Tweede Blad Pagina 1 a a Jw&m iv* t SOCIALISTISCH OORDEEL HUN VERBLIJF TE ROME HONGERSTAKING VAN DIENST WEIGERAARS DE ST. RAPHAËL-MANNEN DOOR DEN H. VADER IN AUDIËNTIE ONTVANGEN EN HOOGELIJK GEPREZEN HET VERGAAN VAN DE „CALLISTO" HENRI TER HAL HET DOOD GEVONDEN MEISJE HET CONGRES DER ITALIAANSCHE CECI LI A-VEREEN IGINGEN ER DIENT KLAARHEID TE KOMEN De socialistische dominee W. Banning heeft eenige dagen geleden in „Het Volk een gedachtenwisseling gevoerd over de ver houding van Katholicisme en Socialisme. Hij verklaart daarin o. a.: „Ik hecht er aan ook in onze socialistische kringen uit te spreken: men vergist zich, wanneer men (zooals voorkomt) meent, dat het Katholi cisme achterlijk, overwonnen, dood of voor bij is. Ik kan mij levendig indenken dat een overtuigd Roomse met een glimlach van medelijden neerziet op de socialistiese levensbeschouwing, die immers de adel der traditie van eeuwen worstelen en denken mist". Op zich zelf echter, aldus ds. Banning, bewijst dit beroep op het verleden nog niet de waarheid en de waarde eener beweging. Wij zouden daarop willen antwoorden: het beroep-op-zich zeer zeker niet maar wel het beroep gestaafd door feiten. Indien de Kok in den loop der eeuwen getoond heeft de kampioene voor waarheid en de gi ooie waarden te zijn, dan valt dat bei oep niet zonder meer terzijde te schuiven door een beweging die pas opkomt. Ds. Banning verwijt aan de Kerk, dat zij met haar idealen de maatschappij niet omgevormd heeft in zijn geest. Maar de vragen rijzen: ten eerste is de omvorming die ds. Banning als de juiste ziet, de beste? Ten tweede: is het de aller eerste taak der Kerk voor die omvorming te zorgen en ligt haar opgave niet op ander terrein? Mem kan niet ontkennen, dat de Kerk inderdaad zegenrijk op de samenleving hoeft ingewerkt. Dat die samenleving nu groo- tendeels zonder en zelfs tegen haar leiding reilt en zeilt, is juist het grootste ongeluk voor de samenleving zelf. Maar men moet dan de Kerk, die men uitbande, niet verant woordelijk stellen voor de maatschappelijke kwalen. Waarom hield de Kerk de menschen dan niet vast? vraagt ds. Banning. Men kan ook vragen: waarom laat God het kwaad toe? Op beide kwesties valt te antwoorden maar zelfs dan blijven zij nog duister. Wat ons duidelijk gemaakt kan wor den, is, dat het kwaad niets bewijst tegen het bestaan van God en dat het ongeloof en zijn gevolgen niet veroorzaakt werd door de Kerk. De Kerk wil de menschen altijd „terug" hebben, zegt ds. Banning. Zeker wil de Kerk dat; indien zü dat niet meer zou willen, zou zij de ware en alleen- zaligmakende Kerk niet meer zijn. Men moet van haar alleen geen dingen verwach ten oproepen van „een machtige sociale beweging" b. v. die niet behooren tot haar eerste opgaven. De Kerk schenkt, evenals Christus zelf, haar beginselen; worden die nageleefd, dan is er zelfs geen aparte beweging noodig om maatschappelijke kwalen te bestrijden. Men kan beweren, dat de geestelijke mach ten in de vorige eeuw „machteloos waren", maar indien dit zoo is, valt hun ook niets te verwijten. Niemand ontkent trouwens, dat óp bepaalde keerpunten der geschiedenis de menschelijko zijde der Kerk tekort schoot in haar taak. Maar als dat geschied de, werd die taak direct daarna weer door jongeren opgenomen en uitgewerkt. Dit is een verschijnsel, dat een ieder treft, die de geschiedenis dér Kerk kent en die juist haar wonderlijke vruchtbaarheid en onbe- grijpelijken voortduur bewijst. De Kerk veroordeelt de klassenstrijdleef der socialisten. Gij voert ook klassenstrijd, verklaart ds. Banning. Dat. doen wij inderdaad, maar als twee hetzelfde doen, is het nog niet hetzelfde. De