DINSDAG 7 FEBRUARI 1928
DERDE BLAD
HET LOT DER CHINEESCHE
MISSIONARISSEN
FASCISTISCHE VERGISSINGEN
VERWARRENDE REDE OVER
GODSDIENSTONDERWIJS
PAGINA 2
DE EERBIEDWAARDIGE E. CANORI
EEN GEVECHT MET DE
CHINEESCHE. BANDIETEN
BIJZONDERHEDEN UIT HAAR LEVEN.
KARDINAAL SGHULTE
He( gevaar nu geweken?
MGR. HAYASAKA
DE JAVA-FOST.
HOLLANDSCHE LIEFDADIGHEID
UIT DE GEVANGENISSEN
TERUGGANG DER TOTALE BEVOLKING
PROF. DR. H. SNELLEN
A. BARON VAN DEDEM
BIJ ZIJN 90ste» VERJAARDAG
De ^Annalen van Scheut'' verhalen deze
naand hoe pater van Eten Bossche, overate
an Kang-fa-ing-ze en een jonge Chineesehe
triester dooi- roevers vermoord werden.
„Sedert geruimen tijd had men vernomen,
lat kleine rooverbende» van de bergen neder
gedaald waren. Zij hielden zich neg schuil,
maar hadden toch reeds verschillende heiden-
lorpen bezocht. Reeds was een gedeelte van
len oogs.t gekapt; maaar er waren nog enkele
rustige weken van doen. om hom binnen te
kmmen halen. Einde Augustus ging pater
i'an den Bossche naar de stad, waar hij jaar-
lijksche retraite dor mb-ionarissen- in Swi-yuan
mee kon doen. Doch dasr steeds onraad te
vreezen viel, bleven pater Tuypens en de Chi
neesehe priester beiden te Kang-£a-ing-ze.
In den namiddag van 3 September naderde
een rooverbende onverwachts het dorp en leidde
een dertigtal paarden mee, die buiten de om
heining aan het grazen waren.
Aanstonds loopem de Christeren naar de
residentie om dat aan de priesters te gaan
vertellen.
Pat-ers, zeggen zij. onze paarden zijn ver
loren, zoo wij op staanöen voet de roovers
niet achtervolgen. Doet de geweren uitdeelen.
De dieven zijn maar een 20 man aterk. Wij
zullen ze volgen en hun onze paarden wederom
afnemen.
D9 Christenen, de Chineesehe priester en
vooral de eigenaar* der paarden waren alle
voorstanders van de onmiddellijke ackterna-
zetting.
Pater van den Bossehe, die op Donderdag
S September, verjaardag van het afleggen van
zijn beloften, zijn retraite geëindigd had, wilde
niet langer in de start blijven. Hij was onge
rust over het lot van zijn parochie, nam af
scheid van zijn medebroeders, en vertrok naar
Kang-fa-ing-ze op Vrijdag 9 September. Hij
kwam er aan voor het invallen van den nacht,
op het oogenblik dat men nog aan het rede.
twisten was over het te nemen besluit.
Hier. was geen tijd te verliezen. Het kwam
er op aan zoo vlug mogelijk te weten, wie de
zoovers waren en welke richting zij waren
ingeslagen. Zonder uitstel moest men ook de
twee gendarmerieposten uit de buurt verwit
tigen en hun hulp Inroepen.
Dat deed men dien avond zelf. Christenen
vertrokken in verschillende richtingen. Pater
van den Bossche zelf steeg met enkele Chris
tenen te paard en kwam dien nacht terug.
Maar nergens in de omliggende dorpen hart
men ernstige inlicbtingea kunnen inwinnen.
's Anderdaags in den vroegen morgen kwa
men er toch Christenen met nieuws: de roo
vers hadden 's nachts het heidenseh dorp
Heoe-kwa-ing-ze overvallen, op een uur af
stand in 't Zuidwesten. Zij hadden onder
doodsbedreiging de inwoners verboden te
vluchten en den vrouwen geboden hun een
groote maaltijd te bereiden ter gelegenheid van
t heidenseh feest der Volle Maan in Septem
ber.
Wat de gendarmen betreft, die hadden bc-
Sofd de Christenen te zulle» helpen: wilden
e de roovers achtervolgen, zij zouden mede-
gaan.
