ül J DINSDAG 29 MEI 1928 VIERDE BLAD DE VIERDE NEDER LAN D8CHE KATHOLIEKENDAG «ff „HET KONINGSCHAP VAN CHRISTUS" ONTVANGST DER BISSCHOPPEN EN OPTOCHT DOOR DE STAD IN DE KATHOLIEKE STAD EU UITNEMENDHEID ;-jfe rgsr; AAN HET STATION DE GROOTE STOET DE NATIONALE BIDWEG DE BEGROETINGSAVOND NEVENVERGADERINGEN PAGINA 2 i» lêfc aii De sti'ateu in feestdos GRCOTSCHE MANIFESTATIES Maastricht, 28 Mei 1928. De oproep voor den vierden Nederlandschen Katholiekendag heeft tiver het land geklonken. De oproep is door velen gehoord. De duizend tallen zijn heden opgetrokken naar het oude Tricht, waar Sint Servaas de blijde boodschap van het Evangelie bracht lang voordat de stem der Geloofsverkondigers werd vernomen in de lage landen aan de zee. I-Iet is de vierde maal dat het groote Katho lieke leger zijn colonnes samentrekt. Thans was het bisdom Roermond aan de beurt om dein wapenschouw te ontvangen en voor de sehoono Maasstad het glorieuse Maastricht was de eer weggelegd het sohouwtooneel te zijn dezer grootsche manifestatie. In aansluiting aan den derden Nederlandschen Katholiekendag, die drie jaar geleden te 's Gravenhage werd gehou den cn waar als algemeen onderwerp de be- teekenis werd belicht van het Katholicisme voor de beschaving van Nederland in het ver leden wordt in deze dagen te Maastricht: „Het Koningschap van Christus" behandeld Inderdaad een hoogst belangrijk onderwerp, dat onmiddellijk spreekt tot hoofd en hart van lederen oprechten katholiek. De stad van Sint Servaas heeft zich in al zijn geledingen opgemaakt om aan Nederland te tounen, dat het een Katholieke stad bij uit stek is. Huis aan huis wappert de driekleur en de hoofdstraten prijken in feestdos als bij de viering van een nationaal jubilé. Iedere straat heeft haar eigen charme door breed uitwaaiende vanen, wimpels, bloem festoenen en guirlandes. Over dit alles giet de zon haar gulden glans en steeds voeren de treinen en autobussen nieuwe bezoekers aan, steeds ziet men meerdere groepen met vaan dels binnentrekken, 't wordt drukker en druk ker en de zon blijft lachen om aan de stad haar schoonsten toon te geven. Drommen belangstellenden waren tegen het uur van aankomst van den trein, waarmee de Bisschoppen en autoriteiten werden verwacht naar het station getrokken. In de hal van het station stond de Maas- trechter fanfare St. Joezep gereed om den luister der ontvangst met feestmuziek te veT- hoogen. Juist om 1.40 uur stormde de trein binnen. In eeu gereserveerde coupé, ié" klasse waren gezeten Z. D. H. Mgr. H. v. d. Wetering, Aarts bisschop van Utrecht, Z.D.H. Mgr. L. J. A. H. Schrijnen, Bisschop van Roermond, Z.D.H. Mgr. P. A. W. Hopmans, Bisschop van Breda en Zijno Excellentie J. M. J. H. Lambooy, Mi nister vaa Oorlog en Marine. Door den Deken van Maastricht den zeereerw. heer J. A. H. Wouters, den deken van Wijk den zeereerw. heer K. Receveur en den burgemeester van Maastricht mr. L. B. J. van Oppen als eere- voorzitters van het uitvoerend comité werd-cu de hooge gasten op het perron ontvangen. In de wachtkamer eerste klasse had daarna de begroeting plaats door de leden van het hoofd bestuur, waaTvan enkele ook met dezen trein waren meegekomen, n.l. de heeren mr. A. I. M. J. baron van Wijnbergen, voorzitter; prof. J. D. J. Aengenent, secretaris; Mgr. J. N. J. E. HeeTkens Thijssen, penningmeester; J, L. Bre- keimans, Mgr. prof. dr. J. H. E. Hoogveld, A. H. van Rijen en N. J. L. Kortekors adj. secre taris. Toen het gezelschap in de hooge stationshal verscheen speelde de fanfare St. Joezep het „Aan U o Koning der eeuwen". Buiten zon gen de klokken hun feestlied. Inmiddels waren voor het station een zestal met twee paarden