socialisten beschouwen den klassenstrijd als motor voor de maatschappelijke ontwikke ling. Katholieken beschouwen klassenstrijd als een' noodzakelijk kwaad, dat, wijl het als feit bestaat, soms geduld moet worden. Het verschil is duidelijk 'genoeg. Waarom ma| de Roomsche bezitter ziéli vereenigen met liberalen eri waarom mag 'de Roomsche arbeider zich niet vereenigen met socialisten? Roomsche bezitters mogen zich, zonder gewichtige redenen, evenmin vereenigen met liberalen; zij hebben ook hun eigen vereeni- gingen op Katholieken grondslag. Indien de bisschoppen, zullen inzien, dat voor het geloof van die patroons even groot gevaar dreigt, als voor dat dér arbeiders, 'dan is er geen twijfel mogelijk of zij zullen even strenge maatregelen nemen. Geen Katholiek zal het toejuichen, dat Ka tholieke patroons zich vereenigen met libe ralen maar geen Katholiek zal ook durven beweren, dat het geloofsverlies hier ooit zoo dreigen kan als bij arbeiders <lie, zooals de ondervinding heeft bewezen, man na man, hun geloof verliezen. Het is hier geen meten met twee maten maar een heslissen over zaken, die wel op felkaar lijken maar andersoortig zijn. Hetzelfde is het geval met de Engelsche arbeiderspartij; Katholieken kunnen daar van lid zijn omdat die partij wezenlijk .verschilt van de Nederlandsche socialisti sche beweging. De Engelsehen Oudegeest erkende het nog onlangs verwerpen de klassenstrijdleer en zijn niet anti-gods dienstig. De gevallen zijn dus weer niet ge lijk. Dinsdagmiddag werden de thans in Rome verblijvende leden van St. Raphael in de Con sistoriezaal door Z. H. den Paus ontvangen. In het gevolg bevond zich ook de Kamerheer van Z. H., de heer Heymeyer, wiens f amilie mede aanwezig was. Het bestuur en de bondsadvi- Beur pastoor Donders, werden speciaal aan Z. H. voorgesteld. De Paus zegende de meege voerde vlag met het wapen van St. Raphael, waarvan Hij uitlegging vroeg, erop en ging dan de pelgrims langs voor den handkus, waar bij Z. H. vergezeld werd door mgr. dr. B. J. Eras, pastoor Donders en den voorzitter den heer Heilemons. Nadat de H. Vader op den troon had plaats genomen, hield Hij een hartelijke toespraak, waarin Hij allen hartelijk welkom heette, zeg gende, dat alle kinderen den algemeenen Vader dierbaar zijn, maar toch, zonder anderen tekort te doen, zeker de Nederlandsche. Nederland is den H. Vader dierbaar oxü zijn groote daden, geschiedenis, kunst, vruchtbare landouwen, schitterende Tft'étatuur iftaar vooral om den bijzonder grooten godsdienstzin der Katholie ken, blijkend -Sftt het grtmMi aantal roepin gen tot het priesterschap en religieuzen staat, zijn missieijver, het enorm aantal missionaris sen en zijn bijdragen voor de missies. De spoor wegmannen droeg de Paus steeds in het hart, omdat zij een zegenbrengende, vreedzame mili tie zijn, die alles beteekenen voor orde, rust en welvaart van het land. Onder de spoorweg mannen moeten de Katholieken de hesten zijn. Hij wist van de Hollandsclie spoorwegmannen, dat ze werkelijk de hesten waven. Gij zijt mij onder dézen nog bijzonder dierbaar, zeide de Paus, wijl gij naar Rome gekomen zijt, niet alleen om monumenten te zien maar om uw godsvrucht te voldoen in gebed en Heilige Communie en Paushuldiging. Nadat pater Agathangelus 's Pausen woorden vertolkt had, gaf de Paus Zijn zegen, waarna de pelgrims het „Aan' U, o Koning der Eeuwen" zongen, dat, door den Paus, die aan Monseig neurs Eras uitleg vroeg van het lied, staande op de treden van Zijn troon werd aanhoord. Na de audiëntie werd van de geestdriftige pel grims een fotografie genomen op de Cortile di San Damaso. Bij Kardinaal van Rossum. Kardinaal