ni mmi
ill i
i
£ym
S J§ê
lÉi.lÉi.mL
léf ^éIi! iéf iéÜ
S .- WÊ M
jÉI.ÉRÉRLBkfife
mmm.
m
mM
i m m lm ïm
FEUILLETON
mk a
m m
MAANDAG 11 JUNI 1928
VIERDE BLAD
PAGINA 4
SCHAAKRUBRIEK.
Wm iü
WM H
DAMRUBRIEK
vm?'.
rfï MMw
..«SÊkWm
I 'Mm w %M.
IJl®
t é$sM WsÊ
TOT HET LEVEN TERUG
Vry naar het Engelse!)
van
Redacteur: P. A. KOETSHEID, Singel 82c.
Schiedam.
Verzoek» alle madedeellngen betreffende d»«e
rubriek aan borenetaand adrea te richten.
PROBLEEM No. 3974.
H. VAN BEEK, Naaldwijk.
Eerste plaatsing.
Mat In twee zetten.
PROBLEEM No. 3975.
Cenek Kainer Lhota Podhradni.
Ceskoslovenska Republika 23, 19 '27.
Mat in drie zetten.
MU
'///.om
PROBLEEM No. 397S.
J. OPDENOORDT, Venlo.
Eerste plaasting.
Mat in v ij f zette...
WM.
Oplossingen over drie weken. Deze worden bij
ons ingewacht tot Dinsdag 26 Juni.
PROBLEEMOPLOSSINGEN.
No 3965. 1 Lb8a7 enz.
No. 3966. 1 Pd3—el enz.
No. 3967. 1 Da8^h8 enz.
GOEDE OPLOSSINGEN.
Beckers, Amstenrade, alle; H. v. Beek, Naald
wijk, alle; N. L. Coene, Den Haag, alle; H. V.
Gaaien, Rotterdam, alle; Alb. Janssen, Rotter
dam, alle; P. M. J. Stoopman, Rotterdam, alle.
RECTIFICATIE.
In no. 3973 moet op b3 een witte dame staan,
ïper abuis werd liier een wit paard geplaatst.
CORRESPONDENTIE.
T. W. te D.Dank voor uw bijdrage, binnen
kort hopen we haar te plaatsen.
PARTIJ No. 859.
SICILIAANSCHE PARTIJ.
Gespeeld in de le romde van den zomerwed
strijd in de R. K. Schaakclub R. S. R. te Rot
terdam 28 April 1928.
.Wit: J. L. v, Grieken. Zwart: "W. Verheul
1 e2e4 c7c5
2 f2—f4
Om de theorie van het hier gebruikelijke
Pf3 of Pc3 uit den weg te gaan. Een nieuwe
zet is het nu bepaald niet, ze komt reeds voor
in het handschrift van Greco, is dus plm. 300
jaar oud. Werd vroeger door beroemdheden zoo
als Philidor, Deschapelles, Labourdonnais,
Morphy e.a. gespeeld, maar is nu uit de mode.
2 e7e6
Indien 2 e5, dan 3 d3I
3 c2-c4
De Bilguer geeft hier de volgende voortzet
tingen 3 Pf3, d5; 4 e5, Pc6; 5 c3, f6; 6 d4,
PhG7 Ld3, Db6 of 6 Ld3, Ph6; 7 Lc2, Db6;
8 d3, Pf7 met in beide gevallen beteren stand voor
zwart. Iets beter is 4 ed, ed;5 Lb5t, Ld7
6 Ld7t, Pd77 0O, Ld6, zooals in een partij
WinawerKolisch (1867) geschiedde,
3 Pb8c6
4 Pgl—f3 Lf8—e7
5 Pblc3 a7a6
De bedoeling van dezen zet is niet duidelijk,
daar 6 Pb5 geen zin heeft en zwart evenmin 6
ba zou kunnen spelen.
6 Lfl—e2 d7—d6
7 d2d4 c5X<J4
8 Pt'3X<14 Le7h71
9 g2g3 Pc6Xd4
10 DdlXcM Lh4—f6
Het pionoffer 10... eï zou niet correct zijn
wegens 11 fe, de; 12 Dc5i, Lf6; (indien Le7 dan
De513 Pd4.
