- Te Emmen-Erfscheiderveen. Pagina 1 Zaterdap 5 Mei 1928^ Tweede Blad EEN VUURZEE IN DE VENENMASSA. DE BEVOLKING VLUCHT. 1- PRIEST ER-MARXIST? BLUSCHMATERIAAL UIT AMSTERDAM KLACHTEN OVER WEINIG MEDEWERKING. VELE HUIZEN EEN PROOI DER VLAMMEN. DE TOESTAND ZEcR CRlTIEK. EEN GROOTE RAMP MINISTER KAN OP HET TERREIN VAN DEN BRAND EEN TOCHT DOOR HET GETEISTERD GEBIED. DE BRAND VREET DIEPER IN EEN NACHTELIJKE TOCHT WAT HOOFDONDERWIJZER VAN VEEN VERTELDE. BANG VOOR HET EENE ELEMENT. WORDT EEN SCHIPPER DE DUPE VAN HET ANDERE Het socialistisch Kamerlid ds. v. d. Heide heeft, indien men hem gelooven mag, een priester-marxist ontdekt. In twee artikelen vertelt de predikant aan de „Volk"-lezers, dat de Duitscho priester Wilhelm Hohoff, die 10 Februari 1923 overleed „overtuigd marxist is ge weest." Het laat zich denken, dat deze priester voor den socialistischen predikant „merk waardig, onafhankelijk en geleerd" is en dat hij, o, wonder, van Katholieke zijde niet alleen niet is vervolgd >,al heeft hij, zonder eenige restriktie, voor het socialisme het pleit- gevoerd en den klassenstrijd er kend" maar integendeel bij zijn gouden priesterfeest, zelfs eerbewijzen ontving van Z. E. Karl Kardinaal Schutte, aartsbisschop van Keulen. Ds. v. d. Heide is natuurlijk overtuigd, dat in de Katholieke Kerk geen den'k- vrijheid of wat daarop lijkt, bestaat, het is hem nu anders gebleken. Hij vertelt echter dat Hohoff „rotsvast overtuigd bleek van de waarheid van het Marxisme, al w e e s h ij de w ij sg e e r i g e en godsdienstige inzichten van Marx.a f". Ah, maar hier hebben wij het juist! Nu is de heele zaak klaar als glas. Hohoff heeft te recht of te onrecht; dat. moet wetenschappelijk onderzoek uit maken buitengewone waarde moeten hedhten aan Marx' staathuishoudkundige begrippen, critieken en uiteenzettingen. Maar dat geeft ds. v. d. Heide niet het recht den overleden priester „overtuigd Marxist" te noemen. Pastoor Hohoff heeft wol degelijk materia lisme en socialisme ondersche den cn had een bepaalde opvatting van het historisch materialisme. Nog eens: o /er de waarde van zijn oordeel, over een en ander, moet de wetenschap uitspraak doen. De Kerk heeft immers geen uitspraak gedaan over Marx' economische en sociologische be schouwingen dan in zooverre die recht- streeks samenhingen met diens wijsgeerige en godsdienstige inzichten. Pastoor Hohoff, heeft, zooals ds. v. d. Heide toe&eeri, die wijsgeerige en godsdienstige icleeen ran Marx verworpen. Hij heeft ook de Marxistische idassen- stiij 1-1 eer verworpen maar, zooals wij eer gisteren nog schreven, het feit van dien strijd, kon hij natuurlijk ook niet ont kennen oor zoover mij hekend is", aldus ds v. d. Heide, „is van Katholieke zijde, o.a. in den zomer van 1022, nog tegen de leeringen van Hohoff gewaarschuwd. Maar dn-maast blijft de warme hulde, die hem ten deel. viel hij zijn vijftig-jarig jubileum in het zeker-merkwaardige, feit, dat men dezen geleerde, dezen onafhankelijken geest, dézen volbloed socialist, dezen overtuigden Marxist vrij uit heeft laten schrijven, ook in Katholieke organen." ie zaak is heel duidelijk: de overleden pi -ter is natuurlijk h'eelemaal nooit „on af ank el ijk"''of „volbloed socialist" of „over tik- Marxist" geweest.. Hij is blijkbaar een dér - Katholieke priesters geweest, die