GEKNAKT-, DONDERDAG 3 MEI 1928 DERDE BLAD UIT ROTTERDAM PAGINA 2 HANDELS- EN KANTOORBEDIENDEN- BOND VOOR DEN POLITIERECHTER TECHNISCHE HOOGESCHOOL SCHAKEN COLLE—LANDAU. OM SCHOONER OP TE BLOEIEN OUD EN NIEUW VERMAAK IN DE KOTTERDAMSCHE DIERGAARDE. De rofs staat weer stevig KAMEELRIJDEN. 115" Rot»! Stemt prodsiiet der verbeelding van een vwri-g geslacht, toen nog slechts weinige be voorrechten reisden, venh-eiit «tob. midden in d.e Diergaarde, dit conglomeraat van lava uit Andemnajoh, klim- en sprlnggelegenbeld biedend aan. moufloms, manemBohapen, tificrs en andere bergbewonera. Miiddemoip torent de imitatie ibuTohtmïme zooals ons bet R ij n panorama veie in werkelijkheid toont. Wel'ke ,,pu;r sang" Rotterdammer, hoe ond bij ook zij, beeft in zijn jeugd die vreugde niet gekend van de klimpartij naar boven, eerst naar de fantastische lavagrot met allarW grtillige schelpen versierd, waar die aquariön met goudvisscben waren en dam steetls hooger naar 'bet bordes en die wenteltrap op, van den bonen naar dsn trans. Wie beeft er niet neergekeken op de kriielmienscbjss aan zijne voeten en overwogen gaandie langs de trappen of een. gvoemie blauwe of moode wereld al of niet mooier was dan de werkelijke. Rotterdammers van beiderlei kumme, waartoe is u de Rots al niet dienstig of ondienstig geweest? Raadpleegt uw meimiortite! MaaT belaas was de Rote de laatste jaren zoo bouwvallig geworden dat de bekken gesloten moesten blijven om te voorkomen dat iemand door een losrakend stuk steen getroffen werd. Steeds luider klonk echter de stem diergenen die zich de Diergaarde niet zonder ,,Rots" kon d-en denken. En zoo is dan dit kunstwerk uit 1870 aan eene duchtige restauratie oncler-wor- pee. Die gehieale verzakte eerste omig.ang is l&oor een ruien we vervangen. Het lavagesteente is bier en daar losgehakt en opnieuw Uemet- seld. De tna<pipen en toren zijn grondig hersteld, de bakken grootondeels vernieuwd. Langzamsr- ibamd was die rots overgroeid door brandnetel, wilde kervel en dergelijk onkruid. Ook deze weinig aanitneikkelijike beplanting is verwijderd en vervangen door allerlei bloeistruiken en rots- planten. Van den eersten Mei af is de Rots weer toegankielij.k voor elkeen. Tot zoover over bet oude vermaak. En nu belt nieuwe! Zaterdagmiddag was 't gratis proefrijden op den kameel. Talloos wa ren do gegadigden, beperkt de uitverkorenen. Zondagmorgen vingen de tochten door de woes tijn „Gobi", alias ,,de markt" a raison van drie stuivers aan. Do bekende pony wagen bad een geduobten coBxcurrsnit gekregen maar profiteer de zelf mee van de verhoogde belangstelling. De bankjes, di© langs de beide zijden van don kanteel zijn aangebracht zitten stevig bevestigd aam eem bekleede ijzeren ring die om do twee bulten sluitend is gemaakt en ook ove-r dien rug met -een kussen draagt. Het Qosters-oh karakter wordt sterk verhoogd door een paar prachtige -Perzische kameel haren kleedjes, die de ruggen dor jonge passagiers tegen al te groot contact ttruef bet onbewerkte kameelhaar bescberineii. Deze kleedjes zijn op hoogst welwillende wijze In bruikleen afgestaan, door Perez Tapijthuis Wliier. Ouder groote belangs-te-lliiiig van bet publiek had de eerste afvaart van het schip der "Woes tijn plaats. Voorwaar, do deining kan o-p zee niet Slibber zijn diam tijdens zoo'n rit. Daarna volgde die tweede, de derde rondgang. De animo onder de jeugd steeg ten top. Het nieuwe vermaak Week in te slaan. Do Diergaarde beeft een oude aantrekkelijk heid herkregen en een nieuwe erbij gewonnen. „GEMENGD KOOR". JUBILé. Op Zaterdag 19 M-ei a.s„ zal bet 25 jaar .ge leden zijn dat de heer D. Panic, als letterzetter in dienst trad bij de N.V. Rotterdameche Boek en Kunabdrukkerij, Nieuwe Haven 84SS (Dir. J. H. Henfces). Val, Nenville: „Les