i mm Mimi m y§ m i m m FEUILLETON mm mm Wm mê ém. GEKNAKT.... MAANDAG 21 MEI 1928 VIERDE BLAD PAGINA 2 SCHAAKRUBRIEK. ;%m wtm mm mm W m Wm DAMRUBRIEK KWm iü 1mm.,Mm, m WM m WA 'Wm 'lm UITLOTINGEN DE SCHEEPVAARTBEWEGING IN DE AFGELOOPEN WEEK, OM SCHOONER OP TE BLOEIEN Redacteur: P. A. KOETSHEID, Singel 83a. Schiedam. Vsrxoek» all® mededeellngon betreffende d»*e fabriek aan bovenstaand adre» te richten. PROBLEEM No. 3965. H. WEENINK en J. HARTONG. Ie en 2e prijs ex aequo probleemfornooi „L'Echiquier" Mat in twee zetten. mJFwPëte PROBLEEM No. 3966. L. A. ISSAEFF. Bekroning tornooi als voren. Mat in twee zetten. PROBLEEM No. 3967. R. G. THOMSON. U. S. A. National Chess Federation. Ie prijs. Mat in twee zetten. Oplossingen over drie weken. Deze worden bü fins ingewacht tot Dinsdag 5 Juni PROBLEEMOPLOSSINGE No. 3950. 1 Lc2d3 enz. No. 3951. 1 e5e6 enz. No. 3952. 1 Tglg4 dreiging; 2 Dc8—aS;f enz. JTb5, Lc6, Lb7, Ldfif (Ke4): 2 Dc4f, Dg8f, t>b7:f, Pd6: enz. No. 3953 1 Dg8—f7 dreiging; 2 Lb6—aa! enz. 1Ke5:, Ld6, Lg7, a5; 2 Pf2f, cd6:f. c6j-, Pd6 enz. No. 3954. 1 Tg6—g5 dreiging; 2 Dl'6c6:f enz. 1Ta6 (Kd4), Kc5:, Tc5:, Pc2:, enz. 2 Df4. Pd7-ff, Pd3j-, Pc6:t enz. No. 3955. J. B. Ebbee. Mat in vier zetten. Stand der stukken: Wit: Kb8, Tg2, Ld2—hl, Pb6e2; d6, f5. h5. Zwart: Kf3, Lbl, Pal—e8; a3. a6, b3, b4, h6. Opl.: Pb6c4 dreiging; 2 Ld2g5, Kf3e4; 3 Tg2—g3t, Ke4—f5:; 4 Pe2—d4±. 12 Lg-5, hg5; 3 Th2f, Kg4; 4 Pe3+. 1b2; 2 Lg5. Pb3; 3 Pd4t, Pd4:, 4 Pd2±. 1.... Pc2; 2 Lh6:, Ke4; 8 Tf2t. Kd3; 4 Pe5±. 1.... Pf6; 2 Pe5f, Ke4; 3 Tg5j-, Ke5:, 4 Lf4±. 1.... Ke4; 2 Tg3f, Kf5:; 4 Tg6 enz. Ld3; 2 Pd4t enz. 1Pd6:2 Pd6: enz. GOEDE OPLOSSINGEN. H. v. Gaaien Rotterdam, alle, beh. no. 3955; W. H. Haring, Kethel no. 3950; RECTIFICATIE.. In no. 3960 is een hinderlijke fout geslopen op b5 n.l. moet geen zwart paard, doch een zwarte looper staan. No. 3964 was het prijsprobleem uit klasse b. Per abuis is verzuimd deze onderscheding in onze rubriek te vermelden. PARTIJ No. 856. ONREGELMATIGE-OPENING. Wit: Capablanca. Zwart: Campos Gedurende de match om het wereldkampioen schap, heeft het schaakpubliek gaarna verge lijkingen gemaakt tusschen die glans-parttien van de oude meesters en de positie-spelen van de modernen. Men overziet daarhtj graag dik wijls, dat ook de moderne meesters dikwijls schitterende offers doer, ïzelf sprekend vaker tegen zwakke spelers i.o gelegenheid daartoe hebben, dan tegen gelijkwaardige. Maar ditzelfde was ook reeds in oude tijden het geval. Anders- sen en Morphy hebben de glanspartijen niet tegen elkaar gespeeld. De volgende partij is er een die Capablanca in 'n simultaan-voorstelling te S. Paulo 16 Aug. 1927 speelde, en die onderscheidt door dame- offer bij den 17en zet, welke aan de glans combinaties van de oude meesters herinnert. Voor den kenner is deze combinatie evenwel geen onvermengde vreugde, daar zij met talrijke oude combinaties niet slechts den glans, maar ook de incorrectheid gemeen heeft. 1 e2e4 b7b6 2 d2d4 Lc8b7 3 Lfld3 e7e6 4 Pgl—f3 c7c5 5 0—0 c5Xd4 6 Pf3X<34 Pg8e7 7 Pblc3 Pe7—g6 8 Lel—e3 LfS—c5 Wij willen op de theoretische behandeling van deze partij niet zoo diep ingaan. Hier evenwel moet worden opgemerkt, dat de looperontwikke ling benevens de afruil by den lOen zet be slissende fouten in den opbouw der party zijn. Na den afruil van den zwarten Looper wordt het veld d6 beslist zwak. 9 Ddlh5 10 Tal—dl 11 Le3Xd4 12 Ld 4e3 13 Ld3c4 14 Tdld6 Dreigt Lf7: benevens Tg6. 