EEN GOEDE FEE
DONDERDAG 10 ME! 1928
EERSTE BLAD
•PAGINA 3
DE KONING VAN ENGELAND EN
ZIJN GO 3SD ENSTIGE OVERTUIGING
HET ALG. CHRIST. VAKVERBOND
VAN BELGiË
HET CONGRES TE GENT.
i|
Ba RECLAME voert afnemers
naar de fabriek. Kif. leidt koopers
den winkel binnen, Be Reclame
en versnelt
vergemaM;
Be RECLAME,
den omzet en stelt
verlaging- int staat.
goed
i-, is een
groote we!=»
doenster dter
menscMrelid.
VAN DE LEESTAFEL
LAATSTE BERICHTEN
IN ïïR.FjKFjNDE politie-agenten
I)e jttsüitic straft;
ORKAAN BOVEN BOEDAPEST
CYCLOON BOVEN R AGUR A
Drte itoodtrn
HET VERDRONKEN SC HII'REBS-
KNECHTJE
WISSELKOERSEN TE ROTTERDAM
Londen 12.09%; Bei-lijn £9.29%; Parijs
9.75%; België (Belga's) 34.61; Zwitserland
47 7?%Amerika 247%; Oostenrijk 3490; De
nemarken C6.48; Zweden 66.48; Noorwegen
66.37; Spanje 41.56; Italië 13.06.
KEN MERKWAARDIGE PREEK VAN
HARD. BOURNE.
De „Katholieke neigingen" van Edward VIL
Gisteren heeft Kardinaal Bourne in een te
Cambridge gehouden preek over de Engelsehe
martelaren eenige opmerkingen gemaakt, welke
ook in niet-katholieke kringen bijzonder de
aandacht zullen trekken.
Van Protestantsehe zijde wordt steeds be
weerd, dat de martelaren onder Hendrik VIII,
koningin Elisabeth en haar opvolgers niet ter
dood gebracht zijn wegens hun geloof, doch
wegens de door hen aangenomen verraderlijke
houding. Hiertegenover hield de kardinaal vol,
dat. geen Engelschen osit meer loyauleit te
genover de Kroon hebben aan den dag gelegd
dan „onze Katholieke voorvaders."
„Gelijk het heden ten dage een uitgemaakte
zaak is tusschen den souverein en zijn volk",
zeïde Z.Em., „dat hij belijden zal een trouw
Protestant te zijn, en dat hij, zoo hij in ge
breke blijft, goen enkele wettelijke aanspraak
kan doen golden op erkenning door zijn onder
danen, zoo was het in de dagen van koningin
Elisabeth, krachtens haar kroning-secd, een uit
gemaakte zaak tusschen haar en haar volk,
dat zij trouw katholiek zon zijn, en door op
te houden dit te zijn, verloor zij elk wettelijk
recht op erkenning door haar onderdanen.
„Desniettemin bleven zij (de Katholieke
onderdanen) haar gehoorzaam in alle zaken,
waarin zij in overeenstemming met haar wet
telijke positie handelde, doch zij weigerden
haar wil op te volgen in zaken, waarbij hun
plicht jegens God betrokken was.''
Da Kardinaal heeft aldus de kwestie op zoo
danige wijze gesteld, dat hij het door hem aan
gehaalde argument der Protestanten volkomen
vernietigde. Want dezen immers schijnen for
meel gelijk te hebben, wanneer zij volhouden,
dat de martelaren niet ter dood werden ge
bracht wegens hun geloof, doch wegens hoog
verraad. De niet-erkrnning van koningin Elisa
beth als (nominaal) hoofd der kerk was ge
proclameerd tot een misdrijf van hoogverraad,
en hot was op dien grond, dat de vonnissen
worden uitgesproken. Ben priester, die wei;
g.rdo den voorgeschreven eed af te leggen,
waardoor hij vanzelf de gehoorzaamheid aan
den Paus opzegde, pleegde hoogverraad. Maar
een ieder had het recht voor zichzelf te „ge-
looven" dat de Kerk van Rome de ware waa,
maar hij was strafbaar wanneer hij een Mis
bijwoonde, die werd opgedragen door een pries
ter, die den eed niet had afgelegd. Precies als
thans in Mexico. Men mocht dus gelooven,
wat men wilde, maar wanneer een Katholiek
zij:-, geloof ook uitoefende, en waaneer een
geestelijk® zijn priesterlijke plichten vervulde,
dan kwam iiij in botsing mst de wet, en ploeg-
de hij lioogvorrar.d.