Willis". We kunnen ons voorstellen, hoe bet ver schijnen van „Les Wills" 26 jaren geleden in België als een gebeurtenis is beschouwd. En boe thans deze „Legende lyruïne" voor het Vlaamsche muziekleven nog een hoogtepunt beteekent. Al hebben zich de „omstandighe den" in zes-en-twintig jaren tijds natuurlijk sterk gewijzigd. Maar een aanzienlijk deel, hoofdzakelijk der Koorstemmen, mag er nog wezen om haar frisch, pittig en ongekunsteld karakter, en het Is zelfs haast niet mogelijk om aan dit amalgama-taaltje van Massenet- Blzet-Gounod aanstoot te nemen. Evenmin als aan de lyrisch-weezoete verbindingen van de Herta- en de Rosza-rol. Zeker, het uitvoerige werk heeft zijn ouderdom bereikt, en we be hoeven niet doof en blind te zijn voor het tal rijke „alt-modische" in melodiek, in harmoni sche en dramatische vormen, voor de soms breiïge instrumentatie en voor de soms be paald ordinaire passages. Maar van den ande ren kant biedt „Les Willis" toch nog zooveel aantrekkelijks, dat het nog wel een tijd mee kan. In elk geval geven de „Cinq tableaux" aan 'een koor veel en veel aangenaams te doen. Het is voor een ensemble dankbaar zingen en het is ook gebleken, dat „Gemengd Koor" ferm het hart heeft willen ophalen aan zooveel zwierigs en sierlijks in de zuiver-Fransche muzikale aankleeding. Dat was gisterenavond Georg Rijken op z'n best en „Gemengd Koor" op z'n best. Het is een zege-avond voor directeur en vereeniging geworden en met baar 93ste uit voering sluit zij dezen muziekwinter weer waardig af. Het lclonk mooi, vol, rond, rein van toon en toonvorming, er zat Schwung in de expressie en het was echt te merken, dat leider en leden zich flink te goed hebben ge daan aan deze zooveel uiterlijke en innerlijke voldoening schenkende koorpartij. Ook het Utrechtsch Stedelijk Orkest heeft Rijken op z'n wenken bediend en de zeer beteekenende en ooren-streelende partitie met veel klank- pracht vc-rtolkt. De sopraan Joy Mac Arden zong de Herta in dit werk met veel entrain. Inzonderheid dadr, waar haar rol haar goed bleek te liggen. Doch er waren ook weer tirades van een" tref fende koelheid en onverschilligheid, terwijl de stem als zoodanig nog even wrang van timbre, nog even snijdend en alledaags klonk. De alt Jo Immink maakte vooral als „Nourriee" een uitstekend figuur. Tenor Louis van Tulder was als Rosza in z'n element; het was in elk opzicht een kranige prestatie. Anton Brands, de bariton, gaf voornamelijk als Franz het beste en soepelste, dat hij vermag te geven. Voor den Nijmeegschen bas Win. Luykx mag een eervolle vermelding worden genoteerd. Evenals voor de werkende leden van „Gemengd Koor", de dames C. Bruys-Blewanus, Ans Bier man en Annie Lambrechts en den bas J. Visser. Voel bijval voor Rijken en de solisten en een goed-bezette Groote Doelezaal. Dezer dagen hield de afd. Rotterdam van den Ned'Srlandischen R. K. Bond van Handels- en Kantoorbedienden „St. Fransiscus van As- afeÊë" samen met de afdelingen Schiedam, Dordrecht, Vlaardingen en Delft een excursie naar toet nieuwe motorschip der Ro-tt. Lloyd de „Sibajak". Deze excu-rsie is zeer goed geslaagd. Met groote belangstelling is het groote schip dat zooals men weet zeer luxueus is ingericht' van onder tot hoven bewonderd terwijl men vol lof was over 'de wijze waarop' het personeel van de Lloyd de gaston heeft rondgeleid. 