FEUILLETON li Zaterdag 16 Juni 1928 DE PIEPER PROV. STATEN VAN ZUID-HOLLAND DE ZOMER-ZITTING TWEEDE KAMER DE LAATSTE ZITTING VÓÓR HET RECES Vt IE HET KO RTST SPR A tv 11 t DE DOMifvÉ'S PRATEN ALT J j In de gisteren gehouden vergadering van Prov. Staten van Zuid-Holland kwam het eerst sen de orde het voorstel tot verlenging van de verordening op de heffing van bruggeld Voor den overtocht van de brug over de oude Maas. Nadat in de ochtendzitting over dit voorstel verschillende sprekers opmerkingen hadden ge maakt, werden deze in de middagzitting door het lid van Ged. Staten, den heer Borghols be antwoord. Spr. behandelt eerst het motief van de we genbelasting. In een van de adressen wordt er op gewezen, dat de bewoners van den Hoekscha waard naast de wegenbelasting ook nog dit bruggeld moeten betalen. Maar, vraagt spr. moeten dan alleen de mensohen uit don Hoek- schewaard wegenbelasting betalen? Dat motief zou dan toCh ook moeten gelden voor alle andere autobezitters in de provincie Zuid-Hol land. Een auder motief is de verkeershelemmering. Naar sprekers meeutng kan dit geen behoorlijk motief zijn. Spr. hoopt, dat te zijner tijd 't rijk 't onderhoud van deze brug zal overnemen, maar zoover zijn we nu nog niet, en er kan geen enkele aan leiding voor Ged. Staten zijn, om een bedrag van 35.000 per jaar aan inkomsten uit deze brug prijs te geven. Er is reed3 een tekort van 5000 per jaar, en de voor de provincie geboden zuinigheid laat niet toe om dit tekort te laten aangroeien tot ƒ40.000. De Staten hebben den plicht om dit brug geld nog voorloopig te continueeren, aangezien aan de provincie niet meer lasten mogen wor den opgelegd, dan strikt noodzakelijk zijn. Spr. hoopt daarom, dat het voorstel van Ged. Staten zal worden aangenomen. Het voorstel van Ged. Staten wordt verwoT- pen met 42 tegen 22 stemmen. Een voorstelSchalekamp, om de rechten tot 1932 te halveeren, wordt vervolgens even eens verworpen, en wel met 39 tegen 28 stem men. Het gevolg hiervan is, dat de verordening tot bruggeldheffing met 1 Januari 1929 is in getrokken. Z. b. st. worden aangenomen de voorstellen ten aanzien van de verordeningen op de hef fing van a. rechten voor het bevaren van het scheepvaartkanaal tusschen Rijn en Sohie en voor het overzetten ovér dat kanaal met de schoener aan den Hofweg;* b. rechten voor hot ophalen van de brug over den Rijn te Alphen aan den Rijn. Bij het voorstel over de verordening betref fende de rechten voor het bevaren van de Gouwe wijst de heer Beekenkamp (Lib.) op de hooge rechten, welke hier gelden en welke belemmerend werken op het verkeer. Naar sprekers meening dient hierin ten fipoedigste verandering te komen. Het voorstel wordt daarna z. h. st. aangeno- men. DE DROOGMAKERIJ DER REEUWUKSCHE EN SLUIPWIJKSCHE PLASSEN. InterpellatieVlielander. .au ua orde is daarna de interpellatieVlie lander betreffer.de droogmaking der Reeuwijk- sche en Sluipwijksehe plassen. De heer Vlielander (Lib.) dringt aan op spoedige drooglegging dezer plassen, waardoor ongeveer 800 H.A. land beschikbaar zal komen. Bovendien kunnen bij de drooglegging tal van werkloozen worden tewerk gesteld. De heer von Fisenne, lid van Ged. Staten herinnert er aan, dat de Staten vroeger heb ben besloten (in 1924), dat de provincie en het Rijk ieder de helft zouden dragen van de kos ten, noodlg voor het ontwerpen van een plan voor de droogmaking dér plassen. Volgens een door het bureau van Hasselt en de