ZWITSERLAND -NEDERLAND
ZATERDAG 5 MEI 1928
SPORT EN SPEL
OLYMPIADE 1928
DE ZEVENDE WEDSTRIJD TUSSCHEN BEIDE LANDEN
PROGRAMMA VAN HET
ZWEMT ORNOOI
VOtTBALBESPIEGELiNG
DE KRUIMELS VAN DE
TAFEL,
-óN DWALING
LOS VAN LEERSTELLINGEN
HET GEMENGD HUWELIJK
ANTI-SEMTETEN
De „Zwemrevue", het nieuwe officieel orgaan
▼an den Ned. Zwembond onder redactie, van
den heer A. C. Slop, waarvan het eerste num
mer thans is verschenen, bevat het volgend
programma van het Olympisch Zwem tornooi:
4 Augustus: v.m. 1500 M. vrije slag heeren;
n.m. 1500 M. vrije slag heeren, 400 M. vrije slag
dames.
5 Augustus: n.m. 1500 M. vrije slag heeren
(demi-finale), 400 M. vrije slag dame3 (deral-
finale.)
6 Augustus: v.m. 200 M. schoolslag heeren;
n.m. 1500 M. vrije slag heeren (finale). 400 M.
Vriie slag dames (filiatie).
Schoonspringen heeren (series.)
7" Augustus: v.m. 100 M. rugslag heeréh; n.m.
200 M; schoolslag dames, 20t> M.. schoolslag hee
ren (demi-finale), 400 M. vrije slag heeren.
8 Augustus: v.m. schoonspringen dames, 400
M. vrije slag heeren (demi-finale), 100 M. rug
slag (demi-finale), n.m. 200 M. schoolslag dames
(demi-finale), schoonspringen heeren (finale),
200 M. schoolslag heeren (finale.)
.9 Augustus: v.m. torenspringen heeren (se
ries), estafette 400 M. dames, estafette 800 M.
heeren; n.m. 400 M. vriie slag hëeren (finale),'
schoonspringen dames (flnaie), 400 M. estafette
dames (finale), 100 M. rugslag heeren (finale),
200 M. schoolslag dames (fin.)
10 Augustus: v.m. 100 M. vrije slag heeren;
n.m. 100 M. vrije slag heeren (demi-finale),
torenspringen dames, 100 A# vrije slag dames,
100 M. rug dames.
11 Augustus* v.m. 100 M. rug dames (demi
finale), 100 M. vrije slag dames (demi-finale),
estafette 4 X 200 M. heeren (finale); n.m. toren
springen heeren en dames (finale), 100 M. vrUe
slag heeren en dames (finale), 100 M. rug dames
finale.
Voorts zijn er lederen ochtend en middag
eeni re waterpolowedstrijden.
DE WEDSTRIJDEN VAN ZONDAG
R. K. F.
Om het kampioenschap.
Morgen wordt te Venlo de tweede robber ge
speeld om het kampioenschap der eerste klas,
waarvan de winnaar zal uitkomen in de wed
strijden om de suprematie van de geheele
R. K. F. Er kan weinig twijfel bestaan omtrent
het resultaat van de ontmoeting van morgen.
Den vorigen Zondag won Venlo in Weert met
30 van Wilhelmina; we mogen dus verwach
ten dat de Venlosche combinatie ditmaal zeker
over haar Weerter concurrenten zal zegevieren,
N. V. B.
Om het kampioenschap van Nederland.
Het programma van de kajmploenscompetitie
brengt morgen een wedstrijd, welke aan Til
burg is toebedeeld en die Z. A. C. tegen Noad
ln 't veld brengt. Deze. clubs maten onderling
haar krachten nog niet. De ontmoeting is van
veel belang, vooral voor de positie van Z. A. C.
Het verlies van een of twee punten der Zwol
lenaren zou de kans van Feijenoord zeer be
gunstigen. Nu lijkt eenig échec der bezoekers
lang niet buitengesloten, daar Noad. op eigen
veld speciaal, bijzonder goed uit den hoek komt;
de ploeg werd in Tilburg dit seizoen geen enkele
maal geklopt.
Promotie en degradatie.
