m ;s. Dinsdag 6 Maart 1928 Tweede Blad Pagina 1 EEN BEETJE RAAR Het Dagblad van Rotterdam besteedt een Sroote balvo kolom orn een verslag to ge- Ven Zou de redactie het aandurven te fee? ^'Ten, dat het geloof in Christus' sterven Wrrijzen niet geraakt wordt door het feit, a' Christus inderdaad gestorven en ver ben is? ALS DE WIJZEN SPREKEN...! DS. kersten en de stemplicht HET DRAMA IN DE SCHOENMAKER STRAAT TE ROERMOND .j- DE CARNAVAL-VIERING TE 'S HERTOGENBOSCH Afschaffing gewensclit BENOEMINGEN In liet Bisdom Haarlem WETTELIJKE REGELING VAN HET ACCOUNTANTSWEZEN HET STELSEL VAN LOCALE KRACHTEN BT.T HET P.T-T.-BEDRIJF Een verzoek aan den Directeur-Generaal J LEISTRA f. van «en boek, geschreven door een vveed«ch geneesheer. Moet wel van belang zijn. Die man komt f°ogen, dat: Jesus niet ion gestorven, dus iet verrezen «ou »ijn. Dut «vn Hollandsen 'a'«W8bur»au er als de kippen bij is, zoo'n ®cliokk»nrj nieuws 1 oud te zonden, zegt na- htiriijk nog niet, dat het even vlug de ge- Sc'«ede.nis«cn van Mexico meldt. Typi»eh, dat verslag. Hie dokter probeert, wal a! boei wat onge- 0ov'gen probeerden. Ilij komt „tot de slo'- 80 rr' dat Jesus niet dood was, toen Hij van ct kruis werd afgenomen en dat Hij, na Cöil'gcn tijd in het graf te hebben gelegen, ^'ecr tot bewustzijn is gekomen en hot graf °1> oen heel natuurlijke wijze beeft verlaten". H ziet wel, hoe eenvoudig! *a. de schrijver beseft; dal „zijn boek er leidt, orn een van de moest ftindameit- jficlo verhalen en tradities ven het chrlslu- 'ik geloof te schokl.cn". Doch de vot*>rjdup nietwiar? "Hij boseert zijn beioog bijna uitsluitend j>P een onderzoek van de verhaten in tie ®Vangeücn, dus van oogaetu -n". Bijhal ttDe verwijdering van den grafsteen, waar mede het graf gesloten was, kan wellicht gevolg zijn geweest van aardschokken". '•••Wellicht! Waar blijven hier de v.eten- Bclraider feiten, de verhalen der oogge- ^igc-n? „Jesus is toen vermoedelijk uit bet gekomen", kostelijk dat „vermoed e- Dan volgen er van den schrijver nog ®hlveie belangwekkende theorien, waarhij de mogelijkheid aantoont etcIn laad in het rijk der theorien is alles rno- p'ijk. Maar wat doen we dan mot de fei- °n> de ooggetuigen? Hari het rare ding- lion nawoord van do rant zelf. „We moeten dit bovenstaande be lhouwen als een poging om wetenschap pelijk de wonderen van Jesus' sterven en Wederopstanding te verklaren". Pardon, 'st andersom: een poging om aan- "eraelijk te maken, dat Jesus niet. ge- ®|°rven, dus ook niet verrezen is. at scheelt nog al wat. En dat. ontkennen racht men mot een wetenschappelijke hou- Ült>S te dekken. order: „Men mist, daarin natuurlijk vol- ®dig Oe onaantastbaarheid van het geloof V1 den Zoon des Vaders. Vandaar dat al 'cZe wetenschappelijke verklaringen volko- langs de christelijke heengaan en van Been invloed daarop kunnen zijn". Nog al vreemder. Zeker, dat boek trekt van geloof niets aan; zoekt, alleen langs ^etenschappelijken weg verklaring te geven. 8ar staan die twee daarom los van el- Mi «taai- jjHau staat ze niet aan de zijde van Si- aHus, die wel durfde beweren: als Cliris- .as niet verrezen is, dan valt heel ons ge- in elkaar! Dan is ofwel Christus niet ®sWven, ofwel gestorven en is Zijn voorzeg- 'aS niet uitgekomen: allebei even fataal •j '°t geloof in die waarheden is onzin, als M sterven en verrijzen geen waarheden, feiten zijn! u'st omdat die verklaringen geen ver- g ';r'ngen en die wetenschap geen welen- ttP is: daarom raken ze het geloof niet. >,N. P.. Crt." heeft eens gepraat met afessor Treub. r at kan wat, worden! Het ging over de a3ioi d0 'fweede Kamer vond hel niet, jrj 'd'S om dat comité van de Radio naar Kot/'' Z'^n eang te laten gaan. Daarom be- ^[Trcub met „een hartig woord over den '°"Omroep in ons land". Gelooven we 