ZWITSERLAND -NEDERLAND ZATERDAG 5 MEI 1928 SPORT EN SPEL OLYMPIADE 1928 DE ZEVENDE WEDSTRIJD TUSSCHEN BEIDE LANDEN PROGRAMMA VAN HET ZWEMT ORNOOI VOtTBALBESPIEGELiNG DE KRUIMELS VAN DE TAFEL, -óN DWALING LOS VAN LEERSTELLINGEN HET GEMENGD HUWELIJK ANTI-SEMTETEN De „Zwemrevue", het nieuwe officieel orgaan ▼an den Ned. Zwembond onder redactie, van den heer A. C. Slop, waarvan het eerste num mer thans is verschenen, bevat het volgend programma van het Olympisch Zwem tornooi: 4 Augustus: v.m. 1500 M. vrije slag heeren; n.m. 1500 M. vrije slag heeren, 400 M. vrije slag dames. 5 Augustus: n.m. 1500 M. vrije slag heeren (demi-finale), 400 M. vrije slag dame3 (deral- finale.) 6 Augustus: v.m. 200 M. schoolslag heeren; n.m. 1500 M. vrije slag heeren (finale). 400 M. Vriie slag dames (filiatie). Schoonspringen heeren (series.) 7" Augustus: v.m. 100 M. rugslag heeréh; n.m. 200 M; schoolslag dames, 20t> M.. schoolslag hee ren (demi-finale), 400 M. vrije slag heeren. 8 Augustus: v.m. schoonspringen dames, 400 M. vrije slag heeren (demi-finale), 100 M. rug slag (demi-finale), n.m. 200 M. schoolslag dames (demi-finale), schoonspringen heeren (finale), 200 M. schoolslag heeren (finale.) .9 Augustus: v.m. torenspringen heeren (se ries), estafette 400 M. dames, estafette 800 M. heeren; n.m. 400 M. vriie slag hëeren (finale),' schoonspringen dames (flnaie), 400 M. estafette dames (finale), 100 M. rugslag heeren (finale), 200 M. schoolslag dames (fin.) 10 Augustus: v.m. 100 M. vrije slag heeren; n.m. 100 M. vrije slag heeren (demi-finale), torenspringen dames, 100 A# vrije slag dames, 100 M. rug dames. 11 Augustus* v.m. 100 M. rug dames (demi finale), 100 M. vrije slag dames (demi-finale), estafette 4 X 200 M. heeren (finale); n.m. toren springen heeren en dames (finale), 100 M. vrUe slag heeren en dames (finale), 100 M. rug dames finale. Voorts zijn er lederen ochtend en middag eeni re waterpolowedstrijden. DE WEDSTRIJDEN VAN ZONDAG R. K. F. Om het kampioenschap. Morgen wordt te Venlo de tweede robber ge speeld om het kampioenschap der eerste klas, waarvan de winnaar zal uitkomen in de wed strijden om de suprematie van de geheele R. K. F. Er kan weinig twijfel bestaan omtrent het resultaat van de ontmoeting van morgen. Den vorigen Zondag won Venlo in Weert met 30 van Wilhelmina; we mogen dus verwach ten dat de Venlosche combinatie ditmaal zeker over haar Weerter concurrenten zal zegevieren, N. V. B. Om het kampioenschap van Nederland. Het programma van de kajmploenscompetitie brengt morgen een wedstrijd, welke aan Til burg is toebedeeld en die Z. A. C. tegen Noad ln 't veld brengt. Deze. clubs maten onderling haar krachten nog niet. De ontmoeting is van veel belang, vooral voor de positie van Z. A. C. Het verlies van een of twee punten der Zwol lenaren zou de kans van Feijenoord zeer be gunstigen. Nu lijkt eenig échec der bezoekers lang niet buitengesloten, daar Noad. op eigen veld speciaal, bijzonder goed uit den hoek komt; de ploeg werd in Tilburg dit seizoen geen enkele maal geklopt. Promotie en degradatie. V. O. C. komt voor een zware taak te staan. De Rotterdammers moeten uit spelen en wel tegen y. S. V„ die verzekerd is van een plaats ln de eerste klasse, wanneer ze morgen een enkel punt op haar tegenpartij verovert. Voor waar een inzet, die de Velsenaren zal aandrij ven tot inspanning van alle krachten Daarte genover staat dat V. O. C. overtuigd Is te zul len degradeeren wanneer ze niet wint. Ook dit Is wel een factor die de ploeg zal aansporen zich tot het uiterste te geven. Een