f pa t f Till 1 -• 1 1 1 1 - I u i vaam WOENSDAG 16 MEI 1928 DERDE BLAD ANTWERPEN 1920 8ff 'P' ||i HERINNERINGEN AAN PARIJS PARIJS 1924 PAGINA 4 ilN- - T KMS s» §|g|f DE ORGANISATIE VAN HET yOETBAL TORNOOI. A DE OPGRAVINGEN VAN ÜLYMPIA Eeu der voornaamste feiten van Stockholm we zouden het haast vergeten was de beslissing, dat de feesten der volgende Olym piade in 1916 te Berlijn zouden gevierd worden. Daar is niets van gekomen. De oorlog, de geweldige, die zoo veel toekomst-plannen 't onderste boven wierp, was de oorzaak, dat men de dubbele tijdruimte moest wachten voor een nieuw Olympisch festijn. Antwerpen kwam in 1920 aan de beurt. Ofschoon nog levend in de naweeën van de verschrikkelijke wereld-catastrophe en alhoewel verschillende landen ten gevolge daarvan op dit sportfestijn moesten ontbreken, toch kon Antwerpen in meer dan één opzicht met Stock holm wedijveren. De opening der Spelen in de Scheldestad was op z'n minst zoo indrukwekkend als in het Noordelijk Venetië. Ginds sprak de hofprediker Ahlfeldt een kort gebed, terwijl te Antwerpen in den vollen luister van de kathedraal onver getelijke plechtigheden plaats vonden, waarbij Kardinaal Mercier z.g. een toespraak hield tot de sportlieden en hen wees op de wetten van tucht, rechtzinnigheid en matigheid, waaraan zij hebben te gehoorzamen. Deze toespraak van den grooten kerkvorst werd voor katholiek en niet-katholiek de eerste en hoogere inluiding der Olympische Spelen; zij omvatte in korte trekken het levensprogram van den echten sportman, een vaste wet, welke door vele leiders en spelers helaas maar al te dikwijls wordt over 't hoofd gezien. Zoo werden de Olympische wedstrijden van Antwerpen, meer nog dan die van Stockholm, tcch nog in onze christene beschaving geplaatst! Ook wat den stoet der staten, die onafzien bare macht van jeugd en kracht, betreft, be hoefde Antwerpen niet onder te doen.'I-Iet was een grootsch schouwspel, dat we daar te genie ten kregen. Maar we vonden er zoo goed als niemand meer terug van Stockholm. Op enkele uitzonderingen na, zooals de Fin Hannes Koleh- mainen, waren 't al nieuwe mannen. Hannes Kolehmainen, de dertigjarige, die acht jaar te voren op zulk een schitterende wijze de lange afstandsnummers won, was vrijwel de eenige die te Antwerpen nieuwe lauweren kwam oogsten. En hij stelde zich nu niet meer tevre den met 5 of 10 kilometers te loopen, neen, Hannes wierp zich in de Marathon en kwam 't eerst binnen. Dat was voorzeker een prachtprestatie van den Fin, wiens andere landgenooten zooals Nurmi, ook bewezen hoe sterk men in Finland op athletiekterrein staat. De Finnen, die in Stockholm de vierde plaats innamen, wisten te Antwerpen de tweede te veroveren. In de zuiver athletische afdeeling, waarvoor te Ant werpen veel minder belangstelling bestond dan in Stockholm, was Amerika natuurlijk weer veruit de baas, hetgeen moge blijken uit den volgenden eindstaat: Amerika Finland Zweden I Engeland ]j Frankrijk 1 Zuid-Afrika totaal 210 punten 95 90 80 33 23 Denemarken en België ieder 9 Nederland 5 n Een afrekening, waaruit duidelijk blijkt, dat de Nederlanders ook te Antwerpen nog niet veel hadden in te brengen. Wij mochten voorts in den wielrenner Peeters een Olympisch kampioen begroeten, onze scher mer de Jong weerde zich geducht en onze touwtrekkers behaalden veel succes, vooral ook om hun echt sportief optreden. En onze voetballers zult ge zeggen! Inder daad, onze mannen van het leeren ding hebben zich te Antwerpen, waar de voetbal