FEUILLETON GEKJN AKI 'DINSDAG 8 MEI 1928 TWEEDE BLAD PAGINA 2 VRACHTAUTO OVER DEN KOP IN EEN SLOOT GESLAGEN OM SCHOONER OP TE BLOEIEN DE RADIO OP 30 APRIL De minister wordt door twee Kamerleden ondervraagd MAATREGELEN VOOR DE TOEKOMST OF DB MINISTER VERANTWOORDELIJK WAS? De lieer Boon heeft den Minister van Water staat de volgende schriftelijke vragen gesteld 1. Is het juist, dat in een contract, bestaande tusschen de neutrale A.V.R.O. en de socialis tische V.A.R.A., welk contract tot stand kwam op aandrang van den Minister van Waterstaat, die gelastte de V.A.R.A. hij den zonder te Hil versum over te brengen, een bepaling is op genomen, waarbij aan de V.A.R.A. werd toege staan, behalve op Zaterdagen en Zondagen pro gramma's nit te zenden op esn aantal hoogtij dagen, als daar o.a. zijn 1 Mei en de vooravond? 2. Is het juist, dat de Minister aan het woord „vooravond" niet de uitlegging heeft ge geven van voorgedeelte van den avond van een „hoogtijdag" maar van vorigen avond en zoo ja, waarop is dan die interpretatie gebaseerd? 3. Is de Minister niet van oordeel, dat het programma van de A.V.R.O., o.a. bevattende het Wilhelmus, een aantal Nederlandsche volks liederen en liederen nit Valerius' Gedenek- klanck op den geboortedag van de troonopvolg ster meer in overeenstemming ware geweest met de gevoelens van het overgroote deel van* het Nederlandsche volk dan een uitzending door een anti-monarchistische partij? 4. Is de Minister niet van oordeel, dat nu de V.A.R.A, de onkieschheid heeft gehad dezen avond voor zich op te eisehen, daarbij steunende op een al of niet juiste uitlegging van de bestaande overeenkomst het de plicht van een Minister der Kroon is te vooi komen, dat dergelijke gebeurtenissen zich herhalen? 5- Zoo ja, is de Minister dan bereid te bevorderen, dat in de betreffende overeenkomst zoodanige wijzigingen worden gebracht, dat ver schil van interpretatie op dit punt onmogelijk wordt Voorts heeft de heer Krijger dpn Minister nog de volgende vragen gesteld Is de Minister bereid mede te deelen of, zoo ja, in hoeverre Zijn Excellentie verantwoorde lijk is voor den inhoud en de totstandkoming van de overeenkomst van 13 April 1927 tusschen de A.V.R.O. en de V.A.R.A. ter zake van den radio-omroep op 30 April j.l. Stemt de Minister niet toe, dat de nationale beteekenis van 30 April vordert, dat de radio- omroep op dien dag zoodanig behoort te zijn geregeld, dat deze niet In strijd is met de nationale gevoelens, waaraan op dien dag, mede op voorbeeld van de regeering, op verschil lende wijze uiting wordt gegeven, en acht Zijn Excellentie het gebeurde op 30 April j.l. bier mede al dan niet in overeenstemming Heeft de Minister pogingen aangewend om bet gebeurde op 30 April j.l. 'ijdig te voor komen; zoo neen, wat Is dan daar ran de reden, zoo ja, waarin hebben die pogingen dan be staan en waarop zijn zij afgestuit Op grond waarvan heeft de Minister, bij ge bleken verschil tusschen partijen, aan iet woord „vooravond" een beteekenis toegekend, die, naar het schijnt, in strijd is met de in de radiowereld gangbare opvatting Is de Minister bereid maatregelen te nemen om herhaling van het gebeurde op 30 April j.l. te voorkomen GET DEKENAAT ELS Z. D. H. de Aartsbisschop van Utrecht heeft op diens verzoek om gezondheidsredenen eer vol ontslag verleend aan den zeereerw heer H. B. Bodifëe als Deken van het Dekenaat