FEUILLETON
li
Zaterdag 16 Juni 1928
DE PIEPER
PROV. STATEN VAN ZUID-HOLLAND
DE ZOMER-ZITTING
TWEEDE KAMER
DE LAATSTE ZITTING VÓÓR HET RECES
Vt IE HET KO RTST SPR A tv
11
t
DE DOMifvÉ'S PRATEN ALT J j
In de gisteren gehouden vergadering van
Prov. Staten van Zuid-Holland kwam het eerst
sen de orde het voorstel tot verlenging van
de verordening op de heffing van bruggeld
Voor den overtocht van de brug over de oude
Maas.
Nadat in de ochtendzitting over dit voorstel
verschillende sprekers opmerkingen hadden ge
maakt, werden deze in de middagzitting door
het lid van Ged. Staten, den heer Borghols be
antwoord.
Spr. behandelt eerst het motief van de we
genbelasting. In een van de adressen wordt er
op gewezen, dat de bewoners van den Hoekscha
waard naast de wegenbelasting ook nog dit
bruggeld moeten betalen. Maar, vraagt spr.
moeten dan alleen de mensohen uit don Hoek-
schewaard wegenbelasting betalen? Dat motief
zou dan toCh ook moeten gelden voor alle
andere autobezitters in de provincie Zuid-Hol
land.
Een auder motief is de verkeershelemmering.
Naar sprekers meeutng kan dit geen behoorlijk
motief zijn.
Spr. hoopt, dat te zijner tijd 't rijk 't onderhoud
van deze brug zal overnemen, maar zoover zijn
we nu nog niet, en er kan geen enkele aan
leiding voor Ged. Staten zijn, om een bedrag
van 35.000 per jaar aan inkomsten uit deze
brug prijs te geven. Er is reed3 een tekort
van 5000 per jaar, en de voor de provincie
geboden zuinigheid laat niet toe om dit tekort
te laten aangroeien tot ƒ40.000.
De Staten hebben den plicht om dit brug
geld nog voorloopig te continueeren, aangezien
aan de provincie niet meer lasten mogen wor
den opgelegd, dan strikt noodzakelijk zijn.
Spr. hoopt daarom, dat het voorstel van Ged.
Staten zal worden aangenomen.
Het voorstel van Ged. Staten wordt verwoT-
pen met 42 tegen 22 stemmen.
Een voorstelSchalekamp, om de rechten
tot 1932 te halveeren, wordt vervolgens even
eens verworpen, en wel met 39 tegen 28 stem
men.
Het gevolg hiervan is, dat de verordening
tot bruggeldheffing met 1 Januari 1929 is in
getrokken.
Z. b. st. worden aangenomen de voorstellen
ten aanzien van de verordeningen op de hef
fing van a. rechten voor het bevaren van het
scheepvaartkanaal tusschen Rijn en Sohie en
voor het overzetten ovér dat kanaal met de
schoener aan den Hofweg;*
b. rechten voor hot ophalen van de brug
over den Rijn te Alphen aan den Rijn.
Bij het voorstel over de verordening betref
fende de rechten voor het bevaren van de
Gouwe wijst de heer Beekenkamp (Lib.) op
de hooge rechten, welke hier gelden en welke
belemmerend werken op het verkeer. Naar
sprekers meening dient hierin ten fipoedigste
verandering te komen.
Het voorstel wordt daarna z. h. st. aangeno-
men.
DE DROOGMAKERIJ DER REEUWUKSCHE
EN SLUIPWIJKSCHE PLASSEN.
InterpellatieVlielander.
.au ua orde is daarna de interpellatieVlie
lander betreffer.de droogmaking der Reeuwijk-
sche en Sluipwijksehe plassen.
De heer Vlielander (Lib.) dringt aan op
spoedige drooglegging dezer plassen, waardoor
ongeveer 800 H.A. land beschikbaar zal komen.
Bovendien kunnen bij de drooglegging tal van
werkloozen worden tewerk gesteld.