bespannen landauen voorgereden en had een eerewacht te paard, gevormd door de notabe len der stad zich te midden van het plein op gesteld. Enthousiast klonk het hoera geroep der me nigte, toen do Bisschoppen met hun gevolg naar buiten traden en in de rijtuigen plaats namen. De kleine stoet zette zich daarop in bewéging en reed door Stationsstraat, Brug straten, Kleine en Groote Staat naar het Vrijt hof, om daar in de pastorie van deken Wouters het groote défilé van den optocht der vereenl- gingen af te wachten. Het was een triomfante tocht door de hoofdstraten der feestelijk ver sierde Maasstad. Bij hotel Willems in de Stationstraat had de leider van den optocht, de heer J. L. G. Rosier zijn secondanten verzameld, om den grooten stoet samen te stellen, die de sterkte van het georganiseerd Katholiek leger zou manifes teeren. Op den Wilhelminasingei, de St. Maartens- laan en Alexander Battaiaan hielden de on derscheiden groepen met haar volgnummers zich reeds gereed. De organisatie was in orde, De stoet werd door politie en een muziek corps geopend. Daarachter volgden in goed aan eengesloten rijen de leden van het plaatselijk comité en de regelingscommissie, de talrijke afdeelingen van den R. K. Werkliedenbond de R. K. Middenstandsvereeniging, de R. K Werk- nemersvereeniging, het Groene Kruis, dén R r< [Vrouwenbond, den R.K. Land- en Tuin,bouwbond Hierachter sloten zich aan de R. K. Voetbal bond met de keurige groep der gymnastiekver- éenigingen en de R. K. Athletiekbond. Verder op kwamen weer de deputaties van den R. K Onderwijzersbond en den R. K. Werknemenden Middenstand, de leden der A. R. K. O. en A. R. K. A., het Kruisverbond, Maria-vereeniging en Voor Eer en Deugd. Achter de volgende nummers waren de deputaties op te merken der R. K. Kunstenaarsvereeniging, Jong Lim burg en de Limburgsche Studentencluhs, een groot aantal leden der Derde Orde, van de Canisius-Congregaties en de Berchmans-com* pagnie. Achter deze groote groepen schreden de leden van den R. K. Bond van Kantoor- en Handelsbedienden, de Pilgerverein Waubach, de eerewacht Maastricht, een deputatie van de K. S. A., de bond St. Petrus, Schoolvereenl- gingen en patronaten, weesjongens en wees meisjes en als slot de onderofficierenvereeni- ging „St. Martinus''. AI de vereenigingen en organisaties hadden vaandels en vlaggen meegebracht. Sommige hadden zelfs decoratieve groepen gevormd, zoo dat het een fleurige stoet was, die meer dan 1 K.M. lang bleek te zijn en waarin naar schat ting ruim 10.000 deelnemers meetrokken. De levendigheid in den stoet werd zeer ver hoogd door het groot getal muziekcorpsen. Overal langs den weg had zich een dichte haag van toeschouwers opgesteld. Op het Vrijthof naast de pastorie van deken Wouters was een estrade opgericht voor de hooge autoriteiten en de leden van de onder scheiden bestuurscolleges van den Katholie kendag. Hier waren de reeds genoemde Bis schoppen gezeten, terwijl tal van leden van het eere-comité ook Z.Exc. Jhr. Mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck, voorzitter der Tweede Kamel en mr. E. O. J. M. baron van Hövell tot Wes- terflier, Commissaris der Koningin in de pro vincie Limburg aanwezig waren, om den stoet te zien défileeren. Een groot deel van het Vrijthof was vrijge houden voor de deelnemers aan den stoet. In volmaakte orde trok de onafzienbare optocht het plein op en schouder aan schouder schaar de zich het leger voor de estrade der autoritei ten. De banierdragers met hun vaandels traden uit de gelederen en vormden een carré temid den van het plein, om straks gezamenlijk den vaandelgroet te brengen. Toen er op hetzelfde Vrijthof geen open