g „eend heeft veel meer waarde aan hfarx' stelsel te moeten hechten dan vele amforen. Of hij dat terecht heeft gedaan, is een zaak die de wetenschap moet uit- aken. Maar dat er tegen zijn opinies -y, aarsrhuwd is, gelooven wij- graag. Zij 'Uiinon kwaad hebben gedaan aan minder op wikkelden dan Ilohoff zelf en zijn vol- g boen zijn waarschijnlijk wat onrustiger geweest dan de man, die zich immers nooit aan „mondelinge agitatorische werkzaam- h bezondigde en blijkbaar een kamer- g" rde was. 't te bevredigen zijn toch de tegen sta n.Iers der. Kerk. Zijn do menschen gunstig gesteld tegenover een stelsel, dan worden zij dadelijk geannexeerd; zijn zij voorzichtig, dan heeten zij „verkocht aan f» brandkast". Veroordeelt de Kerk ge- JVudiike of met gevaren dreigende mee wogen, dan is zij tyranniek; laat zij rustige fivuren kalm hun opinie uiteenzetten, dan v. 'I zij van onrechtvaardigheid en meten met twee maten beschuldigd; een Katho liek dij Marx bestrijdt., is een stumper; een, die liem als vakman respecteert is „overtuigd Marxist". Verschillende ideeën van Pastoor Hohoff z! :i evsn scherp, zoo niet. scherper, door ah We, ook Nederlandsche Katholieken en priesters, gezegd. De heer v. d. Heide kan met eenige studie nog veel meer volbloed- socialisten onder ons vinden! Hij beginne maar met Leo XIII en eindige met de, in zriseren zin. communistische cellenbouwers, die in onze kloosters huizen! nmer voor hem, dat de Kerk zioh nu e wal meer interesseert, voor theologie den oor economie. is veroordeeld en pastoor Hohoff im V''ïi kwaa-.l geschied, 'omdat -de eerste haar theologie aanrandde en de laatste e ov,, 'ckkingen meende.te doen in JM-rv' economische beschouwingen. totcles was een heiden en Mohamme- «I;:i en Joden zijn geen Christenen en toch is Thomas van Aquino bij hen allen b' de leer gegaan en desondanks heilig en >'rrk! 'raar geworden. v. d. Heide kent, de ruimte in de A eholieks Kerk niet. „In het Huis Mijns baders zijn vele woningen"; en er is meer vrijheid van gedachte en beweging in de Li zk, dan zoogenaamde vrijdenkers en '■•ongresseerende Esdeapeërs, die met ban- hliksein.s werken, wel willen gelooven. Een oproep tot steunve rleenlng Aangewakkerd door den Noord-Oostenwind, hebben de. veenbranden in Drenthe zich giste ren bijna overal uitgebreid. Duizenden stob ben bagger en dagwerken turf in de veenderijen van Yalthe en Valthermond, Emmen-Erfschel- denveen, Nieuw-Weerdinge en- het Roswinkler- veen zijn een prooi der vlammen geworden. In de veenderij van den heer Jonker te Emmen- Erfscheidenveen zijn niet minder dan 700 stobben bagger (een stob is ongeveer 10.000 turven) en Tuim 200 dagwerk door het vuur vernield. Gisteravond om 8 uur waren de zuider- blokken te Valthermond één vuurzee. Zoover 't oog reikt., ziet men overal langs den weg van Valthermond naar Yalthe de turfhoopen in brand staan. Het is een fantastisch schouwspel. Waar men zijn blik ook wendt, overal laaien de vlammen op alsof er honderden reusachtige Paaschvuren zijn ontstoken. Van allen kant, uit Musselkanaal, Stads kanaal en Valthermond stroomen de toeschou wers samen om het ontzagwekkend schouwspel gade te slaan. Het vuur woedt onder- en bovengronds en kleurt den avondhemel met hellen gloed. Door de hitte en den rook is men gedwongen op eer biedigen