V. O. C. komt voor een zware taak te staan.
De Rotterdammers moeten uit spelen en wel
tegen y. S. V„ die verzekerd is van een plaats
ln de eerste klasse, wanneer ze morgen een
enkel punt op haar tegenpartij verovert. Voor
waar een inzet, die de Velsenaren zal aandrij
ven tot inspanning van alle krachten Daarte
genover staat dat V. O. C. overtuigd Is te zul
len degradeeren wanneer ze niet wint. Ook dit
Is wel een factor die de ploeg zal aansporen
zich tot het uiterste te geven. Een spannende
strijd kan dus worden tegemoet gezien, waar
van omtrent den uitslag niets vast te voor
spellen. Het moreel der Rotterdamsche ploeg
Is uitstekend, het enthousiasme laait hooger uit
dan ooit te voren in dit seizoen. Vele stadge-
nooten zullen bovendien het elftal vergezellen
(de trein vertrekt 11.32 uur D.P.i). Een extra
nummer van het clubblad roept alle krachten
nog eens te wapen, de laatste kans wordt in
proza en poëzie te kijk gesteld en belicht en
de aanvoerder vuurt zijn mannen aan met ver
eende krachten er voor te zorgen dat V. O. C.
met Nieuwjaar haar 25-jarig bestaan als eerste
klasser vieren kan. Wt) sluiten ons van harte
hierbij aan en hopen dat de rood-zwarten in
laatste instantie den noodlottlgen gang van
zaken tot staan zullen brengen.
DE HISTORIE
Morgen komen te Basel de vertegenwoordi
gende elftallen van Nederland en Zwitserland
tegenover elkaar voor de zevende maal.
Da eerste ontmoeting had plaats op 16 Mei
1920 te Basel en werd door de Zwitsers met
21 gewonnen. De oranjeploeg bestond toen
uit de volgende spelers; Mac Neiil (doel);
Denls en Verwey (achter); Mommers, Ruf-
fiel so en Steeman (midden)de Natris, Van
Dort, Boelie Kessler, Van Dier men en Dé
Kessier (voor). Mommers viel voor dé rust
uit wegens een knie-ongéva.1Vèrlegh viël
toen in.
Het tweede treffen had plaats op 28 Maart
1921 te A'dam en nu kwam Nederland met
20 aan de overwinning door het volgende
elftal: Van Tilburg (dóel); Baay en Stevens
(achter); Campioni, Hoogstede en De Kruyff
(midden); De Natris, Boelie Kassier, Dé
Kessler, Dêlsèn ch G'upfërt (voor).
De derde wedstrijd werd op 19 November
1922 te Bern gespeeld. We leden met 50 oen
smadelijke nederlaag. Onze ploeg, bevatte toen
I de volgende spdei's:-'Van Tilburg (doel) Pel
ser en Denis (achter); Hordijk, Hulsman en.
Steeman (midden)Boelie Kessler, Df" vre,
Schot, Soons en Petit (voor).
De schande van Bern werd op 20 November
1923 te Amsterdam met 41 gewroken. We
kwamen toen uit met: De Boer (doel)Denis
en Tetzner (achter)Hulsman, Bui en Krom
(midden); Groosjohan, Verlegh, Van Son, De
Haas en Sigmond (voor).
De vijfde wedstrijd op 19 April 1925 echter
leverde ons in Zurich weer een zware neder
laag. Nederland verloor met 41 in dé vol
gende samenstelling: Van der Meulon (doel);
Denis en Van Dijlte (achter) Lefèvre, Bul en
Van Heel (midden); Gielens, Volkers, Buiten
weg, Baar van Slangenbuigh on De Natris
(voor). In die ontmoeting werd na een ruim
half uur spelen Van der Meulen door Schin-
deler vervangen, terwijl in de tweede helft
Buitenweg uitviel, wiens plaats door Vissen-
werd ingenomen.
De zesde wedstrijd had in ons land plaats en
bracht do gebruikelijke revanche, Zwitserland
werd op 28 Maart 1926 te Amsterdam met 50
verslagen. Het Nederlandsche elftal bestond
bij die gelegenheid uit de volgende spelers:
v. d. Meuten (doel), Denis (H.B.S.) en van
Kol (achter); Krom (R.C.H.), van Linge (Be
Quick) en van Heel (Feijenoord) midden; Gie
lens (Heircules), Tap (A.D.O.), Pijl (Feijenoord),
Ruisch (D.F.C.) en Sigmond (H.F.C.) voor.
Het totaal resultaat kan in de volgende cij
fers worden geresumeerd:
gesp. gew. g'el. verl. put doelp. gem.