70 80 Leden namen aan deze excursie tl eel. RUSSISCH KERKKOOR. We zijn misschien nog te versch onder den indruk, welken het Don-Kozakken-Koor door zijn massaal klank-karakter en zijn uiterst suggestieve voordracht vóór een groote twee weken heeft gemaakt, dan dat we nu de praes- taties van een Russisch koortje in miniatuur vorm en in een weliswaar gemengde bezetting voor goede artistieke munt hebben, kunnen aannemen. En wie weet, hoe vanavond de Kuban-Kozakken in den GrootSn Schouwburg nog van zich moeten doen spreken! Maar we hebben eigenlijk die vergelijkingen met de Kozakken niet noodig, om vast te leggen, dat het optreden van het „Kerkkoor uit de Rus sische Kathedraal te Parijs" wat een lange, officiëele titel! in hét geheel geen meeval ler is geworden. Ongetwijfeld is Nicolas Afonsky een kundig musicus en- energiek dirigent. Iemand, dig met vele disciplinaire eischen heel wat kunst zinnige daden van zijn gemengd ensemble van vier dames en vijf heeren zou willen bereiken. En men moet nog verbaasd staan, hoe hij expressief werkelijk ook een enkele artistieke daad weet te bereiken. In de meeste gevallen nochtans lijden de pogingen onderweg ernstig schipbreuk en kan de wil den weg niet vin den, omdat de weg onbegaanbaar is. Want het materiaal van Afonsky's kerkkoor schiet voor bepaald uitnemende verklanking vaji kerke lijke en wereldlijke Russische zangen zóóveel te kort, 'dat het zingen doorloopend hoogstens een vriendelljken indruk van aangenaam-dilet- tantisch musiceeren heeft kunnen maken. Eén bas, die aan het totaal een mooi fond geeft en die in de diepst-hoorbare diepten zich nog vrij en sonoor weet te bewegen, is toch ook niet in staat, het zeer in het oog in casu: oot! - springende dilettantisme van de andere partijen voor een ware kunst te redden en te winnen. Daarenboven voldeed de samenzang meestal nog maar half aan hetgeen men van concerteerende liefhebberij-dubbel kwartetten mag eischen: óf de zuiverheid was er nog niet hij den eersten inzet, óf de onderlinge zuiverheid geraakte onderweg zoodanig zoek, dat er van eenige ware genieting bezwaarlijk meer sprake kon zijn. Ook het zingen der drie als solisten aan gekondigde koorleden kon uit het oogpunt van kunst gezien nauwelijks „Au sérieux" worden genomen. De bariton Serge Choumoff scheen het eens extra mooi te willen doen, maar de keel ontmoet in een spreekwoord wel eens een aardappel. En de dames A. Zakharoff en G. Pavlenko mogen gerust hare moeite he sparen om aan Holland, waar „de mooie stemmen vandaan komen", te komen leeren, wat zingen is. Men hoort soms op zijn wa rande, of door zijn serre-ramen een buur vrouw wel eens even enthousiast uitgalmen, die het er technisch nog veel gaver en veel muzikaler afbrengt. Het Russische zang-kuddeke gaf liederen van Bortnianski, Archangelski, Strokin, Toerenko, Tsehesnokoff, Gretschaninoff, Lvovsk'i, Arensky. Natuurlijk ook weer het Wolga-bootmanslied, maar allesbehalve boeiend. Na de pauze werd, op verzoek, het Credo van Gretschaninoff her haald. En de „Avondklokken" liet de dirigent onmiddellijk bisseerfen. Trots de vele duidelijk hoorbare tekortkomin gen meende het zeer weinige publiek in de Groote Nutszaal zich toch telkens tot luiden bijval te moeten. laten verleiden. MUZIEK TE ROTTERDAM. Donderdag 3 Mei zal het Kuban Kozakken k-oor in dan Grooteu Schouwburg te Rotterdam onder leiding van Wladiim-ir Drigailo het vol gende programma ten geihoore brengen: Psalm 121 van Bortniansiky, „Heiliger Go-tt' van Ignatieff; „Wohl dem der nicht wandelt", een Psalm Davids van Bac,bmetieff;i „D-ir stagen wir" van Archang-ielsky. Voorts' Russi sche volkslieden o.a. het Wolgalied. gearran geerd door Ignatieff, Stjenka Rasta" (een ander Wol-galfed); „Kobso" van Davidowsky; „Der Nord'Stern" van Glinka; „M-it Schnee verschüt- tet" van Ignatieff; „Der Kuck-uck" van Igna tieff, en balladen van Igniatieff enz. De hoofdschotel van het zeer gevarieerende menu, dat ZijnEdelachtbare heden weTd voort gezet, bestond uit een aantal vuistgevechten. De leeftijden der daarbij betrokken slachtof fers varieerden van 7 tot 70 jaar. J. M. H. te Moordrecht had op de Nie-uwe Mankt aldaar den orgeldraaier Klaas B. op trappen, schoppen en slagen