EEN GOEDE FEE DONDERDAG 10 ME! 1928 EERSTE BLAD •PAGINA 3 DE KONING VAN ENGELAND EN ZIJN GO 3SD ENSTIGE OVERTUIGING HET ALG. CHRIST. VAKVERBOND VAN BELGiË HET CONGRES TE GENT. i| Ba RECLAME voert afnemers naar de fabriek. Kif. leidt koopers den winkel binnen, Be Reclame en versnelt vergemaM; Be RECLAME, den omzet en stelt verlaging- int staat. goed i-, is een groote we!=» doenster dter menscMrelid. VAN DE LEESTAFEL LAATSTE BERICHTEN IN ïïR.FjKFjNDE politie-agenten I)e jttsüitic straft; ORKAAN BOVEN BOEDAPEST CYCLOON BOVEN R AGUR A Drte itoodtrn HET VERDRONKEN SC HII'REBS- KNECHTJE WISSELKOERSEN TE ROTTERDAM Londen 12.09%; Bei-lijn £9.29%; Parijs 9.75%; België (Belga's) 34.61; Zwitserland 47 7?%Amerika 247%; Oostenrijk 3490; De nemarken C6.48; Zweden 66.48; Noorwegen 66.37; Spanje 41.56; Italië 13.06. KEN MERKWAARDIGE PREEK VAN HARD. BOURNE. De „Katholieke neigingen" van Edward VIL Gisteren heeft Kardinaal Bourne in een te Cambridge gehouden preek over de Engelsehe martelaren eenige opmerkingen gemaakt, welke ook in niet-katholieke kringen bijzonder de aandacht zullen trekken. Van Protestantsehe zijde wordt steeds be weerd, dat de martelaren onder Hendrik VIII, koningin Elisabeth en haar opvolgers niet ter dood gebracht zijn wegens hun geloof, doch wegens de door hen aangenomen verraderlijke houding. Hiertegenover hield de kardinaal vol, dat. geen Engelschen osit meer loyauleit te genover de Kroon hebben aan den dag gelegd dan „onze Katholieke voorvaders." „Gelijk het heden ten dage een uitgemaakte zaak is tusschen den souverein en zijn volk", zeïde Z.Em., „dat hij belijden zal een trouw Protestant te zijn, en dat hij, zoo hij in ge breke blijft, goen enkele wettelijke aanspraak kan doen golden op erkenning door zijn onder danen, zoo was het in de dagen van koningin Elisabeth, krachtens haar kroning-secd, een uit gemaakte zaak tusschen haar en haar volk, dat zij trouw katholiek zon zijn, en door op te houden dit te zijn, verloor zij elk wettelijk recht op erkenning door haar onderdanen. „Desniettemin bleven zij (de Katholieke onderdanen) haar gehoorzaam in alle zaken, waarin zij in overeenstemming met haar wet telijke positie handelde, doch zij weigerden haar wil op te volgen in zaken, waarbij hun plicht jegens God betrokken was.'' Da Kardinaal heeft aldus de kwestie op zoo danige wijze gesteld, dat hij het door hem aan gehaalde argument der Protestanten volkomen vernietigde. Want dezen immers schijnen for meel gelijk te hebben, wanneer zij volhouden, dat de martelaren niet ter dood werden ge bracht wegens hun geloof, doch wegens hoog verraad. De niet-erkrnning van koningin Elisa beth als (nominaal) hoofd der kerk was ge proclameerd tot een misdrijf van hoogverraad, en hot was op dien grond, dat de vonnissen worden uitgesproken. Ben priester, die wei; g.rdo den voorgeschreven eed af te leggen, waardoor hij vanzelf de gehoorzaamheid aan den Paus opzegde, pleegde hoogverraad. Maar een ieder had het recht voor zichzelf te „ge- looven" dat de Kerk van Rome de ware waa, maar hij was strafbaar wanneer hij een Mis bijwoonde, die werd opgedragen door een pries ter, die den eed niet had afgelegd. Precies als thans in Mexico. Men mocht dus gelooven, wat men wilde, maar wanneer een Katholiek zij:-, geloof ook uitoefende, en waaneer een geestelijk® zijn priesterlijke plichten vervulde, dan kwam iiij in botsing mst de wet, en ploeg- de hij lioogvorrar.d. Be kardinaal hoeft