De inlichtingen waren onvolledig. De roovers
waren niet slechts 29 man, zij waren met meer
dan 50. Het was hier niet een bende van jonge
schurken, beginnelingen in het rooversambacht,
maar het warengedrilde roovers, die menigen
slag met de politie geleverd hadden.
Tot overmaat van ramp lieten de twee groe
pen gendarmen op zich wachten.
Even later toen men het besluit nam samen
aan te vallen, hadden de roovers reeds al den
tijd om hun beschikkingen te nemen en zich
in hinderlaag op to stellen.
Dientengevolge zou de espeditie van Zater
dag 10 September uitloopen op een ramp voor
de Christenen.
Twintig vrijwilligers waren uitgekozen.
De Chineeschfe priester bood zich aan om te
vergezellen en pater Van den Bossche stemde
er in toe.
Men vertrok uit Kang-fa-ing-ze te 3 uur.
Patfer Tuypens bleef met enkele gewapende
Christenen thuis om het dorp te bewaken, tot
dat zijn medebroeder» terug zouden zijn
Hij zou ze niet meer wederzien.
't Schijnt dat de gendarmen zich slechts om
2 of 3 uur bij de Christenen aansloten en dat
op dit oogenblik de roovers plots het dorp
Heoe-kwa-ing-ze verlieten en 't Zuidwesten
in vluchtten.
Er waren slechts 16 gendarmen van Soe.
borghai ter aangeduide plaatse aangekomen;
de anderen waren maar niet te zien.
Het schijnt, dat pater van den Bossche toen
de achtervolging heeft willen uitstellen tot
later, maar de gendarmen en de christenen
naren een andere rneening toegedaan
De mannen werden ia drie groepen ver
deeld en stapten op in de? richting die de roo
vers hadden ingeslagen.
Doeh de roovers waren niet ver geloope». Bij
een gehucht hadden zij hun paarden in veilig
heid gesteld en hadden zich verscholen in don
op de velden, aan den kant waar de
Christenen voorbij moesten komen
hJ«h rTeYa VaUeU P0St op laken in
het gehueht, om te doen gelooven, dat de boete
bende daar was. De roovers, die zich met v«l
behendigheid verscholen hadden, lieten tie drie
groepen achtervolgers vooruitkomen en op«n-
den plots het vuur.
De toestand der onzen was niet meer liottrt-
haar en een spoedige aftocht drong zich op.
De gendarmen waren es- vlug bij om te
yiucliten.
def*wdn gK°feU ChEÏSten<*b aanvaardden
den -lag. Doeh dra viel de Chineesehe priester
doodelijk gewond neder
Verschillende Christenen, niet ver van hem
Werden insfelijks getroffen, en dan lieten de
anderen los en verloren vasten voet. Alleen
diegenen die met pater van den Bossche wa.'
wjjoen den pater niet verlaten
eikand6611 *°rt fievecM' waari* men
tenen werd*1 bescho<* N<*e» Chris-
sche De tiende6 Pater Tai1
dooa en hield 2iCh
snappen. der roOTei's °^-
der fwe 6rdaaee° Zöndag ver(l€* lijken
er luee priesters en der negen Christenen
teruggebracht naar Kang.fa-lng-ze. De begra
fenfs had plaats op 13 September
Het antwoord van de „Osservatore Romano".
Men schrijft ons uit Rome:
Ter gelegenheid van de opening van het
fascistisch cultuurinstituut te Napels, hield
afgevaardigde, oud-minister van onderwijs,
Gentile, een toespraak, waarin hij ook het on
derwerp godsdienst en school aanvoerde, het
geen tot een levendige polemiek tusselien de
fascistische en Katholieke bladen leidde.
