FEUILLETON DINSDAG 7 FEBRUARI t928 "'•m DERDE BLAD PAGINA 3 GOEDKOOP GESPOT NATUURLIJK TEGEN ROME ONZE ZELDZAME RECLAME-VIRTUOZEN WAT NOG TE LEEREN VALT BET AUTO-ONGELUK TE OEGSTGEEST. Höoger Berefp tegen het vrijsprekend vonnis Be-handeling voor de Rechtbank de afsluiting en droogmaking van HET HOLLAND-HUIS TE BRUSSEL EN JHR. MR. D. YAN NISPEN TOT SEVENAER Een aardige attentie VAN DE LEESTAFEL WiLL EN TILL- MODEPRAATJES. Dr. Brandsma zal spreken Ds. Bruins Jr., hoofdredacteur van ,,de Blijde Wereld" beziet van. zijn commandobrug de dingen des levens altijd ernstig, hij roert hij voorkeur aan da groote problemen van den dag. Maar do men-sch, zoo denkt waarschijnlijk Ds. Bruins, kan niet altijd ernstig zijn en zeker een hoofdredacteur van ,.de Blijde Wereld" meent dat zijn lezers op hun tijd weieens Troolijk moeten zijn. En dies waagt hij zich aan een grapje. Een grapje op Röme, en dan een heel goedkoop, In hot genre van A. B. K. in „het Volk". Als die met den godsdienst spot, dan worden zelfs de socialistische domïné's hoos. Doch als 't om Home gaat, dan vinden zij 't toch wel gepermitteerd. En *zoo heeft ds. Bruins 't dan dezen keer over het „hijgeloovige Rome". „Rome", zegt hij,, „heeft tweeërlei kleeding. Zij kan er voornaam uitzien als een deftige moderne dame. Maar zij komt ook wel in een heel ordinair workvrouwen- jak tevoorschijn. Er ia een Rome- voor van Eeden en Toorop, voor propagandavergadering ónder Protestanten met uitnemend® sprekers, en er is een Rome voor het Brahantsche hoertje, Voor de massa, die nog even bijgeloovig is als een negerstam in Kameroen". Wat dan wel is deze „bijgeloovigheid" welke ean vroom Brabantsch hoertje gelijk maakt, aan een neger uit Kameroen Ds. Bruins zal 't ons nader verklaren. Hij heeft n.I. gelezen dat op 7 Januari 1.1. de Pluimveevereeniging St. Gerardus vergaderd heeft. In die Pluimveever-eeniging zit natuurlijk al da grappigheid. Wat een pret is al niet geweest °m de R.K. Geitenfokvereeniging. De leden, van „St. Gerardus" hebben, dat moet b'ordeu toegegeven, niet kwaad gehoerd. Want zij hebben op 42 veilingen 11 m Uiteen eendeneieren en 240.QOO kippeneieren laten vellen. Ook hebben zij fosfor aangekoekt voor de bestrijding der rattenplaag. Maar nu komt vol gens ds. Bruins het grappige. Behalve dat de leden vau „St. Gerardus" hHe stoffelijke middelen aangrijpen om hum Pluimvee, tegen do rattenplaag te. beschermen, roepen zij bovendien ook nog God's bescher ming aan door maandelijks een II. Mis te laten lezen. Dat vindt ds. Bruins bespottelijk en ergerlijk. „Het wonder van het altaar", zoo zegt hij hier, „het telkens herhaalde, offer van Christus ®en middel tegen kippenluis, snot, pokken, cholera „Wat zeggen de vragens- en zoebensmoede inteileetueelen daarvan, dia eindelijk vrede ge laden hebben in de kerk?" Wol, ds. Bruins, als deze intellestueelon hun geloof even vroom belijden -o eenvoudige leden van St. Gerardus, dan zullen zij daarin niet auders dan een zeer geloovige gestie zien. Dan zullen zij weten, dat ieder geloovige Katholiek God aanroept om de wereld en hem vrij te houden „ah omni malo", „van alle kwaad". „Van alle kwaad", nat is niet alleen van diea gruwel van den oorlog', waar ds. Bruins: alleen maai* hang voor is, maar dat: is ook van alle 1 bezoekingen, die den menseh ook in zijn have en goed, en dus ook in zijn