De heer von Fisenne, lid van Ged. Staten
herinnert er aan, dat de Staten vroeger heb
ben besloten (in 1924), dat de provincie en het
Rijk ieder de helft zouden dragen van de kos
ten, noodlg voor het ontwerpen van een plan
voor de droogmaking dér plassen. Volgens een
door het bureau van Hasselt en de Koning op
gemaakt plan zou de drooglegging geen verlies
opleveren. De thans overleden hoofdingenieur
van Elzelingen heeft daarna een rapport uit
gebracht, volgens hetwelk op een risico-bedrag
van 250.000 moest worden gerekend. Van den
Minister van Binnenlandsehe Zaken werd ver
volgens een schrijven ontvangen, waarin mede
gedeeld werd, dat het Rijk alleen wilde mede
werken, wanneer de verliespost niet grooter zou
worden dan 100.000,. Naar aanleiding hiervan
is een nieuw onderzoek ingesteld en naar het
oordeel van den Rijkswaterstaat zou er moe
ten worden gerekend op een bedrag van 7 a
800.000 als droogmakingskosten. Van dit be
drag komt 2/3 deel ten laste der provincie.
Ten slotte deelt spr. mede, dat Ged. Staten
bereid zijn, om de betreffende rapporten voor
de leden ter visie te leggen.
De heer Van Staal (S.D.A.P.) is van oor
deel, dat deze rapporten voor de leden gedrukt
moeten worden.
Spr. dient de volgende motie in:
„De Staten, in vergadering bijeen op 15 Juni
1928;
gehoord de besprekingen over de vraag, of
het niet wensehelijk i® tot droogmaking van
de Reeuwijksche en Sluipwijksehe plassen over
te gaan;
nocdigen Ged. Staten uit de reeds uitge
brachte rapporten in druk ter kennis te deen
brengen van de leden dier Prov. Staten;
en dit te doen volgen met een spoedig prae-
advies over de vraag of droogmaking van
voornoemde plassen niet noodzakelijk moej,
worden geacht en dit praeadvies in een des
wege expresselijk te beleggen vergadering van
de Staten aan de orde te stellen."
Deze miotie is mede onderteekend door de
leden dr. Hoffman, van Muiswinkel, Vlielander,
van der Weijden, Beekenkamp, Werker, Hors
man en Brunt.
De heer van der Weijden (R.K.) dringt even
eens aan op spoedige drooglegging.
De heer Hoffman (R.K.) toont zich weer
als beslist voorstander der drooglegging dezer
plassen.
Een post op de begrooting onzer Staten
voor bevordering van landverhuizing moest
onnoodig zijn.
Ook de vermindering der werkloosheid wordt
gebaat door drooglegging.
Spr. verzoekt zoo noodig spoedig een buiten
gewone zitting der Staten te beleggen, ten
einde een definitief besluit te nemen omtrent
dit urgent vraagstuk en de drooglegging des
noods in eigen uitvoering te ondernemen.
De heer Brunt (C.H.) is van oordeel, dat
deze kwestie de grootst mogelijke aandacht
verdient
Spr. hoopt dat de kwestie reeds in de najaars
zitting zal kunnen worden genomen.
De heer von Fisenne deelt mede, dat met het
Rijk in overleg zal worden getreden over de
publicatie der rapporten. De motie-v. Staal-
Hoffman wordt door Ged. Staten ter fine van
prae-advies genomen.
Interpellatie-De Bruin.
Daarna is aan de orde de interpellatie-De
Bruin over het medisch schooltoezicht.
De heer De Bruin (S.D.A.P.) wijst op het
groote belang van dit schooltoezicht, vooral
op het platteland. Spr. vraagt, of de besprekin
gen met het Groene Kruis reeds zoover gevor
derd zijn, dat verwacht mag worden dat we
op dit gebied op den goeden weg zijn.
De heer Borghols, lid van Ged. Staten deelt
i .I,
mode, dat de besprekingen met 't Groene Krui3
ten dezen neg niet zijn beëeindigd, en dat het
beter is, om nog eenige maanden geduld te
hebben.
Interpellatie-Ten Hope.
