Het tinnen blad
Mariaaboomen
Woensdag 2 Mei 1928
Derde Blad
Pagina 1
41
1
-flH
Lord Essel IracI Tuffries in Entsüire ge-
erfd en kwam er wonen. Lady Essel was
begonnen met oud tin te verzamelen: ver-
zamelen was in de mode en zij was de
dochter van een rijken dekkleedenfabri
kant, wiens handelsgeest zij had geërfd.
Hier, in deze landstreek, vond zij een
schat van oud tinwerk hij menschen, die
geen begrip hadden van de waarde, door
een modegril er aan gegeven; zij snuffelde
en deed prachtige aankoopen. Haar col
lectie werd te Londen reeds met eere ge
noemd.
Op dit oogenblik was lord Essel op
reis en zij had dus ruim tijd, om te vol
doen aan haar tinpassie en juist had de
vrouw van den doktor haar gesproken
over de schatten in oud tin in de woning
van juffrouw Niverstone.
Zoodra haar bezoekster weg was, ging
de lady op stap naar hot een kwartier
verder gelegen Perry Cottage. Dit huis be
hoorde niet aan den landheer van Tuf
fries, maar was het overblijfsel van een
eigengeërfde boerderij, waarop de Ndver-
stone's zeshonderd jaar hadden gewoond,
tot hun fortuin versmolt en 't land voor
't grootste deel werd verkocht. De familie
werd nu enkel vertegenwoordigd door juf
frouw Niverstone en haar kleindochter. De
oude vrouw wist echter, dat haar naam
do oudste van de streek was.
Zij had een visite gemaakt op Tuffries,
toen de Essel's daar kwamen wonen, hoe
wel zij 't harerzijds een grooto tegemoet
koming vond, haar kaartje ai te geven bij
lui, die nog slechts honderd jaar van adel
waren. En toen haar visite niet beantwoord
werd, trok zij de handen van hen af als
van parvenu's zonder manieren.
Heel welkom was dus lady Essel niet,
toen zij bij de oude dame binnenstapte.
Do lady had op dit oogenblik slechts
een gedachte: oud tin en was geheel ver
geten, hoe onbeleefd deze menschen be
handeld waren. Zij plooide haar mond in
den officieelen glimlach en gaf twee vin
gers aan de oude dame en het meisje.
Toen ging zc zitten, zonder te wachten of
iemand haar een stoel aanbood.
Ik heb gehoord, begon zij koelvriende-
lijk, dat u mooi oud tin heb....
De meeste oude families hebben van
die erfstukken, was het antwoord, met
grooten nadruk op „oude".
Maar de lady was tamelijk dikhuidig.
Ik hen gekomen om het eens te zien,
sprak zij onbewogen.
U is hier thuis; antwoordde juffrouw
Niverstone sarcastisch; kunt u 't vinden, of
zal Roze 't u wijzen?
O, t meisje kan 't mij wel even laten
zien, vervolgde de bezoekster minzaam en
't blozende meisje geleidde haar naar de
eetkamer.
De lady stond een oogenblik sprakeloos
voor de mooiste collectie tin, die ze ooit
had gezien. En in 't midden van 't eiken
buffet ontdekte haar kennersblik, een blad
dat echt veertiende eeuwsch was, een heel
mooi exemplaar. Zij voelde, dat zij dit
moest hebben, tot eiken prijs. Naar de
huiskamer terugsnellend, riep zij zenuw
achtig:
Wat walt u hebben voor dat blad?
Ik verkoop mijn erfstukken niet.
Lady Essel achtte 't slim, de waarde
van 't begeerde niet te laten blijken.
O, ik wil er geen overdreven prijs
voor betalen, maar ik zou 't graag heb
ben voor mijn collectie. Wat doet u in
dit huis eigenlijk met zoo'n ding. En ik
geloof, dat u best het geld gebruiken
kunt.
De bleeke wang der eigenares van het
„huisje" kleurde driftig.
Roze, laat mevrouw even uit, beval zij.
Doch de bezoekster wenschte niet met
leege handen weggestuurd te worden.
U moest eens verstandig redeneeren,
zei zo beschermend; uw kleindochter loopt
in een katoenen japonnetje.... en u hebt
maar te zeggen wat u wilt hebben.
