i mm
Mimi
m y§ m i m m
FEUILLETON
mm mm
Wm mê
ém.
GEKNAKT....
MAANDAG 21 MEI 1928
VIERDE BLAD
PAGINA 2
SCHAAKRUBRIEK.
;%m wtm mm
mm W
m Wm
DAMRUBRIEK
KWm iü
1mm.,Mm,
m
WM
m WA
'Wm 'lm
UITLOTINGEN
DE SCHEEPVAARTBEWEGING IN DE
AFGELOOPEN WEEK,
OM SCHOONER OP TE BLOEIEN
Redacteur: P. A. KOETSHEID, Singel 83a.
Schiedam.
Vsrxoek» all® mededeellngon betreffende d»*e
fabriek aan bovenstaand adre» te richten.
PROBLEEM No. 3965.
H. WEENINK en J. HARTONG.
Ie en 2e prijs ex aequo probleemfornooi
„L'Echiquier"
Mat in twee zetten.
mJFwPëte
PROBLEEM No. 3966.
L. A. ISSAEFF.
Bekroning tornooi als voren.
Mat in twee zetten.
PROBLEEM No. 3967.
R. G. THOMSON.
U. S. A. National Chess Federation.
Ie prijs.
Mat in twee zetten.
Oplossingen over drie weken. Deze worden bü
fins ingewacht tot Dinsdag 5 Juni
PROBLEEMOPLOSSINGE
No. 3950. 1 Lc2d3 enz.
No. 3951. 1 e5e6 enz.
No. 3952. 1 Tglg4 dreiging; 2 Dc8—aS;f enz.
JTb5, Lc6, Lb7, Ldfif (Ke4): 2 Dc4f, Dg8f,
t>b7:f, Pd6: enz.
No. 3953 1 Dg8—f7 dreiging; 2 Lb6—aa! enz.
1Ke5:, Ld6, Lg7, a5; 2 Pf2f, cd6:f. c6j-,
Pd6 enz.
No. 3954. 1 Tg6—g5 dreiging; 2 Dl'6c6:f
enz. 1Ta6 (Kd4), Kc5:, Tc5:, Pc2:, enz.
2 Df4. Pd7-ff, Pd3j-, Pc6:t enz.
No. 3955. J. B. Ebbee. Mat in vier zetten.
Stand der stukken:
Wit: Kb8, Tg2, Ld2—hl, Pb6e2; d6, f5. h5.
Zwart: Kf3, Lbl, Pal—e8; a3. a6, b3, b4, h6.
Opl.: Pb6c4 dreiging; 2 Ld2g5, Kf3e4;
3 Tg2—g3t, Ke4—f5:; 4 Pe2—d4±.
12 Lg-5, hg5; 3 Th2f, Kg4; 4 Pe3+.
1b2; 2 Lg5. Pb3; 3 Pd4t, Pd4:, 4 Pd2±.
1.... Pc2; 2 Lh6:, Ke4; 8 Tf2t. Kd3; 4 Pe5±.
1.... Pf6; 2 Pe5f, Ke4; 3 Tg5j-, Ke5:, 4 Lf4±.
1.... Ke4; 2 Tg3f, Kf5:; 4 Tg6 enz.
Ld3; 2 Pd4t enz.
1Pd6:2 Pd6: enz.
GOEDE OPLOSSINGEN.
H. v. Gaaien Rotterdam, alle, beh. no. 3955;
W. H. Haring, Kethel no. 3950;
RECTIFICATIE..
In no. 3960 is een hinderlijke fout geslopen
op b5 n.l. moet geen zwart paard, doch een
zwarte looper staan.
No. 3964 was het prijsprobleem uit klasse b.
Per abuis is verzuimd deze onderscheding in
onze rubriek te vermelden.
PARTIJ No. 856.
ONREGELMATIGE-OPENING.
