ül
J
DINSDAG 29 MEI 1928
VIERDE BLAD
DE VIERDE NEDER LAN D8CHE KATHOLIEKENDAG
«ff
„HET KONINGSCHAP VAN CHRISTUS"
ONTVANGST DER BISSCHOPPEN EN OPTOCHT DOOR DE STAD
IN
DE KATHOLIEKE STAD EU
UITNEMENDHEID
;-jfe
rgsr;
AAN HET STATION
DE GROOTE STOET
DE NATIONALE BIDWEG
DE BEGROETINGSAVOND
NEVENVERGADERINGEN
PAGINA 2
i»
lêfc
aii
De sti'ateu in feestdos
GRCOTSCHE MANIFESTATIES
Maastricht, 28 Mei 1928.
De oproep voor den vierden Nederlandschen
Katholiekendag heeft tiver het land geklonken.
De oproep is door velen gehoord. De duizend
tallen zijn heden opgetrokken naar het oude
Tricht, waar Sint Servaas de blijde boodschap
van het Evangelie bracht lang voordat de stem
der Geloofsverkondigers werd vernomen in de
lage landen aan de zee.
I-Iet is de vierde maal dat het groote Katho
lieke leger zijn colonnes samentrekt. Thans
was het bisdom Roermond aan de beurt om dein
wapenschouw te ontvangen en voor de sehoono
Maasstad het glorieuse Maastricht was de eer
weggelegd het sohouwtooneel te zijn dezer
grootsche manifestatie. In aansluiting aan den
derden Nederlandschen Katholiekendag, die
drie jaar geleden te 's Gravenhage werd gehou
den cn waar als algemeen onderwerp de be-
teekenis werd belicht van het Katholicisme
voor de beschaving van Nederland in het ver
leden wordt in deze dagen te Maastricht:
„Het Koningschap van Christus" behandeld
Inderdaad een hoogst belangrijk onderwerp,
dat onmiddellijk spreekt tot hoofd en hart van
lederen oprechten katholiek.
De stad van Sint Servaas heeft zich in al
zijn geledingen opgemaakt om aan Nederland
te tounen, dat het een Katholieke stad bij uit
stek is. Huis aan huis wappert de driekleur
en de hoofdstraten prijken in feestdos als bij
de viering van een nationaal jubilé.
Iedere straat heeft haar eigen charme door
breed uitwaaiende vanen, wimpels, bloem
festoenen en guirlandes. Over dit alles giet
de zon haar gulden glans en steeds voeren de
treinen en autobussen nieuwe bezoekers aan,
steeds ziet men meerdere groepen met vaan
dels binnentrekken, 't wordt drukker en druk
ker en de zon blijft lachen om aan de stad
haar schoonsten toon te geven.
Drommen belangstellenden waren tegen het
uur van aankomst van den trein, waarmee de
Bisschoppen en autoriteiten werden verwacht
naar het station getrokken.
In de hal van het station stond de Maas-
trechter fanfare St. Joezep gereed om den
luister der ontvangst met feestmuziek te veT-
hoogen.
Juist om 1.40 uur stormde de trein binnen.
In eeu gereserveerde coupé, ié" klasse waren
gezeten Z. D. H. Mgr. H. v. d. Wetering, Aarts
bisschop van Utrecht, Z.D.H. Mgr. L. J. A. H.
Schrijnen, Bisschop van Roermond, Z.D.H.
Mgr. P. A. W. Hopmans, Bisschop van Breda
en Zijno Excellentie J. M. J. H. Lambooy, Mi
nister vaa Oorlog en Marine. Door den Deken
van Maastricht den zeereerw. heer J. A. H.
Wouters, den deken van Wijk den zeereerw.
heer K. Receveur en den burgemeester van
Maastricht mr. L. B. J. van Oppen als eere-
voorzitters van het uitvoerend comité werd-cu
de hooge gasten op het perron ontvangen. In
de wachtkamer eerste klasse had daarna de
begroeting plaats door de leden van het hoofd
bestuur, waaTvan enkele ook met dezen trein
waren meegekomen, n.l. de heeren mr. A. I.
M. J. baron van Wijnbergen, voorzitter; prof.
J. D. J. Aengenent, secretaris; Mgr. J. N. J. E.
HeeTkens Thijssen, penningmeester; J, L. Bre-
keimans, Mgr. prof. dr. J. H. E. Hoogveld, A.
