.enu wstillend FEUILLETON DE PIEPER MAANDAG 11 JUNI 1928 EERSTE BLAD PAGINA 2 BURGER-WACHT BURGERLIJKE STAND en ?enkend UIT ROTTERDAM INBRAKEN BREKER GESNAPT ENCYCLIEK-FEEST VAN DEN R. K. VOLKSBOND FEESTREDE VAN DR. VRIJMOED O.F.M- CHT. NENLJTO-BIEF'S'TALLEN BURGERLIJKE «STAND Zaterdagavond werd op „de schietbaan" achter het café „De Vergulde Valk'' de vierwe- kelijksehe serie-wedstrijden voor de Burger wacht gesloten. De deelname was op dezen laatsten avond buitengewoon groot en er heerschte een prettige stemming. De leden beijverden zich om de laatste maal een mooie serie te schieten. Van de vrije baan en van de Vogelprik werd een druk gebruik gemaakt en menig burger wachter ging met een dure sigaar naar hui3. Het was dan ook half elf voor d^ wedstrijd geëindigd was. Op verzoek van het bestuur zullen de namen der prijswinnaars nog niet Worden gepubliceerd, doch op een speciaal be legde vergadering welke 18 Juni a.s. zal ge houden worden in de bovenzaal van „De Ver gulde Valk", worden bekend gemaakt. Op dien avond zullen tevens de prijzen, welke uit zeer fraaie kunstvoorwerpen bestaan, aan de ge lukkige winnaars worden uitgereikt. ONDERTRUWD: Adrianus, Martinus Ruig- xok, 26 jaar en Alida Johanna van Noordt, 23 jaar. Paulus van der Gaag 25 jaar en Cor nelia Petronella Breman 22 jaar. (Herplaatst wegens mistelling). 7 en uw ^leel. 2217S 10 In den afgeloopen nacht is ingebroken in de kleermakerij van Th. Populier, Putsche Bocht 22. De dieven hebben zich toegang verschaft via een leegstaand aangrenzend pand en met behulp van valsche sleutels. Er werden onge- yeer 40 coupons stof gestolen. De recherche stelde vanmorgen een onder zoek in met behulp van een politiehond. Er werden vingerafdrukkeu gevonden. in den nacht van Zondag op Maandag toen de 55-jarige C. G. v. d. H. en zijn 26-jarige zoon thuis kwamen in hun woning aan de Hooèdi'ift, zagen zij dat een onbekende man de deur uitkwam. Zij groetten hem, denkende, dat het een bezoeker van de bewoners van het bovenhuis zou zijn. Tot hun verwondering bleek op de bovenverdieping echter niemand thuis Toen rees het vermoeden, dat de vreem de wel eens een inbreker kon zijn. Beiden gingen hent achterna, wisten inmiddels 'n agent te waarschuwen en slaagden erin, den man aan te bonden. j Hij hleek in 't bezit van een bos sleutels én twee damesmantels, welke uit de gang van de woning gestolen waren. De inbreker, de 29- jairige expeditieknecht H. J. D. is in verzekerde bewaring gesteld. WISSELKOERSEN TE ROTTERDAM Londen 12.13; Berlijn 59.23; Parijs 9.74% België (Belga's) 34.63; Zwitserland 47.76%; Amerika 2.47% Oostenrijk 34.55; Denemar ken 66.48; Zweden 66.51; Noorwegen 66.39; Spanje 41.23%; Italië 13.04. Gisteravond hield de afd. Rotterdam van den R. K. Volksbond, een feestavond ter her- danking der uitvaardiging van de Encycliek „Rerum Novarum". De groote zaal van het gebouw der S't Jo. zefgezellen was bijna geheel gevuld, toen de w.n. voorzitter, de heer H. J. Sprokop, het woord nam, tot het spreken van een openings woord. Spr. heet alle aanwezigen welkom op dezen avond. Speciaal heet spr. welkom de Eerw. Heeren Geestelijken, en de besturen van de vereen. Katholiek Rotterdam" en van de R. K. Middenstands-organisatie, die aan de uit- noodiging van den Volksbond gevolg hebben gegeven en daarmede toonen, dat er in Rotter dam een aanvang is gemaakt met de verbroe dering der standen (applaus). Verder heet spr. nog welkom de vertegen, woordigers van de afdeeling „Feijenoord" en van de verschillende organisaties, die op so ciaal terrein werken. Spr. brengt in heri% nering, dat de aanleiding tot deze bijeen komst, is gelegen in het historische feit, dat het dezer dagen 37 jaar geleden was, dat Paus Leo Xin, de encycliek „Rerum Nova rum" uitvaardigde. r Om de beteekenis van deze encycliek goed te kunnen begrijpen, moet men ze bezien in het licht der verhoudingen van den tijd, waar in de Paus ze uitvaardigde. En toch geeft de. zelfde encycliek ook nu nog de richtlijnen aan, waarlangs de arbeidersbeweging zich moet voortbewegen Spr. verwelkomt hierna nog, den feestre denaar van den avond, den Zeergel. Pater Dr. G. Vrij moed O.F.M. en dankt hem voor de bereidwilligheid, om als redenaar op te tre den. (Applaus). Spr. besluit met den wensoh uit te spreken dat er van den Volksbond veel werk en werfkracht zal uitgaan en dat in de komende tijden de beweging zich op volle kracht zal kunnen brengen. (Applaus). Hierna betrad, met applaus begroet Pater Vrijmoed het spreekgestoelte. De Encycliek „Rerum Novarum" Volgens spr. ligt de beteekenis van de En cycliek „Rerum Novarum" meer nog in het verleden, dan in het heden en in de toekomst. Dat is volstrekt geen kleineering van de waarde der Encycliek, want als in bet alge. meen de waarschuwing geldt, dat men een geschrift moet beoordeelen naar den datum van zijn verschijning, dan geldt dit in het bij zonder voor een pauselijk rondschrijven dat ge boren wordt uit de barensweeën van een be paald tijdperk De „Rerum Novarum" wes allereerst een te- sluit, een samenvatting, een officieel-kerkelijke uitspraak van wat er leefde in de hoofden en harten van de meest vooraanstaande en so ciaal-voelende katholieken uit bet midden der vorige eeuw. De Paus van Rome, wien men ln onwetend heid verwijt, dat hij door zijn centrale stelling in ons kerkelijk-gods dienstig leven, alle initia tief en alle indiviöueele energie zou do-eden, deed eigenlijk niets anders, dan van de h-oogte van Petrus' stoei officieel uitspreken, wat in de laatste tientallen van Jaren over heel de katholieke wereld rondom' dien troon was ge fluisterd;, geroepen, gedreigd «en gebeden. De allereerste en de meeat gezagvolle weg bereider van de Katholieke sociale beweging na de revolutie en daardoor tevens van de encycliek „Rerum Novarum", was de bekende Duitsche Bisschop von Ketteler. In Frankrijk, Zwitserland, en Oostenrijk waren ook uitstekende mannen, die de groots begjnselen uitwerkten, die Paus Leo XIII in zijn encycliek zou doorgeven en voor heel de wereld zou sanctionneeren. Ook de arbeiders- pelgrimstochten naar den Paus hebben bij gedragen tot bet uitvaardigen van de ency cliek. Het valt niet moeilijk, de maatschappelijke oorzaak van deze Katholiek-sociale beweging aa - te geven. Die lag in de geestesgesteld heid van dien tijd en in bet toenmalige economisch regiem. Heit is het revolutionaire regiem, het regiem van de z.g.n. vrijheid, van he»t onbeperkte winststreven als beste waarborg voor de algemeens volkswelvaart. Hierbij kwam, dat die vrijheidsleuze ook was overgedragen op politiek gebied. Algemeene volkswelvaart is als een boom in bloei. En een boom in bloei, bloeit van boven tot onder, draagt zijn bloesems aan alle takken. Maar de geest van de negentiende eeuw, die nu nog huist in het hart onzer tegen woordige volkshuishouding, vond, dat de boom al in bloei stond, als hij alleen maar aan zijn hoogste en uiterste toppen in over dadige weelde bloesem