Eist en als zoodanig benoemd den zeereerw heer H. M. Kool. pastoor te Eist AANBEVELINGEN VOOR MISSIëN EN ANDERE GOEDE WERKEN Hoe te handelen in twijfelachtige gevallen In verband met het episcopale verbod aan de bladen oiu zonder toestemming van den Bisschop aanbevelingen te plaatsen of inschrij ving te houden voor de missie of andere goede werken en naar aanleidihg van het feit, dat nog herhaalde malen plaatsing wordt verzocht voor dergelijke aanbevelingen, waar bij het dan niet uit te maken is of zij onder de bedoelde bepalingen vallen, heeft „De Grondwet" zich tot Z. D. H. den Bisschop van Breda gewend met verzoek boe in derge lijke min of meer twijfelachtige gevallen ge handeld moet wo-rden. Van Z. D. H. den Bisschop mocht ,.De Grondwet" daarop het volgende antwoord ont vangen: „In twijfelachtige gevallen Iaat u de be trokken persoon een bewijs overleveren van den Bisschop. Niet u, maar zij moeten toonen, dat alles in orde Is. (w.g.) P. HOPMANS, Bisschop van Breda. D®5 CARNAVALSVIERING TE 'S BFFiRTOGENBOSCH Actie tot af schaf fin De zeereerw. heeren pastoors van 's Har- togenboseh hebben een adres aan den ge meenteraad gezonden, waarin zij den Raad verzoeken de amendementen Nïvard c.s. goed te keuren inzake de Carnavalsviering voor zooveel betreft het afschaffen van het late sluitingsuur zoowel als het verbieden van optochten en beperken van dansgelegenheden. Zij doen dit verzoek omdat het hun vaste overtuiging i.s, dat de Carnavalsviering, zoo als die zich van jaar tot jaar ontwikkelt, voor zeer velen een naaste gelegenheid ls tot grove uitspattingen op zedelijk gebied en doen tot groote zonde, welke gelegenheid door hen, die ln overheid gesteld zijn. op geenerlei wijze mag worden bevorderd. R. K. BMNDENBOND „ST. ODTLIA" Een congres fe Utrecht In het Sint Josephgehouw te Utrecht kwam het hoofdbestuur van genoemden bond bijeen in huishoudelijke vergadering. Deze vergadering was speciaal bedoeld air een voorbereiding voor het Blinden-Congres dat dezen zomer in Utrecht zal worden ge houden. De afdeelingen Limburg en Utrecht, treden dit jaar tot den Rond officieel toe. Er werd op aangedrongen, vooral die blin den, welke nog geen lid zijn van den Bond. op te wekken als lid toe te treden. MGR. PANKEN. Spoedig herstel te wachten De toestand van Mgr. Pauken, kanunnik van het Kathedraal Kapittel te 's-Hertogenhosch, die in het Liefdegesticht te Geffen verblijft en wien Zaterdag de laatste H.H, Sacramenten werden toegediend, is goed vooruitgaan-de. zoo- dat. spoedig herstel te verwachten is. P ASTOOR moer el Ifersfcld -tit liet Ziekenhui- De Zeereerw. Heer J. Moerel, pastoor ie Nieuwerkerk a. d. IJssel, die sinds eenigen tijd in het st- Franoiscus-Gasthuis te Rotterdam werd verpleegd, is gisteren geheel her&tcld weer naar zijn standplaats teruggekeerd. NED. R. K. ONDEfROFFICIERENBOND „ST. MARTTNUS" De Algemcene jaarvergadering Op 7 en 8 Mei hield de R. K. Onderofficiers- bond „St. Martinits" zijn jaarvergadering te Arnhem, onder leiding van den heer J. J. M. van 't Walderveen. In zijn openingswoord gaf de voorzitter een uiteenzetting van de salariskwestie, ten aan zien waarvan de bond zich nog niet in een bevredigende oplossing verheugen mag. Naast een aansporing tot het behartigen van de tijdelijke belangen, meende spr. eveneens met nadruk de aandacht te moeten vestigen op het geestelijk welzijn. Verder deelde spr. mede, dat door gezamen- lijlken arbeid ook voor wat het Reservefonds van den Bond betreft, de 10.000.