Koning op gemaakt plan zou de drooglegging geen verlies opleveren. De thans overleden hoofdingenieur van Elzelingen heeft daarna een rapport uit gebracht, volgens hetwelk op een risico-bedrag van 250.000 moest worden gerekend. Van den Minister van Binnenlandsehe Zaken werd ver volgens een schrijven ontvangen, waarin mede gedeeld werd, dat het Rijk alleen wilde mede werken, wanneer de verliespost niet grooter zou worden dan 100.000,. Naar aanleiding hiervan is een nieuw onderzoek ingesteld en naar het oordeel van den Rijkswaterstaat zou er moe ten worden gerekend op een bedrag van 7 a 800.000 als droogmakingskosten. Van dit be drag komt 2/3 deel ten laste der provincie. Ten slotte deelt spr. mede, dat Ged. Staten bereid zijn, om de betreffende rapporten voor de leden ter visie te leggen. De heer Van Staal (S.D.A.P.) is van oor deel, dat deze rapporten voor de leden gedrukt moeten worden. Spr. dient de volgende motie in: „De Staten, in vergadering bijeen op 15 Juni 1928; gehoord de besprekingen over de vraag, of het niet wensehelijk i® tot droogmaking van de Reeuwijksche en Sluipwijksehe plassen over te gaan; nocdigen Ged. Staten uit de reeds uitge brachte rapporten in druk ter kennis te deen brengen van de leden dier Prov. Staten; en dit te doen volgen met een spoedig prae- advies over de vraag of droogmaking van voornoemde plassen niet noodzakelijk moej, worden geacht en dit praeadvies in een des wege expresselijk te beleggen vergadering van de Staten aan de orde te stellen." Deze miotie is mede onderteekend door de leden dr. Hoffman, van Muiswinkel, Vlielander, van der Weijden, Beekenkamp, Werker, Hors man en Brunt. De heer van der Weijden (R.K.) dringt even eens aan op spoedige drooglegging. De heer Hoffman (R.K.) toont zich weer als beslist voorstander der drooglegging dezer plassen. Een post op de begrooting onzer Staten voor bevordering van landverhuizing moest onnoodig zijn. Ook de vermindering der werkloosheid wordt gebaat door drooglegging. Spr. verzoekt zoo noodig spoedig een buiten gewone zitting der Staten te beleggen, ten einde een definitief besluit te nemen omtrent dit urgent vraagstuk en de drooglegging des noods in eigen uitvoering te ondernemen. De heer Brunt (C.H.) is van oordeel, dat deze kwestie de grootst mogelijke aandacht verdient Spr. hoopt dat de kwestie reeds in de najaars zitting zal kunnen worden genomen. De heer von Fisenne deelt mede, dat met het Rijk in overleg zal worden getreden over de publicatie der rapporten. De motie-v. Staal- Hoffman wordt door Ged. Staten ter fine van prae-advies genomen. Interpellatie-De Bruin. Daarna is aan de orde de interpellatie-De Bruin over het medisch schooltoezicht. De heer De Bruin (S.D.A.P.) wijst op het groote belang van dit schooltoezicht, vooral op het platteland. Spr. vraagt, of de besprekin gen met het Groene Kruis reeds zoover gevor derd zijn, dat verwacht mag worden dat we op dit gebied op den goeden weg zijn. De heer Borghols, lid van Ged. Staten deelt i .I, mode, dat de besprekingen met 't Groene Krui3 ten dezen neg niet zijn beëeindigd, en dat het beter is, om nog eenige maanden geduld te hebben. Interpellatie-Ten Hope. Aan de orde is vervolgens de interpellatie- Ten Hope betreffende verkeerstoeatamden op den weg Rotterdam—Overschie in verband met een plaats gehad hebbend auto-ongeval onder Overschie, De heer Ten Hope wijst op het gevaar van dezen weg, waartoe in de eerste plaats wordt