H. van Rijen en N. J. L. Kortekors adj. secre
taris.
Toen het gezelschap in de hooge stationshal
verscheen speelde de fanfare St. Joezep het
„Aan U o Koning der eeuwen". Buiten zon
gen de klokken hun feestlied. Inmiddels waren
voor het station een zestal met twee paarden
bespannen landauen voorgereden en had een
eerewacht te paard, gevormd door de notabe
len der stad zich te midden van het plein op
gesteld.
Enthousiast klonk het hoera geroep der me
nigte, toen do Bisschoppen met hun gevolg
naar buiten traden en in de rijtuigen plaats
namen. De kleine stoet zette zich daarop in
bewéging en reed door Stationsstraat, Brug
straten, Kleine en Groote Staat naar het Vrijt
hof, om daar in de pastorie van deken Wouters
het groote défilé van den optocht der vereenl-
gingen af te wachten. Het was een triomfante
tocht door de hoofdstraten der feestelijk ver
sierde Maasstad.
Bij hotel Willems in de Stationstraat had de
leider van den optocht, de heer J. L. G. Rosier
zijn secondanten verzameld, om den grooten
stoet samen te stellen, die de sterkte van het
georganiseerd Katholiek leger zou manifes
teeren.
Op den Wilhelminasingei, de St. Maartens-
laan en Alexander Battaiaan hielden de on
derscheiden groepen met haar volgnummers
zich reeds gereed. De organisatie was in orde,
De stoet werd door politie en een muziek
corps geopend. Daarachter volgden in goed aan
eengesloten rijen de leden van het plaatselijk
comité en de regelingscommissie, de talrijke
afdeelingen van den R. K. Werkliedenbond de
R. K. Middenstandsvereeniging, de R. K Werk-
nemersvereeniging, het Groene Kruis, dén R r<
[Vrouwenbond, den R.K. Land- en Tuin,bouwbond
Hierachter sloten zich aan de R. K. Voetbal
bond met de keurige groep der gymnastiekver-
éenigingen en de R. K. Athletiekbond. Verder
op kwamen weer de deputaties van den R. K
Onderwijzersbond en den R. K. Werknemenden
Middenstand, de leden der A. R. K. O. en A.
R. K. A., het Kruisverbond, Maria-vereeniging
en Voor Eer en Deugd. Achter de volgende
nummers waren de deputaties op te merken
der R. K. Kunstenaarsvereeniging, Jong Lim
burg en de Limburgsche Studentencluhs, een
groot aantal leden der Derde Orde, van de
Canisius-Congregaties en de Berchmans-com*
pagnie. Achter deze groote groepen schreden
de leden van den R. K. Bond van Kantoor- en
Handelsbedienden, de Pilgerverein Waubach,
de eerewacht Maastricht, een deputatie van
de K. S. A., de bond St. Petrus, Schoolvereenl-
gingen en patronaten, weesjongens en wees
meisjes en als slot de onderofficierenvereeni-
ging „St. Martinus''.
AI de vereenigingen en organisaties hadden
vaandels en vlaggen meegebracht. Sommige
hadden zelfs decoratieve groepen gevormd, zoo
dat het een fleurige stoet was, die meer dan
1 K.M. lang bleek te zijn en waarin naar schat
ting ruim 10.000 deelnemers meetrokken.
De levendigheid in den stoet werd zeer ver
hoogd door het groot getal muziekcorpsen.
Overal langs den weg had zich een dichte
haag van toeschouwers opgesteld.
Op het Vrijthof naast de pastorie van deken
Wouters was een estrade opgericht voor de
hooge autoriteiten en de leden van de onder
scheiden bestuurscolleges van den Katholie
kendag. Hier waren de reeds genoemde Bis
schoppen gezeten, terwijl tal van leden van
het eere-comité ook Z.Exc. Jhr. Mr. Ch. Ruys
de Beerenbrouck, voorzitter der Tweede Kamel
en mr. E. O. J. M. baron van Hövell tot Wes-
terflier, Commissaris der Koningin in de pro
vincie Limburg aanwezig waren, om den stoet
te zien défileeren.
Een groot deel van het Vrijthof was vrijge
houden voor de deelnemers aan den stoet. In
volmaakte orde trok de onafzienbare optocht
het plein op en schouder aan schouder schaar
de zich het leger voor de estrade der autoritei
ten. De banierdragers met hun vaandels traden
uit de gelederen en vormden een carré temid
den van het plein, om straks gezamenlijk den
vaandelgroet te brengen.