Be kardinaal hoeft thans doen uitkomen,
d it het hoogverraad niet gepleegd werd dooi
de Katholieke», die hun houding tegenover
do Koningin regelden, in overeenstemming met
do door haar a-ls „defender of the Faith" in
don Kroningseed afgelegde verklaring, doch
dat het verraad uitging van de koningin, dio
den eed brak.
Maar in veel hooger mate zal de algemeens
aandacht getrokken worden door de merk
waardige woorden, welke Z.Em. hierop volgen
liet; zij z'un niet van historisch, maar van zeer
actueel en toekomstig belang.
„Zeker zal men zich kunnen voorstellen, dat
er een dag kan komen, waarop een Engelsehe
souverein zich niet in staat zal voelen, zich
zelf nog langer een trouw Protestant te noe
men.
„Wat zal dan gebeuren7
„Ilc weet niet, welken weg men volgen zou,
maar ik denk, dat dan een wettelijk middel
zou worden aangegrepen om te verklaren, dat
de verhouding van onderdaanschap van zijn
volk ten opzichte van hem heeft opgehouden
te bestaan.
„Hoe zouden vele Engelschen hiertegenover
staan?"
„Br zullen er zeker zijn, die zullen verklaren
dat, aangezien zij een souverein hebben, dien
zij eerbiedigen en eeren gelijk zij terecht
den tegeuvvooidigen koning eerbiedigen en
eeren zij niet door een ander geregeerd
wenschen te worden. Zij zullen zeggen;
„Waarom zou alleen de koning van Engeland
onder alle mensehen verstoken zijn van de ge
wetensvrijheid, waaraan Protestanten zooveel
waarde zeggen te hechten? Waarom zou alleen
hij verstoken, zijn van het recht, er een eigen
oordeel op na te houden? Het kan zijn, dat
hij wettelijk zijn recht op ons onderdaanschap
verloren heeft, maar wij hernieuwen dit vrij
willig, welken godsdienst hij thans ook moge
uitoefenen.
„Dan zal er eepige analogie bestaan tusschen
de houding van Katholieke Engelschen onder
Elisabeth en die van den liypothetiscben En-
gelseliman van de toekomst, waarop ik zin
speel. Maar er zal dit groote verschil zijn: dat
onze Katholieke voorvaders hun onderdaan-
schap hernieuwden en handhaafden, terwijl
hun alle mogelijke onrecht werd aangedaan.
„De gebeurlijkheid, waarop ik doel, zal van
hoogst balangwekkenden aard zijn, wanneer
zij zich voordoet, en voordoen zal zij zich een
maal ongetwijfeld. Want terwijl enkele jaren
geleden de Brise:b0 souverein koning was van
Groot Britannië en Ierland en van de overzee-
soho dominions, is hij thans, onder de nieuwe
constitutioneel® ontwikkeling des rijks, koning
van Groot-Britannië en Noord-Ieirland, van
den Ierschen vrijstaat, van Canada, van
Australië; van Nieuw-Zeeland, van Zuid-Afrika
en keizer van Indië.
„Terwijl het mogelijk is, dat Engelschen dan
nog zullen vasthouden aan het Protestantsehe
karakter van hun koning, is het hoogst onwaar
schijnlijk dat Canada, Australië, Nieuw-Zee
land en Zuid-Afrika, met hun geheel onafhan
kelijke regeeringen, daaraan dezelfde opvatting-
zullen hechten. Breekt die dag aan, dan zullen
de onderdanen des rijks goed doen, zoo zij een
voorbeeld nemen aan de Engelsehe Katholieken
uit de dagen van koningin Elisabeth, die hun
burgerlijk onderdaanschap onverlet hand
haafden."