De „Osservatore Romano" schreef daarover
het volgende: Afgevaardigde Gentile zei o.a.,
„dat, nadat het vraagstuk van het godsdien
stig geweten in Italië is opgelost, ook aan de
leekenschooT, den leekenstaat en het geheele
maeonnieke program een eind gemaakt moest
worden. De schooi moet Katholiek zijn, omdat
ze godsdienstig moet zijn. De Italiaansche
school kan geen ander geloof dan het Katho
lieke hebben, daar de Katholieke godsdienst
de godsdienst van den Italiaansehen staat en
het Italiaansche volk is. Helaas hebben de ver
tegenwoordigers van den godsdienst, de ker
kelijke beschermers van het christelijk geloof,
nog steeds niet met datgene, wat de Italiaan
sche staat hun tot dusverre reeds geboden
heeft, genoegen genomen. Dag in, dag uit, moet
men de Italiaansche school verdedigen tegen
het voortd ringen der dogmatische leer, welke
de prilste jeugd in de laagste klassen tot het
laatste universiteitskwartaal zou willen ovei*-
heerschen. Het is noodzakelijk deze dingen nog
eens duidelijk te zeggen, daar de tijd gekomen
is het met elkaar eens te worden. Want de
samenwerking moet 'n werkelijke vriendschap
en geen ondergeschiktheid be teekenen, want,
een overgave met gebonden handen, zal de
macht van den menschelijken geest nooit toe
laten."
De „Osservatore Romano" antwoordt daar
op, dat men het zeker eens moet worden. Voor
al echter over de verbazende verwarring en
de openlijke tegenspraken, waarin Gentile is
vervallen.
De school moet Katholiek zijn, omdat ze
godsdienstig moet zijn, en ltan geen ander
geloof hebben, dan dat, wat de Katholieke
Kerk leert; tegelijk zegt de spreker echter
ook, dat de school voor het dogma moet wor
den beschermd! Dat beteekent, dat de school
godsdienstig, doch niet Katholiek moet zijn,
terwijl men zelf kort te voren .juist het tegen
deel verzekerd heeft.
Thans moet men, zegt de Osservatore", be
sluiten. Wanneer de school in naam der maclit
van den menschelijken geest meent, dat gods
dienst en waarheid, geloof en wetenschap te
gengestelde begrippen zijn, zoodat hun innige
en bezielende samenwerking voor liet onder
wijs en de opvoeding tot het leven met een
overgave met gehouden handen overeenkomt
en een beschamende onderwerping voor God
is terwijl men te zelfder tijd verzekert,
dat het godsdienstige vraagstuk opgelost is
en zoowel staat als school van den geest der
vrijmetselarij bevrijd zijn dan beteekent dat,
dat men zich zelf en anderen misleidt.
Men moet, gaat de „Osservatore Romano"
dan verder, voor oogeu houden, dat degenen,
die Gentile vertegenwoordigers van den gods
dienst, de kerkelijke beschermers van 't chris
telijk geweten noemt, niet met deze godsdien
stige school tevreden zijn, daar men in deze
z.g. Katholieke school noch het godsdienston
derwijs duldt, noch het Katholicisme met zijn
waarheden toelaat. Men kan er geen genoegen
mede nemen, want in plaats van een vriend
schap en veveeniging tusselien geloof en bur
gerlijk leven tot het flink en gezond maken
van het nieuwe geslacht, beteekent dit een
verootmoediging van den godsdienst voor den
willekeur der geloof «verklaring. Door 'n der
gelijk soort nieuwe leekenscholen is men weer
aan het binnendringen van don twijfel en ten
slotte van het ongeloof prijsgegeven. Uit er
varing weet men, dit de leekensehool de ont
binding der maatschappij en der grondslagen
van het burgerlijk leven met dezelfde motie
ven en met gelijken ijver, welke ketterij en
geloofsafval gebracht hebben, heeft veroor
zaakt. Zij heeft met één woord die politiek op
gegeven, waartegen het fascisme verklaarde
zich te verzetten, zooals het met het doel de
grondpijlers van de menschel»,ke samenleving
nieuw op te bouwen met den godsdienst wilde
beginnen.
Ook hier moet een beslissing genomen wor
den. Men moet tegenstrijdigheden uit den
weg ruimen en onbelemmerd naar liet gods
dienstige en zedelijke doel opzien, zooals men
in het belang van politieke en economische
doeleinden ook gedaan heeft. Om sneller tot
dit doel to geraken, heeft men gevaarlijk lij
kende personen, theorieën en instellingen dit
den weg. geruimd. Het zou derhalve volkomen
onbegrijpelijk zijn diegenen, die in het belang
van de godsdienstige en zedelijke doeleinden
het uit den weg ruimen van alle vooroordeeJèn
en hindernissen verlangen; die zich te weer
stellen voor de oprechte bevestiging van het
Katholieke denken en tie vrije uitoefening van
het Katholieke geloof, onverzadelijk te noe
men.
