FEUILLETON
DE PIEPER
DONDERDAG 14 <JUN1 1928
TWEEDE BLAD
PAGINA 3
PROF. DR. J. W. MULLER
HEDEN 70 3AAH
VEREEN. VAN ONDEROFFICIEREN
„ONS BELANG"
Twee moties aangenomen
Het georganiseerd overleg
VERBERGEN VAN EEN COMMUNIST.
DE KONINGIN EN DE PRINSES
OP REIS
ZATERDAG VERTREK NAAR
NOORWEGEN
DE AFDEELING A DER H. B. S.
Vragen van Alfcarda
BEDREIGING VAN DE POLITIE.
DE STUCADOORSSTAKING
TE AMSTERDAM
Zal liet werk hervat worden?
STUURLIEDENEXAMEN
POGING TOT MOORD MET
VOORBEDACHTEN RADE
BEiROOVING OP EEN AUTORIT
Het bewijs niet geleverd
DIEFSTAL MET INBRAAK
Vier jaar gevangenisstraf
EEN TRAM UIT DE RAILS
Eenige passagiers licht gewond
He-den Tiert prof. da'. 3. W. Muller, oud-
hoogleeraar in de Nederlandse lie taal- en let
terkunde aan de Leidech© nniTenatelt en oud-
leermeester yan Prinses Juliana, zijn 70sten
verjaardag.-
Prof. Muller, die 14 Juni 1858 te Amsterdam
■werd geboren, is een soon van wijlen den beer
Frederik Muller, wetenschappelijk antiquair en
later kunsthandelaar te Amsterdam, den grond
legger van de tegenwoordige tirma F, Muller
Co,
Aanvankelijk bestemd om voor den boekhan
del te worden op-geleld, ging hij te Leipzig in
do leer bij Harrassowitz. Na eenigen tijd ech
ter verkoos hij de studie in de Nederlandsolie
taal- en letterkunde, waarom hij naar de Leid-
sehe universiteit ging, waar hij van 1875 tot
1880 studeerde. Daarna studeerde hij aan de
universiteit te Bonn onder leiding van prof.
Franek om vervolgens aan de Leidselie uni
versiteit zijn studie te voltooien. Hij promo
veerde aldaar tot doctor in de leiteren op een
proefschrift over den Reinaert, het Mid-del-
ceuwsche Dierenepos.
In 1924 werd hij door H. M. de Koningin
belast met het geven van privaat-onderricht in
de Nederlandsche taal aan H. K- H. Prinses
Juliana. Bij het beëindigen van deze taak in
1927 werd hij benoemd i Commandeur in de
Huisorde Tsa Oranje-Na*.- ;.u.
HOF. MAGNUS.
Een huldiging van zijn nagedachtenis.
De „Akademie der Wissenschaften" te Wee-,
nen heeft besloten de Hans-Horst-Meijoi-
medaille, die dit jaar voor den tweeden keer
wordt verleend, toe te kennen ter waardeer mg
van het in 1924 verschenen werk „Körperslel-
lung" van wijlen prof. dr. Rudolf Magnus e
Utrecht.
DE WIJZIGING DER L.O.WET
BETREFFENDE HET SCHOOLGELD.
Bezwaren van B. en W. van 's Gravenh.x0e-
EEN ADRES AAN DE TWEEDE KAM FR.
Door B. en W. van 's Gravenhage is een
adres gericht aan de Tweede Kamer der Staten-
Generaal ten vervolge op het adres vljJ1
Octo-ber 1927, in welk adres verschillende be
zwaren werden geopperd tegen het mi,.wei p
van wet tot wijziging der lager onderwijs wet
1920 betreffende het schoolgeld.
Naar de meening van B. en wis ze&e*
het stellen van een individueel maximum èn
in het belang der gemeente èn in dat der
schoolgeldplichtigen ongewenscht, temeer daar
onder de geldende wettelijke regeling een bil-
lijjt tarief is te verkrijgen, dat aan de belangen
der roote gezinnen voldoende recht doet
wedervaren.