Nederland 6 3 3 6 13—12 1
Zwitserland 6 3 3 6 12—13 1.—
HET ZWITSERSCHE ÈLFTAl.
Over de samenstelling van het Zwitsersche
elftal schrijft onze correspondent te Genève
liet volgende:
„De technische commissie ia van oordeel,
dat thans genoeg proefnemingen zijn genomen
en dat derhalve tegen Nederland op 6 Mei te
Basel het elftal kan worden opgesteld, ..dat
definitief het meest waardig wordt geacht de
Zwitsersche kleuren tijdens de Olympische
Sipeien te Amsterdam te verdedigen."
Aldus het offtcléele oommuntqué van da
technische commissie van den Zwiltsemschen
Voetbal Bond na haar laatste vergadering,
waarin zij had bepaald, welke spelers aanstaan,
den Zondag te Basel tegen Nederland zullen
uitkomen. 1
Hieruit blijkt dus, dat tihans voor het eerst
het Zwitsersche elftal spelen zal 1n-zijn defini
tieve; Olympische samenstelling. Tegen Zweden,
tegen Italië, tegen Frankrijk, tegen Duitsch-
land had de technische commissie het elftal
i steeds als het ware opaettelijk, verzwakt in de
hoop nieuwe spelers te ontdekken, die wellicht
meer voldoening zouden, geven dan de reeds
I, uit het vorige seizoen bekende oudere spelers,
die natuurlijk -niet zonder tekortkomingen
zijn. De nadering van Amsterdam heeft de
Zwitsersche elttsdcommiissie. zooals ook wel
die van andere landen, de Nederlandsche niet
uitgezonderd, bewogen tót waagstuikjes met be
trekking tot de vervulling van een bepaalden
post, die in andere jaren waarschijnlijk zouden
zijn achterwege gebleven. Of dat voortdurende
ptbbeen-en van 'nieuwe spelers en hét daardoor
voortdurend wijzigen van de elftal-opatelling
niét te lang Is voorgezet, vooral hier in Zwit
serland, zou ik niet durven ontkennen. De
geest van het elftal heeft ongetwijfeld onder
dat voortdurend wijzigen geleden, een goed
verband tussohen de verschillende linies la
niet verkregen, de voorhoede heeft niet leecen
samenspelen en ten slotte heeft de wel wat
nonchalante wijze, waarop de elftalcommissie
zich jegens de spelers ia het algemeen gedroeg,
die vaak een plaats in het nationale elf tal ver
kregen om dan na één ongelukkigen competi
tie-wedstrijd, waarin zij niet op dreef waren,
eenvoudig weder eruit verdreven te worden,
negal kwaad bloed onder de spelers gewekt,
hetgeen natuurlijk op hun animo om in den
1 anden wedstrijd met dezelfde geestdrift te
kampen als in beker- of competitie-wedstrijden
voor hun cluto, verslappend werkte.
Thans is echter het stelsel der proef nomingen
geëindigd. De elftalcommissie heeft ingezien,
dat niet iedere verandering een verbetering is
en is thans weder tot haar oude liefde terugge
keerd tot de spelers, die reeds in vorige jaren
het nationale roode hemd met het witte kruis
gedragen hebben en die mecrendeels ook dit
seizoen nog tegen Zweden zijn uitgekomen,
doch daarna de één na den ander voor steeds
opnieuw mislukte „proefnemingen" hebben
moeten plaats maken.