De gouverneur van Swi-yan heeft onmid
dellijk een sterk aantal troepen gezonden met
last die rooverbende te vernietigen.
LONDEN, 6 Februari. (H.N.) Naar de „Ti
mes uit Peking verneemt, hebben Chineesehe
roovers to Foetchaw drie Duitsche Katholieke
missionarissen en een zuster ontvoerd.
Een bende van 100 man drong het gebouw
van de missie binnen. Er ontstond een gevecht
in den loop waarvan een Chinees gedood en
anderen gewond werden.
De roovers verlangden een losgeld van onge
veer 250.000 mark. Deze eisch werd afgewezen
en er werden troepen gezonden om de gevange
nen te bevrijden. Toen de troepen tot den aan
val overgingen, stelden de bandieten de gevan
genen voor zich teneinde op deze wijze zichzelf
te besthermen. Tijdens het gevecht werd een
der Duitsehers gewond, terwijl de zuster van
schrik stierf.
Kruisen en lijden bleven niet uit
In verband met de reeds gemelde behande
ling in de Congregatie der Riten van de „cau
sa" der Eerbiedwaardige Dienaresse Gods
Elisabeth Canori, Romeinsch huismoeder en
tertiaris van de orde der Trinitaviërs, valt nog
het volgende te vermelden:
Elisabeth Canori werd den 21sten Novem
ber 1774 te Rome als dochter van Tomaseo Ca
nori, een rijken koopman, en Theresla Primoli
geboren.
In 1796 trad zij in het huwelijk met Cristofo-
ro Mora, een gezien advocaat, eveneens Ro
mein van geboorte.
Na een leven vol kruisen en lijden van aller
lei aard, vooral veroorzaakt door de 'ontrouw
van haar echtgenoot, stierf Elisabeth op 5
Febrauri 1S25 te Rome.
Zij werd in het ordekleed der Trinitariërs
begraven en onmiddellijk door het volk als
een heilige vereerd.
Haar lijk werd in de kleine kerk der Trini
tariërs, San Carlino, aan de Via delle Quatro
Fontane bijgezet.
Negen jaar na haar dood in 1834 werd het
stoffelijk omhulsel opgegraven,- in tegenwoor
digheid van haar dochter Lucina. Het bleek
geheel ongeschonden.
Uit de crypte der kleine keTk werd Elisa
beth's lijk thans in de bovenkerk bijgezet.
Vermeldenwaardig is de vriendschap van
Elisabeth Canori voor een andere Romeinsche
huismoeder, de reeds zalig verklaarde Anna
Maria Taigi, die ook Tertiaris der Trinitariërs
geweest is en door het volk van Rome ijverig
wordt vereerd.
Eenige jaren na den dood van Elisabeth
Canori, kwam Lady Herbert, gemalin van den
Engelschen pair lord Herbert, naar Rome om
zich nauwkeurig van het leven der god
vruchtige vrouw op de hoogte te stellen. Lady
Herbert toonde haai' groate vereering voor de
brave Romeinsehe christians en huismoeder,
vooral daardoor, dat zij de in het Franseh
verschenen levensbeschrijving der bewonde
renswaardige vrouw in het Engelsch vertaalde.
Daardoor werd in Engeland onder de Katholie
ken de vereering voor Elisabeth Canori zoo
groot, dat de Katholieke vrouwenbond te Lon
den zich naar baar noemde.
De „eausa" voor de zalig- en heiligverklaring
werd op 24 Februari 1874 ingeleid. In 1914
had de „congregatione anti-preparatoria"
plaats en na 13 jaren de „preparatoria".
Met de dezer dagen in tegenwoordigheid van
den H. Vader gehouden congregatie-zitting 13
door de erkenning der heldhaftige deugdbeoefe
ning van Elisabeth Canori het eerste deel der
„causa" afgesloten.