B. en W. betreuren voorts, dat de Minister
geen vrijheid heeft kunnen vinden, om de thans
bestaande mogelijkheid, dat de schoolgelden
der bijzondere scholen door de gemeentebestu
ren worden geïnd, in de wet te handhaven.
B. en W. zijn in deze van oordeel, dat be
houd der bestaande regeling, waarbij de inning
der schoolgelden der bijzondere scholen dooi
de gemeentebesturen facultatief is gesteld,
noodzakelijk is. Zij verzoeken de Kamer met
nadruk, bij de behandeling van het aannan-
gige wetsontwerp met de door hen ingebuie i e
bedenkingen rekening te houden.
Deze vereeniging hield Dinsdag en Woensdag
te 's-Hertogenbosch hare 25e aigemeene verga
dering onder leiding van den heer W. Wijk uit
Amersfoort.
De voorzitter memoreerde het 30-jarig be
staan der vereeniging, welker geschiedenis hij
naging. Er zullen geen feestelijkheden plaats
hebben, doch in September zal een gedenkboek
verschijnen. De voorzitter betoogde voorts dat
men terug moet naar de regelingen van 1920
en die moeten nog verbeterd worden. Eenige
verbeteringen zijn reeds bereikt.
De heer Groenheim bood den heer v. Wijk
een krans aan als hulde voor wat hij voor de
organisatie heeft gedaan.
De verslagen van den secretaris, den penning
meester en den beheerder van de ondersteu
ningskas werden vastgesteld, evenzoo het ver
slag betreffende het Plaatsingbureau. Men zal
dit bureau een langzamen dood laten sterven.
De bedoeling is wachtgelders aan een betrek
king te helpen; 40 zijn er nog ingeschreven.
De heer D. Brandwijk uit Soesterberg hield
vervolgens een rede over salarisherziening,
waarin hij uiting gaf aan vele grieven dienaan
gaande.
Het hoofdbestuur stelde daarop een motie
voer, waarin er bij de commissie voor georga
niseerd overleg en bij de Regeering op aan
wordt gedrongen de salarisregeling met den
moesten spoed te herzien.
In een tweede motie wordt gewezen op de
vele verslechteringen in de salarissen en er bij
da Regeering op aangedrongen aan het Rijks
personeel zoo spoedig mogelijk voor het jaar
1928 een aigemeene bijzondere toelage toe te
kennen en deze voor de onderofficieren te stel
len op 10 pet. van het salaris.
De moties werden aangenomen.
Verschillende afdeelingen prezen het beleid
van het hoofdbestuur, dat werd gedechargeerd.
Daarna werd de eerste vergadering gesloten.
Y eriieïIiKg éa ontwikkeling
In de tweede bijeenkomst van de 25e aige
meene vergadering, welke in 's-He-rtogenboscb
gehouden wordt, hield de heer Schuurmans
eene inleiding over de. moreeie verheffing en
ontwikkeling. Ter bevordering daarvan stelde
Den Haag voor bij wijze van proef een af
zonderlijke kas te stichten, waarin de leden4'
en de bond zouden bijdragen. Met de bedoe
ling sympathiseerde men, doch op practisehe
gronden werd het voorstel verworpen.
Als leden van het hoofdbestuur werden her
kozen de heer-en W. Klooster, H. Schuurmans
en J. Leegste»
Wachtgeld-misère
De heer W. J. Vaatstra hesprak de waeht-
geldmisère. Die is het ergste voor hen, die
in slecht bezoldigde rijksbetrekkingen zijn
geplaatst. Plaatsing in vasten diiienst wordt
verlangd. De jaren in militairen dienst door
gebracht b-ehoo-ren mee te tellen voor ver
hooging en pensioen. Verschillende atdeelmgs-
voorste-llen werden aangenomen. Plannen zul
len overwogen worden voor de wachtgelders
wanneer hun wachtgelditermijn verstreken is.
Bij de regeering zal er op worden aange
drongen de plaats, in vasten Rijksdienst op
te nemen en waar maar ©enigszins mogelijk
sergeanten-wachtgelders, die zulks verlangen,
weder in actieven dienst terug te nemen.