— reeds is gepasseerd. Na een beschouwing over dreigen de wereldrevolutie gegeven te hebben, waarop tijdsomstandigheden en moderne internationale anti-katholieke tendeuzen duiden, betoogde spr. da noodzakelijkheid, dat de leden van „St. Martinus" nog meer dan in het verleden den er ij a aanbinden en pal staan voor Room- sche principes. Bij de bespreking van het bestuursbeleid, legde de vertegenwoordiger der afdeeling Arn hem den nadruk op het salarisvraagstuk. De vertegenwoordiger van Ede drong aan op de totstandkoming van een ziekenfonds. Door de verificatie-commissie werd vervol gens verslag uitgebracht en het jaarverslag van den penningmeester onder applaus goed gekeurd. Namens verschillende afdeelingen werden door gedelegeerden onder luid applaus en dankzegging door den voorzitter tijdens de vergadering eenige honderden guldens aan den bondspenmingmeester overgedragen voor het reservefonds. Herkozen werden de bestuursleden de heeren J. Rijpkema, Th Nieirwemhuyzen en J. Groffen, en als redacteur-administrateur, de heer J. J. M. van 't Walderveen. In 1927 is een resolutie met de stemmen van 2 afdeelingen tegen aangenomen voor de tof standkoming van een Spaar- en Voorschotkas, waaruit de leden zullen worden geholpen in moeilijke omstandigheden, ziekte en andere Thans zijn van 2 afdeelingen voorstellen inge komen tot oprichting van een ziekenfonds. De voorzitter zette uiteen de bezwaren aan de totstandkoming van een ziekenfonds verbon den. Het is eerder mogelijk uit de S.V.K. de leden te verzorgen, dan uit een Ziekenfonds, reden waarom het hoofdbestuur zich voor de onmogelijkheid van de totstandkoming van een ziekenfonds uitsprak. Dit punt gaf aanleiding tot warme discu- sies. Resumeerende, wees de voorzitter erop, dat uit de besprekingen is gebleken, dat een ziekenfonds niet kan tot sitand komen, maar dat men thans meer dan vroeger, gaat voelen voor de Spaar- en Voorzorgkas. Het voorste! tot het tots tand brengen van een ziekenfonds werd verworpen. Hierna werd de vergadering Verdaagd. M INS HENDRIK IN HET STORMRAMPGEBIED. <r. K. H. Priu3 Hendrik :r Nederlanden, ver gezeld van zijn adjudant jhr. Laman Trip, als mede van den heer P. van Lyndon van het hoofdbestuur van het Nederlandsche Roods Kruis en den heer B. de Caater Hoofdambte naar van het Roode Kruis namtn gisteren middag den opbouw in het stormrampgebied van den Geldersehen Achterhoek in oogen- sehouw. Z K. H. bezocht te voet ue herstelde boerde rijen. JONGETJE VERDRONKEN Uit een kinderstoel gevallen Het twee-jarig zoontje van den heer B. te Westwoud, wist uit den kinderstoel te klim men en lièp door een openstaande deur naar buiten. Het kind werd later drijvende in een sloot hij het huis gevonden. De levensgeesten waren geweken. De meerijdende personen nog gered Gisterenmiddag te ongeveer 3 uur was een vrachtauto van de firma Fruit en Waal te Amsterdam op weg naar Schiedam, toen hal verwege Overschie en Schiedam het linker achterwiel van den auto reed, waardoor deze ondersteboven in een sloot terecht kwam. De bestuurder H. P. K. was tijdig uit den auto gesprongen, terwijl de heer F., die naast hem zat, in het weiland terecht kwam. De andere firmant, de heer W„ die zich achter in den auto bevond, moest door fluks toegeschoten personen uit zijn