Toen er op hetzelfde Vrijthof geen open plek
meer was te bekennen, liet Mgr. Schrijnen den
hoorn steken om stilte te vragen en de menigte
toe te spreken.
TOESPRAAK MGR. SCHRIJNEN.
De geloovigen van Mijn Bisdom verheugen
zich, dat dit jaar onder leiding van het
Episcopaat de Nederlandsehe Katholiekendag te
Maastricht gehouden wondt. In hun naam zeg
ik u van harte dank voot de giroote gunst aan
ons volk bewezen en roep ik u een hartelijk
welkom toe.
Onze bonden en organisaties staan hier vast
aaneengesloten voor u, onder hun banieren,
om u te getuigen, dat wij vastaamgesloten
rijen willen vormen in het groote Katholieke
leger van Christus Koning. Onder leiding van
de boogere en lagere bevelhebbers, die Christus
MGR L. SCHRIJNEN
heelt aangesteld over Zijn leger, willen zij
strijden voor de handhaving ein de uitbreiding
van Zijn Rijk en al mag de strijd vooral hier
in het Zuiden nog zoo zwaar en moeilijk wor
den hun moed zal niet verflauwen. In hun
pai ticuliere zoowel als in het openbare leven
willen zij pal staan tegenover een ieder, die de
rechten van hun Koning wil miskennen.
De Kathol iekendag heeft tot onderwerp ge
kozen: „Het Koningschap van Christus". De
woorden, die hier gesproken worden, zullen
bij onze strijders het geloof versterken in de
machtige huip van Koning Christus en zij zul
len de hoop vermeerderen op de overwinning.
Wij staan hier in de stad van St. Servatius,
die hier het geloof heeft gebracht. Dat geloof
is in den loop der eeuwen ongerept bewaard
gebleven. Ook het thans levende geslacht wil
den H. Servatius volgen en voor ziich ver
krijgen, wat van hem geschreven staat: Ser
vatius servabit fidens, Servatius heeft het
geloof bewaard.
Limburg aan Christus is onze leuze, Maar
heden, nu heel Nederland hier In Maastricht is
samengekomen, nu zij onze leuze: Nederland
aan Christus.
Uit de dichte rijen der toehoorders stegen na
deze toespraak toejuichingen op, die werden
overgenomen door f an farog each allen, dat zich
voorplantte over het wijde Vrijthof.
Dan, als op een gegeven teeken, werden al
de banieren omhoog getild en tot driemaal toe
neeg ten groet het vaandelheir voor de
prinsen der Kerk en de leden der hooge be
stuurscolleges van den Katholiekendag.
Het was een grootsch en plechtig oogenblik
««n schouwspel, dat de duizendtallen tot be
geestering opwekte.
oorkonde aan de Bisschoppen te brengen. Bijna
gelijktijdig kwamen de zee renboden het Vriit-
hof opgestormd.
Een schot weerklonk en op dat teeken wer
den de oorkonden aan de aanwezige Bisschop
pen overhandigd.
De leider van den optocht, de heer Rosier,
deze overhandiging van een korte toespraak
vergezeld gaan, waarin den Kerkelijiken Hootr-
waardiigheidsbekleeders verzocht werd de aan
bieding der oorkonden niet als een stoffelijk
Wijk van belangstelling te willen beschouwen
maar als eeu bewijs van hoogachting en ver'
eenng van het geheel e Nederlandoche volk
voor de Kerkvorsten en ails een symbool van
trouw aan ihot hooge gezag.
-ÜÏJW. uilfriia.; :J
Wijl Z. Ex. Mgr. Sch-ioppa, de Pauselijke
internuntius, Z. D. H. Mgr. Diepen, Bisschop
van 's-Hertogenboseh en de vertegenwoor
digers van het Haarlemsche diocees, de vicaris-
generaal Mgr. Möllmann hier nog niet aan
wezig waren .verzocht de heer Rosier aan
deken Wouters oim de oorkonden in ontvangst
te willen nemen voor deze vertegenwoordigers
van het Hooge Kerkelijk Geizag.
Aan de drie aanwezige Bisschoppen werden
de oorkonden door de etsafette-loopers over
handigd. De Aartsbisschop wenschte zelf de
overbrenger te zijn van de oorkonden aan Mgr.