14 15 Tfl—dl 16 Le3go 0—0 Lc6Xd4 Pb8c6 e6e5 Eg 8h8 Dd8e7 Ta8d8 f7—f6 .Stelling na den 16en zet van Zwart. Het Dame-offer waarover wy in 't opschrift gesproken hebben. Inplaats hiervan kon wit zonder allen glans, echter dwingend en snel winnen dioor 17 Tdld3 waarop zoowel het dame-offer op g6, alsook Th3 dreigen zou. 17 h7X«6 18 Td6d3 18 Tdld3 zou fyner zyn, doch zou na 18., Tf7; 19 Pd5 den toren d6 Inslaan. 18 Tf8f7 d7d5 moest hier geschieden. 19 Pc3—35 De7—c5 Na deze tweede fout dwingt wit ln brillante wyze, mat in 6 zetten. Zwart moest De6 spelen en bereid zyn, de Dame terug te geven. 20 Td3—h3f Kh8—g8 21 Pd5Xf6f Kg8—f8 Na gf6 volgt 22 Lf6, benevens 23 Th8 mat. 23 Th 3h8f Kf8—e7 23 Th8e8f Opgegeven Na 23... Te8: volgt 24 Td7:f, Kf8; 25 Pf7: mat (Aanteekeningen van R. Réti in de Morgenzeitung. CORRESPONDENTIE. B. v. G. te R. 1 b3b4 kan in no. 3951 niet gespeeld worden daar op b3 niets staat. Alle correspondentie te richten aan den dara- redaeteur dezer courant. No. 13 (20 Mei 1928). PROBLEEM No. 25. A. PERNET, Vienne (Isere). Zwart. 17 DhuXgS Wit. Zw.: 3, 6/8, 10, 12; 17, 19/20, 24, 26 en 36. Wit: 21, 27, 81, 35, 37/40, 44, 47, 49 en 50. PROBLEEM No. 26 van den redacteur. Zwart. Wit. Zw.: 20, 28, 30, 39, dam op 10. Wit: 16, 21, 37/8, 49, dam op 36. HET OPENINGSSPEL. Wanneer wy met spelen aanvangen, heeft wit de velden van 31 tot 50, zwart die van 1 tot 20 bezet. Wit die steeds begint, moet natuuriyk een zyner schyven van de bovenste ry verplaatsen. Het ls lang niet hetzelfde, of hu b.v. 8126, 3328 of 3329 zet. Immers op den openingszet nioet feiteiyk een logische voortzetting volgen. En dat wil dikwyis zeggen een kamp om het centrum of een aanval op een der vleugels van de tegen- party. Zet men niet logisch voort, speelt men zet op zet, welke men meent de sterkste te zy'n of niet onmiddeliyk kwaad te kunnen, dan moet men tegen een goed en degelük positiespeler na een aantal zetten hetzy schyven offeren of zich laten opsluiten in posities, waaruit een verlies niet meer is te voorkomen. Men denke steeds daaraan, dat een schijfver- lies als regel het verlies der party meebrengt. Het is uiterst mooeilijk met een schyf in de minderheid de remise te behalen, nog veel moeiiyker de winst te forceeren. De eerste taak van den speler is dus te zorgen, dat hy niet op de een of andere wijze een schyf kwüt raakt, de tweede, dat hy niet in een zoo danige positie komt, dat een schyf offeren ge dwongen is, om verder te kunnen spelen. De meest gebruikelijke opening van wit is 3328, met andere woorden, een strijd op het centrum vanhet hord. Want voor wit is veld 28, voor zwart veld 23 een zeer sterk punt om te bezetten. Wanneer wit 3328 speelt, heeft zwart tevens gelegenheid met 1823 daartegenin positie te nemén. Beide spelers hebben nu hun sterkste veld bezet en de kamp gaat verder uitsluitend om het behoud van het nu ingenomene. Het spreekt van zelf, dat na dezen eersten zet, zoo wel wit als zwart verschillende goede voortzet tingen hebben. Het spreekwoord zegt: „er zün verschillende wegen die naar Rome leiden", zoo ook hier. Na een tien- of twaalftal zetten, dikwyis de meest uiteenloopende, komt men in een stand, welke geheel geiykvormig is aan een zeer regelmati- gen. Als wit