spannende strijd kan dus worden tegemoet gezien, waar van omtrent den uitslag niets vast te voor spellen. Het moreel der Rotterdamsche ploeg Is uitstekend, het enthousiasme laait hooger uit dan ooit te voren in dit seizoen. Vele stadge- nooten zullen bovendien het elftal vergezellen (de trein vertrekt 11.32 uur D.P.i). Een extra nummer van het clubblad roept alle krachten nog eens te wapen, de laatste kans wordt in proza en poëzie te kijk gesteld en belicht en de aanvoerder vuurt zijn mannen aan met ver eende krachten er voor te zorgen dat V. O. C. met Nieuwjaar haar 25-jarig bestaan als eerste klasser vieren kan. Wt) sluiten ons van harte hierbij aan en hopen dat de rood-zwarten in laatste instantie den noodlottlgen gang van zaken tot staan zullen brengen. DE HISTORIE Morgen komen te Basel de vertegenwoordi gende elftallen van Nederland en Zwitserland tegenover elkaar voor de zevende maal. Da eerste ontmoeting had plaats op 16 Mei 1920 te Basel en werd door de Zwitsers met 21 gewonnen. De oranjeploeg bestond toen uit de volgende spelers; Mac Neiil (doel); Denls en Verwey (achter); Mommers, Ruf- fiel so en Steeman (midden)de Natris, Van Dort, Boelie Kessler, Van Dier men en Dé Kessier (voor). Mommers viel voor dé rust uit wegens een knie-ongéva.1Vèrlegh viël toen in. Het tweede treffen had plaats op 28 Maart 1921 te A'dam en nu kwam Nederland met 20 aan de overwinning door het volgende elftal: Van Tilburg (dóel); Baay en Stevens (achter); Campioni, Hoogstede en De Kruyff (midden); De Natris, Boelie Kassier, Dé Kessler, Dêlsèn ch G'upfërt (voor). De derde wedstrijd werd op 19 November 1922 te Bern gespeeld. We leden met 50 oen smadelijke nederlaag. Onze ploeg, bevatte toen I de volgende spdei's:-'Van Tilburg (doel) Pel ser en Denis (achter); Hordijk, Hulsman en. Steeman (midden)Boelie Kessler, Df" vre, Schot, Soons en Petit (voor). De schande van Bern werd op 20 November 1923 te Amsterdam met 41 gewroken. We kwamen toen uit met: De Boer (doel)Denis en Tetzner (achter)Hulsman, Bui en Krom (midden); Groosjohan, Verlegh, Van Son, De Haas en Sigmond (voor). De vijfde wedstrijd op 19 April 1925 echter leverde ons in Zurich weer een zware neder laag. Nederland verloor met 41 in dé vol gende samenstelling: Van der Meulon (doel); Denis en Van Dijlte (achter) Lefèvre, Bul en Van Heel (midden); Gielens, Volkers, Buiten weg, Baar van Slangenbuigh on De Natris (voor). In die ontmoeting werd na een ruim half uur spelen Van der Meulen door Schin- deler vervangen, terwijl in de tweede helft Buitenweg uitviel, wiens plaats door Vissen- werd ingenomen. De zesde wedstrijd had in ons land plaats en bracht do gebruikelijke revanche, Zwitserland werd op 28 Maart 1926 te Amsterdam met 50 verslagen. Het Nederlandsche elftal bestond bij die gelegenheid uit de volgende spelers: v. d. Meuten (doel), Denis (H.B.S.) en van Kol (achter); Krom (R.C.H.), van Linge (Be Quick) en van Heel (Feijenoord) midden; Gie lens (Heircules), Tap (A.D.O.), Pijl (Feijenoord), Ruisch (D.F.C.) en Sigmond (H.F.C.) voor. Het totaal resultaat kan in de volgende cij fers worden geresumeerd: gesp. gew. g'el. verl. put doelp. gem. Nederland 6 3 3 6 13—12 1 Zwitserland 6 3 3 6 12—13 1.— HET ZWITSERSCHE ÈLFTAl. Over de samenstelling van het Zwitsersche elftal schrijft onze correspondent te Genève liet volgende: „De technische commissie ia van oordeel, dat thans genoeg proefnemingen zijn genomen en dat derhalve tegen Nederland op 6 Mei te Basel het elftal kan worden opgesteld, ..dat definitief het meest waardig wordt geacht de Zwitsersche kleuren tijdens de Olympische Sipeien te Amsterdam te verdedigen." Aldus het offtcléele oommuntqué van da technische commissie van den Zwiltsemschen Voetbal Bond na haar laatste vergadering, waarin zij had bepaald, welke spelers aanstaan, den Zondag te Basel tegen Nederland zullen uitkomen. 