j VR1J.DAG 24 FEBRUARI 1928 DERDE BLAD PAGINA 4 GEORGANISEERD OVERLEG UITBREIDING ARBEIDSWET -i >t STAMBOEK NED. TREKPAARD MANOEUVRES TE KATWIJK tevredenheidsbetuiginc;en S3» VERGADERING VAN DE CENTRALE COMMISSIE. Dinsdag 21 Februari vergaderde de Cen trale Commissie voor Georganiseerd Overleg iu ambtenaren zaken. Locale krachten op burgerrechtelijke arbeidsovereenkomst bij de P. en T. Naar aanleiding van de in de verschillende dagbladen gepubliceerde circulaire van den Directeur-Generaal der P. en T. inzake het aanstellen van locale krachten op burgerrech telijke arbeidsovereenkomst en het antwoord door den Minister vau Waterstaat op 10 Fe bruari gegeven op de schriftelijke vragen dien aangaande door het kamerlid Kuiper gesteld, sprak de commissie have teleurstelling uit dat, hangende do beslissing inzake het arbeids contract, aan dit instituut steeds verdere uit breiding wordt gegeven. Voorts verzocht de commissie de regee- ringsdelegatio de It esc e ring uit te noodigeu voormelde proef te doen staken en in het al gemeen geen verdere uitbreiding aan het contract personeel to geven, totdat de contraie commissie zal zijn gehoerd. De gezamenlijk ingediende salaris-memorie. Op verzoek van eenigc organisaties kwam in bespreking bet antwoord van den voorzitter van den Ministerraad inzake de door alle orga nisaties gezamenlijk ingediende salarismemo- rie.. Van organisatie-zijde werd dit antwoord onbevredigend geaebt. Do voorzitter deelde mede dat de Minister- President het ongewenscht had geacht, om aan »le uitnoodiging tot bijwoning der vergadering gevolg to geven, aangezien bij een mondeling debat immers niet vast stond of, en iu hoe verre de individueieo sprekers wel de mee rling van alle organisaties zouden vertol ken. Vertegenwoordiging van de onderwijzers in de commissie. Ook na het daarover van de Regeering ont vangen toelichtend schrijven uitten alle orga nisaties bezwaren tegen het aanwijzen door de Regeering van den voorzitter der ouderwij- zereeommissie als 1 id „ad hoe" der centrale commissie terzake de technische salarisherzie ning. Unaniem verzochten zij de vegeeriags- delegatie deze bezwaren aan de regeering ken baar te maken en haar in elk geval ernstig iu overweging te willen geven den eenparigheids- e'sch niet uit te strekken tot dezen vertogan- vrordiger van slechts één enkele groep van het Rijkpersoneel. Ds technische salarisherziening. Vocrts behandelde de commissie in hijzijn van delegaties der militaire commissies .van land- en zeemacht het door de sub-commissie v-oor de technische, salarisherziening uitge bracht rapport aangaande de bepalingen van liet bezoldigingsbesluit en do hij deze techni- «viia herziening to volgen werkmethode. Do commissie meende zich over de conclu sie in dit rapport vervat, nog niet te kunnen uitspreken. Verworpen werd een voorstel'om de salaris sen ook voor ongehuwden te baseeren op een gezinsloou met eerst een kinderbijslag van af het 3e kind. Ar.ngaando do werkwijze der herziening, vereenigde de centrale commissie zich met het denkbeeld om. voorieopig do bijzondere com missies uit te schakelen en eerst zelve i:i overleg met do regeering de technische herzie ning in eersta instantie vrijwel volledig te beëindigen. Da militaire commiotss zouden naar bet oordeel der centrale commissie met de tech nische herziening der militaire salarisrege- liagen eerst "gevoeglijk kunnen aanvangen, na dat tusschen centraio commissie en Regeering aangaande de -herziening der salarisregeling'en voor het