Aan de orde is vervolgens de interpellatie-
Ten Hope betreffende verkeerstoeatamden op
den weg Rotterdam—Overschie in verband met
een plaats gehad hebbend auto-ongeval onder
Overschie,
De heer Ten Hope wijst op het gevaar van
dezen weg, waartoe in de eerste plaats wordt
bijgedragen door de motortram Rotterdam—
Overschie. Naar sprekers oordeel moet deze
tram zoo spoedig mogelijk verdwijnen, waarna
zij vervangen zou kunnen worden door een
autobusdien st.
Spr. dient een motie van deze strekking iti
De heer Von Fisenne, lid van Ged. Staten
merkt op, dat do meeste ongelukken op dezen
weg te wijten zijn aan té roekeloos rijden. Ook
Ged. Staten zijn van oordeel dat op dit weg
gedeelte een autobusdienst de voorkeur ver
dient hoven een tram, en spr. kan mededeelen,
dat het gemeentebestuur van Rotterdam bereid
is te zijner tijd de tram te vervangen door
autobussen.
De heer Ten Hope neemt zijn motie terug.
Interpellatie-Hoffman.
Ten slotte is aan de orde de interpellatie-
Hoffman over de schutsluis bij Gouda.
De heer Hoffman (R.K.) acht een doorvaart-
breedte van 12 M. voor deze aluis niet voldoende
en zou deze breedte willen zien gebracht op
14 M. Daardoor zou mede het voordeel worden
bereikt, dat twee schepen naast elkaar geschut
kunnen worden. Spr. vraagt, of ook Ged. Sta
ten van dezelfde meening zijn.
De heer VON FISENNE. lid van Ged. Staten
deelt mede, dat de sluis wordt uitgevoerd vol
gens het ruimte-plan. Hiertegen is hij Ged.
Staten nog geen enkele bewaar ingekomen,
zoodat het college in de meening verkeert, dat
de sluis aan de te stellen eischen voldoet.
Naar het oordeel van Ged. Staten behoeft
de siluis dan ook niet te worden verbreed.
De voorzitter sluit daarop in naam der
Koningin deze zitting van de Staten.
In den loop der vergadering werden nog
z. h. s. aangenomen de voorsteil-en betreffende:
wijziging der provinolale begrootingen voor
1927 en 1928.. wijziging van het reglement van
Delfland; wijziging van het reglement van
Rijnland; wijziging van het hijzonder regle
ment Graspol<1 erwijziging van de bijzondere
reglementen der polders Het Zand en Oud- en
Nieuw Reijerwaard; wijziging van het alge
meen reglement B. en het. bijzonder reglement
voor het waterschap Blokland,
Als gevolg van herhaalde verzoeken van de
zijde der pers en op voorspraak van tal van
Statenleden en van eenige leden, van Ged.
Staten werd gisterenmiddag na de pauze aan
de verslaggevers bij de vergadering van de
Prov. Staten toegestaan, beneden in de ver
gaderzaal plaats te nemen.
NATIONALE TENTOONSTELLING VAN
RUNDVEE, PAARDEN EN KLEINVEE.
i E£'
In een Woensdag j.l. gehouden vergadering
van de Nederlandsche Commissie voor de Gei
tenfokkerij, deelde de heer C. Zwagerman
mede, dat de medewerking van de geitenhou
ders aan de tentoonstelling de verwachting
overtreft.
Van alle provinciën op één na kwamen in
schrijvingen binnen, zoodat de in Den Haag
aanwezige collectie geiten een volledig beeld
zal geven van de trap van ontwikkeling van
de geltenfokkerij in ons land. Het laat zich dan
ook aanzien, dat het getal der In te zenden
dieren het genoemde minimumaantal van 100
aanzienlijk zal overschrijden.
De belangstelling in het buitenland voor bo
vengenoemde tentoonstelling is zeer groot.
Het was een heel merkwaardige laatste ver
gadering, zooals er misschien zelden een ge
houden is. De oorzaak daarvan was, dat het
laatste onderwerp op de agenda een interpel
latie was, waarvan te voren hekend was, dat
ze in tegenstelling met de gewoonte nu eens
niet met een motie zou worden besloten, dus
zonder stemming. Is zoo'n laatste vergadering
in den regel erg rumoerig tegen het einde,
nu was het juist andersom. Als de voorzitter
niet gebruik had gemaakt van de bepaling
van het reglement van orde, om vast te stel
len, dat men om kwart over vijf klaar moest
zijn, dan hadden de in de kamer nog aan
wezige leden die de belangen van Zeeuwsch-
Vlaauderen meer in het bijzonder behartigen,
gerust nog een uurtje doorgepraat, want ze
liadden over dit gewest nog heel wat op hun
hart.