Goedcnmiddag; zei juffrouw Niver
stone, opstaande.
Do bezoekster zag zich nu wel gedwon
gen tot, een draaglijken aftocht.
Ais u van idee verandert, laat 't mij
dan maar weten, riep zij nog, zich om
berend in de deur.
Zoo'n onbeschaamd creatuur, zei de
beleedigde eigenares van het blad.... Als zij
tveer durft komen... maar Roze, wat
scheelt je? Je huilt toch niet om wat zoo'n
Parvenu zegt?
Neen, daarom niet? snikte 't meisje.
Maar ik... ik wou, dat wij vriendelijk
tegen haar geweest waren en dat zij mij op
Tuffries had gevraagd.
Goede hemel. Je wou toch niet vrien
delijk wezen tegen die vrouw? riep groot
moeder verbaasd. En dan plotseling zich
herinnerend: Roze, is 't om meneer Far-
riogden?
Roze had te Londen gelogeerd bij een
familie en bad eerst merkwaardig veel en
later verdacht weinig gesproken over me
neer Farringden, die daar aan huis kwam.
En 't schoot grootmoeder te binnen, wat
zij had gehoord. Dat hij een neef was van
lady van Essel. 't Was een samenloop,
die haar deed schrikken. Want dit mooie,
teere meisje, was de laatste der Niver-
stone's en grootmoeders lieveling.
Ik zal hem nu nor'weerzien, fluis
terde Roze wanhopig. I zei, dat «we el
kaar zouden ontmoeten, als hij naar Tuf
fries kwam. Ik wist, niet, dat lady Essel
zoo onbeleefd was geweest tegen u. En
Alice Durrant vertelde mij, dat hij de
volgende week hier kwam.
O, bij de Durrant's kunnen ze wel visi
tes maken. Die hebben gold. Maar 't in
droefheid gebogen krullekopje stemde haar
zachter en zij vroeg: Houd je werkelijk
veel van dien jongen, kind?
Roze knikte en werd vuurrood.
En hij houdt van jou?
Ik... geloof 't wel, fluisterde Rose.
En in tranen uitbarstend, verliet zij
haastig de kamer.
Een paar minuten dacht grootmoeder na.
Dan knikte zij als ieanand, die 't met
zichzelf eens geworden is, stond op, zette
een enormen hoed op en toog naar Tuf
fries.
Waardig stapte zij, na te zijn aange
diend, do kamer der lady binnen en nam
plaats op een stoel, voor iemand tijd had,
haar dien te presenteeren.
Ik wist wel, dat u van gedachten
veranderen zou, sprak lady Essel zege
vierend. Wat is uw prijs? Ilt ben blij, dat
u komt, voor ik op reis ga. Morgen ver
trek ik.
Wanneer komt u terug?
Zaterdag over een week, antwoordde
de lady veel minder uit de hoogte.
En dan krijgt u gasten?
Ja... maar het blad?
Ik wil u een koop voorstellen. Mijn
kleindochter heeft wat afwisseling en vroo-
lijkheid noodig, die ik haar niet kan
geven. Als u haar hier inviteert bij uw
logó's, zal ik u het tinnen blad cadeau
doen.
Ik bood u aan, het blad te koopen,
zei de lady, nu weer erg hoog. Ik kan
geen condities aannemen....
Nu, dan goedenmiddag. En juffrouw
Niverstone rees overeind.
Neen, wacht even. Lady Essel trok
aan haar kleed. Laat mij even nadenken.
En zij overdacht, dat het meisje wel
presentabel was en buitendien wat ver
legen, zoodat ze gemakkelijk op den ach
tergrond kon gehouden worden. Het
blad was mooi, echt... en 't zou voor
altijd verloren zijn, als zij weigerde.
Ik zal 't doen, besloot zij.
En als u niet aardig voor 't kind
bent, zult u er spijt van hebben, zei bet
oudje grimmig.
Wat wilt u doen?
Een contract maken, zei de bezoekster,
Ik heb mijn woord gegeven.
Dat vertrouw ik niet, zei juffrouw
Niverstone kalm.
Er werd een contract in duplo opgemaakt
waarbij bepaald werd, dat op den be-
wusten Zaterdag het meisje en bet blad
met het rijtuig van Tuffries zouden wor
den afgehaald, het blad om voor goed
te blijven, Roze voor veertien dagen.
