ONZE VROUWENRUBRIEK WML" MF0M0MSB i 11 HET MYSTERIE VAN HET LEED KINDERJURKJES RECEPTEN. GUIMPE-HAAKWERK BLOEMËNPRaaTJE. SERRELAMP MOND EN LIPPEN PRACTISCHE WENKEN. m VRIJDaG 9 MAART 1928 DERDE BLAD AAN IDeN Si .sawaagBwi Overname uit deze rubriek zonder schriftelijke toestemming verboden O, mensch, gij zijt slechts een pijnlijke droom! (Bougoud) Er wordt veel, ontzettend veel geleden op de wereld en zoolang er hier beneden menschen-harten zullen kloppen, zoolang zullen ook betraande oogen naar den he mel opzien, zoolang zal er ook geleden .werden. Ja, er wordt veel, ontzettend veel gele den in de huizen en in de harten der menschen! Haast achter iedere deur, waar menseheu wonen, wordt geleden en ge streden! Haast in ieder huis, waar men schen in- en uitgaan, ontmoeten wij het leed. Het leed volgt den mensch op heel z'n weg van wieg tot graf. Geregeld als ons dagelijksch brood is ons leed, zegt de man -Job, die wist wat lijden was. Sinds de gulden poort van het Paradijs is dicht gevallen achter den opstancligen mensch, sindsdien gaat z'n weg door 'n donker dal van tranen en wondt hij maar al te dikwijls de moede voeten aan de scherpe doornen langs den'stoffigen weg van het dagelijksch leven; sinds dien gaat het leed voor hem uit, en het zet zich neer met den errae aan den leogen haard, met den hongerige aan den scha- melen disch, met den zieke aan 't ziekbed Het leed! O, gij kunt 't hooren in 't hulpeloos schreien van het pasgeboren kind en in de verzuchtingen van den ver laten grijsaard, die aiieen staat op de we reld! Ge kunt 't hooren in de wanhoops kreten van arme weezen op 't pasgedolven graf van vader of moeder; in t zacht ge kreun van zieken en gewenden, die naar den dood verlangen en maar niet sterven, in de laatste afscheidswoorden van den stervende, die o zoo graag nou Wijven loven, maar weet, dat hij sh ven moet! 't Leed! O, ge kunt 't lezen op de blceke uitgeteerde gezichten van zooveel arme kinderen in de achterbuurten onzer groot steden en op' 't vale, gerimpelde gezicht van de oude arme weduwvrouw, die er gens aiieen op 't verlaten zolder-kamer tje haar laatste zcnlooze dagen slijt ert droog brood kruimelt in wat melk om haar honger te stillen! Ge kunt 't lezen in zoo veel moede, vochtige oogen van voorbij gangers op hoeken van pleinen en stra ten. 't Leed.' O, ge kunt 't lezen op de kale wanden van de arbeiderswoning, waar moeder en kinderen stil gebrek lijden, omdat vader zoo weinig verdient; ge kunt 't lezen op de kille wanden van iedere zie- ken-kamer, waar alle hoop op herstel ge weken is en op de donkere muren van iedere sterfkamer, waar de dood zooeven 'n dierbaar leven heeft gedoofd! Het- leedO, 't staat met vlammende letters geschreven op het voorhoofd van haast iederen mensch; boven de deur van haast iedere woning! 't Leed van de kinderen der menschen stapelt zich op tot aan Gods stralende sterren! De tranen, die ze schreien, zou den de wateren van de zee buiten haar oevers kunnen doen treden! Hun smart kreten zouden de blauwe luchten kunnen doen scheuren! O, mensch, gij zijt slechts een pijnlijke droom! Vanwaar, waarom, waartoe al dat leed? Uit Gods wezen. Als eerste en laatste oorzaak aller dingen moet ook het leed, zoo niet altijd gewild, dan toch door Hem toegelaten worden uit Z'n eigenschappen, n.l Z'n Alwetendheid die de beproevingen in ieders menschenleven van eeuwigheid voorziet en Z'n almacht, waardoor Hij ze van eeuwigheid kan voorkomen. Vervolgens uit Jezus' leer. Gaande over de