Séchehaye, de talentvolle doel verdediger,
Ramseyer, de beroemde Internationale links-
verdediger, en Jaggi, de nog jonge voorhoede-
speler, zijn de eeaigen, in wie de elftalcom
missie ononderbroken haar vertrouwen heeft
gehandhaafddaarbij heeft Jaggi bovendien
nog een paar keeren op een verschillende plaats
in de voorhoede moeten spélen! Men kan dus
waarlijk .de technische commissie niet, van ge
brek aan fantasie, van een blindelings vast
houden aan eenmaal gekozen spelers beschul
digen, en er Is onder de Zwitseroóhe voetbal-
vrienden over het algemeen een- zucht van op
luchting te bemerken geweest, toen zij ver
namen, dat het tijdperk van proefnemingen
thans gesloten is, en teen zij weder al die be
kende namen van spelers, die allen reeds
vroeger Internationalen roem geoogst hadden,
ln het nationale elftal terugvonden; Eén min
der bekende speler zal Zondag nog tegen Neder
land uitkomen en eenigérmate als proefneming
nog te beschouwen rijn: de middenvoor Room-
berg (Aarau), een speler die een paar Jaren
geleden een seizoen lang ln Nederland heeft
gespeeld voor de Eindfhovensche P.S.V. Doch
deze proefneming is een door de omstandig
heden noodzakelijke. Men hoop namelijk de
hulp van den thans in Frankfurt spelenden
Dietrich, den schitterenden. Zwijtskrsohen
middenvoor tijdens de Olympische Spelen in
1924 te Parijs, voor Amsterdam te kunnen vef-
krijgen; Doch Dietrich is Zondag tegen Neder-
land verhinderd en zal dus dooT Róomberg
I wérden vervangen. Misschien speelt deze te
Basel tegen zijn Oude Holi&ndsdhe roetvalool-
lega's wel zoo schitterend, dat men ook hem
i een vaste plaats in het. elftal geven Zal!
Het bovenstaande moge voldoende zijn, om
de overtuiging te schenken, dat het Zwltser-
rschs elftal Zondag a.s. waarschijnlijk met heel
wiat meer geestdrift lm den strijd eal trekken
dam tijdens het tijdperk der domoral iseerende
proefnemingen, Iedere speler, met uitzondering
dan van Roomhors, zal Zondag weten, dat hij
met, de andere spelers van het elftal ook op de
Olympische Spelen zal uitkomen en het ver-
langen, ook thans weder op de Olympische
Spelen een eerste plaats voor Zwitserland te
helpen veroveren, zal de spelers stellig in dezen
eersten oefenwedstrijd Voor Amsterdam tot de
uiterste krachtsinspanning bewegen! En daar
het bovendien allen geroutineerde internatio
nale spelers zijn, zonder debuut-koorts, ver
trouwt men in Zwitserland erop, dat de spe
lers spoedig het noodlge onderlinge verband
wel zullen kunnen vinden, Het Nederlandsche
elftal moet dus wel op sterken tegenstand re
kenen. Indien dé spelers van het Zwitsersche
elftal ln de tegenwoordige samenstelling eenigs-
zins overeenkomstig hun eigen kracht spelen,
geloof ik niet. dat het waarschijnlijk is, dat de
traditie, dat Zwitserland op Zwitsersohen bo
dem wint (evenals Nederland steeds won te
Amsterdam), Zondag zal verbroken worden.
Het Nederlandsch elftal heb ik in dit sei
zoen slechts éénmaal zten spelen en wel in No
vember tegen Zweden, onmiddellijk na den wed
strijd der Zweden tegen Zwitserland te Zürich,
dien ik ook heb bijgewoond. Het spel der Ne
derlandsche voorhoede viel mij toen geducht
tegen, na al het fraais, dat Ik over de Neder
landsche voorhoede tegen Newcastle United
gelezen had. Men troostte mij toen met de me-
dedeöling, dat onze voorhoede juist tegen de
Zweden een heel ongelukkigen dag had gehad!
Helaas schiiut uit. do hierop gevolgde wedstrij
den tegen België en Denemarken te volgen,
dat die ongelukkige dag onzer voorhoede nog
steeds voortduurt!
Komt hierin te Basel geen verbetering, dan
Bullen de vijf Oranje-hemden niet gemakkelijk
kunnen doelpunten. Want het Zwitsersche ach
ter-trio ls uitstekend, daarover bestaat hier
geen me miagr.varschil. De jonge Séchehaye in
het doel heeft nog nimmer teleurgesteld; hij
ls vlug en beweeglijk, doch bovendien ook bij
gemakkelijker ballen steeds betrouwbaar. Het
is alleen de vraag, of hij niet overtraiud ls.