»Toen de zaak was beklonken, wandelde
juffrouw Niverstone naar huis, bedenkend
hoe hevig lady Essel haar tegenstond.
Als die Farringdon een kerel is,
meende zij, zal hij 't zaakje wel in een week
in orde brengen. Maar ik mag lijden, dat
hij niet lijkt op zijn nicht.
Terzelfder tijd werd aan lady een brief
bezorgd van Douglas Farringdon, die zijn
nicht mededeelde, dat de ster van zijn
leven resideerde in de buurt van Tuffries
en dat hij derwaarts kwam in de hoop, de
baan van die ster te kruisen. En de
jongeman noemde dqn naam van die ster
en verzocht zijn bloedverwante, hem te
helpen hij deze aangelegenheid. Hij voegde
erbij, te vertrouwen, dat zij Roze Niver
stone kende on van het meisje hield.
Dit schrijven was uitmuntend geschikt om
de dame razend te maken op dit oogen
blik, nu zij zich de wet had zien stellen
door de oude vrouw, die in een hutje
woonde en die haar wilde gebruiken om
haar kleindochter aan don man te bren
gen. Ze bad grooten lust, 't heele plan
onderstboven te gooien... maar het tinnen
blad.
Zij schreef haar neef, dat ze veel belang
stelde in zijn voornemens, maar dat zij
door omstandigheden verplicht was, haar
logeerpartij een week uit te stellen.
Eer hij komt, redeneerde zij, zal ik de
Niverstone's wel zoo beleedigen, dat geen
verzoening mogelijk is; als ik eerst het
blad maar heb.
Do eerstvolgende dagen, terwijl zij te
Londen was, zon Lady Essel op een
middel, om haar koopovereenkomst gestand
te doen naar den letter, maar niet naar
den geest. Onderwijl verheugde de oude
juffrouw zich op haar succes.
Roze, die niets van het contract wist en
meende, dat lady Essel haar gevraagd
had uit dankbaarheid werd geheel inge
nomen door de zorg voor haar garderobe
met, het oog op de logeerpartij. En een.
jongmensch te Londen brak zich het hoofd
met het voor hem onbegrijpelijke docu
ment, dat hij ingesloten vond in den brief
van zijn nicht., tot hij op een gedachte
kwam, die niet ver van de waarheid was
en hem woedend maakte.
's Zaterdagmiddags verscheen het rijtuig
van Tuffries prompt voor den ingang van
Perry Cottage en de lakei overhandigde
juffrouw Niverstone een briefje, luidend:
„Gelieve 't blad aan brenger dezes mede
te geven.
M. ESSEL".
De knecht had last, als hij het pakket
niet kreeg, de jongedame ook met mee te
brengen.
Roze, vervuld van blijdschap over drie
nieuwe japonnen en het vooruitzicht, dat
er iemand zou zijn, Om die te bewonderen,
bad geen tijd voor argwanende gedachten.
Ze vond het heerlijk in een rijtuig te zitten
als een prinsesje en wuifde bij het af
scheid grootmoeder toe, zoolang ze haar
- kon zien. De oude vrouw bleef alleen met
haar grimmige gedachten.
De volgenden morgen brak de storm los.
Deze werd aangekondigd door de komst
van een ietwat opgewonden knap jong
mensch, die zich voorstelde als meneer
Farringdon.
Juffrouw Niverstone, meenend dat hij van
Tuffries kwam, was blij verbaasd, dat de
zaak al zoover gevorderd bleek, maar liij
DE BLOEMENMARKT TE ROTTERDAM. Deze markt wordt Dinsdag, Donderdag en
Zaterdag gehouden. Vooral- de straatventers doen bier inkoopen en het is dan
geweld ig druk.
hielp haar uit den droom met de verlegen
vraag naar juffrouw Roze.
Komt u dan niet van Tuffries? vroeg
z.'j teleurgesteld. Mijn kleindochter is op)
bezoek bij lady Essel.
U moet u vergissen... aarzelde de
jongeling.
Vergissen. Hoe kan ik mij vergis
sen? Lady Essel inviteerde haar verleden
week en gisteren heeft 't rijtuig haar ge
haald.
De jonge man vatte vuur.
Lady Esse! was gisteren te Londen en
vertelde dat ze daar nog veertien dagen
bleef.