burgerpersoneel overeenstemming zoude zijn bereikt. Dienstcommissies belasting- cn regisfratie- personeeh Van oiganisatiozijdo werd voorts'de bemid deling der regeertcgsdelegatie ingeroepen om zoo mogelijk den Minister van Financiën te bewegen dienstcommissies in te stellen voor het 'Belasting- en Regfstrafiepersoneeï, op den voet als door de centrale commissie in haar rapport aangaande cone reorganisatie van liet Georganiseerd Overleg voor het plaatselijk overleg ontworpen. DE UITVOERING DER BIOSCOOPWET. Bezwaren icgen een nakeuring in het Zuiden. Naar wij vernemen, zal het hoofdbestuur van den Nederlandschen Bioscoopbond Dinsdag 28 Februari a.s. te Roermond een vergadering be leggen met de bioscoop-directeuren, die hunne bioscopen gevestigd hebben in de gemeenten, aangesloten bij de „Vereeniging van Ncord-Bra- bantsche ca Limburgache gemeenten voor Ge meenschappelijke 1 ilmkeuring". De voorn enieiTs met betrekking tot da Zuidelijke keuring zul len in deze vergadering bet onderwerp van be spreking vormen. Intusschen heeft het hoofdbestuur van deu Nederlandschen Bioscoop-Bond naar wij ver nemen een request aan de Koningin gezon den, waarin, op juridische gronden en om redenen van practische onuitvoerbaarheid, ver zocht wordt Hare goedkeuring te wlllan ont houden aau de door verschillende gemeente raden in Noord-Brabant en Limburg aangeno men verordeningen, welke den eisch van „na keuring" door de „Vereeniging van Noord-Bra- bantsche en Limburgsche gemeenten voor Ge meenschappelijke Filmkeuring" inhouden. ARBEIDSVOORWAARDEN BIJ DE 'if WERKVERSCHAFFING. Op verzoek van de contactcommissie be staande uit een vertegenwoordiger van den mo dernen, ehristelijken en katholieken landarbei dershond, zal, naar wij vernemen, op de eerst volgende bijeenkomst met vertegenwoordigers van het departement van Binnenlandsohe Za- jken en Landbouw iu begin Maart de geheele [positie van de arbeiders, werkzaam aan de Vanwege het Rijk gesubsidieerde werkverschaf fingen worden besproken, AANVARING OP HET IJ. WEKELIJKSCHE RUSTDAG VOOR TRANS PORTARBEIDERS TE LAND EN VOOR TOONKUNSTENAARS. Ontwerpen van algemeene maatregelen van bestuur. Da Minister van Arbeid, Handel en Nijver heid heeft bij den Hoogen Raad van Arbeid, ontwerpen van algemeene maatregelen vam be stuur, betreffende den wekelijltscben rustdag rooi' transportarbeiders te land en toonkunste naars, aanhangig gemaakt. Commissies uit den Raad zullen daaromtrent praea-dvies uitbrengen. Aan bedoelde ontwerpen en de toelichting, welk£ ze vergezelt, ontleenen we net volgende:' Algemeene beschouwingen. Met deze algemeene maatregelen wordt een eerste schrede gedaan naar bet in werking brengen van 2 van Hoof dstuk XV der Arbeids wet, regelende de arbeids- en rusttijden voor arbeiders buiten fabrieken of werkplaatsen, winkels, kantoren, apotheken, koffiehuizen, hotels en verplegingsinricMIngen. Do keuze is op de transportarbeiders en de toonkunstenaars, althans op groote groepen er van, en op den wekelijkschen rustdag gevallen, omdat te dien aanzien ernstige misstanden be staan en een controleerbare regeling thans uit voerbaar is te achten. Onder de transportarbeiders, in bet bijzonder die van het personenvervoer, rijzen bij voort during ernstige en gegronde klachten over bet gemis van Zondagsrust en van een vervangen de» rustdag ia de week. Dit geldt in gelijke mate voor liet vevv-oei' te laad als voor dat te water. Dat thans begonnen wordt met het ver voer te land heeft alleen tot reden, dat voor hei vervoer te water de