bijgedragen door de motortram Rotterdam— Overschie. Naar sprekers oordeel moet deze tram zoo spoedig mogelijk verdwijnen, waarna zij vervangen zou kunnen worden door een autobusdien st. Spr. dient een motie van deze strekking iti De heer Von Fisenne, lid van Ged. Staten merkt op, dat do meeste ongelukken op dezen weg te wijten zijn aan té roekeloos rijden. Ook Ged. Staten zijn van oordeel dat op dit weg gedeelte een autobusdienst de voorkeur ver dient hoven een tram, en spr. kan mededeelen, dat het gemeentebestuur van Rotterdam bereid is te zijner tijd de tram te vervangen door autobussen. De heer Ten Hope neemt zijn motie terug. Interpellatie-Hoffman. Ten slotte is aan de orde de interpellatie- Hoffman over de schutsluis bij Gouda. De heer Hoffman (R.K.) acht een doorvaart- breedte van 12 M. voor deze aluis niet voldoende en zou deze breedte willen zien gebracht op 14 M. Daardoor zou mede het voordeel worden bereikt, dat twee schepen naast elkaar geschut kunnen worden. Spr. vraagt, of ook Ged. Sta ten van dezelfde meening zijn. De heer VON FISENNE. lid van Ged. Staten deelt mede, dat de sluis wordt uitgevoerd vol gens het ruimte-plan. Hiertegen is hij Ged. Staten nog geen enkele bewaar ingekomen, zoodat het college in de meening verkeert, dat de sluis aan de te stellen eischen voldoet. Naar het oordeel van Ged. Staten behoeft de siluis dan ook niet te worden verbreed. De voorzitter sluit daarop in naam der Koningin deze zitting van de Staten. In den loop der vergadering werden nog z. h. s. aangenomen de voorsteil-en betreffende: wijziging der provinolale begrootingen voor 1927 en 1928.. wijziging van het reglement van Delfland; wijziging van het reglement van Rijnland; wijziging van het hijzonder regle ment Graspol<1 erwijziging van de bijzondere reglementen der polders Het Zand en Oud- en Nieuw Reijerwaard; wijziging van het alge meen reglement B. en het. bijzonder reglement voor het waterschap Blokland, Als gevolg van herhaalde verzoeken van de zijde der pers en op voorspraak van tal van Statenleden en van eenige leden, van Ged. Staten werd gisterenmiddag na de pauze aan de verslaggevers bij de vergadering van de Prov. Staten toegestaan, beneden in de ver gaderzaal plaats te nemen. NATIONALE TENTOONSTELLING VAN RUNDVEE, PAARDEN EN KLEINVEE. i E£' In een Woensdag j.l. gehouden vergadering van de Nederlandsche Commissie voor de Gei tenfokkerij, deelde de heer C. Zwagerman mede, dat de medewerking van de geitenhou ders aan de tentoonstelling de verwachting overtreft. Van alle provinciën op één na kwamen in schrijvingen binnen, zoodat de in Den Haag aanwezige collectie geiten een volledig beeld zal geven van de trap van ontwikkeling van de geltenfokkerij in ons land. Het laat zich dan ook aanzien, dat het getal der In te zenden dieren het genoemde minimumaantal van 100 aanzienlijk zal overschrijden. De belangstelling in het buitenland voor bo vengenoemde tentoonstelling is zeer groot. Het was een heel merkwaardige laatste ver gadering, zooals er misschien zelden een ge houden is. De oorzaak daarvan was, dat het laatste onderwerp op de agenda een interpel latie was, waarvan te voren hekend was, dat ze in tegenstelling met de gewoonte nu eens niet met een motie zou worden besloten, dus zonder stemming. Is zoo'n laatste vergadering in den regel erg rumoerig tegen het einde, nu was het juist andersom. Als de voorzitter niet gebruik had gemaakt van de bepaling van het reglement