Zondag in. den kampioenschaps wedstrijd „Etoi-
le Carotigé" tegen „Grasshoppers" gaf hij blijk
zijn zenuwen niet meer in bedwang te hebben;
de anders steeds uiterst sportieve en sympathie
ke speler wilde plotseling protesteerend het
veld verlaten, omdat de scheidsrechter een doel
punt toekende, dat volgens Séchehaye buitenspel
gemaakt was. De internationale doedverdediger
bezorgde toen al zijn waren vrienden èn zich
zelf een uiterst pijnlijk oogenhlik. Doch men
mag wel vertrouwen, dat hij im land c n wed st rij -
don zich bewust zal blijven van de verantwoor
delijkheden, die uit het oogpunt der interna
tionale waardigheid op hem rusten. Bedenke
lijk zou het echter voor Zwitserland eruit
zien, als dit incident van Zondag eeoa symptoom
was, dat de zenuwen van den jongen Interna
tionalen doelverdediger „op" zijn, hetgeen na
een zwaar seizoen, waarin zijn club het vooral
aan Séchehaye te danken heeft gehad, dat zij
het westelijke kampioenschap won, en waarin
van Séchehaye ook in vier landenwedstrijden
heel veel gevergd werd, niet zoo heel verwon
derlijk zou zijn!
De verdedigers, Ramseyer (F. C. Bern) en
Dubouchet (Etoile Carouge) zijn misschen iet
wat langzaam, dooh heel trap vast en weten
goed met elkander en met Séchehaye samen
te spelen. Ramseyer i3 uit zijn successen tij
dens de Olympische Spelen reeds genoeg be
kend; hij vecht nog altijd als een leeuw en ont
ziet daarbij den tegenstander niet. Dubouchet
heeft verleden Zondag, mèt Séchehaye, zijn
Club „Etoile Oarouge" voor een debacle tegen
de „Grasshoppers" behoed. Telkens weder wist
Dubouchet op het laatste oogenhlik plotseling
tüsschen belden te komen en te redden. Fijne
spelers als Denis zijn de Zwitsersche achter-
hoedespelera niet, dooh de Neder!andeohe voor
hoede zal beter moeten spelen don tegen Zwe
den in November, om tegen dit rébus te Zwlt-
aeirsche achterstel succes te verkrijgen!
De middenlinie ls het voorwerp der meeste
proefnemingen geweest. Dat men thans het
stel Fassler (Young Boys) Pichler (Ser-
vette) de Lavallaz (Grasshoppers) gekozen
heeft, is een noodbesluit, dat zeker geen reden
tot geestdrift biedt. Het bewijst, dat men op
het oogenhlik in Zwitserland geen midden
spelers van internationalen rang bezit. Toch
ls iedereen verheugd, dat men thans weder
ervaren spelers in de middenlinie geplaatst
heeft. Van Fassler en Pichlër is in ieder geval
een betere ondersteuning der voorhoede te ver
wachten dan van de jeugdige spelers, die do
één na den ander vooral ten opzichte van da
ondersteuning der voorhoede een mislukking
werden. Fassler eu Pichler beginnen echter
wat langzaam te worden en Pichler kan tegen
het einde van den wedstrijd meestal niet meer
heelemaal mee. Fassler is en blijft echter de
geboren voetballer, een speler van ras, die
altijd nog wei verrassend goede momenten
heeft. Pichler is meer dë technisch-weten-
schappelijke werker, die in ieder geval het
verband in de ploeg weet te houden. De La
vallaz is de minst begaafde Van de drie, dia
echter op het oogenhlik wel op het hoogtepunt
van zijn persoonlijk kunnen staat, wat vaa
de andere twee niét meer kan gezegd worden.
Dé voorhoede is en blijft het grootë vraag-
teeken. Niet alleen door den middenvoor
Roomberg, die slechts één internationalen wed
strijd (tegen Frankrijk) heeft medegespeekl
en door het uitvallen van den Zwitserschen
linksbuiten, waardoor de voorhoede bijna drie
kwartier uit slechts vier man bestond, niet
beoordeeld kon worden. Doch ook de linker
vleugel Bailly (Servette)—Abegglen (Grass
hoppers) en de rechtervleugel Tschirren
(Grasshoppers)Jaggi (Servette) maken een
voorspelling omtrent het door hen te toonen
spelpeil zeer moeilijk! Ik heb alle vier schit
terend ziel spelen, doch ik heb ze ook zien
knoeien op een onbegrijpelijke wijze. Bailly en
Tschirren kunnen uiterst snelle vleugels zijn,
zij kunnen beiden ook zelf doelpunten maken,
doch zij hebben ook dagen, waarop zij flauw eu
laks spelen en weinig beteekenen. Nog sterker
is dit met de binnenspelers Abegglen en Jaggi
het geval. Zooals Abegglen Zondag j.l. tegen de
„Grasshoppers" speelde, was hij weder het
„kleine wonder van Golombes", ln 1924 door
het internationale publiek bewonderd en toe
gejuicht. En zooals Jaggi „Servette" den Zwit
serschen beker deed winnen in den eindstrijd
tegen de Grasshoppers, toen Abegglen teleur
stelde en Tschirren slechts matig bevredigen
kon, zooals Jaggi in de eerste helft van den
landeuwedstrijd tegen Frankrijk speelde en met
schitterende schoten verraste en doelpuntte,
zoo zou men zeggen, dat Zwitserland geen
beteren rechtsbinnen zou kunnen wenschen.
