I 1 LL rö-HQ^r^ mmm WW5 GEDACHTEN LUIERMANDJES DESPOOTJE ZESTIEN KENMERKEN VAN DE GEZONDE BABY BABY DE WIEG VRIJDAG 15 JUN! 1923 DERDE BLAD ::ysa J X:. Aardig presentje Or: Hit deze rubriek zonder schriftelijke toestemming verboden. „Waar hebt u Baby eigenlijk gekocht? Heeft ze duur gekost?" hooren we soms een van Baby's voorgangers inforxnee- ren, die op hun teenen bij de wieg staan, een en al belangstelling en cri- tiek. Misschien voelen we persoonlijk meer voor de verklaring, dat Baby dooi de engeltjes thuis bezorgd is, dan voor de ooievaar-oplossing of deze veronder stelling, als zouden we met een markt- korf er op uit zijn getrokken om Baby ergens na behoorlijk afdingen aan een sluwen koopman te ontfutselen! Maar toch kan deze vraag die we hier en daar nog al 'ns in allen ernst hooren stellen, ons soms even ontroeren, omdat ze, heel onbewust, met hun naïeve opvatting dbo dicht langs de waarheid gaan, die on schuldige vragertjes naar Baby's geheim zinnige herkomst. Ja, Baby hééft duur gekost. We héb ben Baby moeten koopen. En we hebben niet kunnen afdingen op den hoogen prijsDiepe ernst ligt soms zoo vlak naast kinderlijk gebabbel. En we zijn zoo „zuinig" op Baby al weer een peinzende opmerking van den critischen eerstgeborene we zijn zoo bezorgd en voorzichtig met haar, we zijn er zoo onbegrijpelijk innig aan ge hecht, juist omdat we dat nooit vergeten kunnen, dat we zoo'n duren prijs voor haar hebben betaald. Zij is onze kost baarheid, haar waarde is onschatbaar. Ja, dat is ze. Want er is meer. Er is er Eén, die niet geaarzeld heeft, met Zijn Hartebloed dezen schat te betalen. En misschien staat- van alle menschen, een moeder nog het dichtst bij d" wonder, in begrijpen en danken. God: gaf Zijn aardsche leven voor het eeuwig leven van. haar kindKan ie mand zich nauwer aan Zijn liefde ver want voelen dan zij, die zijn tijdelijk be staan zoo duur moet koopen? Gaan er geen wondere gedachten in haar om in de dagen vóór zij haai- prijs betalen moet? Haar kind kostte een Godmensch het le ven en wellicht ook haar. En kan dan ook wel iemand beter dan een moeder Gods aanspraken op dat kind begrijpen, Zijn eigen bezorgdheid meevoelen voor wat Hij zóó hoog schatte, zoo bloedig kocht? Zou er iemand in die mate geroepen zijn, met Hem saam te werken, als zij, die met Hem samen leed voor hetzelfde leven die leergn moest wat een tijdelijk leven kost om beter te beseffen, wat een onsterfelijk leven waard is? Slechts God en een moeder kennen ten volle den prijs van een menschenkind Hguur 1. Zelfbekleed luiermandje. MACHTEED. Zijn. MajfscOj-t heeft een rose troon, Behangen met witte strooken Elke ongewenschte begroeting wordt Luidruchtig onderbroken. Doeh heeft Zijn Majesteit wél gerust, Dan verleent hij audiëntie, Devoot, zooals pelgrims, treedt de schaar Der bezoekers in Zijn presentie. Zijn Majesteit tast gewichtig naar Zijn kroon van batist en kantjes. Zijn rijksappel is van celluloid, En rammelt tusschen zijn handjes. Twee hofnarren heeft Zijn Majesteit, De eene kan liedjes zingen De andere moet zich op Zijn wenk In allerlei bochten wringen. De eene vermaakt hem overdag Met wartaal en speelsehe blikken. De andere ijsbeert soms nachtenlang Met hemhij hoeft maar te kikken. En er zijn geen slaven en nooit geweest Die zóó trouw en. deemoedig sloven Om een loon, dat voor verren toekomsttijd Zijn Majesteit's lachjes beloven MACHTELD. De meeste moeders zijn óf triomfan telijk overtuigd, dat hun baby zijn leef tijd, ver vooruit is, óf angstig bezorgd, dat hij achterlijk óf zwakjes zou. kun nen. sajm. Zelfs het; rusteloos vergelijken met allerlei btrar-peuters van denzelf- den leeftijd kan meestal niet helpen aan de juiste wetenschap, hoe 't zijn moest. Hier volgen zestien korte regels, waar aan elke normale baby zich gewoonlijk gewaardlgt te houden en die dus een goede test kunnen vormen voor zijn lichamelijke en geestelijke gezondheid. 