Woensdag weid de derde bijeenkomst ge
houden. Daarin besprak de heer Wijk de honds
instellingen.
De heeren J. Wijk en J. Polderman werden
herbenoemd als directeuren der Levenswerzeke
ring Maatschappij en der Spaa-rhas.
Aangenomen werd een voorstel van het be
stuur tot verhooging der contributie voor het
ziekenfonds.
Gistcrnamiddag werd de aigemeene verga
dering voortgezet.
De beg rooting 1928 werd vastgesteld op
68.000.
De heer Klooster leverde critiek op het
Georganiseerd Overleg. Zooals dit thans is
voelen de onderofficieren het als een onrecht.
Zij moeten vrijheid hebben om zelf hun ver
tegenwoordigers aan te wijzen. Het hoofdbe
stuur is van meening dat uittreding uit het
Georg. Overleg thans het beste is,
Aangenomen werd een gewijzigd voorstel
der afdeeling Amersfoort waarin de vergade
ring uitspreekt, dat zij, wanneer de beper
kende bepalingen gehandhaafd blijven, op
deelneming aan het overleg niet langer prijs
stelt en het hoofdbestuur vrijheid laat om op
het door dit bestuur wenschelijk geacht tijd
stip ulit het Georg. Overleg te treden.
Bevordering ea opleiding
De heer W. van Olst, het bevorderingsvraag-
stuk besprekend, betoogde dat bevordering
zonder jaarwecldeverhooging niet als bevorde
ring is te beschouwen.
Als resultaat van de vele voorstellen, die
gedaan waren, werd besloten dat het hoofd
bestuur zal onderzoeken in hoeverre de instel
ling der dubbelrangen materieel en moreel
aan die verwachtingen heeft beantwoord en
voldoening schenkt; welke wijzigingen in de
wederorganisatie mogelijk zouden zijn om in
verband niet de behoeften van het oorlogsle-
ger het aantal hoogere onderofficier-plaatsen,
met toekenning van het aan den rang verbon
den salaris, uit te breiden. Voor verschillende
verlangens zal het hoofdbestuur verder werk
zaam zijn.
Inzake de opleiding werd besloten aan te
dringen op oprichting van een centrale kader-
school.
Wegens stopzetting van de opleiding zal den
Minister verzocht worden den achterstand
spoediger in te halen. Een actie tot schade
loosstelling van gedupeerden zal worden ge
voerd. Verzocht zal worden verschillende cur
sussen in te stellen. Gevraagd zal worden al
geheels vrije geneeskundige behandeling (spe
cialistische), ook voor gezinsleden beneden 18
jaar en bij gynaecologische operatie betaling
van 50 pet. der verpleegkosten door het Rijk,
alsmede verstrekking tegen betaling van klee-
diing van fijn laken aan onderofficieren. Hier
na werd de vergadering gesloten.
VERDUISTERING IN INDIë
Een aanhouding te Den Haag
Door de Haagsche politie is aangehouden de
35-jarige P. A. Q„ commies bij het Binnen-
landseh Bestuur te Padang in Nederlandseh
Oost -Indië, als verdacht van verduistering vau
gelden ten nadeele van het Rijk.
De heer Q. vertoeft eenigen tijd met verlof
hier te lande. Het verduisterde bedrag zou
eenige duizenden guldens bedragen. De aange
houdene is heden 'tei* beschikking van de Justi
tie gesteld.
De Raad van Justitie te Padang had indertijd
een bevel tot gevangenneming tegen Q. uitge
vaardigd.
Gestraft met 6 maanden gevangenis
BATAVIA, 13 Juni, (ANETA). De opzich
ter der Gemeentewerken van Batavia, de J.
is conform den oisch veroordeeld tot zes maan
den gevangenisstraf wegens het opzettelijk ver-
hergen van den communistenleider Semoedro.
Tegen de J. is voorts twintig maanden ge
vangenisstraf geëischt wegens verduistering.