vee kunnen treffen., Als wij jaarlijks bulden voor do vruchten der darde, waarom zouden ij 't an niet doen voor het welzijn- van ons vee, dat wij eveneens, als Gods gezegende gaven erkennen. Maar wat. deze. intellectueclen wel zullen doe t, Is zich verontwaardigd afkeeren van een diep Ergerlijk geschrijf van «en socialisiischen; pre dikant, die te insinueeren durft, dat 't de- bviesters zijn, die de missen bed lenen om ge zondheid en leven in -le kippenhokken te be schermen. Wijlen Charles Boissevain heeft eens in een van zijn „Dag tot Dagjes" enthousiast geschre ven, dat wij onze taalkracht zouden kunnen versterken jpet aandachtig de catalogi te lezen van Hollandsche bloemen- en bollenkweekers. Deze vakmenschen beschikten naar zijn oordeel over een zeldzamen rijkdom van taal om de kleur en de pracht van hun gewassen te be schrijven. Wij, krantenmenschen, vooral als wij wat bedaagd zijn geworden, kunnen soms verlegen zitten om wat superlatieven. De heer Conijn heeft verschillende handleidingen geschreven over de beste methode van adverteeren. Ook adverteeren is een heelo kunst, en niet allen zijn zoo gelukkig om zulk een fortuinlijk slag woord uit te vinden a.Is de bekende firma C. A. Maar wie werkelijk op dit gebied eens een studie wil maken in klinkende superlatieven, dia kan onder dit opzicht nog wat leeren bij onze fiïmsxploitanten. Als wij hier slechts één nummer van zoo'n vakblad openslaan, dan vragen wij ons toch af, hoe 't mogelijk is dat de heeren reclame makers zich elke week weer in krachtwoorden en suggestieve re'clame kunnen overtreffen. Telkens denkt go „nu is het hoogste wel bereikt", maar elke week opnieuw zetten de heeren ons weer voor nieuwe verrassingen. Vroeger was een „Schlager" nu eenmaal een „Schlager", daarmede was zoo goed als alles gezegd. Fritz Kirsch noemt zijn nieuwste operette „lek hab' mein Herz. in Heidelberg verloren" met recht een „Schlager". Maar als Tuschinski zijn nieuwste film an nonceert, dan noemt hij dat de S u p e r-Sehla- ger van dc Wilton Metro Goldwyn. Maar wat beduidt nog een Super-Schlager als hij een pagina de Paramount-film van Emil Jasuings' „Vader" prijst als „de grootste suc cesfilm van het seizoen 19271923". Daarop volgt echter weer de N, V. Universal Film Agency, en deze- vertelt -van haar niéuw- sta film „WoeheuendZauber", dat deze is „de money-maker van het seizoen", „de film die alle recetten in Duitschland klopt!" „de film die in Berlijn vier weken voor volle zalen in Uraufführung liep", „de film, die in December in S S Berlijnsche theaters vertoond werd" De „First National" op haar beurt prijst weer haar „Traviata" als het „superwerk" van haar onderneming. Do „Cine Alliance Film" noemt haar Casa nova „de groote superproductie". De ondernemers van de film „de Spooktrein" doen ©ogenschijnlijk wat kalmer aan, maar iutroduceeren dezen film en passant toch als „iets aparts op cinematografisch gebied" en „de Spooktrein" kan ongetwijfeld beschouwd worden als een der meest geslaagde films van het seizoen. Kout Bornstein geeft zijn „Vlucht over den Oceaan" het qualitatief mee van te zijn „de Sensatie van dit seizoen". Al deze woorden weer eens anders gegroe peerd, dan krijgen wij weer andere klinkendo aanbevelingen. Zoo zegt „de Netherlands Fox Eilm Corporation" in roulatie te brengen „de buitengewoon sensationeele