1. Een langzame, maar gestadige ge wichtstoename. 2. Een gezonde, gelijkmatige eetlust, zonder braken of plotselingen tegenzin. 3. Een effen, fluweeiige, rose huid. 4. Glasheldere oogjes, met een tevre den uitdrukking. 5. Een rustige slaap, met mondje en oogjes stevig dicht. 6. Voortdurend toenemen in bewust zijn en begripsvermogen. 7. Vlotte gewillige spieren, die het lichaampje een en al beweeglijkheid maken. 8. Vanaf de darde tot vierde maand beginnen, kreetjes en gekir. 9. Vanaf de derde tot vijfde maand begint de baby hardop te lachen. 10. Vanaf de vierde maand licht hij,, zonder gesteund te worden, zijn hoofdje op. 1L Vanaf de vijfde tot zevendemaand grijpt hij naar speelgoed en houdt het bewust vast, begint personen uit zijn omgeving te herkennen en doet pogingen- om woordjes te vormen. Hij heeft graag, dat men zich met. hem bezighoudt. De tandjes beginnen door te komen. 12. Vanaf de zevende tot achtste maand is hij gewoonlijk in staat over eind te zitten en zijn ruggegraat recht te houden. Hij tracht te kruipen. 13. Vanaf de negende tot tiende maand tracht hij op zijn voetjes te staan en zich in evenwicht te houden. 14. In de elfde of twaalfde maand kan hij zichzelf heelemaal overeind trekken en -bij een stoel staan. 15. Met een jaar kan hij gewoonlijk een paar woorden spreken en tegen het einde van het tweede jaar korte zin netjes vormen. Met dertien maanden loopt hij aan een handje, met vijftien maanden geheel los, 16. Omstreeks de veertiende maand be gint de weeke plek boven op baby's schedel zich te sluiten. Tusschen de achttiende maand en den tweeden ver- jaardag is ze geheel verhard. Door deze gegevens te vergelijken met het album, dat u waarschijnlijk van ba by's vorderingen en heldenfeiten hebt aangelegd en geregeld bijhoudt, kunt u al gauw zien, of hij inderdaad het won derkind is, waarvoor u hem zoo graag uitgeeft! KAJA. Pig. 1. Men koopt hiervoor een gewoon tee nen mandje. Voor de bekleeding kiezen we toile de soie of zijde. Rose staat allerliefst, zoo wel bij bruine als witte mandjes. De opstaande binnenwanden beklee- den we het eerst. Daarvoor nemen we een langen reep toile de soie of zijde, breeder dan den opstaanden wand. Deze reep wordt eerst van boven smal omzoomd. De reep wordt vervolgens, met veel ruimte, even onder den bovenkant van het mandje met do hand vastgenaaid. De bekleeding steekt even boven den rand uit; door het vastnaaien ontstaat nu een rouche. Nu nemen we een plankje of een ste vig stuk karton (hetwelk precies in het mandje moet passen), waarop kapok of watten, en bekleeden dit met toile de soie, mooi glad. De stof kan b.v. omgeplakt worden. Het bekleedsel van den zijwand wordt nu goed strak getrokken en met kleine spijkertjes op den bodem van het mandje vastgemaakt. Daarna wordt het gewatteerde, be- bekleede plankje op den bodem gelijmd. Aan den buitenkant, ter versiering, 'n strik. Het tweede mandje maken we precies op dezelfde manier. Alléén worden hier