bij elkaar. Och, hij had zijn plannen al lang en breed overdacht. De Schmitzhof die hij nog juist op tijd voor een peulschilletje op den kop heeft getikt, vormt tusschen den Rur en den Molen berg roaxd een wijde grasvlakte, een grooten kring van mergelsteen en baksteenen huisjes. Langs den kant van het water door een hoo- gen muur beschut, naar de straat door een prachtig hekwerk afgesloten. Is dat geen keu rige ligging voor een bedrijf? Er Ï3 niemand die bij hem potjes zal komen kijken. Nee, hij heeft alles prachtig onder de loupe hier. Het machtige hcofdgehoxxw met zijn vijf verdiepin gen aan de Rur blijft dxxs de handelsdrukkerij. De aangrenzende bijgebouwen, de vroegere ver verij en drukkerij bestemt lxij voor mosterd- fabriek. Hij heeft de waterkeering en een water rad, en heeft er maar weinig kapitaal voor noodig. Het huis aan de straat, een rustig, voornaam ei'-eiihuis, m®t eiken zoldering en trappen, wordt aan den nieuwen dokter verhuurd. Do lxuur dekt rxximschoots de kosten van het op knappen. Nee, xxee, geen dolzinnige hervormin gen, alles rustig na elkaar, dan breekt het lijntje niet. Tien schotels achter elkander be- fleiven den maaltijd. Hij weet van zijn vader lallger wat zoo'n dwaas zakendoen' beteekeat. Eerst alles grootsch vol overmoed, dan vlug •ergaf naar het bankroet. Mijnheer Jobelius draalt aan zijn zegelring. De heer Tegelberg, directeur der Stoom vaart Mij. Nederland, zeide namens alle Ani- sterckxnische reedei'ijen de gelukwensehen te moeten overbrengen. Den aanwezigen werd daarna verzocht, ge tuige te zijn bij het hxjschen van de vlag van den Rett. Lloyd. Voor belangstellenden kunnen wij mededee- len, dat het schip op Zondag 5 Februari te bezichtigen zal zijn. De kosten ad 1 per per soon. komen ten goede aan een fonds, gesticht voor het personeel van den R. L. Nog' zij vermeld, dat de Rotterdamsche Aero- club de vriendelijke attentie had, toen de Siba jak buitengaats was, een krans te werpen. Jam mer genoeg, kwam deze naast het schip in het water. Zij werd echter opgevischt en aan boord opgehangen. Toen het s. .Sibajak te water werd gelaten werd een beschrijving gegeven. Van de 100 schepen van verschillende Maat schappijen onder directie van Wm. Rxxys Zonnen, werden er 56 in Nederland gebouwd en werd daarvoor sedert 1883 aan de Nederland sche industrie betaald een bedrag van 107^ millioen gulden. De „Sibajak", wier naam ontleend is aan een 2090 Meter hoogen berg op Sumatra, 45 K.M. van Medan gelegen, werd voor den „Rot terdamschen Lloyd" gebouwd op <*- vermaarde scheepswerf van de Koninklijke Maatschappij „De Schelde" te Vlissingen, volgens plannen ontworpen in nauwe samenwerking met de Directie en den technisohen staf van den Rotterdamschen Lloyd, De voornaamste afme tingen zijn: lengte over alles 166.95 meter; breedte 19.06 meter; holte tot het bovendek 11.35 meter. De eerste klasse eetzaal uitgevoerd in ge politoerd. padoux met ebbenhout, biedt plaats aan 190 personen. De welverzorgde maaltijden worden geserveerd aan kleine tafels, die met het fonkelende kristal en met het smaakvolle zilveren tafelgerei op het fijne damast een fees- telijken aanblik geven. ïn den achterwand dezer zaal bevinden zich links en recht3 dubbele deuren, toegang gevende naar de „pantry" en bovendien twee buffetten waarboven gebeelbouwde paneelen in oud gou den kleur voorstellende „De Maaltijd" en „De Dans", De eerste klasse social hall ter grootte van 12.50 meter bij 10 meter bij een hoogte van 3 meter, uitgevoerd in gepolitoerd teakhout af gezet met ebbenhout, heeft een ovalen vorm met uitgebouwde ei-kers, voorzien van schrijf tafels. Een bijzonderheid van dit schip is, dat