Als bijzonderheid zij nog vermeld, dat heden
te Rome nog een achterkleinzoon van Elisabeth
Canori leeft en wel een geestelijke, mgr. Stanis
laus Canori, deken van het college der zooge
naamde „Capollani comuni" van den H. Vader.
De toestand van den kavdinaa 1 -aartsbisscliop
van Keulen, Schulte, is thans zoodanig ver
beterd, dat de doctoren van meaning zijn, dat
alle onmiddellijk levensgevaar Is geweken.
Op zijn terugreis
Onze Pavijsche correspondent schrijft ons:
Mgr. Hayasaka keert tlranS^naar Japan terug
en heeft Zaterdagochtend Parijs verlaten om
zich naar Lisienx te begeven. Vandaar vertrekt
mgr. naar Ie Havre, waar de Fransche katholie
ken hem een plechtig afscheid zullen bezorgen.
Woensdag gaat mgr. daar scheep om met de
„Do Grasse" de terugreis te ondernemen.
Het laatste nummer
Gelijk bekend zou, In verband met de uit
gave van het Katholiek dagblad „de Koerier"
de „Java Post" ophouden te bestaan.
Met de jongste mail kwam nu het laatste
numnter mede van het wakkere weekblad, dat
jarenlang in een behoefte heeft voorzien.
DE MISSIëN DER WITTE PATERS.
De aflevering Februari van de Annalen:
Afrikaansehe M>S8iëa Witte-
Paters geeft, behalve zeer Menswaardige
lectuur over de Missie en illustraties van het
Sint-Panhis-college der W. P- te Sterksel, een
overzicht van de werkzaamheden der Sociëteit
van 1 Juli 192630 Juni 1927.
Missiepersoneel aan priesters, broeders, zus
ters en catechisten: tezamen 6042, aldus ver
deeld 477 Witte Paters (in de Missiën werk
zaam), 59 zwarte priesters, 109 broeders, 369
Witte-Zusters (in de Missiën werkzaam), 294
Zwarta Zusters en 4734 Catechisten werkzaam
in 166 Missie-posten, waarvan 7 aan inlandsche
geestelijkheid toevertrouwd.
Het aantal Doopsels, voor die twaalf maanden
is 66.289 waarvan 17.416 aan volwassenen en
23.512 aan kindereu van christenen, waardoor
het getal katholieken komt op 482.317. 23.561
Doopsels werden toegediend in gevaar van
sterven.
De Catechumenen of de doopleerlingen, die
reeds twee jaar voorbereiding voor het Doop
sel hebben gehad, zijn 189.572.
Het werk der priesters is uitgedrukt in ruim
twee-millioen-vierhomderd-duizend (2.412.242)
biechten gehoord, in ruim zeven-millioen hon
derd-duizend (7.101.273) H. Communiën uitge
reikt.
Het werk der priesters, der zusters en deT
onderwijzers in het schoolonderricht is uitge
drukt in liet cijfer van ruim honderd-twee-en-
zeventig-duizend kinderen (102.620- jongens,
70.312 meisjes is 172.912) en de verzorging van
ruim twee-mfflioen (2.096.481) zieken, die de
hulp der Paters of der Zusters hebben inge
roepen.
Armenzorg-statistiek over 1925.
VIJF EN VIJFTIG MILLIOEN UITGEGEVEN
De armenzorg in ons land kenmerkt zich de
laatste jaren door groote veelzijdigheid. AI is
de eenvoudigste vorm van ondersteuning van
behoeftigen, de onderstand met geld en levens
behoeften, verreweg hoofdzaak, zooals hieronder
zal blijken, ook andere vormen van maatschap
pelijk hulpbetoon, zijn van genoeg belang om
afzonderlijk aan een beschouwing onderworpen
te worden. Het Centraal Bureau voor de Sta
tistiek stelt zich voor op den duur van alle in
Nederland voorkomende soorten van weldadig
heid gegevens te verzamelen en te pubï-iceeren.
Over de jaren 1923, 1924 en 1925 zijn reeds 'van
verscheidene vormen cijfers beschikbaar. Die
voor laatstgenoemd jaar en voorzoover voor
vergelijking van belang ook die van 1923 en
1924. zijn gepubliceerd in de zoo juist versche
nen Armenzorgstatistiek over het jaar 1925.
