j VR1J.DAG 24 FEBRUARI 1928
DERDE BLAD
PAGINA 4
GEORGANISEERD OVERLEG
UITBREIDING ARBEIDSWET
-i >t
STAMBOEK NED. TREKPAARD
MANOEUVRES TE KATWIJK
tevredenheidsbetuiginc;en
S3»
VERGADERING VAN DE CENTRALE
COMMISSIE.
Dinsdag 21 Februari vergaderde de Cen
trale Commissie voor Georganiseerd Overleg
iu ambtenaren zaken.
Locale krachten op burgerrechtelijke
arbeidsovereenkomst bij de P. en T.
Naar aanleiding van de in de verschillende
dagbladen gepubliceerde circulaire van den
Directeur-Generaal der P. en T. inzake het
aanstellen van locale krachten op burgerrech
telijke arbeidsovereenkomst en het antwoord
door den Minister vau Waterstaat op 10 Fe
bruari gegeven op de schriftelijke vragen dien
aangaande door het kamerlid Kuiper gesteld,
sprak de commissie have teleurstelling uit dat,
hangende do beslissing inzake het arbeids
contract, aan dit instituut steeds verdere uit
breiding wordt gegeven.
Voorts verzocht de commissie de regee-
ringsdelegatio de It esc e ring uit te noodigeu
voormelde proef te doen staken en in het al
gemeen geen verdere uitbreiding aan het
contract personeel to geven, totdat de contraie
commissie zal zijn gehoerd.
De gezamenlijk ingediende salaris-memorie.
Op verzoek van eenigc organisaties kwam in
bespreking bet antwoord van den voorzitter
van den Ministerraad inzake de door alle orga
nisaties gezamenlijk ingediende salarismemo-
rie.. Van organisatie-zijde werd dit antwoord
onbevredigend geaebt.
Do voorzitter deelde mede dat de Minister-
President het ongewenscht had geacht, om aan
»le uitnoodiging tot bijwoning der vergadering
gevolg to geven, aangezien bij een mondeling
debat immers niet vast stond of, en iu hoe
verre de individueieo sprekers wel de mee
rling van alle organisaties zouden vertol
ken.
Vertegenwoordiging van de onderwijzers in
de commissie.
Ook na het daarover van de Regeering ont
vangen toelichtend schrijven uitten alle orga
nisaties bezwaren tegen het aanwijzen door de
Regeering van den voorzitter der ouderwij-
zereeommissie als 1 id „ad hoe" der centrale
commissie terzake de technische salarisherzie
ning. Unaniem verzochten zij de vegeeriags-
delegatie deze bezwaren aan de regeering ken
baar te maken en haar in elk geval ernstig iu
overweging te willen geven den eenparigheids-
e'sch niet uit te strekken tot dezen vertogan-
vrordiger van slechts één enkele groep van
het Rijkpersoneel.
Ds technische salarisherziening.
Vocrts behandelde de commissie in hijzijn
van delegaties der militaire commissies .van
land- en zeemacht het door de sub-commissie
v-oor de technische, salarisherziening uitge
bracht rapport aangaande de bepalingen van
liet bezoldigingsbesluit en do hij deze techni-
«viia herziening to volgen werkmethode.
Do commissie meende zich over de conclu
sie in dit rapport vervat, nog niet te kunnen
uitspreken.
Verworpen werd een voorstel'om de salaris
sen ook voor ongehuwden te baseeren op een
gezinsloou met eerst een kinderbijslag van
af het 3e kind.
Ar.ngaando do werkwijze der herziening,
vereenigde de centrale commissie zich met het
denkbeeld om. voorieopig do bijzondere com
missies uit te schakelen en eerst zelve i:i
overleg met do regeering de technische herzie
ning in eersta instantie vrijwel volledig te
beëindigen.
Da militaire commiotss zouden naar bet
oordeel der centrale commissie met de tech
nische herziening der militaire salarisrege-
liagen eerst "gevoeglijk kunnen aanvangen, na
dat tusschen centraio commissie en Regeering
aangaande de -herziening der salarisregeling'en
voor het burgerpersoneel overeenstemming
zoude zijn bereikt.