11 e4e5 d6Xe5
12 Da4Xd81' Lf6X<38
Kd8had hier oen pion opgeleverd' doch men
geeft niet gaarne rochade en ontwikkeling daar
voor op.
13 f4Xeü Lel 8—b 5
Om de 00 te verhinderen, maar daar dacht
wit niet aan, zooals uit de volgende zetten blijkt.
Beter was in verband hiermee La5 of Pe7 ge
volgd door 0-—0.
14 Pc3e4i.
Bedreigt de rochade wat zwart nu alleen kan
voorkomen door wit een vrij pion te verschaffen.
14 LbÓa5f
15 Kei—f2! La5c7
16 Pe4—d6f Lc7XdC
17 e5X<36 Lc8d7
17b6 om 18 ca waardoor de vrijpion zeer
sterk wordt, te verhinderen helpt slechts tijdelijk
b.v. 17... b6; 18 Lf3, Tb8; (op Ta7 volgt Le3),
19 Lf4, Ld7; (gedwongen wegens het dreigende
d7)20 Tacl, a5; 21 a3 of 19 Lc6f, Ld7; 20
Ld7;f, ICd721 Lf4, Tc8; 22 Tel, a5; 21 a3.
In beide gevallen ziet het zwarte spel er niet
aanlokkelijk uit en is c5 vroeg of laat niet goed
te voorkomen.
18 c4c5 Pg8—f6
19 Le2—f3 Ta8—c8
Wit's c en d pionnen staan zwart niet erg
aan en hij tracht ze kwijt te worden. Wit gaat
er echter niet op in, weliswaar krijgt hij er
twee verbonden vrijpionnen voor, maar die staan
nog op de tweede rij. Zijn Koning lcomt ongun
stig te staan en hij verschaft zwart veel vrijer
spel b.v. 20 Lb7:, Tc5:; 21 La6:, Pe4t;
Ook 19 LcG lijkt speelbaar, na 20 Lc6:?,
t>c, lijken de a en c pion wei zwak maar hoe
moet wit die aanvallen en de c-pion zou leelijk
in den weg staan.
20 b2b4 Ld7cG
21 Lel—b2 Pf6—d-5!
Stand na den 21er zet van zwart.
Het zwarte Paard staat hier uitstekend, al
kan het ook niet meer van d5 weg. De zet
maakt tevens de 00 direct mogelijk, daar het
nemen van den g-pion tot vóór het bord onbe
rekenbare verwikkelingen voert. Enkele moge
lijkheden die wit in dat geval had moeten be
rekenen, mogen hier volgen.
22 Lg7:, Tg8; 23 Ld4, (B) Pb4;24 Thdl,
(A) Pc225 Tacl, Lf3:; 26 Kf3:, Pd4:f; 27
Td4:, Kd7.
A 24 LcC:f. Tc6: met de dubbeldreiging Pc2
of Pd3f hetgeen den c-pion dreigt te winnen. Na
25 Thdl, (de eenlge zet) Pc2: 26 Tacl, Pd4;; 27
Td4: is echter een toren-eindspel als boven ont
staan.
B 23 Lh6, Pbl: met de dubbel dreiging Pd3f
of Lf 3wat ook den c-pion dreigt te winnen. Ook
hier is maar één zet Thdl en niet Le3 wegens
24... Lf3:25 Kf3:, Pd3. Na Thdl kan 24...
Lf3: niet gespeeld worden, wegens 25 d7f. Na
deze voortzetting staat wit wel goed, maar hij
is er niet beter van geworden, daar zwart een
open toren-Hjn heeft en wit's pion door het
ontbreken van den b-pion er niet sterker op
geworden is.
22 Tal—dl
Eenvoudiger ware 22 a3 geweest, het aan
bieden van verwikkelingen werkte echter aan
stekelijk.
22 0—0
Ook zwart gaat er niet op in en kiest den
eenvoudigsten en veiligsten weg.
23 a2—a3 Tf8—d8
24 Thl—el b7—b6
25 Lb3-—d4 bG—b5
26 Lf3X<15
Het was niet dan lang nadenken dat wit er
toe kon besluiten zijn beweeglijken Looper tegen
het onbeweeglijke Paard af te ruilen, dit staat
echter leeüjk in den weg en is op een andere
manier niet weg te krijgen.
i26 Lc6X<i5
27 h2—h4 g7—g6?