plek meer was te bekennen, liet Mgr. Schrijnen den hoorn steken om stilte te vragen en de menigte toe te spreken. TOESPRAAK MGR. SCHRIJNEN. De geloovigen van Mijn Bisdom verheugen zich, dat dit jaar onder leiding van het Episcopaat de Nederlandsehe Katholiekendag te Maastricht gehouden wondt. In hun naam zeg ik u van harte dank voot de giroote gunst aan ons volk bewezen en roep ik u een hartelijk welkom toe. Onze bonden en organisaties staan hier vast aaneengesloten voor u, onder hun banieren, om u te getuigen, dat wij vastaamgesloten rijen willen vormen in het groote Katholieke leger van Christus Koning. Onder leiding van de boogere en lagere bevelhebbers, die Christus MGR L. SCHRIJNEN heelt aangesteld over Zijn leger, willen zij strijden voor de handhaving ein de uitbreiding van Zijn Rijk en al mag de strijd vooral hier in het Zuiden nog zoo zwaar en moeilijk wor den hun moed zal niet verflauwen. In hun pai ticuliere zoowel als in het openbare leven willen zij pal staan tegenover een ieder, die de rechten van hun Koning wil miskennen. De Kathol iekendag heeft tot onderwerp ge kozen: „Het Koningschap van Christus". De woorden, die hier gesproken worden, zullen bij onze strijders het geloof versterken in de machtige huip van Koning Christus en zij zul len de hoop vermeerderen op de overwinning. Wij staan hier in de stad van St. Servatius, die hier het geloof heeft gebracht. Dat geloof is in den loop der eeuwen ongerept bewaard gebleven. Ook het thans levende geslacht wil den H. Servatius volgen en voor ziich ver krijgen, wat van hem geschreven staat: Ser vatius servabit fidens, Servatius heeft het geloof bewaard. Limburg aan Christus is onze leuze, Maar heden, nu heel Nederland hier In Maastricht is samengekomen, nu zij onze leuze: Nederland aan Christus. Uit de dichte rijen der toehoorders stegen na deze toespraak toejuichingen op, die werden overgenomen door f an farog each allen, dat zich voorplantte over het wijde Vrijthof. Dan, als op een gegeven teeken, werden al de banieren omhoog getild en tot driemaal toe neeg ten groet het vaandelheir voor de prinsen der Kerk en de leden der hooge be stuurscolleges van den Katholiekendag. Het was een grootsch en plechtig oogenblik ««n schouwspel, dat de duizendtallen tot be geestering opwekte. oorkonde aan de Bisschoppen te brengen. Bijna gelijktijdig kwamen de zee renboden het Vriit- hof opgestormd. Een schot weerklonk en op dat teeken wer den de oorkonden aan de aanwezige Bisschop pen overhandigd. De leider van den optocht, de heer Rosier, deze overhandiging van een korte toespraak vergezeld gaan, waarin den Kerkelijiken Hootr- waardiigheidsbekleeders verzocht werd de aan bieding der oorkonden niet als een stoffelijk Wijk van belangstelling te willen beschouwen maar als eeu bewijs van hoogachting en ver' eenng van het geheel e Nederlandoche volk voor de Kerkvorsten en ails een symbool van trouw aan ihot hooge gezag. -ÜÏJW. uilfriia.; :J Wijl Z. Ex. Mgr. Sch-ioppa, de Pauselijke internuntius, Z. D. H. Mgr. Diepen, Bisschop van 's-Hertogenboseh en de vertegenwoor digers van het Haarlemsche diocees, de vicaris- generaal Mgr. Möllmann hier nog niet aan wezig waren .verzocht de heer Rosier aan deken Wouters oim de oorkonden in ontvangst te willen nemen voor deze vertegenwoordigers van het Hooge Kerkelijk Geizag. Aan de drie aanwezige Bisschoppen werden de oorkonden door de etsafette-loopers over handigd. De Aartsbisschop wenschte zelf de overbrenger te zijn van de oorkonden aan Mgr. Möllmann. Geef haar maar aan mij mee, sprak Mgr. bereidvaardig als altijd, Ik moet de vol gende week toch In het Bisdom Haarlem de H.H. Wijdingen gaan