droeg. Tegen dezen geest heeft Paus Leo XIII in zijn Encycliek Rerum Novarum, het protest uitgebracht van het Katholiek geweten, door zijn Encycliek. Ze was in heel haar strek king een anti-revolutionnaire daad van de eerste orde. Ze was meer dan dat; ze was een constructieve, een opbouwende daad van het hoogste Kerkelijk gezag. Ze was een daad van het houweel en den troffel tegelijk. "Want alleen hij, die weet en ondervindt, hoe iedere mensch als een kleine liberaal ge boren wordt, en hoe diep nu nog liberale ideeën in hart en hoofd van sommige Katho lieken liggen vastgeankerd, hoe zelfs heden nog het „baas jn eigen huis" en de vrijheid van het arbeiderscontract sommigen als een door den drang der geschiedenis altijd verder wijkend ideaal weemoedig toelacht, alleen hij kan bevroeden, wat een bovenmenscbelijke krachtsinspanning, maaT ook wat een revo- lutionnaiT geweld, wat een bloed en tranen en arbeidersellende het nog meer zou heb ben gekost, om het hardnekkig conser vatisme, het blinde egoïsme en het naar den tijdsgeest toegewende geleerdheidsvertoon, óók onder eigen geloofsgenooten, te breken, indien Paus Leo XIII de bliksem van zijn gezag niet had neergeslingerd in het droomhuis van de „gelukzalige bezitters" van dien tijd. Daarom zijn we Leo XIII onsterfelijken dank verschuldigd, voor wat de Encycliek Rerum Novarum geweest is in dien tijd. Maar heeft de Encycliek ons nu niets meer te zeggen? Wie van haar het concrete antwoord ver wacht op allerlei détail-vragen, komt allicht ontnuchterd uit, maar wie van de Pausen van Rome allereerst d<e groote, algemeene richttngsgevende ideeën vraagt, die vindt ook nu nog en voor de toekomst jn de Encycliek overvloedig stof tot nadenken en opwaarts streven. Daar is vooreerst de door heel de Ency cliek telkens terugkeerende herinnering aan het woord van den psalmist: Als God de Heer het huis niet bouwt, dan werken zij, die er aan arbeiden, te vergeefs. Wat zouden de wereld en de samenleving er geheel anders nitzien, wanneer men leefde naar het woord, waarmede de Encycliek sluit: „De gewenschte uitkomst is vooral te verwachten van een groote uitstorting der liefde, met name van de Christelijke liefde, die de kort samengevatte wet is van heel het Evangelie en die, altijd bereid om zich voor het hejl van anderen geheel te geven, voor den mensch het zekerste tegengif is -tegen de begeerlijkheid der wereld en de overmatige liefde tot zich zeiven. Een tweede groote richtlijn, die de Ency cliek ons geeft, is de taak en de roeping van den Staat. De Staat, en in he-t algemeen de politiek, heeft een taak ten opzichte van de volkshuishouding, een taak van een ver keersagent, die het verkeer regelt en het in goede hanen leidt. De taak van een goeden huisvader, die de energie zijner kinderen niet doedt en hun activiteit niet over neemt., maar voor allen zonder uitzondering de verhoudingen en de omstandigheden schept, waarin zij, in harmonieus© samenwer king, hun hoogste activiteit kunnen ont plooien, in ondergeschiktheid aan het ge meenschappelijk doel. De derde groote grondgedachte van de Encycliek is de vereenigingsgedaebte. Het vereenigiugsrecht werd, ten tijde van de Encycliek-verschijning, door velen nog om streden, althans, niet dan weifelend en angst vallig aanvaard. De Encycliek waarschuwt, dat de veTeeni- gjngen moeten gewijzigd worden naar de behoefte van den tijd, maar ze wijst toch met warmte en voorkeur heen naar de corpo raties uit den voor-revolutionnairen