Dat de zet zwak is, is duidelijk daar door
het voor hand liggende 28 Lf6 de zwarte Koning
buiten spel raakt, wat op zich zelf nog niet
zóo erg zou zijn, maar wit in staat stelt door
een offer-combinatie de winst op verrassende wijze
te forceeren, waardoor Lf6 een bijzondere be-
teekenis krijgt. In verband hiermee was 27
Lc6 veel beter geweest, al behoudt wit uit
stekenden stand en overwegend spel,
28 Ld4f6! Td8d7
28Lc6 faalt wegens 29 LdS:, Td8:; 30
d7i, Td7:; (indien Ld7: dan c6), 31 Td7:, Ld7:;
32 Tdl, Lc6; 33 Td6 én zwart kan het promo-
veeren van den c-pion alleen met het offeren
van den Looper voorkomen. Maar waarop zwart
de kwaliteit zou offeren? De volgende zetten en
aanteekeningen geven liet antwoord en uit. de
laatste blijkt dat bovengenoemde voortzetting
nog de gunstigste voor zwart was.
Stand na den 2Ssten zet van zwart.
29 TdlX<15H eGXdi
30 Tel—e7 Td7—d8
Op Te7: volgt 31 Le7en de c of d-pion haalt
Dame op Tcd8; 31 Td7:, Td7:; 32 Le7 met
hetzelfde resultaat.
31 dBd7 Tc8a8
Op Td7: volgt 32 Td7:, Kf8; 33 c6!, Ke8;
34 Td5gevolgd door c7 en mat in 2 zetten. In
dien 33Te834 c7 gevolgd door Td'8 met
eveneens ondekbare matdreiging. Op 31... Kf8;
32 doD, Tc833 Tdl, Ke834 Td5met een
zelfde resultaat.
32 c5cG KgSf8
33 Te7el Opgegeven.
Wit dacht dat dit sneller besliste dan het voor
de hand liggende 33 c7 daar zwart dan 33Ii5
kan spelen en na 34 cdD-f, Td8:; de witte
Koning de beslissing moet gaan brengen.
Inplaats van 34 cdDf, had echter 34 Tf7:t!
sneller beslist wegens 34 Kf7:; 35 Ld8;, Ke6;
36 cSD. Direct Tf71' had de beslissing slechts
vertraagd b.v. 33 Tf7:j". Kf7:; 34 Ld8:, Ke6!
35 Lg5, KdG; 36 d8D, TdS:; 37 Ld8;, KeG:.
Na der tekstzet moet de d-Toren gespeeld
worden wegens LdS: en wit haalt Dame onver
schillig wat zwart speelt. Zwart kan echter den
d-Toren op c8 spelen en dan moet de Koning ook
ingrijpen b.v. 33... Tc8; 34 dcDj-, Tc8:; 35 Tel,
Ke8; 36 ICe3 enz. Op 35.,, TeS met het oog
merk om het ingrijpen van den witten Koning
te verhinderen volgt mat in 5 zetten door 36 c7,
Tc837 Tc6, KeS; 38 Td6 enz.
De kracht van vrij-pionnen en de ongeschikt
heid van Torens bij niet medewerking van den
Koning om ze tegen te houden,- alsmede de nood
lottige gevolgen van één enkelen zwakken zet
komen in deze partij wel sterk tot uiting.
Aanteekeningen van den witspeler.
Alle correspondentie te richten aan den dam-
redacteur dezer courant.
No. 10 (10 Juni 1928).