wereld, waar de vogel-verkoopers hun waar aanprezen, sprak Hij met die abso lute zekerheid aangaande ieders lot „Worden niet twee musschen verkocht voor één penning. En niet één van haar zal op den grond vallen zonder uwen va der. Zijt gü niet meer dan talrijke mus- sehen? Welnu, van u ziin de haren op uw hoofd geteld en zonder Mij zal niet één gekrenkt worden. Mattb. X 29. Het leed komt van God! Dat leeren ons ten slotte de droevige lotgevallen van dien Vlr dolon.ua, dien Srnarten-Mau, dien koning van het leed. Wij zien hoe de hemeisehe Vader het leed, fi.it de menschen zijn eenigen Zoon aandeden, toeliet, maar dan ook slechts zóóver als Hij dat wilde en niet verder. Als Herodes, de b'oed-koning, het Kerst kind zoekt te dcoden, verijdelt Hij zijn snocde plannen en zendt St. Jozef naar Egypte. Later voeren ds grimmige Joden Jezus op een hooge rots, om Hem naar beneden te storten. Dat liet God toe, maar zij zullen Hem niet dooden, want onge deerd ging Hij langs hen heen. En als zij Hem daarna willen steenigen, zal Hij ook dit voorkomen. De priesters hebben beslo ten, Hem uit den weg te ruimen, maar niet tijdens het Paasehfeest en toch re gelde de Vader het zoo, dat het juist in den Faaschtijd geschiedde. Zoo is ook ons leven en de rol, die het leed daarin speelt, van eeuwigheid door God voorzien en bepaald en geen enkele beproeving zuilen wij op onzen weg ont moeten, die Hij niet eerst gewikt en ge wogen heeft, voor Hij toeliet, dat zij over ons zon komen. Zie hier het antwoord op de vraag: van waar al dat leed onder de kinderen der menschen. Over 't waarom en waartoe een volgen den keer. C. VIS, Rector, Goes. lijk zult ge niet opeens gunstige resul taten waarnemen; veel volharding is een eerste vereischte. Ook amandelolie helpt om dunne lippen voller te maken, daar zij de huid en de daaronder liggende weefsels voedt en tot ontwikkeling brengt. Als uw lippen springen en barsten, moet ge ze, niet alleen bij koud, winde rig weer, maar altijd door, zelfs in den zomer, 's morgens (niet 's avonds) met een beetje olijfolie insmeren; dit houdt ze heel den dag zacht en soepel. Is 't al tot kloven en spleten gekomen, gebruik dan 's morgens en 's avonds een stukje cacao-bot-er van goeden kwaliteit, tot ze genezen zijn- Het beste middel om den mond zoo lang mogelijk jeugdig en kleurig te hou den, is, de lippen bij 't spreken goed te bewegen, zoodat de mondspieren geoefend worden en de bloedcirculatie bevorderd. Een beweeglijke mond blijft lang jong en fleurig en is selden bleek of vaal. Tenslotte: de uitdrukking doet bijna alles voor het heele gezicht, maar bo venal voor den mond. Neerhangende, on tevreden-vertrokken mondhoeken ont sieren het mooist-belijnde gezicht en van den anderen kant behoeven we heusch niet altijd en eeuwig imbeciel te glimlachen om onzen mond, wanneer ons gezicht in rust is, een aantrekkelijke, vriendelijke uitdrukking te geven: de lip pen niet opeengeklemd, de mondhoeken een ietsje omhoog. We behoeven natuur lijk niet voortdurend onze gelaats-ex- pressle bewust te besfcudeeren, maar een wrevelig of zorgelijk gezicht wordt zoo licht gewoonte! En ik veronderstel natuurlijk, dat alwie zich den tijd gunt, deze wenkjes te lezen, ook ernstig belang stelt in de verbetering van haar uiterlijk en er wat moeite en geduld voor over heeft! EVA. Brood is het levensmiddel, dat bij jong het bessensap, door het telkens met het SG55. Jurkje van effen wollen stof voor den leeftijd van 3 tot 10 jaar. Het modelletje heeft aan de voorzijde plooien. De biais loopen puntig uit, even als de dubbele manchetjes. De gamèertog bestaat uit stiksels en knoopen. 