van Rossum ontving in den na middag de St. Kaphaëlmannen. De heer Heile mons hield hierbij een toespraak, waarin hij den kardinaal dankte voor diens vriendelijke belangstellende ontvangst en voor het opdragen voor hen van een Heilige Mis. Zij waren naar Rome gekomen bij gelegenheid van het 25- jarig bondsjubileum en hadden hier den Pause lijken zegen en djen van den kardinaal ontvan gen. Bij de. vorige'reis maar Rome met den on- vergetelfjken tnonseigneur Mutsaers, was de bond slechts 5000 leden sterk, nu na 5 jaren 12040. De bond danlè dezen bloei aan zijn: ge hoorzaamheid-min Paus en geesicljjke overheid en aan het vasthouden aan de katholieke begin selen, waaraan steeds onvoorwaardelijk trouw beloofd wordt. De kardinaal, antwoordende, noemde het een vreugde eeu vereeniging met zulke goede begin selen te ontvangen. Z.Em, was dankbaar voor de gebrachte hukte en was zeer geroerd geweest toen hij hoorde, hoeveel goed St. Raphael ge daan had en hoe de bond bloeit. Als Nederlander was alles, wat dat land aan ging hem steeds dierbaar en daarom gaf hij den pelgrims zeer gaarne den gevraagden zegen. HET WRAK GEVONDEN. Naar de reederij ons mededeelt, heeft men het wrak v-an de „Callisto" gevonden op 500 voet afstand van Pdrthiova eiland. Het zit vrij wel geheel onder water. Omtrent het lot van de bemanning i-s nog niets bekend. VERDRONKEN. Te Oosterhoogebrug is hét 4-jarig dochtertje van H. Vos in een onbewaakt oogenblik, ter wijl de ouders bezig waren het vee te melken, in een sloot geraakt en verdronken. Te veel werk. te weinig voedsel DIT KINDERALTAAR, waarvan wij hierbo ven een foto geven, is geheel gemaakt eu afgewerkt door den heer H. Kamps, Verbraak straat 24, te Rotterdam. Een fraai staaltje van huisvlijt. Ds. Banning besluit zijn beschouwing met de meening; „dat in het socialisme krachten van God aan het werk zijn". Krachten van God zijn in zekeren zin over al aan het werk, maar of zij erg zichtbaar zijn in een beweging die geboren werd in godsdiensthaat, gedragen wordt door god loochenaars en steun verleent aan lieden als Calles, dat is toch een vraag die wel aan eenige bedenking onderhevig is. DE „BREMEN" OP GREENLT ISLAND OELAND. Na een uiterst gevaarvolle landing wès het de „Bremen" mogen gelukken, op het Geenly Island, nabij Labrador (Canada) te landen. Zooals men ziet, is het terrein geheel met rotsblokken en steen en bedekt. De propellor is bij de landing gebroken. Naar ons wordt medegedeeld, zouden do 24 dienstweigeraars, die hun straf ondergaan in de Bijzondere Strafgevangenis te Scheve- ningen, Dinsdag allen verdere opname van voedsel hebben geweigerd. De reden van deze hongerstaking zou gs- legen zijn in het feit, dat de dienstweigeraars naar hun meening te veel werk moeten ver» richten en te weinig voedsel ontvangen. Mishandeling de oorzaak. Ontvangst ten Vaticane. Te 's Gravenhage had gisteravond de pre mière plaats van Henri ter Hall's nieuwe revue, terwijl tevens de heer ter Hall af scheid nam als direc teur van het Revue gezelschap. Onder de velen, die de voorstelling hijwoon den bevonden zich o.a. minister Waszink en oud-minister De Vis ser. Na de tweede acte had de huldiging plaats. Een schat van bloe men en kransen voor het echtpaar Ter Hall RENR'i TER HALL vulde het tooneel. Namens het huldi gingscomité sprak mr. G. A. Boon, lid der Tweede Kamer. Spr. memoreerde hoe Ter Hall de koning der révue" kan worden ge noemd. Tenslotte herinnerde spr. aan het werk van Ter Hall in de Tweede Kamer, waar alle partijen hem hébben leeren waar- deeren en bood namens het comité den scheidenden revue-directeur diens door De Vrint geschilderd portret