Wit: Capablanca. Zwart: Campos
Gedurende de match om het wereldkampioen
schap, heeft het schaakpubliek gaarna verge
lijkingen gemaakt tusschen die glans-parttien
van de oude meesters en de positie-spelen van
de modernen. Men overziet daarhtj graag dik
wijls, dat ook de moderne meesters dikwijls
schitterende offers doer, ïzelf sprekend vaker
tegen zwakke spelers i.o gelegenheid daartoe
hebben, dan tegen gelijkwaardige. Maar ditzelfde
was ook reeds in oude tijden het geval. Anders-
sen en Morphy hebben de glanspartijen niet
tegen elkaar gespeeld.
De volgende partij is er een die Capablanca
in 'n simultaan-voorstelling te S. Paulo 16 Aug.
1927 speelde, en die onderscheidt door dame-
offer bij den 17en zet, welke aan de glans
combinaties van de oude meesters herinnert.
Voor den kenner is deze combinatie evenwel
geen onvermengde vreugde, daar zij met talrijke
oude combinaties niet slechts den glans, maar
ook de incorrectheid gemeen heeft.
1 e2e4 b7b6
2 d2d4 Lc8b7
3 Lfld3 e7e6
4 Pgl—f3 c7c5
5 0—0 c5Xd4
6 Pf3X<34 Pg8e7
7 Pblc3 Pe7—g6
8 Lel—e3 LfS—c5
Wij willen op de theoretische behandeling van
deze partij niet zoo diep ingaan. Hier evenwel
moet worden opgemerkt, dat de looperontwikke
ling benevens de afruil by den lOen zet be
slissende fouten in den opbouw der party zijn. Na
den afruil van den zwarten Looper wordt het
veld d6 beslist zwak.
9 Ddlh5
10 Tal—dl
11 Le3Xd4
12 Ld 4e3
13 Ld3c4
14 Tdld6
Dreigt Lf7: benevens Tg6.
14
15 Tfl—dl
16 Le3go
0—0
Lc6Xd4
Pb8c6
e6e5
Eg 8h8
Dd8e7
Ta8d8
f7—f6
.Stelling na den 16en zet van Zwart.
Het Dame-offer waarover wy in 't opschrift
gesproken hebben. Inplaats hiervan kon wit
zonder allen glans, echter dwingend en snel
winnen dioor 17 Tdld3 waarop zoowel het
dame-offer op g6, alsook Th3 dreigen zou.
17 h7X«6
18 Td6d3
18 Tdld3 zou fyner zyn, doch zou na 18.,
Tf7; 19 Pd5 den toren d6 Inslaan.
18 Tf8f7
d7d5 moest hier geschieden.
19 Pc3—35 De7—c5
Na deze tweede fout dwingt wit ln brillante
wyze, mat in 6 zetten. Zwart moest De6 spelen
en bereid zyn, de Dame terug te geven.
20 Td3—h3f Kh8—g8
21 Pd5Xf6f Kg8—f8
Na gf6 volgt 22 Lf6, benevens 23 Th8 mat.
23 Th 3h8f Kf8—e7
23 Th8e8f Opgegeven
Na 23... Te8: volgt 24 Td7:f, Kf8; 25 Pf7: mat
(Aanteekeningen van R. Réti in de
Morgenzeitung.
CORRESPONDENTIE.
B. v. G. te R. 1 b3b4 kan in no. 3951 niet
gespeeld worden daar op b3 niets staat.
Alle correspondentie te richten aan den dara-
redaeteur dezer courant.
No. 13 (20 Mei 1928).
PROBLEEM No. 25.
A. PERNET, Vienne (Isere).
Zwart.
17 DhuXgS
Wit.
Zw.: 3, 6/8, 10, 12; 17, 19/20, 24, 26 en 36.
Wit: 21, 27, 81, 35, 37/40, 44, 47, 49 en 50.
PROBLEEM No. 26 van den redacteur.
Zwart.
Wit.