In het begin is er hard gewerkt en was er
de echte stemming want in korten tijd waren
22 wetsontwerpen en 3 conclusies aangeno
men. Er was een soort wedijver in het houden
van korte redevoeringen, iets zeer bijzonders
in de Kamer, die het van het praten moet
hebban. Was de voorzitter, ais minister be
kend om zijn korte en bondige redevoeringen,
thans is hij geslagen door minister van de
Vegte, die nu wel de recordhouder van de
kortste ministeriele redevoering zal zijn. Op
een uitvoerig betoog van den heer Weitkamp
over onteigeningen noodig voor den aan eg
van scheepvaart kanalen naar Twenthe, waar
in hij het standpunt van de regeering uiteen
zette, antwoordde de minister van Water
staat onder groote hilariteit van* de Kamer,
toen hij het woord kreeg niets anders dan:
„zoo is het!"
De eenigen, die zich niet wenseliten te bekor
ten waren de vertegenwoordigers van de
Staatkundig gereformeerde partij, de dominé's
Kersten en Zandt. Al werd hun het spreken
niet geheel onmogelijk gemaakt, gehoond wer
den ze danig, te meer daar hun redevoeringen
met de onderwerpen die aan de orde waren
betrekkelijk weinig te maken hadden. Bij een
onteigeningsontwerp ten behoeve van de open
bare Leeszaal te 's-Gravenhage ging dominéé
Kersten deze instellingen bespreken, waarvan
hij principieel tegenstander is. Toen hij echter
stemming wilde vragen over het onteigenings
ontwerp was hij veel te laat, want intusselien
waren er reeds weer een paar andere ontwer
pen aangenomen.
Bij de wijziging van de Kieswet hield d-ominé
Zandt hoogst zenuwachtig en trillend als een
espeblad een redevoering tegen den stemdwang
tot afschaffing waarvan hij zelfs een motie
indiende, die later behandeld zal worden. Bij
de Interpellatie -wilde dorniné Kersten spreken
over het NederlandschBelgische verdrag, wat
hem belet werd. Het schijnt dat deze mannen
zich nog minder in het parlementaire gareel
willen, voegen, dan de communist. Als hun vol
gelingen ze eens zagen bij hun optreden in de
Kamer, dan zouden ze, daarvan zijn we over
tuigd, spoedig het vertrouwen verloren hebben.
Zij zijn het meest afwezig van alle leden en
als ze er eens zijn, dan spreken ze over aller
hande zaken, die met de aan de orde zijnde
kwesties niets te maken hebben. Zoo z-ag
dorniné Kersten kans om bij de interpellatie
over den ongunstigen economisohen toestand
van Zeeuwseh-Vlaanderen een heel betoog te
houden over de Zondagsheiliging.
Bij de behandeling van de wetsontwerpen is
het langst gesproken over de wijziging van de
Kieswet.
In de laatste jaren is herhaaldelijk'het vraag
stuk onder de oogen gezien of en in hoeverre
het mogelijk zou zijn een regeling te treffen
waardoor de Kieswet voor hen, die op den
stemmingsdag niet in hun woonplaats aanwezig
kunnen zijn, de gelegenheid zon openen toch
aan de stemming deel te r.en;?m.*Voor hen die
in het land bleven was daarin reeds voorzien
maar nh bleef nog over de oplossing van hef
vraagstuk voor zeelieden en anderen. Ook ia
andere landen beeft men een dergelijke rego
llng. De thans getroffen oplossing stemt hét
meest overeen met het E-ngelsche stelsel! Als
de Eerste Kamer dit ontwerp aanneemt is de
kiezer voortaan, met inachtneming van 'het in
de wet bepaalde, bevoegd bij volmacht te stem
men, indien' zijn beroep of werkzaamheden
medebrengen, dat hij herhaaldelijk of althans
gedurende het gedeelte van het jaar, waarin
de stemming gewoonlijk, valt, werkzaam pleegt
te zijn buiten de gemeente op welker kiezers
lijst hij voorkomt, mits zijne afwezigheid, in
dien hij gedurende het tijdvak of de tijdvak
ken, waarin hij aldus werkzaam is, een of
meermalen in die gemeente terugkomt, als
regel telkens langer dan drie dagen duurt.