Het is nauwelijks noodig, eenige toelichting
aan 'deze buitengewóón-belangrijke uitlatingen
van den kardinaal toe te voegen. Toch zal men
buiten Engeland de beteekenis ervan onder
schatten, en deze passage uit de preek als van
meer academisch dan praktisch gewicht be
schouwen, wanneer men er niet aan herinnerd
wordt, dat onder den vorigen koning de kwes
tie van het verplichte Protestantisme voor den
souverein meer dan eens de gedachten der on
derdanen heeft bezig gehouden. Wat velen
noemen de „Katholieke gezindheid" van Edward
VII was een verschijnsel, dat koningin Vic
toria reeds ernstig kon verontrusten, en haar
zelfs aanleiding heeft gegeven ,de bezoeken,
die de toenmalige prins van Wales aan zijn
vriend, den keizer van Oostenrijk bracht, ©en
tijdlang te beperken. Wij willen hier niet na
gaan, in hoeverre hetgeen een dertigtal jaren
geleden omtrent Edwards godsdienstige over
tuiging gemompeld werd, op „praatjes" of op
werkelijkheid berustte; evenmin als het wen-
schelijk is, nader in te gaan op détails, die
ieder wei-ingelicht Engelsch Katholiek kent, in
verband met 's konings laatste levensdagen,
maar hetgeen wij wel zeggen mogen is, dat Ed
wards geloofsovertuiging een vraagstuk is ge
weest, dat zoowel Protestanten als Katholieken
bij herhaling en tot liet einde tce ernstig heeft
bezig- gehouden.
Al die geruchten gegrond of ongegrond
waren versterkt geworden door het incident,
dat zich voordeed naar aanleiding van de ope
ning van de eerste zitting van het parlement
na Edwards troonbestijging, op 14 Februari
1901. Alvorens do troonrede te lezen, werd den
koning door den lord-kanselier verzocht, in
overeenstemming met de Bill Of Rights van
1089, een verklaring af te leggen, waarin de
leer der transubstantiatie verworpen werd, en
waarin verder gezegd werd, dat „de aanroe
ping of aanbidding" van de Maagd Maria of
eenig ander heilige, en het Misoffer, gelijk
thans gebruikelijk in da,Kerk van Rome, bij-
geloovig en afgodisch zijn." Voorts moest de
gelofte worden afgelegd, dat de verklaring ge
geven was „zonder eenige ontwijking, dnbbc-l-
zinniglieid of innerlijk voorbehoud, en zonder
eenige dispensatie (van het vervullen der ge
lofte), thans of later, door den Paus of eenige
andere autoriteit."
Tegen deze eeuwenoude verklaring had Ed
ward zeer groote bezwaren. Hij besehouwdo
haar als beteedigemd voor zijn Katholieke on
derdanen, en terwijl hij in het parlement met
sonore stem sprak, las hij deze woonden op
zeer zaehten toon.
Sir Sidney Lee schrijft in zijn groote bio
grafie van Edward VII (deel 2, pag. 23)Zijn
bezwaar sproot voort uit zijn ingeworteld ge
loof in het beginsel der verdraagzaamheid, niet
uit eenige neiging tot het Roomsch-Katho-
licisme.
Dat sir Sidney Lee het noodig vond dit na
drukkelijk te coMtateeren is kenschetsend rooi
den indruk, welken het gebeurde op het publiek
gemaakt had in een tijd, teen het religieuze
anti-Katholle isme hier veel krachtiger woedde
dan in later jaren.
Edwards bezwaar tegen da z.g. „Protestant
sehe verklaring" werd in elk geval niet gedeeld
door de openbare meening, en pogingen om
haar afgeschaft te krijgen (25 Juni 1903 door
Lond Grey, en 1 Juli 1904 door den hertog van
Norfolk aangewend) bleven vruchteloos Ko
ning George moest de verklaring nog in den
ouden vorm afleggen, doch onmiddellijk daar
na (1910) werd ©en wetsontwerp ingediend
en door beide Huizen aangenomen, waarbij al
wat beleedigend voor de Katholieken was, uit
den tekst geschrapt was geworden.