thans doen uitkomen, d it het hoogverraad niet gepleegd werd dooi de Katholieke», die hun houding tegenover do Koningin regelden, in overeenstemming met do door haar a-ls „defender of the Faith" in don Kroningseed afgelegde verklaring, doch dat het verraad uitging van de koningin, dio den eed brak. Maar in veel hooger mate zal de algemeens aandacht getrokken worden door de merk waardige woorden, welke Z.Em. hierop volgen liet; zij z'un niet van historisch, maar van zeer actueel en toekomstig belang. „Zeker zal men zich kunnen voorstellen, dat er een dag kan komen, waarop een Engelsehe souverein zich niet in staat zal voelen, zich zelf nog langer een trouw Protestant te noe men. „Wat zal dan gebeuren7 „Ilc weet niet, welken weg men volgen zou, maar ik denk, dat dan een wettelijk middel zou worden aangegrepen om te verklaren, dat de verhouding van onderdaanschap van zijn volk ten opzichte van hem heeft opgehouden te bestaan. „Hoe zouden vele Engelschen hiertegenover staan?" „Br zullen er zeker zijn, die zullen verklaren dat, aangezien zij een souverein hebben, dien zij eerbiedigen en eeren gelijk zij terecht den tegeuvvooidigen koning eerbiedigen en eeren zij niet door een ander geregeerd wenschen te worden. Zij zullen zeggen; „Waarom zou alleen de koning van Engeland onder alle mensehen verstoken zijn van de ge wetensvrijheid, waaraan Protestanten zooveel waarde zeggen te hechten? Waarom zou alleen hij verstoken, zijn van het recht, er een eigen oordeel op na te houden? Het kan zijn, dat hij wettelijk zijn recht op ons onderdaanschap verloren heeft, maar wij hernieuwen dit vrij willig, welken godsdienst hij thans ook moge uitoefenen. „Dan zal er eepige analogie bestaan tusschen de houding van Katholieke Engelschen onder Elisabeth en die van den liypothetiscben En- gelseliman van de toekomst, waarop ik zin speel. Maar er zal dit groote verschil zijn: dat onze Katholieke voorvaders hun onderdaan- schap hernieuwden en handhaafden, terwijl hun alle mogelijke onrecht werd aangedaan. „De gebeurlijkheid, waarop ik doel, zal van hoogst balangwekkenden aard zijn, wanneer zij zich voordoet, en voordoen zal zij zich een maal ongetwijfeld. Want terwijl enkele jaren geleden de Brise:b0 souverein koning was van Groot Britannië en Ierland en van de overzee- soho dominions, is hij thans, onder de nieuwe constitutioneel® ontwikkeling des rijks, koning van Groot-Britannië en Noord-Ieirland, van den Ierschen vrijstaat, van Canada, van Australië; van Nieuw-Zeeland, van Zuid-Afrika en keizer van Indië. „Terwijl het mogelijk is, dat Engelschen dan nog zullen vasthouden aan het Protestantsehe karakter van hun koning, is het hoogst onwaar schijnlijk dat Canada, Australië, Nieuw-Zee land en Zuid-Afrika, met hun geheel onafhan kelijke regeeringen, daaraan dezelfde opvatting- zullen hechten. Breekt die dag aan, dan zullen de onderdanen des rijks goed doen, zoo zij een voorbeeld nemen aan de Engelsehe Katholieken uit de dagen van koningin Elisabeth, die hun burgerlijk onderdaanschap onverlet hand haafden." Het is nauwelijks noodig, eenige toelichting aan 'deze buitengewóón-belangrijke uitlatingen van den kardinaal toe te voegen. Toch zal men buiten Engeland de beteekenis ervan onder schatten, en deze passage uit de preek als van meer academisch dan praktisch gewicht be schouwen, wanneer men er niet aan herinnerd wordt, dat onder den vorigen koning de kwes tie van het verplichte