-
Te Emmen-Erfscheiderveen.
Pagina 1
Zaterdap 5 Mei 1928^
Tweede Blad
EEN VUURZEE IN DE VENENMASSA. DE BEVOLKING VLUCHT.
1- PRIEST ER-MARXIST?
BLUSCHMATERIAAL UIT AMSTERDAM
KLACHTEN OVER WEINIG MEDEWERKING.
VELE HUIZEN EEN PROOI DER VLAMMEN.
DE TOESTAND ZEcR CRlTIEK.
EEN GROOTE RAMP
MINISTER KAN OP HET TERREIN
VAN DEN BRAND
EEN TOCHT DOOR HET GETEISTERD
GEBIED.
DE BRAND VREET DIEPER IN
EEN NACHTELIJKE TOCHT
WAT HOOFDONDERWIJZER VAN VEEN
VERTELDE.
BANG VOOR HET EENE ELEMENT.
WORDT EEN SCHIPPER DE DUPE
VAN HET ANDERE
Het socialistisch Kamerlid ds. v. d.
Heide heeft, indien men hem gelooven
mag, een priester-marxist ontdekt.
In twee artikelen vertelt de predikant
aan de „Volk"-lezers, dat de Duitscho
priester Wilhelm Hohoff, die 10 Februari
1923 overleed „overtuigd marxist is ge
weest."
Het laat zich denken, dat deze priester
voor den socialistischen predikant „merk
waardig, onafhankelijk en geleerd" is en
dat hij, o, wonder, van Katholieke zijde
niet alleen niet is vervolgd >,al heeft hij,
zonder eenige restriktie, voor het socialisme
het pleit- gevoerd en den klassenstrijd er
kend" maar integendeel bij zijn gouden
priesterfeest, zelfs eerbewijzen ontving van
Z. E. Karl Kardinaal Schutte, aartsbisschop
van Keulen.
Ds. v. d. Heide is natuurlijk overtuigd,
dat in de Katholieke Kerk geen den'k-
vrijheid of wat daarop lijkt, bestaat, het
is hem nu anders gebleken.
Hij vertelt echter dat Hohoff „rotsvast
overtuigd bleek van de waarheid van het
Marxisme, al w e e s h ij de w ij sg e e r i g e
en godsdienstige inzichten van
Marx.a f".
Ah, maar hier hebben wij het juist!
Nu is de heele zaak klaar als glas.
Hohoff heeft te recht of te onrecht;
dat. moet wetenschappelijk onderzoek uit
maken buitengewone waarde moeten
hedhten aan Marx' staathuishoudkundige
begrippen, critieken en uiteenzettingen.
Maar dat geeft ds. v. d. Heide niet het
recht den overleden priester „overtuigd
Marxist" te noemen.
Pastoor Hohoff heeft wol degelijk materia
lisme en socialisme ondersche den cn had
een bepaalde opvatting van het historisch
materialisme. Nog eens: o /er de waarde
van zijn oordeel, over een en ander, moet
de wetenschap uitspraak doen. De Kerk
heeft immers geen uitspraak gedaan over
Marx' economische en sociologische be
schouwingen dan in zooverre die recht-
streeks samenhingen met diens wijsgeerige
en godsdienstige inzichten. Pastoor Hohoff,
heeft, zooals ds. v. d. Heide toe&eeri, die
wijsgeerige en godsdienstige icleeen ran
Marx verworpen.
Hij heeft ook de Marxistische idassen-
stiij 1-1 eer verworpen maar, zooals wij eer
gisteren nog schreven, het feit van dien
strijd, kon hij natuurlijk ook niet ont
kennen
oor zoover mij hekend is", aldus ds
v. d. Heide, „is van Katholieke zijde, o.a.
in den zomer van 1022, nog tegen de
leeringen van Hohoff gewaarschuwd. Maar
dn-maast blijft de warme hulde, die hem
ten deel. viel hij zijn vijftig-jarig jubileum
in het zeker-merkwaardige, feit, dat men
dezen geleerde, dezen onafhankelijken geest,
dézen volbloed socialist, dezen overtuigden
Marxist vrij uit heeft laten schrijven, ook
in Katholieke organen."