Möllmann. Geef haar maar aan mij mee, sprak
Mgr. bereidvaardig als altijd, Ik moet de vol
gende week toch In het Bisdom Haarlem de
H.H. Wijdingen gaan toedienen, waarop Mgr.
Schrijnen hem schalks toevoegde: maar ge zult
niet zoo hard loepen als deze estafette (groote
vroolijkhoid op de tribune).
Na dit intermezzo stonden de hooge gasten
van hun zetels op. De muziek zette in en uit
duizenden kelen klonk het „Aan U, o Koning
der Eeuwen", waarmede deze overweldigende
manifestatie ten einde liep.
Een der meest onvergetelijke oogenblikken
van dezen Katholiekendag zal vooral voor de
vele vreemdelingen blijven de pieuse omme
gang, die in bet stille avonduur door Maas
tricht's straten werd gehouden.
Om 7 uur trok een niet te schatten menigte
naar het O. L. Vrouweplein, waar zich de
luisterrijke kapel bevindt van de Moedermaagd,
Die sinds onheuglijke tijden te Maastricht
wordt vereerd als de Ster re der Zee.
In twee groote groepen dromden de duizen
den bedegangers onder leiding van de com
missarissen van orde op het O. L. Vrouwe
plein aan. Aan de Zuidzijde stelden zich de
vrouwen op, terwijl de Noordzijde voor de man
nen was gereserveerd. De klokken der Lieve
Vrouwekerk kondigden bet uur aan, dat de
biddende stoet zou optrekken. De eerste groe
pen zetten zich in beweging en murmelend
ruisehte haar gebed door de stilte van den
avond. Getooid met de insignes der broeder
schappen, den rozenkrans in de hand, schreden
de vrouwen voorop. Daarna kwamen de dichte
rijen der mannen met in hun midden het Ge
nade-beeld van de Sterre der Zee, gedragen
en omringd door een groote schare geestelijken.
Ook de bisschoppen van Roermond en Breda
en verschillende leden van het hoofdbestuur
van den Katholiekendag hadden zich bij den
stoet aangesloten. Nauwelijks waren de laat
ste deelnemers weggetrokken, of reeds keer
den de eerste groepen terug, zoodat een onaf
gebroken schaar van bedegangers den gan-
scbeu weg vulde, waarlangs de bedetocht
van oudsher trekt.
Weergekeerd op het Plein schouderde men
zich aaneen. Slechts een klein pad vrijlatend
voor de dragers van het Genadebeeld en de
Bosschoppen.
Voor de kapelanie waren enkele stoelen ge-
plaats voor de autoriteiten en stond ook door
bloemen omringd de troon opgesteld voor het
Moeder Godsbeeld. Afgewisseld door gezang,
bleef het luid op bidden voortduren, totdat de
Zeereerw. Pater dr. Cassdanus Hentzen O.F.M.
het bordes der kapelanie besteeg en in een
schitterende feestpredikatie, de macht en de
roem verkondigde van Maria, die thans Haar
kinderen in zoo'n grooten getale tot zich zag
naderen om door Hare Voorspraak van Haar
Goddelijken Zoon den Zegen af te smeeken over
het welslagen van dezen Katholiekendag. De
feestredenaar wist door zijn bezielend woord
de harten van allen te treffen en opnieuw
voelde men bier den adem van de Katholieke
sfeer van deze stad.
Na de feestpredikatie zong de verzamelde
menigte met begeleiding van de fanfare Sint
Joezep het lied van de Sterre der Zee en daarna
schonk Mgr. Sonrjjnen aan do neerknielende
menigte den Bisschoppelijken Zegen.
Om half negen vond het recipieerend Maas
tricht de gasten in de Redoute-zaal vereenigd.
Aanwezig waren o.m. Z.D.H. de Aartsbis
schop Mgr. v. d. Wetering en H.H.D.D.H.H.
mgr. Schrijnen en mgr. Hopmans die plaats
namen te midden van de bestuursleden van
den Ned. Katholiekendag, Na een nummer
van het strijkorkest der Avantikapei, dat
zijn mizukaie medewerking verleende, heette
dr. Jaspar, de voorzitter van het uitvoerend
comité de hooge gasten welkom en sprak de
hoop uit, dat deze dagen ertoe mogen mede
werken om den band tusscben Limburg en
Holland nauwer aan te halen. De Limburgers
moeten als 't ware hun Nederlandsche natio
naliteit steeds bewijzen, zegt spr., wat van de
Groningers of Friezen nooit gevraagd wordt,
maar Limburgers mogen een eigen aard en
karakter hebben Nederlanders zijn en blijven
ze (applaus). En bovenal stellen ze er prijs op
hun katholiciteit te teonen.