HET DAMSPEL VOOR DE ORGANISATIE. (II)
Op 24 Juni 1885 besloot de Cercle d'Echecs et
de Dames (schaak, en damclub) te Amiens, tot
het houden van een internationalen damwed-
strtjd. Als prijzen werden uitgeloofd: eerste een
kunstvoorwerp, aangeboden door den president
der Fransche Republiek, plus frs. 200; tweede
een kunstvoorwerp aangeboden door de stad
Amiens, plus frs. 100; derde een groote zilveren
medaille, aangeboden door den prefect van de
Somme, plus frs. 80; vierde een dito door de
schaak- en damclub en frs. 60; 5e en 6e een
dïo door dezelfde vereeniging en resp. frs. 40
en 20. De meestkakende spelei's uit binnen- en
buitenland werden uitgenoodigd. Onder hen, die
door omstandigheden verhinderd waren deel te
nemen waren Vervioet en Stams uit Rotterdam
en Dettmeyer, uit Amersfoort.
Op 14 Augustus 18S5 waren 16 deelnemei-3
present, onder welke Baudet uit Utrecht en
Nicod uit Londen; van de overigo deelnemers
noemen wij de voornaamste, Balêdent, Barteling,
Dussaut, Lederen, Zimmerraann en Vardon.
In 4 dagen was dit tornooi afgeloopen, zoodat
4 partijen per dag werden gespeeld. Op hot einde
van den 2den dag was de volgorde der hoogst-
aankomenden Barteling, Balêdent, Dussaut en
Lesage; Leclerea had pech en bezette de 10e
plaats. De derde dag zorgde yoov verrassingen,
Barteling verloor Veel punten, Leclercq won zijn
4 partijen en kwam onder de 6 hoogste, Beudin
won 3 partijen, terwijl Balêdent, Dussaut en
Lesage hun posities handhaafden efn elkaar
den eersten prijs bleven betwisten. Op den laat-
sten dag won Dussaut zijn 2 partijen tegen Ba
lêdent en Lesage en daar mede den eersten prijs
met 25 punten. Daarop volgden Lesage met 22,
Balêdent met 20, Barteling 20, Leclercq 19,
Moyencourt 18, Beudin 17, Zimmermann 16, Bau
det 15, Vardon 13, Deshayes 12, Bourdier 11,
Cousin 10, Nicod 9, Béral en Debry 3 punten.
Op 20 Aug. daaraanvolgende vond een afscheids
diner plaats, waaraan ook een aantal leden der
club van Amiens deelnam. De heer Debeauvais,
de voorzitter der commissie, hield een gloed
volle rede, waarbij de champagne rond ging.
De heer Balêdent hield een toost op de winnaars
van dit concours, de heer Baudet uit Utrecht
dankte voor de hartelijke ontvangst. Hij sprak
als volgt:
Hoewel het moeilijk is voor een vreemdeling
om zijn gedachten uit te drukken in een taal,
die niet de zjjne is, heb ik toch het woord ge
vraagd en ik wil het doen op zijn Hollandsch,
dat is te zeggen, niet in Hollandsche woorden,
maar in woorden die uit mijn Hollandsch hart
komen. Mijne heeren, indien ik mij niet vergis,
antwoordde Uw beroemd landgenoot J. J. Rous
seau aan een zijner vrienden, die hem zijn mee
ning vroeg over zelfmoord: vriend, indien het
U niet mogelijk is langer te leven, indien U er
over denlct de hand aan TJ zelf te slaan, welnu,
alvorens een vaarwel te zeggen aan deze we
reld, waarin God U heeft geplaatst, doe slechts
êêne weldaad en welke die ook moge ziin, U
z(jt genezen. En ik, mijne heeren, indien iemand
mij dezelfde vraag zou doen, zal antwoorden:
Mijn vriend, ga eenige dagen doorbrengen in de
dam. en schaakclub te Amiens en U bent gene
zen. Leve de club!Een onbedaarlijk applaus
volgde.
Niet onvermeld mag blijven, dat de beer Ba
lêdent 2 prijzen had uitgeloofd voor de mooiste
slagzetten. De eerste prijs viel ten deel aan M.
Deshayes, Marseille voor zijn combinatie tegen
Nicod (wint een schijf of de partij).
Zwart (Nicod) 3, 6, 8, 9, 10, 12. 13, 14, 16,
18, 20, 23, 25 en 26; wit (Deshayes) 27, 31 tot
39, 42, 43, 45 en 48.
1. 3329, 1217A; 2. 2722B, 18 27C; 3.
31 11, 6 17D; 4. 29 18, 13:22; 5. 3731,
26 28; 6. 39—33, 28 30; 7. 35 2.