ie zaak is heel duidelijk: de overleden
pi -ter is natuurlijk h'eelemaal nooit „on
af ank el ijk"''of „volbloed socialist" of „over
tik- Marxist" geweest.. Hij is blijkbaar
een dér - Katholieke priesters geweest, die
g „eend heeft veel meer waarde aan
hfarx' stelsel te moeten hechten dan vele
amforen. Of hij dat terecht heeft gedaan,
is een zaak die de wetenschap moet uit-
aken. Maar dat er tegen zijn opinies
-y, aarsrhuwd is, gelooven wij- graag. Zij
'Uiinon kwaad hebben gedaan aan minder
op wikkelden dan Ilohoff zelf en zijn vol-
g boen zijn waarschijnlijk wat onrustiger
geweest dan de man, die zich immers nooit
aan „mondelinge agitatorische werkzaam-
h bezondigde en blijkbaar een kamer-
g" rde was.
't te bevredigen zijn toch de tegen
sta n.Iers der. Kerk. Zijn do menschen
gunstig gesteld tegenover een stelsel, dan
worden zij dadelijk geannexeerd; zijn zij
voorzichtig, dan heeten zij „verkocht aan
f» brandkast". Veroordeelt de Kerk ge-
JVudiike of met gevaren dreigende mee
wogen, dan is zij tyranniek; laat zij rustige
fivuren kalm hun opinie uiteenzetten, dan
v. 'I zij van onrechtvaardigheid en meten
met twee maten beschuldigd; een Katho
liek dij Marx bestrijdt., is een stumper;
een, die liem als vakman respecteert is
„overtuigd Marxist".
Verschillende ideeën van Pastoor Hohoff
z! :i evsn scherp, zoo niet. scherper, door
ah We, ook Nederlandsche Katholieken en
priesters, gezegd. De heer v. d. Heide kan
met eenige studie nog veel meer volbloed-
socialisten onder ons vinden! Hij beginne
maar met Leo XIII en eindige met de, in
zriseren zin. communistische cellenbouwers,
die in onze kloosters huizen!
nmer voor hem, dat de Kerk zioh nu
e wal meer interesseert, voor theologie
den oor economie.
is veroordeeld en pastoor Hohoff
im V''ïi kwaa-.l geschied, 'omdat -de eerste
haar theologie aanrandde en de laatste
e ov,, 'ckkingen meende.te doen in
JM-rv' economische beschouwingen.
totcles was een heiden en Mohamme-
«I;:i en Joden zijn geen Christenen en
toch is Thomas van Aquino bij hen allen
b' de leer gegaan en desondanks heilig en
>'rrk! 'raar geworden.
v. d. Heide kent, de ruimte in de
A eholieks Kerk niet. „In het Huis Mijns
baders zijn vele woningen"; en er is meer
vrijheid van gedachte en beweging in de
Li zk, dan zoogenaamde vrijdenkers en
'■•ongresseerende Esdeapeërs, die met ban-
hliksein.s werken, wel willen gelooven.
Een oproep tot steunve rleenlng
Aangewakkerd door den Noord-Oostenwind,
hebben de. veenbranden in Drenthe zich giste
ren bijna overal uitgebreid. Duizenden stob
ben bagger en dagwerken turf in de veenderijen
van Yalthe en Valthermond, Emmen-Erfschel-
denveen, Nieuw-Weerdinge en- het Roswinkler-
veen zijn een prooi der vlammen geworden. In
de veenderij van den heer Jonker te Emmen-
Erfscheidenveen zijn niet minder dan 700
stobben bagger (een stob is ongeveer 10.000
turven) en Tuim 200 dagwerk door het vuur
vernield.
Gisteravond om 8 uur waren de zuider-
blokken te Valthermond één vuurzee. Zoover 't
oog reikt., ziet men overal langs den weg van
Valthermond naar Yalthe de turfhoopen in
brand staan. Het is een fantastisch schouwspel.
Waar men zijn blik ook wendt, overal laaien
de vlammen op alsof er honderden reusachtige
Paaschvuren zijn ontstoken.