Dienstcommissies belasting- cn regisfratie-
personeeh
Van oiganisatiozijdo werd voorts'de bemid
deling der regeertcgsdelegatie ingeroepen om
zoo mogelijk den Minister van Financiën te
bewegen dienstcommissies in te stellen voor
het 'Belasting- en Regfstrafiepersoneeï, op den
voet als door de centrale commissie in haar
rapport aangaande cone reorganisatie van liet
Georganiseerd Overleg voor het plaatselijk
overleg ontworpen.
DE UITVOERING DER BIOSCOOPWET.
Bezwaren icgen een nakeuring in het Zuiden.
Naar wij vernemen, zal het hoofdbestuur van
den Nederlandschen Bioscoopbond Dinsdag 28
Februari a.s. te Roermond een vergadering be
leggen met de bioscoop-directeuren, die hunne
bioscopen gevestigd hebben in de gemeenten,
aangesloten bij de „Vereeniging van Ncord-Bra-
bantsche ca Limburgache gemeenten voor Ge
meenschappelijke 1 ilmkeuring". De voorn enieiTs
met betrekking tot da Zuidelijke keuring zul
len in deze vergadering bet onderwerp van be
spreking vormen.
Intusschen heeft het hoofdbestuur van deu
Nederlandschen Bioscoop-Bond naar wij ver
nemen een request aan de Koningin gezon
den, waarin, op juridische gronden en om
redenen van practische onuitvoerbaarheid, ver
zocht wordt Hare goedkeuring te wlllan ont
houden aau de door verschillende gemeente
raden in Noord-Brabant en Limburg aangeno
men verordeningen, welke den eisch van „na
keuring" door de „Vereeniging van Noord-Bra-
bantsche en Limburgsche gemeenten voor Ge
meenschappelijke Filmkeuring" inhouden.
ARBEIDSVOORWAARDEN BIJ DE
'if WERKVERSCHAFFING.
Op verzoek van de contactcommissie be
staande uit een vertegenwoordiger van den mo
dernen, ehristelijken en katholieken landarbei
dershond, zal, naar wij vernemen, op de eerst
volgende bijeenkomst met vertegenwoordigers
van het departement van Binnenlandsohe Za-
jken en Landbouw iu begin Maart de geheele
[positie van de arbeiders, werkzaam aan de
Vanwege het Rijk gesubsidieerde werkverschaf
fingen worden besproken,
AANVARING OP HET IJ.
WEKELIJKSCHE RUSTDAG VOOR TRANS
PORTARBEIDERS TE LAND EN VOOR
TOONKUNSTENAARS.
Ontwerpen van algemeene maatregelen
van bestuur.
Da Minister van Arbeid, Handel en Nijver
heid heeft bij den Hoogen Raad van Arbeid,
ontwerpen van algemeene maatregelen vam be
stuur, betreffende den wekelijltscben rustdag
rooi' transportarbeiders te land en toonkunste
naars, aanhangig gemaakt.
Commissies uit den Raad zullen daaromtrent
praea-dvies uitbrengen.
Aan bedoelde ontwerpen en de toelichting,
welk£ ze vergezelt, ontleenen we net volgende:'
Algemeene beschouwingen.
Met deze algemeene maatregelen wordt een
eerste schrede gedaan naar bet in werking
brengen van 2 van Hoof dstuk XV der Arbeids
wet, regelende de arbeids- en rusttijden voor
arbeiders buiten fabrieken of werkplaatsen,
winkels, kantoren, apotheken, koffiehuizen,
hotels en verplegingsinricMIngen.
Do keuze is op de transportarbeiders en de
toonkunstenaars, althans op groote groepen er
van, en op den wekelijkschen rustdag gevallen,
omdat te dien aanzien ernstige misstanden be
staan en een controleerbare regeling thans uit
voerbaar is te achten.
Onder de transportarbeiders, in bet bijzonder
die van het personenvervoer, rijzen bij voort
during ernstige en gegronde klachten over bet
gemis van Zondagsrust en van een vervangen
de» rustdag ia de week. Dit geldt in gelijke
mate voor liet vevv-oei' te laad als voor dat te
water. Dat thans begonnen wordt met het ver
voer te land heeft alleen tot reden, dat voor
hei vervoer te water de regeling veel ingewik
kelder en moeilijker te controleeren zal zijn,
Daar de behoefte aan wettelijk ingrijpen vrij
wel even groot is, hoopt de Minister, dat het
niet lang zal duren, voor een regeling voor
het vervoer te water op die voor het vervoer
te land zal kunnen volgen.