3659. Jurkje voor den leeftijd van 8 tot 10 jaar, gemaakt van traversstof. Ia den rok kan een apart stuk var, de zelfde stof gezet v/orden, hetwelk van achteren doorloopt. Kraagje en vest van witte crêpe de chins. 3663. Is gemaakt van effen en ge streepte kasha of viyella voor den leef tijd van 8 tot 10 jaar. Hst aparte voor- cn rugstuk nemen we van gestreepte :asha. schouder, mouwen en rok van iff en. Op verzoek van een afconnée zullen we twee kleedjes m guimpe-haafcwerk bespreken: één rond en één vierkant. De meeste van onze lezeressen zullen ongetwijfeld weten wat guimpe-liaakwerk is, doch voor de lezeressen, die dit niet weten, volgt hier even een inleiding. Iets over het materiaal Men gebruikt een metalen gulmpe- vork deze vorken zijn in verschillende maten verkrijgbaar en een stalen haaknaald. Men werkt met glansgaren <D. M. c.) of kunstzijde. Voor met het haken te beginnen, buigt men de tanden der vork aan de open zijde even uit elkaar, daar bij het haken de tanden iets naar elkaar ge trokken worden. Men houdt de guimpevork losjes in de hand, daar anders de guimpea smal ler en smaller worden en dan stiet te gebruiken zijn. Men begint de guinfpe met 1 ketting steek. neemt cle vork in de hand, ï^jt voor naar achter, en dan om den den werkdraad van eerst om den linker- rechtertand (zie afbeelding A). De kettingsteek moet precies in het. midden tusschen de twee tanden komen te liggen, waar deze gemakkelijk mat duim en wijsvinger van de linkerhand wordt vastgehouden. Nu haalt men den met 1 aangeduiden draad door den kettingsteek, waarop eerst de eigenlijke guimpe begint. Men steekt daartoe van onder naar boven in de voorste helft der ontstane lus (zie afbeelding E) en haakt in deze lus 1 vaste. Mea moet opnieuw beginnen, indien deze eerste vaste niet precies in het midden zit. Nu keert men, terwijl men de vork slechts aan de linkerhelft vasthoudt, den haaknaald naar achteren legt en de vork naar zich toe, naar links om. De draad heeft zich op deze wijze vanzelf, eerst om den linker-, dan om den rechtertand gelegd de volgende lus vormend) Mien steekt nu steeds in de boven ste linkerlus van onderen naar boven, haakt de guimpe en keert steeds, op de boven-omschreven wijze. Is de guimpe-haak vol, dan schuift men de guimpe er af, neemt de laatste lussen weer op enbegint opnieuw. Om in de war raken van het afge schoven werk te voorkomen, schuift men eerst een paar lussc-n van het begin-werk op de brat en laat het ge werkte gedeelte los hangen. Op die ma nier gaat het niet in elkaar draaien. We kunnen ook in de lus inpiaats van één vaste, twee of drie vaste maken. Bij drie vaste in iedere lus, wonden in het midden puntjes gevormd en staan de lussen verder van elkaar. Bij een vierkant kleedje kunnen we zooveel reepen aan elkaar verbinden, tot de gewenschte grootte is bereikt. Het aan elkaar haken der reepen kan zonder werkdraad geschieden. Men neemt dan b.v. 3 lussen, altijd van achter naar voren, op de haaknaald en haalt die door drie lussen van een anderen reep. De andere manier met een werkdraad. Men neemt drie lussen op, maakt met den draad één vaste, daarna 3 losse, j enz enz. j Het is aardig bij een recht kleedje, in- I dien men de lussen gewoon zonder werk draad door elkaar haalt, de reepen in twee combineerende kleuren te maken. Gebruikt men een werkdraad, dan is liet aardig de guimpe bijvoorbeeld te maken van lila zijde en aan elkaar te haken met oranje. Aan de lussen aan den buitenkant kan lange oranje franje geknoopt worden. Het volgende kleedje is rond en kan in twee kleuren zijde of in wit gemaakt worden. Elke toer rnoet met begin en einddraad aan elkaar bevestigd worden. Ie toer: 64 lussen, men begint vanuri het mie n te verbinden. 