van orde, om vast te stel len, dat men om kwart over vijf klaar moest zijn, dan hadden de in de kamer nog aan wezige leden die de belangen van Zeeuwsch- Vlaauderen meer in het bijzonder behartigen, gerust nog een uurtje doorgepraat, want ze liadden over dit gewest nog heel wat op hun hart. In het begin is er hard gewerkt en was er de echte stemming want in korten tijd waren 22 wetsontwerpen en 3 conclusies aangeno men. Er was een soort wedijver in het houden van korte redevoeringen, iets zeer bijzonders in de Kamer, die het van het praten moet hebban. Was de voorzitter, ais minister be kend om zijn korte en bondige redevoeringen, thans is hij geslagen door minister van de Vegte, die nu wel de recordhouder van de kortste ministeriele redevoering zal zijn. Op een uitvoerig betoog van den heer Weitkamp over onteigeningen noodig voor den aan eg van scheepvaart kanalen naar Twenthe, waar in hij het standpunt van de regeering uiteen zette, antwoordde de minister van Water staat onder groote hilariteit van* de Kamer, toen hij het woord kreeg niets anders dan: „zoo is het!" De eenigen, die zich niet wenseliten te bekor ten waren de vertegenwoordigers van de Staatkundig gereformeerde partij, de dominé's Kersten en Zandt. Al werd hun het spreken niet geheel onmogelijk gemaakt, gehoond wer den ze danig, te meer daar hun redevoeringen met de onderwerpen die aan de orde waren betrekkelijk weinig te maken hadden. Bij een onteigeningsontwerp ten behoeve van de open bare Leeszaal te 's-Gravenhage ging dominéé Kersten deze instellingen bespreken, waarvan hij principieel tegenstander is. Toen hij echter stemming wilde vragen over het onteigenings ontwerp was hij veel te laat, want intusselien waren er reeds weer een paar andere ontwer pen aangenomen. Bij de wijziging van de Kieswet hield d-ominé Zandt hoogst zenuwachtig en trillend als een espeblad een redevoering tegen den stemdwang tot afschaffing waarvan hij zelfs een motie indiende, die later behandeld zal worden. Bij de Interpellatie -wilde dorniné Kersten spreken over het NederlandschBelgische verdrag, wat hem belet werd. Het schijnt dat deze mannen zich nog minder in het parlementaire gareel willen, voegen, dan de communist. Als hun vol gelingen ze eens zagen bij hun optreden in de Kamer, dan zouden ze, daarvan zijn we over tuigd, spoedig het vertrouwen verloren hebben. Zij zijn het meest afwezig van alle leden en als ze er eens zijn, dan spreken ze over aller hande zaken, die met de aan de orde zijnde kwesties niets te maken hebben. Zoo z-ag dorniné Kersten kans om bij de interpellatie over den ongunstigen economisohen toestand van Zeeuwseh-Vlaanderen een heel betoog te houden over de Zondagsheiliging. Bij de behandeling van de wetsontwerpen is het langst gesproken over de wijziging van de Kieswet. In de laatste jaren is herhaaldelijk'het vraag stuk onder de oogen gezien of en in hoeverre het mogelijk zou zijn een regeling te treffen waardoor de Kieswet voor hen, die op den stemmingsdag niet in hun woonplaats aanwezig kunnen zijn, de gelegenheid zon openen toch aan de stemming deel te r.en;?m.