de ruime volants aan den buitenkant eerst aangezet, en daarna wordt pas de binnenkant bekleed. De rafelkanten van de volants worden op die manier meteen weggewerkt. Pig, 2. Voor dit mandje kunnen we een grof biezen omhulsel of houten bakje ge bruiken. G. L. Het leven is werkelijk moeilijker en in gewikkelder dan we denken voor onze kleine baby. Wanneer we er zoo eens op pervlakkig onze gedachten over laten: gaan, zijn we geneigd te meenen, dat zoo'n kleine peuter en natuurlijk spe ciaal onze eigene eigenlijk een lotje uit de loterij heeft getrokken en 'n be nijdenswaardig wezentje is. Zorgen kent hij niet, alles is in de weer om hem te rechter tijd te geven wat hem toekomt op allerlei gebied, en door onze voortdu rende zorg is hij gevrijwaard voor elke ruwe aanraking met het leven. Maar in werkelijkheid is zijn leventje heusch zoo eenvoudig- niet. Het kind heeft, evengoed als wij en- zij 't ook nog geheel of half onbewust, zijn eigen strijd te strijden, zich op zijn eigen, vlotte of tragere manier bij 't groote- leven aan te passen. En juist bij deze eerlijke of nood gedwongen pogingen tot aanpassen heeft 't veel moeilijkheden te overwinnen. Dis beginnen al in de wieg. Elke rechtgeaarde baby uit een goed geordend gezin, wordt verondersteld, zich van- zijn- geboorte af te schikken naar een onver anderlijke dagorde van gevoed, gebaad en aan- en uitgekleed worden, van zoet- wakker-liggen en zoet-slapen, en deze regelmaat wordt door heel zijn kindsheid doorgevoerd. Natuurlijk is het van 't hoogste belang voor den dreumes zelf, dat alles zoo is; we weten dat geregelde, evenwichtige levensgewoonten, noodza kelijk zijn voor de gezondheid en het geluk van een beschaafd mensch voor zijn geestelijk zoowel als zijn lichamelijk welzijn. En, wil deze regelmaat een le venslange gewoonte worden, dan dient ze natuurlijk zoo vroeg mogelijk te worden ingevoerd, daar de eerste indrukken ook de sterkste en meest blijvende zijn. Maar wanneer we eens bedenken, hoe lijnrecht deze training indruischt tegen de primitieve neigingen en instincten van het kind, kunnen we ons er d.an over verbazen, dat baby zich er. dikwijls met hand en tand tegen verzet? Zoolang hij nog heel klein is, heeft hij nog niet de wil en het bewustzijn om protest aan te teekenen; hij schreeuwt alleen maar, wanneer na zijn badje de bewerking met- den handdoek zijn teer huidje niet aan staat; hij schreeuwt wanneer hij honge rig is, pijn heeft of zich vermoeid voelt, omdat hij geen andere manier weet om zijnongemak te kennen te geven. De baby van negen of tien maanden echter, schreeuwt met zeker overleg en opzet. Hij verkiest- niet te worden gewasschen om dat hij met rust gelaten, wenscht te wor den en zich genoeglijk-vuil wil zien; hij v/eigart, zich netjes, te laten voeren, om dat 't zijn instinct is, met zijn handjes in het eten te grabbelen en zijn vol ge smeerde vingertjes in den mond te ste ken. Dé meeste moeders beklagen zich, dat hun bay's van negen of tien maan den toch zoo hopeloos, „stout" zijn. Ik ben overtuigd, dat. deze „stoutigheid" niets anders is dan het levendig protest van het zich ontwikkelend kind tegen de beschaafde levensgewoonten, waarnaar het gedwongen wordt, zich te schikken. Wanneer we aan dit allereerst pro bleem van het heel kleine menschje eens volle aajjfiacht schenken, wanneer we niet vergeten, dat we eigenlijk bezig zijn, een kleine wilde in het dwangbuis der beschaafde gewoonten te