'aört^' Treub zal over meer dingen in ops horJt, nog wel fiells llart'£e woorden laten 't Moet hard vallen, dat de mees- le'v niat zijn opvatting dö'elen in de grootc 8s(j6ri"VraSen! Daarrta werden we nog eens tot „de Chineezen van Europa". Na- ZijD 'ik degenen, die het met Treub niet een3 Chi' '*n we weten in Rotterdam iets over °ezen te vertellen. bri1ji^Elr,la de Srief: dat de radio hier „ge lej 1 of liever misbruikt wordt voor aller- '0'itieke en godsdienstige propaganda!" het ®roote grief! De godsdienst weg uit i^^bare leven. Vroeger uit de school, ov' r lli' de pers' vr°eger uit de bonden, ll Wc" daarmee hébben wij het ^Ure'i IftC0Pt: C'UR pas wórden we volbloed ^Oor r'ln°R> tellen we mee. Doch clie tijd is jV&U t''rU vo°riji.i- Nog zegt Treub „er zeker dtd het meerendeel onzer luis- k(,.) s/(aarvan niets moet hebben". ^Oorf^** bewering. Dat hebben we »oi|tj6! 0ok ai in den schoolstrijd, in -do *°oft Gn in de bondenwereld. Ieder ge- afici(,ro. ®raag, dat zijn meerling door alle 6f rrliri'; 0 verstand hebben, gedeeld wordt We ns moet worden. J^jgt r'!^ in den modder, zegt hij. En »keh hM, JClCn met ons' Vooral de katho- Z611 en r, het benauwd. Hun voorschrif- L 1-8 no-/' Joden> welke desnoods do „slechte" "die m„tYel Iu:nnen wpren,, helpen voor de toci f s^aUflpunt van de luisteraars ook een onzinnige toestand, dat men op allerlei wordt getracteerd, waarvan men in het minst niet gediend is". Van zoo'n redencéring snappen wij let terlijk niets. Wat aan ons ligt, naUuu'Jjli., Maar waarom kTTTïhcn de voorschriften en geboden die de katholieken hebben er. waardoor zo de slechte pers kunnen we,- ren, ook niet de „.slechte" radio weren? Een krant houdt ge uit het huts of ge koopt er doodgewoon geen. En met de radio?Wel ge sluit heel nuchter niet aan, als ge weet dat er onzin en gevaarlijke taal wordt ver kocht! Dat de radio meer kwaad „kan" stichten dan het boek of een rede in een zaal: graag toegegeven. Doch even gemakkelijk ais men bij een lozing wegblijft, die. niet deugt, of een boek of een krant om dezelfde redenen vreest, zeker zoo gemakkelijk houdt men dat radio-nieuws buiten. De verantwoordelijke persoon in het gezin heeft hiervoor te zor gen, dug op de hoogte te zijn van hetgeen er gegeven wordt. Dus laat ze over ons geen zórg hebben, noch on-; bekl.j.gon om die m-eit:. Dat gaal heel gemakkelijk. Professor Treub gaat verder: „Om poli tieke redenen moet er ook tegen kerkelijke uitzendingen overwegend bezwaar gemaakt worden". De bekende aap uit don beleenden mouw. De godsdienst heeft het. gedaan. Moe ten we, om Indiê niet te verliezen mis- r.cliien ook de Missie niet. terugroepen? is die de schuld van de troebelen en woelingen? Km vlot daarom de vrijheid voor de Missie zoo slecht? Eeeren gaat langzaam! AANDRINGEN OP SPOEDIGE AFSCHAFFING VAN DWANG Vonnissen moeten ten uitvoer xxorden gelegd ran De lieer Kersten bad den Minister Justitie de volgende vragen gesteld: Is liet den Minister bekend, dat te Zwolle een vrouw, die veroordeeld was tot 0.50 boete of L dag beclitenis, nadat vergeefs verschillende pogingen waren aangewend haar de boete te doen betalen, toen zij via Kampen naar bet buis van bewaring was overgebracht, werd onl slagen, omdat bet gerecht zelf de opgelegde boete voldeed? Is den Minister bekend, dat te Utrecht een vrouw, veroordeeld tot tweemaal 1 boete of tweemaal een dag hechtenis, toen zij overge bracht was Uiiar het buis van bewaring-, werd heengezonden onder de bedreiging, dat men de boete wel zou innen bij executaire verkooping? Acht de Minister deze en dergelijke hande lingen overeenkomstig een goede rechtspraak? Oordeelt de Minister het niet hoogst nood zakelijk, dat een uitgesproken vonnis volvoerd wordt en niet' willekeurig" gewijzigd iu een voor de betrokken misschien