met S328 opent, in de damwereld Hollandsche opening genoemd, dan volgen by regelmatig tegenspel: 23—28 39—33 44—39 34—30 31—27 37—31 18—23 1218 7—12 17—21 20—24 14—20 3025A 25 14 42 31 21—26 26 37 9 20 A niet 3126, want dan speelt zwart 242D enz. met winst van een stuk. Van beide züden is nu het theoretische spel gespeeld, de stand is gelük, niemand heeft nog voordeel behaald. Nu wil dit allerminst zeggen, dat andere zet ten minder sterk zyn. Liet het damspel zich zö6 aan banden leggen, dan hield het op een spel van vernuft te zijn. En daarom ziet men dan ook in de practyk zelden een Hollandsche opening op bovengenoemde wijze doorgezet tot den 9en zet. Op 3328 van wit als eersten zet kan zwart zeer goed spelen 1923, wit 28 19 en zwart 14 23. Zwart heeft nu veld 23 bezet en wit tevens van het centrum verdrongen. Vervolgt wit met 3933 of 3833, dan zwart 1014, steeds zorgende veld 19 onbezet te laten. Daar door voorkomt hy, dat wit 3328 kan spelen, omdat deze dan met den volgenden zet moet slaan en zwart met 14 23 weder in den ouden stand komt. Bluft wit echter geregeld schuven aanbrengen, die over de velden 33 en 39 via 33 op 28 komen, dan zal zwart toch ten slotte ge noodzaakt zun, wit op veld 28 toe te laten, want zwart kan niet zoo dikwüls stuk om stuk afrui len als zijntegenspeler op veld 28 schyven kan brengen. Op wit 3328 kan zwart antwoorden 1721, hiermede een kamp om het centrum prysge- vend, om wit aan den linkervleugel op te slui ten of zyn vrijheid van beweging te belemmeren. Dan volgt: 33—28 39—33 44—39 50—44 17—21 21—26 16—21 6—11 Zóu wit nu 3127 spelen, dan zwart 19 23 cn 14 :23, waarmede hy wit's linkervleugel in bedwang houdt, zorgende veld 19 onbezet te lr- ten, zoodat wit geen schijf meer op 28 kan hou den. Want als dit aan wit gelukt, dan kan hu zich uit de opsluiting redden met 2722, 37 31 en 42 22. Een ander antwoord van zwart op 3328 van wit is 1822. Daarop heeft wit twee goede ant woorden, n.l. 31—27 of 38—33. De zet 18—22 van zwart wordt gespeeld om een der 120 slagzet- ten uit te voeren, den meest bekenden, n.l. den groenzet (reeds behandeld in deze rubriek). Zou wit na 1322 van zwart met 3933 opvullen, dan wint zwart twee schuven als volgt: 83—28 39—33? 32 21 31 22 28 19 35 24 18—22 22—27 16 27 19—23 17 30 20 29 44—39 14 23 Wit kan hoogstens trachten met 3933 een schyf terug te winnen, hetgeen hem echter niet zal gelukken, indien zwart behoorluk verdedigt door 1014 en 1419 te spelen. De witte schyf, welke op 24 komt, wordt toch ten slotte door zwart om niet genomen. OPLOSSINGEN. h t PROBLEEM No. 19. (A. Pernet). Zw.: 3, 8/10, 14. 16, 20, 25, 36, dam op 6. Wit: 17, 21/2, 28. 33, 35, 42, 47/8. Wit speelt 4741 (zw.36 29) 4843 (zw.X 16 18) 17—12. (zw.: 6 48) 12 34 en 35 2, PROBLEEM No. 20 (Henri J. v. d. Broek) Zw.: 8/10, 13, 18, 28, dam op 1. Wit: 11, 24, 27, 29, 31, 34 en 37. Wit: 11—7, 27—21, 37—32 en 32 5. De zwarte dam is altyd verloren met 2923 of 24. Wit kan ook slaan 32 23, wint eveneens. Goede oplossingen ontvangen van: J. Lodewylcx, H. Borghardt, J. P. PI., C. V. d, S., W. S. alle te Rotterdam. Panama Kanaal. 