Protestantisme voor den souverein meer dan eens de gedachten der on derdanen heeft bezig gehouden. Wat velen noemen de „Katholieke gezindheid" van Edward VII was een verschijnsel, dat koningin Vic toria reeds ernstig kon verontrusten, en haar zelfs aanleiding heeft gegeven ,de bezoeken, die de toenmalige prins van Wales aan zijn vriend, den keizer van Oostenrijk bracht, ©en tijdlang te beperken. Wij willen hier niet na gaan, in hoeverre hetgeen een dertigtal jaren geleden omtrent Edwards godsdienstige over tuiging gemompeld werd, op „praatjes" of op werkelijkheid berustte; evenmin als het wen- schelijk is, nader in te gaan op détails, die ieder wei-ingelicht Engelsch Katholiek kent, in verband met 's konings laatste levensdagen, maar hetgeen wij wel zeggen mogen is, dat Ed wards geloofsovertuiging een vraagstuk is ge weest, dat zoowel Protestanten als Katholieken bij herhaling en tot liet einde tce ernstig heeft bezig- gehouden. Al die geruchten gegrond of ongegrond waren versterkt geworden door het incident, dat zich voordeed naar aanleiding van de ope ning van de eerste zitting van het parlement na Edwards troonbestijging, op 14 Februari 1901. Alvorens do troonrede te lezen, werd den koning door den lord-kanselier verzocht, in overeenstemming met de Bill Of Rights van 1089, een verklaring af te leggen, waarin de leer der transubstantiatie verworpen werd, en waarin verder gezegd werd, dat „de aanroe ping of aanbidding" van de Maagd Maria of eenig ander heilige, en het Misoffer, gelijk thans gebruikelijk in da,Kerk van Rome, bij- geloovig en afgodisch zijn." Voorts moest de gelofte worden afgelegd, dat de verklaring ge geven was „zonder eenige ontwijking, dnbbc-l- zinniglieid of innerlijk voorbehoud, en zonder eenige dispensatie (van het vervullen der ge lofte), thans of later, door den Paus of eenige andere autoriteit." Tegen deze eeuwenoude verklaring had Ed ward zeer groote bezwaren. Hij besehouwdo haar als beteedigemd voor zijn Katholieke on derdanen, en terwijl hij in het parlement met sonore stem sprak, las hij deze woonden op zeer zaehten toon. Sir Sidney Lee schrijft in zijn groote bio grafie van Edward VII (deel 2, pag. 23)Zijn bezwaar sproot voort uit zijn ingeworteld ge loof in het beginsel der verdraagzaamheid, niet uit eenige neiging tot het Roomsch-Katho- licisme. Dat sir Sidney Lee het noodig vond dit na drukkelijk te coMtateeren is kenschetsend rooi den indruk, welken het gebeurde op het publiek gemaakt had in een tijd, teen het religieuze anti-Katholle isme hier veel krachtiger woedde dan in later jaren. Edwards bezwaar tegen da z.g. „Protestant sehe verklaring" werd in elk geval niet gedeeld door de openbare meening, en pogingen om haar afgeschaft te krijgen (25 Juni 1903 door Lond Grey, en 1 Juli 1904 door den hertog van Norfolk aangewend) bleven vruchteloos Ko ning George moest de verklaring nog in den ouden vorm afleggen, doch onmiddellijk daar na (1910) werd ©en wetsontwerp ingediend en door beide Huizen aangenomen, waarbij al wat beleedigend voor de Katholieken was, uit den tekst geschrapt was geworden. Zser waarschijnlijk heeft sir Sidney Lee ge lijk, wanneer hij beweert dat Edwards bezwa ren voortsproten uit zijn verdraagzaamheid op godsdienstig gebied, en zeker behoeft ©en ko ning geen neiging tot Katholicisme te hebban om ai'keerig te zijn van constitutioneele ver keerdheden. Maar dit neemt niet weg, dat Ed ward de eerste Engelsehe souverein