A. Om de schijf te redden. B. beter dan 2721,
31 11, 37—31, 39—33 en 45 4. C. Op 17 28 Wit
3933 enz. D. Zwart had 16 7 moeten slaan,
dan had de schijf 35 niet op veld 2 gekomen. In
ieder geval had wit een stuk winst.
De 2e prijs (slagzet) aan Zimmermann.
Zwart (Moyencourt) 6, 8, 11, 13, 16, 18, 19, 20,
23, 24 en 30. Wit (Zimmerman) 21, 22, 26, 27,
32, 36, 38, 39, 43, 44 en 45. Wit speelde 3238,
2217, 26 28, 3832 en 45 3.
Deze wedstrijd had een zoodanig succes, dat
besloten werd, pogingen in het werk te stellen,
om te geraken tot de uitgifte van een maand
blad, uitsluitend gewijd aan het damspel. Hoe
deze bekroond werden en wat de invloed daar
van in ons land is geweest, zal ik in een volgend
artikel aantoonen.
HENRI J. V. d. BROEK.
OPLOSSINGEN.
Probleem no. 25, van A. Pernet, Vienne (Isère).
Zwart3, 6/8, 10, 12, 17, 19/20, 24, 26 en 30.
Wit: i21, 27, 31, 35, 37/40, 44, 47, 49 en 50.
"Wit speelt 35—30, 47—41, 49—43, 27—22, 31—27,
39—34, (zwart 45 34) en 44 4.
Probleem no. 26, van den redacteur.
Zwart 20, 28, 30, 39, dam op 10.
Wit; 16, 21, 37/8, 49, dam op 36.
"Wit speelt 37—32, 49—44, 16—11, 38—32, 21—17
en 30 35.
Goede oplossingen ontvangen van: H. H. W,
Borghardt, Joh. Lodewijkx, W. S., .T. P. H., C.
V. d. S„ A. v. Beek (alleen no. 25), allen Rotter
dam.
PROBLEEM No. 31.
van RENE ORTIGé, Tonnay Charentè.
w a r t.
a//s/a/a
'yW/y/A'.
Wit;
Zwart; 2, 4, G, 7, 9, 13, 18/20, 22, 24, 27/8,
32 41.
Wi: 11 17 26. 80, 83/5, 37, 39/40, 42, 45/0,
48 en 50.
PROBLEEM No. 32.
Ven BLUTDENSTEIN,
Zwart,
y////y. wmb my
v/y/y/y V/M&., ||jj|
W i t:
Zwart: 3, 10, 14, 15, 26, dam op S.
Wit: 23, 30/1, 34/5, 38 en 42.
STUDIE EINDSPEL No. 4.
Van E. LECLERCQ.
Z w a r t.
WM
Wit:
Zwart: 6 en 33.
Wit: 8, 10 en 26.
1 8—2 33—39
2 2—35 39—43
3 35—49 4348
4 10—5 48—25
5 49—43 25 48
6 5—37 48 31
7 26 37, wint.
Zwart kan ook kunnen spelen:'
1 8—2 33—38
'2 10—5 38—43
Op 3842 dan wit 537.
3 532, wint.
Op 4349 speelt wit 210 en op 4348 volgt
32—37.
'STUDIE EINDSPEL No. 5.
Van E. LECLERQ.
Wit.
AA7A' A/yyAyX' AA'//,, y
Z w a rt.
Zwart: 31, 3f.
Wit: 23, 44, dam op 3.
1 3—20
2 44.38
3 33—28
4 20—47
5 4742
6 42—37 wint.
3339
31—37
37—41
41—46
46—41
P. F, 3. TARCUS.
29).
Mr. Vaughan, zeide liij, juist, het ia mr.
.Vaughan. Maar wie en wat beu ik? Waar zijn
we? In Londen, in Genua, o£ ergens anders?
Zal ik ontwaken, en tot die ontdekking komen,
dat ik gedroomd heb van wat ik heb door
staan?
Ik vrees, dat het geen droom is. We zijn
In Siberië
Ep u bent niet gekomen, om mij goed
nieuws te brengenU bent niet een der on
zen een vriend, die met gevaar voor uw
eigen leren mij in vrijheid tracht te stellen?