productie" „East Side, West Side". Om dan nog niet té spreken van alle „nieuw ste meesterwerken", die worden beloofd bin nenkort in de roulatie gebracht te worden. En dan moet u nog niet denkeu, dat deze zeldzame reclame-virtuozen au bout van hun „latin" zijn. Want als Donderdagsavonds de bladen verschijnen, die het nieuwe programma van da week brengen, daar worden wij opnieuw overstelpt met krachttermen, als „het meest sterke drama", „het heldendrama'„het film drama dat men minstens tweemaal gaat zien", „een film om nooit te vergeten", „het gesprek van den dag", „de meest geheimzinnige en sensationeele film, die ooit vertoond is". Als men dit alles wekelijks savoureert dan vraagt men zich af, of er in de film voor de naaste toekomst nog iets te overtreffen valt. Het is een oud spreekwoord dat zegt, dat niet alles goud is wat zoo blinkt, maar toege geven moet worden dat deze heeren zeldzaam de kunst verstaan oni zelfs de bitterste pil .te vergulden. Het O. M. bij de Haagsche Rechtbank heeft hoog;er beroep aangeteekend tegen het vrij sprekende vonnis van dat college ten aanzien van den Belgischen chauffeur A„ beschuldigd van het veroorzaken van dood door schuld (auto-ongeluk bij do Haagsche Schouw onder Gegstgceat.) HET DRAMA IN DE YAN LIMBURG STIRUMSTRAAT TE 's-GRAVENHAGE. Donderdag a.s. zal de Haagsehe Rechtbank de zaak behandelen, tegen den 33-jarigem K., die gearresteerd is in verband met het gerucht makende geval van abortus provocates in een perceel aan de van Limburg Stirumstraat, ten gevolge waarvan, een 21-jarige. Duitsche dienst bode het leven verloor. Zooals men zich zal herinneren, werd het lijk van hot slachtoffer in een duivenhok drijvende in de Waalhaven te Rotterdam gevonden. PASTOOR P. SOEPNEL. Do Zeerecrw. heer P. F. W. Soepnel, pas toor te Hoofddorp, is voorzien van de H.H. Sacramenten der Stervenden. DE ZUIDERZEE. Een tournee van ür. C. Lely in Amerika. Op uitnoocliging van de Nederland-American Foundaitie zal dr. O. Lely, oud-Minister van Wa terstaat en voorzitter van den Zuiderzeeraad, zich op 22 dezer per s.s. „Rijndam" naar de Vereenigde Staten begeven, teneinde in ver schillende plaatsen enkele lezingen te houden over de afsluiting en droogmaking van de Zui derzee. Pas was de benoeming van Z.Exc. Jhr. Mi'. O. F. A. M. van Nisp«> tot Sevenaer, tot ge zant van Nederland te Brussel, bekend, of bet Holland Huis aldaar nam 'n even interes sant als origineel initiatief, dat bestond in het zenden, aan de leden van de Nederlandsehe kolonie, van een op lasc-papier afgedrukt por tret met levensbeschrijving van den nieuwen gezant. Deze attentie zal er 'niet weinig toe bijdragen om d® figuur van Jhr. van Nispen tot Sevenaer populair te maken in '1° Nederlandsebe kolo nie. „W elke Richtin g". Een boek over verschillende stroonwn- gen in de Vrouwenbeweging. Door Pater Damasus O. M. C. De directe aanleiding tot het verschijnen van dit boekje was het Congres der R. K. Vrou wenbonden, dat dit jaar in Holland's Residen tiestad zal worden gehouden en waar afgevaar digden uit de zes en twintig landen, die bij den wereldbond van R. IC. vrouwen zijn aangeslo ten, worden verwacht. Voor deze vergadering wilde Pater Damasus, de bekende steun der R. IC. Vrouwenbeweging ln ons land, meer be- belangstelling wekken en bij grijpt deze goede gelegenheid aan om ln Holland nog meer