Als zoodanig mogen de gasten uit Holland
ze in deze dagen loeren kennen, als katho
lieke vaderlanders (applaus)
De heer Winter mans sprak als Brabander.
In een historische beschouwing tredend,
schetste deze spreker wat Brabant aan Lim
burg te danken heeft, doch wederkeerig ook,
waarom Limburg Brabant dank moet weten.
De avond, die verder door verschillende
muzikale nummers werd opgeluisterd, verliep
In een zeer geanimeerde gezellige stemming,
Door vele organisaties was van de gelegen
heid gebruik gemaakt, om in aansluiting aan
dezen nationalen Katholiekendag een nevenver
gadering te Maastricht te beleggen.
Het Apostolaat der Hereeniging vergaderde
in de aula van het klooster van het Arme Kind
Jesus.
APOSTOLAAT DER HEREFNIGING
Rede Prof. Dr. Alpli. Mulders
Prof. Dr. Alph. Mulders van het Groot-Semi
narie te Hoeven, hield een rede met het onder
werp: „Naar de Godsdienst-eenheid".
In zijn gloedvol voorgedragen rede hield spr.
zich streng aan zijn stellingen en bewees voor
eerst, dat Koning Christus in het Rijk. door
Hem gesticht, volstrekte eenheid gewild heeft:
eenheid van leer, eenheid van genademiddelen,
eenheid van gezag, 't Was zeker geen geringe
taak de zichtbare maatschappij, die het werk
der verlossing van het menachelijk geslacht
onder één hoofd, door het leergezag van het
levend woord en door de uitdeeling der Sacra-
menten, na den dood van Christus en zijn
Apostelen moest voortzetten te bewaren in
haar innerlijke eenheid. Maar de Stichter der
Kerk, die in zijn hoogepriesterlijk gebed om
de eenheid onder de zijnen had gesmeekt, had
haar plechtig beloofd: „Ik ben met u alle da
gen tot het einde der wereld". En ziet, terwijl
buiten baar uit aldoor sterker vermenigvuldigde
stelsels de verdeeldheid voortdurend tot meer
verdeeldheden aangroeit, staat de katholieke
Kerk der twintigste eeuw, één In haar geloof,
als een onverwoestbare voortzetting der dooi'
Paulus beleden „Kerk van den levenden God
zuil en grondvest der waarheid"; één In haar
sacrameuiteele bediening, waardoor zij het ge
heimzinnige levensbloed van Christus' godde-
lijk Lichaam voortstuwt tot in de innigste
vezelen van haar bovennatuurlijk organisme;
één In baar bestuur en gezag, dat aan heel dó
werekl toomt de daad-enjle ven-ge word en idee
van Cesarea Philippi: „Gij zijt Petrus en op
deze steenrota zal Ik mijn Kerk bouwen en de
poorten der hel zullen haar niet overweldigen".
Vervolgems schetste spr. heit ontstaan en het
bedroevend resultaat van de Oos.tersc.be scheu
ring in de elfde en van den Westerschen afval
in de zestiende eeuw. Bij verschillende groepen
van afgescheiden christenen valt echter tegen
woordig, sterker en algemeener dan ooit te vo
ren, ©en streven naar kerkelijke eenheid waar
te nemen. De geschiedkundige, psychologische
en politieke redenen hiervan ging spr. even na,
en gaf daarna een gedocumenteerd overzicht
van de rereenigingspogiingen buiten het katho
lieke kamp, waaruit duidelijk blijkt, dat niet
allen dezelfde eenhaid nastreven; terwijl som
migen n.l. tot de ware eenheid in geloof, eere-
dlenst en bestuur trachten te komen, bedoelen
anderen zich met een uiterlijke eenheid in en
kele practische punten tevreden te stellen.