was, die zich evengoed koning voelde over zijn Katho lieke als over zijn Protestantsehe onderdanen. De anti-Katholieke Lord Salisbury, die eerste minister was, dwarsboomde de wenschen van zijn souverein; Asquith, die 1910 aan heit hoofd der regeering stond, was een verdraagzamer man, en zeker geen anti-Katholiek. Maar hier bij kwam, dat Asquith de openbare meening achter zich had toen hij het initiatief naau tot wijziging der Protestantsehe Verklaring, en dat negen jaren vroeger Lord Salisbury, zoo hij den koning wèl terwille was geweest, het volk tegen zich gehad zou hebben. Er was dus in korten tijd veel veranderd. In die verandering hebben de geruchten, wel ke omtrent den door het volk op de handen gedragen Edward de ronde deden, een niet gering aandeel gehad. (Van onzen correspondent). Brussel, 9 Mei 1928. Na het congres der patroons, dat enkele weken geleden werd gehouden en waarover wij t. z. t. verslag hebben gegeven, heeft thans, ondier groote belangstelling, te Gent het acht ste congres plaats gehad van het A. G. V. Uit het openingswoord van den voorzitter, hot kamerlid René de Bruijne, bleek, dat de Katholieke vakbeweging in België een tijdperk is ingetreden van nooit gekende ontwikkeling en bloei. Alleen reeds de centrale der R. K. textielbewerkers heeft een ledental van meer dan 50.000 georganiseerde» bereikt. De kwestie der verzekering tegen de onvrij willige werkloosheid, nam in de besprekingen van het congres een ruime plaats in. Deze wordt toegeschreven aan het hedendaagsch nij verheidssysteem, waar nog bij komt de econo mische na-oorlogsche ontreddering. De oorzaak van het toenemen der criminali teit moet voor een deel in de werkloosheid ge zocht worden Conferenties en congressen te Genève, te Genua, te Praag en te Weenen en ook in België gehouden, hielden zich bezig met het onderzoek van het werkloosheidsprobleem. De oplossing zou een tweeledige moeten zijn. In de eerste plaats zou moeten getracht wor den, de onvrijwilligs werkloosheid te voorko men, terwijl verder middelen zouden moeten gevonden worden, om de gevolgen van de werkloosheid te verzachten. Als preventieve maatregelen werden vooropgezet: 1. Goede regeling van de werkbezorging (werkbeurzen, secretariaten voor beroepskeuze, beide van overwegend belang)2, vergemak kelijking van het verkeer, opdat de arbeider zich gemakkelijk begeven kunne tot de plaat sen, waar werkgelegenheid is; 3. uitvoeren van openbare werken ten gepast en tijde; 4. doel matige en bekwame leiding van het bedrijf; 5, een gezonde geldpolitiek; 6 voor de sel- zoanbedrijven zal het inrichten van andere nij verheden, die, gedurende het tijdstip van werk loosheid In het seizoenbedrijf, juist don hunne periode van bedrijvigheid hebben, veel werk loosheid voorkomen. Men ontveinst zich echter niet, dat de on vrijwillige werkloosheid nooit geheel zal kun nen overwonnen worden. De toestand wordt eerder nog verergerd door concentratie in de bedrijven en rationaliseering. Als meest doelmatig algemeen middel tegen de gevolgen der onvrijwillige werkloosheid wordt aangegeven de verzekering, welk stelsel bo vendien het best overeenkomt met de waardig heid van den arbeider. In dezen geest werd dan ook een motie aangenomen, waarin wordt aan gedrongen op bet zoo spoedig mogelijk reaii- seeren van een goede wetgeving, die de ver zekering tegen onvrijwillige werkloosheid regelt. Een uitvoerig en goed gedocumenteerd ver slag over