alge meen te laten doordringen, „dat de Vrouwen beweging geen „noodzakelijk kwaad" is, maar een gewin In velerlei opzichten." Konden we er onze mannen en Jonge man nen, onze vrouwen en meisjes die „nu eenmaal niets voelen" voor Vrouwenbond en Vrouwen beweging eens toe kirijgen om dit werkje van 't begin tot 't einde te lezen. Hun argumen ten (als ze die hebben tenminste: meestal is run antipathie pure onwetendheid of vrees voor 'n beetje werk) zouden een voor een weg vallen door Pater Damasus' logische redenee ring, dis steunt op zijn open oog voor de noo- den van onzen tijd en op zijn lcennts van 't werk dat ge-daan wordt van niet-katholieke zijde. De schrijver geeft een overzicht van do drie hoofdrichtingen ln onze Hollandsche Vrouwen beweging: de neutrale ,de socialistische en de katholieke. Hoe de bond van Soc. Dem. Vrouwenclubs, die einde 192G ruim twaalfduizend leden telde (de R. K. Vrouwenbond heeft er een en veertig duizend) rechtstreeks door en als propaganda middel voor de S. D. A. P. werd opgericht., wordt door Pr. Damasus duidelijk aangetoond als we dus zien wat het standpunt van de» soctalistlschen Vrouwenbond is inzake prin cipieels kwesties als huwelijk, moederschaps- zorg, („moedertoon"!) kinderopvoeding, dan zal iedere katholieke vrouw die zich nog niet aansloot bi] den R K. Vrouwenbond zich scha men. Ze zal zich scharen hij het leger, dat een dam wil opwerpen tegen de meest onchriste lijke beginselen, die oorzaak zijn van zooveel huidige geestelijke ellende en die openlijk wor den voorgestaan en verspreid door vrouwen, en wel vrouwen die begrijpen dat ze slechts iets kunnen bereiken als ze zich organiseeren. Bij 't doorlezen van het hoofdstuk over de neutrale Vrouwenbeweging terecht brengt schr. buide aan verschillende pioniersters: zal 't spoedig duidelijk zijn waarom de katho lieke vrouwen zich met mogen aansluiten bij neutrale v-rouwenciuba. 't Gaat hier weer om de groote kwesties als: de volkomen gelijkstelling van man en vrou-w, de gelijkstelling der geiiuwde en onge huwde moedeT, de strijd tegen de verbodsbe paling van den loonarbeid der gehuwde vrouw, weifee punten alle worden voorgestaan ,joor <ien nationalen Vrouwenraad, het centrum uer ruim zestig verscheiden aangesloten neutrale vrouwenvereeniglngen De duidelijke wijze waarop schr. de steeds weer herhaalde leuze „godsdienst is privaatziaak" weerlegt ia reeds de verspreiding van dit boekje waard. Teekenend fa een aanhaling die schr. doet uit een verslag van een door den „NederT. Bond van Huisvrouwen" (die ook onder de katholieken reclame maakt.) Georganiseerde lezing over „Letterkunde en onze jeugd": „Een zijdig en dus verkeerd is litteratuur, die een kerkelijk dogma als tendenz heeft." Het grootste deel van Pater Damasus* boekje is natuurlijk gewijd aan de R. IC. Vrouwenbe weging. Na een glasheldere uiteenzetting' van „Ons Standpunt" en „Ons Doel" wordt zonder overdrijving een kijkje gegeven in wat tot stand kwam en wat voor de eerste jaren op bet program staat. Velen zullen die hoofdstukken een openbaring zijn, anderen een steun en een Een verbaal der zonden en deugden van een tweeling. In een voorspel en zestien staties door LüDWIG MATIIAR. 