regeling veel ingewik kelder en moeilijker te controleeren zal zijn, Daar de behoefte aan wettelijk ingrijpen vrij wel even groot is, hoopt de Minister, dat het niet lang zal duren, voor een regeling voor het vervoer te water op die voor het vervoer te land zal kunnen volgen. Opgemerkt wordt, dat de be,palingen om trent het vervoor te land niet van toepassing zullen zijn op het personeel van spoor- en tram wegen en autobussen, voorzoover hun arbeid onder andere wettelijke regelingen valt. Onder de toonkunstenaars zijn het vooral de musici in de bioscopen en in de. z.g. „strijkjes" in koffiehuizen, hotels en dansgelegenheden, die terecht klagen over het gemis van vrije Zon dagen of een vervangend-en vrijen dag in de week. Daarom en omdat een soortgelijke rege ling voor concerten en schouwburgen grootsr bezwaren oplevert en minder urgent is, wordt thans met eerstbedoelde groepen begonnen. WEKELIJKSCHE RUSTDAG TRANSPORTARBEIDERS TE LAND. Artikel 1. Een jeugdig persoon mag op Zondag tot 12 uur des middags arbeid verrich ten, hes-taande in het aan huls bezorgen van dagbladen. Artikel 2. Een man of eene vrouw mag op den openbaren weg op Zondag geen arbeid verrichten, bestaande ia het vervoer van goe deren te land, daaronder, mede begrepen het Iaden, het lossen en het besturen van wagens voor goederenvervoer, behalve voor zoover be treft liet vervoer van: a. melk; b. passagiers- goed naar en van openbare middelen van ver voer; c. genees- en verbandmiddelen en dood kisten; d. warme, in keukens bereide eetwaren voor maaltijden op dien dag zelf; e. versch, aan snel bederf onderhevig fruit vóór 10 uur des voormiddags; f. niet reeds onder a, d of e be doelde eetwaren en dranken, die gevent worden; g, ruw ijs vóór 10 uur des voor middags; h. dagbladen vóór 12 uur des middags; i. brood, gebakken in eene broodbakker-ij, als bedoeld in artikel 36, eerste lid, der Arbeidswet 1919. Artikel 3. 1. Een man of eene vrouw mag op Zondag op deu openbaren weg arbeid, bestaande in het vervoeren van personen met door dieren of kradbtwerktuigen bewogen wagens, slechts verrichten, indien voldaan wordt aan de navol gende voorwaarden: a. dat hij of zij in de week, waarin hij of zij op Zondag arbeid verricht, of in de daaraan voorafgaande week o-p een op den in artikel 4 bedoelde rurtdagkaart aangegeven werkdag geen arbeid verricht, met dien verstande, dat voor eiken Zondag, waarop gewerkt wordt, op één dag geen arbeid wordt verricht; b. dat hij of zij op niet meer dan twee op elkaar volgende Zondagen arbeid verricht; e. dat liij of zij, tijdens eiken arbeid in het transportbedrijf in het kalenderjaar, waarin hij of zij arbeid, als in dit artikel bedoeld, op Zondag verricht eene hem of haar betreffende rustdagkaart bij zich draagt, die vo-ldoet aan het bepaalde bij en krachtens de artikelen 4 en 5, en deze op verzoek onverwijld toont aan de in artikel 84 der Arbeidswet bedqeldeambte naren. 2. Het bepaalde iu het .eerste lid geldt niet voor vervoer van personen met autobussen, waarop van toepassing is do Wet Openbare Vervoermiddelen. Art. 4 en 5 bevatten nadere voorschriften be treffende de bedoelde rustdagkaart, waarop moet zijn aangegeven, op welke Zondagen de persoon, wien zij betreft, arbeid verricht cn op w-elke werkdagen hij- rust geniet. WEKELIJKSCHE RUSTDAG TOONKUNSTENAARS. Een man of een vrouw, die in een koffiehuis of een hotel arbeid verricht, bestaande in het ten gehoor© brengen van muziek, moet een wekelijkschen, onafgebroken rusttijd hebben van ten minste