getracteerd. „We hebben mekaar vastgepakt" zei de verdachte. Hij wilde daarmee bewijzen, dat óók de mis handelde zich danig had geroerd. Zelfs zou de mishandelde zijn begonnen door verdachte een uw te geven. De getuige P. IC, ook orgeldraaier, ver klaarde, dat H. zonder de minste aanleiding er op los had geslagen. De verdachte voer heftig uit tegen het feit, dat men een getuige aan het woord liet, die van de heele zaak niets af kon weten. Hij stond in een garage en „daar was 't liardstikke donker". De politierechter, mir. Halbsrsma veroor deelde verd. tot 20 boete of 10 dagen hechte nis. De verdachte beloofde, in hoo-ger beroep te zullen gaan. Joh. B„ molenaarsknecht te Roekan je, had zekeren II. V. mishandeld. Dat gebeurde niet zoo maar ineens, o jé nee, dat had een ja renlange voorgeschiedenis. Eerst begonnen de kinderen elkaar te treiteren en toen be gon V. de vrouw van verdachte te negeren. „Ze maken je eerst finaal gek", zei verdach te-, „en dan barst je uit!" Die uitbarsting had plaats: V. kreeg een klap tegen zijn hoofd, zóó, dat de dokter oorvliesontsteking mo-eet voetstellen. Het O. M„ mr. J. G. Holstein, c-ischte 25 boeten of 10 dagen hechtenis. „Dat is wel wat veut" vond B. 'Omdat verd. gunstig bekend stond, veroordeelde de politierechter hem tot ƒ15 boeten of één week hechtenis. Drie vedachten H. Prh. B„ J. F. B. (twee gebroeders) en hun zwager j. T. iv.L. te Schiedam hadden aarde gestolen. De twee ge broeders waren recidivist en v. L. had vroe ger als militair eentiige zonden onder de pekel. v. L. vefcerigenwoordigd» de familie voor den rechter. Hij gaf hot ten laste 'gelegde to-e. Waar leef je van? vroeg de politierechter. Van de ongevallenverzekering Edelacht bare, antwoordde v. L.; die een hersenschud ding had gehad. Heb je een groot gezin? Vrouw en twee kinderen, Edelachtbare. Ben je Rooinsch-Kaitkoliek? Ja, Edelachtbare - Doe je aan je geloof? Een beetje, Edelachtbabre. De rechter besloot de zaak aan te houden, totdat rapport is ingewonnen van de R. IC. R-eclasseeningsvereeniging. De zaak kcfcnt 30 Mei a.s. weer voor. G. P. had zich laten aanmonsteren voor de „Rijndam". Het schip vertrok zonder P. daar deze niet kwam opdagen. Wat erger was: P. had bet hem uitbetaalde voorschot geheel ver teerd, ofschoon hij de intentie bleek te hebben, bij terugkeer van de „Rijndam" het geld terug te geven. „Waarom ging je niet aan boord?" vroeg de politierechter. „Ze hadden me dronken gemaakt" ant woordde P. Verdachte werd tot 7 dagen hech tenis veroordeeld. N. B. bleek zeer moeilijk het mijn van het dein te kunnen onderscheiden. Hij had in verband hiermee meermalen met de justitie kennis gemaakt. Ook thans bleek hij te Vlaardinger-Ambacht gestolen te hebben. Uit een schuur had hij, na het hangslot fe hebben verbroken, een eind touw weggenomen. De veldwachter betrapte h-ern niet op heeter- daad, doch haalde de lijn uit B.'s woon schuit. Dé verdachte ontkende den diefstal, ook, toen de benadeelde zijn eigendom her kende. En je hebt den vorigen dag nog om een touw gevraagd, zei de rechter, hoe kom je aan ineens aan deze lijn? Edelachtbare, het gaat soms heel raar In den handel: zóó heb je ni>t C'én lijn en zóó heb je er tien! Ondanks alle verontschuldigingen achtte de politierechter het feit heweze-n. B. werd tot één maand hechtenis veroordeeld. De l-jarige P. de V. te Schoonhoven bleek voor zijn leeftijd nog zoo kras, dat hij zijn 70-jarigen hulsbaas G. H. op 20 Maart j.l. zoodanig met een tafelpoot bewerkte, dat deze er „pijnlijk door werd aangedaan", aldus de dagvaarding. De V. ging verhuizen en toen H. om zijn achterstallige huur kwam, meende de V. hem op bovenomschreven wijze te kunnen voldoen een pretje waar H. intusschen 8 dagen lang plezier van heeft gehad. De krachtige