*Voor hen die in het land bleven was daarin reeds voorzien maar nh bleef nog over de oplossing van hef vraagstuk voor zeelieden en anderen. Ook ia andere landen beeft men een dergelijke rego llng. De thans getroffen oplossing stemt hét meest overeen met het E-ngelsche stelsel! Als de Eerste Kamer dit ontwerp aanneemt is de kiezer voortaan, met inachtneming van 'het in de wet bepaalde, bevoegd bij volmacht te stem men, indien' zijn beroep of werkzaamheden medebrengen, dat hij herhaaldelijk of althans gedurende het gedeelte van het jaar, waarin de stemming gewoonlijk, valt, werkzaam pleegt te zijn buiten de gemeente op welker kiezers lijst hij voorkomt, mits zijne afwezigheid, in dien hij gedurende het tijdvak of de tijdvak ken, waarin hij aldus werkzaam is, een of meermalen in die gemeente terugkomt, als regel telkens langer dan drie dagen duurt. Medo i-s, met inachtneming van het in de wet bepaalde, bevoegd bij volmacht te stem men, de vrouw, welke, gehuwd mét een kiezer, die voldoet aan -de in het vorige lid gestelde voorwaarden, mat haar man, in verband met diens beroep o£ werkzaamheden, afwezig pleegt te zijn. Er bleef nog een moeilijkheid en wel of de Marine, die soms ©en jaar aan den wal blijft, en gaat varen er ook onder viel. In hoogste instantie zal de rechter dit moeten uitmaken, maar al kan dan niet altijd gezegd wordedat de tot de Marine beboorende kiezer herhaalde lijk afwezig is, toch meende de minister, dat de Marine onder daze bepaling viel. Eenig debat ontspon zich ook nog over de wijziging van de wet, waardoor het Aardenbi. resche en het Rhenensche geval voorkomen kun-nen wordeD. Het wetsontwerp werd daarna zonder hoof delijke stemming aangenomen. De economische toestand van Zeeuwseh- Vlaanderen, waarover daarna de heer Korten- horst interpelleerde is niet rooskleurig. De oorzaken daarvan zijn te veel om op te sommen, maar behalve cle ligging ten Zuiden van de Schelde, is daarvan ook oorzaak de groote verdeeldheid die er he-orscht door de talrijke gemeenten en het verschil van inzicht en be langen van de bevolking. Meer nog dan voor Brabant en Limburg is liet noodzakelijk dat de Regcoring zorgt voor een goede, snelle en goedkoop© verbinding van dit gewest met het overige deel van het land. Tot heden ontbreekt daar' nog heel wat aan en de Regeering is er niet rne-e af, door te verklaren, dat het pont- voer al zooveel geld kost. Tal van sprekers hebben den heer Kortenbörst gesteund én niet zonder succes. Het is nu tenminste komen vast te staan, dat de Regeering mee wil werken aan een waterleiding in Zeeuwsch-Vliaanderen, dat de kanalen van Hulst naar Axel er binnenkort wel zullen komen en dat al.s Gedeputeerde Staten komen met voorstellen over samenvoe ging van gemeenten, zoo'n plan ernstig zal worden overwogen. De bestaande permanente adviescommissie voor de vlasbewerking, zal haar onderzoek ook uitstrekken over andere zaken, om dit gewest te helpen. Aan de enkele led-en -die nog aanwezig waren wenscht-e do voorzitter een prettige vaeantie en daarna ging de Kamer tot September uiteen. Avonturen - roman van Edgar Wallace 8.) Ik zou mijn arme hoofd maar niet vor. moeien met toekomstgedachten, Beryl, zei hij en hij was verrassend kalm. Een week is ze ven dagen, zeven dagen zijn een beel-e hoop dagen! Maar hier kwam ze tegenop. Dear, laat ous asjeblief mekaar niét voor den gek houden. Ik zal trouwen niéts zal dat meer kunnen voorkomen, niets, niets. Zeven dagen zijn een heele hoop dagen, herhaalde hij en zij trok haar arm uit den zijne. Laat ons er maar niet meer over praten. Kijk eens! Ze wees naar den overkant van Birdcage Wulk. Daar ls die leuke kleine man weer, die gisterenavond bij ons aanbelde en alles van jou yrild-e weten. Welke leuke kleine man? vroeg hij. Ik zie er zooveel, zei hij moedeloos. Ze wees naar een slecht gekleeden heer in een verschoten overjas. 