zes-en-dertig uren, waarin ten minste zeventien maal in een kalenderjaar de Zondag' valt, tenzij voldaan wordt aan de na volgende voorwaarden a. dat hij of zij in de week, waarin hij of zij op Zondag arbeid verricht, of in de daar aan voorafgaande week op een op den in artikel 4 bedoelde rustdagkaart aangegeven werkdag geen arbeid verricht, met dien ver stande, dat voor eiken Zondag, waarop ge werkt wordt, op één dag geen arbeid wordt verricht; b. dat bij of zij op niet meer dan twee op elkaar volgende Zondagen arbeid verricht; c. dat bij of zij tijdens zijn of haar arbeid als toonkunstenaar in bet kalenderjaar, waar in hij of zij in een koffiehuis of een hotel arbeid, als in dit artikel bedoeld, op Zondag verricht, eene hem of baar betreffende rust-. dagkaavt bij zich draagt, die voldoet aan het Tusschen ,,GeIria" en „Scheldestroom". De Raad van de Scheepvaart heeft gisteren een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van de aanvaring, welk© op 7 Januari j.l. heeft plaats gehad op het IJ voor Amsterdam tusschen de stoomschepen „Gelria" van den Kon. Boll. Lloyd en „Scheldestroom" van de Hollandsche Stoomboot-Maatschappij. Er was voor deze zaak veel belangstelling, ook de havenmeester, de heer IV. N. van de Poll, woonde de zitting hij. Als eerste getuige wercl de toenmalige ge zagvoerder der „Sc-heldestrcom" gehoord. Get. verklaarde, dat de „Scheldestroom" gedeelte lijk beladen was, het sehip moest van loods I aan de Handelskade naar de Coenhaven om te hunkeren. De „Scheldestroom" had geen stoom om te sturen. Het schip werd door twee sleepbooten der firma Goedkoop begeleid. In de huurt van den steiger der. Holland-Amei'ika- Lijn kwam het stoomschip „Oheron" aan stuurboordzijde oploopen; get. hoorde van dit schip geen sein. Bij de boeien kwam de „Gelria" in zicht. De voorste sleepboot van de Scheldestroom" gaf twee stooten, welke door de „Gelria" niet werden beantwoord, De bedoeling was om voor dit tegemoetkomende scbip naar bakboord uit te wijken. De voorzitter, prof. mr. Taverne, maakte get. er op attent, dat deze handelwijze z.i. geheel verkeerd was. Veel heter had de „Scheldestroom" aan stuurboordkant kunnen blijven; achter de „Oberon". Get. antwoordde bierop, dat bij meende, dat de „Gelria" zich aan de Noordzijde van bet vaarwater bevond, terwijl de „Scheldestroom ongeveer in bet midden van het vaarwater was. Get. leidde dit af uit den afstand van deu H.-A.steigev. Even voor de aanvaring duwde de sleepboot van de „Gelria" eerst tegen de voorste sleepboot van de „Scheldestroomaan, die daardoor dwars op de „Scheldestroom" kwam te liggen. Een halve minuut nadat de eerste sleepboot van de „Scheldestroom" twee korte stooten '%ad gegeven, herhaalde zij dat sein. Op dat oogeniblik gaf de „Oberon" vóór de „Gelria" één stoot, welk sein de „Gelria" met één stoot beantwoordde. De „Gelria" ging naai' stuui- boord en voer de „Scheldestroom" op stuur- boordboeg aan. la den boeg van laatstgenoemd scbip ontstond een groot gat; ook de „Gelria" liep aan den boeg aanzienlijke schade op. De „Scheldestroom" lag op bet oogenblik der aan varing nagenoeg geheel stil. De kapitein van de „Ika Goedkoop", de voorste sleepboot van de „Scheldestroom vei- klaarde o.m. dat bij de twee korte stooten uit eigen beweging bad gegeven; bij bad vooral met den kapitein der „Scheldestroom" geen overleg gepleegd. De volgende getuige was de loods van de „Gelria". Volgens get. had de „Scheldestroom" naar stuurboordzijde kunnen uitwijken en was het niet noodig geweest