57.) Zelfs Zondags laat hij er zieh niet zien. Heel achter in het kapelletje laat hij zich op een bank neervallen en zit hij naar de nonnetjes te luisteren, die heldere cantilenen ver klanken. - Tot groote spijt van kapitein Strengler, die vanwege liet IJzeren Kruis wel eens met zijn beschermeling in De Eeuwige Lamp zon willen Pronken. Dan zouden ze dien vefwait.cn ambte naartjes en burgermenschjes eens kunnen lee- l'en, wat vaderlandsliefde beteekent. Aan do stamtafel van De Eeuwige Lamp en s?P do bank zitten zo met ongeduld op hem te grachten. Zelfs Herr Commerzienrat. laat naar iSen toestand van Till, dia opnieuw het brand- Jpunt van aller belangstelling is geworden, in- forrneeren. Do kapitein heeft hun allen als een heraut broksgewijs wat nieuwtjes toebedeeld °ver zijn gedragingen aan het front en nu water tanden ze om er het l'ijne van te weten te ko lden en niet minder om dat wonderdier van *hansehelijken moed eens te mogen zien. Dounerwetter, als die eens aan het ver- lellen ging, begint hij tegen De Vette, terwijl S'Ü 'n paar flesschen wijn uitzoekt, 'n Loop- Krartf van drie meter met 'n gewonde cverspriu- 'n kleinigheid hoor. Kapitein Strengler verdwijnt alweer, den. Verbluften waard achterlatend die tegen zijn vrouw in de keuken het verhaal overbrieft en do juiste afmetingen iets vergroot, omdat zijn .Vrouw wat kortzichtig is uitgevallen. En waarom schrijft hij niet eens een en an der in De Stad- en Landbode aan het Hoog® Ven? Hij kan het. Dat weten ze nog uit zijn Roemruchte dagen van Till Eulenspiegel in Sfonie of Stoffel, Laat hij zich heusch maar Btet geneeren. Al die dolle kwajongensstreken van vroeger zijn voor goed vergeten en ver geven. Zeg- hem dat maar gerust hoor, als het boodig mocht zijn, redekavelt de vechter vol uver, om den nieuwen Till weer in hun mid.-, dm» te zien- Natuurlijk, die- kerel moet zich weer eens laten zien in den kring van zijn oude kamera den! voegt de feestelijk gefriseerd:® kapitein Seftleufemeijer, de commandant van den land storm er op wat scherpen commando-toon aan toe. Kerel, schreeuwt kapitein Strengler, pur perrood vrin kwaadheid, het sal'oaoffioiertj® in zijn gepoederd gezicht, in de loopgraven ken nen we geen kerels, daar ziju het allemaal kameraden, begrepen? Met één teug drinkt hij zijn glas leeg en smijt dan met een vervaarlijken slag de deur achter zich dieh-t- i 'n B-eetjs ruw, die lui van het front, zucht 1 Sehleufemeijer, terwijl hij stiekum in zijn zak- l spiegeltje loert, of zijn haren door al. dat ver vaarlijk gesnuif van Strengler niet in wanorde zijn geraakt. Of zijn hoekjes rond zijn snor wei netjes zijn uitgeschoren, of er geen schram metje op zijn gezicht valt te bespeuren. Feter Arnold, die, nu hij zijn schoonzoon het volledigs beheer over de „Stad- en Landt)od© aan het Hooge Ven" heeft toevertrouwd, gere geld eiken morgen zijn Spezial in het midden van do bank komt leegdrinken, wrijft zich vol gens zijn beproefdo gewoonte langs zijn glad geschoren kin. En terwijl hij zoo boosaardig- lieflijk glimlacht als hem slechts mogelijk is, debiteert hij met veel zelfgenoegzaamheid zijn uitgebroeid© grap: We moesten eigenlijk in het heel® stadje- voor hem vlaggen! En allemaal verduiveld goed. op onze doch ters letten, spuwt het giftige not ar is je er on middellijk achterna. Hij is een der weinigen die met Vlechje Till verdedigd heeft, ook toen allen hem afvielen, omdat dat beter met hun opporümitaitspoliti-ek overeenstemde. Welke rnotievc-n Vlechj® tot die trouw