den loonarbéld der gehuwde vrouw, werd vervolg,ens ter sprake gebracht door mejuffrouw Maria Boers, leidster van de Ka tholieke sociale vrouwenwerken van België. Mej. Boers wijst er in haar verslag op, hoe dezo aangelegenheid steeds de aandacht heeft gaande gehouden van de Katholieke vakorga nisaties in de geheele wereld. Verder consta teert zij, aan de hand van eigen statistieken, dat de fabrieksarbeid der gehuwde vrouwen funeste gevolgen heeft: minder geboorten, een groot getal miskramen, tal van abnormale be vallingen, zwakke kinderen, groote kindersterf te en een vroegtijdige ongeschiktheid tot verder moederschap. De invloed, dien, iu gewone om standigheden «een moeder uitoefent op de op voeding en de zedelijkheid harer kinderen, ver mindert door de afwezigheid der moeder zeer; de kinderen worden doorgaans aan hun lot overgelaten. Economisch staat verder ook vast, dat het werk van de gehuwde vrouw buitenshuis weinig geldelijk voordcel met zich brengt. Een ander belangrijk aspect van bet congres waren de verschillende organisatieproblemen, die door de gewijzigde economische indnstrdeele en sociale toestanden steeds dringender om een aangepaste oplossing vragen. Nu de financieele, economische en politieke machten worden geconcentreerd in de handen van. enkele bankmagnaten en grootnijveraars, moet noodzakelijkerwijze een meer wetenschap pelijke inrichting van den arbeid de geesten bezighouden. Op nationaal en internationaal gebied wint de kartelvorming veld. De ratio nalisatie met al haar gevolgen wordt dagelijks meer toegepast en verplicht de vakorganisaties tot hert bestudeeren van tal van vraagstukken, waarvan do goede oplossing niet alleen de ar beiders en de vakbeweging, maar ds geheele gemeenschap ten zeerste aanbelangt. Het ls dus van de grootste interesse, dat de Katholieke werknemers zich kunnen baseereu op een goed overlegd Katholiek syndicaal pro gramma. In verband hiermede werd in een van het A. C. V, bestuur uitgaand rapport o.m. liet volgende gezegd. Het Belgische economisch stelsel met zijn internationale markt is oorzaak dat de ar beidsvoorwaarden minder gaan afhangen van den goeden wil van een patroon dan van alge- meene economische verhoudingen en van tal- looze invloeden en toestanden, w-alke vreemd zijn aan de afzonderlijke onderneming en wel ke door den patroon om zoo te zeggen niet kuu- nen beïnvloed worden. Deze omstandigheid heeft de gedachte doen groeien, dat alle arbeiders solidair moesten staan om de algemeene economische, bedrijvig heid te beïnvloeden in de gewenschte richting. De saamlhoorig'heid weike allo werklieden verbindt, is thans een werkelijkheid geworden, waarvan de vakvereeniging een der meest ken merkende uitingen is. De Christelijke vakbewegümg wit van onder tot boven een organisatieplan uitwerken: aan do basis ligt de fabriekisraad, die in de onder neming optreedt voor gansch het beroep, ter wijl de centrale bsdrijfsraaid het geheel der beroepen bekroo-ut, In elk beroep werken de zelfstandige groepen samen, onder het toezicht van de gemeenschap. Het ware echter een grov© dwaling te mee. neu, dat de economische vrede alleen to berei ken is door de eenvoudige overeenkomst en de samenwerking, die zou steunen op een machts positie. Zij is alleen mogelijk irn ©sin toestand van orde en dit veronderstelt de ondergeschikt- beid van do economie aan de voorschriften van de moraal. In het economisch leven is ook de rangorde