1 Hieruit blijkt dus, dat tihans voor het eerst het Zwitsersche elftal spelen zal 1n-zijn defini tieve; Olympische samenstelling. Tegen Zweden, tegen Italië, tegen Frankrijk, tegen Duitsch- land had de technische commissie het elftal i steeds als het ware opaettelijk, verzwakt in de hoop nieuwe spelers te ontdekken, die wellicht meer voldoening zouden, geven dan de reeds I, uit het vorige seizoen bekende oudere spelers, die natuurlijk -niet zonder tekortkomingen zijn. De nadering van Amsterdam heeft de Zwitsersche elttsdcommiissie. zooals ook wel die van andere landen, de Nederlandsche niet uitgezonderd, bewogen tót waagstuikjes met be trekking tot de vervulling van een bepaalden post, die in andere jaren waarschijnlijk zouden zijn achterwege gebleven. Of dat voortdurende ptbbeen-en van 'nieuwe spelers en hét daardoor voortdurend wijzigen van de elftal-opatelling niét te lang Is voorgezet, vooral hier in Zwit serland, zou ik niet durven ontkennen. De geest van het elftal heeft ongetwijfeld onder dat voortdurend wijzigen geleden, een goed verband tussohen de verschillende linies la niet verkregen, de voorhoede heeft niet leecen samenspelen en ten slotte heeft de wel wat nonchalante wijze, waarop de elftalcommissie zich jegens de spelers ia het algemeen gedroeg, die vaak een plaats in het nationale elf tal ver kregen om dan na één ongelukkigen competi tie-wedstrijd, waarin zij niet op dreef waren, eenvoudig weder eruit verdreven te worden, negal kwaad bloed onder de spelers gewekt, hetgeen natuurlijk op hun animo om in den 1 anden wedstrijd met dezelfde geestdrift te kampen als in beker- of competitie-wedstrijden voor hun cluto, verslappend werkte. Thans is echter het stelsel der proef nomingen geëindigd. De elftalcommissie heeft ingezien, dat niet iedere verandering een verbetering is en is thans weder tot haar oude liefde terugge keerd tot de spelers, die reeds in vorige jaren het nationale roode hemd met het witte kruis gedragen hebben en die mecrendeels ook dit seizoen nog tegen Zweden zijn uitgekomen, doch daarna de één na den ander voor steeds opnieuw mislukte „proefnemingen" hebben moeten plaats maken. Séchehaye, de talentvolle doel verdediger, Ramseyer, de beroemde Internationale links- verdediger, en Jaggi, de nog jonge voorhoede- speler, zijn de eeaigen, in wie de elftalcom missie ononderbroken haar vertrouwen heeft gehandhaafddaarbij heeft Jaggi bovendien nog een paar keeren op een verschillende plaats in de voorhoede moeten spélen! Men kan dus waarlijk .de technische commissie niet, van ge brek aan fantasie, van een blindelings vast houden aan eenmaal gekozen spelers beschul digen, en er Is onder de Zwitseroóhe voetbal- vrienden over het algemeen een- zucht van op luchting te bemerken geweest, toen zij ver namen, dat het tijdperk van proefnemingen thans gesloten is, en teen zij weder al die be kende namen van spelers, die allen reeds vroeger Internationalen roem geoogst hadden, ln het nationale elftal terugvonden; Eén min der bekende speler zal Zondag nog tegen Neder land uitkomen en eenigérmate als proefneming nog te beschouwen rijn: de middenvoor Room- berg (Aarau), een speler die een paar Jaren geleden een seizoen lang ln Nederland heeft gespeeld voor de Eindfhovensche