snoeren, dan zullen we heel wat meer geduld met hem hebben dan tevoren. Ja, we zullen in zien, dat hij feitelijk volstrekt niet „stout" is, en zoo tactvol met- hem om springen als maar mogelijk is. Natuurlijk moeten we bij verschillende dingen onwrikbaar op ons stak staan, wat betreft, de regelmaat en de juiste orde. Wanneer een kind rüet geregeld en voldoende slaapt, moet zijn. gezondheid het ontgelden en het kan noodig zijn,, 'dat we het twee- of driemaal zich in slaap laten huilen om het er aan te wennen, op een vastgesteld uur „onder zeil" te gaan. Wanneer een kind niet aan een regelmatig en verstandig diëet wórdt gehouden, zal zijn. groei en ontwikkeling er onder lijden, en het kan noodig zijn, het één of h.cc keer een maaitijd te doen overslaan en honger te laten heb- jben;. dit is loeier dan dat Het de gewoon te gaat aannemen, voedsel in sommige vormen naar willekeur te weigeren. Maar daar tegenover zijn er hesl wat gevallc-n, waarin we, door rustig en krachtig aanhouden, erin Inrrmerr slagen, 't ons kind. véél gemakkelijker en aangc- nam er te maken. Wanneei t klokje van gehoorzaamheid. slaat bij voorbeeld, is het onze plicht, een atmosfeer te scheppen, die zoo rustge vend en vriendelijk mogelijk is. Nie mand kan er den dreumes een verwijt van maken, dat hij schreeuwt en hard schreeuwt wanneer hij maar zonder meer op een vastgesteld uur plot seling en prozaïsch in zijn mandje wordt neergelaten. Op dezelfde manier moeten we, wan neer we- een bepaald voedsel voor den eersten keer geven, de zaak bekijken vanaf baby's, standpunt. Hij maakt zich misschien zenuwachtig bij 't idee, er aan te moeten beginnen, erndat de kleur en de zelfstandigheid ervan anders zijn dan die van het voedsel, dat hij tot nu toe kreeg. Hem in zoo'n geval de nieuwe spijs eenvoudig door de keel te proppen, is niets- minder dan 'n ruwheid, en de beste manier om den weerzin van 't kind tegen alle soorten onbekend voedsel te versterken. Laat den peuter liever heel alleen om het nieuwe gerecht eens op zijn gemak te onderzoeken het zal waarschijnlijk niet lang duren of hij peutert er met een vingertje in, proeft en komt tot de slotsom, dat 't uitstekend smaakt, Zal hij zoo knoeien? Ja, denke lijk wel, maar zoudt u niet liever een knoeiboel hebben op een oud kleedje op den kinder kamer vi oer, dan een knoeiboel in het teere, ontwakende bewustzijn aan te richten? Met andere woorden, zoudt u niet liever een klein beetje extra "rom mel opredderen, dan uw kind, zij 't ook nog half onbewust, te doen voelen, dat ge niet 't minste geduld hebt met- zijn, heel verklaarbaar, standpunt? Natuurlijk weigert een kind niet altijd zijn voedsel uit zenuwachtigheid', of schrik voor 't ongewone. Soms zet hij alleen maar 't idee in zijn kleine hoofdje, dat hij, om een reden, alleen aan hem zelf. bekend, eenvoudig niet zal eten. Dan ligt 't voor de hand, dat geen overdre ven toegefelijkheid hem halverwege te gemoet mag komen. Dwing hem echter niet tot eten. Probeer 'n eenvoudig spel letje het „voeren" van de speelgoed beesten of de dierfiguren op het behang, of 't om beurten gebruiken van twee lepels is best toelaatbaar en kan dikwijls de aandacht van het kind van zijn oor spronkelijk koppig plan afleiden. Maar hem voor te prevelen, dat hij afwisse lend hapjes neemt voor Pappie, Mem mie of Opa, is onzin. HU zal de weten schap, dat w« er belang bij hebben dat hij. eet, bij 'n. volgende gelegenheid- als wapen tegen ons gebruiken. Daarbij zijn er tien kansen tegen een, dat hij niet wil happen, wanneer hij dat eenmaal bij zich zelf uitgemaakt heeft, en hij zal hoogstens zijn humeurige vijandigheid van het. voedsel, overbrengen op Pappie en Mammie en Opa. Bij zulke gelegen heden is 't de eenig verstandige maat regel, hét versmade maal weg te nemen zonder eenige spijt te doen blijken en den kleuter, honger, te laten krijgen te gen. den volgenden maaitijd.