210de trekking 15 Mei. No. 1.584.082 is betaalbaar met frs 250.000; No. 88.256 met frs 100.000; No. 1.499.2S6 met frs 10.000; No. 128.972 met frs 5000. De vüf volgende nummers zijn betaalbaar elk met frs 2000: 57.266, 291.334, 453.568, 920.642, 932.114. De vijftig volgende nummers zün betaalbaar 110.856, 250.455, 381.709, 550.713, 695.746, 991.707, 1.240.601, 1.451.501, 1.792.340, 1.952.283. elk met Gedurende de afgeloopen week zijn volgens onze statistiek den Nieuwen Waterweg binnen gekomen 243 schepen, waarvan 0 zeilschepen en 0 zeelicht era. Hiervan waren bestemd voor Rot terdam, met inbegrip van Hoek van Holland, 209 schepen, m. 333.256 n. reg. (ons, voor Vlaardingen 16, Schiedam 9, Pemis andere Nederl. plaatsen 5 en Duitschland 4. Voor Pooitershaven was bestemd 5 stoom schip, terwijl 20 schepen den Waterweg zijn binnengekomen om te bunkeren. Gedurende hetzelfde tijdvak van 1927 kwamen den Nienwen Waterweg binnen 285 schepen, waarvan 0 zeilschepen en 1 zeelichter. Hiervan waren bestemd voor Rotterdam, met inbegrip van Hoek van Holland 252 schepen, voor Vlaardingen 16, Schiedam 6, Pernis 0. andere Nederl. plaatsen 3, en Duitschland 8. Sedert 1 Januari zijn aangekomen: elk met frs 1000: 6.748, 27.236, 29.111, 47.699, 155.640, 180.529, 205.670, 206.227, 267.229, 274.168, 348.109, 348.573, 390.352, 420.105, 423.193, 456.422, 593.019, 633.072, 647.337, 678.026, 702.560, 751.720, 832.339, 980.914, 1.020.207, 1.031.080, 1.037.374, 1.148.816, 1.248.741, 1.291.420, 1.357.205, L408.664, 1.516.751, 1.720.525, 1.725.200, 1.750.947, 1.860.864, 1.917.127, 1.930.628, 1.933.819, Voorts zün 788 nummers betaalbaar frs 400. N. Waterweg 1928 5303 8.786.950 1927 5728 9.073.386 Nu —425 286.436 Tegen vorige weck 383 917.049 Rotterdam 1928 4732 8.049.943 1927 5162 8.365.798 Nu 430 - 315.855 Tegen vorige week 337 253.174 Bunkerbooten zijn in deze statistiek niet inbegrepen. Opgestoomd 0 schepennetto tons Een der .Levensh'.ijhtid '-veiha'en van GECfL ADAIR 32.) Ja, Carlos, dat doe ik wei, en heel wat meer! Maar je wilt niet luisteren, en je wilt me niet begrijpen. Jij kent de wilde vreugde niet, om elk oogenblik te benutten, om te rijzen, doordat anderen vallen, om te slagen, door hun gebreken. En toch, dat. is de eenige weg om te slagen, temidden van het rumoer en de con flicten, temidden van de verwarring van den strijd eereteakens zijn altijd met bloed be smeurd. Je ziot een gaping, en je stort er je in zelfs al zou je daarvoor over je doode kame raden moeten trappen. Maar jij zou eerst wil len staan, om hen te helpen, en toch minstens om ze even opzij te schuiven, en dan zou een ander de door jou vrijgemaakte plaats benut ten om naar voren te springen. Och, ik weet het wel. Je bent nu eenmaal van dat soort. Och, wellicht kun je er ook niets aan doen; maar ik zou willen hebben dat je. Zij hield plotseling op, want haar oogen- had den de zijne ontmoet, en ze kon niet verder gaan. Met iets van een lach en een snik in haar Stem ging ze verder: Och, wat komt het er ook op aan, Carlos, wees tenslotte Jezelf, Dat zal wellicht nog het beste zijn. Maar, het brengt je toch heel ver van mij af! Hij keek haar lang na toen ze wegging. Toen 'nam hij zijn geweer weer op en deed zijn werk af. In zijn oogen was weer het licht van zijn ieugddroomen, alsof de oorlog heel ver in zijn tedachten teruggetrokken was. 