Van allen kant, uit Musselkanaal, Stads
kanaal en Valthermond stroomen de toeschou
wers samen om het ontzagwekkend schouwspel
gade te slaan.
Het vuur woedt onder- en bovengronds en
kleurt den avondhemel met hellen gloed. Door
de hitte en den rook is men gedwongen op eer
biedigen afstand te blijven, doch bok zorgen
rijkspolitie en marechaussees dat men zich
niét te ver waagt in het brandend gebied.
DE WOONHUIZEN BRANDEN.
De bewoners vluchten.
Gistermiddag te drie uur had de brand te
Emmer Erïsch-eiderveen een noodlottigen om
vang aangenomen. Ter weerszijden van den
weg langs het kanaal A, staan de woningen in
brand.
Ook te Klazlenaveen worden de woningen
thans ernstig bedreigd.
Om half vier gisterenmiddag seinde men ons
nog uit Exlo:
De brand iu de venen neemt een steeds
grooteren omvang aan. De toestand in de ge.
mèente Otloorn is zeer kritiek. De plaatsen no.
91, 92, 93 en 94 aan het Zuiderdiep staan in
lichte laaie. Een groot aantal woningen staat
in brand. Ten gevolge van den dichten rook
weet men niet hoeveel. De bewoners uit de
geheele Valtherkell zijn weggevlucht. Te Val*
the is een arbeider aangekomen, die m®t 5
andere arbeiders uit het veen gevlucht was.
Waar de vijf andere gebleven zijn, kon bij niet
mededeelen. Zij worden vermist en ten gevolge
van den geweldigen rook en het vuur kan geen
onderzoek worden ingesteld.
Ook te Exloërveen en te Exloëvkeil zijn
branden uitgebroken.
De schepen in de wijken, die niet weggehaald
konden worden, zijn onder water gezet om ze
voor het vuur te redden.
De toestand is zeer angstwekkend
EMMEN-ERFSCHEIDERVEEN met
VERWOESTING BEDREIGD.
Toen Minister Kan gisterenmiddag te Nietuw-
Leusea (Ov.) een rede uitsprak, Ibij gelegenheid
van het totstandkomen van de ruiiverikavöltng,
ontving Z.Exoeillsutle een telegram van den
Commissaris der Koningin in Drente, waarin
werd gemeld, dat de 'toeeiamd hoogst gevaar
lijk was.
Onmiddellijk gpoedde de Minister zich, met
den Commissaris dier Koningin van Overijssel,
ibaron van Voorat tot Voorst, naar Eonmen.
Gistermiddag te 5 uur' arriveerde té Émmen
Minister Kan.
Alvorens uit Bmaen te vertrekken heeft de
Minister uit 'hot Gemeentehuis assistentie ge
vraagd van de brandweer van Den Haag en
Amsterdam. De stoomspuit uit Groningen arri
veerde juist, toen de Minister aankwam.
Te Klaziena veen-Noord.
Het gezelschap Js per auto uit Bruinen ver
trokken via Barger-Ooster veld naar Klazieaa-
veen-Noond. Hier verstrekte de pastoor van
Barger-OóSterveld, de 'ZeerBerw. heer C. J. Van
Schalk, don Minister inlichtingen over den
ibvamd, die hier zoo'n era stiffen omvang heeft
aangenomen.
Een zestal huizen te Klazionavoen-Noord is
reeds afgebrand.
Van Kiazienaveen-Noord wend door het bran
dende gebied gereden naar Bnimen-Krischel-
d er veen.
Hier zijn gistermiddag 13 woonhuizen en do
Algemeéne Christelijke School een prooi der
vlammen geworden.
De bewoners der verbrande huizen worden in
de omgeving onder dak gebracht.
Te Valthermond.
Te Valthermond was de toestand gistermid
dag nog zeer ernstig. Bij ons bezoek aldaar
waren reeds 4 huizen afgebrand, bewoond door
R. Jonkman, wed." A. Haag, W. Luit en de
wed. Kamps.
Ook te Barger-Compaacum
de toestand kritiek.