H. M. de Koningin enn H. K. H. Prinses
Juliana, zullen Zaterdagavond per extra-
trein om 9.30 van het Paleisperron naar
Apeldoorn reizen;
Nadat aldaar de Koninklijke trein aan
den D-trein is verbonden, vertrekken de 1 :de
vorstinnen 9.45 naar Noorwegen.
Door den- heer Albarda zijn aan den mi
nister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen de volgende vragen gesteld:
I. Is het den minister bekend, dat de ver
anderingen, bij het Kon. besluit d.d. 3 Mei
1928 (Staatsblad no. 141), gebracht in de mi-
iiimum-lesurentabel voor de afdeelingen A der
hoogereburgerscholen met 5-jarlgen cursus, het
voortbestaan v.an afdeelingen A met een lit-
terair-historisch program feitelijk onmogelijk
maken
II. Ie het den minister hekend, dat de ver
anderingen, sub I bedoeld, bijzondere moei
lijkheden opleveren aan scholen, waar nevens
een af deeling A een af deeling „hoogere han
delsschool" bestaat?
III. Is de minister, gelet op de gevolgen,
in de vragen I en II bedoeld, bereid te bevor
deren, dat het Kon. besluit van 3 Mei 1928
(Staatsblad no. 141) alsnog wordt ingetrokken,
of wel, dat zijn invoering wordt uitgesteld tot
1 September 1929, zulks mede met het oog op
de omstandigheid, dat thans hij de Tweede
Kamer aanhangig is het wetsontwerp nopens
het voorbereidend hooger en algemeen vor
mend middelbaar onderwijs, bij de behandeling
waarvan ook over het karakter der afleiding
A kan worden beslist?
Geen jaar, maar 8 maanden
De vorige week heeft voor de Arnhemsche
rechtbank terecht gestaan de 20-jarige arbei
der J. B. te Arnhem, die een agent van po
litie bij een vechtpartij heeft gedreigd van
het leven te zullen berooven.
De Officier van Justitie eischte een jaar ge
vangenisstraf.
De rechtbank, Dinsdag Uitspraak doende, ver
oordeelde verdachte tot 8 maanden gevange
nisstraf.
De Ned. Stucadoorspatroonsbond ein de Ned.
R. K. Bond van Stucadoorspatroons hebben aan
de werknemersorganisaties een schrijven ge
richt, waarin deze worden gesommeerd, dat
uiterlijk Zaterdag a.s. vóór 12 uur bericht aan
wezig moet zijn, dat de arbeid Maandag 18
Juni zal worden hervat. Indien aan deze som
matie geen gevolg wordt gegeven zullen de
bij genoemde bonden aangesloten patroons hun
•werken niet eerder openstellen, dan nadat de
geheele zaak langs organisatorische® weg is
geregeld.
'S GRAVENHAGE, 13 Juni. Geslaagd voor
2e stuurman groote stoomvaart de heeren
H. Stuij, C. G. Abbenes, A. Boers, C. A. B.
v. Santvoord en F. C. Molenaar
Vier jaar gevangenisstraf geëiseht
Voor de rechtbank te Leeuwarden stoiul te
recht J. 8., 42 jaar, koopman te Hallum, thans
gedetineerd wegens poging tot moord met
voorbedachten rade door te zijnen huize niej.
S. van D. thee te schenken, waarin zich een
boe-veelheid zuringzout bevond.
U'it het getuigenverhoor bleek, dat de vrouw
inderdaad een gedeelte van den inhoud in den
mond heeft genomen, doch weer heeft uitge
spuwd.
De offlicier meende, dat hier geen poging tot
moord heeft plaats gehad, doch de subsidair
ben laste gelegde poging tot moord met voor
bedachten rade achtte hij bewezen. De eisch
luidde vier jaar gevangenisstraf.