Zser waarschijnlijk heeft sir Sidney Lee ge
lijk, wanneer hij beweert dat Edwards bezwa
ren voortsproten uit zijn verdraagzaamheid op
godsdienstig gebied, en zeker behoeft ©en ko
ning geen neiging tot Katholicisme te hebban
om ai'keerig te zijn van constitutioneele ver
keerdheden. Maar dit neemt niet weg, dat Ed
ward de eerste Engelsehe souverein was, die
zich evengoed koning voelde over zijn Katho
lieke als over zijn Protestantsehe onderdanen.
De anti-Katholieke Lord Salisbury, die eerste
minister was, dwarsboomde de wenschen van
zijn souverein; Asquith, die 1910 aan heit hoofd
der regeering stond, was een verdraagzamer
man, en zeker geen anti-Katholiek. Maar hier
bij kwam, dat Asquith de openbare meening
achter zich had toen hij het initiatief naau
tot wijziging der Protestantsehe Verklaring, en
dat negen jaren vroeger Lord Salisbury, zoo
hij den koning wèl terwille was geweest, het
volk tegen zich gehad zou hebben.
Er was dus in korten tijd veel veranderd.
In die verandering hebben de geruchten, wel
ke omtrent den door het volk op de handen
gedragen Edward de ronde deden, een niet
gering aandeel gehad.
(Van onzen correspondent).
Brussel, 9 Mei 1928.
Na het congres der patroons, dat enkele
weken geleden werd gehouden en waarover
wij t. z. t. verslag hebben gegeven, heeft thans,
ondier groote belangstelling, te Gent het acht
ste congres plaats gehad van het A. G. V.
Uit het openingswoord van den voorzitter,
hot kamerlid René de Bruijne, bleek, dat de
Katholieke vakbeweging in België een tijdperk
is ingetreden van nooit gekende ontwikkeling
en bloei. Alleen reeds de centrale der R. K.
textielbewerkers heeft een ledental van meer
dan 50.000 georganiseerde» bereikt.
De kwestie der verzekering tegen de onvrij
willige werkloosheid, nam in de besprekingen
van het congres een ruime plaats in. Deze
wordt toegeschreven aan het hedendaagsch nij
verheidssysteem, waar nog bij komt de econo
mische na-oorlogsche ontreddering.
De oorzaak van het toenemen der criminali
teit moet voor een deel in de werkloosheid ge
zocht worden Conferenties en congressen te
Genève, te Genua, te Praag en te Weenen en
ook in België gehouden, hielden zich bezig met
het onderzoek van het werkloosheidsprobleem.
De oplossing zou een tweeledige moeten zijn.
In de eerste plaats zou moeten getracht wor
den, de onvrijwilligs werkloosheid te voorko
men, terwijl verder middelen zouden moeten
gevonden worden, om de gevolgen van de
werkloosheid te verzachten. Als preventieve
maatregelen werden vooropgezet:
1. Goede regeling van de werkbezorging
(werkbeurzen, secretariaten voor beroepskeuze,
beide van overwegend belang)2, vergemak
kelijking van het verkeer, opdat de arbeider
zich gemakkelijk begeven kunne tot de plaat
sen, waar werkgelegenheid is; 3. uitvoeren van
openbare werken ten gepast en tijde; 4. doel
matige en bekwame leiding van het bedrijf;
5, een gezonde geldpolitiek; 6 voor de sel-
zoanbedrijven zal het inrichten van andere nij
verheden, die, gedurende het tijdstip van werk
loosheid In het seizoenbedrijf, juist don hunne
periode van bedrijvigheid hebben, veel werk
loosheid voorkomen.
Men ontveinst zich echter niet, dat de on
vrijwillige werkloosheid nooit geheel zal kun
nen overwonnen worden. De toestand wordt
eerder nog verergerd door concentratie in de
bedrijven en rationaliseering.
Als meest doelmatig algemeen middel tegen
de gevolgen der onvrijwillige werkloosheid wordt
aangegeven de verzekering, welk stelsel bo
vendien het best overeenkomt met de waardig
heid van den arbeider. In dezen geest werd dan
ook een motie aangenomen, waarin wordt aan
gedrongen op bet zoo spoedig mogelijk reaii-
seeren van een goede wetgeving, die de ver
zekering tegen onvrijwillige werkloosheid
regelt.