8 Lussen met 1 vaste, 1 losse er tusschen. 2e teer: 128 lussen, 4 lussen met 8 lus sen verbinden. 3 losse. 3e toer: 192 lussen, 4 met 6 lussen ver binden, 4 losse. 4e toer: 252 lussen, 6 met 8 lussen ver binden. 4 losse. 5e toer: 320 lussen, 4 met 6 lussen ver binden, 5 losse. Voor afwerking kon men in de laatste overgebleven lussen haken. Vijf lusssen opnemen, 1 vaste, 8 losse, telkens her halen. Ook aan dit kleedje staat lange ge knoopte franje heel mooi. Alle draden van begin en eind worden steeds goed afgehecht. Bij het spannen wordt h# werk eerst nat gemaakt. Men zorge voor roestvrije SDelden. G. Z. De rok heeft midden voor een plooi. Op de schouders voor garneering ccnige knoopjes. Van deze drie modellen zijn knippatro nen verkrijgbaar in 72 bovenwijdte. 365U. Jurkje van fijne wollen stof. Leef tijd 4 tot 7 jaar. De rug is gewoon ruim. Aan den voor kant vanaf de schouders loopen stiksels. Verder is de jurk met knoopen gegar neerd. Van dit modelletje zijn knippatronen verkrijgbaar in bovenwijdte 64. ANEMOON. KNIPPATRONEN van al onze modellen lijn vcrkriifjbaar aan „Het Pat, e nen kantoor", Postbus no. i, Haarlem. Onbe- rispelüle «mot!. Dameskleedins ir, die maten 88, 96. ter bovenwijdte, 4 f 0.55. KmderMeeding, alleen voor don in de beschrijving genoemden leeftijd 4 0.35. Bij elk patroon handleiding: voor het knippen en naaien, benevens een verkleinde patroonschcts. Franco iociCndinR, direct na Ontvangst van bestel ling, met -iet verschuldigde bedrag aan postzegels Ingesloten, waarbij vermeid naam en adres, nummer van het mode! en het blad, waarin het voorkomt, en bovenwijdte. Men meet deze maat rondom het lichaam, recht onder de armen door. gewoon glad, aonder extra toegift. Niet Paeonia rozen, cischen. minder verdienstelijk zijn de Chïnensis, Pioenen of Pioen- hoewel deze meer zorg ver- Op de eerste plaais behoort de grond diep doorgewerkt en zeer voedzaam te zijn. Vervolgens verlangen zij veel zon. Ze moeten zeer ondiep geplant worden, de neus hoogstens 6 tol 8 c.M. onder den grond, en in den win ter verdient het aanbeveling een laag tuifmolm of euden mest rondom de plan ten aan te brengen, zoowel ter bescher ming tegen strenge vorst alsook om ze nog wat extra voedsel te verschaffen. Meestal worden Pioenen in October November of in het voorjaar verplant. Toch is dit verkeerd: de beste tijd is onmiddellijk nadat de zomerhitte voorbij is, dus van half Aug. tot half Sept. uiterlijk. Door deze laatste methode be reikt men, dat de jonge planten nog vóór den winter flink op den wortel komen te staan, en dat meerdere exem plaren reeds het volgende jaar zullen bloeien, wat bij de oude manier uitgeslo ten is. Om Pioenen echter in haar volle pracht te zien, moeten zij 3 a 4 jaar vastge staan hebben. Op forsche stengels van meer dan een meter hoog dragen rij dan een rijkdom van groote, heerlijk rie kende bloemen in iedere nuance van rood, rose en wit. De bloeitijd valt in de tweede helft van Juni. Wij moeten ons beperken, de ons toe gemeten ruimte laat niet toe ook slechts een korte beschrijving te geven van alle mooie, vaste planten, waarmede wij onze tuinen kunnen versieren. Daar