afstand te blijven, doch bok zorgen rijkspolitie en marechaussees dat men zich niét te ver waagt in het brandend gebied. DE WOONHUIZEN BRANDEN. De bewoners vluchten. Gistermiddag te drie uur had de brand te Emmer Erïsch-eiderveen een noodlottigen om vang aangenomen. Ter weerszijden van den weg langs het kanaal A, staan de woningen in brand. Ook te Klazlenaveen worden de woningen thans ernstig bedreigd. Om half vier gisterenmiddag seinde men ons nog uit Exlo: De brand iu de venen neemt een steeds grooteren omvang aan. De toestand in de ge. mèente Otloorn is zeer kritiek. De plaatsen no. 91, 92, 93 en 94 aan het Zuiderdiep staan in lichte laaie. Een groot aantal woningen staat in brand. Ten gevolge van den dichten rook weet men niet hoeveel. De bewoners uit de geheele Valtherkell zijn weggevlucht. Te Val* the is een arbeider aangekomen, die m®t 5 andere arbeiders uit het veen gevlucht was. Waar de vijf andere gebleven zijn, kon bij niet mededeelen. Zij worden vermist en ten gevolge van den geweldigen rook en het vuur kan geen onderzoek worden ingesteld. Ook te Exloërveen en te Exloëvkeil zijn branden uitgebroken. De schepen in de wijken, die niet weggehaald konden worden, zijn onder water gezet om ze voor het vuur te redden. De toestand is zeer angstwekkend EMMEN-ERFSCHEIDERVEEN met VERWOESTING BEDREIGD. Toen Minister Kan gisterenmiddag te Nietuw- Leusea (Ov.) een rede uitsprak, Ibij gelegenheid van het totstandkomen van de ruiiverikavöltng, ontving Z.Exoeillsutle een telegram van den Commissaris der Koningin in Drente, waarin werd gemeld, dat de 'toeeiamd hoogst gevaar lijk was. Onmiddellijk gpoedde de Minister zich, met den Commissaris dier Koningin van Overijssel, ibaron van Voorat tot Voorst, naar Eonmen. Gistermiddag te 5 uur' arriveerde té Émmen Minister Kan. Alvorens uit Bmaen te vertrekken heeft de Minister uit 'hot Gemeentehuis assistentie ge vraagd van de brandweer van Den Haag en Amsterdam. De stoomspuit uit Groningen arri veerde juist, toen de Minister aankwam. Te Klaziena veen-Noord. Het gezelschap Js per auto uit Bruinen ver trokken via Barger-Ooster veld naar Klazieaa- veen-Noond. Hier verstrekte de pastoor van Barger-OóSterveld, de 'ZeerBerw. heer C. J. Van Schalk, don Minister inlichtingen over den ibvamd, die hier zoo'n era stiffen omvang heeft aangenomen. Een zestal huizen te Klazionavoen-Noord is reeds afgebrand. Van Kiazienaveen-Noord wend door het bran dende gebied gereden naar Bnimen-Krischel- d er veen. Hier zijn gistermiddag 13 woonhuizen en do Algemeéne Christelijke School een prooi der vlammen geworden. De bewoners der verbrande huizen worden in de omgeving onder dak gebracht. Te Valthermond. Te Valthermond was de toestand gistermid dag nog zeer ernstig. Bij ons bezoek aldaar waren reeds 4 huizen afgebrand, bewoond door R. Jonkman, wed." A. Haag, W. Luit en de wed. Kamps. Ook te Barger-Compaacum de toestand kritiek. Men seint ons uit Emmer-Oompascum Vrij dagmiddag te 5 uur: Thans kan zeker van een noodtoestand in de Drentsche venen gesproken worden, Zoo juist is te Emmen-Erfscheiderveen de groote algemeene Christelijke School in vlammen op gegaan. Xe Emmen-Erflscheiderveen zijn hedenmiddag van een tot drie uur zeven huizen aan den zuidkant van het kanaal door het vuur verwoest. Te verwachten ls dat nog vele