vrijwel de hoofdrol speelde, goed doen gelden. Het begin was best. Holland klopte Luxem burg met 30 en Zweden met 5—4, doch kwam toen in het veld tegen de Belgen. Dat werd de eerste België—Nederland-wedstrijd na den oorlog, met ai het bekende rumoer en enthou siasme daarom heen. Duizenden Nederlanders waren naar Antwerpen gekomen, maar de onzen loden een bittere nederlaag met 3—0. Daarna verloren we nog van Spanje, maar ten gevolge van het staken der Tsjecho-Slowakeu in den eindstrijd tegen de Belgen, bezette, evenals in Stockholm, voetbal-Nederland te Antwerpen waar 16 naties deelnamen de derde plaats met twee nederlagen. België werd Olympisch kampioen van dit waarlijk grootsche, ja onovertroffen voetbal- tournooi. dat evenwel op een sensationeeie en weinig Olympische wijze eindigde, toen de Tsjechen te midden van den eindstrijd bij oneeui&heid met den scheidsrechter het veld uitliepen. Dat verwekte een geweldige beroe ring. Daar heerschte in de Scheldestad een opwin ding ais nooit te voren. De overwinning der Belgen en. de incidenten tijdens den beslissen- üen kamp hadden de gemoederen van tiendui zenden waarlijk in de hartstochtelijke roes gebracht. Op de Kelzerlet was het, gelijk altijd bij groote sportevenementen, een vuur van enthou siasme en opschudding. Uit dez*.D wand onr. vlucht, ontmoetten wij ergens in een stille straat onzen vriend den kunstschilder Pieter de Mets. Hij droeg een dik boek onder den arm en met een driftig gebaar beval hij: lees, lees! 'k Dacht dat hij ook al gepakt was door de algemeene beroering Lees, zei hij nogmaals, en sloeg het boek open. En ik las: „Als de Grieken de overwinnaars der ver schillende takken van sport hadden toegejuicht, begonnen op den vijfden en laatsten dag der Olympiade de wedstrijden der redenaars, dich ters, zangers, schrijvers en andere kunstenaars. En met dezelfde aandacht volgden de Grieken deze kampen". Toen we hem daarop vragend aankeken, snauwde hij: Ge weet dat aan do Antwerpsckè Olympiade een schitterende tentoonstelling van groote meesters verbonden is. Terwijl 40.000 menschen naar de voetbal-match gaan zien, wordt deze buitengewone expositie per dag hezocht STAN DIETVORS. Mémoires! Herinneringen van de Achtste Olympische Spelen, de Olympiade van de Lichtstad! Snel vliedt de tijd en het is, alsof het giste ren wasnu vier jaar geleden. Xk zie dat Sport-Festijn, met zooveel liefs en zoo heel veel leed, nog helder in mijn gedachten. Nog krimpt mijn hart ineen als trotsch Nederland ten ondergaat tegen het schitterend elftal van Uruguay, maar ook daveren nog de hosanna's in mijn oor voor de onvergetelijke zege van wielrenner Willems in de vijftig Kilometer, op den laatsten dag. Ja, een diepen indruk laat een dergelijk spor tief gebeuren op den toeschouwer achter. En ik kan mij inderdaad gelukkig achten dat Olympisch feest aanschouwd te hebben van af het zoo juist genoemde hittere begin tot dat vreugdevolle einde, zonder ook maar één dag te hebben gemist. Hier viel inderdaad zeer, zeer veel te genieten. En juist omdat er zoo veel te bewonderen viel, is het moeilijk in een beknopt overzicht een relaas te do-s mijn mé moires te geven als verslaggever van de Pa- rijsehe Olympiade. Zoo startten we dan met voetbal. Ja, ik weet het: rugby ging vooraf. Maar wij spelen nau welijks rugby, en Nederland had er wijselijk geen representanten. Doch op onze voethal-elf was Holland's hoop gebouwd, en met roden. In die dagen was Nederland een stel goede balschoppers rijk en een