Wat de afgescheiden Oostersche christenen
bedoelen met hereeniiging, is niet gemakkelijk
te achterhalen. Bij de anglicanen breekt een
viervoudige strooming door: overeenstemming
in den boezem dei* eigenlijke StaatskeTk; ver
eeniging van deze met de talrijke vrije Kerken;
aansluiting bij bet Oosten; een orienteering
naar Rome.
Van de protestantsche eenheidsbewegingen,
wier geboorteland Noord-Amerika is, worden
voor ai besproken: de wereldconferentie voor
practisch christendom te Stockholm (1925)de
wereldconferentie voor de eenheid in geloof en
kerkinrichting te Lausanne (1927); de hoog-
kerkeiijke-oecumenïsche geweging in Duitsch-
land, en al wat tot die pogingen of uitingen
leidde en ermee in verband stond.
Ook van katholieke zijde aldus spr. in het
derde gedeelte van zijn belangwekkend betoog
bood men den afgescheidenen vaak de ver
zoenende hand,
Geheel in overeenstemming met de traditio-
meele gedragslijn der Kerk: liefdevol voor de
dwalenden, onverbiddelijk voor de dwaling ls
's pausen encycliek: „over het nastTeven der
ware godsdiensteenheid" (6 Jan. 1928). Aan de
opportuniteit van dezen zendbrief heeft geen
ter-zake-kundige getwijfeld; en mocht zich deze
of gene wellicht een oogemblik hebben veïbaasd
over de apostolische vrijmoedigheid ervan, allen
hebben ten slotte samengestemid in een dank-
feede tot God voor dit nieuwe schijnsel deT Pool
ster, die van uit Rome heel de wereld stuur
geeft en belicht.
Terwijl spr. zich in het voorafgaande hoofd
zakelijk gericht had tot het verstand zijner
hoorders, om hen kort en goed op de hoogte
te stellen van de leerstellige en geschiedkun
dige zijde der kwestie, deed hij in laatste ge
deelte zijner rede meer rechtstreeks een beroep
op hun hart, om hen te overreden tot actieve
deelname aan het Apostolaat der Hereeniging,
dat meerderen tracht te winnen voor de be
studeering en verspreiding van de katholieke
hereenigingegedachte, waarvoor het allen wil
bezielen met een geest van offervaardige liefde
en vertrouwvol gebed. Neen, de beste ij veraars
voor de hereeniging jagen geen hersenschim
na. Zij met hun werkelijkheidszin en kennis
van zaken, beseffen, dat een scheidsmuur, door
de eeuwen tusschen de belijdenissen gebouwd,
niet in enkele jaren gesloopt wordt. Zij bedoe
len dan ook slechts voorloopig een sfeer van
wederzijdsck vertrouwen te scheppen.
Spr. eindigde zijn voordracht met een dubbe
len wettisch, voor wiens vervulling hij vooral
in deze dagen de banden wil gebeven zien tot
Hem, Die het aanschijn der aarde vernieuwt.
Moge de H. Geest het verstand van alle oprechte
eenheidszoekers buiten ons kamp bestralen met
zijn licht, dat zij niet Christus zoeken in een
nieuwen godsdienst en een nieuwe kerk, maaT
hun wegen van goeden wil doen uitloopen op
den éénen Weg, die als de Waarheid het Leven
der Moederkerk is; en moge Hij in de harten
van haar, die de onverdiende gave des geloofs
tot dankbaarheid verplicht, een Pinkstervuur
ontsteken voor het apostolaat der hereeniging,
opdat zienderoogen toeneme het getal van de
genen, die daadwerkelijk gaan toonen iets te
begrijpen van en innig mee te leven met Chris
tus' smachtende bede: „Dat allen één zijn!"
In de Leo-stichting kwamen talrijke leden
van den Ned. R. K. Bond voor Groote gezinnen
samen.
R. K. BOND VOOR GROOTE GEZINNEN
Rede drs. Jos. de Boor
Drs. Jos. de Boor, leeraar aan het St. Tho
mas-College te Venlo sprak over het Koning
schap van Christus in het groote gezin.
Spr. zette allereerst uiteen, hoe in onze dagen
waarin door 'n betreurenswaardige scheiding
van Kerk en Staat, aan deze laatste een ab
solute of vrijwel louter wereldlijke on mate-
riëele missie is gegeven, op velerlei terrein
van wetgeving en overheidsbemoeiing vaak
geen spoor te bekennen is van eenige Chris-
teiijk-zedelijke overwegingen.