P.S.V. Doch deze proefneming is een door de omstandig heden noodzakelijke. Men hoop namelijk de hulp van den thans in Frankfurt spelenden Dietrich, den schitterenden. Zwijtskrsohen middenvoor tijdens de Olympische Spelen in 1924 te Parijs, voor Amsterdam te kunnen vef- krijgen; Doch Dietrich is Zondag tegen Neder- land verhinderd en zal dus dooT Róomberg I wérden vervangen. Misschien speelt deze te Basel tegen zijn Oude Holi&ndsdhe roetvalool- lega's wel zoo schitterend, dat men ook hem i een vaste plaats in het. elftal geven Zal! Het bovenstaande moge voldoende zijn, om de overtuiging te schenken, dat het Zwltser- rschs elftal Zondag a.s. waarschijnlijk met heel wiat meer geestdrift lm den strijd eal trekken dam tijdens het tijdperk der domoral iseerende proefnemingen, Iedere speler, met uitzondering dan van Roomhors, zal Zondag weten, dat hij met, de andere spelers van het elftal ook op de Olympische Spelen zal uitkomen en het ver- langen, ook thans weder op de Olympische Spelen een eerste plaats voor Zwitserland te helpen veroveren, zal de spelers stellig in dezen eersten oefenwedstrijd Voor Amsterdam tot de uiterste krachtsinspanning bewegen! En daar het bovendien allen geroutineerde internatio nale spelers zijn, zonder debuut-koorts, ver trouwt men in Zwitserland erop, dat de spe lers spoedig het noodlge onderlinge verband wel zullen kunnen vinden, Het Nederlandsche elftal moet dus wel op sterken tegenstand re kenen. Indien dé spelers van het Zwitsersche elftal ln de tegenwoordige samenstelling eenigs- zins overeenkomstig hun eigen kracht spelen, geloof ik niet. dat het waarschijnlijk is, dat de traditie, dat Zwitserland op Zwitsersohen bo dem wint (evenals Nederland steeds won te Amsterdam), Zondag zal verbroken worden. Het Nederlandsch elftal heb ik in dit sei zoen slechts éénmaal zten spelen en wel in No vember tegen Zweden, onmiddellijk na den wed strijd der Zweden tegen Zwitserland te Zürich, dien ik ook heb bijgewoond. Het spel der Ne derlandsche voorhoede viel mij toen geducht tegen, na al het fraais, dat Ik over de Neder landsche voorhoede tegen Newcastle United gelezen had. Men troostte mij toen met de me- dedeöling, dat onze voorhoede juist tegen de Zweden een heel ongelukkigen dag had gehad! Helaas schiiut uit. do hierop gevolgde wedstrij den tegen België en Denemarken te volgen, dat die ongelukkige dag onzer voorhoede nog steeds voortduurt! Komt hierin te Basel geen verbetering, dan Bullen de vijf Oranje-hemden niet gemakkelijk kunnen doelpunten. Want het Zwitsersche ach ter-trio ls uitstekend, daarover bestaat hier geen me miagr.varschil. De jonge Séchehaye in het doel heeft nog nimmer teleurgesteld; hij ls vlug en beweeglijk, doch bovendien ook bij gemakkelijker ballen steeds betrouwbaar. Het is alleen de vraag, of hij niet overtraiud ls. Zondag in. den kampioenschaps wedstrijd „Etoi- le Carotigé" tegen „Grasshoppers" gaf hij blijk zijn zenuwen niet meer in bedwang te hebben; de anders steeds uiterst sportieve en sympathie ke speler wilde plotseling protesteerend het veld verlaten, omdat de scheidsrechter een doel punt toekende, dat volgens Séchehaye buitenspel gemaakt was. De internationale doedverdediger bezorgde toen al zijn waren vrienden èn zich zelf een uiterst pijnlijk oogenhlik. Doch men mag wel vertrouwen, dat hij im land c n wed st rij - don zich bewust zal blijven van de verantwoor delijkheden, die uit het oogpunt der interna tionale waardigheid op hem rusten. Bedenke lijk zou het echter voor Zwitserland eruit zien, als dit incident van