Men seint ons uit Emmer-Oompascum Vrij
dagmiddag te 5 uur:
Thans kan zeker van een noodtoestand in
de Drentsche venen gesproken worden, Zoo
juist is te Emmen-Erfscheiderveen de groote
algemeene Christelijke School in vlammen op
gegaan. Xe Emmen-Erflscheiderveen zijn
hedenmiddag van een tot drie uur zeven
huizen aan den zuidkant van het kanaal door
het vuur verwoest. Te verwachten ls dat nog
vele andere hulzen te Emmen-Erfscheiderveen
een prooi der vlammen zullen worden.
De wegen in het gebied van den brand wor
den onbegaanbaar. De politie heeft heden
middag het verkeer tuaschen Emmen-Erf
scheiderveen en Emmen stopgezet. Wij moch
ten niet verder dan de Christelijke School.
De venen zijn gelijk eeii hél en er kan.
zeker van een ramp gesproken worden. Uit
verschillende plaatsen ia assistentie van
bluschmaterlaal gevraagd, daar, indien er niet
meer materiaal komt en het niet gaat regenen,
de brand niet te stuiten is en steeds grooter
oppervlakte zal verwoesten. Men vreest dat het
grootste gedeelte der hulzen te Emmen-Erf
scheiderveen zal worden verwoest.
Ook te Barger-Compascum is de toestand
kritiek.
Overal langs den weg ziet men huisraad en
andere eigendommen van de gevluchte be
woners.
WEINIG MEDEWERKING VAN
DE BEVOLKING.
Naar wij vernemen, waren Minister Kan
en de Commissaris der Koningin slecht te
spreken over de weinige medewerking, welke
door do betrokken bevolking zelve wordt ge
toond om den brand te stuiten. Op sommige
punten leek bet meer op tegen- dan op mede
werking, waarbij de opmerking werd gemaakt
dat alles nogal flink verzekerd was.
DE TRAMDIENST GESTAAKT-
Uit Klazlenaveen wordt geseind, dat de
Dedemsvaartsche Tram haar dienst door het
brandende veen heeft gestaakt,
DE AMSTERDAMSCHE BRANDWEER
NAAR DRENTHE.
Naar wij vernemen, heeft men voor de veen
branden in Drenthe de assistentie ingeroepen
der Amsterdamsche brandweer. In verband
hiermede is gisterenavond té 6.20 uur een
motorspuit der Amsterdamsche brandweer met
bemanning naar Emmen vertrokken. De tocht
bemanning naar Emmen vertrokken.
OPROEP VAN DE BEVOLKING TE
EMMEN.
De burgemeester van Emimen, mr. J. L. Bott-
ma, heeft gisteravond na' overleg met den Mi
nister van B inneniiandaöho Zaken, mr. J. B.
Kan, aan de bevolking een proclamatie gericht,
waarin zij aangespoord wóndt mede te werken
om de veenbranden, die de omgeving teisteren,
te bestrijden.
Mr. Bouma roept de medewerking van een
teder in, opdat telkens wanneer er eon nieuwe
brand ontdekt wendt, deze onmiddellijk be
streden zal kunnen worden, doordat de over
heid gewaarschuwd wordt.
In de proclamatie wordt gewezen op het
groote gevaar van bet afbranden van nog meer
woningen en op 't lijfegevaar, dat verbonden is
aan verdere uitbreiding van de branden.
De proclamatie is nog dezennacht op
yele plaatsen van Emmen aangeplakt.
De Groningache brandspuit door een brug
gezakt.
Wat ihet bestrijden van het vuur betreft, lean
worden meegedeeld, dat de brandspuit uit Gro
ningen te zwaar ie gebleken voor de bruggen
in bet. veem. Zij is op weg naar Klazlenaveen
achter Emmer-Erfsoheiderveen door een brug
gezakt. Men zal trachten haar lang» eem an-
eren weg naar de plaats van bestemming te
vervoeren.
De eerste brandspuit uit Amsterdam wordt
nog om middernacht bier verwacht..
V a 11 h e, Zaterdagnacht.