toedienen, waarop Mgr. Schrijnen hem schalks toevoegde: maar ge zult niet zoo hard loepen als deze estafette (groote vroolijkhoid op de tribune). Na dit intermezzo stonden de hooge gasten van hun zetels op. De muziek zette in en uit duizenden kelen klonk het „Aan U, o Koning der Eeuwen", waarmede deze overweldigende manifestatie ten einde liep. Een der meest onvergetelijke oogenblikken van dezen Katholiekendag zal vooral voor de vele vreemdelingen blijven de pieuse omme gang, die in bet stille avonduur door Maas tricht's straten werd gehouden. Om 7 uur trok een niet te schatten menigte naar het O. L. Vrouweplein, waar zich de luisterrijke kapel bevindt van de Moedermaagd, Die sinds onheuglijke tijden te Maastricht wordt vereerd als de Ster re der Zee. In twee groote groepen dromden de duizen den bedegangers onder leiding van de com missarissen van orde op het O. L. Vrouwe plein aan. Aan de Zuidzijde stelden zich de vrouwen op, terwijl de Noordzijde voor de man nen was gereserveerd. De klokken der Lieve Vrouwekerk kondigden bet uur aan, dat de biddende stoet zou optrekken. De eerste groe pen zetten zich in beweging en murmelend ruisehte haar gebed door de stilte van den avond. Getooid met de insignes der broeder schappen, den rozenkrans in de hand, schreden de vrouwen voorop. Daarna kwamen de dichte rijen der mannen met in hun midden het Ge nade-beeld van de Sterre der Zee, gedragen en omringd door een groote schare geestelijken. Ook de bisschoppen van Roermond en Breda en verschillende leden van het hoofdbestuur van den Katholiekendag hadden zich bij den stoet aangesloten. Nauwelijks waren de laat ste deelnemers weggetrokken, of reeds keer den de eerste groepen terug, zoodat een onaf gebroken schaar van bedegangers den gan- scbeu weg vulde, waarlangs de bedetocht van oudsher trekt. Weergekeerd op het Plein schouderde men zich aaneen. Slechts een klein pad vrijlatend voor de dragers van het Genadebeeld en de Bosschoppen. Voor de kapelanie waren enkele stoelen ge- plaats voor de autoriteiten en stond ook door bloemen omringd de troon opgesteld voor het Moeder Godsbeeld. Afgewisseld door gezang, bleef het luid op bidden voortduren, totdat de Zeereerw. Pater dr. Cassdanus Hentzen O.F.M. het bordes der kapelanie besteeg en in een schitterende feestpredikatie, de macht en de roem verkondigde van Maria, die thans Haar kinderen in zoo'n grooten getale tot zich zag naderen om door Hare Voorspraak van Haar Goddelijken Zoon den Zegen af te smeeken over het welslagen van dezen Katholiekendag. De feestredenaar wist door zijn bezielend woord de harten van allen te treffen en opnieuw voelde men bier den adem van de Katholieke sfeer van deze stad. Na de feestpredikatie zong de verzamelde menigte met begeleiding van de fanfare Sint Joezep het lied van de Sterre der Zee en daarna schonk Mgr. Sonrjjnen aan do neerknielende menigte den Bisschoppelijken Zegen. Om half negen vond het recipieerend Maas tricht de gasten in de Redoute-zaal vereenigd. Aanwezig waren o.m. Z.D.H. de Aartsbis schop Mgr. v. d. Wetering en H.H.D.D.H.H. mgr. Schrijnen en mgr. Hopmans die plaats namen te midden van de bestuursleden van den Ned. Katholiekendag, Na een nummer van het strijkorkest der Avantikapei, dat zijn mizukaie medewerking verleende, heette dr. Jaspar, de voorzitter van het uitvoerend comité de hooge gasten welkom en sprak de hoop uit, dat deze dagen ertoe mogen mede werken om den band tusscben Limburg en Holland nauwer aan te halen. De Limburgers moeten als 't ware hun Nederlandsche natio naliteit steeds bewijzen, zegt spr., wat van de Groningers of Friezen nooit gevraagd wordt, maar Limburgers mogen een eigen