benarde positie worden be vrijd. Hij was tusschen huisraad, dat met den auto vervoerd werd, bekneld geraakt. Dokter Karreman uit Overschie constateer de dat van den chauffeur de pols gekneusd was. De andere twee inzittenden kwamen met den schrik vrij. Door de bergingsmaatschappij ,,Jacatra" werd de auto weggesleept. De auto was niet verze kerd; de inhoud, een verhuizer ij, wel. ENORME DRUKTE TE MUIDEN Ongeval door het niet dooven van licht Onrustbarend neemt het auto-verkeer bij Muiden toe. Tusschen 4 en 7 uur in den namiddag passeerden Zondag de hulpbrug meer dan 2000 auto's per uur, aldus de „Courant". Behoudens één ernstig ongeval vielen er geen incidenten voor. Zekere K. van Muiderberg, die met een kar ververscbin- gen aan den weg had gestaan, keerde om streeks acht uur huiswaarts. Uit de richting Hakkelaarsbrug naderde een auto, die zijn zoeklichten niet doofde. Daardoor werd de bestuurder van een anderen personen-auto, die met een zeer matige snelheid reed, ver blind, zoodat hij tegen de handkar botste. K. werd tegen den grond geworpen en had zijn rechterbeen gebroken. Per ziekenauto werd hij naar de Majellastichting te Bussum vervoerd. NOODLOTTIGE SLAG. Er werd gespeeld Tijdens het spel te Vaalserquartier sloeg Zaterdagavond de 15-jarige H. Ch. den 13-ja- rigen S. Horbach met een vuist tegen het hoofd. De knaap viel bewusteloos neer en Is overleden. De marechaussee uit Vaals stelde den 15-jarigen jongen voorloopig in arrest. Het parket u.it Maastricht nam het lijk in be slag. HET MITRAILLEURSONGELUK TE BUDEL. De zaak komt voor den Krijgsraad Het vooronderzoek inzake het bekende mi- trailleursongeluk te Budel is zoover gevorderd, dat de zaak op 22 Mei voor den Krijgsraad te 's-Bosch zal behandeld worden. ONREGELMATIGHEDEN TE ONSTWEDDB Een justitieel onderzoek In verband met beweerde corruptie in Ue bedrijven der gemeente Onstwiedde heeft de justitie te Winschoten gisterenmorgen de amb tenaren dier gemeente aan een verhoor onder worpen. Het gemeentehuis werd door de rijkspo litie bewaakt, zoodat het publiek het gisteren niet mocht betreden. De boeken van de fa. J. L. zijn in beslag ge nomen, denkelijk in verband met het feit, dat de heer C. L. raadslid en diens broer O. L. gemeentearchitect is. GROOTE BRAND In een jute- en zakkcnhandel Te omstreeks 1 uur gistermiddag is brand uitgebroken in bet kantoorlokaal van den jute en zakkcnhandel der Cebr. de Zwaan aan den Omval. Het vuur greep zoo snel om zich heen dat de in dit lokaal aanwezige personen ter nauwernood den tijd hadden eenige papieren in de brandkast op te bergen, waarna zij in aller ijl de vlucht moesten nemen. Onder leiding van den commandant den heer Gordijn, rukte de brandweer met groot ma teriaal uit, mede in verband met het feit dat het terrein van den brand naast de gebouwen van Bertels Oliefabrieken gelegen is. Allereerst werden er dan ook maatregelen genomen om deze gebouwen te beveiligen tegen het fel op laaiende vuur dat in het zeer brandbare materiaal gretig voedsel vond. Er ontwikkelde zich een geweldige rook die in een dikke zwarte kolom langs het hooge gebouw der oliefabriek opsteeg ©n van verre te zien was. De vlammen werden door de massa water, die er met een vijftal slangen van de motor spuiten werd op geworpen, laag gehouden. In een half uur tijd was het gebouw tot den grond toe afgebrand. BRAND TIJDENS EEN BRUILOFT. En de