Opgemerkt wordt, dat de be,palingen om
trent het vervoor te land niet van toepassing
zullen zijn op het personeel van spoor- en tram
wegen en autobussen, voorzoover hun arbeid
onder andere wettelijke regelingen valt.
Onder de toonkunstenaars zijn het vooral de
musici in de bioscopen en in de. z.g. „strijkjes"
in koffiehuizen, hotels en dansgelegenheden,
die terecht klagen over het gemis van vrije Zon
dagen of een vervangend-en vrijen dag in de
week. Daarom en omdat een soortgelijke rege
ling voor concerten en schouwburgen grootsr
bezwaren oplevert en minder urgent is, wordt
thans met eerstbedoelde groepen begonnen.
WEKELIJKSCHE RUSTDAG
TRANSPORTARBEIDERS TE LAND.
Artikel 1. Een jeugdig persoon mag op
Zondag tot 12 uur des middags arbeid verrich
ten, hes-taande in het aan huls bezorgen van
dagbladen.
Artikel 2. Een man of eene vrouw mag op
den openbaren weg op Zondag geen arbeid
verrichten, bestaande ia het vervoer van goe
deren te land, daaronder, mede begrepen het
Iaden, het lossen en het besturen van wagens
voor goederenvervoer, behalve voor zoover be
treft liet vervoer van: a. melk; b. passagiers-
goed naar en van openbare middelen van ver
voer; c. genees- en verbandmiddelen en dood
kisten; d. warme, in keukens bereide eetwaren
voor maaltijden op dien dag zelf; e. versch, aan
snel bederf onderhevig fruit vóór 10 uur des
voormiddags; f. niet reeds onder a, d of e be
doelde eetwaren en dranken, die gevent worden;
g, ruw ijs vóór 10 uur des voor middags; h.
dagbladen vóór 12 uur des middags; i. brood,
gebakken in eene broodbakker-ij, als bedoeld in
artikel 36, eerste lid, der Arbeidswet 1919.
Artikel 3. 1. Een man of eene vrouw mag op
Zondag op deu openbaren weg arbeid, bestaande
in het vervoeren van personen met door dieren
of kradbtwerktuigen bewogen wagens, slechts
verrichten, indien voldaan wordt aan de navol
gende voorwaarden:
a. dat hij of zij in de week, waarin hij of zij
op Zondag arbeid verricht, of in de daaraan
voorafgaande week o-p een op den in artikel 4
bedoelde rurtdagkaart aangegeven werkdag
geen arbeid verricht, met dien verstande, dat
voor eiken Zondag, waarop gewerkt wordt, op
één dag geen arbeid wordt verricht;
b. dat hij of zij op niet meer dan twee op
elkaar volgende Zondagen arbeid verricht;
e. dat liij of zij, tijdens eiken arbeid in het
transportbedrijf in het kalenderjaar, waarin
hij of zij arbeid, als in dit artikel bedoeld, op
Zondag verricht eene hem of haar betreffende
rustdagkaart bij zich draagt, die vo-ldoet aan
het bepaalde bij en krachtens de artikelen 4 en
5, en deze op verzoek onverwijld toont aan de
in artikel 84 der Arbeidswet bedqeldeambte
naren.
2. Het bepaalde iu het .eerste lid geldt niet
voor vervoer van personen met autobussen,
waarop van toepassing is do Wet Openbare
Vervoermiddelen.
Art. 4 en 5 bevatten nadere voorschriften be
treffende de bedoelde rustdagkaart, waarop
moet zijn aangegeven, op welke Zondagen de
persoon, wien zij betreft, arbeid verricht cn op
w-elke werkdagen hij- rust geniet.
WEKELIJKSCHE
RUSTDAG TOONKUNSTENAARS.