Medo i-s, met inachtneming van het in de
wet bepaalde, bevoegd bij volmacht te stem
men, de vrouw, welke, gehuwd mét een kiezer,
die voldoet aan -de in het vorige lid gestelde
voorwaarden, mat haar man, in verband met
diens beroep o£ werkzaamheden, afwezig pleegt
te zijn.
Er bleef nog een moeilijkheid en wel of de
Marine, die soms ©en jaar aan den wal blijft,
en gaat varen er ook onder viel. In hoogste
instantie zal de rechter dit moeten uitmaken,
maar al kan dan niet altijd gezegd wordedat
de tot de Marine beboorende kiezer herhaalde
lijk afwezig is, toch meende de minister, dat
de Marine onder daze bepaling viel. Eenig debat
ontspon zich ook nog over de wijziging van de
wet, waardoor het Aardenbi. resche en het
Rhenensche geval voorkomen kun-nen wordeD.
Het wetsontwerp werd daarna zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
De economische toestand van Zeeuwseh-
Vlaanderen, waarover daarna de heer Korten-
horst interpelleerde is niet rooskleurig. De
oorzaken daarvan zijn te veel om op te sommen,
maar behalve cle ligging ten Zuiden van de
Schelde, is daarvan ook oorzaak de groote
verdeeldheid die er he-orscht door de talrijke
gemeenten en het verschil van inzicht en be
langen van de bevolking. Meer nog dan voor
Brabant en Limburg is liet noodzakelijk dat
de Regcoring zorgt voor een goede, snelle en
goedkoop© verbinding van dit gewest met het
overige deel van het land. Tot heden ontbreekt
daar' nog heel wat aan en de Regeering is er
niet rne-e af, door te verklaren, dat het pont-
voer al zooveel geld kost. Tal van sprekers
hebben den heer Kortenbörst gesteund én niet
zonder succes. Het is nu tenminste komen vast
te staan, dat de Regeering mee wil werken aan
een waterleiding in Zeeuwsch-Vliaanderen, dat
de kanalen van Hulst naar Axel er binnenkort
wel zullen komen en dat al.s Gedeputeerde
Staten komen met voorstellen over samenvoe
ging van gemeenten, zoo'n plan ernstig zal
worden overwogen. De bestaande permanente
adviescommissie voor de vlasbewerking, zal
haar onderzoek ook uitstrekken over andere
zaken, om dit gewest te helpen. Aan de enkele
led-en -die nog aanwezig waren wenscht-e do
voorzitter een prettige vaeantie en daarna
ging de Kamer tot September uiteen.
Avonturen - roman van Edgar Wallace
8.)
Ik zou mijn arme hoofd maar niet vor.
moeien met toekomstgedachten, Beryl, zei hij
en hij was verrassend kalm. Een week is ze
ven dagen, zeven dagen zijn een beel-e hoop
dagen!
Maar hier kwam ze tegenop.
Dear, laat ous asjeblief mekaar niét voor
den gek houden. Ik zal trouwen niéts
zal dat meer kunnen voorkomen, niets, niets.
Zeven dagen zijn een heele hoop dagen,
herhaalde hij en zij trok haar arm uit den zijne.
Laat ons er maar niet meer over praten.
Kijk eens!
Ze wees naar den overkant van Birdcage
Wulk.
Daar ls die leuke kleine man weer, die
gisterenavond bij ons aanbelde en alles van jou
yrild-e weten.
Welke leuke kleine man? vroeg hij. Ik zie
er zooveel, zei hij moedeloos.
Ze wees naar een slecht gekleeden heer in
een verschoten overjas.