keur-collectie zonden wo over de grens. Op hoop van zegen. Maar den eersten dag van het Olympisch voetbaltornooi seinde ik reeds den winnaar van den laatsten dag: Uruguay! Het kon in derdaad niet anders. Hun eerste tegenstanders. Joego-Slavië, behoorden weliswaar niet tot de sterksten, maar het spel der Zuid-Amerikanen, die hun joyeuse entree in Europa met een 7—0 overwinning inzetten, was dusdanig overbluf fend, dat er inderdaad niemand meer twijfelde aan Uruguay als aanstaande Olympisch kam pioen. Hetgeen dan ook geschiedde. En het mag voor Nederland als een zeer goede pres tatie gelden, dat zij het eenige elftal bracht dat ook maar merkbaren tegenstand heeft kun nen bieden aan de invasie van „den overkant". Want de rest pakte meestal voor de rust reeds de biezen. Als ik aan Uruguay deuk, dan denk ik aan Andrade. Andrade is een neger aan draden. U kent ze wel, die poppetjes, die je, door aan een touwtje te trekken, kan krijgen in eiken gewenschten stand. Aldus scheen aan draden te hangen: Andrade! Het voordeel van Andra de was, dat hij zich nooit druk maakte. Andrade scheen nog minder notitie van het spel te nemen dan de ijsco-jongens, die langs de tri bunes liepen onder het miauwen van eskimo eskimo. Andrade scheen eeuwig in slaap. Doch wanneer het leder poogde te komen in de na bijheid van onzen zwarten vriend, ontwron gen er zich twee beenen uit een knoop, slinger de een slungelachtig lijf zich derwaarts, peu terde zich een poot tusschen den ba! en den toenmaligen eigenaar en dan werd met een veerkrachtigen wip het ding weer de andere richting uit gezonden, waar meestal de heeren Scarone of Petrone klaar stonden om er ver der onheil mee te stichten. Inderdaad: op het heele voetbal-feest is er geen grooter figuur geweest dan Uruguay's middenspeler. Hij was ook verreweg de beste en hij bereikte een maximum resultaat met een minimum inspanning, wat toch ook eigen lijk de kunst is. Andrade was ook nooit moe, deed dan noodig was. Hij wond zich evenmin op. Hij was lankmoedig, verdraagzaam en vergevensgezind. Alleen tegen Nederland moest hij zich eenigszinsboven 't slakken-tempo ver heffen. Tegen Nederland! Als er in de voetbal-geschiedenis van Neder land één wedstrijd in eeuwigdurende herinne ring zal blijven, dan is het Nederland Uruguay. Ge kent het resultaat: Holland ver loor met 21! wij stonden met rust een-nul voor, dank zij een schitterend doelpunt van Pijl uit een voorzet van de Natris. Toen gooide Uruguay, dat in het gezicht van de haven dreigde te stranden er een extra-schepje op en in de tweede helft scoorden zij inderdaad een doeipunt. Ondanks de geweldige pressie, die er toen op het doel van onzen trouwen wachter werd uitgeoefend, hield Nederland heldhaftig stand tegen de overmacht. Totdat een arbiter, wiens naam eenvoudig niet meer waai d is genoemd te worden, een handsgeval ontdekte de eenige ontdekker van ai die duizenden. Immers geen sterveling begreep waarom, en 't waa ik-zie-ik-zie-wat-jij-niet-ziét van de ergste soort. Doch de heer Scarone plantte zich achter het ronde monster en vol trok een vernietigend vonnis..,, en Neder land was uitgeschakeld. Ik moet wei getuigen dat Nederland het op f Olympische Spelen nogai gemakkelijk heeft gehad. Den eersten dag speelden ze heele- maal niet. Een dag later vochten ze tegen Roemenië; of vechten deden ze eigenlijk niet het was de beroemde kat tegen de nog heroom- der muis. Holland won met zes-nul en er was geen Roemeen die het niet met de zege eens was. Toen stonden