Doch denkt men dan weder aan het futlooze
spel dier beiden tegen Duitschland, behalve
in het laatste kwartier, dan zou men geneigd
zijn te zeggen, dat Denis en van ICol het op
hun sloffen zullen kunnen afdoen!
DE V*-R Af ACHTING
Uit de resultaten van de vorige wedstrijden
tussohen heide landen blijkt, dat elke ploeg op
eigen gebied een ruime meerderheid te behalen
wiat. Te verwonderen behoeft dit niet, als men
den invloed van liet klimaat in aanmerking
neemt dat in het Alpenland aanmerkelijk ver
schilt met dat van onze lage kustvlakten. De
bezoekende partij is daardoor steeds zwaar ge
handicapt, wijl de tijd te voren om te acclima-
tiseeren ontbreekt.
Een nederlaag is ons dan ook zoo goed als
zelker bij voorbaat op een briefje geschreven,
alleen de juiste cijfers dienen nog te worden
ingevuld. We mogen intusschen de wisselval
ligheid van het voethal niet geheel uitschake
len noch ook het feit dat ons Nederlandsch
elftal reeds in zijn huidige samenstelling ia
uitgekomen en de ploeg den laatsten interland
wedstrijd speelt vóór het ingaan van de Olym
pische kampioenschappen. Wellicht dat deze
omstandigheden dit maal eenige wending ln
den gewonen gang van zaken kunnen brengen
ten voordeele van onze vertegenwoordigers.
Wanneer we dus morgen verliezen het-
geen volgens de traditie wel waarschijnlijk is
mag de nederlaag den onzen niet zwaar
worden aangerekend; een gelijk spel of een
onverhoopte zege zou intusschen aan de kwa
liteit van het Nederlandsch elftal bijzonder
relief geven.
DE ELFTALLEN
De samenstelling der elftallen is de volgende:
Zwitserland:
SECHE HAYE
(Etoile Carouge)
DUBOUCHET
(Etoile Garouge)
FaSSLER PICHLER
(Young Boys) (Servette)
TSCHIRREN J GGI ROOM BERG
(Grasshoppers) (Servette) (F. C. Aarau)
RAMSïpES
(F. C. Bern)
DE LAVALLAZ
(Grasshoppers)
ABEGGLEN BAILLY
(Grasshoppers) (Servette)
Scheidsrechter
WEBER
(Sparta)
SCHREURS
(Roermond)
N e-de r 1 and:
SMEETS
(H.B.S.)
VAN KOL
(Ajax)
O BRAUN (Oostenrijk)
TAP KOOLS ELFRING
(A.D.O.) (N.A.C.) (Alcmarla)
MASSY VAN BOXTEL
(Roermond) (N.A.C.)
DENIS
(H.B.S., aanvoerderx
VAN DER MEULEN
(H.F.C.)
Reserves: voor Zwitserland: Grünetsen (Nordstern), De Weck, Neuenschwander, Max
Weiier (allen Grasshoppers).
Voor Nederland: De Boer (Ajax), Van der Zalm (V.U.C.), Krom (R.C.H.), Prins (Sparta),
Iu de lente botten de .hoornen uit; komen
in bloei; en dat bloeien beteekent beloften
van vruchten. Hebben we daarom zoo'n
menigte congressen den laatsten tijd?
Ook het Anarchistisch Verbond heeft zijn
congres gehad. De boom schoot ln bloei en
prijkt nu met de beloftenrijke tooi van een
strijdprogram. Ze hebben.natuurlijk een gron-
digen hekel aan alle mogelijke gezag: in al
zlln vormen. „Het zal zich richten tegen den
staat en de huidige maatschappelijke orda.
tegen alle instituten, die Individu en massa
in onderwerping willen houden."