- Een paar uur lang een leege maag te hebben, doet een gezond kind hoegenaamd geen scha de en u zult waarschijnlijk merken, dat hij het experiment niet herhaalt. Deze behandeling lijkt misschien 'n beetje Spartaanseh, maar bedenk, vanhoe- veel belang 't is, het kind van 't begm af aan door een flinke les te bewaren voor de ontwikkeling van aanstellerij en verwende grillen, en bedenk ook, hoe veel wrijving in de latere kinderkamer- jaren voorkomen wordt, wanneer de kleintjes van de wieg af aan leeren, dat' ze hun voedsel, slaap, badje enzoovoort, moeten nemen voor hun eigen welzijn en in hun eigen belang, niet ten gerieve van iemand anders. Ik heb het voorbeeld van voedsel ge nomen, daar 't een dei' meest voorko mende kinderkamer-P-oblemen schijnt, de kinderen, te leeren, hun voedsel netjes en behoorlijk te verorberen. Maar dit zelfde beginsel: het kind, zoover dit door te voeren is, de. natuurlijke consequen ties van zijn eigen handelwijze te doen voelen, moet ook bij andere galegenhe- den doorwerken. Als het kleine kind on vriendelijk is tegen andere kinderen, zet het dan, zonder van uw kant eenige boosheid te laten, blijken, alleen; als baby schreeuwt en u is et zeker van, dat gee- neriei ongemak er de oorzaak van zijn kan laid hom schreeuwen. Natuurlijk zijn er gevallen, waarin dit beginsel niet zonder niser kan worden 'toegepast. Gezond veratand. is minstens even noodzakelijk in de opvoeding als op ieder ander levensterrein. V zult geen psyeho-aaalist noodig hebben om u te verteilen, dat 't leeiyk branden van een handje of vingertje een zeer onge- wenschten indruk bij een kind kan ach terlaten. Iedere verstandige moeder zal, wanneer ze de belangstelling van haar kleuter in kaarsvlammetjes of vuur ziet groeien, liet kind wijzen hoe 't zijn handje geleidel ij k al dichter en dichter bij kan brengen, tot de hitte pijnlijk begint te worden, zoodat 't de ondervinding krijgt, waaraan 't behoefte heeft, zonder lichamelijk letsel. Natuurlijk moeten we, wanneer we er eenmaal op willen staan, dat baby zich zonder tegensputteren schikt naar de dagelijksche gewoonten, ons zelf ook ern stig afvragen, of wij hem genoeg tege moet komen. Als u van uw kind ver wacht, dat het eet wat u het voorzet, is 't uw dure plicht, toe te zien, dat 't goed is klaargemaakt, er smakelijk uitziet en voor zijn gestel geschikt is; en dat 't niet sterk smaakt naar iets, waarin 't kind een persoonlijken tegenzin heeft, zooals u die zelf immers ook kent! Als u verwacht, dat de kleine baby den hee- len nacht doorslaapt zonder voeding, zoo als dat van 't begin af aan behoorde te zijn, is u niet verantwoord, wanneer u hem maar laat „brullen" zonder eerst te zien of hij volmaakt op z'n gemak is: hij kan trek hebben in 'n slokje water, hij kan kramp voelen door 't lang in één houding liggen, en zoowel dorst als kramp zijn op zijn leeftijd héél wettige reden om te brullen! Wanneer we onze kinderen werkelijk liefhebben en begrijpen, zullen we hen niet onnoodig