o-m de „Gelria" te dwingen, haar goeden wal (stuurboordswal) te verlaten. De vaart van de „Gelria" was gering. De laatste getuige, de loods van de „Oberon", deelde o.m. mede, dat toen bij tot driemaal toe gewaarschuwd had, dat hij de „Scheldestroom" wilde passeeven, de sleepbooten dit schip iets naar bakboord trokken. Toén get. de „Gelria' zag,, commandeerde hij „hard stuurboord, vol vooruit 1" om ruimte te maken. Hierna ving wederzijds de reeds gemeidb" wisselitïg van seinen aan, waarna de aanvaring tusschen „Gelria" en „Scheldestroom" plaats had. De Inspecteur voor de Scheepvaart, cR heer van 't Haaff, merkte op, dat de „Gelria" m deze kwestie geen schuld heeft; ook de „Oheron" heeft gehandeld volgens het bmnen- aanvaringsreglement. en gaat^ geheel vrij uit. Blijft over de „Scheldestroom' Uit de verklaringen van den kapitein vau de „Ika Goedkoop" zou volgens spr. op te maken zijn, dat de sleepbooten de „Scheldesüoom niet voldoende in baar macht hadden, due niet voor haar taak berekend waren. Is dit juist, dan is het binnenaanvarinS&reglement «ver treden en Is de „Scheldestroom voor de aan varing aansprakelijk. Doch ook afgescheiden daarvan vallen de manoeuvres, door dat schip gemaakt, niet goed te keuren. Het uitweken naar bakboord is verkeerd geweest, had de „Scheldestroom" dit niet gedaan, dan ware een aanvaring zeker voorkomen- De Raad zal later uitspraak doen, STRANDING VAN „VOORWAARTS" De Raad van de Scheepvaart heeft voorts uitspraak gedaan, betreffende de stiandmg^ van het mo tor ze il visschers vaar tu i g „Voorn aarts KW 140 op de Maasvlakte. Do Raad is van oordeel, dat de ramp is ver oorzaakt door zorgelooze navigatie van den schipper. De Raad straft den schipper door hem de bevoegdheid te ontnemen, sehippei te varen op een schip ale "bedoeld in ar^. feche- penwet, voor den tijd vanveertien dagen. DE SCHADE VAN „CALANDPLEIN" De uitspraak Inzake de stormschade door het stoomschip „Calandplein" 'n den Noord- Atlantisehen Oceaan beloopeu luidt: De Raad. is van oordeel, dat hier sprake is van zuivere stormschade. Een onderzoek dooi den Raad kwam echter gewenscht. voor, omdat het nuttig moet worden geacht om betreffende dit type van schepen offier®^ vastgesteld ma teriaal te verzamelen. BESTRIJDING VAN CORRUPTIE Benoeming eenei* commissie Het dep. Apeldoorn van de Ned. Maatschappij voor Nijverheid en Handel, heeft het hoofdbe stuur voorgesteld, een commissie te benoemen om de mogelijkheid te onderzoeken, te komen tot een landelijke vereeniging ter bestrijding van da corruptie. bepaalde bij en krachtens de artikelen 4 en 5, en deze op verzoek onverwijld toont aan de In artikel 84 der Arbeidswet 1919 bedoelde ambtenaren. Een man of eene vrouw mag op Zondag in een bioscoop of een niet in liet vorige artikel genoemde inrichting, waar aan het publiek gelegenheid tot dansen wordt gegeven, arbeid, bestaande in het ten gehoore brengen van muziek, slechts verrichten, indien voldaan wordt aan de voorwaarden, als hierboven ges noemd. ->, k. ALGEMEENE VERGADERING TE 'S-GRAVENHAGE. De Vereen. „Stamboek voor bet Nederlancl- sobe Trekpaard" hiel^j gister in „De Twee Ste den" aan 't Buitenhof, Den Haag, onder voor zitterschap van jbr. mr. Vredenburch, een alge meene vergadering'. De voorzitter heette in het bijzonder den lieer Mansbolt als vertegenwoordiger van de Regeering en den beer L. Weèterdijk, directeur van de Nederlandscbe' Lanclboinvhandelskamer, welkom. Rede van den voorzitter. Iu den laatsteu tijd, aldus de voorzitter, is het publiek