Een uitvoerig en goed gedocumenteerd ver
slag over den loonarbéld der gehuwde vrouw,
werd vervolg,ens ter sprake gebracht door
mejuffrouw Maria Boers, leidster van de Ka
tholieke sociale vrouwenwerken van België.
Mej. Boers wijst er in haar verslag op, hoe
dezo aangelegenheid steeds de aandacht heeft
gaande gehouden van de Katholieke vakorga
nisaties in de geheele wereld. Verder consta
teert zij, aan de hand van eigen statistieken,
dat de fabrieksarbeid der gehuwde vrouwen
funeste gevolgen heeft: minder geboorten, een
groot getal miskramen, tal van abnormale be
vallingen, zwakke kinderen, groote kindersterf
te en een vroegtijdige ongeschiktheid tot verder
moederschap. De invloed, dien, iu gewone om
standigheden «een moeder uitoefent op de op
voeding en de zedelijkheid harer kinderen, ver
mindert door de afwezigheid der moeder zeer;
de kinderen worden doorgaans aan hun lot
overgelaten. Economisch staat verder ook vast,
dat het werk van de gehuwde vrouw buitenshuis
weinig geldelijk voordcel met zich brengt.
Een ander belangrijk aspect van bet congres
waren de verschillende organisatieproblemen,
die door de gewijzigde economische indnstrdeele
en sociale toestanden steeds dringender om
een aangepaste oplossing vragen.
Nu de financieele, economische en politieke
machten worden geconcentreerd in de handen
van. enkele bankmagnaten en grootnijveraars,
moet noodzakelijkerwijze een meer wetenschap
pelijke inrichting van den arbeid de geesten
bezighouden. Op nationaal en internationaal
gebied wint de kartelvorming veld. De ratio
nalisatie met al haar gevolgen wordt dagelijks
meer toegepast en verplicht de vakorganisaties
tot hert bestudeeren van tal van vraagstukken,
waarvan do goede oplossing niet alleen de ar
beiders en de vakbeweging, maar ds geheele
gemeenschap ten zeerste aanbelangt.
Het ls dus van de grootste interesse, dat de
Katholieke werknemers zich kunnen baseereu
op een goed overlegd Katholiek syndicaal pro
gramma.
In verband hiermede werd in een van het
A. C. V, bestuur uitgaand rapport o.m. liet
volgende gezegd.
Het Belgische economisch stelsel met zijn
internationale markt is oorzaak dat de ar
beidsvoorwaarden minder gaan afhangen van
den goeden wil van een patroon dan van alge-
meene economische verhoudingen en van tal-
looze invloeden en toestanden, w-alke vreemd
zijn aan de afzonderlijke onderneming en wel
ke door den patroon om zoo te zeggen niet kuu-
nen beïnvloed worden.
Deze omstandigheid heeft de gedachte doen
groeien, dat alle arbeiders solidair moesten
staan om de algemeene economische, bedrijvig
heid te beïnvloeden in de gewenschte richting.
De saamlhoorig'heid weike allo werklieden
verbindt, is thans een werkelijkheid geworden,
waarvan de vakvereeniging een der meest ken
merkende uitingen is.
De Christelijke vakbewegümg wit van onder
tot boven een organisatieplan uitwerken: aan
do basis ligt de fabriekisraad, die in de onder
neming optreedt voor gansch het beroep, ter
wijl de centrale bsdrijfsraaid het geheel der
beroepen bekroo-ut, In elk beroep werken de
zelfstandige groepen samen, onder het toezicht
van de gemeenschap.
Het ware echter een grov© dwaling te mee.
neu, dat de economische vrede alleen to berei
ken is door de eenvoudige overeenkomst en de
samenwerking, die zou steunen op een machts
positie. Zij is alleen mogelijk irn ©sin toestand
van orde en dit veronderstelt de ondergeschikt-
beid van do economie aan de voorschriften van
de moraal.