to-t in den dood* hebben bewogen, weet ik niet. Bij den notaris sproot zijn vasthouden aan een hardnekkig® sympathie voor den deserteur voornamelijk voort uit zijn ongeneeslijke kwaal om t-ege-ii te spreken. Peter Arnold is maar zoo verstandig om erg hard een tweede glas Spezial te bestellen en te doen alsof hij de spottende opmerking en do vele hatelijkheidjes aan zijn adres die er het gevolg van zijn, niet hoort. Je lieht groot gel ijk hoor Jobelius, gaat Strengler boven in da- veranda tekeer, dat je al die eigenwijze pummels in De eeuwige Lamp op je laat wachten. Laat zo allemaal maar links liggen. Die ezelskoppen, i-di-oten! En dat pomniadepoppetje van 'n Schleuiemijer draai ik vandaag of morgen den nek om, als hij zijn haar weer durft te laten friseer en. Daar is Buiten kamp nog een schaap bij, en dio deugt toch ook niet. Wie beeft ion nu eigenlijk genezen. Bol- tenkamp met zij» drankjes, waarmee wij do bloemen vergeven hebben, zoodat zuster Ever- gilcla zich verwonderd beeft afgevraagd hoe het toch komt, dat nu ineens al dio planten sterven of mijn kippetjes en wijntjes, ka meraad! En de trouwe hulp van zuster Evergilda, kapitein. Maar U hebt gelijk, ik zal me niet meer laten zien. En ik teel er natuurlijk heele- maal niets voor om- te sc&rijven in een blad, dat zijn ontstaan aan zulke tragische gebeurte nissen dankt. Zeker, zekerk°n; laten we maar weer een wandeling- gaan maken, bromt kapitein Strengler, die niet graag zich verdiept in her hachelijke probleem d.®1' ''e£de. En zoo stijgen ze dan weer den weg op naar hun verwensshfc slot. Maai liet gaat al heel wat liet er, den paortweg, e» z®lfa de trappen naar den Ezelstoven. Ja, door dea kloosterhof loopt hij, bijna weer even fi®1' a's Woeger. De wonde tusschen ziju ribben is B1' z°o goed als heele- maai genezen. Boltenkamp heeft hem gisteren weer geschikt verklaard voor garnizoensdienst. Maar onmiddellijk daarop beeft kapitein Streng ler hem als compagniescommandant drie we ken- verlof gegeven. Ze zitten hoog en iroos boven op de borst wering van den Ez©lsfoieB- De zou wordt al Meeker, d-e wind ruwer. Df milde herfst is heen. Het zal het beste zijn, als ik maar w-eer vertrek, zegt Jobelius plotseling-, Jij bromt hier eerst I® verlof uit, knort kapitein Strengler. Maar, kapitein, U ziet toch zelf, hoe vreemd me dit alles is geworden- Juist daarom, kaincraaCl- Je moet er niet met je staart tusschen j° beenen tusschen uit willen trekken. Laat zo je tanden zien. Ik heb het nooit go®d niet hem kunnen vinden niet dien andei® daar beneden, gaat Jobelius nu rustig verder, als werpt hij geheel voor zich zelf ecu terugblik op zijn verleden. Mijn broer denkt maar, dat hij alleen de werk dag is, en dat ik steeds den Zondag uithang. Misschien heeft hij we-1 gelijk. Hij ploetert, rekent en schept. Ik hou meer van droom en spel- Ja, werkdag en rustdag. Weemoedig schouwt h« n«v- over het stadje beneden aan- den voet van den berg, waar de nevels al neerstrijken. Den kapitein wordt het nu ook droef te moe de. Dat vervloekte vrouwvolk ook. t Was maai het beste, als ze hun zaakjes maar weer to} elkaar pakten. Ja, het eenige wat hun nu nog te doen blijft is weer zoo spoedig mogelijk aan het front zien te komen. Dan is die piekeraar weer een en al leven. Die vogel moet weer uit z'n kooitje verlost worden. Als zij -weer in het