Een man of een vrouw, die in een koffiehuis
of een hotel arbeid verricht, bestaande in het
ten gehoor© brengen van muziek, moet een
wekelijkschen, onafgebroken rusttijd hebben
van ten minste zes-en-dertig uren, waarin ten
minste zeventien maal in een kalenderjaar de
Zondag' valt, tenzij voldaan wordt aan de na
volgende voorwaarden
a. dat hij of zij in de week, waarin hij of
zij op Zondag arbeid verricht, of in de daar
aan voorafgaande week op een op den in
artikel 4 bedoelde rustdagkaart aangegeven
werkdag geen arbeid verricht, met dien ver
stande, dat voor eiken Zondag, waarop ge
werkt wordt, op één dag geen arbeid wordt
verricht;
b. dat bij of zij op niet meer dan twee op
elkaar volgende Zondagen arbeid verricht;
c. dat bij of zij tijdens zijn of haar arbeid
als toonkunstenaar in bet kalenderjaar, waar
in hij of zij in een koffiehuis of een hotel
arbeid, als in dit artikel bedoeld, op Zondag
verricht, eene hem of baar betreffende rust-.
dagkaavt bij zich draagt, die voldoet aan het
Tusschen ,,GeIria" en „Scheldestroom".
De Raad van de Scheepvaart heeft gisteren
een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van
de aanvaring, welk© op 7 Januari j.l. heeft
plaats gehad op het IJ voor Amsterdam
tusschen de stoomschepen „Gelria" van den
Kon. Boll. Lloyd en „Scheldestroom" van de
Hollandsche Stoomboot-Maatschappij.
Er was voor deze zaak veel belangstelling,
ook de havenmeester, de heer IV. N. van de
Poll, woonde de zitting hij.
Als eerste getuige wercl de toenmalige ge
zagvoerder der „Sc-heldestrcom" gehoord. Get.
verklaarde, dat de „Scheldestroom" gedeelte
lijk beladen was, het sehip moest van loods I
aan de Handelskade naar de Coenhaven om
te hunkeren. De „Scheldestroom" had geen
stoom om te sturen. Het schip werd door twee
sleepbooten der firma Goedkoop begeleid. In
de huurt van den steiger der. Holland-Amei'ika-
Lijn kwam het stoomschip „Oheron" aan
stuurboordzijde oploopen; get. hoorde van dit
schip geen sein. Bij de boeien kwam de
„Gelria" in zicht. De voorste sleepboot van
de Scheldestroom" gaf twee stooten, welke
door de „Gelria" niet werden beantwoord, De
bedoeling was om voor dit tegemoetkomende
scbip naar bakboord uit te wijken.
De voorzitter, prof. mr. Taverne, maakte
get. er op attent, dat deze handelwijze z.i.
geheel verkeerd was. Veel heter had de
„Scheldestroom" aan stuurboordkant kunnen
blijven; achter de „Oberon".
Get. antwoordde bierop, dat bij meende, dat
de „Gelria" zich aan de Noordzijde van bet
vaarwater bevond, terwijl de „Scheldestroom
ongeveer in bet midden van het vaarwater
was. Get. leidde dit af uit den afstand van deu
H.-A.steigev. Even voor de aanvaring duwde
de sleepboot van de „Gelria" eerst tegen de
voorste sleepboot van de „Scheldestroomaan,
die daardoor dwars op de „Scheldestroom"
kwam te liggen.
Een halve minuut nadat de eerste sleepboot
van de „Scheldestroom" twee korte stooten
'%ad gegeven, herhaalde zij dat sein. Op dat
oogeniblik gaf de „Oberon" vóór de „Gelria"
één stoot, welk sein de „Gelria" met één stoot
beantwoordde. De „Gelria" ging naai' stuui-
boord en voer de „Scheldestroom" op stuur-
boordboeg aan. la den boeg van laatstgenoemd
scbip ontstond een groot gat; ook de „Gelria"
liep aan den boeg aanzienlijke schade op. De
„Scheldestroom" lag op bet oogenblik der aan
varing nagenoeg geheel stil.
De kapitein van de „Ika Goedkoop", de
voorste sleepboot van de „Scheldestroom vei-
klaarde o.m. dat bij de twee korte stooten uit
eigen beweging bad gegeven; bij bad vooral
met den kapitein der „Scheldestroom" geen
overleg gepleegd.
De volgende getuige was de loods van de
„Gelria". Volgens get. had de „Scheldestroom"
naar stuurboordzijde kunnen uitwijken en was
het niet noodig geweest o-m de „Gelria" te
dwingen, haar goeden wal (stuurboordswal) te
verlaten. De vaart van de „Gelria" was gering.