bijna alle hutten door communicatie-deuren met elkaar in verbinding staan, zoodat families van welke samenstelling en aantal ook, steeds kunnen beschikken over in elkaar loopende hutten. De promenade-dekken zijn rxxim en gedeelte lijk door glas afgesloten. De ruimte beschik baar voor promenade en dekspelen is ongewoon groot en draagt daarom niet weinig bij tot een aangenaam verblijf aan dek vooral ln het druk ke reisselzoen wanneer velen vooral In de tro pen de voorkeur geven aan de streeling der zeelucht wanneer de ziedende zon ls gedaald, en behagelijk uitgestrekt ln de comfortable dak stoelen, wenschen te genieten van een dolee far ixiënte in de zoelte op zee. Behalve over het ruime promenade-dek op dek B, hebben de passagiers der eerste klasse nog de beschikking over een uitgestrekte ruim te op het bovenste dek (dek A)Deze ruimte is overdekt en aan de voorzijde en gedeeltelijk ook aan beide zijkanten beschut tegen ruw -weder door groote glazen ramen, die geopend Basta, zoo wordt het veranderd, en niet anders. Hij duldt geen opmerkingen. Hij is ondertusschen ook danig in de breedte uitgegroeid, onze Will, de laatste jaren. Je kunt het toch wel zien dat die reus over alles wil heerschen. Daar heerscht een groote kracht in borst en schouders. Er gloeit ontzag in die zwarte wenkbrauwen, waarvan het fronsen door het personeel erger gevreesd wofdt dan onweer. De van toorn zwellende aders op het hoogo voorhoofd brengen 't heele volkje, vaix het luie Leenderke tot het vlijtige Leo-ke, weer in draf. Zijn koele spot rond de mondhoeken brengt zijn Paula tot razernij. Zelfs de stieku- merd Peter Arnold vreest hem. X Ja, hier is hij heer. Ook Paula heeft geleerd zich naar lxem te voegen. Het heeft lang ge duurd, dat moet lxij toegeven, maar toch, hij kreeg het paardje mak. Ook in het kerkbestuur is hij baas. En hij zal wel zorgen dat hij in den gemeenteraad. komt. De wijzer van zijn horloge gaat bijna on merkbaar, maar zeker zijn weg. Dat is 'n machien, dat is geen menseh meer, klaagt Marie bij het afscheid nemen aan oom Norbert, die zich ook al niet meer in den Erker laat zien. En dan motte wete da j'nx vroe ger een schone luier hebt aangedaon! Adde braok land wiedt, zul de da' wel gewaor worre, lacht Wilde Norbert spottend, terwijl hij zijn schouders optrekt. Hij zet geen voet meer in dien nieuwen boel. Zeker, ze heeft gelijk, die arme Marie, die destijds haar laat- sten penning heeft gegeven, en nu rustig haar stoeltje buiten de deur gezet ziet. Maar wacht maar, stiekumerd, je bent nog niet, aan den avond van den dag! Nee, dan was die Till, al is het ook een laffe deserteui', toch een andere. Een dolle kop, maar toch een prachtige jongen. Dood, doodjammer voor dat goeie ventje. Geen woord heeft hij meer van hem gehoord. Zou dié geniepigerd soms de brieven achterhoxxden? Misschien is hij hier of daar wel in een vreemd moeras gestikt. Hij mag er niet aan denken, wat lxem wel ovei-komen kan zijn, zucht Wildé Norbert, terwijl hij mat een mouw van z'n schil- derskiel eon paar tranen wegveegt. Maar Onze Lieve Heer is er ook nog, zucht Marie. Wat 'xx ongeluk, wat 'n ongeluk, geeuwt Ueugelman, die nu sinds dagen niet meer van de warxixe kachel vaxx Norbert is weg te slaan. Nou heeft ie aan haar ook nog even een kruis, en niet zoo n licht, denkt Marie meewarig, Nor bert, die wilde rakker, die zit er toch maar leelijk mee opgescheept. En ook die andere: Daar begint nxe warempel het boozé juf fertje midden in de kamer als een klein kind te huilen. Nou, goeden dag, zegt ze, terwijl ze met haar wiegelende hoofdje naar huiten rent. Nu nog even naar het kerkhof, ïxaar haar broer en Vader Roetmop. Ja, voor