't Is een reporter van de Postkoerier. Zijn naam wil me op het oogenblik niet te binnen sclhieten. Collie, vulde hij haar mededeeling aan. Luisterend naar den naam van Joshua. Een echte speurhond, hoor, die zijn naam met eere draagt. Kent hij je? vroeg ze In een plotselinge angst. Hij schudde het hoofd. Ik hoop heit niet. Collie heeft geen bijzon dere belangstelling voor minderwaardige mis dadigers. Ze moeten al van een erg beruchte vermaardheid zijn, willen ze zijn aandacht wekken. Maar, dat geef zeg ik jo, een bloed hond is een pommeraansch schoothondje, ver geleken by Joshua. Al had mr. Collie hen ook gezien, dan had ht) hen waarschijnlijk toch niet herkend. Hij scheen zoo geheel op te gaan in zyn gedachten terwijl hy voarby wandelde, het hoofd in zijn schouders, zyn handen opzijn rug en zijn oogen Haar den grond gericht, dat zelfs de verwen- "svan de voetgangers, waar hy tegen op botste, hem niet uit zyn droomen konden wekken. Wat wil hij toch van me hebben? Ik heb nooit geweten, dat ik zoo'n belangryk per soon was. Daar kon zij hem niet over inlichten. Ze had slechts een paar van Collie's vragen opge vangen en Lew had daar niet veel antwoord op gegerem. Hij bracht haar tot aan het station en nam daar afscheid. Er werd geen enkel woord meer gesproken, over het verleden en ofschoon ze hem over haar toekomst had willen spreken, kon ze daar niet den moed toe vinden. Toen zy op den trein stond te wachten, zag ze voor het eerst de vraag, waarmee ze nog wel een3 erg vertrouwd zou worden. Op het groote bil jet van een krant stonden de woordenWie is de Pieper? Het was de Megaphone. Ofschoon niet het schroomvalligste, dan toch het groot ste ochtendblad. Ze kocht een nummer uit nieuwsgierigheid, niet vermoedend, dat de Pie per ook maar-iets uit te staan kon hebben, met den moord in Mortimer Street. Tot haar groote verrassing was het verhaal van den Pieper geweven door den moord op Larry Greame. Ze las door, totdat ze plotseling stiet op een alinea, die zeer op haar zenuwen werkte. „De politie vermoedt schryft onze speciale correspondent dat de moord begaain is, door een berucht heler, die bekend staat in de die- venwereld als De Pieper. Een pieper of verklik- ker, ls iemand, die zyn kameraden verraadt en het is in vakkringen een publiek geheim, dat de politie sinds lang een zeer groote hulp heeft gevonden, in 't arresteeren van vele mis dadigers, o.a. van den vermoorde, door van dezen ontvangen inlichtingen. Men vermoedt, dat ze afkomstig zyn van den heler die op groote schaal te werk gaat en hét kanaal is, waardoor de meeste goederen van belangrijke inbraken of diefstallen, het land verlaten. Ofschoon de po litie geen enkelen sleutel heeft om zyn identi teit vast te stellen, is ze er bijna zeker van, dat het iemand is, die vroeger zelf cel-straf heeft ondergaan, zoowel hier als in Zuid- Afrika. Scotland. Yard heeft aan de politie te Johannesburg gevraagd om haar van dienst te willen zyn met fotografieën en vingerafdruk ken van een man, die onder allerlei vermom mingen een serie bigamieën heeft gepleegd, waarvoor hij éénmaal tot twee jaar gevange- nisstraf in Pretoria werd veroordeeld. Indien dit belangrijke indentificatie-materiaal zal aan komen, zail de arrestatie van dezen schurk niet lang op zich laten wachten en zoo goed als zeker leiden tot de ontmaskering van den moorde naar van Larry