grijsaard, die niet was ver schenen, werd tot 25 boete of 10 dagen hechtenis veroordeeld. „MONTEFÏORE" Opening van het nieuwe asj'L De Vereeniging tot -ondersteuning van be hoeftige passanten „M-ontefiore" heeft gisteren middag op offieieele wijze het nieuwe asyl aan de van Sp-eijkstraat 105 geopend. Onder de véle genoodigclen, die dezt offieieele opening bijwoonden was ook de vice-consul ran Polen, de heer D. Saufb-orski. De vice-voorzitter van „Montefiore" de heer S. v. d. Bergh, heette de aanwezigen welkom en drukte zijn spijt er over uit, dat de voor zitter, de heer Kattenburg, wegens ziekte ver hinderd wa-s op dezen dag aanwezig te zijn. Spr. memoreerde verder het wel en wee van de villa Groende 1" aan den We-stz-eedtjk, vraa-r de vereeniging z-ooveel jaren had gewerkt. Door de omstandigheden, genoodzaakt daar de villa moest gesloopt worden had men „Groendal" moeten verlaten, d-och door toedoen van de Ge meente, was de vereeniging thans weer een. nieuw, en naar -de behoefte des tijds ingericht asyl rijk geworden. Na dank gebracht te hebben aan de gemeente voor de kostelooze bemoeiingen, becijferde spr. in het kort de zware lasten van de vereeniging „Montefiore", den weniech eraan toevoegend, dat liefdadig Rotterdam een open oog zou blij ven li-ouden voor deze mensoMievende instelling. Namens het gemeentebestuur werd het woord gev-oerd door den heer La Rivière, die zeide dat B en W. niet geaarzeld hébben om hun medewerking te verleenen daar zij wel weten dat deze instelling in een belangrijke behoefte voorziet. De heer A. Sanders sprak het bestuur toe als voorzitter van het Israëlitiesdh Kerkbestuur, terwijl de heer A N©lamana toet woord voerde namens den Armenraad. Nadat een zoon van. den heeT Kattenburg en neg enkele andere sprekers het woord hadden gevoerd, werd de gelegenheid opengesteld om het nieuwe Rsyl, dat is verbouwd naar te-ek-entag van den archi tect Jac, van Gelderen, te bezichtigen. H-et nieuwe asyl omvat: kantoor, conversatie zaal, eetzaal, twee slaapzalen, een groote keu ken -met bijkeuken, wasctogelegentoeden, eenige toiletten, een ooncierge-woning en nog eeu groote ruimte, voor het geval van een plotse ling grooten toeloop van passanten. Alle aparte- meuten liggen parterre, zijn ruim en luchtig. Te Delft zijn geslaagd voor 't ingenieurs- examen. voor Werktuigkundig Ingenieur de heeren: L. W. M. Kool, W. P. G. Sar is bei den alhier. De zevende partü, gisterenavond gespoeld, kwam niet ten einde. Ze werd op den 30en zet in gelijke stelling afgebroken. Een der „Levensblijheid".varhalen van CECIL ADAIB 19. Maar dat is het vervelende, ging ze vor der, de kleine kat wil gewoonweg altijd haar zin hebben. Zij weet wel, waarmee ze me dwin gen kan. Als U niet met me naar San Marco gaat, schrijf ik naar mijn grootvader, dat ik naar hem wil komen, zegt ze dan tegen ine, terwijl ze haar mooie mondje als een li ooideur openzet. En dan moet ik liaar weer haar zin geven, ziet U. En ten slotte is het hier een prachtig klimaat en de omtrek is zeer mooi en vol aardige plekjes. En met U en mrs. Del- mage voor gezelschap ben ik nooit zoo bang dat ik me hier vervelen zal. 't Is in ieder geval beter dan Madderley Court met dien ouden heer. Bedoelt U Sir Theodore Edgerley? Ik heb hem vele jaren geleden wel gekend. Ik vond hem toen een zeer hoffelijk man Wel, Ik geef graag toe, dat hij dat allemaal Is! zoo elegant als men daar iemand maar kan maken. Maar dat is juist het moeilijke van het geval. Ik wil niet, dat Olive te veel met de familie van haar vader in aanraking komt. Zij behoort mij toe. Dat is destijds voor goed uitgemaakt. En ik hoop, dat ze, naarmate ze ouder wordt, heel dat Engelsche deel van baar familie zal leeren vergeten en later hier Zy. tr°cwcn on hier zal blijven wonen. Dat zijn