aard en karakter hebben Nederlanders zijn en blijven ze (applaus). En bovenal stellen ze er prijs op hun katholiciteit te teonen. Als zoodanig mogen de gasten uit Holland ze in deze dagen loeren kennen, als katho lieke vaderlanders (applaus) De heer Winter mans sprak als Brabander. In een historische beschouwing tredend, schetste deze spreker wat Brabant aan Lim burg te danken heeft, doch wederkeerig ook, waarom Limburg Brabant dank moet weten. De avond, die verder door verschillende muzikale nummers werd opgeluisterd, verliep In een zeer geanimeerde gezellige stemming, Door vele organisaties was van de gelegen heid gebruik gemaakt, om in aansluiting aan dezen nationalen Katholiekendag een nevenver gadering te Maastricht te beleggen. Het Apostolaat der Hereeniging vergaderde in de aula van het klooster van het Arme Kind Jesus. APOSTOLAAT DER HEREFNIGING Rede Prof. Dr. Alpli. Mulders Prof. Dr. Alph. Mulders van het Groot-Semi narie te Hoeven, hield een rede met het onder werp: „Naar de Godsdienst-eenheid". In zijn gloedvol voorgedragen rede hield spr. zich streng aan zijn stellingen en bewees voor eerst, dat Koning Christus in het Rijk. door Hem gesticht, volstrekte eenheid gewild heeft: eenheid van leer, eenheid van genademiddelen, eenheid van gezag, 't Was zeker geen geringe taak de zichtbare maatschappij, die het werk der verlossing van het menachelijk geslacht onder één hoofd, door het leergezag van het levend woord en door de uitdeeling der Sacra- menten, na den dood van Christus en zijn Apostelen moest voortzetten te bewaren in haar innerlijke eenheid. Maar de Stichter der Kerk, die in zijn hoogepriesterlijk gebed om de eenheid onder de zijnen had gesmeekt, had haar plechtig beloofd: „Ik ben met u alle da gen tot het einde der wereld". En ziet, terwijl buiten baar uit aldoor sterker vermenigvuldigde stelsels de verdeeldheid voortdurend tot meer verdeeldheden aangroeit, staat de katholieke Kerk der twintigste eeuw, één In haar geloof, als een onverwoestbare voortzetting der dooi' Paulus beleden „Kerk van den levenden God zuil en grondvest der waarheid"; één In haar sacrameuiteele bediening, waardoor zij het ge heimzinnige levensbloed van Christus' godde- lijk Lichaam voortstuwt tot in de innigste vezelen van haar bovennatuurlijk organisme; één In baar bestuur en gezag, dat aan heel dó werekl toomt de daad-enjle ven-ge word en idee van Cesarea Philippi: „Gij zijt Petrus en op deze steenrota zal Ik mijn Kerk bouwen en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen". Vervolgems schetste spr. heit ontstaan en het bedroevend resultaat van de Oos.tersc.be scheu ring in de elfde en van den Westerschen afval in de zestiende eeuw. Bij verschillende groepen van afgescheiden christenen valt echter tegen woordig, sterker en algemeener dan ooit te vo ren, ©en streven naar kerkelijke eenheid waar te nemen. De geschiedkundige, psychologische en politieke redenen hiervan ging spr. even na, en gaf daarna een gedocumenteerd overzicht van de rereenigingspogiingen buiten het katho lieke kamp, waaruit duidelijk blijkt, dat niet allen dezelfde eenhaid nastreven; terwijl som migen n.l. tot de ware eenheid in geloof, eere- dlenst en bestuur trachten te komen, bedoelen anderen zich met een uiterlijke eenheid in en kele practische punten tevreden te stellen. Wat de afgescheiden Oostersche christenen bedoelen met hereeniiging, is niet gemakkelijk te achterhalen. Bij de anglicanen breekt een viervoudige strooming door: overeenstemming in den boezem dei* eigenlijke StaatskeTk; ver eeniging van deze met de talrijke vrije Kerken; aansluiting bij bet Oosten; een orienteering naar Rome. Van de