't Is een reporter van de Postkoerier. Zijn
naam wil me op het oogenblik niet te binnen
sclhieten.
Collie, vulde hij haar mededeeling aan.
Luisterend naar den naam van Joshua. Een
echte speurhond, hoor, die zijn naam met eere
draagt.
Kent hij je? vroeg ze In een plotselinge
angst.
Hij schudde het hoofd.
Ik hoop heit niet. Collie heeft geen bijzon
dere belangstelling voor minderwaardige mis
dadigers. Ze moeten al van een erg beruchte
vermaardheid zijn, willen ze zijn aandacht
wekken. Maar, dat geef zeg ik jo, een bloed
hond is een pommeraansch schoothondje, ver
geleken by Joshua.
Al had mr. Collie hen ook gezien, dan had
ht) hen waarschijnlijk toch niet herkend. Hij
scheen zoo geheel op te gaan in zyn gedachten
terwijl hy voarby wandelde, het hoofd in zijn
schouders, zyn handen opzijn rug en zijn oogen
Haar den grond gericht, dat zelfs de verwen-
"svan de voetgangers, waar hy tegen
op botste, hem niet uit zyn droomen konden
wekken.
Wat wil hij toch van me hebben? Ik heb
nooit geweten, dat ik zoo'n belangryk per
soon was.
Daar kon zij hem niet over inlichten. Ze
had slechts een paar van Collie's vragen opge
vangen en Lew had daar niet veel antwoord
op gegerem.
Hij bracht haar tot aan het station en nam
daar afscheid. Er werd geen enkel woord meer
gesproken, over het verleden en ofschoon ze
hem over haar toekomst had willen spreken,
kon ze daar niet den moed toe vinden. Toen
zy op den trein stond te wachten, zag ze voor
het eerst de vraag, waarmee ze nog wel een3
erg vertrouwd zou worden. Op het groote bil
jet van een krant stonden de woordenWie is
de Pieper? Het was de Megaphone. Ofschoon
niet het schroomvalligste, dan toch het groot
ste ochtendblad. Ze kocht een nummer uit
nieuwsgierigheid, niet vermoedend, dat de Pie
per ook maar-iets uit te staan kon hebben, met
den moord in Mortimer Street.
Tot haar groote verrassing was het verhaal
van den Pieper geweven door den moord op
Larry Greame. Ze las door, totdat ze plotseling
stiet op een alinea, die zeer op haar zenuwen
werkte.
„De politie vermoedt schryft onze speciale
correspondent dat de moord begaain is, door
een berucht heler, die bekend staat in de die-
venwereld als De Pieper. Een pieper of verklik-
ker, ls iemand, die zyn kameraden verraadt
en het is in vakkringen een publiek geheim,
dat de politie sinds lang een zeer groote hulp
heeft gevonden, in 't arresteeren van vele mis
dadigers, o.a. van den vermoorde, door van dezen
ontvangen inlichtingen. Men vermoedt, dat ze
afkomstig zyn van den heler die op groote
schaal te werk gaat en hét kanaal is, waardoor
de meeste goederen van belangrijke inbraken of
diefstallen, het land verlaten. Ofschoon de po
litie geen enkelen sleutel heeft om zyn identi
teit vast te stellen, is ze er bijna zeker van,
dat het iemand is, die vroeger zelf cel-straf
heeft ondergaan, zoowel hier als in Zuid-
Afrika. Scotland. Yard heeft aan de politie te
Johannesburg gevraagd om haar van dienst te
willen zyn met fotografieën en vingerafdruk
ken van een man, die onder allerlei vermom
mingen een serie bigamieën heeft gepleegd,
waarvoor hij éénmaal tot twee jaar gevange-
nisstraf in Pretoria werd veroordeeld. Indien
dit belangrijke indentificatie-materiaal zal aan
komen, zail de arrestatie van dezen schurk niet
lang op zich laten wachten en zoo goed als zeker
leiden tot de ontmaskering van den moorde
naar van Larry Greame".
Zuid-Afirika? John Leslie had gezegd, dat hy
in Zuid-Afrika geweest was....