der waardon te herstellen en dient aan eiken factor van de voortbrengst de juiste plaats te worden voorbehouden. In dezen geest wil de christelijk® vakbewe ging arbeiden aan de sociale en economische vernieuwing en reikt zij de hand aan allen die met goeden wil willen behulpzaam zijn bij het verwezenlijken van verzedelijkende werking op het economisch leven en bij bare taak van so ciale verzoening. Wij mogen ons kort verslag niet sluiten zon der de mededeeiling, dat de Katholieke arbei ders van België hun A, C. V. hooghouden, het geen zij vorig jaar nog practlsch hebben be. wezen met er niet minder dan vijf en twintig duizend nieuwe leden voor aan te winnen» R. K. BOND VAN HOOGER POLITIEPERSONEEL. Woensdagmiddag werd in het Grand Hotel te Heerlen de jaarvergadering gehouden van den R. K. Bond van Hooger Politiepersoneel in Nederland. Na het woord van welkom en inleiding van den voorzitter, den heer Diekhof, uit 's Bosch, kwamen de jaarverslagen aan de orde. Tot den bond traden acht nieuwe leden toe, terwijl een lid bedankte. Op het einde van liet verslagjaar telde de veTeeniging 48 leden. Jaarverslagen en begrooting 1928 werdén goedgekeurd. Met algemeene stemmen werd de heer Diek hof als voorzitter herkozen. In behandeling kwam het bestuursvoorstel om met ingang van 1 Januari 1930 den leden te verbieden om behalve lid van den R. If. Bond van Hooger Politiepersoneel lid te zijn van een andere vakorganisatie op politioneel gebied. Nadat de secretaris, de heer Hermans het voorstel toegelicht had, wees een der leden op de moeilijkheden in plaatsen, waar de meerder heid van het Hooger Politiepersoneel niet-Ka- tholiek is. De geestelijk adviseur, pastoor Merssl uit Rotterdam, merkte op, dat de verhouding te Utrecht 3 op 20 niet de slechtste was. In Rot terdam en Amsterdam is de verhouding nog on gunstiger. In Rotterdam is geen der commis sarissen of hoofdinspecteurs Katholiek. Ook een minderheid heeft rechten. Mochten er enkele leden bedanken, en blijft een goede kern over. De secretaris betoogde, dat van een gering getal prineipieele mensehen toch de noodige in vloed kan uitgaan en lichtte toe, dait de broe derschap van commissarissen van politie niet onder het verbod zou vallen, zoolang deze niet was opgenomen in den Neutralen Bond. Tenslotte werd het voorstel in beginsel aan genomen. Naar aanleiding" van ©en schrijven van den heer Offermams, commissaris van politie te Iferkrade over de werkzaamheden der examen commissie en de mededeeling, dat hij begin September wederom een cursus zal beginnen voor hen die het inspecteursdiploma van den Bond wenschen te hehalen, ontstond een uit gebreide discussie. Algemeen was men van meening, dat do examen-commissie moest overwegen de wen- schelijkheid, om voor de opleiding voor het in- specteursdtploma als eisch te stellen het bezit van einddiploma H. B. S, 5-j. c. gymnasium of daarmede gelijkstaande opleiding. Naar aanleiding van een vraag van den» heer v. d. Dolder, hoofdinspecteur van politie te Heerlen over zijn voorstel tot stichting van provinciale afdeeliugen werd medegedeeld, dat het bestuur de zaak in studie heeft; Nadat de geestelijk adviseur den voorzitter met zijn herbenoeming had gelukgewe ascht sloot deze onder dank de vergadering. Ongedierte op het hoofd van het kind is steeds een teeken van onzindelijkheid der; moeder. Het is zeer onaangenaam voor het kind en kan z15» gezondheid benadteclen, daar het krabben