Zondag eeoa symptoom was, dat de zenuwen van den jongen Interna tionalen doelverdediger „op" zijn, hetgeen na een zwaar seizoen, waarin zijn club het vooral aan Séchehaye te danken heeft gehad, dat zij het westelijke kampioenschap won, en waarin van Séchehaye ook in vier landenwedstrijden heel veel gevergd werd, niet zoo heel verwon derlijk zou zijn! De verdedigers, Ramseyer (F. C. Bern) en Dubouchet (Etoile Carouge) zijn misschen iet wat langzaam, dooh heel trap vast en weten goed met elkander en met Séchehaye samen te spelen. Ramseyer i3 uit zijn successen tij dens de Olympische Spelen reeds genoeg be kend; hij vecht nog altijd als een leeuw en ont ziet daarbij den tegenstander niet. Dubouchet heeft verleden Zondag, mèt Séchehaye, zijn Club „Etoile Oarouge" voor een debacle tegen de „Grasshoppers" behoed. Telkens weder wist Dubouchet op het laatste oogenhlik plotseling tüsschen belden te komen en te redden. Fijne spelers als Denis zijn de Zwitsersche achter- hoedespelera niet, dooh de Neder!andeohe voor hoede zal beter moeten spelen don tegen Zwe den in November, om tegen dit rébus te Zwlt- aeirsche achterstel succes te verkrijgen! De middenlinie ls het voorwerp der meeste proefnemingen geweest. Dat men thans het stel Fassler (Young Boys) Pichler (Ser- vette) de Lavallaz (Grasshoppers) gekozen heeft, is een noodbesluit, dat zeker geen reden tot geestdrift biedt. Het bewijst, dat men op het oogenhlik in Zwitserland geen midden spelers van internationalen rang bezit. Toch ls iedereen verheugd, dat men thans weder ervaren spelers in de middenlinie geplaatst heeft. Van Fassler en Pichlër is in ieder geval een betere ondersteuning der voorhoede te ver wachten dan van de jeugdige spelers, die do één na den ander vooral ten opzichte van da ondersteuning der voorhoede een mislukking werden. Fassler eu Pichler beginnen echter wat langzaam te worden en Pichler kan tegen het einde van den wedstrijd meestal niet meer heelemaal mee. Fassler is en blijft echter de geboren voetballer, een speler van ras, die altijd nog wei verrassend goede momenten heeft. Pichler is meer dë technisch-weten- schappelijke werker, die in ieder geval het verband in de ploeg weet te houden. De La vallaz is de minst begaafde Van de drie, dia echter op het oogenhlik wel op het hoogtepunt van zijn persoonlijk kunnen staat, wat vaa de andere twee niét meer kan gezegd worden. Dé voorhoede is en blijft het grootë vraag- teeken. Niet alleen door den middenvoor Roomberg, die slechts één internationalen wed strijd (tegen Frankrijk) heeft medegespeekl en door het uitvallen van den Zwitserschen linksbuiten, waardoor de voorhoede bijna drie kwartier uit slechts vier man bestond, niet beoordeeld kon worden. Doch ook de linker vleugel Bailly (Servette)—Abegglen (Grass hoppers) en de rechtervleugel Tschirren (Grasshoppers)Jaggi (Servette) maken een voorspelling omtrent het door hen te toonen spelpeil zeer moeilijk! Ik heb alle vier schit terend ziel spelen, doch ik heb ze ook zien knoeien op een onbegrijpelijke wijze. Bailly en Tschirren kunnen uiterst snelle vleugels zijn, zij kunnen beiden ook zelf doelpunten maken, doch zij hebben ook dagen, waarop zij flauw eu laks spelen en weinig beteekenen. Nog sterker is dit met de binnenspelers Abegglen en Jaggi het geval. Zooals Abegglen Zondag j.l. tegen de „Grasshoppers" speelde, was hij weder het „kleine wonder van Golombes", ln 1924 door het internationale publiek bewonderd en toe gejuicht. En zooals Jaggi „Servette" den Zwit serschen beker deed winnen in den eindstrijd tegen