haar zal het ook niet meevallen cm hij familie wat genadebrood te moeten breken; maar liever daar hongerlijden, dan dien ande reu naar de oogen zien. Nog een Onze Vader voor haar Till, mis schien komt hij toch nog terecht.... Ja, Paula heeft ondertusschen heel wat ge leerd. In het begin heeft ze nxet haar voetjes ge stampt, de deur hard achter zich dicht geslagen, liet servies gebroken, geen woord gezegd. We zullen eens zien wie dat het langste volhoudt, glimlacht de andere venijnig, terwijl hij haar rustig, zonder een enkel woord van ergernis te spreken, met zijn groote, koude oogen aanziet. Bij Peter Arnold, liaar vader, vindt ze in haar nood geen enkeïèu steun. Lieve deugd meisje, dat komt toch overal als ontgoocheling na die dolle wittebroodswe ken! Maar dat bedaart wel weer, bedaart wel weer, 't komt alles terecht, hoor! Alleen bij Frau Enxerentia kan ze eens heer lijk uitweemen. Och, had die andere vroeger maar niet zijn geluk aan scherven geslagen! Zij begaat nog een ongeluk, ze springt nog in 't water! De moeder zelf, die ook een harde school op het college van het huwelijk heeft doorgemaakt, streelt dat jonge, vroeg gewonde leed met haar zachte, lieve handen. Och kindje, zoo was je vader ook, zucht ze, half troostend zichzelf en de dochter. Daar moet je in leeren berusten, kind, dan worden ze vanzelf weer wat toeschietelijker. Maai', arme Frau Enxerentia, Paula is jong, eigenzinnig, kan zich steeds niet belxeerschen maakt zich boos, en knarst op haar Pxooie' blanke tandjes. Hij zet echter onverzettelijk zijn wil door, vriendelijk maar star, toch veronachtzaamt hij haar nooit. Zoo leert zij 'eindelijk ook met haar geheimen lxaar eigen weg gaan. Wat zou ze hem alles aan zijn neus komen hangen, wat niet weet, wat niet deert! Heele middagen gaat ze nu „Auf Tur" ze heeft een dienstmeisje, ze kan het er van nemen. En hij, die tot over zijn ooren in het werk zit, heeft het niet eens in de gaten. Op alie koffiekransjes verschijnt ze in ruischen- de zijde. Op alle avondpartijen is ze haantje de voorste, in alle eer natuurlijk. En och, Will mag dat best zien, als zijn schoone Paula met alle respect door de anderen bewonderd wordt. Och ja, een man met zoo'n zaak kan zich zoo'n vrouwtje veroortooven! Goed zoo mijn duifje, als je netjes vi'oolijk bent, zal het je aan niets ontbreken hoor! Frau Jobelius behoeft zich voor niets te ontzien. Die mag zich kleeden en sieren zooals het lxaar belieft. Zoo'n vroolijlc jong vrouwtje! En de verstandig© heeft goed gerekend; daar is plotseling de diep bedroefde teleurgestelde Paultje weer de oude, prachtige Paula. Zij vliegt van den eenen arm in den andere, en is de koningin van de Fidelitas. Ook als na anderhalf jaar het eerste kind, ee® jongen, een praehtbengel, geboren wordt, komt er niet veel verandering in haar levens wijze. Met vernieuwden moed speelt Eefje Vla, of schoon ze nu stram en doof geworden is, voor baker, en daalt wellustig af in den strooppot. En een tweede meisje, met een wit mutsje op zooals bij de Landrats wordt nu voorgoed aangenomen. Ja, haar man, het ijsblok, wordt in den laatsten tijd wat gemanierdei', en Iaat haar, wat tenminste het huishouden betreft de vrije teugels. Het tweede kind, een allerliefst meisje, een keurig kroeskopje nxet zwarte oogjes, een lxon- neponneke, is een tijd lang alles voor haar. Zij vergeet de koffiekransjes en de Fidelitas. Dat wordt vertroeteld en gekust, geknuffeld en ge streeld. Neen, Eefje Vla i3 nu toch werkelijk te oud en te leelijk geworden; ze heeft nu een kindermeisje, een bonne genomen. Peter Arnold schudt zijn grijzen kop. Laat ze toch d'r gang gaan, dat zijn de kleine moeilijkheden die