De laatste getuige, de loods van de „Oberon",
deelde o.m. mede, dat toen bij tot driemaal toe
gewaarschuwd had, dat hij de „Scheldestroom"
wilde passeeven, de sleepbooten dit schip iets
naar bakboord trokken. Toén get. de „Gelria'
zag,, commandeerde hij „hard stuurboord, vol
vooruit 1" om ruimte te maken. Hierna ving
wederzijds de reeds gemeidb" wisselitïg van
seinen aan, waarna de aanvaring tusschen
„Gelria" en „Scheldestroom" plaats had.
De Inspecteur voor de Scheepvaart, cR heer
van 't Haaff, merkte op, dat de „Gelria" m
deze kwestie geen schuld heeft; ook de
„Oheron" heeft gehandeld volgens het bmnen-
aanvaringsreglement. en gaat^ geheel vrij uit.
Blijft over de „Scheldestroom'
Uit de verklaringen van den kapitein vau de
„Ika Goedkoop" zou volgens spr. op te maken
zijn, dat de sleepbooten de „Scheldesüoom
niet voldoende in baar macht hadden, due niet
voor haar taak berekend waren. Is dit juist,
dan is het binnenaanvarinS®lement «ver
treden en Is de „Scheldestroom voor de aan
varing aansprakelijk. Doch ook afgescheiden
daarvan vallen de manoeuvres, door dat schip
gemaakt, niet goed te keuren. Het uitweken
naar bakboord is verkeerd geweest, had de
„Scheldestroom" dit niet gedaan, dan ware
een aanvaring zeker voorkomen-
De Raad zal later uitspraak doen,
STRANDING VAN „VOORWAARTS"
De Raad van de Scheepvaart heeft voorts
uitspraak gedaan, betreffende de stiandmg^ van
het mo tor ze il visschers vaar tu i g „Voorn aarts
KW 140 op de Maasvlakte.
Do Raad is van oordeel, dat de ramp is ver
oorzaakt door zorgelooze navigatie van den
schipper.
De Raad straft den schipper door hem de
bevoegdheid te ontnemen, sehippei te varen
op een schip ale "bedoeld in ar^. feche-
penwet, voor den tijd vanveertien dagen.
DE SCHADE VAN „CALANDPLEIN"
De uitspraak Inzake de stormschade door
het stoomschip „Calandplein" 'n den Noord-
Atlantisehen Oceaan beloopeu luidt:
De Raad. is van oordeel, dat hier sprake is
van zuivere stormschade. Een onderzoek dooi
den Raad kwam echter gewenscht. voor, omdat
het nuttig moet worden geacht om betreffende
dit type van schepen offier®^ vastgesteld ma
teriaal te verzamelen.
BESTRIJDING VAN CORRUPTIE
Benoeming eenei* commissie
Het dep. Apeldoorn van de Ned. Maatschappij
voor Nijverheid en Handel, heeft het hoofdbe
stuur voorgesteld, een commissie te benoemen
om de mogelijkheid te onderzoeken, te komen
tot een landelijke vereeniging ter bestrijding
van da corruptie.
bepaalde bij en krachtens de artikelen 4 en 5,
en deze op verzoek onverwijld toont aan de In
artikel 84 der Arbeidswet 1919 bedoelde
ambtenaren.
Een man of eene vrouw mag op Zondag in
een bioscoop of een niet in liet vorige artikel
genoemde inrichting, waar aan het publiek
gelegenheid tot dansen wordt gegeven, arbeid,
bestaande in het ten gehoore brengen van
muziek, slechts verrichten, indien voldaan
wordt aan de voorwaarden, als hierboven ges
noemd. ->, k.
ALGEMEENE VERGADERING TE
'S-GRAVENHAGE.
De Vereen. „Stamboek voor bet Nederlancl-
sobe Trekpaard" hiel^j gister in „De Twee Ste
den" aan 't Buitenhof, Den Haag, onder voor
zitterschap van jbr. mr. Vredenburch, een alge
meene vergadering'.
De voorzitter heette in het bijzonder den
lieer Mansbolt als vertegenwoordiger van de
Regeering en den beer L. Weèterdijk, directeur
van de Nederlandscbe' Lanclboinvhandelskamer,
welkom.