andere hulzen te Emmen-Erfscheiderveen een prooi der vlammen zullen worden. De wegen in het gebied van den brand wor den onbegaanbaar. De politie heeft heden middag het verkeer tuaschen Emmen-Erf scheiderveen en Emmen stopgezet. Wij moch ten niet verder dan de Christelijke School. De venen zijn gelijk eeii hél en er kan. zeker van een ramp gesproken worden. Uit verschillende plaatsen ia assistentie van bluschmaterlaal gevraagd, daar, indien er niet meer materiaal komt en het niet gaat regenen, de brand niet te stuiten is en steeds grooter oppervlakte zal verwoesten. Men vreest dat het grootste gedeelte der hulzen te Emmen-Erf scheiderveen zal worden verwoest. Ook te Barger-Compascum is de toestand kritiek. Overal langs den weg ziet men huisraad en andere eigendommen van de gevluchte be woners. WEINIG MEDEWERKING VAN DE BEVOLKING. Naar wij vernemen, waren Minister Kan en de Commissaris der Koningin slecht te spreken over de weinige medewerking, welke door do betrokken bevolking zelve wordt ge toond om den brand te stuiten. Op sommige punten leek bet meer op tegen- dan op mede werking, waarbij de opmerking werd gemaakt dat alles nogal flink verzekerd was. DE TRAMDIENST GESTAAKT- Uit Klazlenaveen wordt geseind, dat de Dedemsvaartsche Tram haar dienst door het brandende veen heeft gestaakt, DE AMSTERDAMSCHE BRANDWEER NAAR DRENTHE. Naar wij vernemen, heeft men voor de veen branden in Drenthe de assistentie ingeroepen der Amsterdamsche brandweer. In verband hiermede is gisterenavond té 6.20 uur een motorspuit der Amsterdamsche brandweer met bemanning naar Emmen vertrokken. De tocht bemanning naar Emmen vertrokken. OPROEP VAN DE BEVOLKING TE EMMEN. De burgemeester van Emimen, mr. J. L. Bott- ma, heeft gisteravond na' overleg met den Mi nister van B inneniiandaöho Zaken, mr. J. B. Kan, aan de bevolking een proclamatie gericht, waarin zij aangespoord wóndt mede te werken om de veenbranden, die de omgeving teisteren, te bestrijden. Mr. Bouma roept de medewerking van een teder in, opdat telkens wanneer er eon nieuwe brand ontdekt wendt, deze onmiddellijk be streden zal kunnen worden, doordat de over heid gewaarschuwd wordt. In de proclamatie wordt gewezen op het groote gevaar van bet afbranden van nog meer woningen en op 't lijfegevaar, dat verbonden is aan verdere uitbreiding van de branden. De proclamatie is nog dezennacht op yele plaatsen van Emmen aangeplakt. De Groningache brandspuit door een brug gezakt. Wat ihet bestrijden van het vuur betreft, lean worden meegedeeld, dat de brandspuit uit Gro ningen te zwaar ie gebleken voor de bruggen in bet. veem. Zij is op weg naar Klazlenaveen achter Emmer-Erfsoheiderveen door een brug gezakt. Men zal trachten haar lang» eem an- eren weg naar de plaats van bestemming te vervoeren. De eerste brandspuit uit Amsterdam wordt nog om middernacht bier verwacht.. V a 11 h e, Zaterdagnacht. Nader seint men ons: De nacht van Zaterdag heeft Drenthe van zijn vurigen vijand niet verlost. Integendeel, de brand vrat dieper in den turflbodem en vele veenbewoners zijn er welhaast van overtuigd, dat de vlammen vandaag, Zaterdag, met hernieuwde kracht zullen uitslaan. Het merkwaardige van den veenbrand is, dat hij zich 's nachts niet uitbreidt, doch slechts dan ln hevigheid toeneemt, wanneer de zon den bovengrond