de Oranje-baadjes op een goeden avond tegenover een stel Ieren Het was vooraf bepaald dat deze Ieren eveneens volgens de regelen van de kunst zouden wor-' den ingezouten. Dies begon Holland te voet ballen In een tempo dat veei weg had van de vlugheid van een vlijtige slak en het was dan ook geen wonder dat na tweemaal drie kwar tier de inzouterij nog zeer onvoltooid was, daar beide partijen een doelpunt hadden gescoord en er dus verlengd moet wordeh. Dit verlengen was verreweg het ergste voor de journalisten, die zonder dat al moeite genoeg hadden gehad om een ordentelijk verslag op den avond- trein te krijgen, en hu heelemaai in zak en aseh zaten. Ik herinner me levendig hoe een energiek Amsterdamsch reporter in de taxi terug te tikken zat, en veel verhaalde van die vervelende verlenging waarin Nederland wonder boven wonder een goal gescoord had, zich aldus in de volgende ronde plaatsend. Trouwens: de reporters waren dien avond stuk voor stuk energieker dan het heele Neder- tiet Stadion te Parijs bij het zweren van den Oly ai^iocUeü Cëu. landsch elftal by elkaar en zelden heeft een ploeg Hollanders zoo lui, loom en lusteloos gespeeld. Waar ik onze courant niettemin niet zonder een uitgebreid verslag kon laten, hakte ik dien avond spontaan den knoop door, pakte den avondtrein naar Rotterdam, tikte het verslag in den trein, nam in Rotterdam het eerst-volgende vliegtuig terug en was weldra weer in de lichtstad present. „Make it snappy!", zou de Yank zeggen. Toen Nederland het duel van Uruguay verlo- ïen had, mocht zü tegen Zweden strüden om de derde plaats. De eerste kamp eindigde in een gelijk spel, ook na verlenging, en in het tweede treffen bleef Zweden dè baas. Zoo eindigde Nederland toch nog ordentelijk als vierde. Een resultaat waarmee we alleszins tevreden kunnen zijn. Er kwam een pauze. Weken later togen we weer naar Colombes. kon het niet zijn, omdat hy geen stap méér Colombes! Welk een aantal herinneringen roept die naam niet op. Daar hebben we lief en leed gedeeld, verslagen getikt, geseind getelefoneerd, geschreven. In het Stade do Colombes hebben we wekeu-iang geleefd in een toppunt van spanning, deejs om laetgeen er zich voor onze oogen voltrok, deels om de ver- antwoordeiykheid om dat alles tüdig en volle dig te berichten. In Colombes ligt inderdaad een heerlijk stuk van myn leven, en ge zult het niet vreemd vinden, dat ik jaren later nog eens op een rustige* weekdag door Colom bes heb gekuierd, waar zooveel «voetstappen liggen van mijn vrienden en. van my. In Colombes werd pok het feest der Achtste Olympiade officieel geopend. Dat was- plechtig. Maar plechtiger nog. was het dien .morgen in de Notre Dame, waar zoovelen opkwamen om te luisteren naar eeu korte toespraak van Z. Em. Mgr. Dubois, Kardinaal en Aartsbisschop, die in enkele treffende woorden zün zegen gaf over dit tee3t. Ik weet niet hoeveel dui zenden daar waren, maar dien indruk was giootsch, overweldigend, en blijft mij altijd by. In den middag verschenen op de tribunes van het groote Stadion de President der Fran- sche Republiek, M. Gaston Doumergue; Edward, Prince of Wales; Carol, Kroonprins van Roemenië; de Ras Taffari. Zij gaven cachet aan de zaak en van harte hoop ik dat op den acht-en-twintfgsten Juli ook in Neder land een aantal vorstelijke personen eenigen luister zullen bijzetten aan het feest. In bonte mengeling zijn in die drie, vier weken verschillende sporten aan ons oog voor- by gegaan, maar ik dien beknopt te zijn in mijn