opmerkzaam gemaakt op onze paarden. In een niets ontziende campagne van personen, die geen fokkers zijn, is het hoofdbe stuur in alle termen voor Incompetent, on- heusch uitgemaakt. Met algemeene stemmen hebben de afdeeiin- gen zich echter rondom het hoofdbestuur ge schaard. Wat rest ons, aldus spreker, in de thans ge zuiverde atmosfeer te doen? Iu de eerste plaats vertrouwen uitspreken, dat niet langer personen, welke betaald worden uit 's Rijkskas, onze vereeniging ondermijnen, In de tweede plaats moed en vertrouwen heb ben in de toekomst. In verband met de wen- sehen in do afdeelingsvergaderingen naar voren gekomen, zullen wij, aldus spreker, moeten na gaan of de heffingen van inschrijfgelden etc. herzien dienen te worden. Geheel meevoelende met den lang uitgespro ken wensch der leden, zal het hoofdbestuur nog meer dan thans zich toeleggen op de intensieve reclame en door bemiddeling van derden koo- pers naar hier zien te krijgen. Zonder ons in te laten met den directe» handel moet het toch mogelijk zijn meer de aandacht te vestigen op onze producten en op den afzet. Een gerechtvaardigde wensch, de erken ning van onze Vereeniging door het Belgische Stamboek is nog niet vervuld. Het is zeide spreker, niet in overeenstemming met onze positie als degelijk Stamboek, dat het Studbook Beige onze afstammingsbewijzen van nul en geener waarde verklaart. De voorzitter sprak tenslotte de hoop uit, dat men vertrouwen zou hebben in het hoofdbe stuur, dat de belangen der leden naar beste weten zou behartigen. De ondervoorzitter, de heer Haffmans, her dacht daarop, wijl de voorzitter nog te zeer onder den indruk was van bet overlijden van zijn broer, den Nederlandschen gezant te Brus sel, de leden luit. Tael en Grijseels, die in bet afgeloopen jaar zijn gestorven. Medegedeeld werd, dat de Ned. Landbouw- handelskamer op 5 en 6 Maart een excursie naar Brussel zal houden, teneinde de landbouw tentoonstelling aldaar, zoomede een veestal en een groote fokkerij van Belgische paarden te Leeuw, St. Pieter en Lembeke te bezichtigen. Aan bet daarop door den secretaris, den heer De Vries, uitgebrachte jaarverslag, is het volgende ontleend: Jaarverslag,, Het ledental liep in het verslagjaar met 676 of ruim 12 pet. terug. Het aantal ingeschreven veulens bedraagt 3699 tegen 4547 veulens in 1926, terwijl de ver houding van ingeschreven hengstveulens tot ingeschreven merrieveulens evenals in het jaar 1926 was 1: 3. De veulencontróle had dit jaar een bevredi gend verloop. De 7e nationale tentoonstelling bad onder gunstige omstandigheden plaats op 13 en 14 Juli te Breda op bet Cbasséeterrein. Het aan tal inzendingen was aanmerkelijk grooter dan in 1926. Voornamelijk hebben biertoe bijgedra gen de afdeelingen Zeeland, Noord-Brabant en Gelderland. De afdeelingen Groningen—Fries land en Overijssel—Drenthe waren niet verte genwoordigd. Moge hierin verandering komen, opdat men met recht kan spreken van „Na tionale Tentoonstelling". Het bezoek aan deze tentoonstelling is verre beneden de verwachting gebleven. De op die tentoonstelling behaalde prijzen en bekroningen zijn in de Stamboekuitgave 1927 vermeld. Voor meerdere gewestelijke tentoonstellingen en fokpaardendagen stelde de vereeniging in totaal 56 medailles beschikbaar. Op verschillende huitenlandsche tentoonstel lingen en keuringen was het Stamboek verte genwoordigd. Ook besloot bet hoofdbestuur een stand in het Holland Huis te Brussel te huren en in de afdeeling „Nederlandsche Landbouw" deel te nemen aan de expositie