't Zal me benieuwen, mompelde hij. XXVIII, Het was werkelijk hard, hen bijna tegelijkev- jijd te moeten laten heengaan, en Olivia vroeg ach af, wat haar het zwaarst zou vallen. Beide tinderen waren haar even dierbaar, en betee- tenden zooveel in haar leven. Ze kon de ge- lachte maar niet venduwen, dat ze nu allebei yeggingen naar krijgsrumoer, gevaar, tegen- lagen en storm. En wie ging in het grootste gevaar? Dat was ten vraag, waarop rij geen antwoord wist. Haar pgea stonden droefgeestig van ongesobreide tranen, terwijl zij in het matte, gouden licht van den namiddag keek. Carlos zou direct ko men om van haar afscheid te nemen. Dien avond zou hij bij het opkomen der maan weg zeilen. Al zijn bagage was al aan boord. Waar schijnlijk was hij nu met zijn vader bij Pau lina voor een afscheidsvistte. Mr. Vereker zou dan onmiddellijk met zijn wagentje naar het strand gaan Olive had te kennen gegeven dat zij hem graag zou vergezellen maar Carlos zou later afrijden en eerst naar Olivia komen, Zij zag hem komen, en de tranen sprongen uit haar oogen. Op z'n frisch jongensgezicht lag het stempel van.gezonde levensvreugde en kracht, die nog verstevigd werden door een geest van dienstbaarheid en toewijding. Zij moest terugdenken aan de geschiedenissen Uit het verre verleden, die zij en het kind Carlos samen beleefd hadden, als zij hem vertelde over den Ridder, die zijn nachtwake voor het Altaar hield, en heenging, sterk door zekerheid, dat de goddelijke genade-kracht, machtiger dan zwaard en speer, in hem leefde. En toen ze hem al nader en nader zag ko men, was zij er innerlijk van overtuigd, dat ook Carlos zijn nachtwake had gehouden, ofschoon zij niet wiet, en ook niet wilde vragen, waar en waaneer. Madonna mia! Zij richtte zich op met moeite, maar toch met merkbare kracht en strekte haar handen naar hem uit. Carlos, breng me naar de wi-erookboomen, voor onze laatste wandeling. Deze korte wandelingen waren hun zoet ge- heim, dat niemand deelen mocht. Wat Pauline en Carlotta begonnen waren, elk aan een kant, terwijl ze haar meer droegen dan hielpen, had Carlos met een sterke hand voortgezet. Zij maakten dan samen hun korte wandelingetjes op het terras. Hij had haar van haar rustbank opgenomen en stapte langzaam, terwijl zij steun zocht aan zijn sterken arm, in het zonlicht, dat hen bei den rijkelijk besproeide, naar de twee zetels onder de wierookboomen. Het was een langere wandeling dan zij ooit to voren hadden ondernomen, en heit laatste derde gedeelte van den weg moest hij haar bijna dragen. Zij was zelfs een beetje buiten adem, toen hij haar eindelijk op haar chaise- longue legde. Je bent sterk, Carlos, hè, je bent me heel wat tot steun geweest, jongen, hoe zal ik je kunnen missen? Madonna mia, zul je voor me bidden, als lk weg hen? Aityd Carlos, altijd! Ik heb niemand anders om het te vra gen, zeide hij. Mijn vader heeft me nooit in zijn ziel laten kijken. Hij heeft me steeds vrij gelaten om zelf een keus te doen, maar heeft zich nooit uitgelaten over de zijne. Ik geloof, dat de een of andere verpestende adem heel lang geleden alle geluk in hem verstikt heeft; en zijn vertrouwen in alles wat hij vroeger mooi en goed vond, heeft verwoesit. Maar jij hebt altijd in bet licht geleefd, Carlos! Hij gaf geen antwoord. In zijn oogen ontdekte zij een zachten glans, die haar plotseling den adem benam. Ofschoon hij volkomen stil zat, scheen het in nerlijk in hem to koken. Hij sprak heel zacht enkele woorden, met dat delicate accent van de bedeesdheid van een kind. Ik heb gisterenavond mijn nachtwake ge