In het economisch leven is ook de rangorde
der waardon te herstellen en dient aan eiken
factor van de voortbrengst de juiste plaats te
worden voorbehouden.
In dezen geest wil de christelijk® vakbewe
ging arbeiden aan de sociale en economische
vernieuwing en reikt zij de hand aan allen die
met goeden wil willen behulpzaam zijn bij het
verwezenlijken van verzedelijkende werking op
het economisch leven en bij bare taak van so
ciale verzoening.
Wij mogen ons kort verslag niet sluiten zon
der de mededeeiling, dat de Katholieke arbei
ders van België hun A, C. V. hooghouden, het
geen zij vorig jaar nog practlsch hebben be.
wezen met er niet minder dan vijf en twintig
duizend nieuwe leden voor aan te winnen»
R. K. BOND VAN HOOGER
POLITIEPERSONEEL.
Woensdagmiddag werd in het Grand Hotel
te Heerlen de jaarvergadering gehouden van
den R. K. Bond van Hooger Politiepersoneel in
Nederland.
Na het woord van welkom en inleiding van
den voorzitter, den heer Diekhof, uit 's Bosch,
kwamen de jaarverslagen aan de orde. Tot den
bond traden acht nieuwe leden toe, terwijl een
lid bedankte. Op het einde van liet verslagjaar
telde de veTeeniging 48 leden. Jaarverslagen
en begrooting 1928 werdén goedgekeurd.
Met algemeene stemmen werd de heer Diek
hof als voorzitter herkozen.
In behandeling kwam het bestuursvoorstel
om met ingang van 1 Januari 1930 den leden
te verbieden om behalve lid van den R. If.
Bond van Hooger Politiepersoneel lid te zijn
van een andere vakorganisatie op politioneel
gebied.
Nadat de secretaris, de heer Hermans het
voorstel toegelicht had, wees een der leden op
de moeilijkheden in plaatsen, waar de meerder
heid van het Hooger Politiepersoneel niet-Ka-
tholiek is.
De geestelijk adviseur, pastoor Merssl uit
Rotterdam, merkte op, dat de verhouding te
Utrecht 3 op 20 niet de slechtste was. In Rot
terdam en Amsterdam is de verhouding nog on
gunstiger. In Rotterdam is geen der commis
sarissen of hoofdinspecteurs Katholiek. Ook een
minderheid heeft rechten. Mochten er enkele
leden bedanken, en blijft een goede kern over.
De secretaris betoogde, dat van een gering
getal prineipieele mensehen toch de noodige in
vloed kan uitgaan en lichtte toe, dait de broe
derschap van commissarissen van politie niet
onder het verbod zou vallen, zoolang deze niet
was opgenomen in den Neutralen Bond.
Tenslotte werd het voorstel in beginsel aan
genomen.
Naar aanleiding" van ©en schrijven van den
heer Offermams, commissaris van politie te
Iferkrade over de werkzaamheden der examen
commissie en de mededeeling, dat hij begin
September wederom een cursus zal beginnen
voor hen die het inspecteursdiploma van den
Bond wenschen te hehalen, ontstond een uit
gebreide discussie.
Algemeen was men van meening, dat do
examen-commissie moest overwegen de wen-
schelijkheid, om voor de opleiding voor het in-
specteursdtploma als eisch te stellen het bezit
van einddiploma H. B. S, 5-j. c. gymnasium
of daarmede gelijkstaande opleiding.
Naar aanleiding van een vraag van den» heer
v. d. Dolder, hoofdinspecteur van politie te
Heerlen over zijn voorstel tot stichting van
provinciale afdeeliugen werd medegedeeld, dat
het bestuur de zaak in studie heeft;
Nadat de geestelijk adviseur den voorzitter
met zijn herbenoeming had gelukgewe ascht
sloot deze onder dank de vergadering.
Ongedierte op het hoofd van het kind is
steeds een teeken van onzindelijkheid der;
moeder. Het is zeer onaangenaam voor het
kind en kan z15» gezondheid benadteclen,
daar het krabben tot uitslag op het hoofd
en ontstoken klieren leidt. Wanneer een
kind in een schoolklas ongedierte heeft, gaat
dit zeer gemakkelijk op andere kinder^
over.