Hieruit vermelden wij -het volgende over de
behandelde wijzen van armenverzorging en de
uitgaven in millioenen guldens (na aftrek van
de terugontvangsten) in de jaren 1924 en 1925
volgt hieronder:
Onderstand met geld en levensbehoeften
(1924) 23,1, (1925) 22,7; uitbesteding in huis
gezinnen 1,1, 1,0doen verplegen in gestichten,
ziekenhuizen, e.d. 7,6, 8,2; verpleging van arm
lastige krankzinnigen (Rijk) 0,3, 0,4, (provin
ciën) ü,s), 3,8,. (gemeente) 8,0, 7,8; verzorging in
gestichten (godshuizen) 9,5, 9,5; huisvesting in
hofjes en vrije woningen 1,2, l,2; werkverschaf
fing (philanthropische) 0,5, 0,6.
In totaal bedroegen de netto-uitgaven in 1924
f 55.145.308 en in 1925 55.139.775. In deze
hooge totaalbedragen, die zich in beide jaren
op hetzelfde niveau bewegen, zijn dan nog niet
eens meegeteld uitgaven voor verpleging in zie
kenhuizen, geneeskundige hulp buiten zieken
huizen, zorg voor zuigelingen, verzorging van
schoolgaande kinderen, verzorging in door
gangshuizen, toevluchten, nachtasyls en derge
lijke. Ook worden uitkeerïngen aan werklooze
arbeiders in de armenzorg-statistiek niet opge
nomen.
Op de uitgaven door het Rijk gedaan voor
ondersteuning van armlastige Nederlanders in
het buitenland, in bovenstaande opgave begre
pen in de uitgaven voor onderstand met geld
en levensbehoeften, werd in 1925 sterk bezui
nigd; een vermindering der uitgaven van
2.200.490 tot f 1.310.398 was daarvan hét 'ge
volg.
Door de overheid (Rijk, provinciën, gemeen
ten, burgerlijke- en gemengde instellingen)
werd netto voor de in de statistiek behandelde
vormen van armenverzorging aan onderstand
38.985.744 of 70,70 percent van het totaal.
Voor de kerkelijke en particuliere instellingen
zijn de bedragen belangrijk minder, ml. resp.
12.432.711 en 3.721.320 of 22.55 en 6.75 pCk
Aan inkomsten uit bezittingen werd in 1925
bijna 16 millloen gulden ontvangen, aan collec
ten 7.4 en aan erfstellingen, legaten en schen
kingen 0.7 niUMoen gulden.
Voortdurende daling van het aantal
gedetineerden.
Gp het gebied van strafstelsel en teiMiitvoea'-
Heig-ging van et-raften, leven we op het oogen
blik hi een. overgangsperiode. Veranderd» in
zicht-en leiden er toe, dat met veel van het be
staande wordt gebroken en nieuwe regelen tot
stand komen of in voorbereiding zijn. Speciaal
ten aanzien van toepassing en uitvoering van
de vrijheidsstraffen worden wijzigingen over
wogen; reeds zijn eenige nieuwe steiseïs ten
onzent in werking getreden, (stelsel van af
wijk ingemo-pen-luchitg-eva ngente
In hoeverre in het jaar 1926 aandacht is ge
wijd aan al wat tot verbetering en modarnis-ae-
(rlng- van strafstelsel en strafvoltrekking kan
worden gedaan, is in de inleiding van de sao-
even bij het Centraal Bureau voor de StatóstiSek
verschienm Gevangenis-s-taitistiek over het jaar
1926 beschreven.
Aan het cijfermateriaal zij -het volgende ont
leend
De totale bevolking op 31 December in de ge
stichten wa;s teruggeloopen van 5097 in 1925
tot 4S40 In 1926. Van 1919 af, voor welk jaar
het aantal personen in de gestichten <xp 31 De-
-cembei' 7467 bedroeg, is een regelmatige daling
te conotateeren. Ook de totale bevolking in den.
loop van het jaar 1926, in stjrafgestichten aan
wezig geweest, is vergeleken bij 1925 gedaald
van 28052 tot 26886.