nog zwaardere straf? Of indien de rechtbank terugschrikt voor volvoering van baar vonnis, de wet geving worde herzien, c.q. dat de stemdwang wordt afgeschaft? Is de Minister bereid maatregelen te nemen, dat tot executaire verkooping niet wordt over gegaan? Wenscht de Minister maatregelen te nemen om tot spoedige afschaffing van den dwang te geraken? Minister Donner heeft thans hierop als volgt geantwoord: 1 Uit een Ingesteld onderzoek is gebleken, dat in het in de eerste vraag bedoelde geval inderdaad de veroordeelde vrouw die niet naar bet 'buis ven bewaring is overgebracht geweest, doch op het parket was voorgeleid niet zelf de boete heeft betaald; de betaling geschiedde echter niet door het gerecht, doch ais particulier door een der aan bet gerecht verbonden justitieele ambtenaren; 2- Het in de tweede vraag gestelde slaat vermoedelijk'op een geval, in hefwellc aan een vrouw, na voorgeleiding voor den betrokken parketambtenaar, is medegedeeld, dat niet de subsidiaire hechtenisstrnffen zouden worden tenuitvoergelogd, doch dat reëele executie zoude plaats vinden. In deze in verband met gekiende voorschriften gedane merledeeling kan uiteraard geen bedreiging gezien worden "voorts is ook deze persoon niet naar het huis van bewaring overgebracht geworden; 3. Met eigenlijke rechtspraak heeft'bet voor gevallene in de genoemde gevallen niets te maken; de handelingen betroffen en die sub. 1 dan nog slechts voor wat aangaat bet na de betaling gevolgd onts-lag de ten uitvoerlegging van recbterjjke vonnissen, door de parketten. Heden, op het gevoerde beleid eenige aanmerking te maken, heeft de onder- geteekendo niet. Volledigheidshalve moge bij er nog op wijzen, dat, zooals de ambtsvoor ganger van den ondergeteekende in antwoord op vragen van den heer Kersten in Februari 1926 (Aanhangsel Handelingen Tweede Kamer 1925—1926, blz. 49, no. 49) destijds heeft mede gedeeld, de parketten 'zijn geïnstrueerd, dat ia gevallen, als in vraag 1 en 2 bedoeld, bij voorkeur dwangmaatregelen op den persoon te vermijden zullen zijn door in plants daarvan het bij de wet van 29 Juni 1925 (Staatsblad no. 814) geregelde verhaal op goederen of inkomsten toe te passen. 4. Als algemeenen regel oordeelt de onder- teekende het uiteraard noodzakelijk, dat een uitgesproken vonnis volvoerd wordt. Van een willekeurige wijziging in een voor de betrok- kénen misschien nog zwaardere straf is echter ook. zooals uit bet bovenstaande blijkt, geen sprake geweest; evenmin van een terugschrik ken door het gerecht voor volvoering van ziin vonnis; 5 De ondergeteekende meent aan de be trokken parketten te moeten overlaten aan de hand van de bestaande voorschriften te be slissen, op welke wijze in de concrete gevallen vonnissen als bedoeld ten uitvoer gelegd dienen te worden; het zou naar zijn oordeel niet juist zijn, executie op goederen en in komsten uit te sluiten, zoodat steeds dwang maatregelen op den persoon zouden moeten worden toegepast; 6. Deze vraag behoort tot den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw gericht t& jvorden. De AdvecaatGenecaai eiseht bevestiging van bet vonnis van de ïtoerreorulsche rechtbank BEHANDELING VOOR HET GERECHTS- HOF TE 's-HERTOGENBOSCH. Gisteren werd door 't Gerechtshof to 's-Iïer- togenbosch behandeld de zaak tegen G. J. II. M. M., geboren te Hoer mond, 7 Mei 1892, coiffeur, wonende te Roermond, thans gedetineerd. Verdachte stond voor de Rechtbank te Roer mond terecht tor zake: dat hij in den. nacht van 29 op 80 Augustus 1927 te Roermond in zijn slaapvertrek in zijno woning opzettelijk en met voorbedachten raad zijne eehtgenoote Maria Elisabeth Versteeg van het leven heeft beroofd door haar, na voor af het voornemen te hebben opgevat en het be sluit daartoe te bobben genomen opzettelijk met