Ik schudde het hoofd.
Ik zou alles doen, wat ik kon, om uw lot
aangeuamer te maken, maar ik ben gekomen
voor mezelf, om u enkele vragen te stellen die
u alleen kunt beantwoorden.
Vraagt u dan maar. U hebt mij voor een
uur verlost uit mijn ellende, en ik ben u dank.
baar.
Zult u mij naar waarheid antwoorden?
Waarom niet? Ik heb niets te vreezen,
niets te winnen, en niets ta hopen. De om
standigheden kunnen iemand er toe brangen,
om onwaarheden te zeggen. Maar iemand in
fliijn toestand beeft dat niet te doen.
L"'~~ eerstevraag, die Ik u te stellen heb.
is: Wie en wat Is die man, die zich Macari
noemt?
Ceneri sprong op. De naam Maoari scheen
hem weer geheiel tot zichzelf te brengen, Hij
zag er niet langer vervallen uit. Zijn stem
klonk wild en streng.
Een verrader is hij, een verrader! riep
hij uit. Als hij er niet geweest was, zou ik er
in geslaagd zijn, om te ontsnappen. O, als hij
maar in uw plaats hier stoud! Zwak als ik
beu, zou ik toch nog de kracht vinden, om
mijn vingers om zijn keel te klemmen, tot ik
zijn vuile adem uit zijn vervloekte lichaam
had geperst!
Hij liep eenige malen de kamer op en neer,
en balde zijn vuisten.
Wees kalm, Br. Ceneri zeide ik. Ik heb
niets te maken met zijn politieke plannen en
verraderijen. Ik vraag, wie hij is. Wat is zijn
familie. Heet hij Macari?
Dat is de eeniige naam, waaronder ik
hem ooit gekend 'heb. Zijn vader was een af.
vallige Italiaan, dié zijn zoon al vroeg naar
Engeland stuurde, uit vrees, dat zijn kostbaar
leven eenmaal ten offer zou werden gebracht
voor de vrijheid van zijn land. Ik leerde hem
daar kennen, toen hij nog jong was, en maak.
te hem tot een der onzen. Zijn volmaakte
kennis van uw taal kon ons belangrijke
diensten bewijzen, en een3 vocht hij werke
lijk als een man. Waarom is hij nu een ver
rader geworden? Doch waarom vraagt u naar
hem?
Hij is bij mij geweest, en verklaart, dat
hij Paulini's broer is
De uitdrukking van Coaeri's gelaat, toen hij
dat hoorde, was voldoende, om althans de
eerste leugen voorgoed van mij af te zetten.
Mijn hart klopte onstuimig, toen ik bedacht,
dat de tweede leugen misschien even gemak,
ke.lijk weerlegd kon worden.
Pauline's broer! stamelde hij. Haar broer!
Zij heeft er geen!
Er kwam een pijnlijke trok op zijn gelaat,
terwijl hij dat zei zonder dat ik de reden
daarvan begreep.
Hij zegt, dat bij Anthony March is, haar
broer, herhaalde ik.
Anthony March! bracht Ceneri uit. Die
bestaat niet. Waarom zei hij dat,' met welk
doel? ging liij koortsachtig voort.
Dat ik samen mot hom een aantal ver
zoekschriften zou indienen, om een gedeelte
van het vermogen terug tie krijgen, dat u
besteed had$.
Ceneri lachte bitter.
Nu wordt alles duidelijk, zeide hij. Hij
heeft deze laatstie ondierneming verraden,
om van mij af te komen. De lafaard! Waar
om doodde hij mij niet, en mij alleen? Waar
om anderen met mij te laten lijden? Anthony
March! Mijn God, die man is een schurk!
Bent u er zeker van, dat Macari u ver.
raden heeft?
Beslist zeker! Ik wist het, toen de
man in de cel naast mij het op den muur
klopte. Hij kon het weten.
Ik begrijp u niet.