aan, uitgevoerd in ambtscostuum van lid der Tweede Kamer. Dan bood dr. Heihuizen, Intendant van het Gebouw voor IC. en W. een groote lauwer krans aan als blijk van waardeering voor hetgeen de heer Ter Hall voor het gebouw heeft gedaan. Mr. ten Bruggencate, penningmeester van den Stadsschouwburg te Groningen, haalde herinneringen op aan het eerste optreden van Ter Hall in Groningên, waar zijn revue zooveel successen boekte. Ook mevrouw Ter Hall huldigde deze spreker en namens den Stadsschouwburg bood hij het echtpaar een ets van den Martinitoren te Groningen aan. Vervolgens sprak o.'a. nog de heer C. D. Wesseling vo<5r de liédertafel „Crescendo'', Van Seventer, voorzitter der Tooneelvereeni- ging „W. 5". Ten slotte huldigde de secre taris van het comité de heer Joh. Barlott, speciaal mevr; Ter -Hall en overhandigde haar een bloemenhulde van de dames der comitéleden. Tevens deed hij voorlezing van vele telegrammen. Onder applaus nam dan de heer Henvi ter Hall hetwoord, om te danken voor de gebrachte 'nulde, ook namens zijn vrouw. De revue tfrerd hierna, vervolgd. EEN REDE VAN Z. H. DEN PAUS. De Paus ontving in audiëntie de congressis ten vaai het 14e Ceciliaansche Congres, dat dezer dagen te Rome gehouden werd. Zij waren meerdere honderden in getal en stonden in de Sala Ducale en Sala Regia opge steld met. eenige Bisschoppen, de Benedictijner Abten A.melli en Eerretti, mgr. Reapighl, den nieuw gekozen voorzitter, en een aardige groep kleine zangers die het vaandel der Italiaanse ha vereeniging van S. Cecilia droegen. De H. Vader kwam binnen met den Kaïdl* naal-Proteetor Bisleti, liet allen tot den hand kus toe en onderhield zich met hen, die Z. 11. noemde de veteranen van de Pauselijke School der Gewijde Muziek. Op den troon plaats genomen hebbende, be groette Z. H. de aanwezigen met de groet „Ge loofd zij Jesus Christus", want daarin lag do grond van de gewijde muziek, Ohrisitus to loven, daarvoor waren zij dezer dagen bijeen gekomen. De Paus wilde geen rede houden, ofschoon de ijverige en kundige kardinaal-protector dit g£wens«ht liad. De tijd om een rede voor te be reiden had Z. H. bij al zijn vele en drukke be zigheden dér laatste dagen ontbroken. Hij wilde alleen spreken over hetgeen de congressisten in deze dagen behandeld hadden en waarover Hij tuaschen de vele audiënties door gelezen had. Hij had eraan gedacht, toen Hij lien in Sint Pieter Donderdag gezegend had van af do mysti.sohe hoogte der Apostolische Confessie, dat 1700 jaren geleden, terwijl Urbaans, de Paus van Sint Cecilia, in de Katakomben de H. Mis celebreerde. Cecilia da mysterieus© duister nissen dier kaïta.komben deed trillen gelijk heden op don Romeinschen eonne-morgen in de heer lijke 'basiliek van Sint Pieter die Ceciliiaameeho veresaitging de tradltioaeele melodieën deed herleven, de aanwezigen terugvoerende in de onbestemd© oneind ig© hoogheidvan heilig ver langen. De gedachten van den Paus gingen dan terug naar een anderen dag, ook een Aprildag, toen zijn roemrijke voorganger Pius X in 1904 de zelfde geestelijke vreugden genoot. Dat was ook een groote dag voor de Cecilia-vereeniging, voor de gewijde muziek, die van vreugde deed trillen de ziel van een vromen genialen aanhanger hunner zaak, van Pater de Santi. De H. Vader had hij het rondgaan verschil lende veteranen van deze roemrijke campagne, die tusschen zoovele wisselvalligheden gevoerd wordt, gezien. Hij liad abt Amelli en anderen gezien en hen begroet met veel voldoening. Z. H. zeide, dat de congressisten goed gedaan hadden Zijn voorganger Johannes XIX te her denken' hij de huldiging van Guido d'Arezzo, Toen Pater de Santi in