Zw.: 20, 28, 30, 39, dam op 10.
Wit: 16, 21, 37/8, 49, dam op 36.
HET OPENINGSSPEL.
Wanneer wy met spelen aanvangen, heeft wit
de velden van 31 tot 50, zwart die van 1 tot 20
bezet.
Wit die steeds begint, moet natuuriyk een zyner
schyven van de bovenste ry verplaatsen. Het
ls lang niet hetzelfde, of hu b.v. 8126, 3328
of 3329 zet. Immers op den openingszet nioet
feiteiyk een logische voortzetting volgen. En dat
wil dikwyis zeggen een kamp om het centrum
of een aanval op een der vleugels van de tegen-
party. Zet men niet logisch voort, speelt men zet
op zet, welke men meent de sterkste te zy'n of
niet onmiddeliyk kwaad te kunnen, dan moet
men tegen een goed en degelük positiespeler na
een aantal zetten hetzy schyven offeren of zich
laten opsluiten in posities, waaruit een verlies
niet meer is te voorkomen.
Men denke steeds daaraan, dat een schijfver-
lies als regel het verlies der party meebrengt.
Het is uiterst mooeilijk met een schyf in de
minderheid de remise te behalen, nog veel
moeiiyker de winst te forceeren.
De eerste taak van den speler is dus te zorgen,
dat hy niet op de een of andere wijze een schyf
kwüt raakt, de tweede, dat hy niet in een zoo
danige positie komt, dat een schyf offeren ge
dwongen is, om verder te kunnen spelen.
De meest gebruikelijke opening van wit is
3328, met andere woorden, een strijd op het
centrum vanhet hord. Want voor wit is veld 28,
voor zwart veld 23 een zeer sterk punt om te
bezetten.
Wanneer wit 3328 speelt, heeft zwart tevens
gelegenheid met 1823 daartegenin positie te
nemén. Beide spelers hebben nu hun sterkste
veld bezet en de kamp gaat verder uitsluitend
om het behoud van het nu ingenomene. Het
spreekt van zelf, dat na dezen eersten zet, zoo
wel wit als zwart verschillende goede voortzet
tingen hebben.
Het spreekwoord zegt: „er zün verschillende
wegen die naar Rome leiden", zoo ook hier. Na
een tien- of twaalftal zetten, dikwyis de meest
uiteenloopende, komt men in een stand, welke
geheel geiykvormig is aan een zeer regelmati-
gen.
Als wit met S328 opent, in de damwereld
Hollandsche opening genoemd, dan volgen by
regelmatig tegenspel:
23—28 39—33 44—39 34—30 31—27 37—31
18—23 1218 7—12 17—21 20—24 14—20
3025A 25 14 42 31
21—26 26 37 9 20
A niet 3126, want dan speelt zwart 242D
enz. met winst van een stuk.
Van beide züden is nu het theoretische spel
gespeeld, de stand is gelük, niemand heeft nog
voordeel behaald.
Nu wil dit allerminst zeggen, dat andere zet
ten minder sterk zyn. Liet het damspel zich
zö6 aan banden leggen, dan hield het op een
spel van vernuft te zijn. En daarom ziet men
dan ook in de practyk zelden een Hollandsche
opening op bovengenoemde wijze doorgezet tot
den 9en zet.
Op 3328 van wit als eersten zet kan zwart
zeer goed spelen 1923, wit 28 19 en zwart
14 23. Zwart heeft nu veld 23 bezet en wit
tevens van het centrum verdrongen. Vervolgt
wit met 3933 of 3833, dan zwart 1014,
steeds zorgende veld 19 onbezet te laten. Daar
door voorkomt hy, dat wit 3328 kan spelen,
omdat deze dan met den volgenden zet moet
slaan en zwart met 14 23 weder in den ouden
stand komt. Bluft wit echter geregeld schuven
aanbrengen, die over de velden 33 en 39 via 33
op 28 komen, dan zal zwart toch ten slotte ge
noodzaakt zun, wit op veld 28 toe te laten, want
zwart kan niet zoo dikwüls stuk om stuk afrui
len als zijntegenspeler op veld 28 schyven kan
brengen.