droog schroeit en de wind het vuur uitzaait. Onze pas volbrachte nachte lijke tocht bevestigde dit trouwens. Ofschoon de eerste berichten meldden, dat Klazinaveen Noord ernstig van den brand had te lijden, bespeurden wij er niet het minste vuur. Ook Zwartewaal lag rustig in den maanlichten nacht en alles wee3 erop, dat de bewoners zich gerust voelden. Toen onze auto den weg langs Barger Compascuum volgde, zagen wij voor het eerst een rossen gloed, die dan weer heviger werd en dan weer minderde. Bij die eene brandende plek bleef het tot aan Emmen Erfscbeiderveen. Hier zouden wij voor het eerst kennis maken met den veenbrand en met de verwoestingen, door het vuur aangericht Langzamerhand zagen wij overal op den donkeren veenbodem kleine vlammetjes flak keren. Een lichtgrijze rook vaagde laag over het landschap en een scherpe brandlucht prikkelde ons reukorgaan. Gedurende den vérderen tocht, tot aan Valthe, heeft die brandlucht ons vergezeld. Aan belde zijden van Kanaal A (tusschen Erfscbeiderveen en Emmen) woedde het vuur met volle kracht. Onze auto stopte bij een in laaien gloed staandèn turfstapel, die ze hier „bult" noemen. Wij stonden nauwelijks stil of een auto met maréchaussees stopte achter ons. Hebt u misschien den hoofdwachtiuees- ter gezien? vroeg ons de kapitein. Neen, wij kunnen' u niet van dienst zijn! antwoordden wij en maakten van deze mbo ie gelegenheid gebruik om te vragen, waar nu wel die geweldige vlammenzee wa3 en waar die uitgebrande huizen van Ernmein Erf- seheiderveeu te vinden waren. Hebt u er niets van gezien? En u is zoo juist langs een ruïne gereden! Neen, wij hebban niets gemerkt; de brand was daar waarschijnlijk uitgewoéd. Nu, rijdt dan dertig meter verder! adviseerde de kapitein ons. Daw- staat een uitgebrande sciiool met vernielde* buizen. PRIMITIEF BLUSCHMATERIAAL Juist wilden wij dïen raad volgen, toen onder hevig geraas het brandspuitje uit Beilen arriveerde. Ditdingetje was bemand met een aantal arme slokkers, wien men het kon aanzien, dat zij in geen tijden een oog dicht hadden gedaan. Een der brandweer lieden droeg een stormhelm, die hij wellicht uit zijn militairen diensttijd had overgehouden en die thans een uitstekende hoofdbescher ming vormde. Fluks werd een slang uitge rold, bet brandweertje begon te pompen, de slang werd rond en sissend vloog een straal water in het laaiende vuur. Maar bet liep al tegen tweeën in den nacht en wij moesten voort, dus stegen wij in onzen wagen. Ingespannentuurden wij door de ruitjes..., Plotseling ontwaarden wij de schoolruïne. Naargeestig staken lange brokken muur met leege raamgaten omhoog in het spookachtig maanlicht. De verkoolde deuren staan wijd open en alsof zij naar buiten willen dringen, liggen tusschen de deurpost groote brokken steen en verkoolde balken samengedrukt. Helder pinkeloogeo de sterren door de looze vensteropeningen, die fel afsteken in de zwarte muren. Naast het schoolgebouw staat de woning van den hoofdonderwijzer. In het dak is een gat gebrand, doch het huis blijkt nog be woonbaar. Op ons geklop verschijnt de heer W. van Veen, die op dit ongewone uur nog niet ter ruste was en ook, naar ons later bleek, niet ter ruste zou gaan. Hij noodigde ons uit binnen te komen. In de huiskamer troffen wij ook aan den heer H. Alten, hoofd der