doodsstrijd lag, hoor den de aanwezigen hem tot Z. H„ toen Kardi naal, met zwakke stem zeggen: „Eminentie blijf bij mij". Anderen verstonden: „Blijf nog een beetje", gelijk hij gewoon was te zeggen wanneer vrienden bij hem waren. Anderen meenden in die woorden, omdat het Conclaaf nabij was, een wonsch voor Z. H. te zien voor de Pauskeuze. Destijds wilde Z. H. niet aan nemen, dat dit de bedoeling van Pater Santi was. Het was toen 2S Januari 1922. Z. H. voelde zich toen verplicht te antwoorden aan den ster vende: „Zie mij hier steeds bij u". Dit antwoord herhaalde Z. H. gaarne op heden, maar onder één voorwaarde namelijk dat de Cecilianen steeds met Hem blijven, steeds met den Paus (geestdriftig applaus door de aanwezigen), met den H..Stoel; met hen die Hem zullen opvolgen, met de H. Moeder, de Romelnsche Meesteresse, Voor alle betrekkingen tusschen God en de zie len, is deze de eenige meesteresse. Door uw handgeklap, zegt Z. H„ hebt ge Ons uw Instemming doen blijken en Wij zijn zeker dat het zoo zijn zal, Gij zult Ons volgen en de Kerk. Zij is het, die het groote gebed leert, aan Haar zult gij de verklaring ervan vragen. De H. Vader eindigde met Zijn overvloedlgen zegen te geven aan alle aanwezigen in hun werk. DE NEDERLANDSCHE NIJVERHEIDSTENTOONSTELLING 1928 IN VOGELVLUCHT. Wij geven hierboven de eerste luchtfoto, die door de K, L. M. van het tentoonstellingsterrein is gemaakt. Den negentienden Maart werd dos middags in het Zeeburgerdo-rp aan de Overzijde van het IJ te% Amsterdam door een politie-agent het lijkje gevonden van een vier-jarig meisje. Reeds dadelijk werd er gefluisterd, dat het meisje geen natuurlijken dood gestorven was. doch bezweken moest zijn aan de gevolgen van ernstige mishandelingen. Het lijkje werd in beslag genomen en in het Binnengasthuis gerechtelijk geschouwd door dr. Fokk© Meursing en den arts. C v. Gelderen. Het resultaat daarvan bleef veorloopig ge heim en toen de justitie verlof gaf om het lijkje te begraven, meende men algemeen dat het kind aan uitputting was overleden en dat ei- dus van mishandeling geen sprake kon «ijn. Het onderzoek, dat eerst thans is hekend ge worden, had echter uitgewezen dat hier wel degelijk van mishandeling sprake was. Het lichaampje was met tallooze wondjes overdekt en ook inwendig werden verschillende kneuzin gen geconstateerd. Het staat thans vast, dat het meisje ten gevolge van zware mishandeling is gestorven. De moeder van het meisje en de man die hij haar woont, blijven, zooals zij reeds deden toen het lijkje gevonden- is, hardnekkig ontkennen iets van de misbanitelinsv af te weten De man echter is gisterenmorgen toch door de politie gearresteerd. Het is nog niet met zékerheid te zeggen of hij de dader is. De politie hoopt echter deze treurige zaak spoedig tot klaarheid te bobben gebracht. DE BESPREKINGEN TUSSCHEN DE OMROEPORGANISATIES. Geen resultaat verkregen. Woensdag 25 April zijn voor de tweede maal de vertegenwoordigers van de omroeporgani saties bijeen geweest op initiatief van den Minister van Waterstaat ten einde te pogen een gemeenschappelijke basis te vinden, waar op een nationale omroep zou kunnen worden geregeld. Na uitvoerige besprekingen heeft men geen overeenstemming kunnen' bereiken. Naar de „N.R.C." van de zijde van de A. V. R. verneemt, is het' negatieve Tesultaat hier aan te wijten, dat geen der omroepvereenigin- gen van haar principieel standpunt met be trekking tot wat uitgezonden moest worden, iets wilde prijsgeven. Het „Volk" meldt dat de halsstarrige hou ding van de A.V.R.O. aanleiding was van het afbreken der besprekingen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 5