tijd, die wij de gilden noemen. Paus Leo XIII noemt dat woord niet; het blijkt zelfs uit de taak, die hij den ver- vereenlgingen toeschrijft, dat hij hoofdzake lijk gedacht heeft aan wat wij nu kennen als de vakorganisatie. Het is alzoo niet vermetel te hesluiten, dat althans uit de verte de oude gilde- gedachte den Paus voor den geest liceft gestaan. Natuurlijk alleen de gilde-gedachte en niet de uiterlijke verschijning van d© oude gilden. Het binnenste van het gilde was vroeger, wat zijn vorm betreft, wat wij tegenwoordig zouden noemen, een pu bliek-rechtelijke be drijfsorganisatie. De gilden waren als de organen der ge meenschap, waardoor ze 'naar zorg voor de algemeene welvaart uitoefende. Het eigenlijke en diepste wezen van de gilden-geachte was de economische doelstelling, waarvan men uitging en waarnaar men streefde. De economische doelstelling wa3 geen an dere dan: de behoeftebevrediging der ge meenschapsleden; de winst was den gilde- leden een billijke en rechtvaardige vergoe ding voor hun dienstverrichting, maar ze zagen den winst niet als doel van allen arbeid, m.a.w. om met Pater Borret te spre ken in zijn praohteede op den laatsten Katho lieken-dag; ze stelden het doei van den particulieren producent niet hoven de objec tieve taak der volkshuishouding. De kapitalistische geest produceert om de productie; arbeidt om den arbeid; vormt kapitaal om het kapitaal; drijft ondernemin gen om, mede gedwongen door een teugel- looze concurrentie, de ondernemingen te zien groejen en grooter worden. De behoefte-bevrediging is hem slechts een middel om zich te kunnen uitleven. Onze volksihuiijsweistinig meet zoo geordend zijn, dat ze principieel Is ingesteld op de be vrediging der redelijke en zedelijke behoeften en dat de winst niet doel, maar middel wordt. Of zooals de encycliek het meer algemeen utidrukt „we moeten er naar streven dat uit den bouw en de inrichting van den Staat van zelf de welvaart zoowel van de gemeen schap als van de individuen opbloeie. Groeten dank zijn wij derhalve aan Leo XIII verschuldigd en er is alle reden voor een jaar lijks terugkeerende feestviering, omdat de En cycliek Rerum Novarum" niet alleen geweest is een besluit, maar eo-k een inleiding. Aan ons, katholieken de heerlijke taak, om deze inleiding d-oor te denken en uit te zingen tot het dode. Ook degenen die niet van den eenen schaap stal zijn moeten hieraan meedoen. Ook deze behoort Jesus te leiden en ze moeten luisteren naar Zijn stem, naar het: één schaapstal en één her dei- Zoo moeten wij door onzen socialen arbeid het stoffelijk brood vermenigvuldigen in den woestijn des levens, om des te opener harte®, en des te grager zielen te vinden voor het brood des levens. Dat is de mooiste en beste dankhulde die wij aan Paus Leo XTIÏ kunnen brengen. (Applaus) De heer H. J. Sprokop zegt, er van overtuigd te zijn, namens allen te spreken, wanneer hij Verwacht wordt: matige tot zwakken W. tot Z.W or Z. wind, gedeeltelijk bewolkt, weinig of geen regen, aanvankelijk koeler, later iets warmer. De barometer blijft op den voormiddag" regelmatig stijgen. Beter weer dan gedurende de achter ons liggendedagen is te wachten, maar het is w a a r s c h ij n 1 ij k van korten duur. Fietsers en motorrijders lichten op van 's avonds 9.49 tot 's morgens 4.08. den eerw. spreker dank brengt voor zijn hel dere uiteenzetting. Spreker hoopt dat Pater Vrijmoed nog meermalen voor den R. K. Volks bond te Rotterdam zal spreken. Dan kwam