Rede van den voorzitter.
Iu den laatsteu tijd, aldus de voorzitter, is
het publiek opmerkzaam gemaakt op onze
paarden. In een niets ontziende campagne van
personen, die geen fokkers zijn, is het hoofdbe
stuur in alle termen voor Incompetent, on-
heusch uitgemaakt.
Met algemeene stemmen hebben de afdeeiin-
gen zich echter rondom het hoofdbestuur ge
schaard.
Wat rest ons, aldus spreker, in de thans ge
zuiverde atmosfeer te doen?
Iu de eerste plaats vertrouwen uitspreken,
dat niet langer personen, welke betaald worden
uit 's Rijkskas, onze vereeniging ondermijnen,
In de tweede plaats moed en vertrouwen heb
ben in de toekomst. In verband met de wen-
sehen in do afdeelingsvergaderingen naar voren
gekomen, zullen wij, aldus spreker, moeten na
gaan of de heffingen van inschrijfgelden etc.
herzien dienen te worden.
Geheel meevoelende met den lang uitgespro
ken wensch der leden, zal het hoofdbestuur nog
meer dan thans zich toeleggen op de intensieve
reclame en door bemiddeling van derden koo-
pers naar hier zien te krijgen. Zonder ons in te
laten met den directe» handel moet het toch
mogelijk zijn meer de aandacht te vestigen op
onze producten en op den afzet.
Een gerechtvaardigde wensch, de erken
ning van onze Vereeniging door het Belgische
Stamboek is nog niet vervuld.
Het is zeide spreker, niet in overeenstemming
met onze positie als degelijk Stamboek, dat het
Studbook Beige onze afstammingsbewijzen van
nul en geener waarde verklaart.
De voorzitter sprak tenslotte de hoop uit, dat
men vertrouwen zou hebben in het hoofdbe
stuur, dat de belangen der leden naar beste
weten zou behartigen.
De ondervoorzitter, de heer Haffmans, her
dacht daarop, wijl de voorzitter nog te zeer
onder den indruk was van bet overlijden van
zijn broer, den Nederlandschen gezant te Brus
sel, de leden luit. Tael en Grijseels, die in bet
afgeloopen jaar zijn gestorven.
Medegedeeld werd, dat de Ned. Landbouw-
handelskamer op 5 en 6 Maart een excursie
naar Brussel zal houden, teneinde de landbouw
tentoonstelling aldaar, zoomede een veestal en
een groote fokkerij van Belgische paarden te
Leeuw, St. Pieter en Lembeke te bezichtigen.
Aan bet daarop door den secretaris, den
heer De Vries, uitgebrachte jaarverslag, is het
volgende ontleend:
Jaarverslag,,
Het ledental liep in het verslagjaar met 676
of ruim 12 pet. terug.
Het aantal ingeschreven veulens bedraagt
3699 tegen 4547 veulens in 1926, terwijl de ver
houding van ingeschreven hengstveulens tot
ingeschreven merrieveulens evenals in het jaar
1926 was 1: 3.
De veulencontróle had dit jaar een bevredi
gend verloop.
De 7e nationale tentoonstelling bad onder
gunstige omstandigheden plaats op 13 en 14
Juli te Breda op bet Cbasséeterrein. Het aan
tal inzendingen was aanmerkelijk grooter dan
in 1926. Voornamelijk hebben biertoe bijgedra
gen de afdeelingen Zeeland, Noord-Brabant en
Gelderland. De afdeelingen Groningen—Fries
land en Overijssel—Drenthe waren niet verte
genwoordigd. Moge hierin verandering komen,
opdat men met recht kan spreken van „Na
tionale Tentoonstelling".
Het bezoek aan deze tentoonstelling is verre
beneden de verwachting gebleven.
De op die tentoonstelling behaalde prijzen en
bekroningen zijn in de Stamboekuitgave 1927
vermeld.
Voor meerdere gewestelijke tentoonstellingen
en fokpaardendagen stelde de vereeniging in
totaal 56 medailles beschikbaar.
Op verschillende huitenlandsche tentoonstel
lingen en keuringen was het Stamboek verte
genwoordigd.