houden, madonna miia, daar waar het roods licht voor het altaar gloeit. Ja, Carlos.... en wat zag je? Een heele boel. Wil je er mij wat van vertellen, in dit laatste uur van onze scheiding? Zij zaten nu in het roodkoperen licht van do dalende zon, terwijl de horizon een doorstra- lenden gloed kreeg van onbeschrijflijke schoon heid. Uit het westen schoten gouden halken dooi de lucht, die nog juist de toppen der bevende wierookboomen Taakten, waar ze een regen van juweelen op de menschen heneden lieten neer dalen. Ik heb over heel wat nagedacht, antwoordde hij, toen ik daar knielde, terwijl de maan door de vensters scheen, en overat rond mij de stilte stond. In die heilige Tegenwoordigheid dacht ik aan Olive en aan alles wat voor haar zooveel beteekent de roem van het succes, die natuurlijk een van do grootste krachten en heerlijkheden van haar leven is.... Hij hield even op. Het scheen mij toen toe, dat ik een vraag stelde, en die onmiddellijk; beantwoord vond. Ik vroeg- me af, of ik het succes moest nastre ven door een of andere groote daad te stel len, die mij den lof der menschen zou doen win nen en mijn naam beroemd maken of dit het doel en voorwerp van mijn leven moest zijn, waaraan al het andere ondergeschikt zou blij ven. En onmiddellijk had ik het antwoord. Zij hoefde hem niet te vragen, wat dit ant woord was, of hoe hij het kreeg, door een stem of doocr een innerlijke visiiej of door een over weldigend gevoel van overtuiging. Hij zeide het haar evenmin. Zijn woorden waren genoeg geweest. Hoevelen zijn er niet, die werken en strijden om een hoog ideaal te verwezenlijken. Vaak lijden zij heel hun leven om dat ideaal te ver wezenlijken. En zelfs zij, die in het ideaal ge- looven, beschouwen dait leven dan maar al te dikwijls als een mislukking;. Na een lang stilzwijgen nam Olivia heel kalm het woord. Ik heb eens door een braaf en goed man hooren zeggen, dat het leven van zulk een menseh een mislukking is, werkelijk een mis lukking is totdat de morgen der verwezen lijking aanbreekt. Ik heb vaak over dit ge zegde nagedacht, omdat ik het niet geheel be greep, en toch wel voelde, dat het waarheid was. Och, zei Carlos, toch is er iets verkeerds in. Zulke menschen weten, dat zij moeten lijden, en bet kan dus geen mislukking zijn, dat zij voor do prediking van hun ideaal lijden, mis schien zelfs sterven. Maar menschelijkerwijze gesproken is hun hooge levensroeping, waarvan zij de verwerkelijking nooit gezien hebben, een groote mislukking. Maar zit hierin juist niet de groote kracht van het ideaal, dat het steeds wenkt naar de verten, die 'n sterveling niet be treden kan. Hij zweeg, ën beiden dachten even na, Drie dagen, drie jaren, drie eeuwen, wat is het alles in den cirkel der eeuwigheid? Niets gaat verloren. Niets is te vergeefs. Eenmaal zal alles opgehelderd worden. Alles waar het in het heden op aankomt, is, den Wil te doen van Hem, die ons hierheen gezonden heeft, en ons onze taak heeft gewezen. Trouwe dienst zoo naar bet licht. Daar komt bet op aan. Zij stak hem baar hand toe, en bij nam die onmiddellijk aan. Jij hebt me dit alles doen inzien, van bet eerste oogenblik af, mijn koningin van de wol ken en de sterren! Even later vertelde hij haar weer wat anders. Het was een uur dat zich bijzonder leende voor een intieme gedachten wisseling; en daar baar hart zoo vol