protestantsche eenheidsbewegingen, wier geboorteland Noord-Amerika is, worden voor ai besproken: de wereldconferentie voor practisch christendom te Stockholm (1925)de wereldconferentie voor de eenheid in geloof en kerkinrichting te Lausanne (1927); de hoog- kerkeiijke-oecumenïsche geweging in Duitsch- land, en al wat tot die pogingen of uitingen leidde en ermee in verband stond. Ook van katholieke zijde aldus spr. in het derde gedeelte van zijn belangwekkend betoog bood men den afgescheidenen vaak de ver zoenende hand, Geheel in overeenstemming met de traditio- meele gedragslijn der Kerk: liefdevol voor de dwalenden, onverbiddelijk voor de dwaling ls 's pausen encycliek: „over het nastTeven der ware godsdiensteenheid" (6 Jan. 1928). Aan de opportuniteit van dezen zendbrief heeft geen ter-zake-kundige getwijfeld; en mocht zich deze of gene wellicht een oogemblik hebben veïbaasd over de apostolische vrijmoedigheid ervan, allen hebben ten slotte samengestemid in een dank- feede tot God voor dit nieuwe schijnsel deT Pool ster, die van uit Rome heel de wereld stuur geeft en belicht. Terwijl spr. zich in het voorafgaande hoofd zakelijk gericht had tot het verstand zijner hoorders, om hen kort en goed op de hoogte te stellen van de leerstellige en geschiedkun dige zijde der kwestie, deed hij in laatste ge deelte zijner rede meer rechtstreeks een beroep op hun hart, om hen te overreden tot actieve deelname aan het Apostolaat der Hereeniging, dat meerderen tracht te winnen voor de be studeering en verspreiding van de katholieke hereenigingegedachte, waarvoor het allen wil bezielen met een geest van offervaardige liefde en vertrouwvol gebed. Neen, de beste ij veraars voor de hereeniging jagen geen hersenschim na. Zij met hun werkelijkheidszin en kennis van zaken, beseffen, dat een scheidsmuur, door de eeuwen tusschen de belijdenissen gebouwd, niet in enkele jaren gesloopt wordt. Zij bedoe len dan ook slechts voorloopig een sfeer van wederzijdsck vertrouwen te scheppen. Spr. eindigde zijn voordracht met een dubbe len wettisch, voor wiens vervulling hij vooral in deze dagen de banden wil gebeven zien tot Hem, Die het aanschijn der aarde vernieuwt. Moge de H. Geest het verstand van alle oprechte eenheidszoekers buiten ons kamp bestralen met zijn licht, dat zij niet Christus zoeken in een nieuwen godsdienst en een nieuwe kerk, maaT hun wegen van goeden wil doen uitloopen op den éénen Weg, die als de Waarheid het Leven der Moederkerk is; en moge Hij in de harten van haar, die de onverdiende gave des geloofs tot dankbaarheid verplicht, een Pinkstervuur ontsteken voor het apostolaat der hereeniging, opdat zienderoogen toeneme het getal van de genen, die daadwerkelijk gaan toonen iets te begrijpen van en innig mee te leven met Chris tus' smachtende bede: „Dat allen één zijn!" In de Leo-stichting kwamen talrijke leden van den Ned. R. K. Bond voor Groote gezinnen samen. R. K. BOND VOOR GROOTE GEZINNEN Rede drs. Jos. de Boor Drs. Jos. de Boor, leeraar aan het St. Tho mas-College te Venlo sprak over het Koning schap van Christus in het groote gezin. Spr. zette allereerst uiteen, hoe in onze dagen waarin door 'n betreurenswaardige scheiding van Kerk en Staat, aan deze laatste een ab solute of vrijwel louter wereldlijke on mate- riëele missie is gegeven, op velerlei terrein van wetgeving en overheidsbemoeiing vaak geen spoor te bekennen is van eenige Chris- teiijk-zedelijke overwegingen. Waar wij hier vooral over het gezinsleven spreken zij het voor het o ogenblik voldoende er op te wijzen, welk een ontzettenden slag de bepalingen in onze moderne Europeesche wetboeken betreffende de echtscheiding, aan