GEZONDHEIDSRAAD
DE STAKING TE HENGELO.
Men meldt ons uit Hengelo:
Inzake het loonconflict „Nivë" is Woensdag
door de stakers opnieuw vergaderd over de
door de directie voorgelegde voorstellen.
Door de vergadering, onder leiding van de
samenwerkende bondsbesfnreu, is thans het
volgende tegenvoorstel ingediend:
1. Een algemeene loonsverhooging van 3
ct. per uur; 2. Dit jaar twee dagen en volgende
jaren drie dagen vaeautie met behoud van
loon; 3. De premie voor ziekengelduitkeering
wordt voor de helft door de werklieden en
voor de helft door den patroon betaald; 4.
Geen andere werkkrachten mogen tewerk
worden gesteld, zoolang nog gestaakt hebbend
personeel voorradig is.
Bij inbreuk op deze overeenkomst, ter be
oordeeling van een commissie van 3 personen,
verliest de directie een bedrag" van 2000.
voor de eene helft aan het Algemeen en voor
de andere helft aan het R.K. ziekenhuis ter
plaatse.
Ter toelichting van deze voorsteden is om
een onderhoud verzocht.
ONTSPANNINGSLEF U H R.
„De vrouw van den
misdadiger", naar het Engelsch
van William Le Queux. A. W Bru-
na en Zoon's Uitgevers-Mij., Utrecht.
1.25). s
Een nieuw nummer iu Bruna's uitgroeiende
biblotheek, dat tot het genre van eenvoudige
ontspanningslectuur behoort. Een niemandal-
letje, dat echter op een lange, vervelende reis
of gedurende enkele uren van een regendag
wel verpoozing kan brengen.
De inhoud van dit boek met een boeiend be
gin en een pakkend slot, komt in het kort hier
op neer dat de vrouw van een moordenaar en
inbreker na den dood van haar man, verpleeg
ster wordt in aanraking komt met een minis
ter van buitenlandsche zaken en diens echt-
genoote wordt. Dan duikt plotseling de dood
gewaande eerste echtgenoot weer op, doch door
een revolverschot wordt uit de lastige mannen-
kwestie een uitweg gevonden.
R. K. Bibliotheken rangschikken dit werk in
klasse B,
„I n g r i d, de dochter
van Duikelaartje", door
G. van NesUilltens. Van Hol-
kema en Warendorf's Uitgeversmij.
Amsterdam, (ƒ3.25).
Blinde Ingrid! Zienden zullen blinden nooit
geheel begrijpen; zij leven beiden in een andere
lichtsfeer en de schakeeringen vallen daarom
geheel anders uit.
Tusschen de kieine Ingrid, die een vriendin
netje wil, tot de groote Ingrid, die zich een
levenstaak gekozen heeft, ligt een decennium
van zoeken en tasten, de strijd om in den groei
der moreele kracht een tegenwicht voor de
fysieke minderheid te vinden.
De schrijfster heeft de psychologische zijde
van dezen strijd geschetst in een diep ontroe
rend boek, waarin bladzijden van meesterlijk,
bijna chirurgisch ontleden voorkomen. Zelfs al
staat men vreemd tegenover vele te beeldende
passages; zelfs al ontkomt men hier en daar
niet aan een zekeren wrevel over breed uitge
sponnen episoden, welke uiterlijk van weinig be
teekenis voor Ingrids leven lijken of alleen maar
geschreven schijnen om moeder Theo's psyche
teerder te teekenen, men blijft geboeid, vaak
geweldig geboeid, door den gedachtenrijkdom,
welke aan dit boek ontstroomt.
Denken is Vooi' een Minde een der voornaam
ste bronnen van geestelijken rijkdom, meent de
moeder, en daarom gééft zij haar dochter een
levensopvatting mede, welke van innig gods
dienstig protetftantsch karakter is. Het leven
van Ingrid krijgt aldus een wijden horizont;
het omvat het heden en de toekomst, het
aardsch bestaan met het gemis van een der
heerlijkste Godsgaven, echter met hot uitzicht
op het volle zijn is het groote licht van Gods
glorie en majesteit.