hospitaal terugkomen krijgt Jobelius een boodschap, dat er in de spreekkamer van moeder overste bezoek voor liem is. Ala voor een spook deinst hij even later te rug. In het deftige zwart, als gold het een offi- eieel-e visite, met hoogen hoed, wacht „Hor Staditrat" op zijn broer, Tijdens de ziekte, hm, hm, had ik meerma len het plain gemaakt een bezoek te brengea, begint Will Jobeliusoud en rustig, welover wogen, als gold het critiek op de gemoentebe- grooting, maar, hm, hm, de zaken, lieten me geen oogenblik vrij, Och ja die zaken, die za ken! Hij ziet zijn broer hierbij echter geen oogen blik in het gezicht, maar is een en al aandacht voor enkele weerbarstige haartjes van zijn hoed. Till gaat niet zitten. Hij heeft het wel aan pastoor Bux beloofd, dat hij zich niet tegen een verzoening zou verzetten, maar nu, van aan gezicht tot aangezicht tegenover dien broeder stijgt de walg in hem op. Juist al dat correcte, het afgemeteno van dit bezoek is haast een uitdaging. Werkelijk correct dat is hij altijd geweest, zelfs tóen hij het meisje vau zijn eigen broer wegstal. Zeg liever, dat je slechte gewejen, begint Till nijdig, terwijl hij zich aan een stoelleuning vast moet klampen, om zijn jeukende -handen wat te doen te geven. Maar de andero beheerseht zich volkomen. Alleen zwelt de blauwe ader op zijn voorhoofd tot gevaarlijke dikte. Doch hij heeft zich nu eenmaal voorgenomen, wat er ook gebeuren mocht kalm en verzoenlfjk te zijn. Ten eerste omdat dit een houding is die het meest met zijn positie overeenstemt. En och, ook ter wilt© van zijn broei'. Nu hij zijn eer weer zoo dapper heeft teruggewonnen, wil hij hem ook zijn gunst niet onthouden, zelfs ziju sympathie wel toonen. Aan Paula denkt hij op het oogenblik niet. Ja laten we lret eerlijk bekennen, leidt hij Till's woedenden aanval glimlachend op een zijspoor. Wij hebben wat goed te maken, waar bij hij ónder enkele uitgemeten streken over zijn hoogen hoed een bijzonderen nadruk legt op het woordje ,,wij", zoo diplomatisch, dat het wie Van dat wij in het duister blijft hangen, Maar de soldaat Till zal dien sluier wel oplichten. Ik niet! stuift -hij los, terwijl hij met een nijdig gebaar den stoel van zich wegschuift. Neen, jij hebt dat al gedaan, broer, reept Will terwijl hij zijn broer naar het sehijnt vol bewondering aanziet. Jij hebt je kranig gedra gen. IJzeren Kruis. Ik wensch je van harte geluk! En jij? stoot Till er weer dreigend uit. Hier zijn je stukken, antwoordt de an dere, terwijl liij uit den binnenzak van zijn jas een aantal papieren voor den dag haalt. Heel Parijs, 31 Januari, Het eigenlijke reisscizoen is nog verre, maai; ook de wintersport en de wintervermakelijk heden oefenen op velen haar aantrekkingskracht -vult en vemLakkein -tot een korter of langer uit stapje over de grenzen. De kwestie van het toilet voor zulk een reis ia vaak niet gemakkelijk. Een eenrouddg makkelijk en vooral practiseh costuum wordt geëischt, dat een beetje sportief en toch charmant genoeg kleedt. Aan te bevelen valt een deux-pièces uit jersey-de-laine, of ook wel een eenvoudige petite-robe van wol. De mantel intusschen is een moeilijker punt. Deze mag niet te ruim en niet te origineel vaii model zijn en ook niet een te erg fantasie effect hebben. Hij moet niet alleen om de buste maar ook van onderen goed sluiten en gelegenheid geven