inboedel niet verzekerd Toen Zaterdagavond te Batiham ter gelegen heid van een huwelijk 'ten huize van de ouders der jonge echtgenoote bruiloft werd gevierd, ontstond door onbekende oorzaak brand in de bovenverdieping van deze woning. Terwijl de bruiloftsgasten luisterden naar een vrwlijke voordracht, werden ze de vlam men boven hun hoofd gewaar en etend het rieten dak reeds geheel in brand. Aan blus» schen viel niet te denken, doch de do-rpsibrand- spuit bleek ook niet in orde en de slangen waren juist eenige meters.... te kort. De be lendende peroeelen konden echter nog worden beschermd. Het geheele huis brandde af, ter wijl een hond in do vlammen omkwam. Het vee werd gered. Het huis en de iniboedel van de ouders der bruid wanen verzekerd; de inboedel van het bruidspaar, waaronder vele huwelijksgeschen ken, echter niet. KELDER INGESTORT. Een doode en een zwaar gewonde. Terwijl gistermorgen 2 werklieden bezig waren bij den landbouwer v. M. in de buurt van het Eekt bij Oldebroek den in aanbouw zijnden gierkelder, stortten de muren daarvan plotse ling in. De twee mannen werden onder het puin bedolven. Vrij spoedig slaagde men er in hen te bevrijden. De 21-jarige opperman G. v. 't H., wonende te Oldebroek en ongehuwd, had een been- en armfractuur bekomen, terwijl zijn borstkas totaal was ingedrukt. Hij overleed en kele oogenblikken later. De 29jarige metselaar J. F., eveneens uit Ol debroek, werd aan hoofd en knieën gewond, ter wijl zijn linkerhand was afgekneld. Vin dei nevsnsbiiihtid'-vetjaien van CECIL ADAIR 23.) Je hebt meer vertrouwen in de toekomst en in het leven dan ik, lieve! Maar ik woet hoe een vrouw haar leven in een dwaas uur van gouden begoocheling voorgoed kan beder ven. En Olive's natuur heeft meer verwante trekken met de mijne dan met de jouwe. Maar. wat zouden wij er ons tenslotte druk om ma ken! Wat geschreven is, is geschreven! Pauline, zwijg! Je bent soms nog erger dan een blind fantalist. En Olive heeft in ieder geval haar eigen vrije keus, en al mag zij ook onbehouwen zijn, zooals de jeugd altijd is, zij heeft een scherp opmerkingsvermogen en een gezond oordeel, en zeer hooge principes, die haar kunnen steunen en richting gevei. O ja, dat heeft zij allemaal. Maar er rijn er anderen geweest, die daarmee toch de tra gedie van hun leven over zich afgeroepen heb ben. Onze waarneming, ons oordeel en onze principes komen in 't schitterende leven altijd een gedachte te laat en dan weet je het. De Groote Vinger schrijn steeds door en gaat na 't schrijven verder Verstand noch medelijden kunnen hem [vermurwen 'n halve regel door te streepen Geen woord wordt door uw tranen [ultgewischt. Een zwakke glimlach scheen over Olivia's gezicht. Heb je ook ai Carlos' vers aan Olive ge lezen? Was dat ook een aangestreept vers? Maar Pauline, al mag Omar Khayyan de wijs heid van alle wijze menschen tn alle eeuwen bezitten, zij heeft omdat geen enkel zoon van den Islam haar werkelijk kon begrijpen de Goddelijke wijsheid uitgeschakeld, die alles overtreft en alles verlicht. Er was weer een oogenblik stilzwijgen, en toen sprak Pauline op luchtiger toon: Toch zijn wij van ons onderwerp afge dwaald. Zullen wij werkelijk de jeugdvriendjes In Jonge verliefden zien veranderen? Het is altijd mijn vurigste wensck ge weest, zeide Oiivta het is de droom die telkens komt en vergaat., als ik onder de wierookboo- men lig, waar