Gok tegen het ouderlijk gezag? Ook tegen
gezag op school en op de werkplaats? Een
prachtige opvoedingsmethode: kinderen moe
ten maar voor zich zelf zorgen, naar het
schijnt.
Natuurlijk staat in dat program ook Iets
over den godsdienst. Daar kunnen ze nu een
maal niet bulten. Zoo zegt het program;
„Tegenover rassen- en klassenoverheerschlng
etelt het de vrijheid, gelijkheid en broeder-
schap der menschen." Zit daar niet een klein
beetje onoprechtheid in? Bedoelt dat program--
punt niet Slechts in zoover vrijheid, gelijk-
heid en broederschap te bevorderen, als die
vrijheid het eens is met dat strijdende ver
bond? Altijd het bude: wij verkondigen do
vrijheid, jawel, doch alleen voor ons en onze
vrienden.
„Tegenover den godsdienst de rede", zegt
bet program. Jongen, wat een dommigheid je!
Want di» rede zegt juist, dat godsdienst
„redelijk" ls. ,Een oud beestje van stal ge
haald door te beweren: wie aan godsdienst
houdt, moet zijn versland naar den lommerd
brengen. Dat gammele ding kan met den
besten jockey erop nog niet meer draven;
het haalt zelfs geen vijftig meter race. Een
beetje meer gezond gebruik van de „rede"
zon dat verbond werkelijk goed te pas komen.
En ge voelt al die vrijheid en die gelijkheid
en dié broederschap aankomen voor alle men
schen, behalve.... die aan godsdienst doen.
Godsdienst heefit niets om het lijf, het ia
dwaas, onmogelijk, kinderachtig, onwetenschap
pelijk, werd en wordt geaegd en geschreven.
De menschen, volgens vaste voorspelling,
groeien daar al lang bovenuit; godsdienst kan
niet als een factor In het maatschappelijk leven
meetellen, moet buiten beschouwing gelaten
worden, enf het nuchtere feit van onzen tijjd
staat vlak voor ons: nooit stond godsdienst
meer ln het midden der belangstelling. Kent
de geschiedenis wel een tijd, dat godsdienst
voor- en tegenstanders wel meer bezig hield?
Zelfs de sociaal-democraten worden gedrongen
er zich mee ln te laten, heelemaal tegen hun
eigen voorspelling ln.
Natuurlijk staan ze nog maar aan 't eerste
begin. En toch juist bij dat begin al, o, de
zorg is zoo groot moet klaar en duidelijk
gemaakt worden, zal ze ln geen geval iets te
doen willen hebben met dogma's. Dat nooit!
zei van Speijk. Al de dwaasheid die verkocht
werd om het socialisme aannemelijk te maken
voor een katholiek, zet de onoprechtheid of
de onkunde der religieuse socialisten, en hen.
die er gebruik van maken, in het helderste
licht. Dominee Herreus de Haas, niet de minste
om de sociaal-democraten religieus te maken,
kan toch niet nalaten, het katholiek geloof
uit te schakelen. Komt niet in aanmerking.
Wie is volgens hem „religieus?" „De mensch,
dia met. eigen geweten en ongeloof, probeert
iets te grijlpen van de eeuwige wereld waarheid,
die is waarlijk religieus. Zoo moet men de
religieuse gedachte, los van de leerstellingen,
honderden jaren geleden vastgesteld, zien"
Telkens en telkens weer, bij alle religieus,
gezindheid hoort men den diepen ondertoon:
in geen geval terug naar de oude ideologiën,
naar de oude Kerk, naar bet dogma.
Natuurlijk bedoelen ze hier niets anders dan
vooral den katholieken godsdienst onder de
voeten uit te blijven. Want als er ergens van
dogma sprake Is, niet waar, dan toch wei hij
katholieken.
Waarom spreekt dominee Hor reus de Haas
voor de socialistische gemeente, een uitzender
klaagde, dat die beroemde spreker zoo weinig
hoorders had ln Rotterdam, ie dat ook een
teeken? Laat hem dan eens uiteenzetten, wat
een katholiek kan aanvangen met de soclalia-
tisch-religleuse gedachte.
Want met dat nleuwigheldje wil men toch
ook de katholieken rangen voor het socia
lisme!