Waar wij hier vooral over het gezinsleven
spreken zij het voor het o ogenblik voldoende
er op te wijzen, welk een ontzettenden slag
de bepalingen in onze moderne Europeesche
wetboeken betreffende de echtscheiding, aan
de eerbied voor het huwelijk hebben toege
bracht. Ook in Nederland. "Vooral na het be
ruchte arrest van den Hoogen Raad ln 1883,
waarbij de feitelijke bekentenis van den echt
breker of echtbreekster, overbodig gemaakt
werd door aan het niet verschijnen voor de
rechtbank, de beteekenis van een bekentenis
te hechten, is het respect voor het huwelijk
ontstellend snel gedaald.
Is de eeTbied voor het huwelijk als zoodanig
sterk aangetast, van den anderen kant moest
men erkennen dat het den gehuwden niet ge
makkelijker gemaakt wordt, om behoorlijk hun
huwelijksplichten te vervullen.
Zien we, om te beginnen ,maar eens naar
de mogelijkheden, om een huwelijk aan te
gaan. Voor ontelbaren zijn de levensomstan
digheden van dien aard, dat zij voor hun der
tigste, ja vaak vijf en dertigste jaar niet aan
een huwelijk behoeven te denken.
Zeer velen huwen op een inkomen, dat, ten-
nunste naar hun meening, geen normale ge
zinsuitbreiding toelaat.
Nu zijn we beslist niet blind voor de krank
zinnige vrijheid van beweging en den over
dreven welstand, dien zeer veel moderne jon
gelui in het huwelijk opeischen, maar men
mag toch wel zeggen, dat inderdaad, voor zeer
veel jonge menschen de economische toestan
den van dien aard zijn, dat 't hun vrijwel
onmogelijk is, op een normalen en gewensehten
leeftijd een huwelijk aan te gaan en de ver
antwoordelijkheid daarvan voor hun rekening
te nemen. Naar onze meening is een van de
ernstigste factoren in dezen wantoestand, het
exoibitant groot aantal meisjes en vrouwen,
die in betrekkingen, welke niet per se, vrou
wenarbeid vereischen, het brood uit den mond
stelen van den jongen man, en het dezen on
mogelijk maken, haar een levensstaat aan te
bieden, die op slot van rekening de schoonste
voldoening kan geven, waarnaar een vrouw
kan haken, het moederschap.
Wantrouwen, angstig wantrouwen in de toe
komst kenmerkt ook hier weer het handelen
van den modernen mensch.
Eenmaal gehuwd, en als de kinderzegen be
gint, komen de gehuwden al spoedig in kon-
fiict met andere moeilijkheden, vooral wat do
huisvesting betreft.
Een andere nadeelige factor is, dat in som
mige bedrijven, zoo goed als geen progressie
bestaat in de loonen, zoodat. met het stijgen
der onkosten van 't gezin niet gepaard gaat
het toenemen van 't vaak toch al zeer be
scheiden loon. Vaak ook overtreffen de loonen
der zeer jonge gesalariëerden verre hun be
hoeften en kweeken zoo een geest van zorge
loosheid en een zucht naar vermaak, welke
verderfelijk zijn voor een later gezinsleven.
Betrekkelijke overbevolking in steden of
streken speelt vaak ook een belangrijke rol.
Tenslotte, is het groote gezin te zeer afhan
kelijk van de toch altijd onzekere bescherming
van de zijde der wetgevers.
De politieke invloed van de hoofden der
groote gezinnen, is volstrekt niet in juiste
verhouding tot hun beteekenis voor de wel
vaart en rust in den staat en met de grootere
verantwoordelijkheid, die op deze ouders rust.
Mogen wij uit 't voorafgaande concludeeren,
dat het voor het herstel van het christelijke
gezinsleven, voldoende zou zijn, betere loon-
toestanden te scheppen, betere arbeidsvoor
waarden, betere woontoestanden, dat het, in
één woord, er maar om zou gaan gunstiger
levenscondities te verwerven, voor het groote
gezin?
Néén, beslist nefen!
Indien dan ook, van Katholieke zijde ge
streefd wordt naar materieel© verbeteringen
voor het talrijke gezin, moet dit meer een be
schermend, dan een prohibitief karakter dra
gen.