Laurence me toen vaarwel ge zegd heeft, en waar Carlos me telkens zooveel zonneschijn heeft gebracht. Waar Laurence's kind met haar vaders oogen aan mijn hart beschutting kwam zoeken en over iemand kwam praten, die ons beiden zoo dierbaar was. Praat ze nog wel eens van haar vader? Niet zoo dikwijls als vroeger; Maar ze heeft niets vergeten. Hii zai nooit uit haar geheugen gaan. Ze heeft het plan nog eens naar Perzië te gaan. en daar zijn graf te gaan bezoeken, en alles op te Sj.o; m, wat zij nog van hem te weten kan komen, vooral over zijn laatste dagen. Gisteren zei ze me: er is muur ëén ding. waarom ik het heerlijk vind dat Car los komt. Hij kan me tenminste Perzisch loeren, want dat wil ik kennen. En zij hield het dus t. vo-.r aangeno men, dat Carlos dat kende? Dat zei ik ook maar zij gaf weer zoon halt glimlachje, en haalde haar schouders eens op. Och, wat dat betreft, zei ze, al zou hij het zelf niet kennen, hij kan liet mij in ieder geval bestudc-eren. Wij zouden het sa men kunnen loeren. Maar dan moet hij natuur lijk het zware werk deer. Ik wil hel: alleen maar ku.vien spreken. Welun. laat ze samen re::. Perzih it ren, sprak Pauline met een spinach. Het kun even dienstig zijn voor zijn eigen doa] als v„„. Ovidirs' Kunst om lief ie hel Lr:;. J® bent tèn echte koppelaarster. Pauline! De glimlach in Pauline's oogen stierf we-, en een blik van - onpeilbaar leed verving hem. Ja, Olivia een koppelaars!ei ten mins', wat die eene betreft, die hard van plan is om van haar eigen levensgeluk een eilendi wrak te maken. Ilt geloof toch da» zij zijn liefde zon kun nen winnen, als zij ernstig trachtte. O, dat zal zij wel doen. Zij zal hém aan haar voeten brengen, dat zul je zien. Miranda Arluthnot kan haar verhalen wat aangedikt hebben, destijds, maar iedereen heeft toch oogen om t,e zien. Dat kind is al beu van ai haar overwinningen. Zij spreekt er zelfs niet meer over, en gaat er ook niet trotseh op. Misschien is zij zicih ook maar half bewust van haar macht die zij op dit punt bezit. Maar, zij gebruikt, haar kracht in ieder geval. Het is een van die noodzakelijke factoren in haar leven. Het hoort dan ook onafscheidelijk hij den voorrrang, waar zij openlijk om strijdt. Wat zij ook zelf voor Carlos mag' voelen, zij zal hem weten te over winnen. Want hoe 'n droomer hij ook zijn mag, het is tenslotte toch maar een man, en de jeugd in een man antwoordt erg vlug op den roep van een vriendelijk gezicht. En zij zal hem roe pen, door al die kleine, onbewuste charmante trekjes. Daar kun je dus zeker van zijn, Olivia! Carlos zal eenvoudig als een slaaf aan haat- zegekar gekoppeld worden. Het kan een willig gevangene zijn, en misschien volgt hij wel ter wijl hij een lofzang op haar deugden houdt, maar volgen moet hijwant zij zal hem de boeien om beide polsen slaan. Of zij nader hand ooit gebruik van deze overwinning' zal maken, is een bril andere acte in het drama. Panüne, geloof je dat ze een harteloos, coquet ding is? Neen. maar een zeer vooruitstrevende vrouw-van-de-wereld in de ntaak. Dait vind ik Olivo op het oogenblik. En dat is zij van haar i gd af geweest. Alleen heeft zij nu den sluier van l h ut zinnigheid om zich geweven, waarin liet longe t eisje zich zoo spoedig weet te wik kelen. Zij is niet harteloos, maar haar hart is nog niet ontwaakt. Ik bedo-el, dat gedeelte van a, r hart dat vandaag of morgen een