het oogmerk om haar te dooden, met groot geweld met zijne handen om, in en bij den hals en dc keel te grijpen ter hoogte van het strot tenhoofd cn daarop gerulmen tijd. althans min stens drie minuten, een intensief gewelddadigeu druk uit te oefenen, waardoor verschillende bloedingen cn breuken zijn ontstaan, zoodat tengevolge van een en ander verstikking is ingetreden, die den dood onmiddellijk, althans kort daarna tengevolge had. Subsidiair is ten laste gelegd dat verdachte op deze wijze zijne echtgenooote opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft willen toebren gen. Bovendien ter zake, dat hij in den nacht van 29 op 30 Augustus 1927 te Roermond, na het plegen van een der bovenomschreven feiten op zettelijk in zijne woning brand heeft gesticht, door opzettelijk heneden op de trap, die naar do bovenverdieping leidt den loop-er en in een werkkamer, gelegen tusschen voorkamer en keuken en naast den damessalon, opzettelijk eene hoeveelheid haar en doozen, na die voor werpen met spiritus, althans met benzine, al thans brandbare vloeistof te hebben overgoten, in brand te steken, zoodat die looper, dat haar en die doozen in brand zijn geraakt en levens gevaar te duchten was voor zijn personeel, met name: Maria Baeten, Jeanne Duquesnoy, Chr. H. A. Aangenent, en J. J. H. van Soest, die zoo als hij wist in die woning te bed waren, althans zich in die woning bevonden en gemeen gevaar voor goederen, vooral voor de omliggende hui zen, is te duchten geweest. Verdachte werd te dier zake veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 jaren. Het O. M., dat levenslang ha-d geëischt, was in appèl gegaan. Er was groote belangstelling. Op de vraag van den president van verd. waarom hij iu hooger beroep is gegaan, ver klaart hij nooit de bedoeling te hebben gehad zijn vrouw te dooden. Overigens erkent hij zijn vrouw zoo te hebben geknepen dat zij over leden is en brand te hebben gesticht. Volgens getuige M. Baeten, dienstbode te Düsseldorf was de verhouding tusschen ver dachte en zijn vrouw goed. M. had geen omgang met een andere wouw. De inspecteur van politie te Roermond de heer Ch. de Kan deed eveneens nrededeelingej) over den brand. Aan de zandbak was te zien, dat er pas zand uitgenomen was. Dr. Hoogerhuis te Roermond verklaarde dat aan de vrouw geen hulp meer te verleenen was. Do gasfitter H. Schoonbeim verklaarde o.m. een geopende gaskraan in de wóning te hebben gevonden. Getuige Duquesnoy, coiffeur te Brussel, heeft nooit iets gemerkt van een minder goede ver standhouding tusschen verdachte en zijn vrouw. De kappersbediende van Soest deed eveneens mededeelingen over den brand. Eén gaslucht heeft hij niet geroken. Mevr. M. Zuure te Roermond verklaarde dat de vrouw van M. nooit haar nood heeft ge klaagd; zij zag echter wel, dat zij verdriet had; zij was dol op haar ntan, die echter niet meer zoo aardig' voor haar was als vroeger. Getuige had plan gehad voor haar kind ook een zand bak te laten ntaken, doch de vrouw van M. had het haar afgeraden, daar het zand bij haar zelfs iu de slaapkamer lag. De president voerde verschillende gronden aan voor het opzet van verdachte om zijn vrouw te vermoorden. Alles is met zooveel kalmte ge schied. dat hier sprake moet zijn van overleg. Hij wijst er ook op wat de gevolgen van den brand hadden kunnen geweest zijn. Verdachte antwoordde daaraan niet gedacht te hebbenhij ontkent den opzet om zijn vrouw te vermoorden. De adv.