tot een warm inwikkelen. Een model dat aan al deze eischen beantwoordt, geven wij hieronder weer. De mantel is van een ruime pelerine voorzien, die het geheele figuur warm omsluiten kan en is gegarneerd met een col van haas. De col wordt voortgezet door kleine revers van stof, waarvoor een soepele Schotsche wol gekozen kan worden met strepen van vieux-rouge en goudkevertint op een beige fond. Het model heeft één zak van ruime afmetingen, die gelegenheid geeft tot flinke berging. INTERACADEMIALE MISSIECLUB. Bij gelegenheid van den R. K. Studentendag ia Nijmegen zal ook de Interacademiale Missie club een vergadering honden; deze zal plaats hebben om 4 uur in het Academiegebonw. Prof. Dr. Titus Brandsma. O. Carin. zal er een lezing houden over Bonifacius. aanmoediging. We verklappen er niets uit:] men moet het overzicht lezen. De beschouwing van het geestelijk moeder schap zal aan ongehuwden en aan vele gehuw den ook, stof tot overdenking en prikkel tot arbelj zijn. Laten vooral propagandisten van onze Vrou wenbonden dit boek lezen en het onder leden, en niet-ledeu verspreiden. M. K. B. je erfdeel is daarin beschreven en tot op van daag is het met rente op rente bijgehouden. En dat wat niet meer terug te betalen is? sist Till. Hij staat nu vlak bij ziju broer, die onder-, tusschen ia opgestaan, meenend dat het bere kend oogenblik der verzoeniDg aangebroken is, Oogen zien in oogen. Zij weten, dat het even kort maar vinnig een strijd op leven en dood zal worden. Van beide kanten zijn alle goede voornemens met een slag verbrijzeld. De verstandige waakt over zijn bezit. De haat wil haar wraak. Ik heb ze je niet ontstolen f Neen je hebt ze gekocht als een stuk veel' Als een meubel in je buis! Dan ia liet dus miju rechtmatig eigendom geworden. r— Ja, je hebt er van begin af aan slag van gehad om zaken te doen. Vau mijn postzegel album af heb je me alles ontfutseld en de laatste slag was mijn meisje. Maar toch manne tje, heb je ten slotte een leelijke klap gekregen, Wat? Wat bedoel je? Krijtbleek, als had hem werkelijk eeti ver schrikkelijke slag getroffen wankelt Wil! Jo belius achteruit. Zijn blauwe ader ligt als een pees op zijn voorhoofd. Ook Till is zoo hleek als de kloostermuren. Maar om ziju saamgeknepen mond speelt een fijn boosaardig glimlachje. Het lachje van een die afgerekend heeft met het leven, maar toch het spel van de anderen nog doorziet. Uit zijn staalblauwe oogen grijust de koou. Als een scherpe ponjaard prikken zijn woorden stuk voor stuk den ander in het hart: Och, dat weet nu Jan en alleman. Jij hebt ze opgedirkt, maar mij vervolgt ze tot op mijn ziekbedtevergeefs. Wees gerust. Hij keert zich snel om. Werpt de deur achter zich dicht. De ander zinkt zwaar zuchtend op zijn stoei Dat is nu hot einde. Een afgrond, die niet meer te overbruggen al zijn, door hem zelf opgeroepen. Kinder en van een moeder. Een tweeling! Als schaduwen stijgen allerlei herinneringen uit hun jeugd voor hem op. Hoe hij bij pastoor Bus geweigerd; heeft zijn communie te doen als Till ook niet mee mocht. Hoe hij hem heer lijk gewroken heeft op den Ramenberg. Hoe hij hem in Keulen nog heeft nageroepen: als je er genoeg van hebt, kom je maar terug hoor! Hoe hij hem naar Norcia getelegrafeerd heeft: ala ie er genoeg van hebt, kom tevug? (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 11