was, had zij zich in hoofdzaak tot luisteren bepaald. Je weet hoe mijn vader al vele jaren ge letien wenschte, dat wij hier samen in ons huis zouden wonen, onder die zonnige, vredige luch ten, ver van het rumoer der wereld. Wist jé waarom? Ik heb het wel eens vermoed Och ja, we behoefden er niet openlijk over te spreken. Maar ik herinner me toch iets van haar van mijn mooie moeder en het rijke leven, waarin zij zoo graag als een mooie ster wilde schitteren. Toen viel er plotseling een wolk van een tragisch geheim, waarvan ik in dien tijd weinig vermoedde, en waarnaar ik ook nu nog maar kan gissen. Naderhand onzo komst naar hier, en het gelukkige leven, dat volgens mij wel altijd zoo zou blijven. Weet je waarom mijn vader hier naar toe kwam? Ik weet bet nu. Het is langzamerhand duidelijk voor me geworden zijn vrees dat ook ik on der da bekoring van al dat geschitter der we reld zou komen, de zuiging zou voelen van den maalstroom van genot, én meegesleurd zou worden in die draaikolk.... Hij hield even op, en Olivia sprak: Daar was in jouw geval geen vrees voor, Carlos! Toen wierp hij haar een vreemden blik toe, die haar liet geheim openbaarde, dat er nog in zijn ziel verborgen plaatsen waren, waarin zij zelfs in al die jaren van teedere intimiteit en vertrouwen niet had kunnen doordringen. Hij stond op. Olivia voelde een prop in haar keel komen, en trachtte baar gevoelens te beheerschen, of schoon zij de tranen niet kon weerhouden, die haar blik benevelden, zoodat het jonge gelaat vóór haar in een nimbuB van goud stond. Het kwam, omdat het oogenblik van scheiding nu voorgoed daar was, en haar hart begon plot seling hevig te bonzen. Het was een scheiding die verzwaard werd door de verschrikkelijke diepte in zijn bedoeling; wamt bij ging nu naar streken die het gevaar en den dood als iets alledaagsch in zijn leven zouden plaatsen. En hij zou niet terugdeinzen of wegvluchten om zichzelf in veiligheid te brengen dat wist zij al te goed, en zij vond zelfs even vreugde in die zekerheid, ofschoon haar hart bloedde. Zij lichtte haar armen op, en legde haar han den op zijn schouders. Hij boog zich over haar been, en zoende haar op de natte oogleden. Contessa earissima, madonna mia, Stella Maris, Lady Olivia, mijn Meve, lieve koningin! Al dat moois zul je voer me zijn. En als ik daarginds op bet veldt 1) lig, en naar de sterren kijk en het Zuider Kruis zal ik denken hoe jij aan den anderen kant van de wereld onder de wierookboomen ligt en dikwijls aan me zult denken. Terwijl hij sprak, stak hij zijn hand in zijn borstzak, en baalde er een kleinen koker nit. Hij opende dien, en liet haar een portret van. zijn vader zien, een stukje kant en batist, dat vroeger Olive's eigendom was geweest, en wat verwelkte bloesems van de wierookboomen, dia nog een fijnen, zachten geur afgaven. Die zullen me overal volgen, zei hij. Toen drukte bij baar een oogenblik stevig ln zijn armen. En was vertrokken. 1) Bijna boomiooze streek in Zuld-Afrika. Vert. De uitingen van vaderlandsliefde of de min der aangename woorden aan het adres der Boeren, heb ik niet uit den mond dezer Engel-: schen willen weren, vertrouwend dat ieder, van de waarheid wel overtuigd zal zijn, dat de tegenstander steeds wréed is' en ongelijk beeft. Vert. (Wordtvervolgd). ;j;j

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 14