beschouwingen. Nemen we eerst het athletisch festijn. Schit terend staan my voor den geest de groote figuren, en schitterender onder hen: Nurmi! Nurmi is een wonder. Een phenomeen! Achter hem staat Ritola. Ritola is een graadje minder dan Nurmi, maar formidabel eveneens. Ai de lange afstanden werden onder hen beiden ver deeld en het was Ritola en Nurmi en Nurmi en Ritola. Ritola won de 10 kilometer en Nurmi won de 1500 Meter en de 5 Kilometer. En Ritola won op zün beurt weer de 3000 Meter hindernis; en de 10 Kilometer veldloop was voor Nurmi. En de pioegenwedstri'd over 3000 Meter was voor Finland en de Marathon (Stenroos) was voor Finland. Finland! Nurmi! Ritola! Finland! Het was alles even overweldigend. Doch wanneer men my de mooiste momenten vraagt van het Olympisch feest, dan noem ik allereerst de start van de finale honderd Meter. Als al die kerels startvaardig knielen, het dood-, doodstil is in 't Stadion en de loud speaker dit aandikt met „un peu de silence pour ]e départals dan de lenige lyven zich strekken op het „attention", zich oprich ten op het „prêt" en als pijlen uit een boog vooruitschieten op het pistool-schot, op weg naar een draadjehonderd Meter verder! Als dan tien lange seconden zes body's van kranige kerels schouder-aan-sehouder langs de tribunes stoomen in toomelooze vaart onder gejuich van duizenden en eindeiyk er zich een weet vry te maken Abrahams 0m te winnen met een vijfde seconde tusschenruimte met nummer twee, het touw breekt<jan moet een ieder zyn adem wel even hebben in gehouden. Dit is wel de hoogste spanning op een sportveld denkbaar. Voor een Hollander was het meest treffende oogenblik, toen de loudspeaker na de serie 4 maal 100 Meter estafette door het luchtruim bazuinde: „Premier: Hollande, quarante-deux secondes, record du monde battu!" Ja, Holland sloeg óók een wereldrecord. Het heeft welis waar geen dag bestaan, maar een wereld record was het, het moet toch een voldoening geweest zyn voor de ijverige athletiek-enthou- slasten, dat klein Nederland het zoover bracht. We hebben wel eene pooverder figuur geslagen! Tegeiykertyd dat de hardloopers en derge- lijken in de arena waren, werd er geschermd in het T/elodrome d'Hivei'. Het eenigste, wat ik me daarvan herinner, is dat het er constant snik-heet was en dat er geen kip kwam kijken. Meestal hingen er een paar sloome slungels als slappe wasch te drogen over de haliustra- des, terwijl binnen het strijdperk de journalis ten en een paai dames hun tyd zoek brachten in het lamlendig limonade-tentje met 't nut tigen van orangeade glacée. Dat was trouwens het eenige wat er goed was. Nederland sloeg op sabel een dragelijk figuur, en verder was er een klein heibeltje tusschen Italianen en Polen, dat onze aandacht gaande hield, als mede de juffrouw van het secretariaat, welke iederen morgen in een andere hei-kleurige japon verscheen en dit twee weken lang kranig volhield, zöodat we op het eind van het tour- nooi allemaal een beetje kleurenblind waren. Verder had het geheel weinig interesse en we zullen maar hopen dat het straks in Amster dam niet zoo warm is, niet zoo ver en niet zoo vervelend Roeien mocht zich al evenmin in groote be langstelling verheugen. Het was heelemaai in Argenteuil en het was een mijl-op-zeven om er te komen, en dus kwam er niemand. Ik ben er van overtuigd dat een stad als Amsterdam een paar maal grooter contingent toeschouwers levert dan een wereldstad als Pai-y's, en het moest toch eigenlijk omgekeerd zijn. Wat de resultaten