Ook besloot bet hoofdbestuur een stand in
het Holland Huis te Brussel te huren en in de
afdeeling „Nederlandsche Landbouw" deel te
nemen aan de expositie te Johannesburg in
Zuid-Afrika.
Het kapitaal der vereeniging ging, ondanks
de daling vau bet ledental cn de verminderde
inschrijving, nog iets vooruit.
Verder werd het hoofdbestuursvoorstel aan
genomen om op 24, 2a en 26 Juli in Den Haag
een gezamenlijke tentoonstelling met andere
stamboeken te houden.
De vergadering vereenigde zich voorts, na
eenige discussie, meit een voorstel van dé afd.
Zeeland om op de in dit jaar te houden na
tionale tentoonstelling huitenlandsche paarden
te weren door uitsluiting.
Op de over eenige maanden te houden bui
tengewone algemeene vergadering zal de vraag
worden bespreken of aan de uitsluiting van
buitenlaaidsche paarden al of niet een perma
nent 'karakter dient te worden gegeven.
De rekening en verantwoording werden goed
gekeurd, de begrooting 1928 vastgesteld op
86.000.
De voorzitter deelde nog mede, diat biet H.B.
op de buitengewone vergadering zal voorstel
len, de bedragen voor inschrijving van hengsten
en merriën tot op de helft te verminderen.
Aan het einde der vergadering zeide de heer
Manshojt, dat de centrale organisatie der trek
paarden fokkerij een uitermate zegenrijke» in
vloed heeft geliad, Eerste eisch is, aldus spr.,
dat splitsing", en daardoor verzwakking, der
organisatie worde voorkomen. Spr. uitte ten
slotte de hoop, dat in Juli de Nederlandsche
paardenfokkerij op de tentoonstelling uitmun
tend voor den dag zal komen.
Bij de rondvraag sprak de heer Buliman den
wensch uit, dat ineer vertrouwen in de fokkers
zou worden gesteld bij keuring van hengsten
op afstamming.
Voorstellen inzake royement.
Iii aansluiting aan de gewone vergadering
werd een buitengewone bijeenkomst dér ver-
beniging gehouden te»' behandeling van een
De Koningin en de Prinses bij de oefeningen.
OVER HET VERLOOP
In aansluiting met hetgeen reeds is bericht
omtrent de militaire oefeningen tusschen Was
senaar en Katwijk kan worden gemeld, dat de
oefeningen een uitstekend verloop hebben ge
had. Het is niet mogelijk geweest een eenigs-
zins gedetailleerd overzicht van deze oefénin-
gen te geven, omdat vanwege liet Ilof
streng1® orders 'vraren uitgevaardigd, dat
de pers van het gevechtsterrein moest worden
geweerd. Of vij al een bewijs vertoonden, dat
ons door de legerleiding was verstrekt en dat
toegang gaf tot alle terreinen, hot baatte
weinig.
Het verloop der oefeningen beeft aau de ver
wachtingen ten zeerste voldaan.
Het resultaat van deze manoeuvres is on
beslist gebleven.
Omstreeks 2 uur is, zooals reeds gemeld,
H.M. de Koningin te paard en vergezeld van
Haar gevolg, op liet terrein verschenen. De
Koningin was gekleed in een groen-grijs rij-
costuum, met dito hoed, en droeg een nauw
sluitend bruin bont om den hals. Vanaf het
hoogo Wilhelmina-duin sloegen de Koningin
en Prinses Juliana, die per auto was gekomen,
de oefeningen gade, waarna de tankdemon-
straitie en de inspectie plaats hadden.
Hierna begaven de Koningin (te paard) en
de Prinses (te voet) zich naar den Cantine-
weg, waar het défilé der troepen plaats had.
Na afloop van het défilé ongeveer vijf uur,
gaf de Koningin aan Majoor Waltlieer Haar
groote tevredenheid to kennen over de oefe
ningen, de inspectie en het défilé, waarna Zij
van haar paard steeg' en in den gereedstaan-
den auto stapte, bij Haar vertrek door de me
nigte luide toegejuicht.
De Koningin keerde rechtstreeks naar den
Haag terug en de Prinses naar baar villa te
Katwijk aan Zee.
Gisterenavond is door de troepen voor de
villa van de Prinses een militaire laptoe ge
houden.