Op wit 3328 kan zwart antwoorden 1721,
hiermede een kamp om het centrum prysge-
vend, om wit aan den linkervleugel op te slui
ten of zyn vrijheid van beweging te belemmeren.
Dan volgt:
33—28 39—33 44—39 50—44
17—21 21—26 16—21 6—11
Zóu wit nu 3127 spelen, dan zwart 19 23
cn 14 :23, waarmede hy wit's linkervleugel in
bedwang houdt, zorgende veld 19 onbezet te lr-
ten, zoodat wit geen schijf meer op 28 kan hou
den. Want als dit aan wit gelukt, dan kan hu
zich uit de opsluiting redden met 2722, 37 31
en 42 22.
Een ander antwoord van zwart op 3328 van
wit is 1822. Daarop heeft wit twee goede ant
woorden, n.l. 31—27 of 38—33. De zet 18—22 van
zwart wordt gespeeld om een der 120 slagzet-
ten uit te voeren, den meest bekenden, n.l. den
groenzet (reeds behandeld in deze rubriek). Zou
wit na 1322 van zwart met 3933 opvullen,
dan wint zwart twee schuven als volgt:
83—28 39—33? 32 21 31 22 28 19 35 24
18—22 22—27 16 27 19—23 17 30 20 29
44—39
14 23
Wit kan hoogstens trachten met 3933 een
schyf terug te winnen, hetgeen hem echter niet
zal gelukken, indien zwart behoorluk verdedigt
door 1014 en 1419 te spelen. De witte schyf,
welke op 24 komt, wordt toch ten slotte door
zwart om niet genomen.
OPLOSSINGEN. h
t
PROBLEEM No. 19. (A. Pernet).
Zw.: 3, 8/10, 14. 16, 20, 25, 36, dam op 6.
Wit: 17, 21/2, 28. 33, 35, 42, 47/8.
Wit speelt 4741 (zw.36 29) 4843 (zw.X
16 18) 17—12. (zw.: 6 48) 12 34 en 35 2,
PROBLEEM No. 20 (Henri J. v. d. Broek)
Zw.: 8/10, 13, 18, 28, dam op 1.
Wit: 11, 24, 27, 29, 31, 34 en 37.
Wit: 11—7, 27—21, 37—32 en 32 5. De zwarte
dam is altyd verloren met 2923 of 24. Wit kan
ook slaan 32 23, wint eveneens.
Goede oplossingen ontvangen van:
J. Lodewylcx, H. Borghardt, J. P. PI., C. V. d,
S., W. S. alle te Rotterdam.
Panama Kanaal.
210de trekking 15 Mei.
No. 1.584.082 is betaalbaar met frs 250.000;
No. 88.256 met frs 100.000; No. 1.499.2S6 met
frs 10.000; No. 128.972 met frs 5000.
De vüf volgende nummers zijn betaalbaar elk
met frs 2000:
57.266, 291.334, 453.568, 920.642, 932.114.
De vijftig volgende nummers zün betaalbaar
110.856,
250.455,
381.709,
550.713,
695.746,
991.707,
1.240.601,
1.451.501,
1.792.340,
1.952.283.
elk met
Gedurende de afgeloopen week zijn volgens
onze statistiek den Nieuwen Waterweg binnen
gekomen 243 schepen, waarvan 0 zeilschepen en
0 zeelicht era. Hiervan waren bestemd voor Rot
terdam, met inbegrip van Hoek van Holland, 209
schepen, m. 333.256 n. reg. (ons, voor Vlaardingen
16, Schiedam 9, Pemis andere Nederl. plaatsen
5 en Duitschland 4.