-generaal constateert, -dat geen nieuwe feiten zijn ontdekt. De verdachte heeft de brand stichting erkend. Dat verdachte den opzet had zijn vrouw te dooden staat voor spr. onomstoo- telijk vast. Het wettig bewijs van voorbedachten rade is echter niet geleverd, al zijn er ver schillende kleine aanwijzingen. De man, die een brief aan het Hof heeft geschreven over de oorzaak van de daad van verd., werpt alle schuld op zijn vrouw, doch verd. is zelf de schuld van de minder goede verhouding door de hondsehe wijze, waarop hij zijn vrouw be jegende. Spr. kan zich vereenigen met de motiveering der straf en de strafmaat door de rechtbank opgelegd en requireert bevestiging van het vonnis. Verdachte barstte in snikken uit. De verdediger, mr. Tripels, wees op dë wroe ging en het zelfverwijt van verdachte, die door den hongerdood een openbare behandeling der zaak heeft willen voorkomen. Verdachte's levensgedrag was goed, hij was een flink en hard werker. Zijn verleidster draagt de schuld, dat de eehtgenoote van M, ontijdig aan het ein de is gekomen. De zaak zelf nagaande, betoogde pl dat, wat verdachte deed, niet getuigt van zijn normaal den kén. De straf, die de rechtbank heeft opgelegd, acht spreker onjuist, omdat de brandstichting niet ten volle kan worden toegerekend. Pleiter vroeg met het oog op den vader en het kind van verdachte een clement vonnis. De uitspraak werd op 19 Maart vastgesteld. DE MAASTRICHTSCHE BRUGKWESTIE. De „B.K." meldt, dat gisteren ten stadhuize te Maastricht voorbereidende besprèkingen plaats vonden tusschen gemeentelijke en Wa terstaats-autoriteiten in verband met de ten uitvoerlegging van het plan van Konijnenburg —Klink. -■ „PASSING SHOW". Medelijdende oude dame: „Je broertje zal ecu kou vatten, als hij Zoo laug ln li et water staat". „Geeft niks! Hij is toch al v erkonden!" EEN OPENLIJKE AFKEURING DOOR DE GEESTELIJKHEID. In de kerken van Den Bosch is Zondag een verklaring voorgelezen van de Z.Eerw. Hee- ren Pastoors der stad, waarin zij de wijze, waarop Carnaval dit jaar is gevierd en de er gernis die daardoor is gegeven, hooglijk af keuren. EEN VOORSTEL VAN MEVR. BROUNS—VAN BESOUW. Meer voorschriften Mevrouw Brounsvan Besouw heeft hij den gemeenteraad een voorstel ingediend, waarin, zij, gezien de ieder jaar toenemende uitspattin gen van het carnaval, voorstelt afschaffing al thans inperking vaa het carnaval, door het houden van carnavalsfeesten uitsluitend toe te staa" op Maandag en Dinsdag, het sluitings uur van café'a en openbare inrichtingen voor vermakelijkheden te bepalen op uiterlijk des nachts half één en Dinsdags 12 uur, den bur gemeester dringend te verzoeken het aantal dansvergunningen te verminderen, do voor waarden voor dansgelegenheid te verscherpen en strenge controle te doen uitoefenen op so ciëteiten en tijdens nader vast te stellen aan tal dagen voor en na Maandag en Dinsdag van carnaval, geen dansvergunningen te verleenen. In hei Aartsbisdom Z. D. H. de Aartsbisschop van Utrecht heeft benoemd tot pastoor te Oldeinarkt den Woi- eerw. hoer S. J. Horstinlc. Z. D. H. de Bisschop van Haarlem heeft he. noemd tot Rector van het St. Joseph Zieken huis te Vlissingcn den Weleerw. heer M. van Willige en lot Rector van het St. Thomas klooster te 's Hage den Weleerw. heer L. v. d. Pluym alsmede tot kapelaan de volgende Weleerw. lieercn: te Rijswijk J. Buijs; to Amsterdam (O.L.V.O.O.) G. Jongejan: ta 's Hage (II. Willibr.) M. van Rijn; te Middel burg E. Stolwijk, die kapelaan was te War mond. Zooveel mogelijk aansluiting aan den bestaanden toestand. GEEN INWILLIGING, MAAR EEN TOEZEGGING In de laatstgehouden vergadering van de Commissie van Overleg van het Staatsbedrijf P.T.T. werd besloten een deputatie uit haar midden af te vaardigen naar den Directeur- Generaal om dezen te verzoeken om alsnog het advies der Commissie in te winnen over de uitbreiding van de proefneming met het stelsel van locale krachten op arbeidsovereenkomst De deputatie werd op 3 Maart J.l. door den Directeur-Generaal in gehoor ontvangen. Deze handhaafde zijn inzicht dat er geen aanleiding bestond, om 't advies der Commissie