de eerbied voor het huwelijk hebben toege bracht. Ook in Nederland. "Vooral na het be ruchte arrest van den Hoogen Raad ln 1883, waarbij de feitelijke bekentenis van den echt breker of echtbreekster, overbodig gemaakt werd door aan het niet verschijnen voor de rechtbank, de beteekenis van een bekentenis te hechten, is het respect voor het huwelijk ontstellend snel gedaald. Is de eeTbied voor het huwelijk als zoodanig sterk aangetast, van den anderen kant moest men erkennen dat het den gehuwden niet ge makkelijker gemaakt wordt, om behoorlijk hun huwelijksplichten te vervullen. Zien we, om te beginnen ,maar eens naar de mogelijkheden, om een huwelijk aan te gaan. Voor ontelbaren zijn de levensomstan digheden van dien aard, dat zij voor hun der tigste, ja vaak vijf en dertigste jaar niet aan een huwelijk behoeven te denken. Zeer velen huwen op een inkomen, dat, ten- nunste naar hun meening, geen normale ge zinsuitbreiding toelaat. Nu zijn we beslist niet blind voor de krank zinnige vrijheid van beweging en den over dreven welstand, dien zeer veel moderne jon gelui in het huwelijk opeischen, maar men mag toch wel zeggen, dat inderdaad, voor zeer veel jonge menschen de economische toestan den van dien aard zijn, dat 't hun vrijwel onmogelijk is, op een normalen en gewensehten leeftijd een huwelijk aan te gaan en de ver antwoordelijkheid daarvan voor hun rekening te nemen. Naar onze meening is een van de ernstigste factoren in dezen wantoestand, het exoibitant groot aantal meisjes en vrouwen, die in betrekkingen, welke niet per se, vrou wenarbeid vereischen, het brood uit den mond stelen van den jongen man, en het dezen on mogelijk maken, haar een levensstaat aan te bieden, die op slot van rekening de schoonste voldoening kan geven, waarnaar een vrouw kan haken, het moederschap. Wantrouwen, angstig wantrouwen in de toe komst kenmerkt ook hier weer het handelen van den modernen mensch. Eenmaal gehuwd, en als de kinderzegen be gint, komen de gehuwden al spoedig in kon- fiict met andere moeilijkheden, vooral wat do huisvesting betreft. Een andere nadeelige factor is, dat in som mige bedrijven, zoo goed als geen progressie bestaat in de loonen, zoodat. met het stijgen der onkosten van 't gezin niet gepaard gaat het toenemen van 't vaak toch al zeer be scheiden loon. Vaak ook overtreffen de loonen der zeer jonge gesalariëerden verre hun be hoeften en kweeken zoo een geest van zorge loosheid en een zucht naar vermaak, welke verderfelijk zijn voor een later gezinsleven. Betrekkelijke overbevolking in steden of streken speelt vaak ook een belangrijke rol. Tenslotte, is het groote gezin te zeer afhan kelijk van de toch altijd onzekere bescherming van de zijde der wetgevers. De politieke invloed van de hoofden der groote gezinnen, is volstrekt niet in juiste verhouding tot hun beteekenis voor de wel vaart en rust in den staat en met de grootere verantwoordelijkheid, die op deze ouders rust. Mogen wij uit 't voorafgaande concludeeren, dat het voor het herstel van het christelijke gezinsleven, voldoende zou zijn, betere loon- toestanden te scheppen, betere arbeidsvoor waarden, betere woontoestanden, dat het, in één woord, er maar om zou gaan gunstiger levenscondities te verwerven, voor het groote gezin? Néén, beslist nefen! Indien dan ook, van Katholieke zijde ge streefd wordt naar materieel© verbeteringen voor het talrijke gezin, moet dit meer een be schermend, dan een prohibitief karakter dra gen. Een buitengewoon groot gevaar, vooral voor het lichtgeloovige, eenvoudige voik, is de pro paganda voor 't gebruik van anti-conceptio- neele middelen, 't Gelukkige isolement van het platteland