Voor de Utrechtsche rechtbank heeft ge
diend de zaak tegen een 28-jarige® autobusbe-
stuurdqr W. te 's-G-raveland, dein 32-jarigen
koperslager S. en den 37-jarigen koopman R.,
beiden te Hilversum, verdacht van op een
autorit van Hilversum naar Utrecht van R,
te Zeist ƒ23 en een horloge te hebben ont.
roofd. Ter hoogte van de Utrechtsche gasfa
briek zou R. volgens zijn verklaring uit de
auto zijn gegoc-id, na van te voren te zijn mis
handeld.
Het O. M. eischte tegen ieder der drie ver
dachten onderscheidenlijk twee jaar, één jaar
en één jaar gevangenisstraf met aftrek vau
de voorloopige hechtenis. De rechtbank sprak
de drie verdachten vrij, van oordeel, dat
het wettig en overtuigend bewijs niet ge
leverd was.
De 36-jarige zwervende landarbeider L. B,
heeft voor de Utrechtsche rechtbank terecht
gestaan wegens diefstal van tal van voorwer
pen en geld uit den winkel van de Rudolph-
stichting te Barneveld. De officier van justl.
tie eischte tegen dezen verdachte, die al zes.
maal veroordeeld is, nu een gevangenisstraf
van vier jaar met aftrek van de voorloopige
hechtenis.
Gisterenmiddag tegen twee uur ia een mo
torrijtuig met aanhangwagen van lijn 11 te
Scheveoingen ter hoogte van de Reepstraat en
gaande in de richting naar het stranduit de
rails geloopen. De motorwagen botste tegen,
een betonnen paal tuaschen de beide s-poren.
Eenige passagiers werden licht gewond; dé
bestuurder kwam met don schrik vrij.
Het voorhal con werd gedeeltelijk vernield.
Ben voorman der H. T. M., die zich hij den
tramweg bevond, zag, dat de rails weken. Hij
wilde den bestuurder waarschuwen, doch op
hetzelfde moment ontspoorde de tram reeds.
AUTO TE WATER.
Woensdagmorgen ls onder Nieuwerkerfc
(Schouwen) vermoedelijk door een gebrek aan
het stuur een ante in een sloot geraakt. Do
twee inzittenden werden ernstig aan de beenen
verwond.
Avonturen - roman van Edgar Wallace
6.)
Lief kind, het is de man, dien ik voor jou
gekozen heb, zei hij kalm. Ilc bood Frank een
kans en gaf' hem geld om zaken te doen. Dat
behoeft niet geheim te blijven en ik zei tegen
mezelf: Kerel, als je je best doet, heb ik een
vrouw voor je; en Beryl, hij deed zijn best. Er
is geen zaak in Londen, die in de laatste zes
jaren zoo'n vooruitgang heeft gemaakt alS die
van Frank.... Ja?
Dit tegen een bediende die was binnenge
komen.
Er is een meneer, die u wenscht te
spreken.
Mij te spreken, op dit late uur? fronste
Lew. "Wie is liet?
Hij nam het kaartje van het blad en bracht
het vlak bij zijn oogen:
Postkoerier Joshua Collie.
Weet jij, wie mr. Joshua Collie van 'ie
postkoerier is? vroeg hij verbaasd aan het
meisje.
Maar zij kon ook geen oplossing vinden voor
hef geheimzinnige bezoek van een reporter.
Lew ging eindelijk in de hall, en vond daar
den minzamen mr. Collie, die met alle sympto
men van belangstelling en klaarblijkelijk erg
verrukt een et& stond te bewonderen, boven
den haard.
Dat is een Zpline, nietwaar? zei hij met
een stem vol ontzag. Wat een kieur, wat een be
weging! Een echte meester!
Hij keek vriendelijk naar mr. Friedman,
alsof hij niet alleen een instemming verwachtte,
maar ook een uiteenzetting van de ideeën van
den eigenaar.
Zeker, zeker, zei Lew geduldig, maar u
bent toch zeker niet gekomen om etsen te be-
studeeren, is 't wel?
Mr. Collie's kin zakte naar beneden.