we bij 't opmaken van 't contract voorzien hebben, zegt Will. Frau Pauline wordt steeds voornamer. Zij den ondergoed ochtendjaponnen, wandel- en avondtoiletten. Eiken dag komt 4je kapster, ca houdt haar twee lange ui'en aan den gang. Jaja, zij geeft den toon aan, Frau Jobelius. Zelfs de Landrats hebben haai' nu voorgoed in hun intiemen kring opgenomen. DERTIENDE STATIE. Oorlog! Oorlog! Dolle Till is werr terug'. Hij krijgt het ijzeren kruis. Oorlog! Ooi'log! Daar beneden in Serajevo heeft het even gebliksemd en nu klinken de donderslagen al over heel Europa. Eu alle vol ken der Westersche beschaving grijpen naar de wapenen. De grens lijkt wel de zwarte rand van een zware onweersbui. Overal flitsen de lichtjes, knetteren de knallen van lukraak gerichte schoten. In de grensstadjes is het een heen en weer gedraaf als ln een mierenhoop, die door een groven voet is verwoest. Allerlei vreemde geruchten doen de ronde. De Belgen staan al in Aken, hebben Malmedy bezet en patrouil leeren nu in het Ven. Ja, ze zouden x-eeds parade gehouden hebben op de groote markt van Bl- senborn, weer anders de Duitsche troepen ter gelegenheid van keizers verjaardag zich ver zamelen. Maar waarom hebben we dan toeh een land storm? Die bezet op het oogenblik de spoorwe gen en bewaakt de grenzen. Nog in uniformen uit de dagen van Napoleon, met verroeste ge weren en de indringers tracht hij tegen te hou den met vervaarlijke onhandige zwaarden. De commandant Schleutemijer, een fabrikant xxit Aken zit als keizer Wilhelm op zijn paard. En onze dappere kuipers en kleermakers, herbei'- giers en kosters hebben zich allen rond hem verzameld. Allemaal wel wat stram, en maar een heel klein beetje voor den krijgsdienst ge schikt, maar voor den vijand als een nijdige wolf, al beven ze thuis voor hun vrouwen als een lammetje. Als er nu eens een auto met Russische goudroebels doorkwam. Sapperloot, die zouden ze niet ongehinderd laten passeeren. Met je verlof, dappere helden. Het doet me erg sterk herinneren aan jullie vreedzame smul partijen na een genoeglijke parade. Maar op het bureau van den commandant zet men zeer ernstige gezichten. Daar heeft men de lucht van het naderend gevaar gekregen. Daar neemt men alle maatregelen om het derde Batallon van het reserve-regiment infanterie no. 29 R. I. R. 29 te mobiliseeren. Uit de maga zijnen vliegen heele winkels met uniformen op de binnenplaats. Actieve en reserve-offlciei-en, die reeds den zelfden dag van den mobilisatie- oproep, toen de keizer zoo mooi gevraagd hacl om voor den vrede te bidden, waren opgeko men, laten aantreden, houden telkens appel, vormen uit de aanwezige manschappen com pagnieën en deelen de onderofficieren daarbij in. Er komt langzamerhand wat orde in den chaos. Daarna begint men met het Uitdeelen van de wapenrustingen, het aanmeten van de uniformen, O, er is genoeg als ge den vrede wilt, wapent U. Van sok tot chaco worden de soldaten in het militaire pak gestoken. Och, 't is maar voor enkele weken, dan is het blij spel van „dei- frissche fröhliche Krieg" weer voorbij. En de compagniecommandanten laten wel lxondei-dmaal per dag aantreden, laten alles haarfijn opschrijven, wat nummer die en die- en nummer zoo en zoo allemaal ontvange» heeft. Want na de overwinning moet het alle haarfijn opgeborgen worden, voor den volger" den dans. Heel dit zwaarwichtig en zenuwachtig gedo speelt zich onder de oogen van de begeesterd- Monschauei-s af. De nieuwe luarkt is in ee' krijgskamp herschapen en allerlei vroolijke so. datenliedjes wisselen af met de nijdige comma do's vaa gewichtige officieren. (Wordt vervolgd'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 12