Ze was echt ziek, toen ze in Wimbledon uit
den trein stapte. Nog geen twee avonden ge
leden had Lew Friedman een haast ommoge-
ïyke geschiedenis voor haar ontsluierd, dat
haar vader een dief en haar voogd een ont
slagen boef was.
De tea was geëindigd en Lew, die de krant
zat te lezen, die zij had meegebracht, kwam aan
de passage, die haar zoo getroffen had. Hij las
ze langzaam door, regel voor regel, want hij
was geen v-lug lezer en Het toen de krant
ineens op zyn knie vallen.
Heb je dat gelezen over- dien Pieper?
vroeg hy.
Ze knikte, zich bang afvragend, wat er nu
weer ging gebeuren. Maar Lew scheen klaarblij-
keiyk geen enkel verband te vinden, tusschen
dit bericht en John Leslie.
Indien het waar is en de Pieper zoo'n
groote vogel is, als ze zeggen, zou 't me niets
verwonderen, dat er vandaag of morgen wat
met Barrabal gebeurt.
Waarom met mr. Barrabal? vroeg ze.
Omdat hy zich met dezie zaak belast heeft
en omdat hy op alle gebied de meest gesle
pen man is, dien z© ooit op Scotland Yard ge
zien hebben. We zullen maar eens afwachten,
of broeder Pieper nog sluwer ls.
Lew Friedman, verloochende zijn afkomst
niet. Want een der voornaamste karaktertrek
ken van dit ras is de gave der voorspelling.
Dien avond zat mr. Barrabal op zyn kantoor,
na een heelen dag hard gewerkt te hebben,
toen er een eenvoudig maal van thee en ge
roosterd brood gebracht werd. Er was wel een
politie-cantine, maar hy was nogal moeilijk te
voldoen wat zijn tihee betrof en betrok zijn
maaityden steeds uit een klein restaurant in
de buurt van Scotland Yard. De kellner bracht
het blad binnen,, zette het op een klein tafeltje,
nam het porceleinen deksel van den toast-
schotel en schonk wat thee in.
Barrabal roeide werktuigiyk in de tihee en
nam een driehoekig stukje toast. Bonen zijn
hoofd hing een zeer sterk licht en in den hoek
waar hij het warme brood vasthield, zag hij
iets schitteren op de beboterde oppervlakte.
Hy legde het brood weer kalm neer.
Eenige seconden later had hij aan de telefoon
een ernstig gesprek met het Westminster-
hospitaal. Het gevolg van die bespreking was,
dat liet theeblad zorgvuldig in een taxi werd
geplaatst en zoo snel mogelük vervoerd naar
het laboratorium van dit hospitaal. Barrabal
wachtte in de doktorenkamer, rookte een ciga-
ret, totdat de chemilcer terugkwam.
Ik heb voorloopig maar een kwalitatief
onderzoek kunnen instellen;' ik kan u de hoe
veelheden nog niet opgeven, zei deze. Maar er
is ongetwijfeld on al de toast arsenicum ge
strooid, in de thee kunnen we niets ont
dekken. Ik zal u morgenochtend den uitslag
van het kwalitatief onderzoek meedeelen.
Dat is allee, wat ik wilde weten, zei Bar
rabal en ging terug naar Scotland Yard, waar
hy zijn secretaresse belde.
Als iemand naar me vraagt, zei hy tegen
het verbaasde meisje, wil je dan zoo vrien-
deiyk zijn om te zeggen, dat ik dood ben? Nee,
't is nog maar beter.
Hy ging zitten en krabbelde iets neer. Den
volgenden dag bevatten alle ochtendbladen het
bericht, dat hoofdinspecteur Barrabal van Scot
land Yard ziek geworden was en naar een
rusthuis was overgebracht. Het bericht ein
digde:
„Men verwacht, dat de inspecteur gedurende
verschillende weken zyn werk niet zal kunnen
doen. Zyn plaats zal worden ingenomen door
Inspecteur Elford."
En zei Barrabal tegen Elford, die heele-
maal uit het veld geslagen was, nu hebben
ze 't natuurlijk op jou gemunt 't zal me ver
bazend benieuwen, of jy vandaag over een
week nog leeft.