KEURING VAN JEUGDIGE
SCHEPELINGEN.
Een circulaire van den Directeur-
Generaal van den Arbeid.
De Directeur-Generaal van den Arbeid heeft
een circulaire doen toekomen aan burge
meesters, waterschouten, politie-eommissaris-
sen, reeders, directeuren van zeevaartscholen
en Arbeidsbeurzen, gezagvoerders, zeelieden en
andere belanghebbenden, waarbij kennis wordt
gegeven van de op 1 Maart a.s. in werking
tredende regeling, waarbij geneeskundig onder
zoek van personen tusschen 14 en 18 jaar aan
boord van zeeschepen wordt ingesteld.
Deze regeling is eén gevolg van het verdrag
van Genève, waartoe Nederland is toegetreden.
Herinnerd wordt dat zij, die voor de keuring
een aparte reis moeten maken/verstandig zul
len doen den dokter eenige dagen vooraf van
hun komst te verwittigen.
Toorts dat de schepelingen tusschen 14- en
38-jangen leeftijd, die 1 Maart 1928 buiten
gaats vertoeven, zich ten spoedigste na hun
binnenkomst hier te lande en alvorens op
nieuw naar zee te vertrekken, ter keuring aan
een der vorengenoemde adressen dienen te
vervoegen.
Zij die onverhoopt mochten worden afge
keurd, kunnen binnen 14 dagen een herkeuring
verzoeken, op de wijze, die hun bij de afkeuring
zal worden, kenbaar gemaakt.
De keuring geldt slechts voor den duur van
1 jaar.
De goedgekeurde candidaat ontvangt van
den dokter een attest, dat aan den kapitein van
het schip, waarop hij te werk wordt gesteld,
moet worden ingeleverd.
Eventueel nader gewensehte gegevens of in
lichtingen worden op aanvraag verstrekt door
de betrokken districtshoofden der Arbeids
inspectie. Deze zijn voor de havens:
Rotterdam, Vlaardingen en Maassluis: Hoofd
inspecteur van den Arbeid in het 3de district,
Graaf Florisstraat 39, Rotterdam;
Scheveningen en Katwijk: Hoofdinspecteur
van den Arbeid In liet 11de district, J. P. Coen-
straat 45, 's-Gravenhage
Dordrecht, Vlissingen en Terneuzen: Hoofd
inspecteur van den Arbeid in het 10de district,
Hooge Nieuwstraat 53, Dordrecht.
UIT HET KLEEDÏN GBEDRÏJF 1
Te Arnhem
Ook te Arnhem is gisteren hij een tweetal
kleermakerspatroons, n.l. bij de firma W. A.
Eisma en W. H. Kolk een staking uitgebroken.
Met de personeelen van andere firma's heeft
gisteravond een vergadering plaats gehad.
tweetal voorstellen van het hoofdbestuur in
zake royement.
Het eerste voorstel beoogt, het royement, be
doeld in aipt. 11 van de statuten, toe te passen
op alle leden, die lid zijn of worden van een
ander in Nederland opgericht of op te richten
trekpaarden-stamboek. Ter toelichting word op
gemerkt, dat in Zeeuwsek-Vlaandereu eenige
leden der vereeniging hun medewerking hebben
verleend tot het oprichten van een zelfstandig
Zeeuwsch-Belgisch stamboek. De afd. Noord-
Brabant had nu het H.B. verzocht, die maat
regelen te nemen, waarbij met bekwamen spoed
zal worden overgegaan tot royement van die
leden welke door afscheiding vau het Neder
landsche Stamboek de belangen dezer vereeni
ging schaden. Eenzelfde verzoek is gedaan door
de afd. Gelderland, Het H.B. is van oordeel,
dat bedoelde leden, ailsmede zij, die zich nog
bij bet Zeeuwsch-Belgisch stamboek aansluiten,
daadwerkelijk toonen, de belangen van bet
Stamboek voor het Ned. Trekpaard te willen
schaden en stelde daarom royement voor.
Het tweede voorstel beoogt het H.B. te mach
tigen, in bijzondere gevallen het royement van
daarvoor in aanmerking komende xiersonen op
te heffen.
Na eenige discussie vereenigde de vergade
ring zich met deze voorstellen, waarna de bij
eenkomst werd gesloten. -.„.jja