Juffrouw Niverstone wipte op uit haat
stoel.
Wat bazelt u toch, riep zij. Lady
Essel heeft logé's van gisteren af.
Ik was ook geïnviteerd, maar ze
schreef mij, of ik het bezoek veertien
clagen wilde uitstellen.
Een oogenblik keken de twee elkander
aan als vijanden inplaats van bondgenooten
En zij heeft zoo'n poets durven hak
ken aan mijn kind, barstte eindelijk juf
frouw Niverstone uit. Nadat ze mijn blad
te pakken had... Wat weet u ervan? vroeg
ze plotseling.
Ilij liet haar 't contract zien, legde uit,
hoe hij 't in zijn bezit had gekregen.
Je bent zeker niet zoo dom, verwaar
digde zich juffrouw Niverstone, dat je het
raadsel oplost van twee dwaze vrouwen
die tegen elkaar intrigeeren. Maar ik
moet Roze gaan balen, meneer Farringdon.
Ik vrees, dat zij 't sincls gisteren niet erg
prettig heeft gehad, dank zij haar groot
moeders slimheid.
't Is een schande van mijn nicht,
riep hij, witgloeiend.
Of wacht eens... wilt u haar voor
mij gaan halen? Ik begrijp niet, waarom
ze niet dadelijk teruggekomen is.
Zij blikte Farringdon na, terwijl bij
snel voortstapte en bij zou gevleid zijn
geweest als bij haar goede opinie over
hem vernomen had.
Het duurde niet lang, of Farringdon was
van zijn boodschap terug. Roze, gelukkig
en blozend, bleek niet te hebben begrepen,
dat het doel was geweest haar te beleedi
gen. De huishoudster had haar ontvangen
met de medodceling, dat mevrouw in de
stad was opgehouden,, en het meisje ver
keerde in de stellige meening, dat haar
gastvrouw in den loop van den dag
zou opdagen. Zij had geen flauw vermoe
den, dat de lady, zich houdend aan de
letter van 't contract, haar op Tuffries
veertien dagen wilde laten logeeren, zon
der dat er iemand anders was.
Grootmoeder, die meende, de jongelui
best een oogenblik zonder baar gezelschap
te kunnen laten, ging het briefje opzoeken
dat de palfrenier van lady Essel haar den
vorigen dag had gebracht. „Gelieve het
blad aan brenger dezes mee te geven. M.
Essel." Gelukkig, dat zij 't had bewaard.
Gewapend met dit document, wandelde
zij naar Tuffries en overhandigde liet den
hofmeester, die haar ontving.
Ik heb dit van lady Essel gekregen,
zei ze.
De man herkende dadelijk het schrift.
Zal ik u een jongen meegeven, om
het te dragen? vroeg hij.
Neen dank u; dat kan ik zelf wel.
Haar afwezigheid thuis was nauwelijks
opgemerkt, doch haar terugkomst werd
met blijdschap begroet.
Farringdon achtte het geraden, terstond
aanzoek te doen.
Neem dit van mij, sprak tot antwoord
zijn nieuwe verwante, hem 't pak, dat ze
droeg, overgevend. Foei, laat ik nu uit
rusten.
Wat is dat? vroeg hij glimlachend.
Dat is Roze's eerste huwelijkscadeau, het
tinnen blad.
VERSCHIL.
Rechter tot aangeklaagde: „Hoe is u tot deze
daad gekomen?''
Beklaagde: „De man noemde mij 'n idioot".
Rechter: „Maar dat is nog geen reden om
hem zoo vreeselijk te mishandelen."
Beklaagde: „Voor u misschien niet, voor mij
wel, edelachtbare".
ALLES IN DEN STIJL.
„Uw bediende heeft zoo'n spottende lach om
z'n mond".
„Ja dat komt, wij verkoopen deze week alles
uit tegen spotprijzen".
KINDERMOND.
„Jongen op jouw leeftijd", knort moeder,
„mag je geen onwaarheid zeggen."
„Op welken leeftijd bent u dan daarmee aan
gevangen, mama?"