Door 229 mannen werd gevangenisstraf on
dergaan in de Rijkswerkinrichting te Veenhui-
zen, uit welk gering aantal af te leiden is, dat
de selectie van de gevangenen, cliie hiervoor
worden aangewezen, zeer streng is. Het verslag;
van de Rijkswerkinrichting te Veenhuizea
meldt van de zoogenaamde openlnchtgevange-
nis, dat zij ten zeerste blijft voldoen.
Van de totale bevolking werd slechts 9,2 pCt.
tot het lager onderwijs toegelaten. De resul
taten van het onderwijs waren gunstig.
Bijna alle arbeid door de gedetineerden wordt
voor rekening van het Rijk verricht; in 1928
werd slechts 9 percent der arbeidsdagen voor
particuliere rekening gearbeid.
De geheele gestichtsarbski omvat 22 bedrij
ven; de uitgaven van doze bedrijven bedroegen
in 1926 1,7 miüioen gulden, de ontvangsten
ruim 2 millioen gulden.
Wat het stelsel vak afwijkingen van het
gewone gevangenisregime betreft, deelt de star
tistie-k aan de hand van gesUehtsverslageu ver
schillende bijzonderheden mede, die op een
gunstige werking van dit instituut wijzen.
Toepassing der voorwaardelijk® invrijheid
stelling had In 1926 in minder ruime mate
plaats dan in 1925. Ten aanzien van 84,5 per
cent van degenen omtrent wie een beslissing
genomen werd, kwam vast te staan, dat een
vervroegde terugkeer in de maatschappij niet
kon worden toegestaan. Van het totaal aantal
voorwaardelijk invrijheidgestelden, wier proefl-
tijd in 1926 eindigde, had t. a. v. 18 percent
herroeping plaats tegen 21,5 percent in 1925.
In 1926 eindigde de proeftijd t. a. v. 14 personen
die in de openluchtgevangenis te Veenhuizen
hun straf ondergingen; herroeping behoefde
niet uitgesproken te worden.
Twee ontslag-aanvragen.
EEN KONINKLIJKE ONDERSCHEIDING
Naar het D." verneemt, heeft prof dr
II. Snellen gemeend tegen 1 Maart a.s. ontslag
als geneesheer-directeur van liet Gasthuis voor
behoeftige en minvermogende ooglijders te
Utreehf, te moeten vragen met het oog op zijne
gezondheidstoestand.
Prof. Snellen, die hiervan mededeel ing deed
in de gisteren gehouden vergadering van het
bestuur der Stichting, werd zeer hartelijk toe
gesproken door den voorzitter van het College
van Regenten, Jhr. mr. K. J. Schorer.
De bloei van liet Gasthuis ging liem boven
alles, geen moeite- daarvoor was hem ooit te
veel.
De voorzitter achtte het een voorrecht prof.
Snellen te kunnen mededeelen, dat het H. M.
de Koningin beeft behaagd liem te benoemen
tot rkider in de Orde van den Netlerlandschen
Leeuw.
r
Het bedanken van prof. Snellen als* genees
heer-directeur van het Ned. Gasthuis voor
oogiijders houdt, naar het blad verneemt, ver
band met het feit, dat. prof. Snellen ook het
voor-nemen heeft, ontslag- te vragen, wegens
gezondheidsredenen ah* hoogleeraar in de oog
heelkunde bij de Utrechtseke Universiteit. De
haogleeraar in de oogheelkunde is krachten?
zijn professoraat aan de Utrechtseke- Hooge-
school directeur-geneesheer van het ooglijders-
gasthuis. Prof. Snellen heeft dan ongeveer
28 jaar het hoogleraarsambt aan deze univer
siteit vervnld. Wanneer dit ontsla» ia aange
vraagd, zullen er aan de. Hoogesc-bool vier
vacatures bestaan, te weten: de vacature van
wijlen pr<*f Magnus en de vacatures Simons,
Naber en Snellen. Zooals men weet, gaat ook
dit jaar prof. Eykman heen, wegens het be
reiken van den 70-jarigen. leeftijd.
Alexander baron van Dedem werd bede»
negentig jaar.