Zeg eens wat lolligs, smeekte Elford.
IX.
Niemand hield erg van Frank Sutton's be-
drüfsleider. Hy had een byzonderen kyk op de
organisatie en de gewoonte om zijn vinger
op zwakke plekken te leggen. Daar de zwakke
plekken gewoonlük mannen wanen, was dit
niet erg bevorderlijk voor zijn populariteit.
Maar, om hem recht te doen, hoeveel gebreken
hy ook mocht hebben en zyn personeel wist
er nog al wat aan te wyzen John Leslie was
absoluut ongevoelig voor de atmosfeer, die hy
geschapen had, tijdens zyn korte samenwer
king met Sutton en Co.
Al spoedig deed het vage gerucht de ronde
dat Leslie een man met een verleden was;
waarschijniyk was heit slechts een samenkop
peling van feiten en vermoedens, want toen
een vorige bedrijfsleider en een onder-directeur
ouder zeer ongewenschte omstandigheden de
zaak hadden verlaten, ontdekte men, dat deze
beide heeren in de gevangenis gezeten hadden.
Maar dit lag alleen aan Frank Sutton, wat
Friedman hem herhaaldelijk zei.
Kerel, je zilt vol buitensporige stokpaard
jes en die zullen je nog een hoop geld kosten.
Er zal nog wei eens een tyd komen, dat 3e
eindeiyk inziet, dat het onmogeiyk is, om oude
boeven te hervormen, door hun nieuwe kamsen
te geven.
Frank krabde eens verdrietig over zyn hoofd.
Ik ben bereid, die kansen te wagen, zei
hij en ik ben er van overtuigd, dat ik een dezer
dagen in ataat zal zijn, om zoo'n armen drom
mel wierkeiyk eens te helpen, zoodat hij d© goe
de kans van zijn leven zeer zal weten te aar-
deeren.
Myu proefneming met John Leslie was dan
ook een onbestreden succes, zou ik zeggen.
Hij is wel niet zoo erg gezien bij het per
soneel, zei hy, maar dat ligt aai zijn eigenaar
dig karakter. Hy heeft een reoaen-werkkraeht,
veel y'ver en zoover ik kan beoordeelen, is hij
te vertrouwen.
Om de waarheid te zeggen, werd Leslie har-
teiyk verwenscht. Er viel een onnatuurlijke
stilte in de zalen der klerken, als hij maar
binnenkwam en de kleine kantoorjongens wer
den als geëlectriceerd tot werkzaamheid, op het
geluid van zyn voetstappen.
Op den morgen, dat de kranten de plotse
linge ongesteldheid van inspecteur Barrabal
vermeldden, kwam Tillman een beetje te laat
op hot kantoor een zeer ernstige zaak voor
hem, als de concierge zü'n plicht gedaan had,
wamt het onderzoek naar liet tijd-welletjé, was
een dag-eiyksche gewoonte van den bedryfs-
leider. Maar de concierge vatte het nogal mak
kelijk op zooals Frank's bedienden het bijna
allemaal deden.
Tillman klopte aan de deur van den bedrijfs-
leid en kwam binnen, want het behoorde ook
gedoeiteiyk tot zyn taak, cm de brieven te
sorteeren. Miss Trent zat aan haar bureau,
maar Leslie was er nog niet.
Je bent laat, Tillman. Ze keek hem zeer
streng aan, maar Tillman was op geen enkele
manier verlegen te maken.- Voor een proeftijd
veroorloofde hy zich nogal veel vrijheden en
zyn houding tegenover de vrouw, die hem zoo
veel nadeel zou kunnen do-cm, was nogal lioqg-
hartig.
Tyd is maar een betrekkelijk iets, zei hy,
terwijl hy zich in de correspondentie verdiepte.
Weet je, dat ze nu bezig zijn met de wed
rennen van één uur in China? en dat de gasten
op de avondpartüen van gisteren in New York
nu eerst naar bed gaan? Weet je wat Oliver
Lodge zegt.
Ik wensch niets van jouw gewone vriend
jes te hooren, zei miss Trent bits. En Tillman
grinnikte eens.
(Wordt vervolgd).