Nader seint men ons:
De nacht van Zaterdag heeft Drenthe van
zijn vurigen vijand niet verlost. Integendeel,
de brand vrat dieper in den turflbodem en
vele veenbewoners zijn er welhaast van
overtuigd, dat de vlammen vandaag, Zaterdag,
met hernieuwde kracht zullen uitslaan. Het
merkwaardige van den veenbrand is, dat hij
zich 's nachts niet uitbreidt, doch slechts
dan ln hevigheid toeneemt, wanneer de zon
den bovengrond droog schroeit en de wind
het vuur uitzaait. Onze pas volbrachte nachte
lijke tocht bevestigde dit trouwens.
Ofschoon de eerste berichten meldden, dat
Klazinaveen Noord ernstig van den brand had
te lijden, bespeurden wij er niet het minste
vuur. Ook Zwartewaal lag rustig in den
maanlichten nacht en alles wee3 erop, dat
de bewoners zich gerust voelden. Toen onze
auto den weg langs Barger Compascuum
volgde, zagen wij voor het eerst een rossen
gloed, die dan weer heviger werd en dan
weer minderde. Bij die eene brandende plek
bleef het tot aan Emmen Erfscbeiderveen.
Hier zouden wij voor het eerst kennis maken
met den veenbrand en met de verwoestingen,
door het vuur aangericht
Langzamerhand zagen wij overal op den
donkeren veenbodem kleine vlammetjes flak
keren. Een lichtgrijze rook vaagde laag over
het landschap en een scherpe brandlucht
prikkelde ons reukorgaan. Gedurende den
vérderen tocht, tot aan Valthe, heeft die
brandlucht ons vergezeld.
Aan belde zijden van Kanaal A (tusschen
Erfscbeiderveen en Emmen) woedde het vuur
met volle kracht. Onze auto stopte bij een
in laaien gloed staandèn turfstapel, die ze
hier „bult" noemen. Wij stonden nauwelijks
stil of een auto met maréchaussees stopte
achter ons.
Hebt u misschien den hoofdwachtiuees-
ter gezien? vroeg ons de kapitein.
Neen, wij kunnen' u niet van dienst zijn!
antwoordden wij en maakten van deze mbo ie
gelegenheid gebruik om te vragen, waar nu
wel die geweldige vlammenzee wa3 en waar
die uitgebrande huizen van Ernmein Erf-
seheiderveeu te vinden waren.
Hebt u er niets van gezien? En u is
zoo juist langs een ruïne gereden!
Neen, wij hebban niets gemerkt; de
brand was daar waarschijnlijk uitgewoéd.
Nu, rijdt dan dertig meter verder!
adviseerde de kapitein ons. Daw- staat een
uitgebrande sciiool met vernielde* buizen.
PRIMITIEF BLUSCHMATERIAAL
Juist wilden wij dïen raad volgen, toen
onder hevig geraas het brandspuitje uit
Beilen arriveerde. Ditdingetje was bemand
met een aantal arme slokkers, wien men het
kon aanzien, dat zij in geen tijden een oog
dicht hadden gedaan. Een der brandweer
lieden droeg een stormhelm, die hij wellicht
uit zijn militairen diensttijd had overgehouden
en die thans een uitstekende hoofdbescher
ming vormde. Fluks werd een slang uitge
rold, bet brandweertje begon te pompen, de
slang werd rond en sissend vloog een straal
water in het laaiende vuur.
Maar bet liep al tegen tweeën in den nacht
en wij moesten voort, dus stegen wij in onzen
wagen. Ingespannentuurden wij door de
ruitjes...,
Plotseling ontwaarden wij de schoolruïne.
Naargeestig staken lange brokken muur met
leege raamgaten omhoog in het spookachtig
maanlicht. De verkoolde deuren staan wijd
open en alsof zij naar buiten willen dringen,
liggen tusschen de deurpost groote brokken
steen en verkoolde balken samengedrukt.
Helder pinkeloogeo de sterren door de looze
vensteropeningen, die fel afsteken in de
zwarte muren.