dwarsboomen. We zullen bedenken dat, waar we toch al in zoo veel opzichten gedwongen zijn, ons kind te vormen naar de eischen der bescha ving, we ons in meer neutrale gevalle tjes liever wat extra moeite en last moe ten getroosten dan het af te stooten en te fnuiken door al te ver doorgevoerde dressuur. En als we altijd een open oog en een verdraagzaam hart hebben voor 't kin derlijk standpunt, als we de aandoenlijke positie aanvoeren van den kleinen wilde, die' zich, naarmate hij opgroeit, al meer moet aanpassen bij de heerschende be schaafde gewoonten, dan zal het in- en door-voeren der discipline ons heel wat gemakkelijker vallen en er zullen zeker minder- gevallen van opstandigheid voorkomen en heel wat minder „stoute" kinderen! MACHTELD. Rammelaar, bestaande uit vijf of meer afhangende klokjes, gehaakt van witte of rose kunstzijde of fijne wol. We beginnen te haken 7 losse. In deze losse 7 vaste. In den volgenden toer haakt men steeds om de andere vaste, 2 vaste in ééns teek. 3e toer vaste, 4e en. 5e toer vaste, 6e toer om de 2 vaste, 2 vaste in één steek; 7e, 8e en 9e toer, vaste. 10e toer om de 3 vaste, 2 vaste in één steek, 11e, 12e, 13e, 14e, 15e, 16e, 17e toer, vaste, lSe toer om de 5 vaste, 2 vaste in één steek, IDe, 20e, 21e toer vaste. In den. laaf-stsn toer haakt men om de 5 vaste een pieotje. Nu worden er koordjes gehaakt, waar-y aan de klokjes komen te hangen. De koordjes niet alle even lang. Om den ring haakt' men 1 toer vaste en even eens een kort koordje. De koordjes worden te zamen vast- I noden door een mooien strik, ïn eik klokje wordt een klein rond bel letje bevestigd-. Seir sieraad voor de wieg. G. L. Wttfiïi Fig. 1. Pig. 3. Voor de jonge, toekomstige moeder is de wieg altijd een van de belangrijkste dingen. Herhaaldelijk sluipt ze de kamer bin nen, waar de met strooken ert kanten behangen wieg staat; de wieg, waar straks1 haar lieveling in zal rusten. We waren in de gelegenheid om bij de firma Schroder, te Amsterdam, ver schillende modellen te- teekenen. Pig 1. Moderne wieg van pit-riet, met lossen standaard. Aan beide kanten gewerkte of gebloemde gordijntjes met ruime volants, die- schuin opgenomen kunnen worden De gordijntjes; worden met ringetjes op een roede geschoven, en zijn dus heel gemakkelijk afneembaar om ge wasschen te worden. Ter garneering een reusachtige, strik.. Deze wieg. past vrijwel in elk interieur. No. 2. Salonwieg bekleed mot zeer fijne witte, batist, met ruim. aangezette strooken. Door den lang afhangenden volant wordt een lint geregen. We kunnen natuurlijk ook een enkel de wieg kamen en zelf bekleeden. doch dat is een heel werk. Zelf bekcoden kunnen we gemak kelijker het aardige reiswisgje, fig. 3, waarin wc onzen kleine heerlijk veilig en rustig mee op reis kunnen nemen. Ook s het zeer practisch, wanneer we eenige weken uit logeeren gaan. hen meer practisch bedje tornt ons fig. 4. Het geheel is een wit ledikantje, met neer-klapbare zijwanden. F4g. 4. Het bovenstuk, waaraan roede met gordijntjes, is later, wanneer onze baby grooter wordt, geheel afschrosfbaar. Het kind lean dan tot een jaar of vijf in het ledikantje blijven liggen. Ter garneering gebruiken we niet meer allee-n de breede rose, witte of blauwe strikken, doch ook groote toefen smalle lintjes in verschillende kleuren, zooals; groen, oranje, lila, geel, door elkaar. DINA. 'r.&vïjJ/O.'.v Pig. 2.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 10