te Johannesburg in Zuid-Afrika. Het kapitaal der vereeniging ging, ondanks de daling vau bet ledental cn de verminderde inschrijving, nog iets vooruit. Verder werd het hoofdbestuursvoorstel aan genomen om op 24, 2a en 26 Juli in Den Haag een gezamenlijke tentoonstelling met andere stamboeken te houden. De vergadering vereenigde zich voorts, na eenige discussie, meit een voorstel van dé afd. Zeeland om op de in dit jaar te houden na tionale tentoonstelling huitenlandsche paarden te weren door uitsluiting. Op de over eenige maanden te houden bui tengewone algemeene vergadering zal de vraag worden bespreken of aan de uitsluiting van buitenlaaidsche paarden al of niet een perma nent 'karakter dient te worden gegeven. De rekening en verantwoording werden goed gekeurd, de begrooting 1928 vastgesteld op 86.000. De voorzitter deelde nog mede, diat biet H.B. op de buitengewone vergadering zal voorstel len, de bedragen voor inschrijving van hengsten en merriën tot op de helft te verminderen. Aan het einde der vergadering zeide de heer Manshojt, dat de centrale organisatie der trek paarden fokkerij een uitermate zegenrijke» in vloed heeft geliad, Eerste eisch is, aldus spr., dat splitsing", en daardoor verzwakking, der organisatie worde voorkomen. Spr. uitte ten slotte de hoop, dat in Juli de Nederlandsche paardenfokkerij op de tentoonstelling uitmun tend voor den dag zal komen. Bij de rondvraag sprak de heer Buliman den wensch uit, dat ineer vertrouwen in de fokkers zou worden gesteld bij keuring van hengsten op afstamming. Voorstellen inzake royement. Iii aansluiting aan de gewone vergadering werd een buitengewone bijeenkomst dér ver- beniging gehouden te»' behandeling van een De Koningin en de Prinses bij de oefeningen. OVER HET VERLOOP In aansluiting met hetgeen reeds is bericht omtrent de militaire oefeningen tusschen Was senaar en Katwijk kan worden gemeld, dat de oefeningen een uitstekend verloop hebben ge had. Het is niet mogelijk geweest een eenigs- zins gedetailleerd overzicht van deze oefénin- gen te geven, omdat vanwege liet Ilof streng1® orders 'vraren uitgevaardigd, dat de pers van het gevechtsterrein moest worden geweerd. Of vij al een bewijs vertoonden, dat ons door de legerleiding was verstrekt en dat toegang gaf tot alle terreinen, hot baatte weinig. Het verloop der oefeningen beeft aau de ver wachtingen ten zeerste voldaan. Het resultaat van deze manoeuvres is on beslist gebleven. Omstreeks 2 uur is, zooals reeds gemeld, H.M. de Koningin te paard en vergezeld van Haar gevolg, op liet terrein verschenen. De Koningin was gekleed in een groen-grijs rij- costuum, met dito hoed, en droeg een nauw sluitend bruin bont om den hals. Vanaf het hoogo Wilhelmina-duin sloegen de Koningin en Prinses Juliana, die per auto was gekomen, de oefeningen gade, waarna de tankdemon- straitie en de inspectie plaats hadden. Hierna begaven de Koningin (te paard) en de Prinses (te voet) zich naar den Cantine- weg, waar het défilé der troepen plaats had. Na afloop van het défilé ongeveer vijf uur, gaf de Koningin aan Majoor Waltlieer Haar groote tevredenheid to kennen over de oefe ningen, de inspectie en het défilé, waarna Zij van haar paard steeg' en in den gereedstaan- den auto stapte, bij Haar vertrek door de me nigte luide toegejuicht. De Koningin keerde rechtstreeks naar den Haag terug en de Prinses naar baar villa te Katwijk aan Zee. Gisterenavond is door de troepen voor de villa van de Prinses een militaire laptoe ge houden. KEURING VAN JEUGDIGE