mnn p.annen, en ik zal mijn uiterste 'oest doen, em die te verwezenlijken. U wilt toch niet hebben, dat ze haar va der zal vergeten? Maar, neemt U mij niet kwalijk, dat is juist, wat ik speciaal op het oog heb. Zoolang het kind niet aan haar vader denkt, is ze zoo èezond als een viseh. Maar zoodra er' maar iets is of gebeurt, dat haar aan hem doet herinne ren denkt ze weer terug aan de verschrikkelijke manier, waarop hij om het leven is gekomen en wordt ze weer ziek. Dat zeggen de dokters ook. Laat haar alles wat iets met haar vader heefit uit te staan, vergeten. Spreek er nooit njoer over of belet, dat lemanid er nog over be gint Daarom wil ik zoo graag hebben, dat ze fijn naam zal gaan dragen ofschoon ze be. w eert, da.t zo dat nooit zal doen en vrij zal blijven van Engeland em die familie daar. .-ivIaar vindt U dat allemaal verantwoord en billijk? Haar van haar broer te schelden en tevens van haar grootvader verwijderd te hou den. Hebben dis geen rechten op haar? En trouwens veronderstel, dat U iets overkomt -Er gebeurt niets met mij, totdat ik Olive een zekere toekomst heb bezorgd, sprak mrs. Arbuth.iiot met die overtuigende zekerheid, dié haar nicht zoo heerlijk kon nabootsen e;n die ook langzamerhand een trek van Olive's karak ter was geworden. Ik ben nog niet zoo'n oude vrouw, dat ik me daar bezorgd over wil ma ken. En al dien tijd zal ik mijn oogen behoor, lijk den ko-st geven, om het geluk van dit kind to verzekeren. Het wordt een prachtig meisje. Dat hebt U zelf toch zeker ook wel bemerkt, nietwaar Lady Olivia? Zij zal zelf een behoor lijk fortuin meebregen, dat reeds tot een aan merkelijk bedrag is gestegen. Er stond een groote som op naam van mijn zuster, en daal de titel en de bezittingen met al den daarbij behoorenden eigendom aan den jongen zullen overgaan, was de rest voor de jongere kinde ren on het viel alles xlus aan Olive ten deel. Zo zal nog lang minderjarig blijven, zoodait het nog heel wat grootor zal worden. En natuur lijk krijgt ze alles, wait ik na zal laten. O, als Ci nog enkele jaren voorbij zullen zijn zullen we de mannen als bijen om een koningin om baar heen zien zwermen. Dan zend ik baar voor ve rstrooiing en ook om het geval nog wat bekoorlijker te maken naar een college, om haar een tijdje uit hun omgeving verwijderd te hou den. Om de partij des te begeerlijker te maken. En ik neem baar mee naar Europa, ofschoon ik er nog niet zeker van hen, of ik baar naar En- geland zal br-engen in ieder geval als we er buiten kunnen, zal ik het Ontwijken. Maar ik benoef me daar voorloopig niet te veel zorg over to maken. We hebben nog al den tijd Voorloopig zorg ik, dat ze voortdurend leert, zij het uit hoeken, of uit het groote boek der ondervinding. En ik zie graag, dat ze bij U is Lady Olivia, want U bent de liefste dame dié ik ooit ontmoet heb. Olive praat maar steeds over baar groote vriendin, vooral als we hiar weer vandaan zijn die daar ginds onder de wierookboomen ligt. Alles, wat ze van U kan leeren, is weer een nieuw veertje op haar muts. Daarom heb ik haar telkens haar zin maar gegeven en haar elk jaar naar San Marco verge zeld, ofschoon die lastige overtocht iemand grij ze haren zou doen krijgen. Soms sprak Olive met Carlos en Olivia over de dagen van hanr college, die in zicht lcwa- men. Dan keek ze even spottend naar Carlos. Want als ze hem naar zijn scho'olplannèn vroeg naar Welk instituut hij zou gaan en wanneer, kreeg zij nog steeds ten antwoord, dat zijn va der er nog niet over gesproken had. En of- schoon de andere niet zeker wist of zijzelf met veel genoegen haar toekomstigen schooltijd te gemoet zag, kon ze toch mat iets venijnigs in haar stem beweren, dat het nu toch eenmaal tot een goede opvoeding behoorde. Het was het eenige wat eeu mensch niet