betreft: Rössingh en Beynen van Laga wisten er te winnen in de stuurmanlooze twee, en dat was al heel vrat! En het handje vol Hollandsche journalisten, dat den barren tocht aanvaard had, en juist bezig was eeu meloen, weike eeu collega zeer attent-vol had meegebracht, soldaat te maken,'heeft toen even spontaan gejuicht, omdat het verdiend was. Heel wat meer momenten roept het zwem- tornooi in herinnering. De Stadion, (lat daaren boven midden in de stad lag en toet de „sub way" direct te bereiken, was steéds vol hoewel er niet minder dan 10.000 menschen konden worden geherbergd. Weismuller, Borg en Boy Charlton waren de heeren, die enorme belang stelling hadden. Nooit van mijn leven zal ik vergeten de finale 400 Meter vrije slag, waar bij de drie phenomenen naast elkaar voort- zwommen in een gelijk opgaanden strijd, waar voor duizenden naar het Stade de Tourrelles waren gekomen. Weismuller won, Arne Borg was twee en Charlton drie, ieder met een me ter tusschen ruimte Verder zal evenzeer in de herinnering blijven voortleven de strijd over de 1500 meter. Borg hield het record, Charlton verbeterde het reeds in de eerste serie en Borg verbeterde het weer een paar series latei'. In de finale gebeurde echter het ongeloofiyke. Charlton haalde van Borg's record (20 min. 11.2 sec.) niet minder dan 1 min. en 6.6 sec. af, meer dan een volle minuut. *Hier kende wilskracht geen grenzen. Verder weten we hoe aan Marie Baron een wereldrecord ontging omdat ze door een kleine reglementaire fout in de 200 meter gedisqua- lificeerd werd, terwijl ze een ongeëvenaarden tijd maakte. Tennis bracht ons den derden prijs door mej. Bouman en Timmer in gemengd dubbel. De zesmeter Willem Six veroverde ook den derden prijs by 't zeilen. Er was wijders nog een tor nooi voor boksers, waar bodies wrak werden geslagen en de Yankee-zwemkolonie eiken avond een heidensch kabaal maakte voor hun Yankee-knuistvechters. Ileel erg verheffend was dit niet. Inderdaad „verheffend" was het til-concours (gewichtheffen), al was het niet verheven. Eind goed, al goed! Wel hèt einde was goed. Nederlandsche officieren op Nederlandsche paarden sleepten een zege in de wacht bij het Championnat Eguestre. De eerste prijs indivi dueel en in 't landenklassement was voor onzen ruiters. De glazen werden dien avond geheven in Exelmans! Maar niet voor de gewone ros sen, doch ook voor de stalen. Want was het niet wielrenner Willems, die geholpen door zijn landgenoot Maas, een Nederlandsche over winning te boeken wist voor de 50 Kilometer. Men was in het Hollandsch kamp uitbundig van vreugde, en had er alle reden toe. De Olympische Spelen van Parijs zullen in de Nederlandsche sporthistorie geboekstaafd staan als de eerste waarop Nederland een ©enigszins draaglijk figuur sloeg, wy konden tevreden wezen. Ons land huldigt nog ex ceptie onder velen het principe van het zuivere amateurisme en was ergo gehandicapt tegenover hen, die het met de regels er van eeu beetje pp 'n accoordje gooien. Maar wy hebben een goed figuur geslagen, en kunnen er trotsch op zyn. En daar ginder ligt Amsterdam. H. ROOZEN. Tenslotte nog epkele aanleekeningen iu ver hand met de organisatie van het tournooi. D« leiding van het geheel berust by de F. I. F. Aj die echter het driemanschap Lotsy-Bauwens- Verdyck met volledige uitvoerende macht heeft hekleed. Deze commissie loot derhalve, wijst de scheidsrechters aan, kortom organiseert do wedstrijden, waarvan alleen het eommercieele en administratieve gedeelte hij