Naast het schoolgebouw staat de woning
van den hoofdonderwijzer. In het dak is een
gat gebrand, doch het huis blijkt nog be
woonbaar. Op ons geklop verschijnt de heer
W. van Veen, die op dit ongewone uur nog
niet ter ruste was en ook, naar ons later
bleek, niet ter ruste zou gaan. Hij noodigde
ons uit binnen te komen. In de huiskamer
troffen wij ook aan den heer H. Alten,
hoofd der gereformeerde school te Emmen
Erfscheiderveén, die niets van het vuur te
vreeeen. had, doch die louter uit collegiali
teit met den heer van Veen den nacht
w-akende doorbracht.
Hoe denken de menschen in Holland
erover? vroeg de heer van Veen.
Op het oogenbllk meenen ze ongetwijfeld,
dat een heele lap van Drenthe ln lichten
laaie staat.
Maar vertelt u" ons nu eens iets over
het vuur hier ln de buui-t?
Het was gisteren meer dan bar! ant
woordde de heer van Veen. Er stonden soms
tamelijk verwijderde en ongevaarlijke plekke»
in brand, doch wanneer de zon de bovenste
grondlaag verdroogd heeft en wanneer do
vonken op 200 M. afstand van den brand
vliegen, al aan plotseling rondom u de vlam
men omhoog. Gisteren was de wind zoo
geweldilg, dat er zeven huizen in vlammen
opgingen en hier, het schoolgebouw met de
bewaarschool verbrandde alleen door over
waaien van het vuur.
U zegt daar lets over een bewaarschool,
maar de ruin® daarvan heb ik niet gezien.
Daarvan is ook niets te zien, omdat het
houten gebouwtje finaal is opgebrand. Het
stond achter mijn huls, maar er is totaal
niets meer vau over.
Heeft u het schoolgebouw ln brand
zien vliegen?
Neen, dat kon niet. Vóór dien tijd waren
wij al lang gevlucht. Je kon het bier gewoon
niet meer uithouden. De ruiten sprongen
kapot en de gloeiende turf woei naar binnen
en stak de houten vloeren en banken ln
brand.
De beer van Veen ging ons voor naar een
d r kamers, waar bet- plafond aan flarden
naar beneden hing. Water droop op den
grond. Wij stegen een trap op en kwamen
op zolder. Het houtwerk was geblakerd en
bet zolderraam had slechts een paar ver
koolde sponningen. Door dat zolderraam keken
wij naar beneden in een zwart gat: daar
stond ettelijke uren tevoren de bewaarschool!
En nu zitten wij met z'n beidjes be
neden te wachten, omdat het vuur weieens
opnieuw kan uitbreken! zei onze gastheer,
terwijl hij ons voor ging de trap af.
Heeft u al die verbrande hulzen aan
de overzijde van het Kanaal gezien? Die
stakkerds hebben allés verloren, want niets
was verzekerd. De maatschappijen willen
er eenvoudig niet aan, omdat de hutzen op
het veen staan.
REDDING VAN ZIEKEN
Een vrouw hier aan -de overzijde lag
doodziek te bed. Om 12 uur werd zij op een
praam gedragen en weggevoerd; één uur later,
was haar heele hebben en houden verbrand.
Verderop lag nog een patiënt aan long
ontsteking. Ook hij is juist bijtijds weg
gevoerd.
Nog even wierpen wij een blik op de met
maanlicht overgoten ruïne. Toen schokte onze
wagen vooruit, naar Valthermond en Valthe.
Te Valthermond stond weer een groepje
maréchaussee bij de brandspuit. Twee ge
zwollen slangen lagen dwars over den weg
en witte wolken stoom stegen op uit <le be
spoten vlammende turf. Even stapten wij
uit om een praatje met de mannen te maken,
TT weet, dat hier een veenarbeider ié
omgekomen? vroeg een hunner.
Ja zeker. Maar kunt u er ons niet ieta
meer van vertellen?
De man werd blijkbaar door het vuur
zoo ingesloten, dat hij probeerde bet kanaal
(de „Wijk" noemen ze dat Uier) over te
steken, waarbij hij toen is verdronken.
Wij dankten den maréchaussee voor zijn
Inlichtingen, namen afscheid van onze auto,
die naar Coevorden terugreed en stapten het
veen op, dat veerde onder onze voeten.