Zoo krijgt het blinde bestaan een verheven
doel, ook voor dit aardsche leven: Ingrid wil
zich zelf offeren. Na gestreefd te hebben naar
een zich noodzakelijk maken, komt zij ten
slotte er toe zich zelf te geven. De liefde, in
mensehelijlte en lioogere beteekenis, zal haar
lelden naai» een leven vol idealen in dienst van
anderen.
Ingrids zieleleven is rijk genoeg om deze
ontwikkeling in zich te verklaren, de ontroe
rende leiding, welke zij van haar moeder krijgt,
was daarop gericht. In deze twee personen zou
den wij een volledige motiveering van het boek
kunnen vinden.
Daarom betreuren wij het dieper, dat de
schrijfster getracht heeft den levensgang der
blinde Ingrid nog uit een tweede motief te wil
len verklaren: den afschuw voor den oorlog.
Wij gevoelen het als een zeer valsche noot in
dit boek, dat het pacifisme, maar wat voor
soort goedkoop- pacifisme, zorfn groote rol in
Ingrid s ontwikkeling speelt.
De oorlog met al zijn grnwe.en kan ons
zeker een Bieïlzanruen afschuw Inboezemen.
Maar waar pacifisme berust niet op dit ge
voelsargument. De' vraag is alleen, of de oorlog
een zedelijk kwaad is; als zoodanig moet hij
bestreden worden. Is de oorlog, een bepaalde
oorlog; als zedelijk goed gerechtvaardigd, dan
beteekenen al de fysieke kwadsn niets.
„Ons gevoel, mag er niet buiten blijven. Het
is de eenige, moreele hulp,, die wij de wereld
kunnen bieden", zegt moeder Theo ergens. En
inderdaad, ons gevoel behoeft er niet buiten
te blijven. Maar in den strijd tegen den oorlog
als moreel kwaad speelt het een heel kleine
rol, een gevaarlijke rol, want het gevoel kon
pas even goed de heerlijkheden van den oor
log voortooveren. En die zullen de volken zich
nog l'antaseeren, als de gruwelen, ver achter
ons liggend, reeds lang vergeten zijn.
De oorlog neemt in dit boek een te groote
plaats in» In dit boek van weldadige innerlijk
heid schrijnt het rumoer van buiten af diep,
het is er misplaatst, een wanklank in een melo
dieus lied.
„Ingrid" is een mooi boek, waarvan de lezing
menig innig én verrassend uur zal schenken.
R. K. Bibliotheken kunnen het veilig een
plaatsje in de B-klasse schenken.
Heden lieeft de reebtbaak te Groningen uit
spraak gedaan in de zaak tegen de drie politie
agenten, die zich in het begin van dit jaar
hebben schuldig gemaakt aan diverse inbraken
te Helpman, waarbij zij zich sigaren en siga
retten toeeigenden. Bij de behandeling dezer
zaken voor 14 dagen heeft het G. M. de volgen
de eiseheu wegens diefstal gedaan: .tegen den
"Cujarigen "W. ter B. en dan 30-jarigen P. T.
ieder 2 jaar gevangenisstraf en tegrzi den
31-jarigen J. H. 1 paar en 6 maanden
De uitspraak luidde heden." ter B. en T. 1
jaar en 91 maanden, H. 1 jaar en 6 maanden.
50 personen gewond
BOEDAPEST, 9 Mei. (B. T. A.) Een hevige
orkaan hoeft hier belangrijke schade aange
richt. Vijftig personen werden gewond.
Be,li B.T.A.-telegram uit Hagusa (Dalmalië)
meldt:
Een hevige cycloon lieeft de muren van een
in aanbouw zijnde school op naburige woon
huizen doem neerstorten, de bewoners bedel
vend. Er zijn 3 dooden.
Het scliippaiaknechtje dat gisteren in de
Maas bij de Oude Plantage i3 verdronken is
gebleken de 13-jairfige C. R. te zijn) wonende te
Raamsd onck veer