Voor Pooitershaven was bestemd 5 stoom
schip, terwijl 20 schepen den Waterweg zijn
binnengekomen om te bunkeren.
Gedurende hetzelfde tijdvak van 1927 kwamen
den Nienwen Waterweg binnen 285 schepen,
waarvan 0 zeilschepen en 1 zeelichter. Hiervan
waren bestemd voor Rotterdam, met inbegrip van
Hoek van Holland 252 schepen, voor Vlaardingen
16, Schiedam 6, Pernis 0. andere Nederl. plaatsen
3, en Duitschland 8.
Sedert 1 Januari zijn aangekomen:
elk met
frs 1000:
6.748,
27.236,
29.111,
47.699,
155.640,
180.529,
205.670,
206.227,
267.229,
274.168,
348.109,
348.573,
390.352,
420.105,
423.193,
456.422,
593.019,
633.072,
647.337,
678.026,
702.560,
751.720,
832.339,
980.914,
1.020.207,
1.031.080,
1.037.374,
1.148.816,
1.248.741,
1.291.420,
1.357.205,
L408.664,
1.516.751,
1.720.525,
1.725.200,
1.750.947,
1.860.864,
1.917.127,
1.930.628,
1.933.819,
Voorts
zün 788
nummers
betaalbaar
frs 400.
N. Waterweg
1928
5303
8.786.950
1927
5728
9.073.386
Nu
—425
286.436
Tegen vorige
weck
383
917.049
Rotterdam
1928
4732
8.049.943
1927
5162
8.365.798
Nu
430
- 315.855
Tegen vorige
week
337
253.174
Bunkerbooten zijn in deze statistiek niet
inbegrepen.
Opgestoomd 0 schepennetto tons
Een der .Levensh'.ijhtid '-veiha'en van
GECfL ADAIR
32.)
Ja, Carlos, dat doe ik wei, en heel wat
meer! Maar je wilt niet luisteren, en je wilt
me niet begrijpen. Jij kent de wilde vreugde
niet, om elk oogenblik te benutten, om te rijzen,
doordat anderen vallen, om te slagen, door hun
gebreken. En toch, dat. is de eenige weg om te
slagen, temidden van het rumoer en de con
flicten, temidden van de verwarring van den
strijd eereteakens zijn altijd met bloed be
smeurd. Je ziot een gaping, en je stort er je in
zelfs al zou je daarvoor over je doode kame
raden moeten trappen. Maar jij zou eerst wil
len staan, om hen te helpen, en toch minstens
om ze even opzij te schuiven, en dan zou een
ander de door jou vrijgemaakte plaats benut
ten om naar voren te springen. Och, ik weet
het wel. Je bent nu eenmaal van dat soort. Och,
wellicht kun je er ook niets aan doen; maar
ik zou willen hebben dat je.
Zij hield plotseling op, want haar oogen- had
den de zijne ontmoet, en ze kon niet verder
gaan. Met iets van een lach en een snik in haar
Stem ging ze verder:
Och, wat komt het er ook op aan, Carlos,
wees tenslotte Jezelf, Dat zal wellicht nog het
beste zijn. Maar, het brengt je toch heel ver van
mij af!
Hij keek haar lang na toen ze wegging. Toen
'nam hij zijn geweer weer op en deed zijn werk
af. In zijn oogen was weer het licht van zijn
ieugddroomen, alsof de oorlog heel ver in zijn
tedachten teruggetrokken was.
't Zal me benieuwen, mompelde hij.
XXVIII,
Het was werkelijk hard, hen bijna tegelijkev-
jijd te moeten laten heengaan, en Olivia vroeg
ach af, wat haar het zwaarst zou vallen. Beide
tinderen waren haar even dierbaar, en betee-
tenden zooveel in haar leven. Ze kon de ge-
lachte maar niet venduwen, dat ze nu allebei
yeggingen naar krijgsrumoer, gevaar, tegen-
lagen en storm.