kon missen. Ilt vind het dwaas, om buiten de maat schappij te wille-n staan en er een eigen mee- ning op na te willen houden, zei ze op een mooien morgen. Iedereen is er van overtuigd dat een meisje nu eenmaal voor een deel van haar levsn naar een college moet, anders wordt ze bekrompen on eenzijdig. Ik geloof heelemaal niet, dat ik het zoo prettig zal vinden, maar ik zal er leeren, wat ik noodig heb en telkens nieuwe wijsheid opdoen, die ja alleen niet kunt ontdekken. Als je iets goeds wil worden, moet je trachten net als andere raen- sclien te worden. De donkere oogen wierpen een Hitsenden blik naar Carlos en Olivia, die dat spel van spot en onmacht gadesloeg, zag heel diep in zijn oogen een glimlach opkomen. Je kuint leetr-en, wat andere menschen leeren, en je kunt doen, wat zij doen; maar je zult nooit iets anders dan jezelf worden, Olive; ook al blijf je eeuwig op je zoo hemel hoog geroemde college, sprak hij. Er was iets in zijn woonden, dat Olive als een verzoek, als een zachte waarschuwing toe- klonk en zij kreeg een heerlijk gevoel, dat hem plotseling in haar achting deed stijgen. Toch veroorzaakte de stembuiging van de laatste woorden een diepe fronsing van haar wenk brauwen. Dat zij, zooals hij dat zag, iets apart van de anderen zou staan, was juist haar be doening. Maar in ieder geval moest hij maar eens zien aan te toonen, dat de karaktervor ming op een college van geen waarde was zoo'n papkindje! Een dergelijke dwaasheid kou ze van hem niet dulden. Met een glimlach, waarin ze al haar -onbe schrijflijke superioriteit had gelegd, wendde ze zich tot Olivia. Ik geloof niet, dat hij ook maar een flauw besef heeft, van wat een college eigenlijk is. Ilt geloof ook niet, dat ik dat heb, zei Olivia. Een meisjeseollsg-e, bedoel ilt. Carlos weet veel van het leven in Oxford en Cam bridge en zal er waarschijnlijk nog wel eens meer van te weten komen. Zijn va*r is een Oxford student; en ik vermoed, dat Carlos daar ook nog wel eens naar toe zal gaan. Op die manier was de wind nit Olive's zeilen genomen. Zij keek naar Carlos en vroeg hem waarom hij haar daar nooit over gesproken had.' Ik wist het niet. Mijn vader spreekt daar met mjj niet over. Maar alle meinschen praten met Lady Olivia en vertellen haar alles. Ik geloof, dat ik wel graag naar Oxford zou gaan alleen zijn er geen wierookboomen. Olivia wist, wat hij bedoelde. Haar eigen hart had reeds dikwijls dit verdriet gekend en was so-ms in opstand gekomen tegen de ge dachte, dat spoedig de tijd zou komen dat dit kind uit haar leven verdwijnen ging om terug te keeren en zij wist niet op welke manier, of wanneeir, als het ooit gebeurde. Maar zoo wel zij als Paulta-e begonnen op mr. Vereker eenlgen, druk uit te oefenen en hem te wijzen op de noodzakelijkheid, van verandering in Carlos' opvoeding. Dit beschutte leventje, hoe gevuld het ook mocht zijn met intellektueele werkzaamheid en lichaamsoefeningen in het vrije veld, was op don duur geen ware kweekgrond voor den men- schelijken geest. En Olivia kon hem dan zoo rustig' vertellen, terwijl ze uitstaarde naar het blauw en goud, dat de listen en bekoringen dei- wereld op een karakter dat door zoo'n keurige opvoeding geheel boven haar was uitgegroeid, niet zoo'n machtigen invloed zouden hebben, dait het zijn superioriteit niet zou weten to handhaven. De drang naar de lioqgere en edele levenswaarheden, zou dat karakter via al dis bekoringen slechts tot grooter harmonie op voeren. Geef hem groote idealen. Leer toom, alles, wat gij wanseht, dat hij zal weten. Maar ver war niet onwetendheid met onschuld. Leer hem het kwaaid kennen, ©pdat hij het zal verach ten en ontvlieden. Maar probeer hem ni-at van het slagveld verwijderd te houden. Daarvoor zijn de menschen niet geschapen en wellicht is het