op het podium het zangkoor van de St. Lambentuskerk „St. Gnegorius", onder lending van den heer C. van Vlijmen, dat eenige aummet ij es ten bate gaf. Een dezer nummers had zulk een succes, dat het gebiseerd moest worden. Bij een enkel nummer verzorgde mevrouw van Tiel de piano-begeleiding. Na de pauze werd door de R. K. Tooneelver- eeniging „Joost van den Vondel", regisseur de heer Th. Miltenburg, de klucht in een bedrijf opgevoerd ,,ïn den zilveren Haas" door A da Ruyter. De spelers hadden succes en er is meermalen gegierd om het aardige spel dat geleverd werd Tot slot van den avond werd door de muziek- vereieniging „St. Willibrordi<p" directeur da heer- F. Broekhoven, die zich al reeds eerder had laten hoonen, nog een marsch gespeeld waaronder de veie aanwezigen dankbaar voor het gebodene de zaal verlieten. De 21-jarige kantoorbediende i. A. S. wo nende in de Hooglandstraat, hoeft aangifte gedaan in het Lunapark bestolen te zijn van een beurs met ruim 50 gulden inhouden. In Ober-Bayerno is aan M. N. wonende Noordsingel een regenjas ontstolen. Aangifte van 9 Juni BEVALLEN: K. Snel—Naas z. G. van der GraafLammers d. J. P. Mussert—van Hattem z. M. A. HolTöns z. E. Schenkelde Groot d. M. B. Hassing Looman z. J. ZuidemaBoontjes z G. ScholDupré z. T. HollanderMonris d. M. LeenheerWestdïjk d. J. Baas Schouten z. P. C. AsselmauStoele z. - J. M. van Staverende Ruijter z. J. Isaacs Bout d. en z. M. J. R. v. Vliet—de Vos d G J van den Bogert—van Dijk z. S. Priemvan der Heide d. H. Bi kmaun Ehringhans z. W. C. HenninkHoogen- boom z. H. A. van dér LindenScheffers d. M. van der MolenPaul 2d. J, da GraafKlein z. A. M. BakkerHoger- liuis z .E. J. JongmanGeldof d. P. A. StoutenVerhagen d. D. den Outer de Geus d. L. A. VerloopStoop z. B. M. Roosvan 't Haf z. JE. van der WjltLeichsenring z. M. G- Lampen van der Sman d. M. C. J. KerstenThapa d. A. SeholtenBeen iewe.nl. d. J. M. v d "Wiltv Akkerveken levenl. z. OVERLEDENl A Bloot, vrouw van J. A. M. Leijten 47 j. L. C. v. Nieuwenburg jm. 40 j. L de Graaf jm. 19 j. A. Mast jm 15 j HL Vos jd. 1 dag A Stolk wedr. van L. v. d. Stok 71 jaar. „Le letters p h worden als zij aoliter elkaar in één woord voorkomen, uitgesproken als een. „f", b.v. telephoon, phonograaf. Behalve in ophaalbrug. Avonturen - roman van Edgar Wallace 3.) Frank Sutton haalde de schouders op. Groote God, welnee! zei hij, ik zie de zaak zoo: de laatste tien jaar ten jij door zeer on fortuinlijke omstandigheden niet dikwijls in de gelegenheid geweest om aardige vrouwen te ontmoeten, en ik geloof dat het voor jou heele maal niet zoo erg is geweest. Je neemt het me toch niet kwalijk, dat ik zoo openhartig tegen je ben? Lesley schudde het hoofd. TT kent weer een proefneming ik doe altijd proefnemingen, en de meeste vallen onge lukkig uit. Ik wil je genezen ik zal niet zeg gen hervormen, want dat klinkt te verwaand. Halve maatregelen hebben me nooit kunnen bekoren, ik geloof in de alles-of-niets-methode. Zelfs het meest gevoelige oor kon zoo ver geefs geluisterd hebben naar iets bescher- mends in zijn toon. Uit zijn enthousiasme had hij steeds alle gemaaktheid weten te weren. Beryl is een aardig meisje, ging hij ver der. Natuurlijk denk ik er zoo over, maar zelfs als men een oogenblik buiten zichzelf zon knn- inen treden, zou men toch dien indruk krijgen. Ik ben geen pascha, die vindt dat de vrouwen in tegenwoordigheid van andere mannen ge sluierd moeten loopen. Een meisje kan nooit te veel weten, zei ik