Lieve hemel nee! Natuurlijk niet. Hoe ty
pisch, hoe buitengewoon typisch. Ik vergat al
les, in de beschouwing van die majesteitelijke
lijnen! Ik kwam eens vragen, of u kende, of
op de een of andere manier inlichtingen kon
geven over een heer, genaamdhij wreef
eens over zfln kin, fronste, dook diep in zijn
vestzak en haalde er eindelijk een erg gevou
wen strookje papier uit.... Mr. John Leslie.
Hij bad een vlugge, vogel-achtlge handig
heid om zijn blik van het eene voorwerp naar
het andere te laten gaan en nu keek bij zoo
ving van het papier op en ontmoette zoo snel
en onverwacht de oogen van mr. Friedman, dat
de Zuid-Afrikaner een oogenblik uit het veld
geslagen was.
Ik ken hem ik heb hem eens ontmoet,
tenminste, verbeterde hij zichzelf. Waarom'
Ik had zoo'n idee, dat u me wel een en
ander over hem zou kunnen inlichten?
Joshua's stem klonk erg vriendelijk en de
wijze waarop hij zijd hoofd jtet zakken Ter.
beeldde een smeeking.
Ik weet maar erg weinig van hem af. Mr
Sulton zal u ongetwijfeld wel alles willen zeg
gen, wat bij weet. Leslie is mr. Sutton's be
drijfsleider.
Dat wist ik, mompelde Joshua, met bijzon
deren nadruk op het persoonlijk voornaam
woord. Na hardnekkige onderzoekingen kwam
dat feit voor den dag. Maarewat Mr.
Leslie's verleden betreft?
Daar weet ik niets van, aei Friedman te
rughoudend. Zijn verleden maakte hem altijd
•waakzaam, als hij vermoedde, dat men hem
aan het verklikken wilde krijgen. Gij zult niet
klikken is het oudste en meest geëerbiedigde
der dieven-geboden. En zijn nieuwe leven ont
sloeg hem niet van zijn verplichtingen.
't Spijt me. Joshua was nu een al veront
schuldiging. Ik dacht, dat u mij wellicht iets
had kunnen meedeelen. Inspecteur Barrabal
dien ik wel niet mijn vriend kan noemen, maar
toch een soort vocale kennis, die is goed
hè achtte 't wel mogelijk, dat u mij zou kun
nen helpen.
Barrabal? zei Lew grimmig, dat is de
Vlieg, de detective, waar ze nu weer zooveel
over kletsen, hè. Zeg maar tegen Barrabal, dat
hij de complimenten heeft en dat ik niks over
Leslie weet en ik bet hem niet zou vertellen
ook al w lat ik het.
Is het iets over «ur. Leslie?
Beryl stond in de deur van de bibliotheek.
Deze reporter wenscht iets over hem te
weten. Hij keek scherp naar Joshua. Je bant
nog al oud voor een reporter, hè, mr.Collie?
Mr. Collie nam de wreedheid van die vraag
niet kwalijk, maar tracteerde het meisje op een
van zijn engelachtige glimlachen.
Oud en kundig, zei hij, dat is een van de
groote voordeelen, die de jaren meebrengen
een toenemende handigheid en een overvloed
van list.
Wat wenschie u over mat Leslie te weten?
daagde Beryl hem uit.
Alles.
Joshua maakte een veelomvattende wuiving
met zijn hand. Het was een gebaar, waarmede
hij het heelal omarmde en dat de verbreking
va» alle zegels van kennis vroeg. De waarheid
is, zei hij, dat er iets droevigs voorgevallen
is in de Mortimer Street; daar is een heer ge
vonden met name Greame, hm al tamelijk
versleten. En nu zijn we natuurlijk inlichtin
gen aan het inwinnen, omiire-nt personen, die
ons zouden kunnen helpen in 't zoeken naar den
misdadiger of de misdadigers, die dit wreede
misdrijf hebben volvoerd.
Ondanks zijn melo-dramatische woorden was
zijn toon toch eenvoudig en niet overdreven,
't Was alsof men een kind Antonio's griezelige
toespraak bij het lijk van Caesar hoorde op
zeggen.
Is captain Lesliebegon ze, maar Lew
deed haar zwijgen door zijn blik.