bestaat, ook in dit opzicht, niet meer. Meer dan ooit is het wenschelijk dat hiervoor tegengif verschaft kan worden en dat met name het tijdschrift „Het Gezin" in allo Roomsche gezinnen geregeld verschijnt, i Aan den anderen kant wordt het meer dan tijd, dat er van onze katholieke kamerleden een energieke poging uitgaat om het publiceeren en verspreiden van antl-conceptioneele propa- ganda-lectuur van rechtswege te doen belet ten. Het is een schande voor ons land, dat geschriften, die zoo rechtstreeks de moraliteit, de volksgezondheid en welvaart aantasten, on gestraft kunnen worden rondgebracht. Meer dan ooit is het noodig, dat vooral de jongehuwden geholpen worden, om zich beter bewust te worden van den onschatbaren mo- reelen en materiëelen rijkdom, welken het bezit vertegenwoordigt van een talrijk kroost. Algemeen vertoont zich een laffe afkeer voor het groote gezin. Niet weinig jonggehuw den of verloofden zijn vierkant van meening, dat het in dezen tijd eenvoudigweg onmoge lijk zou zijn, een groot aantal kinderen op te voeden, en dat de toekomst van de kinderen toch al onheilspellend genoeg is. Maar waar gaan we in Gods naam met dergelijke opvattingen naar toe? Ik durf hief dan ook te vragen, hier, op dezen vierden Ka tholiekendag, machtige manifestatie naar hui ter. van ons Katholiek geloof: „zijn we nog wel Katholiek indien we bevreesd worden, dat bet naleven van Gods geboden, gestraft zou kunnen worden met algemeen gebrek en ellende? Dit is méér dan wantrouwen in de Voor zienigheid, dit staat gelijk met Gods Recht vaardigheid in twijfel te trekken. Dit beteekent regelrecht den weg opgaan van Malthusj, met zijn bedenkelijke propaganda voor Moral Restraint! Maar wij Katholieken, moeten in ons de overtuiging bewaren, en die overtuiging uiten, dat nimmer een gezin ten gronde is gegaan, noch zal gaan, omdat de ouders Gods wet naleefden. Tegenover liet soms welgemeend, maar im mer misplaatst medelijden, dat de ouders van het groote gezin hoe langer hoe meer op wekken, om maar niet te spreken over de schandelijke of domme critiek, waaraan zij soms blootstaan, belichtte spr. de buitengewoon, bevoorrechte positie, waarin deze ouders zich bevinden. Er is een tijd geweest, dat het meisje, dat ia hét huwelijk trad, daarmede in zeker opzicht, gelijk een Teligieuze, afscheid nam van de wereld. Voortaan waren haar eerste gedachten, haaij beste zorgen, voor man en kinderen. De ge regelde zwangerschap droeg er toe bij, om haar afkeerig te maken van uitgaan en overbodigen opschik. In het algemeen kan men zeggen, dat vroeger de gehuwde vrouw géén gevaar meer was voor de reinheid der mannen. Er was voor haar minder gelegenheid, om in aanraking te komen met de verleiding, die het jonge huwe lijksgeluk .bedreigt. Voor anderen boette zij vaak aan uiterlijke charme in, wat zij won aan hoo- géTe waarde als levensgellin van haar man en als moeder van haar kinderen. Haar vertrouwelijke omgang was met eigen man en met de onschuldige engelen, die de poëzie zijn van het huwelijksleven. De lasten en zorgen van hét huwelijk maak ten haar sterk De liefde voor haar gezin deed haar wonderen verrichten. Haar leven was niet gemakkelijk, maar onschuldig; het was niet vrij van zorgen, noch van leed, wèl van wroeging, diie den mensch zijn slaap steelt en voor zijn tijd sloopt. Haar leven was Immer vol hoop, want do Jeugd omringde haar. Tot haar jongste uur be hield het leven voor haar een dadelijk tastbar# beteekenis. HaaT leven was meerdere leven# rijk. Haar ouderdom bleef nog jon® door het nieuw geschapen leven. Haar was de heilige vreugde, welke udt het

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 14