gereformeerde school te Emmen Erfscheiderveén, die niets van het vuur te vreeeen. had, doch die louter uit collegiali teit met den heer van Veen den nacht w-akende doorbracht. Hoe denken de menschen in Holland erover? vroeg de heer van Veen. Op het oogenbllk meenen ze ongetwijfeld, dat een heele lap van Drenthe ln lichten laaie staat. Maar vertelt u" ons nu eens iets over het vuur hier ln de buui-t? Het was gisteren meer dan bar! ant woordde de heer van Veen. Er stonden soms tamelijk verwijderde en ongevaarlijke plekke» in brand, doch wanneer de zon de bovenste grondlaag verdroogd heeft en wanneer do vonken op 200 M. afstand van den brand vliegen, al aan plotseling rondom u de vlam men omhoog. Gisteren was de wind zoo geweldilg, dat er zeven huizen in vlammen opgingen en hier, het schoolgebouw met de bewaarschool verbrandde alleen door over waaien van het vuur. U zegt daar lets over een bewaarschool, maar de ruin® daarvan heb ik niet gezien. Daarvan is ook niets te zien, omdat het houten gebouwtje finaal is opgebrand. Het stond achter mijn huls, maar er is totaal niets meer vau over. Heeft u het schoolgebouw ln brand zien vliegen? Neen, dat kon niet. Vóór dien tijd waren wij al lang gevlucht. Je kon het bier gewoon niet meer uithouden. De ruiten sprongen kapot en de gloeiende turf woei naar binnen en stak de houten vloeren en banken ln brand. De beer van Veen ging ons voor naar een d r kamers, waar bet- plafond aan flarden naar beneden hing. Water droop op den grond. Wij stegen een trap op en kwamen op zolder. Het houtwerk was geblakerd en bet zolderraam had slechts een paar ver koolde sponningen. Door dat zolderraam keken wij naar beneden in een zwart gat: daar stond ettelijke uren tevoren de bewaarschool! En nu zitten wij met z'n beidjes be neden te wachten, omdat het vuur weieens opnieuw kan uitbreken! zei onze gastheer, terwijl hij ons voor ging de trap af. Heeft u al die verbrande hulzen aan de overzijde van het Kanaal gezien? Die stakkerds hebben allés verloren, want niets was verzekerd. De maatschappijen willen er eenvoudig niet aan, omdat de hutzen op het veen staan. REDDING VAN ZIEKEN Een vrouw hier aan -de overzijde lag doodziek te bed. Om 12 uur werd zij op een praam gedragen en weggevoerd; één uur later, was haar heele hebben en houden verbrand. Verderop lag nog een patiënt aan long ontsteking. Ook hij is juist bijtijds weg gevoerd. Nog even wierpen wij een blik op de met maanlicht overgoten ruïne. Toen schokte onze wagen vooruit, naar Valthermond en Valthe. Te Valthermond stond weer een groepje maréchaussee bij de brandspuit. Twee ge zwollen slangen lagen dwars over den weg en witte wolken stoom stegen op uit <le be spoten vlammende turf. Even stapten wij uit om een praatje met de mannen te maken, TT weet, dat hier een veenarbeider ié omgekomen? vroeg een hunner. Ja zeker. Maar kunt u er ons niet ieta meer van vertellen? De man werd blijkbaar door het vuur zoo ingesloten, dat hij probeerde bet kanaal (de „Wijk" noemen ze dat Uier) over te steken, waarbij hij toen is verdronken. Wij dankten den maréchaussee voor zijn Inlichtingen, namen afscheid van onze auto, die naar Coevorden terugreed en stapten het veen op, dat veerde onder onze voeten. Overal rondom ons steeg rook op, de vieze» druipende en scherpe turfrook. Wij