Na zijn militaire loopbaan volbracht te kob
ben, nam de heer van Dedem in 1879 zitting
in de Tweede Kamer voor Hei kiesdistrict
Zwolle om lid van dat College te blijven tot
1913,
Zond-er te kort te doen aan de verdiensten
op menig ander terrein, meenea we toch te
mogen zeggen, dat de lieer van Dedem zich
in bijzondere mate heeft onderscheiden op het
gebied van den landbouw, steeds blijk gaf fo»
weten, wat de landbouw behoefde, en in niet
mindere mate, wat voor den landbouwer imo-
dig was. En wij duchten dan ook geen tegen
spraak, wanneer we zeggen, dat hij den Boe
renstand in geheel bijzondere male aa.u aich
heeft verplicht.
Nimmer hoeft de lieer van Dedem behoord
bij zou het trouwens niet hebben begeerd
tot hen, aan wie de algemeene leiding op biu-
nejilaiuteoli politiek terrein werd toevertrouwd,
wêl steeds een heerlijk voorbeeld van trouw
gegeven jegens hen, die hij als leiders erkende.
Het begrip der Christelijke politiek was iets,
dat leefde in hem zelf diep-geloovig Chris
ten en dat in- woord en daad tot uiting
kom-ead, door anderen gemakkelijk werd op
genomen.
En zóó was hij dan ook, en niet het minst
ia veelbewogen tijden, in geloovig protestani-
scheu kring van grooten invloed teneinde daar
den juistc-n koer» te. doen houden. En van niet
mi^CÏLe 1>eteekeriis was hij, wanneer het op
politiek terrein gold eeu goede verstandliou-
Cw ,Katjh<jllekeri on geloovig-protes
tanten in het leven te roepen of te onderhen-
den.
- Zelf klimmend in jaren, zag hij' er allerminst
tegen op met veel jongeren vriendschappelijk
om te gaan.
Den sympathieken heer van Dedem op zijn
negentigsten verjaardag onze hartelijke geluk-
wenseh en getuigenis van on2e diepgevoelde
erkentelijkheid.,
NED. R. K. BOND VAN HANDELS-,
KANTOOR. EN WINKELBEDIENDEN.
Vergadering van den Bondsraad.
NAAR EEN 56--URIOE WERKWEEK
Zondag hield, onder voorzitterschap van den
-heer A. v. Kamers veld, de Bondsraad van „St.
Franciscus van Assisië" in zijn nieuwe samen
stelling, zijn eerste vergadering in dit nieuwe
jaar.
Na een kort openingswoord werden de nieuwe
bond«raadsleden geïnstalleerd. Den afgetreden
leden werd dank gebracht voor hun belangrijke
werkzaamheden.
Eenige belangrijke mededeelingen werden ge
daan, waaronder een ernstig punt van bespre
king uitmaakte het persbericht inzake de aan
staand® invoering van de 55-urige werkweek
voor de winkelbedienden. Besloten werd om de
actie voor het verkrijgen van de wettelijke
50-urigë werkweek zoo krachtig mogelijk te
blijven voeren.
Over de functionneering van eenige groote
afdeelingen werden ernstige besprekingen ge
voerd, waarbij de vergadering instemde met
de houding van het bond-sbestunr, -zelfs meen
den sommigen, dat het bondsbestuur te veel
soepelheid had betrac-lit.
De gedragslijn -van het bondsbestuur, inzake
het ontslag van den bondspropagandist, werd
met bijna algemeene stemmen goedgekeurd.
Het Bondsbestuur werd gemachtigd, om den
afdee-ling'sbesturen vrijheid te laten tot vrij
willige extra-heffing van de Incasso-kosten, tot
een bedrag van hoogstens 10 ct. per maand,
terwijl voor het heffen van tijdelijke vrijwillige
bijdragen de goedkeuring van het Bondsbestuur
wordt vereisebt.
Het voorstel van den heer Vos (Eindhoven)
om de onafgewerkte voorstellen van de bonds
vergadering, niet in behandeling te nemen, doch
ze uit te stellen, tot de bondsvergadering in
1929, om dus. geen buitengewone bondsverga
dering te houden, mede in verband met de hier
aan verbonden kosten, werd met groote meer-
dorheid aangenomen.
Uitvoerige besprekingen werden gevoerd over
de salarisregelingen van de personeelen der
bondskantoren enz,, waarbij de gedragslijn vaa.
het Bondsbestuur werd goedgekeurd -