Overal rondom ons steeg rook op, de vieze»
druipende en scherpe turfrook. Wij zaget
het vuur voor onze voeten den grond uIB
vreten ora zwarte putten met gloeiend rood#
randen. Wij vergeleken ze met kanlcerzweren.
Nu zitten wij in Valthe, de grem* van de
branden en schrijven deze regels bij het
licht en de warmte van een welhaast uit
gebrande turfrbult. In de verte klinkt hét
snorkend geluid van een hevig slurpend en
spuwend brandspuitje. De regen, zegt men,
is de eenige die afdoende zal blusschen.
Maar de hemel is vandaag weer effen blauw
en over Drenthe trekt een dichte, lichtgrijze
walm
IN GESPREK MET DE KAMERADEN
VAN EEN SLACHTOFFER
Hedenmorgen hadden wij een onderhoud
met een der kameraden van den te Valtlie
op zoo ongelukkige wijze om het leven ge
komen veenarbeider.
En ben je er reed afgekomen? vroeg
onze metgezel, een Valthenaar van het zui
verste ras, aan een veenarbeider, die versch
uit de turf kwam.
Ja! antwoordde deze, zonder eenig
enthousiasme. -1
Hoe kwam u er toe tusrehon hét
brandende veen te loopan? vroegen wij.
Wij waren aan het werk geweest en
wilden den koristen weg naar huls nemen.
Toen wij door het veen liepen zagen wij
kort bij, rechts en links, het vuur aankomen.
Dat ging zoo gauw, dat wij het niet opge
merkt hadden. Wij konden niet anders doen
dan de „Wijk" (kanaal) door te gaan.
Hoeveel „wijken" moesten jullie door?
Vier. En toen raakten wij in den bagger.
Pas daarna kwamen wij op den weg.
Wie is bij dat oversteken verongelukt?
Albert Mulder. Hij is 56 of 57 jaar oud;
Hoe is bij verongelukt?
Precies weet ik bet niet, maar ineens
waren wij hem kwijt. Wel wikten wij hem
helpen de „wijk" over te steken, maar hij
durfde niet. Wij gingen verder en lieten hem
achter.
Dat is het korte, droeve relaas over den
verongelukte, wiens lijk tot op heden nog niet
werd gevonden....
In een der wijken van Valthe lag een turf
schip, dat onlangs door den schipper voor
een bedrag van 4000 was aangekocht. Door
het overwaaien van vonken geraakte de lading
van het schip in brand. De schipper, die zijn
zaak niet verzekerd had, wilde, koste wat
kost, zijn schip behouden. Naast zijn vaar
tuig lag een waterspultmachine. waarvan de
bemanning voor het naderend vitur was weg
gevlucht. De schipper bracht de machine op
gang en legde de spuit in zijn schip. De man
wist echter niet, hoe hij de machine tot
stilstand moest brengen. Het water rees al
hooger en hooger, totdat het schip 1 tenslotte
geheel vol liep. Met moeite kon de schipper
zich redden.
ZAL HET MINDEREN?
Te VaJthe vreest men hedenmorgen niet,
dat de veenbrand een ernstig karakter zal
aannemen. Wel staat de wind in de richting
van het dorp, doch daar dit op zand staat,
meent men, dat het vuur bij gebrek aan
voedsel zal ultdooven.
DE VERMISTEN
Met brandwonden overdekt
komen ze aan.
Vrijdagavond te 6 uur seinde men uit Exloo;!
Van de vermiste 5 arbeiders zijn 4 terecht.
Zij zijn met brandwonden overdekt te Valther
mond aangekomen, waar zij door dr. Mulder
Uit Musselkanaal zijn behandeld. De vijfde,
de machinist Muller, wordt nog vermiat.
Men neemt aan, dat hij bij zijn vlucht In
'het kanaal ls geraakt en verdronken.
De burgemeester van Odeorn heeft de stoom
spuit van Hoogeveen gerequireerd. De toestand
is nog zeer ernstig. Vele hulzen loopen gevaar
een prooi der vlammen te worden. 80 huizen
zijn ontruimd.