zooeven tegen Lew, maar dat is een echte ouderwetsche knul. ?0O,r^elde hij maar door. totdat ze eindelijk d Street bereikt hadden, waar zijn wagen op hem stond te wachten, en den heelen weg naai huis zette hij zijn theorie nog eens uiteen De kantoren van Frank Sutton en Company besloegen drie verdiepingen van een hoek-pand bij het Middlesex hospitaal. Het was wel geen erg deftige buurt, maar het was er bijzonder druk, daar de straat evenwijdig liep met de Ox- fond Street. Mr. Sutton, die zich zes jaren te Voren op een heel beseheiden schaal had ge vestigd, had nu een zeer bloeiende export-zaak. Hij had vertakkingen over- de heel© wereld, ©en groot verkoophuis voor de booten bij de East India Docks, en in tegenstelling met de meeste exporteurs, die zich uitsluitend bepalen tet één product of tak van industrie, was grank Sutton voor alle mogelijke zaakjes te linden, Hij was nog druk aan het betoogen over de uitgebreidheid van zijn operaties, toen zij den ruimen corridor binnentraden. Daar is werkelijk een groote kans voor je hier, Lesley; als jij je maar met hart en aied op de zaak. wilt toe leggen Toen veranderde hij plotseling van toon, en keek den ander reclit in 't gezicht. Maar dan moet je ook volkomen eerlijk tegenover me zijn, Lesley. John Lesley ontmoette de blauwe oogen zon der een zichtbare verlegenheid. Ik snap je niet heelemaal, zei hij. Ik snap jou niet, zei Frank rustig. Ik zou wel eens meer van je willen weten, dan me nu bekend is. Waar breng jij je avonden door? Wat voor ander baantje hon jij er nog op na, buiten het mijne? ik weet, dat ik veel met je waag; Lew Friedman weet dat niet. Je verbergt iets voor me, en ik wil weten, wat dat is. Lesley antwoordde niet. Een oogenblik sloeg hij de oogen neer, en toen, met een kort lachje: Ik dacht, dat je al genoeg wist, zei hij "te merig. Maar je bent ook zoo vreeselijk nieuws gierig. Welnu, ik zal je vertellen, wat mijn zeer interessant nevenberoep is. Ik koop de dingen er goedkoop in, en verkoop ze duur, en nnjn vrijen tijd besteed ik .aan het winstgevende baantje van Pieper. III. Frank Sutton keck zijn metgezel stom-ver baasd aan. Jij koopt de dingen goedkoop in, en je verkoopt ze duur, herhaalde hij langzaam, en je brengt je vrijen tijd door metpiepen? Dat is Latijn voor me. Dat geloof ik graag, antwoordde John Lesley glimlachend. U hebt ook niet zoo'n per fecte opvoeding gehad ais ik. En toen gooide Franlc, even spoedig als hij an z u uitgelatenheid tot ernst was overge slagen, liet gesprek weer om. Je bent een raadsel voer me, zei hij. Ik geloof niet, dat ik ooit iemand van jouw slag ontmoet heb. Dan heb je wat gemist, was het koele ant woord. Tk wil je zelf niet vragen, wat piepen be- teek-ent t schijnt me iets erg minderwaar digs toe. Lesley was niet beleedïgd. Ik ben berucht, beleed hij. Zóó berucht, dat tenslotte al mijn bewondering nog uitgaat naar den bewonderenswaardigen mr. Lew Fried man. Als ik dan ook op jouw plaats was Sutton, en jij in de mijne, zou ik je vast en zeker ver bieden, om miss Beryl Stedman te ontmoeten. Ik ben nog niet zoo zeker van, of ik, als ik I'rank Sutton was, John Lesley niet met een paar maanden salaris de deur nit sou trappen. Je bent een dwaas verzet je je niet tegen mijn oprechtheid? om me tenslotte nog te ge bruiken, terwijl je weet, wat ere.... het verleden gebeurd is. Niet één op de dui dend veel bel oven d:ö jonge kooplieden zou de risico durven loopen, die jij neemt, door mij op je kantoor