Greame". Zuid-Afirika? John Leslie had gezegd, dat hy in Zuid-Afrika geweest was.... Ze was echt ziek, toen ze in Wimbledon uit den trein stapte. Nog geen twee avonden ge leden had Lew Friedman een haast ommoge- ïyke geschiedenis voor haar ontsluierd, dat haar vader een dief en haar voogd een ont slagen boef was. De tea was geëindigd en Lew, die de krant zat te lezen, die zij had meegebracht, kwam aan de passage, die haar zoo getroffen had. Hij las ze langzaam door, regel voor regel, want hij was geen v-lug lezer en Het toen de krant ineens op zyn knie vallen. Heb je dat gelezen over- dien Pieper? vroeg hy. Ze knikte, zich bang afvragend, wat er nu weer ging gebeuren. Maar Lew scheen klaarblij- keiyk geen enkel verband te vinden, tusschen dit bericht en John Leslie. Indien het waar is en de Pieper zoo'n groote vogel is, als ze zeggen, zou 't me niets verwonderen, dat er vandaag of morgen wat met Barrabal gebeurt. Waarom met mr. Barrabal? vroeg ze. Omdat hy zich met dezie zaak belast heeft en omdat hy op alle gebied de meest gesle pen man is, dien z© ooit op Scotland Yard ge zien hebben. We zullen maar eens afwachten, of broeder Pieper nog sluwer ls. Lew Friedman, verloochende zijn afkomst niet. Want een der voornaamste karaktertrek ken van dit ras is de gave der voorspelling. Dien avond zat mr. Barrabal op zyn kantoor, na een heelen dag hard gewerkt te hebben, toen er een eenvoudig maal van thee en ge roosterd brood gebracht werd. Er was wel een politie-cantine, maar hy was nogal moeilijk te voldoen wat zijn tihee betrof en betrok zijn maaityden steeds uit een klein restaurant in de buurt van Scotland Yard. De kellner bracht het blad binnen,, zette het op een klein tafeltje, nam het porceleinen deksel van den toast- schotel en schonk wat thee in. Barrabal roeide werktuigiyk in de tihee en nam een driehoekig stukje toast. Bonen zijn hoofd hing een zeer sterk licht en in den hoek waar hij het warme brood vasthield, zag hij iets schitteren op de beboterde oppervlakte. Hy legde het brood weer kalm neer. Eenige seconden later had hij aan de telefoon een ernstig gesprek met het Westminster- hospitaal. Het gevolg van die bespreking was, dat liet theeblad zorgvuldig in een taxi werd geplaatst en zoo snel mogelük vervoerd naar het laboratorium van dit hospitaal. Barrabal wachtte in de doktorenkamer, rookte een ciga- ret, totdat de chemilcer terugkwam. Ik heb voorloopig maar een kwalitatief onderzoek kunnen instellen;' ik kan u de hoe veelheden nog niet opgeven, zei deze. Maar er is ongetwijfeld on al de toast arsenicum ge strooid, in de thee kunnen we niets ont dekken. Ik zal u morgenochtend den uitslag van het kwalitatief onderzoek meedeelen. Dat is allee, wat ik wilde weten, zei Bar rabal en ging terug naar Scotland Yard, waar hy zijn secretaresse belde. Als iemand naar me vraagt, zei hy tegen het verbaasde meisje, wil je dan zoo vrien- deiyk zijn om te zeggen, dat ik dood ben? Nee, 't is nog maar beter. Hy ging zitten en krabbelde iets neer. Den volgenden dag bevatten alle ochtendbladen het bericht, dat hoofdinspecteur Barrabal van Scot land Yard ziek geworden was en naar een rusthuis was overgebracht. Het bericht ein digde: „Men verwacht, dat de inspecteur gedurende verschillende weken zyn werk niet zal kunnen doen. Zyn plaats zal worden ingenomen door Inspecteur Elford." En zei Barrabal tegen Elford, die heele- maal uit het veld geslagen was, nu hebben ze 't natuurlijk