het Comité 1928 blijft berusten. Omtrent de wijze, waarop er zou worden go- streden, ig aanvankeiyk nog eenige onzeker heid geweest, waar er een strooming ontstond, die gezien het niet overmatig groot aantal deelnemende landen aan ieder elftal volgens een veranderd systeem nog een tweede kans om zich te plaatsen wilde geven, hetgeen by het door de F. I. F. A. bepaalde stelsel niet mogeiyk zou zyn. Het feit echter, dat de deelnemers op basis van het bekende bekersysteem eenmaal heb ben ingeschreven, gaf hierby den doorslag, zoodat men den stryd zal inzetten met een viertal voor-wedstryden (mits alle landen hun inschrijving gestand doen), teneinde op 16 ploegen te komen. Successieveiyk volgen dan de eerste ronde met 8 ontmoetingen, de tweede met 4 wedstrijden, twee halve beslissingen, de eindstryd, en een speciale krachtmeting tus schen de verliezers in de halve eindstrijden om do derde en de vierde plaats. Buiten dit officieele tournooi zullen nog maatregelen worden genomen, om te geraken tot een troost-competitie tusschen die landen welke reeds in eerste en tweede instantie van verdere deelneming' aan het Olympisch tournooi zuljen worden uitgesloten. Blijven de hoofd-kampen tot de Olympische stad, i. c, Amsterdam, bepaald, in overeenstemming met het Olympisch protocol, de deelnemers aan de troost-wedstryden mogen ook elders in het veld komen, Zoodat indien er inder daad een behoorlijk aantal lauden bereid wordt gevonden tot het spelen van dergeiyke extra- ontmoetingen het zeer waarschijnlijk is, dat men in verschillende centra, niet te ver van de hoofdstad gelegen, bovendien meerders buitenlandsche elftallen tegen elkaar in actie zal kunnen zien. Hopen wy, dat de inderdaad grondige voor-, bereiding zal leiden tot een onberispelijk ver loop van dit grootsche tournooi, waaruit Ne derland op eigen bodem zegevierend te voorschijn moge treden! architect van het Olympisch Stadion. Behalve door Grieken is het Olympisch gebied in de latere jaren door Byzantijnen en Gothen, Slaven, Franken en Romeinseke stam men. bewoond geweest. De West-Gotkeu onder Alvarik plunderden de tempelstad; branden teisterden de streek totdat in de zevende eeuw na Christus door een bergstorting en eeu over strooming het geheel werd verwoest en onder puin begraven. In de 17e eeuw kwam men er toe onderzoe kingen te doen naar de oude resten van Olym- pia. In de jaren 1829 tot 1831 heeft een Fran- sche expeditie opgravingen gedaan, waarbij verschillende brokstukken werden bloot ge legd. Na den oorlog van 1870 werden de naspo ringen door Duitschei's hervat. De regeering van dit land stelde een erediet van 800.000 Mark beschikbaar en ouder leiding van den archeoloog dr. Friedrich Curtius werd een systematische ontgravingscampagne ingeleid, waarbij volgens overeenkomst de teruggevon den voorwerpen bet eigendom van Grieken land bleven terwijl Duitschlaud het recht ver kreeg om van de vondsten afgietsels te ma ken. Wy zyn in staat gesteld in dit nummer» eenige interessante foto's af te drukken van het opgravingswerk, waarbij talrijke heel den, zuilen, fragmenten van beeldkouwerke» en grondslagen van gebouwen en tempels wen den bloot gelegd. vooral onder Nero die zelf aan de wedstrijder deelnam en menige overwinning behaald^ maar de belangrykkeld liep geleidelik terug} tot de Spelen in 394 voor Christus door keizef Theodosius den Grooten werden afgeschaft n( pen officieel bestaan van meer dan elf eeuwe*

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 12