Wij weten hier niets van Leslie, zei hij
kortaf, en u hebt 'n vergeerschen tocht gemaakt.
Niet heelemaal voor niets, zei Joshua, met
een galante kleine buiging in de richting van
het meisje. En met deze complimenteuze op
merking verdween hij.
Terwijl liij over het laantje naar de straat
wandelde, waai' zijn taxi stond to wachten,
schudde Joshua het hoofd en mompelde, zich
zelf berispend: Je hebt veertien shillings en
vier pence aan taxi's uitgegeven, Josihua! En
als je naar het kantoor terug gaat, om je uit-'
g ven te rechtvaardigen en je zet tegen die
veertien shillings en vier pence den post ,,om
mr. Lew Friedman's nagels te onderzoeken",
zui je er danig van langs krijgen. Vooral, als
ze hooreu, dat juist de nagel, dien je wenschte
te onderzoeken aan mr. Lew Friedman's linker
hand, zorgvuldig verborgen was dooi' een
sluifje!
Joshua stapte in de taxi, stak zijn hoofd uit
het venster en gaf den chauffeur zijn aanwij
zingen.
Ga terug langs Barnes en Hammersmith,
zei hij, ik denk, dat ik sixpence uitspaar als
we dien weg nemen.
VII.
Ofschoon Joshua Collie en inspecteur Barra
bal elkandeT nooit ontmoet hadden, voerden zij
toch voortdurend briefwisseling. Die was be
gonnen met het resultaat van Joshua's meester
lijke bemoeiingen in den Edmonton moord en
de gevolgtrekkingen die hij gemaakt had, wa
ren ,,van het grootste belang voor Scotland
Yard", volgens een van mr. Barrabal's vrien
delijke brieven. Twee maal had Joshua naar den
inspecteur gevraagd en twee maal was hij
afgewezen. Want Barrabal was de schuwste
mensch, die ooit de ronde gedaan had. Hij had
dan ook maar twee jaar straatdienst gedaan,
waarna zijn bijzondere kwaliteiten badclen ge
leid tot zijn bevordering als ambtenaar aan
het archief van Scotland Yard; maar zelfs die
ondervinding had zijn natuurlijke bedeesdheid
niet heelemaal kunnen dooden.
Op een avond zat hij erg laat op zijn kantoor
in New Scotland Yard en voor hem lag op zes
getikte vellen een verslag dat hem alles mee
deelde, wat hij reeds wist, over den moord op
Greame ja, hij had zelf zeer voorname pun
ten geleverd voor dit verbaal.
Inspecteur Elford kwam juist binnen, terwijl
hij met de hand aan zijn hoofd, voor de zesde
maal dit getikte verslag jloorvorschte.
Ik heb Larry's schuilplaats ontdekt, zei
Elford. Hij heeft een kamer in Trinity Square,
Borrough.
Heb je ze doorzocht? vroeg de ander zonder
op te kijken.
Er viel niets te zoeken. Hij had alles op
geruimd en zijn spullen op denzelfden dag
van den moord in twee koffers geborgen. Cook
had hem kaartjes gegeven voor Duitechland
en zooals u weet, hebben we de koffers gevon
den in de bagage-zaal van bet Victoria.
Barrabal leunde aevhterover in zijn stoel,
strekte zijn armen uit, en geeuwde.
Wat een gek, wat een idiote gek, zei hij.
Dat is nu de laatste mam in de wereld, dien
ik tot die stomme streek in staat achtte.
In de gevangenis was hij erg droefgeestig'
hebt u het rapport van den gouverneur ge
leien? vroeg Elford, ik heb al meer mannen
van dat slag dien kant op zien gaan. U hebt
hem denaelfden avond gezien, dat hij gearres
teerd werd en u hebt hem ook nog den volgen
den morgen gesproken, nietwaar?
Inspecteur BaTrabal knikte.
Wat heeft hij u 's morgens verteld?
Een heele hoop dingen waarvan er maar
één belangrijk was.
Barrabal was in zijn gewone gereserveerde
stemming.