zijn reeds vroeg in het voorjaar de Doronicums of Voorjaarszonnebloemen met tiaar" gele bloemen op lange stengels, de Trollius of Kogelbloemen in verschillende nuances van geel en schitterend oranje, de Papavers of Klaprozen, reusachtig van afmeting en in diverse tinten van rood, rose, zalmkleur, ja zelfs mahoniebruin, dc Chrysanthemum Maximum of Groote Margriet met een bijna onuitputtelijken voorraad snijbloemen, Campanula's (Klok- jesbloem), Gaillardia's, Helerdums en zoo vele andere, die, ieder op haar eigen tijd en wijze, er toe bijdragen van oas be scheiden tuintje een lusthof te maken Tot diep in het najaar bloeien de Herfst- of Japansehe Anemonen, de Herfst- Asters en vollegrondsche Chrysanten; de laatstgenoemde vooral geven den strijd niet gemakkelijk op en bloeien soms, wan neer felle vorst haar niet vroeger doet afsterven, tot Kerstmis toe. De winter is nu wel voorgoed achter den rug en de eerste de beste gelegenheid ne mén wij waar, om onzen tuin, waarnaar wij in de laatste maanden niet veel omge- kekep hebben, een weinig op te knappen Overbodig is het niet; hier zijn nog een aantal plantenstengels blijven staan, ginds ju dien hoek hebben de najaarsstormen stukken papier en anderen rommel neerge gooid. Een plank van de schutting is los geraakt en moet vastgespijkerd worden, cje klimop is op sommige plaatsen door zijn zwaarte naar beneden getuimeld en moet weer aan steunpunten geholpen wor den, het sparregroen, dat gedurende de wintermaanden onze stamrozen tegen de vorst beschut heeft, kan nu veilig verwij derd worden, evenals de bladeren en under materiaal, waarmede wij onze niet winterharde planten in het najaar toege dekt hebben, kortom, een paar drukke Jagen wachten ons. Het is nu ook de beste lijd om jachi 0p slakken te maken. Wij kunnen nu overal gemakkelijk bijkomen, zonder vrees de planten te beschadigen. Voor al aan den voet van begroeide schuttin gen en muren heeft een groot aantal van deze vraatzuchtige roofdieren over winterd, en als wij systematisch dc ge- heele lengte van muur of schutting afzoe ken, zal onze buit niet gering zijn Een prettig werkje is het nu juist niet, maar wel uitermate nutlig, en ieder planten liefhebber, die zich de verwoestingen herinnert, door die gjibberige wezens hij voorkeur onder zijne meest geliefde plan ten aangericht, zal er gaarne wat moeite voor over hebben, zooveel mogelijk van dat ontuig te vangen en voor eeuwig onschadelijk te maken. en oud, rijk en arm bekend Is en nooit verveelt. Zelfs, wanneer we een tijclje geen brood gegeten hebben, doordat we uit wa- ren en steeds warme maaltijden gebruik ten, verlangen we naar ons geween brood, naar ons Hollandseh lekker brood. Even als aardappelen, heeft brood geen sterk uitkomenden Ktaaafc. want ik ben over tuigd, als ik u. lezeressen vraag; welken smaak heeft brood? nat u mij daarop geen antwoord kunt geven. En dat is ook de reden, waarom brood nooit verveelt. Voedzaam is het ook: het geeft ons vrij veel meelstoffen, wat eiwit, maar niet noemenswaard vet. Het is gemakkelijk verteerbaar, reden waarom het door jong en oud gegeten kan worden. In ons land worden twee broodsoorten voornamelijk gegeten, n.l. tarwebrood, wit tebrood en bruin- of kropbreod. Beide broodsoorten zijn van tarwemeel gemaakt bij wittebrood zijn de zemelen er uit gezeefd, bij bruin- of kropbrood zijn ze er nog in en meegemalen. Daardoor is 't laatste brood iets voedzamer clan witte brood, maar het is moeilijker verteerbaai', waardoor 't vaak niet geheel