Gevangenen kunnen somtijds met elkaar
praten door op een bepaalde manier op den
wand te kloppen, die lien van elkander
scheidt. De man in de cel naast mij was een
der onzen. Lang vóór hij krankzinnig werd
van de maandenlange eenzame opsluiting,
klopte hij telkens weer: „verraden door Ma
cari" En ik gelooide hem. Hij was te op
recht, om die beschuldiging te uitten zonder
eenig bewijs. Maar tot nogtoe kon ik de re.
den voor zijn verraad niet hegrijpen
Het gemakkelijkste deel van mijn taak
was afgehandeld. Macari's voorgewende ver
wantschap met Pauline was nu van de baan.
Nu moest ik te weten komen als Ceneri
mij dat tenminste vertellen wilde wie het
slachtoffer was van die misdaad, jaren terug,
en wat de reden daarvan was. Ik moest we
ten, of Macarni's uitleg een gemeene leugen
was, ingegeven door boosaardigheid, of an
ders zou mijn reis mij miets geen goed gedaan
hebben. Mijn lippen beefden, toen ik over
dat onderwerp begon.
En nu heb ik u een veel belangrijker
vraag te stellen, Dr. Ceneri, zeide ik.
Was Pauline al eens verloofd, vóór lk
haar trouwde?
Hij fronste zijn wenkbrauwen.
IJ bent toch zeker niet hier gekomen,
om mij die vraag te stellen, zeide hij. Om
van een aanval van jalouzie genezen te wor.
den?
Neen, zeide ik, mijn bedoeling zult u
aanstonds hooreia Geeft u mij eerst antwoord.
Er was iemand, die van haar hield, al
thans, Marcari zeide, dat flij van haar hield,
en zwoer, dat zij zijn vrouw zou worden.
Maar ik kan met de meeste zekerheid zeg
gen, dat zij nooit zijn liefde beantwoord
heeft.
En ook niet van iemand anders gebou
den heeft?
- Voorzoover ik weet, niet. Maar uw
manier van doen, en van spreken, is vreemd.
Waarom vraagt u dat? Ik heb u misschien
onrecht aangedaan, mr. Vaughan, maar be
halve dan dat ééne haar eigenaardige gees
tesgesteldheid was Pauline in alle opzich
ten waardig, om uw vrouw te worden.
U hebt mij zeker onrecht aangedaan, en
u weet het. Wat voor recht hadt u, om mij
een vrouw te laten trouwteu, wier vermogens
gestoord waren? Het was wreed voor allebei.
Ik was verontwaardigd, en sprak op stren
gen toon. Ceneri schoof onrustig op zijn
stoel heen en weer. Als ik naar wraak ver
langd had, dan kon ilc die n ubevredigen_
Alleen liet zien reeds van dezen rampzaligen',
verloopeu en gebroken man, en de weten
schap, wat hem te wachten stond, zou de ver
langens van den meest wraakzuchtigen
mensck gestild hebben.
Doch ik verlangde mij niet te wreken. Zijn
manier van doen zeide mij, dat hij de waar
heid sprak, zooals ik in mijn hart ook niet
aan Pauline getwijfeld had. Maar wie was dan
de man, wiens dood haar voor geruimen tijd
gedeeltelijk van haar vermogens beroofd had?
Ceneri zag mij zenuwachtig aan. Vermoed da
hij, wat ik hem te vragen had?
Zeg mij eens, zeide ik, wie was da
jongembn, die in Londen door Macari ver
moord weid, in bijzijn van Pauline? En waar
om werd hij vermoord?
Zijn gelaat werd aschgrauw.I-Iij scheen weer
hulpeloos in zijn stoel te zinken, zonder in
staat te zijn, om te spreken, of zich te bewe
gen, en zonder zijn oogen van mijn gelaat t«
kunnen afwenden.
Zeg mij dat, herhaalde ik. Of wacht, IK
zal u het tooneel weer voor den geest bren<
gen, en dan zult u zien, dat ik goed ingelicht
ben. Hier is de tafel. Hier staat Macari, over
den man heen, dien hij heeft neergestoken.
Hier bent u; en achter u staat een andeva
man, met een lidteeken o-p zijn wang. In da
achterkamer zit Pauline^ hij de piano. Zij
zingt, maar zij houdt op, als die man uit
zijn stoel dood neervalt. Heb lk het goed be
schreven
•y.i (Wordt vervolgd)'