de Grasshoppers, toen Abegglen teleur stelde en Tschirren slechts matig bevredigen kon, zooals Jaggi in de eerste helft van den landeuwedstrijd tegen Frankrijk speelde en met schitterende schoten verraste en doelpuntte, zoo zou men zeggen, dat Zwitserland geen beteren rechtsbinnen zou kunnen wenschen. Doch denkt men dan weder aan het futlooze spel dier beiden tegen Duitschland, behalve in het laatste kwartier, dan zou men geneigd zijn te zeggen, dat Denis en van ICol het op hun sloffen zullen kunnen afdoen! DE V*-R Af ACHTING Uit de resultaten van de vorige wedstrijden tussohen heide landen blijkt, dat elke ploeg op eigen gebied een ruime meerderheid te behalen wiat. Te verwonderen behoeft dit niet, als men den invloed van liet klimaat in aanmerking neemt dat in het Alpenland aanmerkelijk ver schilt met dat van onze lage kustvlakten. De bezoekende partij is daardoor steeds zwaar ge handicapt, wijl de tijd te voren om te acclima- tiseeren ontbreekt. Een nederlaag is ons dan ook zoo goed als zelker bij voorbaat op een briefje geschreven, alleen de juiste cijfers dienen nog te worden ingevuld. We mogen intusschen de wisselval ligheid van het voethal niet geheel uitschake len noch ook het feit dat ons Nederlandsch elftal reeds in zijn huidige samenstelling ia uitgekomen en de ploeg den laatsten interland wedstrijd speelt vóór het ingaan van de Olym pische kampioenschappen. Wellicht dat deze omstandigheden dit maal eenige wending ln den gewonen gang van zaken kunnen brengen ten voordeele van onze vertegenwoordigers. Wanneer we dus morgen verliezen het- geen volgens de traditie wel waarschijnlijk is mag de nederlaag den onzen niet zwaar worden aangerekend; een gelijk spel of een onverhoopte zege zou intusschen aan de kwa liteit van het Nederlandsch elftal bijzonder relief geven. DE ELFTALLEN De samenstelling der elftallen is de volgende: Zwitserland: SECHE HAYE (Etoile Carouge) DUBOUCHET (Etoile Garouge) FaSSLER PICHLER (Young Boys) (Servette) TSCHIRREN J GGI ROOM BERG (Grasshoppers) (Servette) (F. C. Aarau) RAMSïpES (F. C. Bern) DE LAVALLAZ (Grasshoppers) ABEGGLEN BAILLY (Grasshoppers) (Servette) Scheidsrechter WEBER (Sparta) SCHREURS (Roermond) N e-de r 1 and: SMEETS (H.B.S.) VAN KOL (Ajax) O BRAUN (Oostenrijk) TAP KOOLS ELFRING (A.D.O.) (N.A.C.) (Alcmarla) MASSY VAN BOXTEL (Roermond) (N.A.C.) DENIS (H.B.S., aanvoerderx VAN DER MEULEN (H.F.C.) Reserves: voor Zwitserland: Grünetsen (Nordstern), De Weck, Neuenschwander, Max Weiier (allen Grasshoppers). Voor Nederland: De Boer (Ajax), Van der Zalm (V.U.C.), Krom (R.C.H.), Prins (Sparta), Iu de lente botten de .hoornen uit; komen in bloei; en dat bloeien beteekent beloften van vruchten. Hebben we daarom zoo'n menigte congressen den laatsten tijd? Ook het Anarchistisch Verbond heeft zijn congres gehad. De boom schoot ln bloei en prijkt nu met de beloftenrijke tooi van een strijdprogram. Ze hebben.natuurlijk een gron- digen hekel aan alle mogelijke gezag: in al zlln vormen. „Het zal zich richten tegen den staat en de huidige maatschappelijke orda. tegen alle instituten, die Individu en massa in onderwerping willen houden." Gok tegen het ouderlijk gezag? Ook tegen gezag op school en op de werkplaats? Een prachtige opvoedingsmethode: kinderen moe ten maar voor zich zelf zorgen, naar het schijnt. Natuurlijk staat in dat program ook Iets over den godsdienst. Daar kunnen ze nu een maal niet bulten. Zoo zegt het program; „Tegenover rassen- en klassenoverheerschlng etelt het de vrijheid, gelijkheid en broeder- schap der menschen." Zit