wel heeil liard noodig voor hun eigen vorming, dat ze met het vuil van de wereld in nauwe aanraking komen. Wie nooit de moei lijkheden heeft gekend, zal later niet op de be- loontag van de overwinning mogen rekenen. Maar op ons allen rust dus vooreerst eigen plicht het kind, dat d-en strijd aan moet gaan binden, van behoorlijke' wapens te voorzien. Gaat U preeken? vroeg mr. "Vereker, met een fijnen glimlach. Als U onder preeken verstaat, het doien kennen van het goeide en liet waarschuwen voor het kwaad, dat op den duur toch onbevre digd laat, ja, antwoordde Olivia openhartig. Vindt U het zoo vreemd, dat ook leeken onder elkaar het innerlijke leven eens beschouwen? Is het juist niet de groote behoefte van dezen tijd, dat we ook in bet gewone openbare leven de eerste elementaire waarheden van het chris telijk geloof, tot diepere gelding doen. komen? U had dominee moeten worden, spTak mr. Vereker nog steeds op denzelfden licht-spot- tendeU toon. Hier op mijn ligstoel pTobeer ik de wei nigen, die mij komen vragen om raad, wat mee te geven van de mooie gedachte, die mijn nauw verkeer met God me ingeeft, antwoordde Oli via. Daarmee stel ik me tevreden. Ieder op zijn plaats, maar allen op hun plaats het hoogsta rendement.... Dan ging ma-. Vereker, de heiden, zooals hij zich zelf vaak noemde, zwijgend heen. Zoozeer kon liu soms door haar woorden getroffen wor den, dat hij er niet eens aan dacht haar te groe ten, die wonderlijke vrouw, die daar jaren lag met geen andere vreugde dan wat zonneschijn en den lach van een paar onschuldige kim deren Het had jaren geduurd, voordat mr. Vereker eindelijk een vast plan had gevormd, maar ten. slotte was het dan toch zoo ver gekomen. Carlos was nu ail dertien geworden en Oliva ging er grootsch op, dat ze kon zeggen, dat ze ,,al in haar twaalfde jaar" was. Nu was ze weer weggegaan, terwijl ze Carlos de overtui ging had opgedrongen, dat ze een echte groote dame zou zijn, als ze weer terug kwam. Toen vernam ook de .iongen pas, wat zijn vader met hem voor had. Want mr. Vereker had het eerst aan Pauline verteld en aan Olivia, de twee vriendinnen, die in zijn leven zoo'n voorname plaats waren gaan innemen. Ilt doe het met angst en vreeze, maar ik geef toe, dat er iets gedaan moet worden. Ik zal den jongen zelf naar Engeland brengen en in een van die flatwoningen, die in cle buurt van Westminster langs de rivier zoo in trek beginnen te komen, zullen we samen op kamers gaan wonen. De jongen heb ik laten inschrij ven op de Westminster school. Hij zal op en. neer gaan. Maar zoo zal hij toch altijd nog van mij blijven. Als hij vrij is lmnnen wij rijtoe ren maken in den omtrek of de historische plaatsen van Londen bezoeken. En als de vaean- ties aanbreken kunnen we samen gaan reizen. Als hij later naar Oxford wil, en ik geloof wel, dat hij daar iets voor zal voelen, huur ik ka mers in de stad, zoodat we ook dan nog vri c-n- den zullen blijven. Hij is all-es wat ik heb, ik kan niet van hem scheiden. Ik wil steeds bij hem zijn, om zijn leven zooveel in mijn ver mogen is te deelen. Ik ben alles wat hij heeft. Ik geloof, dat hij zich zeer eenzaam zou voelen, als hij alleen op zich zelf was aangewezen.. Hij zal alles van de wereld mogen zien. Miss: iiien maak ik wel eein gekeelen tocht om de wereld voor ik hem weer mee naar hier neem. U bent dus van plan terug naar hier te komen? vroeg Olivia met onverholen I;-lang stelling. En zijn antwoord liet niet dan minsten twij fel over. - We komen natuurlijk terug. Dit is mijn' thuis geworden en het erfgoed van mijn zoon. Ik heb weer heel wat land, dat er vroeger ook bij behoorde, teruggekocht. Een man, die hiar woont., behoeft geen luilak te worden.... (Wordt vervolgd)', j

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 10