En wie ging in het grootste gevaar? Dat was
ten vraag, waarop rij geen antwoord wist. Haar
pgea stonden droefgeestig van ongesobreide
tranen, terwijl zij in het matte, gouden licht
van den namiddag keek. Carlos zou direct ko
men om van haar afscheid te nemen. Dien
avond zou hij bij het opkomen der maan weg
zeilen. Al zijn bagage was al aan boord. Waar
schijnlijk was hij nu met zijn vader bij Pau
lina voor een afscheidsvistte. Mr. Vereker zou
dan onmiddellijk met zijn wagentje naar het
strand gaan Olive had te kennen gegeven dat
zij hem graag zou vergezellen maar Carlos
zou later afrijden en eerst naar Olivia komen,
Zij zag hem komen, en de tranen sprongen
uit haar oogen. Op z'n frisch jongensgezicht
lag het stempel van.gezonde levensvreugde en
kracht, die nog verstevigd werden door een
geest van dienstbaarheid en toewijding. Zij
moest terugdenken aan de geschiedenissen Uit
het verre verleden, die zij en het kind Carlos
samen beleefd hadden, als zij hem vertelde over
den Ridder, die zijn nachtwake voor het Altaar
hield, en heenging, sterk door zekerheid, dat
de goddelijke genade-kracht, machtiger dan
zwaard en speer, in hem leefde.
En toen ze hem al nader en nader zag ko
men, was zij er innerlijk van overtuigd, dat ook
Carlos zijn nachtwake had gehouden, ofschoon
zij niet wiet, en ook niet wilde vragen, waar en
waaneer.
Madonna mia!
Zij richtte zich op met moeite, maar toch met
merkbare kracht en strekte haar handen naar
hem uit.
Carlos, breng me naar de wi-erookboomen,
voor onze laatste wandeling.
Deze korte wandelingen waren hun zoet ge-
heim, dat niemand deelen mocht. Wat Pauline
en Carlotta begonnen waren, elk aan een kant,
terwijl ze haar meer droegen dan hielpen, had
Carlos met een sterke hand voortgezet. Zij
maakten dan samen hun korte wandelingetjes
op het terras.
Hij had haar van haar rustbank opgenomen
en stapte langzaam, terwijl zij steun zocht aan
zijn sterken arm, in het zonlicht, dat hen bei
den rijkelijk besproeide, naar de twee zetels
onder de wierookboomen.
Het was een langere wandeling dan zij ooit
to voren hadden ondernomen, en heit laatste
derde gedeelte van den weg moest hij haar
bijna dragen. Zij was zelfs een beetje buiten
adem, toen hij haar eindelijk op haar chaise-
longue legde.
Je bent sterk, Carlos, hè, je bent me heel
wat tot steun geweest, jongen, hoe zal ik je
kunnen missen?
Madonna mia, zul je voor me bidden, als
lk weg hen?
Aityd Carlos, altijd!
Ik heb niemand anders om het te vra
gen, zeide hij. Mijn vader heeft me nooit in
zijn ziel laten kijken. Hij heeft me steeds vrij
gelaten om zelf een keus te doen, maar heeft
zich nooit uitgelaten over de zijne. Ik geloof,
dat de een of andere verpestende adem heel
lang geleden alle geluk in hem verstikt heeft;
en zijn vertrouwen in alles wat hij vroeger mooi
en goed vond, heeft verwoesit.
Maar jij hebt altijd in bet licht geleefd,
Carlos!
Hij gaf geen antwoord. In zijn oogen ontdekte
zij een zachten glans, die haar plotseling den
adem benam.
Ofschoon hij volkomen stil zat, scheen het in
nerlijk in hem to koken. Hij sprak heel zacht
enkele woorden, met dat delicate accent van de
bedeesdheid van een kind.
Ik heb gisterenavond mijn nachtwake ge
houden, madonna miia, daar waar het roods
licht voor het altaar gloeit.