grooten slap in het leven zal doen, en haar zal leiden - wie weet waarheen? Nu is ZÜ n°S als een kind dat voor hét raam zit, en vliegjes vangt om die de vleugels uit te trekken, niet uit wreedheid, of zondig bsgeeren, maar omdat zij het zoo leuk vindt om dat gezoem van de liegen te hooren, en de wanhopige pogingen --1 zien om te ontsnappen. Want wanneer de agtls eenmaal uitgetrokken zijn, geven de b stjes haar geen genoegen meer. Dan heeft ze nii meer noodig. Maar ondertusschea ■ft zij er toch veel plezier in gevonden. Pauline hield plotseling op, en een van die orcie, bittere trekken kwam over haar gelaat. Eu toch, als de mannen door dit proces lijden-moeiten, krijgen zij alleen maar wat zij gevraagd hebben. Als Carlos moet lijden om Olive, hoéf je hem niet zoo erg te biklagen, .lij heeft zijn leven altijd zoo ver weg in de zou doorgebracht. Hij zaj niet wegsmelten als li i eeua wat ervaring opdoet. Als zij hem alleen aar voor haar eigen amusement gebruikt, en in-rn ten slotte wegwerpt als een versleten handschoen, zal dat hem nog niet zoo deren. En ten slotte zal zij tot de ontdekking komen, dat as zij de bladzijden vol heeft, en zijn naam heeft doorgestreept, er ten slotte geen andere meer onder kan zetten. Er zijn al zoo dikwijls van die vreemde dingen gebeurd. Olivia glimlachte, maar gaf geen antwoord. En zoo dachten deze beide vrouwen, die door de omstandigheden en wederzij dsche sympathie zoo dicht tot elkander gekomen waren, op eigen manier na over die twee jonge levens, die zich met het hunne verbonden hadden. XXI. Olivu:. lag weer onder de wierookbooiBen, toen do teekenen van leven in de villa Vere- lter, zooals zij het witte huis nu noemde, er op wezen dat de terugkomst van vader en zoon zeer nabij was. Olivia en Pauline hadden bei den nog een brief gekregen, de een van Carlos, de ander van zijn vader. Elk vertelde van een pas halfvolbrachten tocht, met als einddoel hun eigen huis waar zij, nie lang nadat deze brieven de geadresseerden zouden hereiken, hoopten aan te komen. Carlos had de zijne be-' sloten met de woorden „tot onze gelukkige ontmoeting onder de wierookboomen" en nu lag Olivia met de eerste geurige bloesems in haar handen. Olive verzamelde ze voor haar, terwijl zij in liaar slanke witheid op den muur stond, want nu het regenseizoen voorbij was had zij haar japon opgeborgen, zooals Carlos dait in vroeger jaren gedaan bad, en terwijl zij haar aandeel eerste vruchten of eerste bloemen in Olivia's schoot legde, had zij met een schril lachje in haar stem gezegd: het is net of de wierookboomen nu door mij bedor ven zijn; en toch had er een vreemd licht in haar oogen geschenen, terwijl zij over den muur bad gekeken naar al die bezige menschen daar beneden. Olivia deed geen pogingen om de gedachten in dit. voortdurende bezige brein te ontraadse len, of de oorzaak te vinden van dien gloed in de oogen. Zij stelde ook geen enkele vraag, zij wachtte slechts at en zag toe. Vast en zeker stond zij nu heel dicht bij de opvoering van een drama, in liaar onmiddellijke nabijheid, en misschien zou zij zelf wel een kleine rol in dit drama spelen, ofschoon zij voornamelijk toeschouwer zon zijn. U bent zeker zeer blij dat uw lieveling terug is gekomen, Stella Maris. Ik zou nu wel eens met zijn oogen naar u willen kijken, om te zien of u veel veranderd bent. Ik ben tien jaar ouder dan toen Carlos wegging. O