daar niet een klein beetje onoprechtheid in? Bedoelt dat program-- punt niet Slechts in zoover vrijheid, gelijk- heid en broederschap te bevorderen, als die vrijheid het eens is met dat strijdende ver bond? Altijd het bude: wij verkondigen do vrijheid, jawel, doch alleen voor ons en onze vrienden. „Tegenover den godsdienst de rede", zegt bet program. Jongen, wat een dommigheid je! Want di» rede zegt juist, dat godsdienst „redelijk" ls. ,Een oud beestje van stal ge haald door te beweren: wie aan godsdienst houdt, moet zijn versland naar den lommerd brengen. Dat gammele ding kan met den besten jockey erop nog niet meer draven; het haalt zelfs geen vijftig meter race. Een beetje meer gezond gebruik van de „rede" zon dat verbond werkelijk goed te pas komen. En ge voelt al die vrijheid en die gelijkheid en dié broederschap aankomen voor alle men schen, behalve.... die aan godsdienst doen. Godsdienst heefit niets om het lijf, het ia dwaas, onmogelijk, kinderachtig, onwetenschap pelijk, werd en wordt geaegd en geschreven. De menschen, volgens vaste voorspelling, groeien daar al lang bovenuit; godsdienst kan niet als een factor In het maatschappelijk leven meetellen, moet buiten beschouwing gelaten worden, enf het nuchtere feit van onzen tijjd staat vlak voor ons: nooit stond godsdienst meer ln het midden der belangstelling. Kent de geschiedenis wel een tijd, dat godsdienst voor- en tegenstanders wel meer bezig hield? Zelfs de sociaal-democraten worden gedrongen er zich mee ln te laten, heelemaal tegen hun eigen voorspelling ln. Natuurlijk staan ze nog maar aan 't eerste begin. En toch juist bij dat begin al, o, de zorg is zoo groot moet klaar en duidelijk gemaakt worden, zal ze ln geen geval iets te doen willen hebben met dogma's. Dat nooit! zei van Speijk. Al de dwaasheid die verkocht werd om het socialisme aannemelijk te maken voor een katholiek, zet de onoprechtheid of de onkunde der religieuse socialisten, en hen. die er gebruik van maken, in het helderste licht. Dominee Herreus de Haas, niet de minste om de sociaal-democraten religieus te maken, kan toch niet nalaten, het katholiek geloof uit te schakelen. Komt niet in aanmerking. Wie is volgens hem „religieus?" „De mensch, dia met. eigen geweten en ongeloof, probeert iets te grijlpen van de eeuwige wereld waarheid, die is waarlijk religieus. Zoo moet men de religieuse gedachte, los van de leerstellingen, honderden jaren geleden vastgesteld, zien" Telkens en telkens weer, bij alle religieus, gezindheid hoort men den diepen ondertoon: in geen geval terug naar de oude ideologiën, naar de oude Kerk, naar bet dogma. Natuurlijk bedoelen ze hier niets anders dan vooral den katholieken godsdienst onder de voeten uit te blijven. Want als er ergens van dogma sprake Is, niet waar, dan toch wei hij katholieken. Waarom spreekt dominee Hor reus de Haas voor de socialistische gemeente, een uitzender klaagde, dat die beroemde spreker zoo weinig hoorders had ln Rotterdam, ie dat ook een teeken? Laat hem dan eens uiteenzetten, wat een katholiek kan aanvangen met de soclalia- tisch-religleuse gedachte. Want met dat nleuwigheldje wil men toch ook de katholieken rangen voor het socia lisme! We hebben al eens geschreven over het - ontslag-aanvragen van den opperrabijn dr, B. L. Ritter, in verband met zijn afkeer van het gemengd huwelijk bij Israëlieten. Die kwestie duurt nog voort. Met die interne aangelegenheid hebben we niets te maken; we willen ook alleen maar eens de aandacht vestigen op enkele uitingen over het gemengd huwelijk in