Ja, Carlos.... en wat zag je?
Een heele boel.
Wil je er mij wat van vertellen, in dit
laatste uur van onze scheiding?
Zij zaten nu in het roodkoperen licht van
do dalende zon, terwijl de horizon een doorstra-
lenden gloed kreeg van onbeschrijflijke schoon
heid.
Uit het westen schoten gouden halken dooi
de lucht, die nog juist de toppen der bevende
wierookboomen Taakten, waar ze een regen van
juweelen op de menschen heneden lieten neer
dalen.
Ik heb over heel wat nagedacht, antwoordde
hij, toen ik daar knielde, terwijl de maan door
de vensters scheen, en overat rond mij de stilte
stond. In die heilige Tegenwoordigheid dacht
ik aan Olive en aan alles wat voor haar
zooveel beteekent de roem van het succes,
die natuurlijk een van do grootste krachten en
heerlijkheden van haar leven is....
Hij hield even op.
Het scheen mij toen toe, dat ik een vraag
stelde, en die onmiddellijk; beantwoord vond.
Ik vroeg- me af, of ik het succes moest nastre
ven door een of andere groote daad te stel
len, die mij den lof der menschen zou doen win
nen en mijn naam beroemd maken of dit het
doel en voorwerp van mijn leven moest zijn,
waaraan al het andere ondergeschikt zou blij
ven. En onmiddellijk had ik het antwoord.
Zij hoefde hem niet te vragen, wat dit ant
woord was, of hoe hij het kreeg, door een stem
of doocr een innerlijke visiiej of door een over
weldigend gevoel van overtuiging. Hij zeide
het haar evenmin. Zijn woorden waren genoeg
geweest.
Hoevelen zijn er niet, die werken en strijden
om een hoog ideaal te verwezenlijken. Vaak
lijden zij heel hun leven om dat ideaal te ver
wezenlijken. En zelfs zij, die in het ideaal ge-
looven, beschouwen dait leven dan maar al te
dikwijls als een mislukking;.
Na een lang stilzwijgen nam Olivia heel kalm
het woord.
Ik heb eens door een braaf en goed man
hooren zeggen, dat het leven van zulk een
menseh een mislukking is, werkelijk een mis
lukking is totdat de morgen der verwezen
lijking aanbreekt. Ik heb vaak over dit ge
zegde nagedacht, omdat ik het niet geheel be
greep, en toch wel voelde, dat het waarheid was.
Och, zei Carlos, toch is er iets verkeerds
in. Zulke menschen weten, dat zij moeten lijden,
en bet kan dus geen mislukking zijn, dat zij
voor do prediking van hun ideaal lijden, mis
schien zelfs sterven. Maar menschelijkerwijze
gesproken is hun hooge levensroeping, waarvan
zij de verwerkelijking nooit gezien hebben, een
groote mislukking. Maar zit hierin juist niet
de groote kracht van het ideaal, dat het steeds
wenkt naar de verten, die 'n sterveling niet be
treden kan.
Hij zweeg, ën beiden dachten even na,
Drie dagen, drie jaren, drie eeuwen, wat
is het alles in den cirkel der eeuwigheid? Niets
gaat verloren. Niets is te vergeefs. Eenmaal
zal alles opgehelderd worden. Alles waar het
in het heden op aankomt, is, den Wil te doen
van Hem, die ons hierheen gezonden heeft, en
ons onze taak heeft gewezen. Trouwe dienst
zoo naar bet licht. Daar komt bet op aan.
Zij stak hem baar hand toe, en bij nam die
onmiddellijk aan.
Jij hebt me dit alles doen inzien, van bet
eerste oogenblik af, mijn koningin van de wol
ken en de sterren!
Even later vertelde hij haar weer wat anders.
Het was een uur dat zich bijzonder leende
voor een intieme gedachten wisseling; en daar
baar hart zoo vol was, had zij zich in hoofdzaak
tot luisteren bepaald.