tot uitslag op het hoofd en ontstoken klieren leidt. Wanneer een kind in een schoolklas ongedierte heeft, gaat dit zeer gemakkelijk op andere kinder^ over. GEZONDHEIDSRAAD DE STAKING TE HENGELO. Men meldt ons uit Hengelo: Inzake het loonconflict „Nivë" is Woensdag door de stakers opnieuw vergaderd over de door de directie voorgelegde voorstellen. Door de vergadering, onder leiding van de samenwerkende bondsbesfnreu, is thans het volgende tegenvoorstel ingediend: 1. Een algemeene loonsverhooging van 3 ct. per uur; 2. Dit jaar twee dagen en volgende jaren drie dagen vaeautie met behoud van loon; 3. De premie voor ziekengelduitkeering wordt voor de helft door de werklieden en voor de helft door den patroon betaald; 4. Geen andere werkkrachten mogen tewerk worden gesteld, zoolang nog gestaakt hebbend personeel voorradig is. Bij inbreuk op deze overeenkomst, ter be oordeeling van een commissie van 3 personen, verliest de directie een bedrag" van 2000. voor de eene helft aan het Algemeen en voor de andere helft aan het R.K. ziekenhuis ter plaatse. Ter toelichting van deze voorsteden is om een onderhoud verzocht. ONTSPANNINGSLEF U H R. „De vrouw van den misdadiger", naar het Engelsch van William Le Queux. A. W Bru- na en Zoon's Uitgevers-Mij., Utrecht. 1.25). s Een nieuw nummer iu Bruna's uitgroeiende biblotheek, dat tot het genre van eenvoudige ontspanningslectuur behoort. Een niemandal- letje, dat echter op een lange, vervelende reis of gedurende enkele uren van een regendag wel verpoozing kan brengen. De inhoud van dit boek met een boeiend be gin en een pakkend slot, komt in het kort hier op neer dat de vrouw van een moordenaar en inbreker na den dood van haar man, verpleeg ster wordt in aanraking komt met een minis ter van buitenlandsche zaken en diens echt- genoote wordt. Dan duikt plotseling de dood gewaande eerste echtgenoot weer op, doch door een revolverschot wordt uit de lastige mannen- kwestie een uitweg gevonden. R. K. Bibliotheken rangschikken dit werk in klasse B, „I n g r i d, de dochter van Duikelaartje", door G. van NesUilltens. Van Hol- kema en Warendorf's Uitgeversmij. Amsterdam, (ƒ3.25). Blinde Ingrid! Zienden zullen blinden nooit geheel begrijpen; zij leven beiden in een andere lichtsfeer en de schakeeringen vallen daarom geheel anders uit. Tusschen de kieine Ingrid, die een vriendin netje wil, tot de groote Ingrid, die zich een levenstaak gekozen heeft, ligt een decennium van zoeken en tasten, de strijd om in den groei der moreele kracht een tegenwicht voor de fysieke minderheid te vinden. De schrijfster heeft de psychologische zijde van dezen strijd geschetst in een diep ontroe rend boek, waarin bladzijden van meesterlijk, bijna chirurgisch ontleden voorkomen. Zelfs al staat men vreemd tegenover vele te beeldende passages; zelfs al ontkomt men hier en daar niet aan een zekeren wrevel over breed uitge sponnen episoden, welke uiterlijk van weinig be teekenis voor Ingrids leven lijken of alleen maar geschreven schijnen om moeder Theo's psyche teerder te teekenen, men blijft geboeid, vaak geweldig geboeid, door den gedachtenrijkdom, welke aan dit boek ontstroomt. Denken is Vooi' een Minde een der voornaam ste bronnen van geestelijken rijkdom, meent de moeder, en daarom gééft zij haar dochter een levensopvatting mede, welke van innig gods dienstig protetftantsch karakter is. Het leven van Ingrid krijgt aldus een wijden horizont; het omvat het heden