te halen; en niet één op de mil- lioen zou me toestaan zoo'n aardig meisje te ontmoeten als Beryl Stedman. Je bent werke lijk eenig! Frank grinnikte eens, alsof hij zich wer kelijk bewust werd, schuldig bewust, van zijn uitzonderlijkheid. Misschien is het wel zoo, zei hij, en kort af, alsof hij plotseling een inval had gekregen vroeg hij Wat is die Tillman voor een vent? Ik zie hem niet dikwijls waarom? vroeg Lesley, terwijl hij op enkele passen van de deur naar zijn kantoor stil bleef staan. Frank Sutton streek in gedachten langs zijn kin. - Ik weet het niet, het is net zoo'n rare snuiteT als jij. Ik....evertrouw hem niet erg, ofschoon zijn geloofsbrieven allemaal in orde waren. Je moet me voor de aardigheid eens laten weten, wat je van hem denkt. Indien je hem werkelijk wantrouwt waarom stuur je. hem dan niet de laan uit? vroeg Lesley kortaf, en Frank SuttonHrok een quasi medelijdend gezicht. Mijn zwak is. humaniteit; de arme duivel vroeg om een baantje, en ik kon-het nu een maal niet over me verkrijgen, om hem op straat to sturen, omdat ik hem nu niet bepaald mae lijden. Achter in de gang riep iemand hem, en met een wuivend gebaar van zjjn bami stapte hij 0p den wachtende tere. Na enkele oogenbllkken klonk de heldere lach, die op het kantoor al leen maar aan Frank Sutton toebehoorde, tot den wachtenden Lesley doo-r, en ep hetzelfde oogenblik .verdween hij met clan man, die hem begroette, om den hoek van een zijgang. Lesley stapte terug naar de deur van zijn kamer, draaide onhoorbaar den knop om, en ging binnen. 't Was een eenvoudig gemeubileerd vertrek waarvan het meest in het oog springende meu belstuk ten groot© safe vormde, die in den muur ingebouwd was. Tegen zijn eigen lesse naar stond een kleinere schrijftafel, want de bedrijfsleider deelde zijn kantoor met de parti culiere secretaresse van Frank Sutton. Zo was niet aanwezig, toen Lesley binnen kwam maar er was iemand anders. Die stond over dan lessenaar gebogen, en doorvorsclUe klaarblijkelijk de papieren. Lesley bleef zwijgend den mageren man be zien, met een glans van vreugde in zijn oogen, en toen: Heb je iets verloren, Tillman? Tillman keerde zich onmiddellijk om, en op zijn bruin, mager gezicht was er een oogen blik een trek van ontsteltenis. Hij liep al tegen de veertig, en zijn baar was grauw-zwart. Ja. Ik had een rekening verkeerd gelegd. Buiten zijn hand, waarmede hij onophoude lijk langs zijn snor wreef, was er geen enkel teefeen, dat zjjn verrassing verried. Zijn stem was bijna onbeschaamd koel. Ho9 lang ben je hier al, Tillman? De man keek naar het plafond, alsof hij de beteekenis van de vraag wilde achterhalen. Een maand, zei hij. Lesley knikte. En in dien korten tijd heb ik je al twee keer betrapt, dat je mijn particuliere papieren aan het doorsnuffelen was! Ik vermoed zoo, dat wij. .e..mekaar voor het langst gezien hebben, Tillman. Tillman keelt in zijn oogen, en de schaduw van een glimlach gleed even over zijn lippen. Hij behoorde tot dat type menschen, die nooit heelemaal pret kunnen hebben. 