Elford streek langs zijn langen baard, stapte
op het venster toe en keek naar heit Embank
ment.
Ik zag de gewone gele enveloppe, privé
en vertrouwelijk, om acht uur op je lessenaar
liggen, toen ik binnenkwam, zei hij. Was het
een „Piep"?
Een groote, zei Barrabal en zeer belang
wekkend ook.
Hij stak over naar de safe, haalde er een
trommel uit en toonde zijn medewerker de
laatste bijdrage van de Pieper-collectie.
De zelfde Remington-portable. Het zelfde
papier.
Elford, die wat kortzichtig was, hield het pa
pier onder het licht van de tafellamp.
„Drie diamanten, broches in goud gezet, vier
ringen met emeralden en diamanten, zeven oor
bellen (diamant), de opbrengst van de inbraak
in den juwelierswinkel in Bernersstreet, wor
den Vannacht verhandeld. Ilt zal u morgen
berichten, waar ze gevonden kunnen worden."
Dat bej)eekent, zei Baïfabal, dat de „Pie
per" zijn bod voor het goed gedaan heeft en
dit niet is aanvaard. Hij verwacht trouwens ook
niet meer, dat het aangenomen zal worden,
maar hij houdt de zaak nog hangende, ingeval
het spul wel in zijn handen valt. Als dat heit
geval is, hooren wij er niets meer van. We heb
ben het al eens een paar keer gehad dat een
recalcitrante dief bijdraaide.
Waar heb je dat woord recalcitrant opge
duikeld, vroeg Elfoi'd, een en al verbazing.
In de dictionnaire, zei Barrabal.
Hij had nog een uur werk voor hij het kan
toor verliet, deed toen .zijn jas tot aan de hals
dicht en liep in den vuilen avond.
Hij zag een man staan, onder een lantaarn
paal van het Embankment en toen hij links
omdraaide, om de rivier te volgen, deed de
slenteraar een stap in zijn richting. Ofschoon
Barrabal zijn gezicht niet kon zien, begreep
hij, dat de man hem stond af te loeren en zijn
neus dook zoo diep, tot hij in zijn opgeslagen
kraag verdween. Eerst scheen het, alsof de
vreemdeling wilde spreken, maar klaarblijke
lijk veranderde hij van meenrag en hij keerde
zich plotseling om. Maar hij kon niet beletten,
dat Barrabal hem herkende. Terwijl die detective
achterom keek, zag hij den ander de straat
oversteken naar Westminster Bridge. .Barrabal
keerde terug naar de Yard en had het geluk,
er tegen sergeant-detective op to botsen, die
het Cannon Row politiebureau verliet. Samen
renden ze de straat over en plotseling zag Bar
rabal zijn man terug.
Volg hem op de hielen, zei hij laconiek,
ik wil weten waar liij woont en wat precies zijn
beroep is. Breng mij morgenochtend om half
acht telefonisch verslag uit op mijn flat.
De taak van den detective-sergeant was be
trekkelijk gemakkelijk. Aan den Zuid-oever van
de Theems sprong de man, die al dien tijd
Scotland Yard had bewaakt, op de rijdende
team en overtuigd dat hij niet herkend zon
worden volgde de sergeant hem. Op de krui
sing van de Elephant en Castle stopte de tram.
en met een nieuwen blik op zijn prooi, hervatte
de sergeant zijn lectuur van het avondblad.
Toen de train vertrok keek hij op. Tot zijn ver
bazing was de man, die in een hoek bij de deur
gezeten had verdwenen.
Het volgend oogenblik stond hij op straat
naar alle zijden te zoeken. Er was geen toeken,
van zijn mail te zien en hij vloekte luid. Terwijl
•hij op den hoek van het trottoir stond, niet
wétend wat te doen kwam er iemand naast, hem
s>taan en hij keek in een erg hekend gezicht.
Hallo Collie, zei hij' toen hij den rappor
ter herkende, die een geregeld bezoeker van
Scotland Yard was; zag jij....
(Wordt vervolgd),