Je weet hoe mijn vader al vele jaren ge
letien wenschte, dat wij hier samen in ons huis
zouden wonen, onder die zonnige, vredige luch
ten, ver van het rumoer der wereld. Wist jé
waarom?
Ik heb het wel eens vermoed
Och ja, we behoefden er niet openlijk over
te spreken. Maar ik herinner me toch iets van
haar van mijn mooie moeder en het rijke
leven, waarin zij zoo graag als een mooie ster
wilde schitteren. Toen viel er plotseling een
wolk van een tragisch geheim, waarvan ik in
dien tijd weinig vermoedde, en waarnaar ik ook
nu nog maar kan gissen. Naderhand onzo
komst naar hier, en het gelukkige leven, dat
volgens mij wel altijd zoo zou blijven. Weet je
waarom mijn vader hier naar toe kwam? Ik
weet bet nu. Het is langzamerhand duidelijk
voor me geworden zijn vrees dat ook ik on
der da bekoring van al dat geschitter der we
reld zou komen, de zuiging zou voelen van den
maalstroom van genot, én meegesleurd zou
worden in die draaikolk....
Hij hield even op, en Olivia sprak:
Daar was in jouw geval geen vrees voor,
Carlos!
Toen wierp hij haar een vreemden blik toe,
die haar liet geheim openbaarde, dat er nog
in zijn ziel verborgen plaatsen waren, waarin
zij zelfs in al die jaren van teedere intimiteit
en vertrouwen niet had kunnen doordringen.
Hij stond op.
Olivia voelde een prop in haar keel komen,
en trachtte baar gevoelens te beheerschen, of
schoon zij de tranen niet kon weerhouden, die
haar blik benevelden, zoodat het jonge gelaat
vóór haar in een nimbuB van goud stond. Het
kwam, omdat het oogenblik van scheiding nu
voorgoed daar was, en haar hart begon plot
seling hevig te bonzen. Het was een scheiding
die verzwaard werd door de verschrikkelijke
diepte in zijn bedoeling; wamt bij ging nu naar
streken die het gevaar en den dood als iets
alledaagsch in zijn leven zouden plaatsen. En
hij zou niet terugdeinzen of wegvluchten om
zichzelf in veiligheid te brengen dat wist
zij al te goed, en zij vond zelfs even vreugde in
die zekerheid, ofschoon haar hart bloedde.
Zij lichtte haar armen op, en legde haar han
den op zijn schouders. Hij boog zich over haar
been, en zoende haar op de natte oogleden.
Contessa earissima, madonna mia, Stella
Maris, Lady Olivia, mijn Meve, lieve koningin!
Al dat moois zul je voer me zijn. En als ik
daarginds op bet veldt 1) lig, en naar de sterren
kijk en het Zuider Kruis zal ik denken hoe
jij aan den anderen kant van de wereld onder
de wierookboomen ligt en dikwijls aan me
zult denken.
Terwijl hij sprak, stak hij zijn hand in zijn
borstzak, en baalde er een kleinen koker nit.
Hij opende dien, en liet haar een portret van.
zijn vader zien, een stukje kant en batist, dat
vroeger Olive's eigendom was geweest, en wat
verwelkte bloesems van de wierookboomen, dia
nog een fijnen, zachten geur afgaven.
Die zullen me overal volgen, zei hij.
Toen drukte bij baar een oogenblik stevig
ln zijn armen.
En was vertrokken.
1) Bijna boomiooze streek in Zuld-Afrika.
Vert.
De uitingen van vaderlandsliefde of de min
der aangename woorden aan het adres der
Boeren, heb ik niet uit den mond dezer Engel-:
schen willen weren, vertrouwend dat ieder,
van de waarheid wel overtuigd zal zijn, dat de
tegenstander steeds wréed is' en ongelijk
beeft. Vert.
(Wordtvervolgd). ;j;j