van Over leg in te winnen over de aanschrijving omtrent uitbreiding van de proef met de aanne ming van locale krachten, doch was bereid om met de Commissie in overleg te treden en dit in teleiden met een uiteenzetting zij nerzijds over de vraag of uitgebreider toe passing van het stelsel van locale krachten, bij wijze van proef, gelijk thans plaats vindt, na deel voor het in dienst zijnde personeel ople vert en of het in verband daarmede geweuscht en gewettigd is in de gedragslijn wijziging te brengen. De deputatie aanvaardde met erkentelijkheid deze toezegging en vereenigde ztcli gaarne met de door den Directeur-Generaal aange geven werkwijze. EEN COMMISSIE VAN ADVIES INGESTELD. Overwegende, dat een regeling van het acoountantswezen wenschelijk is gebleken en dat er aanleiding bestaat zoodanige regeling zooveel mogelijk te doen aansluiten aan het in het maatschappelijk leven tot dusverre ge groeide, met behoud, voor zoover mogeRik, van de corporatieve zelfstandigheid der in het maat schappelijk leven opgekomen organisaties en kennis genomen hebbende van een hem over gelegd ontwerp eener wettelijke regeling van het accountantswezen, samengesteld in onder linge samenwerking van den Nederlandschen Bond van Accountants, het Nederlandsch In stituut van Accountants en de Nederlandsche Organisatie van Accountants, heeft de Minister van Arbeid, H. en N: Een commissie ingébteld, met de opdracht hem omtrent de navolgende vragen van advies te dienen: 1. Is een regeling, gelijk die in het over gelegde ontwerp Is vervat, met de hierboven aangegeven beginselen in overeenstemming en is met name de daarin gegeven oplossing eener organisatie van vereenigingen juist? 2. a. Zoo ja, moeten nevens de 3 hierboven genoemde vereenigingen, die zich reeds bereid verklaarden op zoodanige basis mede te wer ken, nog andere vereenigingen van accountants in de gelegenheid gesteld worden desgewenscht tot zoodanige regeling toe te treden? b. Zoo neen, hoe zou dan de regeling en organisatie moeten zijn? 3. Moeten nevens de toetredende vereenigin gen nog leden van niet toetredende vereeni gingen of niet-georganiseerde accountants in de gelegenheid gesteld worden onder de te ont werpen regeling te worden begrepen? Zoo ja, hoe of welken? 4. Kan in verband met de te ontwerpen regeling van het accountantswezen eene rege ling van het belastingconsulentsehap worden ontworpen? Zoo ja, op welke wijze? 5. Moet als rechtsvorm voor de te ont werpen corporatieve organisatie de voorkeur worden gegeven aan een federatie van bestaan de organisaties, dan wel aan eene nieuw te vormen vereéniging of organisatie? Zaterdag j.l. is te 's Hage overleden de heer J. Leistra. Aan de A. R. V. (Aigemeene Rotter- damsche Vereeniging voor Genees-, Heel- en Verloskundige Hulp) heeft hij als haar secreta ris met ijver en toewijding mede gearbeid in het belang van het Rotterdamsche Ziekenfonds wezen in het algemeen en van de A. R. V. in het bijzonder; 'terwijl hij de laatste jaren ook als 2e voorzitter in de vereenlging voor Levens verzekering eeu ijverig medewerker was. MISSIE-TENTOONSTELLING TE 'S-HERTOGENBOSCH Omtrent de Bossche Interdiocesane Missie actie-Tentoonstelling (B.I.M.A.T.), welke van- wege.de R. K. Missie-vereniging St. Franciscus Xaverius, van 23 tot 28 Mei in het Casino te 's-Hertogenbosqh gehouden zal worden, verne men wij dat reeds 22 Missie-Congregaties vol ledige medewerking hebben toegezegd, zoodat de tentoonstelling werkelijk een beeld zal geven van de Missie-actie op het oogenblik over den geheelen aardbol. DE BRAND IN DE BEKENDE MEUBELFABRIEK van den heer J. de Jong t* Krommenie berokkende dan eigenaar groote schade, het geen wel uit bovenstaande foto der ruïne yalt af te leiden,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 5