SCHEPELINGEN. Een circulaire van den Directeur- Generaal van den Arbeid. De Directeur-Generaal van den Arbeid heeft een circulaire doen toekomen aan burge meesters, waterschouten, politie-eommissaris- sen, reeders, directeuren van zeevaartscholen en Arbeidsbeurzen, gezagvoerders, zeelieden en andere belanghebbenden, waarbij kennis wordt gegeven van de op 1 Maart a.s. in werking tredende regeling, waarbij geneeskundig onder zoek van personen tusschen 14 en 18 jaar aan boord van zeeschepen wordt ingesteld. Deze regeling is eén gevolg van het verdrag van Genève, waartoe Nederland is toegetreden. Herinnerd wordt dat zij, die voor de keuring een aparte reis moeten maken/verstandig zul len doen den dokter eenige dagen vooraf van hun komst te verwittigen. Toorts dat de schepelingen tusschen 14- en 38-jangen leeftijd, die 1 Maart 1928 buiten gaats vertoeven, zich ten spoedigste na hun binnenkomst hier te lande en alvorens op nieuw naar zee te vertrekken, ter keuring aan een der vorengenoemde adressen dienen te vervoegen. Zij die onverhoopt mochten worden afge keurd, kunnen binnen 14 dagen een herkeuring verzoeken, op de wijze, die hun bij de afkeuring zal worden, kenbaar gemaakt. De keuring geldt slechts voor den duur van 1 jaar. De goedgekeurde candidaat ontvangt van den dokter een attest, dat aan den kapitein van het schip, waarop hij te werk wordt gesteld, moet worden ingeleverd. Eventueel nader gewensehte gegevens of in lichtingen worden op aanvraag verstrekt door de betrokken districtshoofden der Arbeids inspectie. Deze zijn voor de havens: Rotterdam, Vlaardingen en Maassluis: Hoofd inspecteur van den Arbeid in het 3de district, Graaf Florisstraat 39, Rotterdam; Scheveningen en Katwijk: Hoofdinspecteur van den Arbeid In liet 11de district, J. P. Coen- straat 45, 's-Gravenhage Dordrecht, Vlissingen en Terneuzen: Hoofd inspecteur van den Arbeid in het 10de district, Hooge Nieuwstraat 53, Dordrecht. UIT HET KLEEDÏN GBEDRÏJF 1 Te Arnhem Ook te Arnhem is gisteren hij een tweetal kleermakerspatroons, n.l. bij de firma W. A. Eisma en W. H. Kolk een staking uitgebroken. Met de personeelen van andere firma's heeft gisteravond een vergadering plaats gehad. tweetal voorstellen van het hoofdbestuur in zake royement. Het eerste voorstel beoogt, het royement, be doeld in aipt. 11 van de statuten, toe te passen op alle leden, die lid zijn of worden van een ander in Nederland opgericht of op te richten trekpaarden-stamboek. Ter toelichting word op gemerkt, dat in Zeeuwsek-Vlaandereu eenige leden der vereeniging hun medewerking hebben verleend tot het oprichten van een zelfstandig Zeeuwsch-Belgisch stamboek. De afd. Noord- Brabant had nu het H.B. verzocht, die maat regelen te nemen, waarbij met bekwamen spoed zal worden overgegaan tot royement van die leden welke door afscheiding vau het Neder landsche Stamboek de belangen dezer vereeni ging schaden. Eenzelfde verzoek is gedaan door de afd. Gelderland, Het H.B. is van oordeel, dat bedoelde leden, ailsmede zij, die zich nog bij bet Zeeuwsch-Belgisch stamboek aansluiten, daadwerkelijk toonen, de belangen van bet Stamboek voor het Ned. Trekpaard te willen schaden en stelde daarom royement voor. Het tweede voorstel beoogt het H.B. te mach tigen, in bijzondere gevallen het royement van daarvoor in aanmerking komende xiersonen op te heffen. Na eenige discussie vereenigde de vergade ring zich met deze voorstellen, waarna de bij eenkomst werd gesloten. -.„.jja

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 12