zaget het vuur voor onze voeten den grond uIB vreten ora zwarte putten met gloeiend rood# randen. Wij vergeleken ze met kanlcerzweren. Nu zitten wij in Valthe, de grem* van de branden en schrijven deze regels bij het licht en de warmte van een welhaast uit gebrande turfrbult. In de verte klinkt hét snorkend geluid van een hevig slurpend en spuwend brandspuitje. De regen, zegt men, is de eenige die afdoende zal blusschen. Maar de hemel is vandaag weer effen blauw en over Drenthe trekt een dichte, lichtgrijze walm IN GESPREK MET DE KAMERADEN VAN EEN SLACHTOFFER Hedenmorgen hadden wij een onderhoud met een der kameraden van den te Valtlie op zoo ongelukkige wijze om het leven ge komen veenarbeider. En ben je er reed afgekomen? vroeg onze metgezel, een Valthenaar van het zui verste ras, aan een veenarbeider, die versch uit de turf kwam. Ja! antwoordde deze, zonder eenig enthousiasme. -1 Hoe kwam u er toe tusrehon hét brandende veen te loopan? vroegen wij. Wij waren aan het werk geweest en wilden den koristen weg naar huls nemen. Toen wij door het veen liepen zagen wij kort bij, rechts en links, het vuur aankomen. Dat ging zoo gauw, dat wij het niet opge merkt hadden. Wij konden niet anders doen dan de „Wijk" (kanaal) door te gaan. Hoeveel „wijken" moesten jullie door? Vier. En toen raakten wij in den bagger. Pas daarna kwamen wij op den weg. Wie is bij dat oversteken verongelukt? Albert Mulder. Hij is 56 of 57 jaar oud; Hoe is bij verongelukt? Precies weet ik bet niet, maar ineens waren wij hem kwijt. Wel wikten wij hem helpen de „wijk" over te steken, maar hij durfde niet. Wij gingen verder en lieten hem achter. Dat is het korte, droeve relaas over den verongelukte, wiens lijk tot op heden nog niet werd gevonden.... In een der wijken van Valthe lag een turf schip, dat onlangs door den schipper voor een bedrag van 4000 was aangekocht. Door het overwaaien van vonken geraakte de lading van het schip in brand. De schipper, die zijn zaak niet verzekerd had, wilde, koste wat kost, zijn schip behouden. Naast zijn vaar tuig lag een waterspultmachine. waarvan de bemanning voor het naderend vitur was weg gevlucht. De schipper bracht de machine op gang en legde de spuit in zijn schip. De man wist echter niet, hoe hij de machine tot stilstand moest brengen. Het water rees al hooger en hooger, totdat het schip 1 tenslotte geheel vol liep. Met moeite kon de schipper zich redden. ZAL HET MINDEREN? Te VaJthe vreest men hedenmorgen niet, dat de veenbrand een ernstig karakter zal aannemen. Wel staat de wind in de richting van het dorp, doch daar dit op zand staat, meent men, dat het vuur bij gebrek aan voedsel zal ultdooven. DE VERMISTEN Met brandwonden overdekt komen ze aan. Vrijdagavond te 6 uur seinde men uit Exloo;! Van de vermiste 5 arbeiders zijn 4 terecht. Zij zijn met brandwonden overdekt te Valther mond aangekomen, waar zij door dr. Mulder Uit Musselkanaal zijn behandeld. De vijfde, de machinist Muller, wordt nog vermiat. Men neemt aan, dat hij bij zijn vlucht In 'het kanaal ls geraakt en verdronken. De burgemeester van Odeorn heeft de stoom spuit van Hoogeveen gerequireerd. De toestand is nog zeer ernstig. Vele hulzen loopen gevaar een prooi der vlammen te worden. 80 huizen zijn ontruimd.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 5