op jou gemunt 't zal me ver bazend benieuwen, of jy vandaag over een week nog leeft. Zeg eens wat lolligs, smeekte Elford. IX. Niemand hield erg van Frank Sutton's be- drüfsleider. Hy had een byzonderen kyk op de organisatie en de gewoonte om zijn vinger op zwakke plekken te leggen. Daar de zwakke plekken gewoonlük mannen wanen, was dit niet erg bevorderlijk voor zijn populariteit. Maar, om hem recht te doen, hoeveel gebreken hy ook mocht hebben en zyn personeel wist er nog al wat aan te wyzen John Leslie was absoluut ongevoelig voor de atmosfeer, die hy geschapen had, tijdens zyn korte samenwer king met Sutton en Co. Al spoedig deed het vage gerucht de ronde dat Leslie een man met een verleden was; waarschijniyk was heit slechts een samenkop peling van feiten en vermoedens, want toen een vorige bedrijfsleider en een onder-directeur ouder zeer ongewenschte omstandigheden de zaak hadden verlaten, ontdekte men, dat deze beide heeren in de gevangenis gezeten hadden. Maar dit lag alleen aan Frank Sutton, wat Friedman hem herhaaldelijk zei. Kerel, je zilt vol buitensporige stokpaard jes en die zullen je nog een hoop geld kosten. Er zal nog wei eens een tyd komen, dat 3e eindeiyk inziet, dat het onmogeiyk is, om oude boeven te hervormen, door hun nieuwe kamsen te geven. Frank krabde eens verdrietig over zyn hoofd. Ik ben bereid, die kansen te wagen, zei hij en ik ben er van overtuigd, dat ik een dezer dagen in ataat zal zijn, om zoo'n armen drom mel wierkeiyk eens te helpen, zoodat hij d© goe de kans van zijn leven zeer zal weten te aar- deeren. Myu proefneming met John Leslie was dan ook een onbestreden succes, zou ik zeggen. Hij is wel niet zoo erg gezien bij het per soneel, zei hy, maar dat ligt aai zijn eigenaar dig karakter. Hy heeft een reoaen-werkkraeht, veel y'ver en zoover ik kan beoordeelen, is hij te vertrouwen. Om de waarheid te zeggen, werd Leslie har- teiyk verwenscht. Er viel een onnatuurlijke stilte in de zalen der klerken, als hij maar binnenkwam en de kleine kantoorjongens wer den als geëlectriceerd tot werkzaamheid, op het geluid van zyn voetstappen. Op den morgen, dat de kranten de plotse linge ongesteldheid van inspecteur Barrabal vermeldden, kwam Tillman een beetje te laat op hot kantoor een zeer ernstige zaak voor hem, als de concierge zü'n plicht gedaan had, wamt het onderzoek naar liet tijd-welletjé, was een dag-eiyksche gewoonte van den bedryfs- leider. Maar de concierge vatte het nogal mak kelijk op zooals Frank's bedienden het bijna allemaal deden. Tillman klopte aan de deur van den bedrijfs- leid en kwam binnen, want het behoorde ook gedoeiteiyk tot zyn taak, cm de brieven te sorteeren. Miss Trent zat aan haar bureau, maar Leslie was er nog niet. Je bent laat, Tillman. Ze keek hem zeer streng aan, maar Tillman was op geen enkele manier verlegen te maken.- Voor een proeftijd veroorloofde hy zich nogal veel vrijheden en zyn houding tegenover de vrouw, die hem zoo veel nadeel zou kunnen do-cm, was nogal lioqg- hartig. Tyd is maar een betrekkelijk iets, zei hy, terwijl hy zich in de correspondentie verdiepte. Weet je, dat ze nu bezig zijn met de wed rennen van één uur in China? en dat de gasten op de avondpartüen van gisteren in New York nu eerst naar bed gaan? Weet je wat Oliver Lodge zegt. Ik wensch niets van jouw gewone vriend jes te hooren, zei miss Trent bits. En Tillman grinnikte eens. (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 8