We hebben al eens geschreven over het -
ontslag-aanvragen van den opperrabijn dr,
B. L. Ritter, in verband met zijn afkeer van
het gemengd huwelijk bij Israëlieten. Die
kwestie duurt nog voort. Met die interne
aangelegenheid hebben we niets te maken;
we willen ook alleen maar eens de aandacht
vestigen op enkele uitingen over het gemengd
huwelijk in Israëlitische» kring, We clteeren
hierbij de N. R. C.
„De heer C. v. Creveld zegt, dat inwilliging
van het verzoek der opperrabbijnen hem
gewenscht voorkomt met het oog op de
schrikbarende toeneming van het aantal ge
mengde huwelijken, waarover ook in dezen
raad zoo dikwijls klachten zijn geuit." Dus
ook al niet: welkom vreemdeling! Ook daar
schrik én angst voor dat feit. Ook daar
heelemaal geen tegemoetkoming. Ook daar
nog een hoogere maatstaf aan het huwelijk
dan alleen maar een soort liefde. Arts M.
Hertzberger zou er niet tegen zijn, gemengd
gehuwden van het lidmaatschap der gemeen
ten uit te sluiten.
Mr. H. Sanders zei, dat niemand een ge
mengd gehuwfde tot lid van den kerkeraad zou
willen kiezen; te veronderstellen, dat dit zou
kunnen geschieden, zou een slag in 't gelaat
der kiezers zijn.
Mr. L. v. Dantzig gaat nog verder: gemengd
gehuwden moeten beschouwd worden als leven
de ln oen onwettige samenleving. Hij gebruik
te het woord: concubinaat.
Waarom we dien uitingen aanhalen? Niet
voor ons zelf:een godsdienst die zijn houding
zou bepalen na eerst andersdenkenden naar
de oogen gekeken te hebben, verdient niet
eens de naam van een overtuiging. Doch voor
degene, dié heel de geschiedenis van het ge
mengd huwelijk, als een karakteristiek katho
liek heibeltje hebben willen brandmerken.
Daaruit moet de echt-katholieke bekrompen
heid weer eens blijken.Doch het komt nu maar
al to duidelijk aan den dag, hoe hierover de
genen denken, die nog iets aan godsdienst
doen.
Het gemengd huwelijk is een teeken van
verzwakking in het godsdienstige: een teeken,
dat godsdienst in het. leven om zoo te zeggen
een hijzaak is, en heelemaal geen hoofdzaak.
Dat woord veronderstelt een soort haat., een
radikale afweer, niet zoozeer nog tegen een
perscon als wel tegen een ras. Nu behoeven we
heeiemaal niet te zeggen, dat haat tegen per
sonen nooit geoorloofd kan wezen, dat met
daarom bij de bestrijding van dwalingen zijn
hoofd koel dient te houden om de zaak niet te
gaan verwarren met den persoon.
De Israëlieten hebben over 't algemeen niet
te klagen in dit punt. Hoe vgorkomend worden
ze door de overheid behandelt als het gaat over
hun godsdienstige gebruiken, zooals bij het
leger, en de toepassing der wet op Zondagrust.
AI heel gauw meenen ze echter een symp.
toon van anti-semitisme te ontdekken, el lijkt
het er in de verste verte niet op. En ze hebben
dan het benijdenswaardige voorrecht een in
ternationale pers aan het razen en tieren te
zetten. Want dan doen ook de niet-godsdien-
stige Israëlieten dapper mee. Dat er bij andere
groepen en vooral bij de katholieken wel eens
nelgingen to bespeuren zijn van lang niet ge
ringe voorzichtigheid tegenover Israëlieten,
moet in geen enkel opzicht van anti-semi-
tisme geweten worden. Integendeel. De oorzaak
ligt niet zoo heel ver van huis.
Het feit spreekt maar al te duidelijk, dat do
groote stroomingen, die het anti-katholicisme
voeden, voor een groot deel op rekening komen
van Israëlieten. Zeker, die zullen meestal als
Israëliet ook wel niet zoo vurig in hun gods
dienst zijn, maar laten nog altijd voelen, hoa
ze zich innerlijk er verwant aanvoelen.
Ook in Nederland liggen voorbeelden voor
't grijpen. In Rusdand en Mexico, met al wat
daaromheen verzwegen wordt en vergoelijkt,
wijst op het zelfde feit. Frankrijk ligt nog lieel
versch in 't geheugen, en de rol die door Israë
lieten in de vrijmetselalij wordt gespeeld, is
lang niet gering. En daar heeft de katholieke
Kerk ai heel weinig vrienden. Integendeel.