't Zou jammer zijn, als dat het geval was, zei hij. Ik hoopte juist, captain Lesley, dat u en ik elkander wat nader zouden leeren kennen. Lesley onderzocht de papieren op zijn lesse naar. Ze waren geen van allo van belang, en do laden waarin hij de documenten van eenige waard© bewaarde, waren op slot. Hij vond het maar het Verstandigst, van onderwerp te ver anderen. Is er iemand "geweest? Tillman keek hem niet aan. Dat was nog zoo'n typische gewoonte van Tillmanhij stond altijd door het raam te kijken, als was hij steeds met zijn gedachten ergens anders. Ja, sprak hij, een zekere mr. Greame heeft naar u gevraagd mr. Larry Greame, Gif den verstelt hoek van een zijner oogen, zag hij het gezicht van Lesley strakker worde®. Greame, zei Lesley scherp. Wat wiide hij? Ik vermoed, dat hij u wenschte te spreken, antwoordde Tillman, nog steeds uit het ven ster kijkend. Hij scheen erg veel haast te hebben. Voor het eerst wendde hij zijn oogen in Lesley's richting, en opnieuw verscheen zijn speciale glimlach om even vlug weer te ver dwijnen. Lesley was verrast: zijn strakke wenkbrau wen waren in een kwaden frons samenge trokken. Hij zei, dat liij vanavond om zes uur terug zou komen, ging Tillman verder, terwijl hij den bedrijfsleider brutaal aankeek. Wat hij me vertelde, en hij was niet erg gereserveerd maakte ik wel op, dat hij juist uit de ge vangenis kwam, Keiïde u hem? «ad irifijlft Zoo maar terloops, zei Lesley bits. Toen sprong hij plotseling op: Wat bezielt jou, kerel, om mij aan een kruisverhoor te onderwerpen? Hij stuurde Tillmau met een knik van zijn hoofd weg, en terwijl de man langzaam naai de deur liep, zei hij: Tillman, als je het soms niet mocht weten, ik heb er een hekel aan om bespied te worden; en den eerstvolgende® keer dat ik je weer aantref, terwijl je wat al te groote be langstelling voor mijn correspondentie toont, zal -ik je bij je nek pakken en uit mijn bureau trappen. Begrepen? Voor een onderdeel van een seconde scheen het, alsof Tillman de gewoonte van een twen- sehenleven wilde verbreken en zou lachen, maar zijn gezicht werd weer ernstig. 't Zou weer eens iets anders zijn, zei hij, e® het volgend oogenblik was lu'j verdwenen. Lesley schold hem nog wel een minuut lang achterna, maar toen kreeg hij oog .voor den humor van het geval en hij lachte eens kalm. Sutton's secretaresse was er dien middag niet, en hij had het rijk alleen. Toch kon hij, ofschoon er werkelijk werk genoeg was, maat niet besluiten, om zijn zaken af te doen. Telkens stond hij weer op van zijn bureau, stapte naar het venster, keek zoekend de straat af bene den. Eerst tegen dat het donker werd en dei eerste lantaarns werden aangestoken, zag hij den man, dien hij zocht. Het was niet moeilijk om hem te herkennen, want mr. Larry Greame stond onder een lantaarn, een sigaar tus.'cheu de tanden, zijn handen in zijn zakken. Telkens en telkens ging Lesley terug uaar het venster. Daar stond de ander nog steeds te wachten. IV. Larry Greame was een dief, die alles alleen deed, maar toch was hij niet zonder vrienden. Toen hij op een guren morgen in Februari van Dartmoor terug kwam, nam hij de troosten de gedachte met zich mee, dat de kamer, die hij in een huis in SoutUwark had gehuurd, een mooi plein, nog geen kwart mijl van Dover-street, waar zeer aanzienlijke en zelfs rijke menschen wonen absoluut in orde zou zijn. Zelfs de groote Barrabal wist van dit pied-ü-terre niets af. Anders zou hij wel ver moed hebben, cfht er in de stalen kist ouder het bed een aanzienlijke som golds verborgen was. Mr, Greame's hospita was aa:n zijn lange afwezigheid gewoon geraakt, en daar hij zoo- iets als een hypotheek op het huis had hij was een zeer spaarzaam menscli en had eeu behoorlijk aantal goede beleggingen behoefde hij niet bang t9 zijn, dat zijn kamer aan iemancl anders was verhuurd. f (Wordt vervolgd)', j

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 2