verteert. Maar door die zemelen worden de spijs verteringsorganen geprikkeld en is de darmwerking beter. Dit is vooral de reden, waarom het zoo gezond is en zooveel ge bruikt wordt. Er zal .wel geen gezin zijn, of er blijft brood over. Oud brood is gezonder dan versch, maar te oud brood is dikwijls erg droog. Door dit brooel in den oven te leg gen, wordt het weer zacht en als versch. Na feestdagen, na den Zondag, waarop geen brood verkocht wordt, heeft men vaak vrij veel over en moet men dit in een smakelijken vorm op tafel trachten te brengen. Daarom wil ik enkele restverwer- kingen van brood opgeven. BROOD MET BESSENSAP (2 pers.) 5 sneedjes oud brood. ly„ d.L. bessensap. 1 dX. water. 65 gram suiker. Stukje pijpkaneel of citroenschil. Pl.m. 5 gr. aardappels ago. Bereiding: Laat het bessensap en het water trekken met het citroenschilletje of mipkaneel. Breng dit langzaam aan de kSofc. Voeg de suiker toe. Snijd de korsten van het brood en week het op een schuimspaan in vocht te overgieten, eoodat het geheel doorweekt wordt. Stapel de sneedjes op een schaaltje. Breng het overgebleven bessensap weer aan de kook en bind het met de sago, die met weinig koud water is aangemengd^ tot een vrij dik sausje. Verwijder pijpkaneel of citroenschil, giet het bessensap over het brood. Presenteer het gerecht warm of koud. BROODPAP (3 a 4 pers.) 1 L. melk. 100 gram oud brood. 50 gram suiker. 1 theelepel fijna, kaneel. 3 gram zout. Bereiding: Breng de melk aan de kook met het zout. Snijdt de broodresten, ook de kor sten, in dobbelsteentjes en laat ze in de melk, onder af en toe roeren, pLm. 15 mi nuten zachtjes koken. Vermeng de suiker en de kaneel met elkaar en roer dit door de pap. BROODPANNEKOEK (4 a 5 pers.) 200 gram oud brood, zonder korsten. Pl.m. 2 d.L. melk. 2 eieren. Pl.m. 50 gram boter. 20 gram suiker. 1 theelepel kaneel of >4 geraspte ci troenschil, vruchtenmoes of marmelade. Bereiding: Verwarm de melk, wrijf het brood hier in fijn, roer er de suiker door, het smaak je, de dooiers en het laatst het stijf ge slagen eiwit. Laat in de koekenpan 'n le pel boter smelten, giet er de helft van het deeg in en bak het aan één kant licht bruin. Keer den pannekoek om met be hulp van een deksel. Schuif hem daartoe uit de pan op een omgekeerd deksel met den bruinen kant naar onderen. Keer ver volgens de koekenpan over den koek heen en keer dan tegelijk deksel en pan om. zoodat liet deksel nu boven komt en de koek met den lichten kant naar onderen in de pan ligt. Bak hem aan den anderen kant eveneens lichtbruin. Bak 'n tweeden koek op dezelfde wijze. Leg één koek op een schotel. Besmeer den bovenkant met vruchtenmoes of marmelade en leg den tweeden koek er bovenop. CATHARINA, Bij serres en erkers is men altijd vrijer 1 Elke zijde van den 6-hoek wordt apart in het kiezen van lampen, dan in een j bewerkt. zitkamer of huiskamer. Daar staat het 5 Men laat^de draden 25 C.M. aan den aardiger, wanneer men daar een mooi overtrokken, zijden lampekap heeft han gen, terwijl in een serre een fantasie- lamp leuk staat. De kap, of liever gezegd de lantaarn- vorm, die men hier ziet, is gemaakt van tule cl oorstopwerk. Het is een zeskantige lantaarn, die uit een kleineren en groo teren zeshoekvorm bestaat. Men laat 2 platte 6 hoekige jjzeifiraad- vormexL maken, de een met een zijde van pl.m. 10 c.M. en de andere zeshoek heeft een zijde van pl.m. 14 c.M. Als deze vor men klaar zijn, worden se met wit band omwoeld. Vervolgens neemt men de tule, hoogte pi.rn. 