en de toekomst, het aardsch bestaan met het gemis van een der heerlijkste Godsgaven, echter met hot uitzicht op het volle zijn is het groote licht van Gods glorie en majesteit. Zoo krijgt het blinde bestaan een verheven doel, ook voor dit aardsche leven: Ingrid wil zich zelf offeren. Na gestreefd te hebben naar een zich noodzakelijk maken, komt zij ten slotte er toe zich zelf te geven. De liefde, in mensehelijlte en lioogere beteekenis, zal haar lelden naai» een leven vol idealen in dienst van anderen. Ingrids zieleleven is rijk genoeg om deze ontwikkeling in zich te verklaren, de ontroe rende leiding, welke zij van haar moeder krijgt, was daarop gericht. In deze twee personen zou den wij een volledige motiveering van het boek kunnen vinden. Daarom betreuren wij het dieper, dat de schrijfster getracht heeft den levensgang der blinde Ingrid nog uit een tweede motief te wil len verklaren: den afschuw voor den oorlog. Wij gevoelen het als een zeer valsche noot in dit boek, dat het pacifisme, maar wat voor soort goedkoop- pacifisme, zorfn groote rol in Ingrid s ontwikkeling speelt. De oorlog met al zijn grnwe.en kan ons zeker een Bieïlzanruen afschuw Inboezemen. Maar waar pacifisme berust niet op dit ge voelsargument. De' vraag is alleen, of de oorlog een zedelijk kwaad is; als zoodanig moet hij bestreden worden. Is de oorlog, een bepaalde oorlog; als zedelijk goed gerechtvaardigd, dan beteekenen al de fysieke kwadsn niets. „Ons gevoel, mag er niet buiten blijven. Het is de eenige, moreele hulp,, die wij de wereld kunnen bieden", zegt moeder Theo ergens. En inderdaad, ons gevoel behoeft er niet buiten te blijven. Maar in den strijd tegen den oorlog als moreel kwaad speelt het een heel kleine rol, een gevaarlijke rol, want het gevoel kon pas even goed de heerlijkheden van den oor log voortooveren. En die zullen de volken zich nog l'antaseeren, als de gruwelen, ver achter ons liggend, reeds lang vergeten zijn. De oorlog neemt in dit boek een te groote plaats in» In dit boek van weldadige innerlijk heid schrijnt het rumoer van buiten af diep, het is er misplaatst, een wanklank in een melo dieus lied. „Ingrid" is een mooi boek, waarvan de lezing menig innig én verrassend uur zal schenken. R. K. Bibliotheken kunnen het veilig een plaatsje in de B-klasse schenken. Heden lieeft de reebtbaak te Groningen uit spraak gedaan in de zaak tegen de drie politie agenten, die zich in het begin van dit jaar hebben schuldig gemaakt aan diverse inbraken te Helpman, waarbij zij zich sigaren en siga retten toeeigenden. Bij de behandeling dezer zaken voor 14 dagen heeft het G. M. de volgen de eiseheu wegens diefstal gedaan: .tegen den "Cujarigen "W. ter B. en dan 30-jarigen P. T. ieder 2 jaar gevangenisstraf en tegrzi den 31-jarigen J. H. 1 paar en 6 maanden De uitspraak luidde heden." ter B. en T. 1 jaar en 91 maanden, H. 1 jaar en 6 maanden. 50 personen gewond BOEDAPEST, 9 Mei. (B. T. A.) Een hevige orkaan hoeft hier belangrijke schade aange richt. Vijftig personen werden gewond. Be,li B.T.A.-telegram uit Hagusa (Dalmalië) meldt: Een hevige cycloon lieeft de muren van een in aanbouw zijnde school op naburige woon huizen doem neerstorten, de bewoners bedel vend. Er zijn 3 dooden. Het scliippaiaknechtje dat gisteren in de Maas bij de Oude Plantage i3 verdronken is gebleken de 13-jairfige C. R. te zijn) wonende te Raamsd onck veer

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 3