ja, maar u bent toch weinig veranderd alleen bent u mooier geworden. Uw haar is heelentaal met zilver ingelegd, of soms denk ik weer dat er een witte dauw over gespreid ligt, die dan door de zon weggekust moet wor den, en uw oogen zijn liever, vriendelijker ge worden, meer als die zacht pinkelende ster dei- zee. Men voelt dat de bron wat dieper geworden is dat er geen vrees is dat zij ooit zal uit drogen - als die er ooit geweest is. Dat is alles. Mijn liefde voor jou zal nooit ophouden, liefste, als je dat bedoelt, kijk mij maar steeds met die oogen van je vader aan, ik weet boe on uitsprekelijk dierbaar je me bent. O, en dat kan Carlos nooit, ik zit op een troon, dien hij nooit kan bestijgen. En toch, terwijl Olivia daaraan lag te denken, herinnerde zij zich veel van het kind Carlos en hoe hij haar wel niet in vorm of overeen komst, maar toch in uitdrukking en Iets niet npder to omschrijven eigens aan zijn persoon lijkheid, steeds had doen denken aan den min naar van haar leven! Zou Olive ooit een van die magnetische trillingen voelen, die zoo dik wijls haar polsen hadden doen hamieren? Het was mogelijk, maar erg onwaarschijnlijk. Niet temin, de afwisseling zou ook haar bekoring hebben. Voor het overige moest men maar af wachten. En tenslotte kwam Carlos. Zij zag hem voor het eerst als man zooals zij hem vroeger als kind gezien had, een witte figuur die uit het huis kwam, en de glorie van het zonlicht in den tuin betrad, vol licht en kleur. En op datzelfde oogenblik richtte hij zijn oogen onmiddellijk naar haar kant. Zij wuifde hem met haar witten zakdoek toe, en op de oude, vroegere riianier ontblootte hij zijn hoofd, en het volgende oogenblik kwam hij met groote, elastische passen naar haar, en verkortte den afstand zooals de kleine Car los gedaan had, met een forschen ren. De zwak ke brug kronkelde zich onder zijn gewicht, hij sprong over den muur met de lenigheid van een getraind athleet. Het volgende oogenblik bukte hij zich over haar, en scheen haar als het ware in een oneindig teere en zoete omarming te willen omvangen, en toch kuste hij haar in derdaad slechts op het voorhoofd, terwijl hij heel zacht de twee bekende woorden fluister de: Contessa carissima! Een stoel wak dicht bij haar ligbed gezet, maar hij zocht den grooten steen uit zijn jon gensjaren op, en zijn groote, bruine handen, rond een knie geslagen, liet hij haar het licht in zijn zonnige, gouden Oogen zien. Deze tien jafen hadden hun stempel op Cap- los gedrukt. Het was geen kind of jongen meer, de man had zijn rechten deen gelden. En toch was er iets in hem, van dien onverwoestbaren jeugdgeest, die minder van den leeftijd dan van het individu afhangt, en dien ze nu in zijn oogen zag, waardoor het haar toescheen, alsof het kind Carlos weer tot haar teruggekeerd was, uit een land waarin zij heiden voor eeuwig toegang hadden. Carlos leek nu meer dan vroeger op zijn va der, nu de zachte lijnen van zijn jongensgezicht verdwenen waren. Maar al was hij nog een droomer, hem ontbraken de ascetische trekken die zijn vader's gezicht zoo kenmerkten. Waar schijnlijk had hij meer van de onbestreden schoonheid van zijn Zuidelijke moeder geërfd, ofschoon de blanke huid, die nog onder het verschroeide oppervlak van het wereldreizigers- gezicht doorscheen, zijn Noordelijke afkomst verried. (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 6