Een buitengewoon groot gevaar, vooral voor
het lichtgeloovige, eenvoudige voik, is de pro
paganda voor 't gebruik van anti-conceptio-
neele middelen, 't Gelukkige isolement van het
platteland bestaat, ook in dit opzicht, niet
meer. Meer dan ooit is het wenschelijk dat
hiervoor tegengif verschaft kan worden en dat
met name het tijdschrift „Het Gezin" in allo
Roomsche gezinnen geregeld verschijnt,
i Aan den anderen kant wordt het meer dan
tijd, dat er van onze katholieke kamerleden een
energieke poging uitgaat om het publiceeren
en verspreiden van antl-conceptioneele propa-
ganda-lectuur van rechtswege te doen belet
ten. Het is een schande voor ons land, dat
geschriften, die zoo rechtstreeks de moraliteit,
de volksgezondheid en welvaart aantasten, on
gestraft kunnen worden rondgebracht.
Meer dan ooit is het noodig, dat vooral de
jongehuwden geholpen worden, om zich beter
bewust te worden van den onschatbaren mo-
reelen en materiëelen rijkdom, welken het
bezit vertegenwoordigt van een talrijk kroost.
Algemeen vertoont zich een laffe afkeer
voor het groote gezin. Niet weinig jonggehuw
den of verloofden zijn vierkant van meening,
dat het in dezen tijd eenvoudigweg onmoge
lijk zou zijn, een groot aantal kinderen op te
voeden, en dat de toekomst van de kinderen
toch al onheilspellend genoeg is.
Maar waar gaan we in Gods naam met
dergelijke opvattingen naar toe? Ik durf hief
dan ook te vragen, hier, op dezen vierden Ka
tholiekendag, machtige manifestatie naar hui
ter. van ons Katholiek geloof: „zijn we nog
wel Katholiek indien we bevreesd worden,
dat bet naleven van Gods geboden, gestraft
zou kunnen worden met algemeen gebrek en
ellende?
Dit is méér dan wantrouwen in de Voor
zienigheid, dit staat gelijk met Gods Recht
vaardigheid in twijfel te trekken.
Dit beteekent regelrecht den weg opgaan van
Malthusj, met zijn bedenkelijke propaganda
voor Moral Restraint!
Maar wij Katholieken, moeten in ons de
overtuiging bewaren, en die overtuiging uiten,
dat nimmer een gezin ten gronde is gegaan,
noch zal gaan, omdat de ouders Gods wet
naleefden.
Tegenover liet soms welgemeend, maar im
mer misplaatst medelijden, dat de ouders van
het groote gezin hoe langer hoe meer op
wekken, om maar niet te spreken over de
schandelijke of domme critiek, waaraan zij
soms blootstaan, belichtte spr. de buitengewoon,
bevoorrechte positie, waarin deze ouders zich
bevinden.
Er is een tijd geweest, dat het meisje, dat ia
hét huwelijk trad, daarmede in zeker opzicht,
gelijk een Teligieuze, afscheid nam van de
wereld.
Voortaan waren haar eerste gedachten, haaij
beste zorgen, voor man en kinderen. De ge
regelde zwangerschap droeg er toe bij, om haar
afkeerig te maken van uitgaan en overbodigen
opschik. In het algemeen kan men zeggen, dat
vroeger de gehuwde vrouw géén gevaar meer
was voor de reinheid der mannen. Er was voor
haar minder gelegenheid, om in aanraking te
komen met de verleiding, die het jonge huwe
lijksgeluk .bedreigt. Voor anderen boette zij vaak
aan uiterlijke charme in, wat zij won aan hoo-
géTe waarde als levensgellin van haar man en
als moeder van haar kinderen.
Haar vertrouwelijke omgang was met eigen
man en met de onschuldige engelen, die de
poëzie zijn van het huwelijksleven.
De lasten en zorgen van hét huwelijk maak
ten haar sterk De liefde voor haar gezin deed
haar wonderen verrichten. Haar leven was niet
gemakkelijk, maar onschuldig; het was niet vrij
van zorgen, noch van leed, wèl van wroeging,
diie den mensch zijn slaap steelt en voor zijn tijd
sloopt. Haar leven was Immer vol hoop, want do
Jeugd omringde haar. Tot haar jongste uur be
hield het leven voor haar een dadelijk tastbar#
beteekenis. HaaT leven was meerdere leven#
rijk. Haar ouderdom bleef nog jon® door het
nieuw geschapen leven.
Haar was de heilige vreugde, welke udt het