Israëlitische» kring, We clteeren hierbij de N. R. C. „De heer C. v. Creveld zegt, dat inwilliging van het verzoek der opperrabbijnen hem gewenscht voorkomt met het oog op de schrikbarende toeneming van het aantal ge mengde huwelijken, waarover ook in dezen raad zoo dikwijls klachten zijn geuit." Dus ook al niet: welkom vreemdeling! Ook daar schrik én angst voor dat feit. Ook daar heelemaal geen tegemoetkoming. Ook daar nog een hoogere maatstaf aan het huwelijk dan alleen maar een soort liefde. Arts M. Hertzberger zou er niet tegen zijn, gemengd gehuwden van het lidmaatschap der gemeen ten uit te sluiten. Mr. H. Sanders zei, dat niemand een ge mengd gehuwfde tot lid van den kerkeraad zou willen kiezen; te veronderstellen, dat dit zou kunnen geschieden, zou een slag in 't gelaat der kiezers zijn. Mr. L. v. Dantzig gaat nog verder: gemengd gehuwden moeten beschouwd worden als leven de ln oen onwettige samenleving. Hij gebruik te het woord: concubinaat. Waarom we dien uitingen aanhalen? Niet voor ons zelf:een godsdienst die zijn houding zou bepalen na eerst andersdenkenden naar de oogen gekeken te hebben, verdient niet eens de naam van een overtuiging. Doch voor degene, dié heel de geschiedenis van het ge mengd huwelijk, als een karakteristiek katho liek heibeltje hebben willen brandmerken. Daaruit moet de echt-katholieke bekrompen heid weer eens blijken.Doch het komt nu maar al to duidelijk aan den dag, hoe hierover de genen denken, die nog iets aan godsdienst doen. Het gemengd huwelijk is een teeken van verzwakking in het godsdienstige: een teeken, dat godsdienst in het. leven om zoo te zeggen een hijzaak is, en heelemaal geen hoofdzaak. Dat woord veronderstelt een soort haat., een radikale afweer, niet zoozeer nog tegen een perscon als wel tegen een ras. Nu behoeven we heeiemaal niet te zeggen, dat haat tegen per sonen nooit geoorloofd kan wezen, dat met daarom bij de bestrijding van dwalingen zijn hoofd koel dient te houden om de zaak niet te gaan verwarren met den persoon. De Israëlieten hebben over 't algemeen niet te klagen in dit punt. Hoe vgorkomend worden ze door de overheid behandelt als het gaat over hun godsdienstige gebruiken, zooals bij het leger, en de toepassing der wet op Zondagrust. AI heel gauw meenen ze echter een symp. toon van anti-semitisme te ontdekken, el lijkt het er in de verste verte niet op. En ze hebben dan het benijdenswaardige voorrecht een in ternationale pers aan het razen en tieren te zetten. Want dan doen ook de niet-godsdien- stige Israëlieten dapper mee. Dat er bij andere groepen en vooral bij de katholieken wel eens nelgingen to bespeuren zijn van lang niet ge ringe voorzichtigheid tegenover Israëlieten, moet in geen enkel opzicht van anti-semi- tisme geweten worden. Integendeel. De oorzaak ligt niet zoo heel ver van huis. Het feit spreekt maar al te duidelijk, dat do groote stroomingen, die het anti-katholicisme voeden, voor een groot deel op rekening komen van Israëlieten. Zeker, die zullen meestal als Israëliet ook wel niet zoo vurig in hun gods dienst zijn, maar laten nog altijd voelen, hoa ze zich innerlijk er verwant aanvoelen. Ook in Nederland liggen voorbeelden voor 't grijpen. In Rusdand en Mexico, met al wat daaromheen verzwegen wordt en vergoelijkt, wijst op het zelfde feit. Frankrijk ligt nog lieel versch in 't geheugen, en de rol die door Israë lieten in de vrijmetselalij wordt gespeeld, is lang niet gering. En daar heeft de katholieke Kerk ai heel weinig vrienden. Integendeel.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 8