10 c.M. en lengte zesmaal de zijde van den 6-hoek, dus 6 x 10 c.M. en een paar c.M., welke noochg zijn voor het zoompje (de twee eindjes worden natuurlijk aan elkaar bevestigd!). Om de 10 c.M. rijgt men even een draad (b.v. garen) door de tule, zoodat op die manier de 6 zijden van de lan taarn afgepast sijn. Nu Iran men met het doorstoppen be ginnen, hetwelk met rooac wol geschiedt. FLORA SPLINTERS NIKKELEN VOORWERPEN Vernikkelde voorwerpen, die dof ge worden zijn, worden weer blinkend ge maakt met 2 pCt. zwavelzuurhoudenden alcohol. De voorwerpen met de vloeistof bevochtigen, even wachten en daarna met water afspoelen. Daarna met een lap wrijven, gednnkt in gewonen alcohol en dan met- een drogen doek napoetsen, Dorens en splinters moet men zoo gauw mogelijk verwijderenmen doet dit het bes:e, met de punt van een naald, maakt zeer voorzichtig de wond iets grooter, tot dat men den splinter kali vastpakken. Al houden we er niet van, onze lippen door middel van een valseh-roode lip penstift te doen opvallen of een ande ren vorm te geven, toch kunnen we op een bescheidener en verstandiger manier veel doen voor verzorging en verbetering. De aantrekkelijkheid van den mond hangt grootendeels af van de vormen en afmetingen der lippen. Zijn deze te dik en te grof, penseel ze dan geregeld met dit mengsel, dat een licht-samentrekken- de en tegelijk-verzachtende uitwerking heeft: vijfdeelen rozenwater, één deel glycerine en een klein weinigje tamme of looistof. Masseer ook dagelijks de lip pen met de twee middelvingers, begin nend in het midden en krachtig naar de mondshoeken strijkend. Houd hierbij de lippen strak, zoodat de mond niet uitge rekt wordt. Dunne lippen geven een harde, vinnige uitdrukking aan het gezicht. Ook hier kan geregelde massage veel verbetering brengen; maar in dit geval moet aan de mondhoeken begonnen worden en naar het midden worden gemasseerd. Natuur- - j onderkant ^an de tule uitsteken, zoodat men op die manier een aardige franje krijgt. Als men zoo alle 6 kanten van den 6-hoek bewerkt heeft, worden ze aan den zeshoekigen ijzerdraadvorm bevestigd door middel van een draad garen. Deze zeshoekige kokervorm is de binnenkap. Nu begint men aan den buitenvorm, welke grooter is, en waarvan, zooals reeds gezegd is, de lengte van de zijden, waaraan de doorgestapte rand komt te hangen, pLm. 14 c.M, is. Men knipt weer een rand tule, maai de hoogte hiervan is ook 14 cM.. Ook hier laat men de wol telkens pl.m. 15 c.M. aan den onderrand van de tule hangen, waardoor de franje gevormd wordt. Om de andere zijde is de franje 5 c.M. korter, zooals op de teekeniug te zien is. Deze zijden worden in een eenvoudig patroon doorgestapt, sooals op teeke- ning B te zien is. Als donkerste kleur kan men heel donker roodbruin nemen en verder 2 kleuren geel in 2 verschil lende nuances. Daarna wordt deze doorstapte lap ook weeraan den ijzerdraadvorm bevestigd.. Dan neemt men dikke wol of koord in de tint van de doorstapte lan taarn waaraan de lamp komt te han gen. Zes draden voor de kleinere binnen kap en drie of zes voor de grootere bui tenkan. Deze alle worden tesamen ge in- t- Men zorge er voor. dat de kleinere bin nenkap vooral op gelijke hoogte als de buitenkap komt en er dus niet boven uitsteekt. Men kan nog beter de binnen kap iets lager dan de buitenkap laten hangen. Omdat de franje van de binnen kap langer is, komt de franje van de buitenkap aardig tegen de roode franje uit.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 14