Onder de talrijke bloemen- en plantenlogen-
den, die hun ontstaan aan Maria, Onze Lieve
Vrouw te danken hebben, mogen we ook niet
vergeten, op te noemen eenige boomsoorten,
welke met' het leven van Maria of in verhand
staan, of uit een cf ander wonder of mirakel
eeans wes-eldveriumardheid he'obeja verkregen;
Overal, door de geheele katholieke wereld vindt
men hier en daar hoornen waaraan men een
Mariabeeld hing' of men maakte tegen den stam
een klein drie- of vierhoekig kapelletje van
latten of planken, waarin een Lieve Vrouwe
beeldje werd geplaatst, omrankt van loovei' en
bloemen.
Tot de meest vermaarde der Mariaboomen
behoort wel de eik. Op de reizen door België
is ons vooral de eik van de vermaarde pelgrims
plaats Scherpenheuvel gebleken te zijn een
veel besproken, beroemde boom. Op tal van
plaatsen vindt men nog Mariabeeldjes die daar
van getuigenis afleggen.
Wij hebben de historie herhaalde malen, ook
in Scherpenheuvel nagevraagd, en het bleek
uit verhalen van ouden van dagen, dat daar
eertijds op een heuvel van een paar meters
hoog, een reuzeneik heeft gestaan, tegen wiens
machtigen eitam een liet' Maria-beeldje hing.
De beroemde boom was in 1600 al eenige
eeuwen oud. Toen reeds stond hij bij de ge-
loovigen in een zoodanigen reuk van heiligheid
dat de bedevaartgangers er aan alle zijden
stukken uit sneden of kapten, ton ein
de een gezegend aandenken mede te
brengen vam den ouden wonderbaren reus.
Deze overdreven godsdienst-ijver had den
stam erg gehavend en beschadigd, zoo
dat men al ras besloot hem te vellen en in drie
stukken te verdeelen. Het grootste stuk werd
toen geschonken aan Isabella en Albrecht.
Aartshertog van Oostenrijk, destijds souvereine
vorst der Nederlanden te Brussel.
Uit de ovea-ige stukken heeft men verschil-
leinde kleinere en grootere O. Lieve Vrouwe
beeldjes gesneden en gebeeldhouwd, waarvan
ei' in België nog ven-schillende zijn.
Zoo bewaren de ongeschoeide Karmelitessen
en Kammikessen van Barlaimont bij Brussel
in hunne verschillende kloosters ook nog een
beeldje van Maria, vervaardigd uit het hout
van bovenvermelden Scherpenlieuvelschen
oudien eikeboom. Te Lier hangt in een kapel
letje nog een dusdanig Lieve-Vrouwe-beeïdje
eveneens te Tienen, Hasselt, gevormd uit het
hout van den gevelden eik.
In het jaar 1644 was er groot kerkelijk feest
t« Grooten-Bijgaarden. Ben voorname dame,
de adellijke Johanna Fraucina van Bolsschot
had uit een der stukken van genoemden eik
een klein beeldje laten snijden dat zij wenschto
vereerd te zien aan Onze Lieve Vrouw van
Toevlucht. Met groote plechtigheid werd dit
beeldje in de kerk aldaar op een mooi voetstuk
geplaatst. Voornoemde edele vrouw had het ge
wijd stuit hout als een aandenken bekomen
van hare moeder, die het weer ten geschenke
had gekregen na den dood der Infante Isabella
van Hilarius Vivero, die toen ter tijd, volgens
Seghes en Kalvertos bewaarder was van de
juweelen van het Hof.
Dat genoemde hoorn, die in bloeitijd stond
tuEiïchen Diest en Sichem, en naar de oude
geschiedenis in den vorm van een kruis was
gegroeid zie de tekening de takken gTOeiden
niet half afhangend, maar gewoon horizontaal,
vandaar de kruisvorm 'n veel besproken na-
tuur-gewas is geweest, blijkt ten slotte uit de
,,Spiegehl Ris t ooi aal" van Van MWirlant waarin
te lezen staat:
In desen tide was gengingen mede,
Tuseen Zichem en de Diest der stede
Rechte bina te middenwerde
Daer dede menich bedeverde,
Tot eenre eyk, dat si u cont,
Die alsse een crusee gewassen stont,
Met twiee raeyen gaeude uut,
Daar menich kwam overuut,
Die daer hine scerpe ende staf
Ende 'geide det hi genese.
Mirakuleus beeld van O. L. Vrouw van
Scherpenheuvel.